INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding .......................................................................................... 2 1.1. Achtergrond en doel..................................................................................... 2 1.2. Onderzoeksvragen....................................................................................... 2 1.3. Onderzoeksaanpak ...................................................................................... 2 1.4. Opzet rapportage ......................................................................................... 2
2.
Wettelijk kader................................................................................ 3 2.1. Winkeltijdenwet 1996: decentralisatie.......................................................... 3 2.2. Wettelijk kader sinds 1-7-2013..................................................................... 3 2.3. Vrijstellingen ................................................................................................. 3
3.
Trends in detailhandel en koopgedrag ........................................... 4 3.1. Economische situatie ................................................................................... 4 3.2. Leegstand..................................................................................................... 4 3.3. Internetwinkelen ........................................................................................... 4 3.4. Schaalvergroting en schaalverkleining ........................................................ 5 3.5. Branchevervaging ........................................................................................ 5 3.6. Winkelen en boodschappen doen op zondag.............................................. 5
4.
Effecten verruiming winkeltijden ................................................... 7 4.1. Economische effecten.................................................................................. 7 4.2. Deelname ondernemers belangrijk voor succes.......................................... 8 4.3. Effecten voor personeel en kleine ondernemers ......................................... 8 4.4. Effecten op zondagsrust, leefbaarheid, veiligheid en openbare orde.......... 9
5.
Ede 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
6.
Referentiegemeenten ................................................................... 13 6.1. Keuze referentiegemeenten....................................................................... 13 6.2. Per gemeente een eigen invulling.............................................................. 13 6.3. Ondernemers kiezen binnen de mogelijkheden......................................... 14 6.4. Ervaringen vanuit referentiegemeenten..................................................... 15
7.
Samenvatting ................................................................................ 16 7.1. Wat is het wettelijk kader? ......................................................................... 16 7.2. Wat zijn de trends in detailhandel en koopgedrag? ................................... 16 7.3. Wat zijn de effecten van een verruiming van de winkeltijden? .................. 16 7.4. Hoe is Ede te karakteriseren als winkelgebied? ........................................ 17 7.5. Welke keuzes hebben referentiegemeenten gemaakt?............................. 17 7.6. Hoe wordt in de referentiegemeenten de zondagopenstelling ervaren? ... 17
8.
Bronnenlijst................................................................................... 18
als winkelgebied .................................................................... 10 Winkelstructuur van Ede ............................................................................ 10 Ede Centrum: bescheiden druktebeelden.................................................. 10 Structurele leegstand in centrum neemt toe .............................................. 10 Waardering voor Ede Centrum is gematigd positief .................................. 12
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
1
1.
INLEIDING
1.1.
ACHTERGROND EN DOEL In het Collegeprogramma (Convenant 2014-2018, Ede smaakt naar meer) is afgesproken dat er een referendum komt onder inwoners over de behoefte aan verruiming van winkeltijden. De laatste maanden is de discussie in een stroomversnelling gekomen. Het college heeft in december 2014 met de raad een tijdspad afgesproken. Daarin is onder andere deskresearch opgenomen als voorbereiding op het daadwerkelijke referendum. De afdeling Ruimtelijke Projecten heeft aan S&O gevraagd deze deskresearch uit te voeren, aangevuld met telefonische interviews bij enkele referentiegemeenten. Deze deskresearch heeft raakvlakken met Levendig Centrum.
1.2.
ONDERZOEKSVRAGEN De hoofdvraag is: Welke landelijke en regionale trends en ontwikkelingen zijn van belang bij de overweging om de winkeltijden te verruimen? En hoe is Ede te karakteriseren als winkelgebied? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
1.3.
Wat is het wettelijk kader? Wat zijn trends in detailhandel en koopgedrag? Wat zijn effecten van verruiming van de winkeltijden? Hoe is Ede te karakteriseren als winkelgebied? Welke keuzes hebben referentiegemeenten gemaakt? Welke ervaringen hebben zij met verruiming van de winkeltijden?
ONDERZOEKSAANPAK Het onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen. Onderzoeksvragen 1 tot en met 5 worden beantwoord op basis van deskresearch. Onderzoeksvraag 6 wordt beantwoord op basis van telefonische interviews: Welke keuze hebben referentiegemeenten gemaakt en waarom? Welke consequenties ervaren zij bij hun keuze, bijvoorbeeld op het gebied van parkeren, handhaving en toezicht, maar ook: welke signalen krijgen zij vanuit de ondernemers en de bewoners? Is er een evaluatie gehouden en wat komt daaruit?
1.4.
OPZET RAPPORTAGE Hoofdstuk 2 schetst het wettelijk kader, namelijk de Winkeltijdenwet. Hoofdstuk 3 behandelt de algemene trends en ontwikkelingen in de detailhandelsstructuur en het koopgedrag van consumenten. Daarna komen in hoofdstuk 4 effecten van verruiming van de winkeltijden aan de orde: leidt het tot extra omzet, wie profiteren wel en wie niet, hoe zit het met kleine ondernemers, het winkelpersoneel en de zondagsrust, welke andere aspecten spelen een rol. Hoofdstuk 5 bevat een karakterisering van Ede als winkelgebied. Dit is van belang om een inschatting te kunnen maken van de mate waarin de algemene effecten van een zondagopenstelling ook zouden kunnen gelden voor Ede. Hoofdstuk 6 is een weergave van de ervaringen in een aantal referentiegemeente. Hoe zijn de winkeltijden daar geregeld en wat zijn de ervaringen. Hoofdstuk 7 vat de voorgaande hoofdstukken samen en geeft daarmee antwoord op de hoofdvraag. De rapportage sluit af met een lijst van gebruikte bronnen.
2
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
2.
WETTELIJK KADER
2.1.
WINKELTIJDENWET 1996: DECENTRALISATIE De eerste Winkeltijdenwet (toen Wettelijke regeling voor Winkelsluiting) stamt uit 1930. De winkeltijden sloten globaal aan op de kantoortijden. Sinds 1976 kennen we een wekelijkse koopavond tot 21.00 uur. In 1984 wordt de koopzondag geïntroduceerd (maximaal 4 zondagen per jaar). In 1993 worden de winkeltijden doordeweeks opgerekt van 18.00 tot 18.30 uur. Het maximumaantal koopzondagen stijgt van vier naar acht. In 1996 concludeert het kabinet dat de wet niet past bij de tijdgeest en eenvoudiger moet. "Centraal wat moet, decentraal wat kan", luidt het motto in de nieuwe Winkeltijdenwet. Het maximum van 55 openingsuren per week vervalt. Winkels mogen doordeweeks open van 06.30 tot 22.00 uur. Het maximumaantal koopzondagen gaat naar 12, waarbij toeristische gemeenten méér koopzondagen per jaar mogen aanwijzen. Deze toerismebepaling werd volop gebruikt. Daarom is op 1 januari 2011 aan de Winkeltijdenwet toegevoegd dat er sprake moet zijn van 'substantieel toerisme' om meer dan 12 koopzondagen aan te wijzen.
2.2.
WETTELIJK KADER SINDS 1-7-2013 De beoogde coalitiepartners VVD en PvdA steunen in 2012 een initiatiefwet van D66 en GroenLinks om gemeenten voortaan de vrije hand te geven bij het bepalen van het aantal koopzondagen. Het maximum van 12 koopzondagen vervalt daarmee, ook voor niettoeristische gemeenten. De wijzigingen zijn per 1-7-2013 van kracht. Winkels mogen doordeweeks en op zaterdag tussen 6.00 uur en 22.00 uur open zijn. Dit geldt ook voor de markt- en straathandel (ambulante handel). Gemeenten kunnen toestemming geven voor opening van winkels op: • zondagen • Nieuwjaarsdag • Goede Vrijdag na 19:00 uur • Tweede Paasdag • Hemelvaartsdag • Tweede Pinksterdag • 24 december na 19:00 uur (Kerstavond) • Eerste en Tweede Kerstdag • 4 mei na 19:00 uur (Dodenherdenking) Voorheen stond expliciet in de wet dat de gemeente daarbij de volgende belangen afweegt: • de belangen van de lokale economie (bedrijvigheid, werkgelegenheid), waaronder ook het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel; • de zondagsrust, de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde. In de gewijzigde Winkeltijdenwet staan deze belangen niet meer expliciet genoemd maar de VNG schrijft hierover in de Ledenbrief van 19 juni 2013 dat op grond van artikel 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht gemeenten bovengenoemde belangen dienen mee te wegen.
