Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Inhoudsopgave Deel 1 1. 2.
Uitgangspunten van de verslaglegging .......................................................................... 2 Profiel van de organisatie .............................................................................................. 3 2.1 Algemene identificatiegegevens .............................................................................. 3 2.2 Structuur van het concern ....................................................................................... 3 2.3 Kerngegevens ......................................................................................................... 6 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering .................................................................. 6 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten ............................... 6 2.3.3 Werkgebied ...................................................................................................... 6 2.4 Samenwerkingsrelaties ........................................................................................... 6 3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering ............................................................................... 8 3.1. Normen voor goed bestuur. .................................................................................... 8 3.2 Raad van Bestuur / Directie..................................................................................... 8 3.3 Toezichthouders...................................................................................................... 8 3.4 Bedrijfsvoering .......................................................................................................10 3.5 Cliëntenraad ...........................................................................................................11 3.6 Ondernemingsraad ................................................................................................11 4. Beleid, inspanningen en presentaties ...........................................................................13 4.1 Visie, missie en waarden ........................................................................................13 4.2 Beleid en doelstellingen .........................................................................................14 4.2.1 Meerjarenbeleid. .............................................................................................14 4.2.2. Algemeen beleid. ............................................................................................14 4.2.3 Cliëntparticipatie..............................................................................................14 4.2.4 Medewerkerontwikkeling .................................................................................18 4.2.5. Organisatieontwikkeling ...............................................................................22 5. Registratie van incidenten en gevaarlijke situaties ........................................................25 5.1 Rapportage Interzorg centrale MIC-commissie, over 2010 .....................................25 5.2 Jaarverslagen van de afzonderlijke locaties ...........................................................27 5.2.1 MIC jaarverslag Anholt 2010 ...........................................................................27 5.2.2 MIC jaarverslag De Driemaster 2010 ..............................................................28 5.2.3 MIC jaarverslag Hendrik Kok 2010 ..................................................................29 5.2.4 MIC jaarverslag De Hoprank 2010 ..................................................................30 5.2.5 MIC jaarverslag De Hullen 2010 ......................................................................31 5.2.6 MIC jaarverslag Kornoeljehof 2010 ................................................................33 5.2.7 MIC jaarverslag De Slingeborgh 2010 .............................................................34 5.2.8 MIC jaarverslag De Wijde Blik 2010 ................................................................35 5.2.9 MIC jaarverslag Nieuw Graswijk 2010 .............................................................36 6. Klachtencommissie Interzorg ........................................................................................38 7. Financieel beleid ...........................................................................................................43 Deel 2 Jaarrekening 2010 Deel 3 Accountantsverklaring
1-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
1. Uitgangspunten van de verslaglegging Het jaardocument 2010 is opgesteld overeenkomstig de richtlijnen Jaarverantwoording Zorginstellingen 2010. Het bestaat uit de onderdelen: Maatschappelijk verslag (tekstdocument), Jaarrekening (Excel bestand) en een digitaal gedeelte, de webenquête (DigiMV). Het geheel wordt gedeponeerd bij het CIBG, het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg, dat in opdracht van het ministerie van VWS de kamer van koophandelfunctie voor de zorg vervult.
2-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
2.
Profiel van de organisatie 2.1
Naam: Bezoekadres: Postadres: Postcode: Plaats: Telefoon: Id KvK: E-mailadres: Internet: 2.2
Algemene identificatiegegevens Stichting Interzorg Noord-Nederland Beilerstraat 221 Beilerstraat 215 9401 PJ Assen 0592 304700 04055278
[email protected] www.interzorg.nl Structuur van het concern
Interzorg Noord-Nederland is een stichting. Juridische structuur - De Interzorg groep bestaat uit de volgende stichtingen: - St. Interzorg Noord-Nederland, Hieraan zijn gelieerd: - St. Bejaardencentrum De Hullen - St. Onroerend Goed Interzorg Noord-Nederland - St. Bejaardencentrum Kornoeljehof - St. Beheer Registergoederen “Het Larikshart” - St. Woontussenvoorziening “Het Larikshart” De leden van de Raad van Toezicht van de stichting Interzorg Noord-Nederland vormen het bestuur van de gelieerde stichtingen. De Raad van Bestuur voert de directie van de gelieerde stichtingen. Locaties Interzorg kent de volgende locaties: Naam locatie Plaats Anholt Assen De Driemaster Smilde De Hoprank Peize De Hullen, Roden met de verpleeghuisafdelingen: De Borgen Roden De Esmarke Roden De Slingeborgh Assen De Wijde Blik Assen Hendrik Kok Rolde Kornoeljehof Vries Nieuw Graswijk Assen
Omschrijving Somatisch verpleeghuis Zorgcentrum Zorgcentrum Zorgcentrum Psychogeriatrisch verpleeghuis Somatisch verpleeghuis Zorgcentrum met pg verpleeghuisafdeling Zorgcentrum Zorgcentrum Zorgcentrum met pg verpleeghuisafdeling Psychogeriatrisch verpleeghuis
Interzorg hanteert het Raad van Toezicht model.
3-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Ten behoeve van de medezeggenschap van cliënten kent elke vestiging een cliëntenraad. De verpleeghuisafdelingen De Esmarke, De Borgen en het zorgcentrum De Hullen vormen samen één locatie. De cliëntenraden zijn op Interzorg-niveau vertegenwoordigd in het Platform Cliëntenraden. Ten behoeve van de medezeggenschap van de medewerkers kent Interzorg één Ondernemingsraad, welke wordt ondersteund door een medezeggenschapcirkel bestaande uit maximaal 30 medewerkers afkomstig uit alle locaties en stafdiensten
4-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Organogram
De klant
De klant
De klant
De klant
De klant
De klant
De klant
De klant
De klant
De Hoprank
Driemaster
Kornoeljehof
Slingeborgh
Wijde Blik
De Hullen, Esmarke, Borgen
Hendrik Kok
Nieuw Graswijk
Anholt
Klantencentrum
Wijkzorg
Werkwinkel
Dienst WOB
Projectbureau
Directeur uitvoering & innovatie
Bureau vastgoed
Bureau facilitaire zaken en ICT
Personeel, organisatie & ontwikkeling
Financiën en Control
Stafbureau
Raad van Bestuur
5-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
2.3
Kerngegevens
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering De stichting Interzorg Noord-Nederland richt zich op de eerste plaats op het verlenen van zorg en verpleging. De gelieerde stichtingen zijn veelal juridisch eigenaar van een deel van het onroerend goed of verpachten dit binnen de groep. Hun activiteiten bestaan uit de exploitatie van het onroerend goed. In de Jaarrekening worden deze stichtingen verder als „Overige stichtingen‟ aangeduid. 2.3.2 Kerngegevens
Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Aantal/bedrag
Patiënten/Cliënten/productie/capaciteit Aantal intramurale cliënten op 31 december 2010 Aantal intramurale plaatsen op 31 december Aantal extramurale cliënten op 31 december Aantal uren extramurale productie in verslagjaar Aantal intramurale verzorgingsdagen in verslagjaar Aantal intramurale verpleegdagen in verslagjaar Personeel Aantal personeelsleden in loondienst op 31 december Aantal fte personeelsleden in loondienst op 31 december Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
869 929 332 42.873 196.575 133.256
1.546 686
58.622.334 56.712.307 1.910.027
2.3.3 Werkgebied Interzorg levert zorg en diensten in de regio Noord en Midden Drenthe, onderdeel van de regio van Zorgkantoor Drenthe. 2.4 Samenwerkingsrelaties - De Zorgzaak Interzorg is geen contractpartner van gemeentelijke overheden in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (de WMO). Ten behoeve van cliënten die in de nabijheid van een Interzorg locatie wonen en waarvan de bekostiging van de zorgvraag geregeld is in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) heeft Interzorg een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de Stichting De Zorgzaak (www.zorgzaak.nl). In voorkomende situaties treedt Interzorg ten behoeve van haar cliënten op als onderaannemer van De Zorgzaak waardoor de continuïteit van de zorg kan worden gewaarborgd. - Wilhelmina Ziekenhuis Interzorg kent reeds gedurende vele jaren en nauwe samenwerking met het Wilhelmina Ziekenhuis te Assen en diverse daar binnen werkzame specialisten. Ten behoeve van deze samenwerking is een Raamovereenkomst opgesteld en ondertekend, waar alle afzonderlijke vormen van samenwerking in zijn ondergebracht. 6-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
- Netwerk Regiozorg Nederland Met als oogmerk het delen van kennis en ervaring neemt Interzorg deel aan het Netwerk Regiozorg Nederland, een landelijk verspreid netwerk van met Interzorg vergelijkbare aanbieders van wonen, welzijn en zorg. - Stichting Dementie Drenthe - Convenant Landelijke Stuurgroep Jong Dementerenden Ter bevordering van de kwaliteit van de regionale dementiezorg in het algemeen en de zorg aan jong dementerenden in het bijzonder heeft Interzorg een participantenovereenkomst getekend met de Stichting Dementie Drenthe en een convenant met de landelijke stuurgroep Jong Dementerenden. -
Zorg voor blinden en slechtzienden.
Vanuit Hendrik Kok, centrum voor blinde en slechtziende ouderen, worden structureel contacten onderhouden met het landelijk overleg van bijzondere tehuizen voor blinden en slechtzienden en in de regio met Visio, de organisatie voor ambulante zorg aan deze doelgroep.
7-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
3.
Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 3.1.
Normen voor goed bestuur.
De Zorgbrede Governance Code vormt het uitgangspunt voor het bestuur van de stichting Interzorg Noord-Nederland. 3.2
Raad van Bestuur / Directie
De Raad van Bestuur werd in 2009 gevormd door: Naam Functie De heer A.C.G. van den Brand Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur vormt samen met de Directeur Uitvoering en Innovatie het directieteam. Naam Functie De heer H.P. de Vries Directeur Uitvoering en Innovatie 3.3
Toezichthouders
Overzicht van de leden van de Raad van Toezicht in 2010: Dhr. P.L.M. Smulders, voorzitter De heer G. Joosten De heer F. van Leeuwarden (op voordracht van platform cliëntenraden) Dhr. J. Klompmaker Mw. E.I. van Leeuwen-Seelt (op voordracht van de Ondernemingsraad) Mw. L.J.A.J. van den Broek Relevante nevenfuncties leden Raad van Toezicht De heer P. Smulders: - Lid Raad van Toezicht Ommelander Ziekenhuis Groep - Bestuurslid Centrum voor Consultatie en Expertise Nederland te Utrecht - Voorzitter Bestuur Stichting Sint Jan, woonwerkgemeenschap voor verstandelijk gehandicapten i.o. te Kloosterburen - Bestuurslid Stichting Kunststation C te Winsum - Lid Adviescommissie TBS Kliniek Veldzicht te Balkbrug. Dhr. G. Joosten - lid van de Stuurgroep Stichting InZicht - lid van de Commission of the European Blind Union for Liaising with the EU Dhr. F. van Leeuwarden: - Voorzitter raad van commissarissen bij Zorgmaatwerk bv. te Winsum (Friesland). Dhr. J. Klompmaker - Lid raad van Commissarissen Holland Tyre BV 8-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
-
Bestuurslid Monumentenwacht Noord en Oost Nederland Voorzitter Vereniging Monumentenwacht Nederland te Amersfoort Vice Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Mee Drenthe Voorzitter Bestuur Bibliotheek Assen Bestuurslid Stichting Administratiekantoor Rossing Espana BV te Assen Bestuurslid/penningmeester Algemeen Belang UA te Groningen.
Mw. E.I. van Leeuwen-Seelt Hoofdfunctie: - directeur NL consulting bv Overige nevenfuncties: - Voorzitter bestuur NL kenniscoöperatie - Voorzitter Raad van Toezicht Biblionet Groningen - Lid Raad van Toezicht ROC Noorderpoort - Lid Raad van Commissarissen Lefier, woningcorporatie - Secretaris/penningmeester bestuur Stichting Kinderoncologie Groningen - Lid bestuur stichting Thomassen à Theussink (historie, kunst en architectuur Geneeskunde/UMCG) - Lid bestuur MBO-stichting 'Assen voor Assen' - Secretaris bestuur VvV Loon. - Lid RvT Tjongerschans Ziekenhuis Mw. L.J.A.J. van den Broek - Zelfstandig organisatieadviseur en interimmanager. Bedrijfsnaam: De Kruik consultancy & Interimmanagment B.V. - Lid raad van Toezicht Jeugdhulp Friesland. - Lid Raad van Commissarissen Woningcorporatie elkien te Heerenveen - Lid Raad van Toezicht MEE Veluwe te Apeldoorn - Bestuurslid VTW (Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties - Lid Cliëntenraad St. Anthonius Ziekenhuis te Sneek - Visitator bij Reaflex (woningcorporaties) De samenstelling en het functioneren van de Raad van Toezicht is geregeld in het statuut van de organisatie en in het reglement. Hierin is onder andere de onafhankelijkheid van de leden vastgelegd. De Raad van toezicht heeft, n lijn met de principes van de ZorgbredeGovernancecode, besloten tot het instellen van een Auditcommissie, van een Commissie Kwaliteit en Veiligheid en van een Renumeratiecommissie. Reglementen voor deze commissies zijn vastgesteld evenals het daarop aangepaste reglement van de Raad van Toezicht. Beide commissies zijn begin 2011 met hun werkzaamheden begonnen. Eveneens in het kader van de ZorgbredeGovernancecode heeft de Raad van Toezicht in samenspraak met het directieteam en een vertegenwoordiging van het management een themadag gewijd aan risicomanagement. De deelterreinen waarop de organisatie meer of minder risicodragend is, zijn in kaart gebracht. Op de deelgebieden waarop voorondersteld wordt dat de organisatie een verhoogd risico loopt, wordt met een vaste regelmaat aan de Raad van toezicht gerapporteerd De Raad van Toezicht heeft in het verslagjaar 6 keer vergaderd. Onderwerpen die besproken zijn waren divers en betroffen, naast de vaste onderwerpen uit de beleidscyclus, (begrotingen, exploitatieoverzichten, kader- en beleidsplannen) onder meer: - Beeldkwaliteitsplan en Ontwerp nieuwbouw Nieuw Graswijk 9-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
-
De aankoop van de marechaussee kazerne De invoering van de nieuwe organisatiestructuur De Benchmark Zorg Het Liquiditeitenplan 2010 – 2025 De oprichting van Interzorg De Praktijk De reglementen van de Raad van Toezicht, Raad van Bestuur en Directieteam Prezo, het nieuwe kwaliteitssysteem, en de uitkomsten van het onderzoek naar de cliënttevredenheid. Het verzuimbeleid Instellen Renumeratiecommissie in verband met het treffen van voorbereidingen voor de opvolging van de bestuurder in verband met diens pensionering.
Daarnaast waren leden van de Raad van Toezicht actief betrokken bij diverse organisatiebrede activiteiten, waaronder deelname aan de beleidsdagen. Eenmaal per jaar vergaderd de Raad van Toezicht met de Raad van Bestuur en het Platform Cliëntenraden en eenmaal met de Raad van Bestuur en de Ondernemingsraad. Ook kwam de Raad van Toezicht zoals gebruikelijk eenmaal in afwezigheid van de Raad van Bestuur bijeen. In dit overleg werd het functioneren van de Raad en de afzonderlijke leden geëvalueerd. Besproken werd ook het functioneren van de Raad van Bestuur vooruitlopend op het jaarlijkse functioneringsgesprek. 3.4 Bedrijfsvoering Verdergaande marktwerking en de invoering van integrale tarieven veranderen het risicoprofiel van zorginstellingen. Een steeds groter deel van de inkomsten wordt afhankelijk van feitelijke prestaties en moet in concurrentie worden verworven. Dit stelt hoge eisen aan de interne beheersing in relatie tot gedifferentieerde risico‟s. Voor een toekomst bestendig beheer van Interzorg als organisatie is het daarom van belang dat jaarlijks wordt geëvalueerd op welke terreinen de organisatie meer en minder risico dragend is. Hieronder worden de risico‟s benoemd die door het management in 2011 gevolgd zullen worden en waarover de bestuurder in de kwartaalverslagen aan de Raad van Toezicht zal rapporteren. Deze risico‟s zijn: - Het stagneren van de cultuuromslag waar de visie en missie om vragen - Het niet duidelijk genoeg toekennen en oppakken van verantwoordelijkheden - De krappe arbeidsmarkt - Het vergrijzen van het personeelsbestand - Een afnemende motivatie onder medewerkers als gevolg van de toename van de bureaucratie - Discontinuïteit en onvoldoende inzetbaarheid van schaarse deskundigheid als gevolg van de deconcentratie van complexe zorg - Het versneld voortschrijden van de individualisering van de zorgvraag - Het niet succesvol afronden van het financiële herallocatietraject op grond van de nieuwe ZZP bekostiging - De grote omvang van de vastgoedportefeuille en het daarmee samenhangende hoge investeringsniveau - Toekomstige wijzigingen in de AWBZ zoals de overheveling van revalidatiezorg, de introductie van nieuwe ZZP grondslagen en het scheiden van wonen en zorg - Een niet markt conforme ontwikkeling van de verhouding prijs kwaliteit.
10-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
3.5 Cliëntenraad De aan de Interzorg-vestigingen verbonden cliëntenraden zijn vertegenwoordigd in het Interzorg Platform Cliëntenraden. Adviesaanvragen met de status verzwaard, worden in verband met de veelal directe betekenis van het onderwerp voor de vestiging, voorgelegd aan de Cliëntenraad van de vestiging. De overige adviesaanvragen waarvan het belang veelal vestiging overstijgend is, worden voorgelegd aan het Platform Cliëntenraden. De Raad van Bestuur is de gesprekspartner voor het Platform Cliëntenraden. Locatiemanagers zijn de gesprekspartner van de cliëntenraden van de vestigingen. Het Platform kwam in 2010 9 keer bijeen, waarvan 5 keer in overlegvergaderingen met de RvB. Er werden adviezen gevraagd en uitgebracht aangaande -
Jaardocument, Begroting, Klachtenregeling, Nieuwe zorgleveringsovereenkomst cliënt - instelling, Organisatorische structuurwijzigingen, en Het organisatievoorstel inzake de Wijkzorg. Inzake het gevraagde advies over de Herpositionering Activiteitenbegeleiding werd geen advies uitgebracht; op onderdelen zal de invoering worden beoordeeld.
De belangrijkste aandachtsvelden binnen de Interzorg organisatie waarover het Platform verder heeft overlegd zijn o.m. Klachtenafhandeling, Beleidsplan, Kaderbrief 2011, Communicatie met cliënten, ZZP-bijeenkomsten (informatiebijeenkomsten voor cliënten en medewerkers over de nieuwe financiering en het kwaliteitssysteem Prezo), Topstructuur en de rol v/h Zorgkantoor. In het afgelopen jaar leidden de vele ontwikkelingen die binnen de organisatie in gang werden gezet, en het daaruit voortvloeiende overleg soms tot een aanzienlijke werkdruk. Door een gewijzigde werkwijze met heldere lijnen moet het Platform in 2011 beter en sneller in staat worden geacht om zicht te krijgen en in te spelen op de voor de cliënten belangrijke en actuele zaken. In 2011 wordt het aantal reguliere vergaderingen van de huidige 8 naar 12 gebracht. 3.6 Ondernemingsraad Met het invoeren in 2009 van de nieuwe organisatiestructuur is ook de organisatie van de medezeggenschap voor de medewerkers aangepast. De per cluster georganiseerde onderdeelcommissies zijn vervallen. In de nieuwe structuur is er sprake van één Ondernemingsraad, welke wordt ondersteund door een medezeggenschapcirkel bestaande uit maximaal 30 medewerkers afkomstig uit alle locaties en stafdiensten. 2010 was een jaar waarin Interzorg volop aan het veranderen was. De medezeggenschap is hier nauw bij betrokken geweest. Met betrekking tot de belangrijkste veranderprocessen is de ondernemingsraad al tijdens de voorbereidingsfases betrokken geweest. Een belangrijke rol hierbij hadden de leden van de MZ-cirkel, die voornamelijk het contact met de „achterban‟ onderhouden.
11-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Nieuw was dit jaar de „denktank‟. Een groep medewerkers die een aantal malen bij elkaar is geweest om te bespreken hoe de implementatie van vastgesteld beleid verloopt, bijvoorbeeld de deconcentratie Nieuw Graswijk en herpositionering van de AB-ers. De ondernemingsraad heeft dit samen met de afdeling PO&O georganiseerd. De projectgroepen, bestaande uit leden van de ondernemingsraad en de medezeggenschapscirkel hebben onderwerpen uitgediept die niet of nog niet waren besproken door directie en staf en zijn met voorstellen naar de ondernemingsraad gekomen Overzicht van de belangrijkste advies/instemmingaanvragen in 2010 -
Transitie project Plaats op Maat1; Opleidingsplan Draaiboek vakantiewerkcampagne Plan van aanpak structuurwijziging 2e fase Payrolling Wijkzorg Reiskostenregeling medewerkers Visie en actieplan verzuimmanagement Regeling fiscale ruimte reiskostenHerposititionering AB-ers Risicodragerschap WGA
1
de capaciteit is omgezet van somatische in PG verpleeghuiszorg, en de functie van het project is verplaatst naar het somatische verpleeghuis Anholt. 12-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
4.