2.3.
VRIJSTELLINGEN Voor sommige winkels geldt een landelijke vrijstelling op zondag. Bijvoorbeeld winkels in ziekenhuizen, benzinestations/treinstations en winkels die hoofdzakelijk nieuwsbladen en tijdschriften verkopen. Maar ook in andere gevallen kunnen (individuele) winkeliers een vrijstelling aanvragen bij de gemeente. Er zijn verschillende soorten ontheffingen: Openstelling op zondag in plaats van (bijvoorbeeld) op vrijdag vanwege religie ondernemer Openstelling op een zondag vanwege een bijzondere gelegenheid, bijvoorbeeld een jubileum Openstelling na 22.00 uur (avondopenstelling).
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
3
3.
TRENDS IN DETAILHANDEL EN KOOPGEDRAG
Er zijn drie soorten winkelgebieden: • de binnenstad en/of hoofdwinkelcentra (nadruk op recreatief winkelen) • de buurt- en wijkcentra (nadruk op boodschappen doen) • detailhandel op perifere locaties (nadruk op doelgericht, laagfrequent aankopen doen). Een aantal landelijke ontwikkelingen heeft invloed op de detailhandelssector en de winkelgebieden. De invloed van deze ontwikkelingen verschilt per type winkelgebied.
3.1.
ECONOMISCHE SITUATIE De omzetten in de detailhandel staan onder druk door de economische crisis. Sommige branches hebben hier minder last van. Een voorbeeld hiervan zijn de voedingsmiddelen. Mensen blijven eten. De omzetten in de food-detailhandel (met name de supermarkten) stijgen de laatste jaren licht, ondanks de economische crisis, zo blijkt uit de cijfers en trends per branche die de Rabobank tot en met 2014 heeft verzameld. De non-food branches zien hun omzetten de afgelopen jaren dalen. Een andere branche die de gevolgen van de economische crisis goed merkt, is de horeca, en vooral de cafés. De omzetten van cafés dalen al jaren bijna onafgebroken.
3.2.
LEEGSTAND In Nederland is in de laatste decennia de voorraad winkelruimte enorm toegenomen. En nog steeds komt er nieuwe winkelruimte bij, terwijl de totale bestedingen nauwelijks toenemen en een steeds groter deel van de bestedingen via internet gaat. Hierdoor ontstaat leegstand. De leegstand in Nederland is in 2014 gemiddeld 9% van het vloeroppervlak, aldus het PBL. Landelijk gezien concentreert de toename van de leegstand zich vooral in de krimpgebieden, de centra van middelgrote plaatsen, kleine dorpen, buurtwinkelcentra en de randgebieden van grotere binnensteden (de aanloopstraten). Er zijn dus verschillende oorzaken voor de toename van de leegstand. De economische crisis is mogelijk van tijdelijke aard. De opkomst van internetwinkelen is duidelijk een structurele trend, net als de afvlakkende bevolkingsgroei (of zelfs krimp in sommige gebieden) en de dalende beroepsbevolking. Dit, gecombineerd met een (te) royaal aanbod, heeft geleid tot de huidige leegstandscijfers. Leegstand is niet per definitie problematisch, maar wel als het om langdurige leegstand gaat. In Nederland is in 2014 ongeveer een derde van de leegstand structureel van aard, becijferde het PBL. Dit kan leiden tot verpaupering en verloedering van een (deel van) een winkelgebied. De omvang van de structurele leegstand neemt de afgelopen jaren toe.
3.3.
INTERNETWINKELEN Steeds meer mensen doen aankopen via internet en dat aandeel neemt ieder jaar toe. De online bestedingen bedragen in de eerste drie kwartalen van 2014 9,81 miljard euro, zoals blijkt uit de Thuiswinkel Markt Monitor van Gfk. Uit het Koopstromenonderzoek Utrecht (2011 en 2014) blijkt dat de internetaankopen zijn toegenomen van 11% naar 16% van het totaal aantal aankopen. Per branche lopen de schattingen uiteen. De Rabobank (Cijfers en Trends 2014/2015) becijfert dat voor mode de online-aankopen zo’n 12% bedragen van de totale omzet in de branche. Waar de internetbestedingen in de eerste helft van 2014 met 17% toenamen, steeg de omzet in de fysieke detailhandel met 1%. In veel detailhandelsbranches liep de omzet zelfs terug. Daarnaast is internet al jaren een belangrijk oriëntatiekanaal. Internetwinkels zijn een steeds grotere concurrent en hebben blijvend invloed op de omzetten van de fysieke winkels. Overigens komt het ook soms voor dat een succesvolle internetformule wordt opgezet in een fysieke winkel. Internetaankopen vinden uiteraard ook buiten de winkeltijden plaats en maken de afstand van consument tot winkelier minder relevant. Sommige winkelbranches verdwijnen hierdoor
4
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
uit het straatbeeld, zoals muziekwinkels, boekenwinkels, bankfilialen en de reisbranche. Momenteel hebben de mode- en schoenenwinkels het moeilijk door de concurrentie met internetwinkels als Zalando en Wehkamp. Door de groei van internetaankopen, groeit ook de behoefte aan afhaalpunten. Een belangrijk deel van de producten wordt thuisbezorgd. Maar er zijn ook aanbieders met een eigen afhaalpunt, in een woonwijk of op een industrieterrein. Er ontstaan afhaalpunten binnen winkels (zoals binnen Primera, de Blokker en Albert Heijn) en in tankstations en ziekenhuizen. Maar ook in leegstaande winkelpanden komen onbemande afhaalpunten die altijd toegankelijk zijn, vergelijkbaar met de postbussen in bijvoorbeeld de Bruna. Het afhalen van goederen, ook binnen winkelgebieden, kan dus ook buiten de openingstijden van winkels.
3.4.
SCHAALVERGROTING EN SCHAALVERKLEINING In de detailhandel is er steeds meer sprake van schaalvergroting. We krijgen steeds minder winkels in Nederland, maar steeds meer winkelvloeroppervlak. Grote winkels groeien en het aantal kleine winkels neemt af. Aangezien de omzetten onder druk staan, nemen de omzetten per vierkante meter winkeloppervlak af. Doordat het aanbod in grote supermarkten en warenhuizen steeds groter worden, krijgen speciaalzaken het extra moeilijk. Overigens is er ook concurrentie aan de andere kant, van hobbyisten die naast hun reguliere werkzaamheden taarten bakken, wijn inkopen en distribueren, bloemschikworkshops geven en dergelijke. Zij vestigen zich niet meer automatisch in een winkelpand en werken ook buiten de (reguliere) winkeltijden. Een andere vorm van schaalverkleining is de ‘peer-to-peer’ verkoop via bijvoorbeeld een online marktplaats, waar consumenten aan elkaar goederen en diensten leveren.
3.5.