Beleid, inspanningen en presentaties
4.1
Visie, missie en waarden
De visie en de missie vormen samen het begin van het unieke karakter van Interzorg en geven richting aan de vervolgstappen. De visie van Interzorg luidt als volgt: Onze cliënten willen zichzelf zijn & betekenisvol blijven beleven. Met cliënten bedoelen we: afnemer, betaler, belever, gebruiker van producten & diensten, klantrelatie. Met zichzelf zijn bedoelen we: eigen keuzes maken, autonomie, thuis voelen. Betekenisvol betekent: zingeving, ontwikkeling, als volledig mens, ergens naar uit zien. Beleven houdt in: leven, genieten van kleine dingen. Interzorg heeft de volgende missie geformuleerd: Wij bieden respectvol en gepassioneerd een helpende hand. Respectvol betekent: vanuit de autonomie van de cliënt, luisteren, erkennen van de historie van het individu. Gepassioneerd betekent: vakmanschap, meerwaarde bieden, inspireren en verrassen. Een helpende hand betekent: samen doen, duidelijkheid bieden, mogelijkheden bieden. De waarden. Interzorg heeft in aansluiting op de visie en missie de volgende vier centrale waarden geformuleerd. Ze zijn de gemeenschappelijke bron voor het gedrag van de medewerkers van Interzorg. 1. Passie 2. Betekenisvol 3. Respect 4. Vakmanschap
13-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
4.2
Beleid en doelstellingen
4.2.1 Meerjarenbeleid. Het meerjarenbeleidsplan 2007 – 2010 loopt in het verslagjaar af. De evaluatie van dit beleidsplan heeft voor de korte termijn zijn beslag gekregen in het beleidsplan 2011. Besloten is om, in verband met zijn pensionering voor 2011 aangekondigde vertrek van de Bestuurder, te wachten met het opstellen van een nieuw meerjaren beleid tot de nieuwe bestuurder is benoemd Wel beschikt Interzorg over een actueel Lange termijn Vastgoed plan en een lange termijn Liquiditeitenplan. 4.2.2. Algemeen beleid. Interzorg maakt in haar beleid onderscheid naar de gezichtspunten cliëntparticipatie, medewerkerontwikkeling en organisatieontwikkeling. Daarbinnen zijn voor 2010 de volgende taakgebieden aangegeven: Cliëntparticipatie - De maaltijdvoorziening - Invoering prestatiebekostiging - Komen tot verbeteringen op basis van de kwaliteitsmetingen - Vergroten betrokkenheid cliënten en cliëntenraden. Medewerkerontwikkeling - Opleiden en ontwikkelen - Verzuimbeleid - Instellen werkwinkel - In samenhang georganiseerde inzet van medewerkers facilitair, zorg en behandeling. Organisatieontwikkeling - Invoeren structuurwijziging - Positioneren „Communicatie‟ binnen Interzorg - Bouw; nieuwbouw bij De Slingeborgh en Kornoeljehof, onderhoud en renovatie De Wijde Blik - Spreiding verpleeghuiszorg. Vervolgens zijn binnen deze taakgebieden min of meer concrete doelstellingen aangegeven. 4.2.3 Cliëntparticipatie De Maaltijdvoorziening - De cliënt ervaart elke maaltijd als een genietmoment. - De personeelsplanning wordt afgestemd op de ruimere keuzemogelijkheden naar tijd en plaats. (Zie Interzorg in Beweging en in Nieuw Evenwicht, personeelsontwikkeling)
14-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Het systeem Maaltijd op Wielen is in 2009 in alle vestigingen volgens plan ingevoerd. De cliënten en medewerkers zijn over het geheel genomen tevreden over hetgeen wordt geboden. 2010 is gericht op de borging van de genietmomenten. De projectgroep Hotelfuncties en Diensten heeft daartoe in januari een plan van aanpak opgesteld waarin is opgenomen de selectie van items die als eerste zullen worden uitgewerkt en ingevoerd. Het borgen van de warme maaltijd als genietmoment richt zich volgens dit plan op achtereenvolgens - het appartement. - de ontmoetingsruimte - het restaurant Ten aanzien van de broodvoorziening is door de projectgroep voor locatie De Slingeborgh een pilot voorbereid waarin in de broodmaaltijd wordt voorzien vanuit de locatie winkel. Invoering prestatie bekostiging In 2010 is de aandacht vooral uitgegaan naar het in de locaties op afdelingsniveau vaststellen van de, uit oogpunt van de aanwezige ZZP-zorgzwaarte, gewenste personeelsformatie. Per locatie worden plannen van aanpak opgesteld om van de aanwezige formatie te komen tot de gewenste formatie, waarbij naast de uitkomsten van de ZZP inventarisatie ook wordt uitgegaan van de begrotingsafspraken. Om deze omzetting naar de gewenste formatie te faciliteren is besloten - tot het invoeren per 1 januari 2010 van een systeem van centrale beoordeling van de aanwezige vacature ruimte - het opstarten van het project Interzorg in Beweging - het versneld in voeren van De Werkwinkel. Komen tot verbetering op basis van de kwaliteitsmetingen - Samen met de cliëntenraden wordt op basis van de uitkomsten van de kwaliteitsmetingen vastgesteld wat de voortgang is ten opzichte van 2008 (het vorige Cliënttevredenheidsonderzoek). - Samen met de cliëntenraden wordt een selectie gemaakt met betrekking tot de voor 2010 uit te werken verbeterpunten. Binnen de gekozen kwaliteitssystematiek (Prezo) staan de uitkomsten van het jaarlijkse onderzoek naar de zorginhoudelijke prestatie-indicatoren (de zogenaamde meetweek) en naar de uitkomsten van het Cliënttevredenheidsonderzoek centraal. De uitkomsten van de meetweek van mei / juni 2009 kwamen pas in december 2009 beschikbaar. Ondanks het gegeven dat de scores die van de voorgaande meting (2008/ 2009) niet veel ontlopen, is de indruk dat niet alle scores een juiste afspiegeling zijn van de werkelijkheid. Vanwege het belang van zo valide mogelijke informatie is door Directie en Stafbureau opnieuw gekeken naar de procedures rondom de meetweek (de instructies aan de betrokken medewerkers, de controle op de verkregen gegevens e.d.) op basis waarvan de bestaande afspraken verder zijn aangescherpt. Begin 2010 vond de uitvoering plaats van het 2 jaarlijkse onderzoek naar de cliënttevredenheid. Eind februari werden de resultaten op concernniveau toegelicht aan het Platform Cliëntenraden, de klachten- en kwaliteitsfunctionarissen, en het DT-S. De cliënten zijn over het geheel genomen tevreden, het personeel krijgt een waardering van een 8, de locaties een 8-. De resultaten zijn ook toegelicht in de locaties aan het locatiemanagement en aan de aan de locaties verbonden cliëntenraden. Dit als aanloop naar de selectie, samen met de cliëntenraden, van nieuwe verbeterpunten. De uitkomsten van het onderzoek zijn daartoe
15-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
verwerkt in speciale goed toegankelijke overzichten. Alle scores van elke locatie zijn in één oogopslag te vergelijken met de score van collega locaties en, aan de hand van het aantal verkregen sterren, met de landelijke scores. Daarmee wordt het gemakkelijker om én als locatie én voor Interzorg in zijn totaliteit, keuzes te maken uit de onderwerpen waar prioriteit aan moet worden gegeven. Eind september heeft de jaarlijkse meetweek prestatie indicatoren plaatsgevonden. Dit onderzoek betreft alle locaties. De gegevens worden landelijk verwerkt. De uitkomsten zijn rond april 2011 te verwachten. Vergroten betrokkenheid cliënten - De cliënt wordt daadwerkelijk betrokken bij de overeenkomst, het (zorgleef)plan, en bij de evaluatie van geleverde zorg en diensten. - Het klantencentrum wordt toegerust om de cliënt te begeleiden vanaf de eerste informatievoorziening tot en met de afsluiting van de geleverde zorg en diensten (zie organisatieontwikkeling, invoeren structuurwijziging). - ZZP / Prezo informatiebijeenkomsten voor cliënten. Betrokkenheid cliënt bij de overeenkomst Al sinds enige jaren wordt met elke (nieuwe) cliënt een zogenaamde zorgleveringsovereenkomst (zlo) wordt afgesloten, afhankelijk van het type zorg dat wordt geboden. Deze overeenkomsten blijken in de praktijk niet goed te voldoen; het is een ingewikkelde materie die niet erg toegankelijk op schrift is gesteld. Het initiatief van Actiz om een nieuw model leveringsovereenkomst te maken was dan ook welkom. Actiz heeft er voor gekozen om een stelsel van leveringsvoorwaarden samen te stellen waarin de rechten en plichten van zowel de cliënt als de aanbieder zorgvuldig en compleet in heldere taal staan geformuleerd. Deze leveringsvoorwaarden zijn dan de onderlegger bij een korte (1 pagina) en relatief eenvoudige overeenkomst tussen aanbieder en cliënt. Wij leggen ons met deze leveringsvoorwaarden de verplichting op om een transparante organisatie te zijn die de cliënt zeer volledig informeert en betrekt bij de dagelijkse gang van zaken. Na overleg en instemming van het platform Cliëntenraden is besloten tot het invoeren van deze leveringsovereenkomst. Betrokkenheid cliënt bij het zorgleefplan Een van de met het zorgkantoor voor 2011 overeengekomen verbeterplannen betreft de participatie van Cliënten bij de totstandkoming en evaluatie van het Zorgleefplan. In de praktijk wordt het Zorgleefplan (of zorgplan) door alle cliënten voor akkoord getekend. Om als medewerkers cliënten een helpende hand te kunnen bieden is echter een meer actieve betrokkenheid van cliënten nodig, opdat elke cliënt voor zover dat mogelijk is, ook echt de regie houdt. De doelstelling, het realiseren van een actieve betrokkenheid van cliënten bij het zorgleefplan, vormt de basis voor de reorganisatie van het uitvoerend proces waarmee in 2010 een begin is gemaakt. Het deskundigheidsniveau van de contactverzorgenden is de laatste jaren versterkt door de betreffende medewerkers te scholen als Eerst Verantwoordelijk Verzorgende. Vanuit deze nieuwe deskundigheid zijn de verantwoordelijkheden in het uitvoerend proces opnieuw toegedeeld, met daarbinnen expliciet aandacht voor de integrale zorgcomponent en een integrale behandelcomponent. Rol Klantencentrum Vanaf 1 december worden door het Klantencentrum de leveringsvoorwaarden uitgereikt aan nieuwe cliënten met de indicatie verblijf en worden deze met hen besproken. Voorbereidingen lopen voor cliënten met een extramurale indicatie. Ook treft het
16-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Klantencentrum voorbereidingen dat cliënten na afloop van een zorgtraject een vragenlijst ontvangen op basis waarvan de geboden zorg en diensten kunnen worden geëvalueerd. Met het gereed komen van de nieuwe website technologie zal deze evaluatie mogelijk ook digitaal kunnen worden gedaan, hetgeen verwerkingstijd kan schelen. ZZP/Prezo bijeenkomsten De in 2009 gestarte serie informatiebijeenkomsten voor medewerkers (1400) en cliënten (800) over de gevolgen van de invoering van de ZZP en van het kwaliteitssysteem Prezo zijn ook in 2010 aangeboden. De serie voor cliënten kon aan het eind van het jaar worden afgerond. Voor ongeveer 300 medewerkers volgen nog bijeenkomsten in 2011. De reacties op deze bijeenkomsten zijn onverminderd positief. De ZZP/Prezo bijeenkomsten zijn in het kader van de zorginkoop 2011 aangereikt aan het Zorgkantoor als onderdeel van het kwaliteitsbeleid gericht op het verbeteren van de voorwaarden voor participatie van cliënten. Vergroot betrokkenheid cliëntenraden - Actief informeren van de cliëntenraden over het maken en uitvoeren van beleid. - Ondersteunen van de cliëntenraden met een op hen toegesneden informatievoorziening. In overleg met het Platform Cliëntenraden is besloten om de secretariële ondersteuning van het Platform Cliëntenraden niet langer van extern te betrekken maar te laten verzorgen door een aan het Stafbureau verbonden secretaresse. Dit in de verwachting daarmee beter te kunnen voorzien in de informatievoorziening aan het Platform. Het model van klankbordgroepen op locatie en of op Interzorg niveau, waar aan cliënten de mogelijkheid wordt geboden om actief betrokken te zijn bij ontwikkelingen bij specifieke aandachtsgebieden, wint terrein. Dergelijke klankbordgroepen zijn in elke locatie ingesteld voor de beoordeling van de maaltijdvoorziening. Cliënten participeren in de klankbordgroep bij de ontwikkeling van de cliëntinformatie (website en brochures). Gedacht wordt nu om ook voor de ontwikkeling van het welzijnsaanbod op de locaties een klankbordgroep in te stellen samengesteld uit cliënten en vrijwilligers, een onderwerp dat actueel is in verband met de reorganisatie van de activiteitenbegeleiding De Cliëntenraden en het Platform zijn nadrukkelijk betrokken bij het vervolg op de uitkomsten van de kwaliteitsonderzoeken.In overleg met het Platform Cliëntenraden zijn 2 nieuwe verbeterdoelen vastgesteld voor het jaar 2011. (Deze verbeterdoelen zijn tevens ingediend bij het Zorgkantoor in het kader van de zorginkoop 2011. - De informatievoorziening aan cliënten. Cliënten nemen deel aan een klankbordgroep ter begeleiding van de totstandkoming van een in de nieuwe huisstijl vorm te geven set cliëntinformatie; een herziene website en een nieuwe set met brochures van de locaties. - Actieve betrokkenheid van cliënten bij het opstellen en evalueren van het zorgleefplan.