BRANCHEVERVAGING Branchevervaging betekent dat winkels hun assortimenten zodanig verbreden dat verschillende winkeltypen elkaar qua assortiment (gedeeltelijk) overlappen. Branchevervaging begon met de opkomst van het warenhuis in de jaren ’60 en later de supermarkt. De supermarkt verkoopt nu niet alleen alle mogelijke voedingsmiddelen, maar ook huishoudelijke artikelen, tijdschriften et cetera. Het productenaanbod wordt momenteel ook verbreed buiten de traditionele detailhandelsartikelen: De Hema, met een groeiend aanbod aan voedingsmiddelen, verbreedt het assortiment met een notarisservice en een zorgverzekering. Bij Kruidvat kunnen klanten doorlopende kredieten en persoonlijke leningen afsluiten. Ook in perifere detailhandelsgebieden voor grootschalige detailhandel is sprake van branchevervaging. Vanaf eind jaren ‘70 mogen grote woonwinkels en doe-het-zelfzaken zich aan de periferie van stedelijke gebieden vestigen. In de jaren ‘90 kwamen daar de tuincentra bij. Momenteel wordt er op perifere locaties ook speelgoed, elektronica, huishoudelijke artikelen, fietsen en mode verkocht. En de doe-het-zelfzaken, bouwmarkten en tuincentra verbreden hun aanbod met DVD-spelers, kerstbomen, vaatwassers, computers en voedingsmiddelen. Ook online zie je dat webwinkels hun assortiment uitbreiden.
3.6.
WINKELEN EN BOODSCHAPPEN DOEN OP ZONDAG Uit onderzoek blijkt dat tweederde van de consumenten wel eens op zondag gaat winkelen (I&O Research, 2011). Het meest populair zijn de binnenstad van de grotere steden en thematische winkelgebieden, zoals factory outlet centers, woonmalls, tuincentra en bouwmarkten. Stadsdeelcentra en wijkwinkelcentra zijn minder gewild bij de consument op zondag. De zaterdag blijft de meest populaire dag om te winkelen, zowel in kleinere als in grote steden (I&O Research, 2011). Terwijl doordeweeks het aantal bezoekers van winkelgebieden terugloopt, stijgt dat aantal op zondag, daar waar openstelling op zondag is toegestaan, blijkt uit onderzoek van bureau CityTraffic. Tilburg is hiervan een voorbeeld. Uit de cijfers van CityTraffic blijkt dat ook de gemiddelde verblijfstijd toeneemt op de zondagen. Zo ontwikkelt de koopzondag zich op een aantal plaatsen tot volwaardige koopdag al zijn de verkooptijden vaak beperkt van 12.00 uur tot 17.00 uur.
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
5
Uit continu passantentellingen van Locatus blijkt dat de extra passanten op zondag nauwelijks ten koste gaan van de passanten op zaterdag.
6
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
4.
EFFECTEN VERRUIMING WINKELTIJDEN
In dit hoofdstuk staan de effecten van verruiming van de winkeltijden centraal. Bij de afweging voor verruiming van winkeltijden dienen gemeenten een aantal belangen mee te wegen, zoals ook aangegeven in Hoofdstuk 2 over het Wettelijk kader. Het gaat hier om effecten op de lokale economie, effecten voor het winkelpersoneel en voor kleine ondernemers. En de effecten op zondagsrust, leefbaarheid, veiligheid en openbare orde. Dit hoofdstuk is dan ook langs die lijn opgebouwd. In de praktijk gaat het bij verruiming van de winkeltijden om openstelling op zon- en/of feestdagen. Immers, de Winkeltijdenwet biedt de mogelijkheid aan winkeliers om van maandag tot en met zaterdag van 6.00 uur tot 22.00 uur de deuren te openen. En de wetgever heeft aan gemeenten de mogelijkheid gegeven om de winkeltijden te verruimen voor de zon- en feestdagen.
4.1.
ECONOMISCHE EFFECTEN I&O Research heeft in het Koopstromenonderzoek 2011 voor de Randstad onderzocht hoe vaak consumenten op zondag winkelen en boodschappen doen, en welke groepen hier met name behoefte aan hebben. In de Randstad gaat 55% van de consumenten wel eens op zondag naar de supermarkt. Een kwart gaat minimaal 1 keer per maand. Er zijn dus méér mensen die wel eens winkelen op zondag dan mensen die wel eens boodschappen doen op zondag. Maar mensen die op zondag boodschappen doen, doen dat wel regelmatiger. Uit draagvlakpeilingen blijkt ook dat de behoefte aan een wekelijkse openstelling van supermarkten groter is dan aan wekelijkse openstelling van stadscentra. Het draagvlak en ook het gebruik van de zondagopenstelling hangt relatief sterk samen met leeftijd. Ouderen hebben duidelijk minder behoefte aan zondagopenstelling dan jongeren en werkenden. Uit landelijke studies en uit evaluaties in steden als Amsterdam, Deventer, Enschede en Maastricht, blijkt dat er diverse effecten zijn van verruiming van de winkeltijden. De zondagse boodschappen zijn voor een deel extra (impuls) uitgaven. Deze gaan deels ten koste van de omzet in de horeca (voor zover het aankopen van levensmiddelen betreffen). De overige uitgaven op zondag zijn verschoven bestedingen, die anders op een andere dag in de week of in een andere winkel (bijv. speciaalzaak of via internet) of in een andere gemeente zouden zijn gedaan. Winkeliers ervaren hierdoor verschillende effecten. Sommigen kunnen profiteren, anderen ervaren omzetverlies. In het algemeen profiteren supermarkten meer dan kleine gespecialiseerde winkels. Ook blijkt uit een aantal studies dat klanten moeten wennen aan een verruiming van de winkeltijden, en dat extra omzetten soms pas op langere termijn optreden. Het is niet voor iedere winkelier aantrekkelijk om altijd de winkel te openen als dat ook is toegestaan. Dat geldt voor de zondag, maar ook voor bijvoorbeeld de koopavond, die in veel gebieden in belang terugloopt. Uit onderzoek van I&O Research (2011) blijkt dat de zondagopenstelling succesvoller is in grotere dan in kleinere steden. Ook blijkt dat centra in toeristische gebieden profiteren van extra bezoekers. En dat supermarkten en warenhuizen in het algemeen het meest profiteren. In de woon- en doe-het-zelfbranche steeg de omzet bij ruimere openingstijden in de avonduren en op zondagen, maar daalde de omzet op overige (reguliere) tijden. Voor veel kleine, gespecialiseerde winkels wegen de extra personeelskosten op zondag niet op tegen de extra omzet. Van de winkeliers die niet open gaan (relatief vaak kleine zelfstandigen) constateert een deel (enig) omzetverlies. Er zijn ook kleine ondernemers die hun omzetten zien stijgen of een groter omzetverlies ervaren. CityTraffic heeft onderzoek gedaan naar het effect van een wekelijkse openstelling in vergelijking tot een maandelijkse openstelling op zondag. Centra die wekelijks open zijn, trekken per maand meer bezoekers, maar per zondag minder. De bezoekers spreiden hun
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
7
bezoek over de 52 weken. Dit maakt het voor kleine ondernemers minder aantrekkelijk om veel zondagen open te gaan.
4.2.
DEELNAME ONDERNEMERS BELANGRIJK VOOR SUCCES Winkeliers blijken vaak verdeeld over de verruiming van de winkeltijden, behalve supermarkten bouwmarkten en tuincentra, die vaak voorstander zijn. Daarnaast zijn filiaalbedrijven en franchisebedrijven relatief vaak open op zondag, indien dat is toegestaan. Kleinere winkels zijn minder vaak open. Verder is duidelijk dat winkels in stadscentra vaker open zijn dan meer perifere winkels. In centrumgebieden is het gebruikelijk dat zo’n 50% van de winkels meedoet, in de hoofdstraten meer dan in de aanloopstraten. In meerdere stadscentra met ruime openstellingsmogelijkheden kiest men voor een beperkt aantal collectieve koopzondagen. Uit onderzoek van DTNP (2012) blijkt dat vooral winkelgebieden waar veel ondernemers meedoen aan de koopzondag positieve effecten ervaren. Dat schept duidelijkheid en verhoogt de sfeer, waardoor de koopzondag een publiekstrekker (uitje) wordt. Een actieve winkeliersvereniging is hierbij belangrijk.
4.3.