17-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
4.2.4 Medewerkerontwikkeling Opleiden en ontwikkelen. - Creëren van meer ruimte om het eigen vakmanschap tot uitdrukking te kunnen brengen. - Opleiden van leidinggevenden in het coachen en inspireren van medewerkers. - Uitbreiden van project De Werkvloer Centraal. - Invoeren project Interzorg in Beweging. Als thema voor de beleidsdag van 5 maart is gekozen voor vakmanschap. Alle vestigingen en de dienst WOB hebben rond dit thema presentaties verzorgd waarin zij naar de collega‟s binnen Interzorg hun sterke punten duidelijk hebben gemaakt. Het was een inspirerende dag waarin elke vestiging en de dienst WOB een goede indruk hebben gemaakt. In het kader van de deconcentratie van Nieuw Graswijk is een training ingekocht, „Wonen met Omgevingszorg‟ waarmee de betrokken teams worden voorbereid op de nieuwe kleinschalige woon- en werkomgeving. Bij het overgaan naar deze nieuwe situatie hoort ook het afscheid nemen van het bestaande. De cursus „Omgaan met verandering‟, een cursus waar in het kader van de invoering van de nieuwe maaltijdvoorziening goede ervaringen mee is opgedaan, is daarvoor aan alle betrokkenen aangeboden. Doelstelling van deze training is de deelnemers leren omgaan met veranderingsprocessen en hen beter toe te rusten voor de veranderende functie. Eveneens worden medewerkers ondersteund bij het invullen van het eigen persoonlijk profiel wat de basis vormt voor de matching. Zowel de medewerkers uit het primaire proces, het hoger - en het middenkader en de leden van de ondernemingsraad hebben deze training gevolgd. Werkvloer centraal. In 2009 zijn vier afdelingen binnen Interzorg gestart met het project De Werkvloer Centraal. In september 2010 is dit aantal, mede n.a.v. een ontvangen subsidie, uitgebreid met 9 afdelingen, zodat op dertien afdelingen op dit moment het team bij elkaar komt voor TijdVoorOnszelf momenten. Doel hiervan is: onder begeleiding met elkaar de beleving van het werk en de ervaringen te delen; samen oplossingen te zoeken en verantwoordelijkheid te nemen voor verbetering in de zorgverlening. De afdelingen zijn gestart met een inspirerende Kick off en een intensieve starttraining voor de medewerkers om belangrijke vaardigheden, zoals b.v. het geven van feed back te oefenen. Daarna zijn de afdelingen gestart met de TijdVoorOnszelf-momenten; eerst één maal per week, later iets minder frequent. In 2010/2011 geniet het traject nog begeleiding van het bureau van Anne Mei Thé, de grondlegger van dit concept. Bij de start is op de betrokken afdeling een nulmeting gedaan die gedurende dit jaar nog twee maal herhaald zal worden, zodat de effecten zichtbaar kunnen worden. Naast een aantal knelpunten; vaak roostertechnisch, zijn de reacties van medewerkers en teamleiders positief. Genoemd worden daarbij b.v. luisteren naar elkaar, begrip voor elkaar, maar b.v. ook ethische vraagstukken en praktische problemen worden besproken. Daarvoor worden oplossingen door team gezocht, voorgesteld en uitgevoerd. De Werkvloer Centraal richt zich op de eerste plaats op de medewerkers uit de geïntegreerde teams. Elk team kent zijn eigen ontwikkeling en bevind zich in zijn eigen ontwikkelfase. Om het effect van dit project goed te kunnen beoordelen is door de Erasmus
18-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Universiteit een vragenlijst ontwikkeld waarmee een 0-meting kan worden uitgevoerd onder de betrokken medewerkers. Deze wordt nu standaard bij de start van elk team afgenomen Besloten is dat nu ook de teamleiders ondersteuning krijgen in het tegen deze achtergrond op maat leiding geven aan hun team. Daartoe nemen de teamleiders deel aan een aantal intervisie bijeenkomsten. Daarnaast worden de teamleiders in de gelegenheid gesteld om met behulp van een daarvoor aangereikt instrumentarium (vragenlijsten e.d) een eigen profiel te opstellen en op basis daarvan een persoonlijk ontwikkelplan. Dit wordt begeleid met individuele coachgesprekken. De Werkvloer Centraal is gebaseerd op het zg. Train de Traininers Principe. Medewerkers van INN worden door externe trainers van DWC opgeleid om te functioneren als intern begeleider van een TVO. Interzorg in Beweging. In april is het project Interzorg in Beweging van start gegaan met een aantal druk bezochte informatiebijeenkomsten voor locatiemanagers, teamleiders en servicecoördinatoren, bedoeld om de flexibiliteit in de personele formatie te vergroten. Van de urgentie van een meer flexibele personeelsinzet in overeenstemming met de ZZP budgetten van de afdeling is ieder zich bewust. Onderdeel van dit project is de training „Slimmer Werken‟ waarmee de leidinggevenden in de organisatie handvatten krijgen om leiding te geven aan het proces waarmee het team oplossingen zoekt voor het vraagstuk hoe te komen tot beter bij de cliëntvraag aansluitende roosters. Alle teams hebben de opdracht gekregen om een basisrooster op te stellen dat voldoet aan de door Interzorg gestelde kaders. De opdracht was om bij het opstellen van de basisroosters tevens al zoveel mogelijk uit te gaan van de wensen van de in zorg zijnde cliënten ten aanzien van de spreiding van de personeelsformatie over de dag.. Begonnen is met het terugbrengen van de variatie in de mogelijke contractvormen tot 9. Elke medewerker kon aangeven naar welke contractomvang (het dichtst bij de bestaande) zijn voorkeur uitging. Op basis van deze nieuwe contracten zijn vervolgens de nieuwe basisroosters opgesteld, zodanig dat voor elke afdeling duidelijk is welk deel van de formatie binnen de ruimte valt welke de aanwezige ZZP zwaarte financieel toestaat In alle teams is daarbij gewerkt met een zogenaamde procestoetser, een collega afkomstig uit een ander team, die toetst of alles volgens afspraak en volgens de spelregels verloopt. De procestoetser bewaakt het proces tijdens de teambijeenkomsten. Ook is in het kader van het toerusten van leidinggevenden een intervisie traject gestart voor alle locatiemanagers. Van groot belang bij de verdere doorvoering van de structuurwijziging, is dat op het niveau van locatie en stafmanagers de eenheid behouden blijft. Dat was dan ook het thema voor een beleidsdag op10 mei jl. In kleine groepen en plenair werd gediscussieerd over de vraag hoe ieder op dit moment in de organisatie staat en wat daarbij de eventuele aandachtspunten zijn. Interzorg in nieuw evenwicht. Interzorg in Beweging is in september 2010 afgesloten en opgevolgd door Interzorg in Nieuw Evenwicht. Interzorg in Nieuw Evenwicht heeft tot doel om per team de knelpunten te inventariseren met betrekking tot de aanwezige formatie en beschikbaarheid van de medewerkers in relatie tot het basisrooster en deze vervolgens daadwerkelijk op te lossen Verzuimbeleid. In 2010 zijn in grote lijnen de volgende stappen gemaakt: Alle leidinggevenden hebben een vervolgcursus gekregen over de visie op en communicatie rondom verzuim. Het verzuimmanagementsysteem Humannet is ingevoerd. Maandelijks ontvangen alle leidinggevenden heldere verzuimoverzichten op de diverse locaties en voor
19-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
heel Interzorg. De VMO‟s (Verzuim Management Overleg) zijn verder uitgebreid. Het VMO wordt gehouden met deelname van verschillende locaties in een VMO, zodat er een eenduidige visie en aanpak wordt ontwikkeld. Er zijn zogenaamde FDT (Frequentie Duur Totaal) lijsten opgesteld waarin het historisch verzuim van medewerkers is uitgezocht. Zo krijgt de organisatie zicht op de probleemverzuimers. De leidinggevenden zijn samen met de locatiemanagers gestart met gesprekken met deze medewerkers met als doel verzuim te voorkomen. Het harde werken binnen de organisatie heeft geresulteerd in de volgende verzuimcijfers. Het gemiddelde verzuimpercentage is volgens Vernet uitgekomen op 5,0%, de gemiddelde meldingsfrequentie is uitgekomen op 1,03. Dit is lager ten op zichten van de branche waar het ziekteverzuimpercentage in 2010 op 6,0% en de meldingsfrequentie op 1,2 zijn uitgekomen. De organisatie kan zich met de beste uit de branche meten. Deze situatie kan als goed vertrekpunt beschouwd worden om het verzuimbeleid verder te ontwikkelen. Instellen Werkwinkel. De werkwinkel is overeenkomstig het versnelde plan van aanpak van start gegaan en inmiddels voor alle locatie operationeel. De Werkwinkel is in maart officieel van start gegaan. Besloten is om direct Interzorg breed te beginnen met het inschrijven en plaatsen van medewerkers. Het team bestaat uit zes medewerkers: 1 manager, 2 consulenten en 3 planners De Werkwinkel verzorgt voor alle locaties de flex inzet. Doordat de vraag naar flexibel personeel vanuit de locatie steeds meer toeneemt zal het personeelsbestand van de Werkwinkel gestaag meegroeien. Om goed te kunnen inspelen op de vraag en behoefte van de locaties is een goede samenwerking en communicatie een vereiste. De Werkwinkel krijgt steeds meer vorm en moet zich nu een vaste plaats en positie binnen de organisatie verwerven. Vanuit het team de werkwinkel wordt ook ondersteuning geboden aan de teamleiders op elke locatie bij het goed op orde krijgen van de roosters. Samenwerken binnen de locatie. (invoering 4e fase reorganisatie) De op 7 juni 2010 gehouden beleidsdag was geheel gewijd aan de invoering van de 4e fase, de structuur van het primair proces. Centraal daarin staan de posities van de eerst verantwoordelijke, de teamleider en de servicecoördinator. Met ondersteuning van een extern bureau zijn de spil functies uit het primair proces opnieuw omschreven. Op basis van de opnieuw in kaart gebrachte cliëntrouting is er voor gekozen om voortaan binnen locaties afdelingen te onderscheiden. Een afdeling staat onder leiding van een afdelingsverantwoordelijke. De uitvoering van het opstellen van het zorgleefplan wordt door de afdelingsverantwoordelijke gedelegeerd aan de persoonlijk begeleider van de cliënt. In deze systematiek vervallen de functies van teamleider en contactverzorgende. Van de afdelingsverantwoordelijke wordt verwacht dat deze 25% van de werktijd wordt ingeroosterd als uitvoerend medewerker. De afdelingsverantwoordelijke overlegt met de cliënt over de inhoud van het zorgleefplan, de Specialist Ouderengeneeskunde overlegt met de cliënt over de inhoud van het behandelplan. Alvorens deze nieuwe structuur wordt ingevoerd wordt deze uitgebreid besproken en toegelicht op elke afdeling. Activiteitenbegeleiders. Specifieke aandacht is in 2010 uitgegaan naar de herallocatie van de activiteitenbegeleiders. De nieuwe ZZP-financiering vraagt om een nieuwe toedeling van activiteitenbegeleiders aan cliëntengroepen. Onderscheiden worden:
20-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
-
AB-ers als onderdeel van het integrale team, voor begeleiding op individueel cliënt niveau AB-ers als onderdeel van de dienst WOB, ter ondersteuning van de component behandeling AB-ers als onderdeel van het centraal team (op Interzorg niveau), ter ondersteuning van het algemene activiteitenaanbod op alle locaties AB-ers voor het leveren van activiteitenbegeleiding aan cliënten, die vallen onder de afdeling Wijkzorg.