EFFECTEN VOOR PERSONEEL EN KLEINE ONDERNEMERS Het CNV (CNV, 2012) constateert dat in gemeenten vaak vergeten wordt om de belangen van medewerkers mee nemen in de besluitvorming over verruiming van de winkeltijden, terwijl dit wel onderdeel zou moeten zijn van het besluitvormingsproces. Via de website opzondagwerken.nl heeft CNV daarom een Meldpunt Zondagswerk geopend. Daarnaast heeft het CNV in 2012 in een aantal gemeenten gesproken met winkelpersoneel. Op basis van de gesprekken en de binnengekomen meldingen, concludeert het CNV dat diverse werknemers nadelen ervaren door de verruiming van de winkeltijden. Het gaat hier om een stijging van de werkdruk, verplicht te moeten werken op zondag en een dreiging van nietverlengen van tijdelijke contracten bij weigering om op zondag te werken. Ook wordt genoemd dat personeel doordeweeks minder uren wordt ingeroosterd als gevolg van de verruiming van winkeltijden. De mate waarin deze zaken voorkomen, kan door bovengenoemde aanpak niet vastgesteld worden. In enkele gemeenten is wel een uitgebreid onderzoek gedaan onder winkelpersoneel. Roermond (E’til 2011) is hiervan een voorbeeld. Uit dit onderzoek blijkt dat een belangrijk deel van het jongere winkelpersoneel blij is met de mogelijkheid iets extra’s te kunnen verdienen. Zij vinden het op zondag gezellig met klanten en collega’s. Aan de andere kant is (ouder) personeel van kleinere zaken duidelijk minder enthousiast over een verruiming van de winkeltijden. Uit een evaluaties in onder andere Breda (gemeente Breda, 2013) en Amsterdam (gemeente Amsterdam, 2010), blijkt dat een deel van de winkeliers méér winkelpersoneel heeft aangenomen vanwege de verruiming van de winkeltijden. Er zijn ook winkels waar bestaande personeelsleden meer uren per maand zijn gaan werken als gevolg van de verruiming van de winkeltijden. Met name bij supermarkten en warenhuizen kunnen personeelsleden door een verruiming van de winkeltijden extra diensten draaien, zo blijkt uit onderzoek van I&O Research (2011). De VNG wijst in haar ledenbrief van 19 juni 2013 over de Winkeltijdenwet op de mogelijkheid dat winkeliers via bepalingen in de (huur)overeenkomsten wel eens gedwongen worden om op zondag hun winkel te openen, voor zover in de betreffende gemeente zondagsopenstelling is toegestaan. De evaluatie in Roermond (E’til 2011) liet zien dat ondernemers die op zondag open gaan, zichzelf vaak op een andere dag in de week vrijroosteren. Ondernemers die enkele zondagen per jaar open gaan, kiezen ervoor om deze dagen extra te werken. Een meerderheid van de kleine ondernemers kiest ervoor om iedere zondag dicht te zijn.
8
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
4.4.
EFFECTEN OP ZONDAGSRUST, LEEFBAARHEID, VEILIGHEID EN OPENBARE ORDE Gemeenten houden op verschillende manieren rekening met de zondagsrust. Soms door geen verruiming van de winkeltijden toe te staan. In diverse gemeenten waar de winkeltijden wel verruimd zijn, is ervoor gekozen om de winkeltijden aan te passen aan de kerktijden. De winkels mogen daar bijvoorbeeld vanaf 12.00 uur of vanaf 13.00 uur open. Soms passen gemeente ook de tijden van betaald parkeren aan aan de kerktijden, zodat kerkgangers hun auto gratis kunnen parkeren. Een groep die mogelijk effecten ondervindt van verruiming van de winkeltijden, bestaat uit de bewoners van winkelgebieden. In hun woonomgeving verandert het aantal bezoekers. Mogelijk ondervinden zij hier hinder van in de vorm van geluid en/of parkeerdruk en/of andere hinder. De verruiming van de winkeltijden kan gevolgen hebben voor: • Laden en lossen op zondag (eventueel aanpassen APV) • Parkeertarieven op zondag (eventueel aanpassen parkeerverordening) • Afstemming openingstijden winkels en/of parkeerverordening met kerktijden • Inzet extra politie/stadswachten (afstemming inzet politie). Uit evaluaties zoals in Breda en Haarlem blijkt dat omwonenden overlast kunnen ervaren door verruiming van de winkeltijden. Het gaat met name om parkeeroverlast. Laden en lossen komt (nog) niet vaak voor op zondag en kan worden gereguleerd.
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
9
5.
EDE ALS WINKELGEBIED
Voor een inschatting van de mogelijke (economische) effecten van verruiming van de winkeltijden, is de lokale situatie uiteraard van belang. In het vorige hoofdstuk werd onder andere duidelijk dat grotere steden en toeristische gebieden in het algemeen méér profiteren van een zondagopenstelling dan kleinere winkelgebieden en/of niet-toeristische gebieden. Ook werd duidelijk dat supermarkten en warenhuizen in het algemeen het meest profiteren en dat het voor veel kleine ondernemers niet aantrekkelijk is om op zondag de deuren te openen. Dit hoofdstuk beschrijft Ede als winkelgebied op basis van een aantal beschikbare bronnen. Over het centrum van Ede is cijfermatig méér bekend dan over andere winkelgebieden in Ede.
5.1.
WINKELSTRUCTUUR VAN EDE Ede heeft ruim 110.000 inwoners en in totaal bijna 180.000 m² winkelvloeroppervlakte (wvo). Dat is evenveel als het kleinere Veenendaal. Behalve Ede Centrum is er een aantal wijkwinkelcentra en heeft Ede de Lorentzstraat met perifere grootschalige detailhandel (zoals Gamma, Karwei, Praxis, Sanidirect en Bouwmaat). De omliggende dorpen hebben een eigen winkelfunctie. Tenslotte zijn er 4 weekmarkten binnen Ede: op maandagochtend en op zaterdag in het centrum van Ede, op donderdagochtend in Ede Stadspoort en op vrijdagochtend in Bennekom.
5.2.
EDE CENTRUM: BESCHEIDEN DRUKTEBEELDEN De passantentellingen die Locatus in een groot aantal winkelgebieden in Nederland verricht, bieden inzicht in het druktebeeld van verschillende delen van winkelgebieden. Daarnaast geven de tellingen een indicatie van de bezoekersaantallen op de verschillende dagen van de week. Dit zijn indicatieve gegevens. In 2014 komt het centrum van Ede qua bezoekers uit op een 51e plaats van alle 142 onderzochte winkelgebieden. Voor de individuele winkelier is de penetratiegraad belangrijker dan het totaal aantal bezoekers. Ter hoogte van de Grotestraat 67 is de penetratiegraad het hoogst: 72% van alle bezoekers passeert dit punt. De totale penetratiegraad is echter laag: met een gemiddelde van 27% komt Ede op een 112e plek. Dit betekent dat er relatief veel bezoekers zijn die slechts een klein deel van het centrum bezoeken. Met andere woorden, het is niet druk op straat. In 2006 en 2004 was de gemiddelde penetratiegraad hoger (33% resp. 34%) en scoorde Ede vrij gemiddeld. Ede Centrum ontvangt ook een relatief laag aantal bezoekers per m2 vvo (verkoopvloeroppervlak). Waar Locatus gemiddeld 1.700 tot 2.725 bezoekers per 1.000 m2 vvo telt, zijn dat er in Ede slechts 1.500. In 2006 en 2004 was het aantal bezoekers per m2 vvo ook lager dan gemiddeld.
5.3.
STRUCTURELE LEEGSTAND IN CENTRUM NEEMT TOE In Ede zijn bijna 1.500 panden geschikt voor een detailhandel en publieksdiensten (dit zijn horecapanden en diensten zoals kapperszaak, fitnessruimte, bankfiliaal en reisbureau).
10
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
Tabel 1: Aantal verkooppunten en leegstand in Ede Woonplaats
m² v.v.o Verkooppunten w.v. leegstand
Ede-stad
132.820 65.635
w.v. centrum w.v. verspreid w.v. wijkcentrum klein w.v. wijkcentrum groot w.v. buurtcentrum w.v. Lorentzstraat Bennekom Lunteren Harskamp Otterlo Ederveen Wekerom De Klomp Totaal gemeente Ede Bron: Locatus 1-1-2014
965 447 321 91 61 28 17 177 161 58 48 37 33 13 1492
17.031 16.269 3.864 2.320 3.723 3.309 262 179.598
65 55 4 4 2 0 0 5 7 1 0 0 0 0 78
Een derde van de verkooppunten zijn in Ede Centrum. In de rest van Ede-stad bevindt zich ook een derde van alle verkooppunten. De dorpen zijn ook goed voor een derde van het aantal verkooppunten. De meeste leegstand is in Ede Centrum, namelijk 55 van de 78 leegstaande panden die geschikt zijn voor detailhandel en diensten. De leegstand in het centrum is 11.878 m² v.v.o, zo’n 18% van de winkelvoorraad in het centrum. Dat is relatief hoog. De leegstand in de gemeente Ede als geheel is ongeveer 6% tot 7%. Dat is lager dan landelijk (9% volgens onderzoek van PBL). Tabel 2: Leegstaande verkooppunten naar type leegstand en per winkelgebied Winkelgebied Aanvang/frictie Langdurig Structureel Totaal Ede Centrum Ede stad overig Dorpen Totaal Bron: Locatus 1-1-2014
28 8 9 45
27 2 2 31
10 2 12
55 10 13 78
Er zijn verschillende typen leegstand, afhankelijk van de duur. Frictieleegstand is geen probleem maar geeft ruimte voor dynamiek. Structurele leegstand is wel een probleem omdat het de vraag is of er een nieuwe gebruiker gevonden kan worden. Landelijk ligt de structurele leegstand op een derde van de leegstand (PBL 2014). Dit is in Ede niet het geval. In Ede gaat het vaker om langdurige leegstand. De structurele leegstand in Ede is met name te vinden in het centrum. Dit zijn vaker grote panden (5 panden tussen de 500 m² en 1.200 m²). Van de 14 panden met structurele leegstand in het voorjaar van 2013, ligt de helft in het kernwinkelgebied van Ede Centrum. Op 1-1-2014 telt Ede Centrum 10 panden met structurele leegstand. De structurele leegstand in het centrum neemt dus toe. Tabel 3: Leegstaande verkooppunten in Ede Centrum naar grootte en locatie Type leegstand M² wvo Verkooppunten Gem. m² wvo Buiten kerngebied Aanvang/frictie 3.816 Langdurig 5.775 Structureel 2.287 Totaal 11.878 Bron: Locatus voorjaar 2013
20 16 14 50
191 361 163 238
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
4 5 7 16
11
5.4.
WAARDERING VOOR EDE CENTRUM IS GEMATIGD POSITIEF De gemeente Ede onderzoekt regelmatig hoe de Edenaren het centrum van Ede waarderen (Inwoners aan het woord). Het rapportcijfer voor Ede neemt de laatste jaren geleidelijk af tot een 6,3 in 2014. Het bezoek aan het centrum stabiliseert. Rond de 40% van de Edenaren komt minimaal wekelijks in het centrum. Tabel 4: Waardering van Edenaren voor Ede Centrum 2014 2013 2008 Wekelijks bezoek centrum 41% 38% 50% Rapportcijfer centrum 6,3 6,6 6,8 Minimaal 4x per jaar elders 65% Bron: Gemeente Ede, Inwoners aan het woord, 2008, 2013 en 2014 Twee derde van de Edenaren gaat regelmatig naar een andere gemeente om te winkelen. Veenendaal en Arnhem zijn belangrijke concurrenten wat winkelen betreft. Inwoners van Bennekom zijn ook gericht op Wageningen en de inwoners van de andere dorpen zijn ook gericht op Barneveld. De belangrijkste redenen om buiten Ede te winkelen zijn de sfeer en het winkelaanbod.
12
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
6.
REFERENTIEGEMEENTEN
6.1.
KEUZE REFERENTIEGEMEENTEN Er zijn 11 referentiegemeenten onderzocht. Dit zijn gemeenten die qua omvang, centrumfunctie en/of ligging vergelijkbaar zijn met Ede en/of gemeenten in de omgeving van Ede. De referentiegemeenten staan in onderstaande tabel, met hun inwoneraantal op 1-12014, het aantal m² verkoopvloeroppervlak (v.v.o) en een opsomming van de belangrijkste woonplaatsen. Tabel 5: Referentiegemeenten Ede Gemeente Apeldoorn Amersfoort Arnhem Zwolle
Aantal Rangorde m² vvo inwoners inwoners 12 300.000 157.545 150.897 14 300.000 150.823 15 305.000 123.159 20 230.000
Ede
110.656
24
180.000
Emmen Leeuwarden Veenendaal Smallingerland Barneveld Harderwijk Wageningen Goes
108.052 107.342 63.252 55.467 54.152 45.732 37.429 36.954
25 26 56 65 68 91 124 125
220.000 280.000 180.000 155.000 115.000 90.000 55.000 110.000
Woonplaatsen met winkelcentrum Apeldoorn, Ugchelen, Beekbergen Amersfoort, Hoogland Arnhem Zwolle Ede, Bennekom, Lunteren, Harskamp, Otterlo, Ederveen Emmen, Klazienaveen, Emmer-Kompascuum Leeuwarden, Grou Veenendaal Drachten Barneveld, Voorthuizen, Kootwijkerbroek, Garderen Harderwijk Wageningen Goes
Bron: CBS 2014, Locatus 2014, Internet
6.2.
PER GEMEENTE EEN EIGEN INVULLING Welke mogelijkheden bieden de gemeentelijke verordeningen winkeltijden in de referentiegemeenten voor zondagopenstelling? En hoe gaan ondernemers hier in de praktijk mee om? Zijn er onderzoeken, effectmetingen, lokale discussies en dergelijke rondom de verruiming van de winkeltijden in de referentiegemeenten? De resultaten op basis van deskresearch staan in tabel 6 op de volgende pagina. Wat allereerst opvalt, is dat iedere gemeente een eigen invulling kiest voor de vrijstelling op zondag. In Harderwijk, Barneveld, Veenendaal en Smallingerland (Drachten) is geen zondagopenstelling. Hier mogen (bepaalde) winkels wel open op een aantal feestdagen, indien zij niet op een zondag vallen. Het gaat dan om Nieuwjaarsdag, tweede Paas/Pinkster/Kerstdag en/of Hemelvaartsdag. Hierbij kunnen aparte regels gelden voor woonwinkels, tuincentra en doe-het-zelfzaken en overige winkels. De andere referentiegemeenten hebben de mogelijkheid van zondagopenstelling, waarbij sommig gemeenten kiezen voor een algemene vrijstelling op zondag, andere voor een maandelijkse koopzondag, eventueel aangevuld met enkele ‘strategische’ zondagen of voor enkele koopzondagen. Ook de tijden waarop de winkels open mogen op zondag, verschillen per gemeente. Een aantal gemeenten kiest voor de reguliere winkeltijden (6.00 – 22.00 uur), een aantal beperkt de mogelijkheid tot 13.00 – 17.00 uur. En alle varianten daartussen zijn mogelijk. Gemeenten maken soms ook aparte regels per type winkel, zoals supermarkten, perifere detailhandel, campingwinkels, winkels in toeristische gebieden en winkels in het stadscentrum.