21-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
4.2.5. Organisatieontwikkeling Algemeen November en december hebben in belangrijke mate in het teken gestaan van het opstellen van het beleid en de begroting voor 2011. Thema van 2011 wordt het „Jaar van de cliënt. Invoeren structuurwijziging Beoogd wordt dat de nieuwe organisatiestructuur gaat voorzien in: - Eén helder punt van aansturing voor de verschillende niveaus in de organisatie. - Eén stijl van leidinggeven op basis van de visie en missie, situationeel en resultaatgericht. - Het instellen van een uniforme overlegstructuur op alle locaties. - Het inrichten van de het bureau Facilitaire zaken en ICT, het bureau Vastgoed en het Stafbureau. - Het inrichten van het Projectbureau ten behoeve van de centrale regie op alle projecten. - Het instellen van regiegroepen om te adviseren over de gewenste lange termijn koers voor Wijkzorg, Wonen met omgevingszorg en Bijzondere zorg en behandeling. - Het opnieuw bepalen van de plaats en de functie van de teamleider, contactverzorgende en servicecoördinator. - In het kader van de opbouw van de expertisecentra zullen de behandelmedewerkers zich gaan oriënteren op samenwerking met kennis en opleidingscentra. - Het instellen van het klantencentrum. Dit centrum krijgt een zodanige plaats in de organisatie dat cliënten optimaal bediend worden en de administratieve lastendruk van zorgverleners en behandelaars wordt geminimaliseerd. Het klantencentrum wordt onderdeel van een geïntegreerd klantinformatiesysteem binnen Interzorg. Nadat in 2009 de topstructuur (1e fase) werd ingesteld, hebben in 2010 de ondersteunende diensten hun plek gekregen. De 2e fase van de structuurwijziging betrof de bemensing van de ondersteunende bureaus: Vastgoed, Facilitaire zaken en ICT, F&C, PO&O, Stafbureau en Klantencentrum. Met positieve adviezen van de OR zijn de profielen (takenpakket, personeelsformaties, inschalingen e.d.) van deze bureaus vastgesteld. (zie organogram). Nog in 2010 zijn ook de voorbereidingen getroffen voor de 3e fase. Dat betreft de opbouw van het Klantencentrum, het Projectenbureau en F&C. Klantencentrum Centraal voor het Klantencentrum staat het komen tot een grotere toegankelijkheid van de huisvesting en de zorg voor de cliënten. De medewerkers van het klantencentrum informeren en begeleiden de cliënt vanaf de eerste indicatiestelling tot latere fases in een zorgproces als er mogelijk sprake is van een verlenging van de indicatie of van een herindicatie. Begonnen is met een kick-off bijeenkomst waarin de basis is gelegd voor het zich samen sterk maken voor de nieuwe taakstelling. Voor de korte termijn gaat de aandacht vooral uit naar het optimaliseren van de lopende processen. Over een jaar volgt een brede evaluatie op basis waarvan het klantencentrum formeel in de organisatie zal worden gepositioneerd. Regiegroepen
22-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Interzorg heeft er voor gekozen om het beleid op de drie onderscheiden deelterreinen wijkzorg (bij U), wonen met omgevingszorg (bij ons) en bijzondere zorg en behandeling (intens) systematisch en doelgericht te ontwikkelen. Voor elk van deze 3 terreinen is daarvoor een regiegroep ingesteld, elk onder voorzitterschap van een locatiemanager. Projectenbureau Van het voornemen om een projectenbureau in te stellen is bij nader inzien afgezien. Verwacht wordt dat het de duidelijkheid van de organisatie over waar welke besluitvorming plaatsvindt niet ten goede zou komen. 4e fase reorganisatie van het primair proces Ook de voorbereidingen voor de invoering van de 4e fase van de reorganisatie zijn zover gevorderd dat het structuurontwerp, de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling in het primair proces, in december om advies konden worden voorgelegd aan OR en Cliëntenraad. De 4e fase betreft vooral de inrichting van het primair proces. Daarvoor is bij verschillende gelegenheden bij de deelnemers aan het Beleidsoverleg intensief gepeild welke taakverdeling er in de uitvoering van het primair proces relevant is en welke eisen er aan de uitvoering zouden moeten worden gesteld. Deze peilingen liepen parallel aan de werkzaamheden van de werkgroep Cliëntrouting die een advies voorbereiden ten aanzien van de inrichting van het primair proces, mede in relatie tot het elektronisch cliënt dossier. Over belangrijke hoofdlijnen is nu duidelijkheid ontstaan. Onderscheiden worden de verantwoordelijkheid van de specialist Ouderengeneeskunde voor het behandelplan, naast de verantwoordelijkheid van de Teamleider voor het zorgleefplan. Wat betreft de Teamleider wordt besloten om de naam te wijzigen in afdelingsverantwoordelijke. Van belang is de breed gedeelde wens dat de functie van het „Afdelingsverantwoordelijke‟ niet vooral een kantoorfunctie wordt maar ook een actieve bijdrage levert aan de uitvoering van de werkzaamheden op de werkvloer. Positioneren „Communicatie‟ binnen Interzorg - Er is een communicatieplan opgesteld. Hierin zijn vastgelegd de uitgangspunten en visie met betrekking tot de interne en externe communicatie. De nieuwe huisstijl en de nieuwe informatie middelen zijn hierop gebaseerd. - De afdeling communicatie bewaakt deze visie en geeft uitvoering aan de nieuwe huisstijl. Op 1 februari 2010 is de nieuwe huisstijl gelanceerd met de introductie van onder meer een nieuwe correspondentiereeks en de vlag. Het beleidsplan 2010 was de eerste ook voor extern gebruik bedoelde drager van het nieuwe logo. Ten behoeve van de introductie werd op alle locaties een documentaire serie vertoond, een video, waarin cliënten en medewerkers laten zien wat zij belangrijk vinden als cliënt dan wel als medewerker. Dicht bij jezelf. Aan de hand van lange progressielijsten werkt de afdeling communicatie de verdere invoering van de huisstijl af. De grootste nog te realiseren bestanden betreffen de brochures van Interzorg en de locaties verdeeld over de 3 product marktcombinaties en de bouw van de nieuwe in en externe websites. Strategisch communicatieplan Het strategisch communicatieplan, met als bijlage het Merkmanifest, is gereed en vastgesteld (maart 2010).. In het kader van de invoering van de huisstijl is het handboek huisstijl vastgesteld. Veel aandacht is vervolgens uitgegaan naar het bouwen van een nieuwe website in de nieuwe huisstijl en het maken van een reeks brochures, waaronder, en dat is nieuw, een corporate
23-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
brochure, over Interzorg als organisatie. In het kader van de huisstijl is begonnen met de ontwerp fase van het in de huisstijl brengen van de gevels van de locaties en van het centraal bureauu. Exterieur kenmerken worden - het Interzorg logo, dat op elke locatie op de meest passende plek zal worden geplaatst, - de naamgeving van de locatie, in een uniform lettertype en in de kleuren van de 3 pmc‟s, - een aantal Interzorg banieren waarmee de entree wordt gemarkeerd en - een informatiepaneel met o.a. informatie over het aanbod op de plaza‟s . De IK, de Interzorg Krant, de opvolger van de InterCom, die elke 2 maanden zal verschijnt, heeft snel een eigen vorm gekregen. Samen met de Interzorg Actueel (vaste tweewekelijkse bundeling van de nieuwsbrieven) legt dit een solide basis leggen onder de interne communicatie. Nieuwbouw en renovatie - De aankoop van het Marechaussee gebouw naast Nieuw Graswijk, hetgeen dient ter vervanging van de op te heffen kantoren in verband met de geplande deconcentratie. - Realisatie nieuwbouw op de locaties De Slingeborgh en Kornoeljehof. - Verkoop van een deel van de grond op de locatie Nieuw Graswijk. Het meerjaren vastgoedplan is in het voorjaar vastgesteld en dient als vertrekpunt voor het bouw- en renovatiebeleid voor de komende jaren. Per 1 februari is de Marechaussee Kazerne aan de Beilerstraat aangekocht, waarna direct is begonnen met de aanpassingen en renovatie. Eind mei kon dit nieuwe onderkomen betrokken worden. De Akkers, de tijdelijke bij Nieuw Graswijk geplaatste kantoorunits zijn ontruimt en verkocht. De medewerkers uit De Akkers zijn verhuisd naar de Slingeborgh (de afdelingen vastgoed en facilitair en ICT), en naar Anholt, (Werkwinkel) en de behandeldienst medewerkers zijn verhuisd naar de vrijgekomen kantoorruimte binnen Nieuw Graswijk. Inmiddels is een begin gemaakt met de bouwkundige aanpassingen van Nieuw Graswijk ten behoeve van de tijdelijke herhuisvesting van functies die als eerste worden gesloopt (o.a. de dagbehandeling). Er is voor het terrein Nieuw Graswijk te Assen een aanvraag wijziging bestemmingsplan ingediend en een Beeld/Kwaliteitsplan voor de nieuwbouw is op hoofdlijnen uitontwikkeld. De nieuwbouw bij De Slingeborgh is volgens plan in mei in gebruik genomen. Het is bouwkundig een bijzonder fraaie voorziening geworden die veel complimenten krijgt. In november is de nieuwbouw bij Interzorg Kornoeljehof in gebruik genomen. Het betreft appartementen met huiskamers voor 30 cliënten. Deze huisvesting evenals de nieuwbouw bij De Slingeborgh, maakt deel uit van de deconcentratie van de cliënten en medewerkers van Nieuw Graswijk. Ook beschikt Kornoeljehof nu over een aantrekkelijke plaza met restaurant. Spreiding van verpleeghuiszorg De verhuizing van cliënten en medewerkers welke gepaard gaat met deze spreiding wordt zorgvuldig en met inachtneming van de belangen van alle betrokkenen uitgevoerd. Er is niet alleen aandacht voor een goede informatievoorziening, maar ook wordt veel belang gehecht aan de inspraak bij dit proces. Ook de aan de cliënten verbonden vrijwilligers zijn uitgenodigd om mee te gaan naar een van de nieuwe locaties. De voorbereidingen voor de verhuizing van de cliënten, de vrijwilligers en het personeel waren al in 2009 gestart. Brede inventarisaties van waar ieders belangstelling lag, gevolgd
24-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
door intensieve pogingen om alles zo goed mogelijk met elkaar en met de meest wenselijke situatie te matchen hebben resultaat afgeworpen. 5. Registratie van incidenten en gevaarlijke situaties
5.1
Rapportage Interzorg centrale MIC-commissie, over 2010
Beoordeling uitkomsten MIC registratie 2010 Het aantal geregistreerde incidenten is ten opzichte van 2009 met 789 meldingen afgenomen. Het aantal geregistreerde gevaarlijke situaties neemt in 2010 verder af. Het aantal bij een incident of gevaarlijke situatie betrokken cliënten is het afgelopen jaar ook weer gedaald. Aantallen Wijkzorg zijn niet meegenomen bij onderstaande analyses.
2007 2008 2009 2010
Incidenten 2905 3187 3183 2394
aantal cliënten 1081 1125 786 705
gevaarlijke situaties aantal cliënten. 1076 542 864 472 857 372 811 362
Medicatie en valincidenten komen het meest voor. Kruistabel aantal geregistreerde incidenten 2008 - 2010 2008 2009 Anholt 269 338 - medicatie 103 137 - vallen 150 141 N. Graswijk 316 318 - medicatie 88 46 - vallen 125 202 Zorgcentra 2601 2521 - medicatie 1471 1313 - vallen 974 1079 Totaal 3186 3177
2010 258 119 113 311 53 158 1825 765 834 2394
Het aantal incidenten is in 2010 vergeleken met 2009 in Anholt afgenomen, in Nieuw Graswijk bijna gelijk gebleven en in de zorgcentra afgenomen. Dit laatste betreft zowel het aantal medicatie incidenten als val incidenten. Medicatie incidenten Aantal geregistreerde medicatie incident naar soort: 2007 2008 2009 2010 Cliënt heeft medicijn niet ingenomen 404 560 401 273 Medicijn is niet gegeven 801 846 861 587 Medicijn op verkeerd tijdstip gegeven 20 15 22 13 Verkeerd medicijn gegeven 31 38 29 33 Verkeerde dosis 20 33 31 18
25-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Anders Totaal Oorzaak van het medicatie incident: Cliënt weigert inname Verkeerd op medicijnlijst Vergeten door cliënt Vergeten door medewerker Vergissing van medewerker Anders Totaal
164 94 148 112 1476 1664 1501 1036 2007 164 8 200 741 95 242 1451
2008 187 6 325 788 117 244 1667
2009 112 5 229 812 112 219 1501
2010 53 4 193 566 75 145 1036
Val incidenten
Valincident
2008 1249
2009 1423
2010 1105
Zie hieronder de oorzaken van de valincidenten: Anders 372 Geen of verkeerd schoeisel 41 Gezondheidsproblemen, duizelig 96 Natte vloer 7 Medebewoner 4 Obstakel 8 Onbekend 398 Ondeugdelijk materiaal 4 Onrust, verward, psyche 152 Verkeerd gebruik dwangmiddel 4 Verkeerd gebruik materiaal of hulpmiddel 19
26-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
5.2
Jaarverslagen van de afzonderlijke locaties 5.2.1
MIC jaarverslag Anholt 2010
Meldingen incidenten In 2010 waren er 258 meldingen bij 130 cliënten. Het aantal meldingen incidenten is in vergelijking met 2009 met 80 meldingen afgenomen, dit heeft o.a. te maken met het feit dat verbeterplannen meer ingebed zijn op de afdelingen. Medicijnincidenten zijn de voornaamste incidenten. Er is 119 keer een melding gemaakt in 2010 en hier waren 76 cliënten bij betrokken. De reden van de oorzaken is divers (zie tabel): Analyse medicijn incidenten Anholt Anders Cliënt weigert inname Niet op de hoogte van juiste medicatie Stond op verkeerde medicijnlijst Vergeten door cliënt Vergeten door medewerker Vergissing van medewerker
Analyse medicijn incidenten 2 Anholt Anders Cliënt heeft medicijn niet ingenomen Medicijn niet gegeven Medicijn op verkeerd tijdstip gegeven Verkeerd medicijn gegeven Verkeerde dosering gegeven
20 8 3 3 13 52 20
17 27 52 2 11 10
Wat betreft de medicatie incidenten valt het op dat vooral de vergissing/vergeten van de medewerkers het grootste aandeel is. Dit zal in de toekomst verminderd kunnen worden door invoering van een eenduidige werkwijze (Interzorg-breed).
27-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Wat betreft de valincidenten is er sprake van 113 meldingen bij 58 cliënten.
Analyse val incidenten Anholt Anders Geen of verkeerd schoeisel Gezondheidsproblemen, duizelig Natte vloer Medebewoner Obstakel Onbekend Ondeugdelijk materiaal Onrust, verward, psyche Verkeerd gebruik dwangmiddel Verkeerd gebruik materiaal of hulpmiddel
47 5 9 1 1 1 29 0 18 1 1
Daarnaast zijn er 15 overige incidenten gemeld in 2010.
Meldingen gevaarlijke situaties In 2010 waren er 154 meldingen van gevaarlijke situaties bij 80 cliënten. Het aantal meldingen is licht afgenomen in vergelijking met 2009 (toen was er sprake van 169 meldingen bij 76 cliënten). Algemeen In Anholt worden maandelijks MIC-rapportages uitgedraaid alleen is de Centrale MICcommissie slapende. Er zal komend jaar meer aandacht aan de MIC(-commissie) besteed worden. Het is voor de medewerker soms moeilijk een keus te maken tussen een incident of gevaarlijke situatie. Regelmatig komen meldingen in de “verkeerde” categorie terecht. Dit vraagt om een Interzorg-breed beleid.
5.2.2
MIC jaarverslag De Driemaster 2010
Meldingen incidenten In 2010 waren er 95 meldingen bij 29 cliënten. Het aantal meldingen incidenten is in vergelijking met 2009
28-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
met 39 meldingen afgenomen, dit heeft o.a. te maken met dat de cliënten van de wijkzorg niet meer worden meegenomen in de MIC. Ook heeft het te maken met het registreren, van vergeten in te nemen van medicatie door cliënt. Als cliënt cognitief goed is en zelf de medicatie verzorgt en cliënt vergeet de medicatie in te nemen is het de verantwoording van de cliënt. Dit wordt niet vermeld in de MIC, wat in het verleden wel gebeurde. Gebeurt het vergeten in te nemen vaker dan is het een zorgprobleem en dient er actie te worden ondernomen; dit noteren in het zorgplan. Vallen is het voornaamste incident. Bij valincidenten is het aantal ernstig letsel zoals fracturen laag; de beschermende maatregelen doen hun werk. Wat betreft melding medicatie gaat het vaak om “vergeten” te geven/ “vergeten” in te nemen. Actie naar de medewerkers toe; betere afstemming onderling, bij overdracht controleren wat betreft verstrekking medicatie. Accuraat werken en elkaar erop aanspreken. Bij vergeten in te nemen de cliënt medicijn aanreiken met eventueel een glas water, controleren of het is ingenomen. Juiste procedure volgen. Meldingen gevaarlijke situaties In 2010 waren er 22 meldingen bij 12 cliënten. Het aantal meldingen is in vergelijking met 2009 afgenomen met 11 meldingen. Aan gevaarlijke situaties wordt veel aandacht besteed, cliënten worden bij het intake gesprek gevraagd om geen losse matten in het appartement te gebruiken en een antislip badmat aan te schaffen. Een opgeruimd appartement/huis voorkomt valpartijen. Regelmatig worden bewoners erop geattendeerd niet op kousen te lopen maar schoeisel aan te trekken. Algemeen In het werkoverleg is de MIC een vast agenda punt. Het is voor de medewerker soms moeilijk een keus te maken tussen een incident of gevaarlijke situatie. Regelmatig komen we een melding tegen die in de “verkeerde” categorie zit. Dit geeft dus een vertekend beeld. Dit wordt ook besproken in het werkoverleg.
5.2.3
MIC jaarverslag Hendrik Kok 2010
De MIC-commissie is in 2010 3 x bij elkaar geweest. In 2010 waren er totaal 157 incidenten waarvan 76 medicijnincidenten en 81 valincidenten Een vergelijking met 2009 kan niet worden gemaakt i.v.m. het ontbreken van een jaarverslag. De maatregelen die genomen zijn t.a.v. de medicijnincidenten zijn:
29-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
T.a.v. medicatie fouten valt op dat de oorzaken voor een deel bij de medewerker liggen maar ook bij de cliënt zelf, O.a.: Cliënt weigert inname of vergeet de medicatie: Wanneer een cliënt weigert medicijnen in te nemen, wordt dit gemeld bij de huisarts en in het zorgplan opgenomen. Daarna wordt het niet meer gemeld bij de MIC maar is het onderdeel van het zorgtraject. Zolang het niet is vastgelegd in het zorgplan, wordt altijd opnieuw melding gedaan. Wanneer de cliënt zijn medicatie vergeet, wordt hij/zij daar wel op gewezen maar het blijf de verantwoordelijkheid van de cliënt zelf. (Mits anders in het zorgplan staat vermeld) Vergeten door medewerker: Medicatiefouten worden hoofdzakelijk gemaakt omdat de looplijst niet goed gebruikt en afgetekend wordt. Hierover zijn de volgende afspraken gemaakt: Teamleiders gaan elke dag controleren of de looplijsten gebruikt worden, mocht een medewerker dit niet hebben gedaan dan wordt hij/zij persoonlijk aangesproken hierover. Daarnaast volgt ook een gesprek over het belang van goed aftekenen. De maatregelen die genomen zijn t.a.v. de valincidenten zijn: De teamleider gaat altijd in gesprek met de cliënt wanneer een valincident heeft plaats gevonden. Ook wordt standaard de familie ingelicht. Gezamenlijk wordt de situatie beoordeeld. Eventuele afspraken worden in het zorgplan vermeld.
5.2.4
MIC jaarverslag De Hoprank 2010
Commissieleden: - Anita de Theye, teamleider - ………………, servicecoördinator - Reitse Heerze, nu Ria Nijnuis, locatiemanager De MIC-commissie heeft in 2010 2x overleg gehad, data onbekend. Algemeen Aan de hand van de MIC-registratie in PCD wordt er gekeken naar 2 zaken: - Welke incidenten zijn gemeld; - Hoe is ermee omgegaan. In 2010 waren er 101 meldingen. Het gaat voornamelijk om medicatie-incidenten en valincidenten. Wat verder opvalt, is dat er een verschil in medicatie-incidenten is per afdeling: Afdeling De Hop: 72 meldingen Afdeling De Rank: 29 meldingen Analyse Uit de analyse van de valincidenten blijkt dat vaak de oorzaak niet bekend is, omdat bewoners op de grond worden aangetroffen en zelf ook niet kunnen aangeven wat er is gebeurt. Wel zijn het vaak dezelfde bewoners die vallen, omdat ze het advies om het niet te doen niet opvolgen. 30-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Dit blijkt uit de cijfers: 38 valincidenten bij 21 bewoners. Concluderend bij valincidenten is er geen sprake van organisatorische of materiële gebreken. Uit de analyse van de medicatie-incidenten blijkt: medicatie-incidenten worden met name veroorzaakt door medewerkers, op 75 meldingen komt uit dat het 48x vergeten is door medewerkers. Het proces van medicatieverstrekking wordt steeds kritisch bekeken en waar mogelijk verbeterd. De medicatie-incidenten hebben niet geleid tot lichamelijke of psychische klachten bij betrokkenen. Melding gevaarlijke situaties In 2010 waren er 27 meldingen bij 19 verschillende cliënten. Het blijkt dat er op afdeling De Hop meer meldingen zijn gemaakt, als op afdeling De Rank. Ook is opvallend te noemen dat de meeste meldingen op donderdag en vrijdag waren. Conclusies Er wordt meer “gemict”, afdeling De Hop doet dit meer als afdeling De Rank en de medicatieincidenten betreffen de meeste meldingen. De MIC-commissie heeft niet actief gewerkt. Dit wordt nu structureel opgepakt, 4x per jaar een bijeenkomst. De cliëntenraad is actief betrokken bij het MIC-beleid, staat elke 6 weken op de agenda.
5.2.5
MIC jaarverslag De Hullen 2010
Aantal meldingen incidenten Medicatie De Borgen: De Esmarke: Het Verzorgingshuis:
25 meldingen 21 meldingen 126 meldingen
Het aantal meldingen in 2010 is voor de afdelingen de Borgen en de Esmarke fors gedaald. ( de Borgen in 2009: 70 meldingen, Esmarke in 2009: 131 meldingen). Afdeling Verzorging laat een stijging zien ten op zichte van vorig jaar.( 2009: 36 meldingen) De MIC meldingen worden nu standaard besproken in het werkoverleg en heeft meer de aandacht. Om fouten te voorkomen wordt de medicatielijst afgetekend op het moment dat de cliënt de medicatie krijgt aangeboden en inneemt. Tevens zijn er hesjes besteld die de verzorgende, die de medicatieronde verzorgt, aantrekt. Op deze manier weten cliënten en collega
31-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
medewerkers dat de betrokken verzorgende niet gestoord kan worden in haar werkzaamheden. Bij veelvuldige weigering wordt contact opgenomen met de huisarts/ verpleeghuisarts hoe dit opgepakt kan worden. Dit heeft in 2010 een vervolg gekregen. De stijging van het aantal medicatie incidenten in het verzorgingshuis komt vooral voort uit het feit dat een aantal cliënten van het Verzorgingshuis het medicijnbeheer nog in eigen regie heeft. Hierdoor worden medicijnen weleens vergeten. Afgesproken is om op afstand dit in de gaten te houden. Wanneer dit veelvuldig gebeurt bij een cliënt zal worden besproken de medicatie door de medewerkers zorg te laten verzorgen. Vallen De Borgen: De Esmarke: Het verzorgingshuis:
74 meldingen 15 meldingen 72 meldingen
Het aantal meldingen in 2010 is gestegen voor de afdelingen de Borgen en Verzorging (de Borgen 55 meldingen, het Verzorgingshuis 70 meldingen. Afdeling Esmarke laat een lichte daling zien: 17 meldingen 2009 De meldingen binnen het Verzorgingshuis betreft merendeel meldingen in de nachtelijke uren. Om dit te voorkomen is afgesproken om nachtlampjes te plaatsen zodat cliënten zich beter kunnen oriënteren wanneer zij wakker worden en hun bed uitgaan. In overleg met teamleider zal dit op korte termijn worden gerealiseerd. Op afdeling de Borgen vinden de incidenten veelal in het appartement van de cliënt plaats en het merendeel in de avond- nachturen. Onrust van de cliënt is een veel genoemde oorzaak. Ook blijkt dat er ongevallen plaatsvinden t.g.v. een overvolle kamer/ appartement. Cliënten nemen veel meubilair mee waardoor er weinig bewegingsruimte is. Ook in 2010 is bij opname van cliënten dit punt te besproken en de gevaren van een volle kamer/ appartement door genomen. In de hal van locatie De Hullen is andere vloerbedekking gelegd, er wordt nu extra schoongemaakt. Er zijn waarschuwingsborden aangeschaft om valincidenten t.g.v. een natte vloer te voorkomen. Deze worden veelvuldig ingezet. Agressief gedrag De Borgen: De Esmarke:
4 meldingen 1 melding
Er zit een flinke daling in het aantal meldingen agressief gedrag op afdelingen de Borgen en Esmarke. ( de Borgen 16 meldingen in 2009, Esmarke 16 meldingen in 2009) Voor beide afdelingen geldt dat de redenen van de meldingen onbekend zijn. Ook in 2010 is aandacht besteed aan de verschillende formulieren die ingevuld dienen te worden, afhankelijk van het incident. Denkende hierbij aan het MIC formulier en het ARBO formulier. In 2011 komt er een vervolg op de training “Omgaan met Agressie” voor de medewerkers. Met de psycholoog is regelmatig overleg om te bespreken hoe in te spelen op agressief gedrag tussen cliënten. Het heeft en houdt de aandacht. Op afdeling de Borgen vinden de incidenten veelal in de avonduren plaats. Onrust van de cliënt is vaak de oorzaak van het incident. Anders De Borgen: Esmarke:
6 meldingen 1 melding
32-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Het Verzorgingshuis:
2 meldingen
Dit zijn veelal meldingen die buiten de 3 andere categorieën vallen. Het is moeilijk te achterhalen wat de oorzaak is. Het betreft meldingen die plaatsvinden in de eigen woonruimte van de cliënt. 5.2.6
MIC jaarverslag Kornoeljehof 2010
In 2010 waren er totaal 167 meldingen bij 56 personen. Dit is iets meer dan in 2009, toen waren er 153 meldingen bij 146 personen. In de maand november is de Eekhoorn opgestart, verpleeghuiszorg voor 32 cliënten. Aangezien dit een deel van het jaar bestrijkt, wordt hier apart (elders in dit verslag) op gerapporteerd. Vallen: er waren 95 valincidenten (vorig jaar 75). De meeste meldingen worden veroorzaakt door lichamelijke achteruitgang en gezondheidsredenen, enkele meldingen werden veroorzaakt door slechtziendheid en drankgebruik. De teamleider heeft advies ingewonnen bij Hendrik Kok en e.e.a. met cliënt en familie besproken. Ook viel het op dat er veel meldingen waren van de groepsverzorging betreffende cliënten die naast de stoel gingen zitten. Hiervoor is advies ingewonnen bij de ergo- en fysiotherapeut. Tijdens de bouw is iedereen alert gebleven op gevaarlijke situaties. Er zijn vele maatregelen genomen in de loop der maanden. Er hebben zich tot nu geen incidenten voorgedaan die betrekking hebben op de bouw! Medicatie: 56 incidenten (vorig jaar 54). Op de afdelingen is afgesproken ook de tijd te vermelden. Hierdoor kon er gerichte actie worden ondernomen. Gevaarlijke situaties: 23 incidenten bij 15 bewoners, dit is vergelijkbaar met vorig jaar (22 meldingen bij 13 personen). Het meest voorkomend is uitglijden door sokken of losse vloerkleden en vergeten medicatie. Dit zijn geen gevaarlijke situaties en de meldingen zijn verkeerd gemaakt. Extra aandacht is besteed aan het juist invullen van de MIC rapportages. Agressief gedrag: hier waren 4 meldingen van. Dit heeft de volle aandacht van contactverzorgenden, teamleider, huisarts en familie. Eekhoorn ( 1 november t/m 31 december) Vallen: 14 incidenten. De meeste incidenten werden veroorzaakt doordat de cliënt vergeten was dat ze niet (meer) zelfstandig kunnen lopen. In overleg met de familie wordt de afweging gemaakt: middelen en maatregelen of genomen risico. Medicatie: 5 incidenten Gevaarlijke situaties: er waren 5 incidenten. 3 incidenten betroffen 1 bewoner die over het bedhek probeerde te klimmen. Dit bedhek wordt nu niet meer gebruikt. Bij 1 incident is een cliënt gevallen (probeerde zijn rollator te pakken) en kort hierop overleden. Dit is gemeld bij de inspectie.