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
13
Tabel 6: De winkeltijdenverordening en de verruiming van de winkeltijden Gemeente Apeldoorn
Winkeltijdenverordening Sinds februari 2015: centrum wekelijks 12.00 – 18.00 uur, dorpen de hele dag open
Amersfoort
Iedere zondag muv nieuwjaarsdag en 1e paas-/pinkster-/kerstdag: Centrum en wijkwinkelcentra 12.00-17.00 Supermarkt 10.00 – 19.00 Woonwinkels, tuincentra e.d. 10.00 – 17.00
Arnhem
Alle winkels: 12.00 – 18.00 uur Supermarkten: 12.00 – 20.00
Zwolle
12 koopzondagen per winkelgebied hele dag, 7 supermarkten wekelijks van 16.00 uur open Geen mogelijkheden op zon- en feestdagen. Erkend overlegpartner stelt koopzondagen voor, die worden aangewezen. Vrijstelling mogelijk van 6.00 – 22.00 uur. In bepaalde (toeristische) gebieden is er voor bepaalde winkels altijd een koopzondag.
Ede Emmen
Centrum: laatste zondag vd maand plus nov/dec van 12.00 – 17.00 uur, feestdagen niet. Supermarkten en levensmiddelen elke zondag 12.00-17.00 uur. Grou: iedere zondag in juni/juli/augustus plus themazondagen hele dag geopend Veenendaal Geen mogelijkheden op zondag. Op feestdagen (indien niet op zondag) mogen de winkels open van 6.00 – 22.00 Smallingerland Vrijstelling mogelijk op maximaal 5 feestdagen, niet op zondag. Incidenteel vrijstelling mogelijk voor beurzen, galeries etc Barneveld Geen mogelijkheden op zondag. Op feestdagen ((indien niet op zondag): tuincentra en doe-het-zelf van 10.00 – 22.00, overige winkels van 13.00 – 22.00 Harderwijk Geen mogelijkheden op zondag. Op feestdagen (indien niet op zondag): vrijstelling tussen 6.00 en 22.00 uur voor alle winkels Wageningen Vrijstelling iedere zondag van 13.00 – 22.00.
Praktijk
Overwegingen e Voorheen: Centrum 1 zondag vd mnd 12.00 – 17.00, Supermarkt wekelijks 16.00 – 20.00 Voorheen: Ondernemers wijkwinkelcentra en binnenstad merken terugloop koopavond na woonwinkels 12 keer per jaar, stadscentrum 8 keer verruiming per jaar ivm zondagsrust zondagopenstelling. Wijkwinkelcentra doen zeer beperkt mee. WC Kronenburg houdt maandelijks koopzondag
Centrum maandelijks 13.00 – 17.00 met evenement, gratis P woonboulevard 2x/maand Supermarkten 15x/jaar
Leeuwarden
Goes
Woonwinkels gaan op die dagen open. Centrum niet. Woonwinkels gaan 5x per jaar open
Onderzoek: 45% winkeliers centrum wil open op zondag Centrum 3x per jaar, supermarkten wekelijks van 13.00 – 17.00 / 21.00
Algemene vrijstelling supermarkten, watersport, souvenirs en campingwinkels 13.00 – 18.00 Overige winkels: 4 zon- en feestdagen en mogelijkheid voor 4 speciale evenementen
“Te weinig draagvlak”: drempel gemeente was 50%
Supermarkten mochten vanaf 10.00 uur open maar ivm de zondagrust is dit teruggebracht naar vanaf 13.00 uur
Bron: gemeentelijke websites, websites van winkeliersverenigingen, websites met koopzondagen, lokale onderzoeken en weergaven van lokale discussies via internet.
6.3.
ONDERNEMERS KIEZEN BINNEN DE MOGELIJKHEDEN Wat opvalt, is dat winkeliers niet altijd gebruik maken van de mogelijkheden die de winkeltijdenverordening biedt. Zij kiezen er soms collectief voor om een beperkt aantal zondagen open te gaan, terwijl het iedere zondag zou kunnen. Dit gebeurt in Kronenburg (Arnhem) en Wageningen. In bijvoorbeeld Amersfoort gaan de meeste winkels in wijkwinkelcentra geen enkele zondag open. Ook diverse supermarkten gaan niet open, terwijl het wel mag. Emmen hanteert een ander uitgangspunt: de gemeente kent het aantal collectieve koopzondagen toe dat de winkeliersvereniging aanvraagt.
14
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
6.4.
ERVARINGEN VANUIT REFERENTIEGEMEENTEN Hieronder staan de uitkomsten van de telefonische interviews met sleutelfiguren in een aantal referentiegemeenten met zondagopenstellingen. Dde gemeenten met uitsluitend openstelling op feestdagen zijn buiten beschouwing gelaten. - waar een koopzondag is ingevoerd in een stadscentrum, doet ongeveer 50% van de ondernemers mee. In de hoofdstraat tot 100%, in de aanloopstraten is het animo laag. Het algemene gevoel van de sleutelfiguren is dat de koopzondag redelijk goed loopt en extra omzetten genereert. - winkeliersverenigingen kiezen vaak voor een aantal (strategische) collectieve koopzondagen, ook als de gemeente het mogelijk heeft gemaakt om iedere zondag open te gaan. Een aantal ondernemers gaat vaker open. Van de referentiegemeenten dragen alleen Amersfoort en Ápeldoorn uit dat het centrum wekelijks open is. - in veel (referentie)gemeenten is de discussie rond de zondagopenstelling continu gaande. Er is altijd druk om de openstelling te verruimen aan de ene kant en aan de andere kant ervaren winkeliersverenigingen/binnenstadsmanager weerstand bij met name kleinere ondernemers om ook daadwerkelijk mee te doen aan de zondagopenstelling, en om eenheid te krijgen in de begin- en eindtijd. Men ziet uniformiteit als voorwaarde voor het slagen van een collectieve koopzondag maar die uniformiteit blijkt lastig. Ondernemers zijn vrij om al dan niet mee te doen. Aan de andere kant is er ook begrip voor ondernemers die buiten de collectieve koopzondagen vaker open zouden willen. - de combinatie met evenementen werkt versterkend, in promotionele zin en in de sfeerbeleving voor de klant. Volgens een aantal sleutelfiguren is een evenement een voorwaarde voor het slagen van de zondagopenstelling. Het evenement moet wel ondersteunend zijn aan het winkelen. Je gaat immers niet met een volle boodschappentas naar de kermis. Een vriendinnenweekend/familiefestival met ruime keuze aan workshops en activiteiten laat te weinig tijd voor winkelbezoek. Een modeshow (voorjaar/najaar) is een voorbeeld van een evenement dat de winkelfunctie ondersteunt, net als live muziek, straattheater, een kunstmarkt, de slaapkamer van Sinterklaas of een kerstmarkt. - het is belangrijk dat er een goed georganiseerde winkeliersvereniging en/of een centrummanager is, met een budget/ondernemersfonds voor promotie en evenementen. Ook is het belangrijk om aan te sluiten bij bestaande initiatieven/evenementenorganisaties om de programma’s op elkaar aan te sluiten. Bij de keuze van een aantal (specifieke) koopzondagen kan het goed zijn om af te stemmen met regiogemeenten, zodat je niet elkaars concurrent wordt. - helderheid is belangrijk. Het werkt beter om te kiezen voor 1 vaste zondag per maand (bv de eerste of de laatste) of voor iedere zondag dan om te kiezen voor een beperkt aantal zondagen per jaar die niet op een vast moment zijn. Als er ruimte is voor 12 koopzondagen per jaar, dan kiezen ondernemers(verenigingen) echter liever de strategisch beste zondagen en niet een vaste zondag per maand. In de praktijk schrapt men de zomermaanden en wisselt die in voor een aantal zondagen rondom de feestdagen. Een goede start is ook belangrijk: zijn er weinig winkels open, dan komen klanten minder snel terug. - de koopavonden verliezen aan populariteit, net als de maandagochtend. Steeds minder winkels zijn dan open. Deze ontwikkelingen staan los van de opkomst van koopzondagen, is de beleving. Een alternatief voor de zondagopenstelling zou kunnen zijn: een periodieke zaterdagkoopavond of een verlengde zaterdag (tot 18.00 uur). Dat kan binnen de huidige winkeltijdenwet. - algemeen wordt er geen extra politie/stadswacht ingezet op zondag. Voor parkeren wordt niet altijd de verordening aangepast. Laden en lossen gebeurt (nog) niet op zondag. De zondag maakt geen extra schoonmaakronde noodzakelijk.