33-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
5.2.7
MIC jaarverslag De Slingeborgh 2010
Medicatie Het aantal medicatie incidenten is in 2010 verder afgenomen. In 2009 werden 179 medicatie incidenten geregistreerd bij 62 cliënten. In 2010 145 incidenten bij 61 cliënten. Geregistreerde oorzaken zijn: 87 x vergeten door een medewerker medicijnen te geven. 28 x vergeten door de cliënt de medicatie in te nemen. 7 x vergissing van de medewerker. 3 x Cliënt weigert inname. 20 x anders. Acties MIC meldingen worden volgens protocol uitgevoerd. Medio 2010 is de pg unit in gebruik genomen. Ondanks de soms hectische periodes die ingebruikneming met zich mee hebben gebracht, heeft dit in vergelijking met 2009 geen negatieve uitwerking gehad op het aantal medicijn incidenten. In de MIC commissie worden de fouten geanalyseerd en van een advies voorzien periodiek besproken in het teamoverleg van alle afdelingen. Er wordt extra aandacht besteed aan de plaats van de medicatieverstrekking in het werkproces. In 2011 worden de werkprocessen opnieuw geëvalueerd en bijgesteld en zal extra aandacht besteed worden aan de tijd(stip) en werkwijze van het delen van de medicatie. Valincidenten Het aantal valincidenten is in 2010 afgenomen. In 2009 werden 239 valincidenten geregistreerd bij 64 cliënten. In 2010 176 valincidenten bij 64 cliënten. In 44 gevallen is de oorzaak niet bekend, in 21 situaties was er sprake van gezondheidsproblemen, bijvoorbeeld duizeligheid, in 23 gevallen is er sprake van onrust, verwardheid of andere psychische problemen, in 5 gevallen verkeerd schoeisel, in 2 gevallen verkeerd gebruik van hulpmiddelen of materialen, in 78 was er een andere oorzaak. Actie Alle meldingen worden afzonderlijk en in totaliteit elk kwartaal in de MIC commissie besproken en waar nodig wordt per cliënt actie ondernomen. In de MIC commissie worden de incidenten geanalyseerd en van een advies voorzien, periodiek besproken in het teamoverleg van alle afdelingen. Meldingen die direct actie vragen of afgehandeld kunnen worden, worden onder verantwoordelijkheid van de teamleider of facilitair coördinator afgehandeld. Gevaarlijke situaties Er zijn 81 gevaarlijke situaties gemeld. Deze zijn door het locale management in overleg met de medewerkers van de betreffende afdeling en de technische dienst direct opgelost. Situaties die te maken hebben met oplevering van de pg unit zijn door de aannemer of onder zijn verantwoordelijkheid opgelost.
34-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
5.2.8
MIC jaarverslag De Wijde Blik 2010
De commissieleden zijn: - Mevrouw Ter Haar, teamleider - Mevrouw Kuiper, facilitair - Mevrouw Fieten, zorg team 1 - Mevr. Leemhuis, zorg team 2 - De heer. R. Heerze, locatiemanager Mic-commissie heeft op de volgende dagen hun overleg gehad: - 26 april 2010 - 19 juli 2010 - 8 november 2010 - 17 januari 2011 Aan de hand van de MIC registratie vanuit PCD kijken we naar de incidenten die zijn gemeld en of we hier adequaat op hebben gereageerd. Er waren 530 meldingen van incidenten bij 85 cliënten geregistreerd in 2010. Het aantal meldingen is in vergelijking met vorig jaar met iets toegenomen met 26 meldingen. Het gaat hier voornamelijk om medicatie-incidenten en valincidenten. De medicatie-incidenten worden voornamelijk veroorzaakt door medewerkers die vergeten de medicatie op bepaalde tijden uit te delen en in sommige gevallen doordat de bewoner vergeten is de uitgereikte medicatie in te nemen. Het proces van medicatie verstrekking wordt steeds kritisch bekeken en waar mogelijk worden er verbeterpunten aangebracht en of andere werkafspraken gemaakt.
-
Medewerkers moeten bewuster met het delen van de medicijnen omgaan. Medewerkers worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden. Cliënten erop attenderen dat ze uitgereikte medicatie moeten innemen op daarvoor vastgestelde tijdstippen. Bij de bewoner die zelf de medicatie wenst te regelen wordt dit vermeld in het zorgplan van de bewoner.
De medicatie-incidenten hebben niet geleid tot lichamelijke of psychische klachten bij de betrokkenen. De oorzaken van de valincidenten zijn terug te brengen tot het ondoordacht en onzorgvuldig handelen van de cliënten. De valincidenten hebben te maken met de verslechtering van de cliënten, de cliënt ervaart dit zelf anders. Hierdoor meerdere meldingen. Een aantal cliënten zijn overgeplaatst naar het verpleeghuis. Bij de valincidenten is er geen sprake van organisatorische of materiële gebreken. Meldingen gevaarlijke situaties
35-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
In 2010 waren er 66 meldingen bij 42 cliënten. Hierin een stijging van 18 meldingen in vergelijking met 2009. Het blijkt dat het voor de medewerker moeilijk is een keuze te maken onder welke categorie een melding moet vallen. In de meldingen gevaarlijke situatie zetten veel meldingen die daar niet in thuis horen. Door middel van duidelijke informatie te geven hopen we dat dit voor de medewerkers verhelderend werkt en daar naar gehandeld gaat worden. Mic incidenten worden iedere maand in het team besproken.
5.2.9
MIC jaarverslag Nieuw Graswijk 2010
Meldingen incidenten 2010 Het aantal meldingen incidenten is in vergelijking met 2009 toegenomen met een kleine 30 meldingen. In 2009 waren er 258 meldingen en in 2010 287. Dit met de deconcentratie in beschouwing genomen betekent een forse toename van het aantal incidenten. Uiteindelijk waren er in de laatste twee maanden van het jaar namelijk 40 bewoners minder in huis. De indruk is dat er goed en zorgvuldig wordt gemeld, ook situaties die zeer regelmatig voorkomen. Het aantal medicatie meldingen blijft nu keurig op een laag niveau. Een belangrijke oorzaak is de extra aandacht die we hebben besteed aan de medicatie verstrekking. Middels klinische lessen is het protocol nog eens goed doorgenomen en op het niveau van huiskamers zijn duidelijker afspraken gemaakt. Het zal een belangrijk punt van aandacht blijven en we zijn van plan dit jaar opnieuw middels scholing hier aandacht aan te besteden. Vallen blijft het voornaamste incident. Hierin is ten opzichte van vorig jaar wel een lichte daling te zien . Deze daling kan worden verklaard door de deconcentratie. We zijn druk bezig met het verder uitwerken en implementeren van het valpreventie beleid. Dit zou er toe kunnen leiden dat er minder incidenten zullen gaan plaats vinden. Belangrijk aandachtspunt blijft hierin ook het werk en aandacht van de ergo-coaches die preventief hun waarde hebben bewezen. Het in uitvoer gebrachte verbeterplan Middelen en Maatregelen waarin we minder vrijheidsbeperkende maatregelen zijn gaan gebruiken heeft geen duidelijke toename van het aantal val incidenten tot gevolg gehad. Het aantal meldingen van agressie is fors gestegen . Daarbij nog opgemerkt dat een groot aantal agressie momenten (nog) niet worden gemeld. De opleiding omgaan met agressie zal in 2011 weer worden opgestart en beleidsmatig zullen er aanpassingen en middelen beschikbaar moeten komen om dit gedrag wat “hoort” bij onze doelgroep in de hand te houden. Meldingen gevaarlijke situaties Het aantal meldingen ten opzichte van vorig jaar is nagenoeg gelijk ( +1 ). In het licht van de deconcentratie dus een redelijke stijging. De verklaring moet gezocht worden in het verouderde gebouw. Hoewel veel aandacht voor veiligheid zien we toch dat sommige stukken in het gebouw onverwachts mankementen gaan vertonen. Uiteraard herstellen we alles wat gevaar op levert.
36-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Algemeen Het is voor de medewerker nog steeds moeilijk een keus te maken tussen een incident of gevaarlijke situatie. Niet zelden komen we een melding tegen die in de “verkeerde”categorie zit. Middels scholing en het bespreken hiervan in het werkoverleg proberen we hierin verbetering aan te brengen. De werkwijze omgaan met de MIC cijfers zoals dat in het protocol is beschreven werkt goed. In grote lijnen is het een vast agenda punt op locatie- overleg en van daaruit wordt het op afdelingsteam niveau nader geanalyseerd en besproken. Het verdient aanbeveling om een relatie te leggen tussen de MIC en de meldingen incidenten voor medewerkers en vrijwilligers. Zeker als het gaat om gevaarlijke situaties en meldingen van agressie door bewoners.
37-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
6.