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
15
7.
SAMENVATTING
7.1.
WAT IS HET WETTELIJK KADER? Anno 2015 mogen winkels op maandag tot en met zaterdag van 6.00 uur tot 22.00 uur de deuren openen. Gemeenten hebben de mogelijkheid om dit ook op zondag (beperkt) toe te staan. Daarbij moet de gemeente de belangen afwegen van de lokale economie, de kleine ondernemer, het winkelpersoneel, de zondagsrust en de openbare orde en veiligheid.
7.2.
WAT ZIJN DE TRENDS IN DETAILHANDEL EN KOOPGEDRAG? In Nederland is de hoeveelheid winkelruimte in de laatste decennia sterk toegenomen. Winkelgebieden maken een transitie door onder invloed van internet, schaalvergroting, branchevervaging, minder bestedingen in de non-food etc. Het aandeel internetaankopen in de provincie Utrecht groeide tussen 2011 en 2014 van 11% naar 16%. Naar schatting is in 2014 zo’n 12% van de kleding via internet gekocht. Een aantal winkelbranches verdwijnt uit het straatbeeld. Gevolg is een toenemende leegstand van winkelruimte (landelijk in 2014 9%). Stadscentra krijgen een wat andere functie: het winkelen zelf wordt een bezoekdoel, niet zozeer het doen van een specifieke aankoop. Winkelen op zondag past daar in (‘uitje’). . In verschillende steden waar zondagopenstelling is toegestaan, nemen het aantal passanten en de verblijfsduur op zondag toe. De zondag ontwikkelt zich daar tot een volwaardige winkeldag, al zijn de openingstijden vaak beperkt van 12.00 uur tot 17.00 uur. Er is in diverse steden ook draagvlak voor zondagopenstelling van supermarkten. Grote winkels groeien, vooral buiten de traditionele winkelgebieden (detailhandel op perifere locaties). De aankopen, de arbeid en de levering van goederen vinden steeds meer plaats buiten de winkelgebieden en buiten de traditionele winkeltijden.
7.3.
WAT ZIJN DE EFFECTEN VAN EEN VERRUIMING VAN DE WINKELTIJDEN? Lokale economie: Verruiming van de winkeltijden biedt aan bijvoorbeeld drukke gezinnen een extra mogelijkheid om te winkelen, mogelijk als alternatief voor een internetaankoop. De verruiming van de winkeltijden leidt voor een deel tot extra omzet maar ook tot verschoven bestedingen, die anders op een andere dag in de week of in een andere winkel (bijv. speciaalzaak of via internet) of in een andere gemeente zouden zijn gedaan. Vooral supermarkten en warenhuizen krijgen extra omzet en meer werkgelegenheid. Hoe meer winkeliers meedoen, hoe groter het succes van de zondagopenstelling. De verruiming van winkeltijden versterkt een aantal trends die al langer gaande zijn: grote winkels profiteren meer dan kleine winkels, grote steden profiteren meer dan kleine steden. Winkelpersoneel: jongeren zijn vaker blij met de extra mogelijkheid om te werken, ouder personeel van kleine zelfstandigen is minder enthousiast. Winkelpersoneel kan stijging van de werkdruk ervaren en in sommige gevallen verplicht worden of zich verplicht voelen om op zondag te werken. Kleine ondernemers: de effecten voor kleine ondernemers zijn divers. Sommigen ervaren een omzetstijging, anderen een kleinere of grotere daling van de omzet door verruiming van de winkeltijden. Dit geldt voor de kleine ondenemers die op zondag opengaan, maar ook voor hen die niet open gaan. Voor veel kleine winkeliers wegen de extra kosten (personeelskosten, minder rust) door verruiming van de winkeltijden niet op tegen de extra opbrengsten. Zondagsrust: De beleving van de zondagsrust verschilt per gemeente. In diverse gemeenten zijn de winkeltijden aangepast op de tijden van de kerkgang. Openbare orde en veiligheid: Centrumbewoners ervaren of vrezen soms hinder op zondag als de winkels in hun nabijheid open zijn. Op het gebied van openbare orde en handhaving kan de verruiming van de winkeltijden gevolgen hebben voor de parkeerverordening, het laden en lossen en de inzet van politie of stadswachten.
16
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
7.4.
HOE IS EDE TE KARAKTERISEREN ALS WINKELGEBIED? De gemeente Ede heeft 180.000 m² winkelruimte. De dorpen hebben een eigen winkelfunctie. De leegstand in de gemeente Ede is in 2014 relatief laag (6-7%), maar in het centrum relatief hoog (18%). De structurele leegstand in het centrum neemt toe. De waardering voor het centrum van Ede is met een 6,3 gematigd positief. Volgens inwoners mist het centrum sfeer en heeft het een beperkt winkelaanbod. Twee derde van de Edenaren winkelt regelmatig buiten de eigen gemeente. Met name in Veenendaal en Arnhem. Inwoners uit Bennekom zijn ook gericht op Wageningen, de overige dorpen zijn ook gericht op Barneveld. Bezoekerstellingen laten zien dat het niet druk is op straat.
7.5.
WELKE KEUZES HEBBEN REFERENTIEGEMEENTEN GEMAAKT? Van 11 referentiegemeenten (Apeldoorn, Amersfoort, Arnhem, Zwolle, Emmen, Leeuwarden, Veenendaal, Smallingerland (Drachten), Barneveld, Harderwijk, Wageningen en Goes) is de verordening winkeltijden geanalyseerd. In Veenendaal, Barneveld, Harderwijk en Smallingerland mogen de winkels niet open op zondag, maar wel op een aantal feestdagen, indien deze niet op zondag vallen. In de andere referentiegemeenten is zondagopenstelling mogelijk, variërend in het aantal (van 4 tot 52 per jaar), in verschillende deelgebieden, met onderscheid naar type winkel en met verschillende openingstijden (van 6.00 – 22.00 uur of voor 13.00 – 17.00 uur en alles daar tussen). Binnen de mogelijkheden die gemeenten scheppen, kiezen ondernemers om al dan niet open te gaan. Soms collectief, soms individueel.
7.6.
HOE WORDT IN DE REFERENTIEGEMEENTEN DE ZONDAGOPENSTELLING ERVAREN? In de referentiegemeenten met een zondagopenstelling doet ongeveer 50% van alle ondernemers mee aan een collectieve koopzondag. In de hoofdstraat tot 100%, in de aanloopstraten is het animo laag. Het algemene gevoel van de sleutelfiguren is dat de koopzondag redelijk goed loopt en extra omzetten genereert. De discussie over het aantal koopzondagen en de invulling ervan is in veel (referentie)gemeenten continu gaande. De tendens is dat de mogelijkheden verruimd worden voor individuele ondernemers, vooral uit het grootwinkelbedrijf, maar dat het aantal collectief georganiseerde koopzondagen een evenwicht vindt dat past bij het winkelgebied. De sleutelfiguren vinden de combinatie van evenementen en zondagopenstelling heel belangrijk. Het bevordert de sfeer in het centrum en het werkt goed in promotionele zin. Een goed georganiseerde winkeliersvereniging en/of een centrummanager, en budget voor promotie en evenementen zijn belangrijk voor het slagen van een collectieve koopzondag. Helderheid over welke zondagen en de begin- en eindtijden is ook erg belangrijk. Algemeen wordt er geen extra politie/stadswacht ingezet tijdens de zondagopenstelling. Voor parkeren wordt niet altijd de verordening aangepast. Laden en lossen gebeurt (nog) niet op zondag.
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
17
8.
BRONNENLIJST
Hieronder staan, per hoofdstuk, de bronnen die zijn betrokken in de Deskresearch.
Juridisch kader Winkeltijdenwet http://wetten.overheid.nl/BWBR0007952/geldigheidsdatum_16-01-2015 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ondernemersklimaat-en-innovatie/vraag-en-antwoord/wat-zijnde-openingstijden-voor-winkels-op-doordeweekse-dagen-en-op-zaterdag.html http://www.vng.nl/onderwerpenindex/recht/modelverordeningen/nieuws/ledenbrief-en-nieuwemodelverordening-winkeltijdenwet-2013
Trends detailhandel en koopgedrag Gemeente Amersfoort (2014): Detailhandelsnota gemeente Amersfoort 2014 http://nos.nl/artikel/2008985-winkelen-op-zondag-steeds-populairder.html http://citytraffic.nl/site/nieuws/het-succes-van-de-koopzondag-in-tilburg http://www.locatus.com/retailreflect/2014/30/09/online-bestedingen-nederland-327/ http://www.gfk.com/nl/news-and-events/news/paginas/thuiswinkel-markt-monitor-.aspx https://www.thuiswinkel.org/bedrijven/publicatie/19/thuiswinkel-markt-monitor http://www.pbl.nl/nieuws/nieuwsberichten/2014/leegstand-winkels-en-kantoren-neemt-verder-toe I&O Research (2011 en 2014) Koopstromenonderzoek 2011 en Koopstromenonderzoek 2014 https://www.rabobankcijfersentrends.nl http://www.kvkkennisbank.nl/cm/document_detail.php?uid=898 http://www.nu.nl/economie/2707203/een-drie-winkels-verdwijnt.html http://www.binnenstadarnhem.nl/ondernemers/magazine/eerdere_uitgaven
Mogelijke gevolgen verruiming winkeltijden http://www.gelderlander.nl/regio/de-vallei/referendum-koopzondag-ede-al-in-20151.4603870?ls=lg&rs=pl http://www.gelderlander.nl/regio/de-vallei/ook-tegenstander-koopzondag-steunt-strijd-media-markt1.4514901?ls=lg&rs=pl http://www.gelderlander.nl/regio/de-vallei/offensief-voor-koopzondag-in-centrum-ede1.4529842?ls=lg&rs=pl&ref=regio_de-vallei_artikel-bekijk_ook http://www.barneveldsekrant.nl/_incs/overgrote_deel_ondernemers_centrum_ede_wil_koopzondag_31 73953.html#.VLTPMqKIyrY http://www.volkskrant.nl/binnenland/koopzondag-wordt-de-winkelier-opgedrongen~a3336135/ http://www.gelderlander.nl/regio/de-vallei/winkeliers-ede-tegen-komst-koopzondag1.3805174?ls=lg&rs=pl http://www.deweekkrant.nl/files/pdfarchief/EP1/20141210/EP1_EP1-7_141210_1.pdf http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2012_monitor_koopzondag.pdf http://www.edestad.nl/_incs/bedrijven_stellen_manifest_op_3171919.html#.VLTjKqKIyrY http://www.locatus.com/retailreflect/2013/19/02/winnaars-verliezers-in-de-strijd-om-openingstijden/ www.tegenverruiming.nl http://www.inretail.nl/websites/inretail/files/Marktonderzoeken/Peiling%20Zondagopenstelling%20april% 202011.pdf http://soestercourant.nl/tevredenheid-over-zondagopenstelling/ http://soestercourant.nl/winkelen-op-zondag-in-soest/ Gemeente Hoorn (2013): Mogelijke effecten zondagopenstelling levensmiddelenzaken in Hoorn (uitgevoerd door I&O Research) https://www.roermond.nl/Docs/bestuur/gemeenteraad/raadsvoorstellen/20110707/2011%20047%20bijl agen.pdf http://eindhoven.notudoc.nl/cgibin/showdoc.cgi/action=view/id=174508/Bijlage_1__Onderzoek_Koopzo ndagen.pdf http://www.utrecht.nl/images/Gemeenteraad/ria_2013_01_22/Burgerinittiatief%20Koopzondagen_Notiti e.pdf http://www.harderwijk.nl/ondernemen/detailhandel_257/ https://gemeentebestuur.haarlem.nl/Vergaderingen/Besluitenlijst-BenW/2013/10september/10:00:00/Evaluatie-vrije-koopzondagen http://www.breda.nl/data/files/Cb_41491_Rapport%20evaluatie%20koopzondagen.pdf http://www.diemen.nl/uploads/tx_ncgovris/incoming/Onderzoek_DTNP_koopzondagen_Diemen_mei_2 012_01.pdf
18
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&ved=0CCIQFjAA&url=http%3A%2 F%2Fwww.os.amsterdam.nl%2Fnieuws%2Fdownload%2F689%2F2010_regionale_effecten_zondago penstelling.pdf&ei=t4oBVfehJYPqOs38gbgG&usg=AFQjCNFul4xbmY2sTB2up5J61wv1WGoDzg&bvm =bv.87920726,d.ZWU https://www.cnvdienstenbond.nl/nieuwsbericht/cnv-dienstenbond-biedt-onderzoeksrapportkoopzondagen-aan-in-tweede-kamer/#.VQFsZ6KIyrY
Karakterisering Ede als winkelgebied Gemeente Ede: Inwoners aan het woord 2008, 2013 en 2014 Locatus: Passantentellingen Ede Centrum 2004, 2006 en 2014 Gemeent Ede (2009): Ede in Beeld 2009 http://www.edecentrum.nl/ https://economie.rabobank.com: Rabobank%20KoopstromenMonitor Rabobank (2014): de aantrekkingskracht van winkelsteden
Locatus Online Referentiegemeenten: Deskresearch 1. Winkeltijdenverordeningen per gemeente: Gemeentelijke websites 2. Zondagopenstellingen: hoeveel zijn er (per winkelgebied / type winkel)? Gemeentelijke websites, sites van winkeliersverenigingen/centrummanagement, websites met koopzondagen 3. Vooronderzoek? Effectmetingen? Lokale discussies? Gemeentelijke sites en weergaven van lokale discussies via digitale lokale media. 4. Algemene kenmerken: inwonersaantallen, verkoopvloeroppervlak, winkelgebieden: CBS 2014, Locatus 2014 Referentiegemeenten: Lijst met geïnterviewde sleutelfiguren Bart de Brouwer, adviseur economie gemeente Amersfoort Carolien Eijkelenboom, binnenstadsmanager gemeente Goes Helen de Smidt-Klaren, secretariaat winkeliersvereniging City Centrum Zwolle Tom Kool, binnenstadsmanagers Stichting Ondernemersfonds Wageningen Hayo Galema, binnenstadsmanager Stichting Binnenstadsmanagement Leeuwarden Gemeente Arnhem: gebruik gemaakt van interviews met zelfstandige ondernemers in Magazine Arnhem! juni 2014 Referentiegemeenten: Topiclist Telefonische interviews 1. Hoe zijn er ervaringen met de zondagopenstelling? Hoeveel winkels doen mee? Zijn er winkels die vaker open zouden willen? Hoe kom je tot afstemming? 2. Wat helpt om het bezoek te verhogen? Is er ervaring met passende evenementen die het winkelen ondersteunen? 3. Zijn er nadelinge, positieve en/of onverwachte effecten van de zondagopenstelling? Wat ervaren ondernemers en inwoners? En eventueel anderen? 4. Welke praktische zaken kwamen er kijken bij de zondagopenstelling? - parkeren - handhaving en toezicht: extra politie-inzet of stadswachten - laden en lossen op zondag - parkeren kerkbezoekers? - overleg met centrumbewoners? - zijn de winkeliers goed georganiseerd? - is er een ondernemersfonds?
Deskresearch Verruiming Winkeltijden
19
Colofon Uitgave Maart 2015 Gemeente Ede, afdeling Strategie & Onderzoek Opdrachtgever Jan Hauke Mens Samenstelling en redactie Ester Hilhorst en Saskia Heins Druk Bureau Repro en Post
20
Deskresearch Verruiming Winkeltijden