Klachtencommissie Interzorg
Jaarverslag 2010 Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding De klachtencommissie Bekendheid en uitbreiding van de werkzaamheden Concrete werkwijze Landelijke ontwikkelingen Klachtenafhandeling 2010 Bestuurlijk functioneren
1. Inleiding Elke zorgaanbieder is verplicht een regeling te hebben volgens welke klachten van cliënten kunnen worden behandeld door een daartoe ingestelde commissie. Het is wenselijk dat de klachtencommissie op een zorgvuldige wijze klachten behandelt en daarbij voldoet aan bepaalde basisvereisten. Deze vereisten zijn af te leiden uit de WKCZ (Wet Klachtrecht Cliënten Zorginstellingen) zelf, maar ook uit de klachtenrichtlijn Gezondheidszorg (2004). Met al deze ontwikkelingen wordt de klachtencommissie steeds meer één van de elementen binnen het bredere kader van een door de zorgaanbieder in te richten klachtenmanagement voor cliënten. Dit klachtenmanagement is een expliciet onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Doel van het instellen van een klachtencommissie is een laagdrempelige, onafhankelijke en deskundige behandeling van klachten van cliënten respectievelijk hun belangenbehartigers conform de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) en de Wet Bijzondere opname psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Achterliggende ideeën zijn, dat een goede klachtenbehandeling kan bijdragen aan de kwaliteit van de zorg en dat klagers geen nadelige gevolgen ondervinden van het feit dat zij een klacht hebben ingediend. De klachtencommissie stelt zich in alle gevallen de vraag in hoeverre alsnog gekomen kan worden tot een oplossing van het ongenoegen dat tot de klacht geleid heeft, zo mogelijk via bemiddeling. Indien de klachtencommissie hier mogelijkheden toe ziet, wordt de weg van bemiddeling pas gevolgd indien de klager hiermee instemt. Is dat niet het geval dan wordt de klacht alsnog in behandeling genomen. 2. Klachtencommissie De samenstelling van de klachtencommissie zelf is in het verslagjaar niet gewijzigd. Eind 2010 was de functie van ambtelijk secretaris vacant. Inmiddels wordt deze functie vervuld door mevrouw W. Klok, management secretaresse op het stafbureau van de Stichting Interzorg (telefoon 0592.360234, maandag tot en met woensdag gehele dag en donderdag ochtend). De commissie bestaat uit: De heer mr. W.J. Nauta (voorzitter) mevrouw K. Reinbergen de heer O.K. Bakker de heer H.H. Temmen
voormalig directeur verstandelijk gehandicaptenzorg beleidsadviseur P&O arts voormalig directeur verzorgingshuis
38-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Ambtelijk secretaris vacant Het klachtenreglement vraagt er om dat klachten schriftelijk worden ingediend. Schriftelijke klachten kunnen worden gestuurd naar de Klachtencommissie Interzorg NoordNederland, p/a Beilerstraat 215, 9401 PJ Assen. Alle leden hebben op enigerlei wijze ervaring in of kennis van zorgverlening. Zij zijn niet werkzaam bij Interzorg en zijn in die zin dus onafhankelijk. 3. Bekendheid van de commissie Wil een klachtencommissie functioneren, dan dienen belanghebbenden op de hoogte te zijn van haar bestaan. Binnen Interzorg bestaat de folder „Klachtenregeling Interzorg, informatie voor bewoners en familie‟ die deel uitmaakt van de informatiemap voor nieuwe cliënten. Deze folder is ook via de website van Interzorg te downloaden. Daarnaast wordt de klachtencommissie vermeld op het Intranet. Ondanks deze maatregelen heeft de klachtencommissie de indruk dat cliënten en familie toch onvoldoende op de hoogte zijn van het bestaan van de klachtencommissie. Dit baseert zij onder meer op het geringe aantal klachten. In 2010 bereikten de commissie 4 klachten. Op geen van deze klachten werd uitspraak gedaan (zie onder 6). 4. Concrete werkwijze De klachtencommissie acht het essentieel dat de uitkomst van iedere klachtbehandeling en de verwoording van de uitspraak zowel voor klager als verweerder begrijpelijk is. Dit betekent dat in iedere uitspraak alle stappen die in het onderzoeksproces gezet zijn en alle informatie die gebruikt is, in de uitspraak - vaak samengevat - wordt opgenomen. Vaak raadpleegt de klachtencommissie het medisch of zorgdossier van de cliënt voor zover deze toestemming heeft gegeven voor de raadpleging daarvan. Voorts wordt in de uitspraak het verweerschrift opgenomen dat de verweerder, op verzoek van de klachtencommissie, naar aanleiding van de klachtbrief opstelt. Op basis van de klachtbrief en het verweerschrift, in combinatie met de informatie uit de dossiers, vindt de hoorzitting plaats. De klachtencommissie beschouwt de hoorzitting als het belangrijkste onderzoeksinstrument uit de klachtenprocedure. Hier wordt immers, in aanwezigheid van beide partijen, alle beschikbare informatie gecheckt, nieuwe informatie ingewonnen en opvattingen uitgewisseld. Om die reden vindt de hoorzitting dan ook in aanwezigheid van beide partijen plaats, tenzij de verhoudingen tussen de partijen dusdanig verstoord zijn dat geen zinvolle informatie-uitwisseling mogelijk zou zijn. Deze situatie heeft zich in het verslagjaar niet voorgedaan. De uitspraak concentreert zich op de gegrondheid dan wel ongegrondheid van de klacht. Om een uitspraak te kunnen doen, is het soms noodzakelijk tot een herformulering van de klacht te komen. Vanuit de klachtencommissie wordt in een dergelijk geval contact opgenomen met de klager en een voorstel tot herformulering gedaan. Uiteraard beslist de klager over die herformulering. In het verslagjaar is deze situatie niet voorgekomen. In beide gevallen - gegrond dan wel ongegrond - geeft de klachtencommissie zo duidelijk als mogelijk is aan, op basis van welke norm (wettelijk of anderszins) zij tot haar oordeel is gekomen. Het is vervolgens aan klager en verweerder om, op basis van de uitspraak, waar mogelijk en nodig, het proces rond de verstoorde zorgverlening te hervatten.
39-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
In voorkomende gevallen voegt de klachtencommissie aan haar oordeel over de gegrondheid van een klacht ook een advies toe. In de regel wordt dit advies verstrekt aan de directie. Het advies vloeit voort uit zaken die de klachtencommissie bij haar onderzoek opgevallen zijn en die naar haar mening bijstelling nodig behoeven. In 2009 heeft de commissie aan haar uitspraak 4 adviezen toegevoegd. De klachtencommissie beschouwt deze adviserende kant van haar werk als zeer belangrijk omdat zij daardoor in de gelegenheid is om vanuit haar eigen deskundigheid een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de zorg. Indien een advies wordt overgenomen, wordt enige tijd later naar de stand van zaken in de uitvoering van het advies gevraagd. De instelling wordt gevraagd het bericht hierover in afschrift naar de klager te zenden, waardoor deze zicht krijgt op het uiteindelijke effect van zijn klacht. Dit sluit aan bij de wens van veel klagers, niet alleen om duidelijkheid te krijgen op de gegrondheid van een klacht maar ook om vergelijkbare situaties in de toekomst te voorkomen. 5. Landelijke ontwikkelingen In het voorgaande jaarverslag maakten wij gewag van het programma “Zeven rechten voor cliënten in de zorg: investeren in de zorgrelatie” dat de toenmalige bewindslieden van VWS in mei 2010 publiceerden. Dat programma is nu omgezet in een wetsontwerp “Wet cliëntenrechten Zorg” dat in april 2010 naar de Tweede kamer is gezonden. Het wetsontwerp heeft ten doel de rechtspositie van de cliënt te versterken. In het wetsontwerp staan rechten en plichten zoals: - het recht op goede zorg voor de cliënt; - het recht op keuze-informatie; - het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer; - het recht op medezeggenschap; - de plicht tot goed bestuur en toezicht voor de zorgaanbieder en - de plicht tot verslaglegging en maatschappelijke verantwoording voor de zorgaanbieder. Met deze bundeling en aanscherping van rechten ( voor de cliënt) en plichten ( voor de zorgaanbieder) wordt, naar mening van de commissie, niet alleen de positie van de cliënt aanzienlijk versterkt maar wordt ook het toetsingskader voor zijn klachten duidelijker. Voor wat betreft de behandeling van klachten schrijft het wetsontwerp WCZ een klachtenen geschillenregeling voor die niet vrijblijvend is, meer waarborgen biedt voor de onafhankelijkheid en transparanter is.
De WCZ verplicht zorgaanbieders zich aan te sluiten bij een (landelijke) geschillencommissie. Hoger beroep tegen een uitspraak van zo‟ n commissie is niet mogelijk. Rechtelijk toetsing vindt hooguit marginaal ( dus niet inhoudelijk wel op vormvoorschriften en procedures) plaats. Vooruitlopend op de invoering van de WCZ heeft Interzorg in 2010 besloten om op de zorgovereenkomst cliënt – zorgaanbieder (de ZLO) die met nieuwe cliënten wordt overeengekomen, zogenaamde Algemene Voorwaarden voor Zorg van toepassing te verklaren.
40-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Opgenomen in deze Algemene Voorwaarden is het recht van cliënten om, als klachten en geschillen die niet zijn afgehandeld conform de klachtenregeling van Interzorg, dan een beroep te doen op de Geschillencommissie Zorginstellingen. De uitspraken van deze Geschillencommissie zijn bindend voor de zorgaanbieder.
Naast de WKCZ is de Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen voor het werk van de commissie van belang omdat hierin (dwang)middelen en maatregelen die ook in een verpleeghuis soms moeten worden toegepast, van een toetsing- en klachtkader worden voorzien. Opmerkelijk is overigens dat , als er al klachten bij de commissie komen, deze bijna nooit op de WBOPZ gebaseerd zijn, hoewel bedoelde middelen en maatregelen wel met enige regelmaat worden toegepast. De WBOPZ is al jaren voorwerp van kritische evaluatie. In 2011 wordt een belangrijke wijziging van deze wet voorzien met aanscherping van het toetsing- en klachtkader. De commissie wacht deze ontwikkeling af. 6. Klachtafhandeling 2010 Klacht 1 Een cliënt en zijn echtgenote verwijten een arts onprofessioneel en arrogant optreden,verwaarlozing van een geïnfecteerde wond en te late doorverwijzing naar een specialist. Alvorens tot behandeling kon worden gekomen, overleed de klager, waarna zijn echtgenote de klacht introk. Behandeling gestaakt. Klacht 2 Een cliënt klaagde bij de commissie dat hij tot twee keer toe geen dan wel onvoldoende warme maaltijd heeft ontvangen en dat hij zich in het vervolg daarop onheus bejegend voelde door medewerkers van de organisatie. Klager verwezen naar klachtenfunctionaris waarna deze de klacht d.m.v. bemiddeling heeft afgedaan. Klacht 3 Klacht bij de commissie ingediend aangaande een vrijwilliger werkzaam bij een van de onderdelen van Interzorg. Zou boodschappen van hemzelf op de rekening van een cliënt hebben doen zetten. Klacht door locatiemanager opgepakt. Op basis van vertrouwensbreuk de vrijwilligersovereenkomst met betrokkene opgezegd. Klagers stelden vervolgens geen prijs meer op behandeling van de klacht. Klacht 4 Door nalatigheid van een arts bij de wondbehandeling van een cliënt zou deze blijvend letsel overhouden. De klacht was tevens ingediend bij de Inspectie voor Gezondheidszorg. De klachtencommissie heeft aangegeven dat zij uiteraard bereid is de klacht te behandelen maar dat gelijktijdige behandeling door commissie en inspectie niet wenselijk is. Nadat de klacht door de inspectie terzijde was gelegd, heeft de commissie begin 2011 alsnog uitspraak op deze klacht gedaan.
41-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
7. Bestuurlijk functioneren De commissie heeft in januari 2010 terug gekeken op haar eigen functioneren. Daarnaast werden afspraken gemaakt om de naamsbekendheid van de commissie binnen de organisatie van INN te vergroten. In februari 2010 nam de commissie deel aan een bijeenkomst van cliëntvertrouwenspersonen. De herziene klachtenregeling werd op deze bijeenkomst gepresenteerd. Voorts werd vanuit de commissie toelichting gegeven op de drieslag klachtsignalering, klachtbemiddeling en klachtbehandeling zoals die binnen INN gestalte heeft gekregen. In november 2010 besprak de commissie haar eigen functioneren. In december 2010 vond een zgn. expertmeeting plaats binnen INN over klachtenmanagement waaraan ook door de commissie is deel genomen. Tot slot: de commissie stelt met genoegen vast dat de structuur van het klachtenmanagement binnen de stichting Interzorg thans goed zijn beslag heeft gekregen. Cliënten doen steeds meer een beroep op klachtbemiddeling. Klachtbehandeling wordt echter nog steeds weinig benut. De commissie zal zich dan ook blijven inspannen om via allerlei kanalen zijn bestaan kenbaar te maken aan cliënten en hun belangenbehartigers. Waarbij de essentie van het werk van de klachtencommissie centraal blijft staan: waarheidsvinding en beoordeling van het gedrag waarover geklaagd wordt vanuit een norm. Assen, april 2011
Mr. W.J.Nauta, voorzitter
W.Klok, ambtelijk secretaris
42-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
7.
Financieel beleid
Het jaar 2010 is afgesloten met een positief resultaat van € 2.064.057. In het resultaat is opgenomen een resultaat van de gelieerde stichtingen ad € 412.375, een ontvangst vanuit de “tijdelijke” regeling Bouwimpuls ad € 529.701, een dotatie aan de egalisatie rekening afschrijvingen (instandhoudingen) ad € 509.405. Resteert een saldo ad € 612.576 welke wij aan onze Reserve Aanvaardbare Kosten doteren. Ten opzichte van het vorige boekjaar is het resultaat € 1,1 mln lager uitgevallen. In 2009 hebben wij een bedrag ad € 1.297.000 ontvangen uit hoofde van overgang oude financiering naar nieuwe financiering (Interzorg wordt betiteld als een “opbouwer”). Daarnaast hebben wij in 2009 een bijdrage van de Gemeente Noordenveld ontvangen, ad € 216.000, t.b.v. vastgoedprojecten locatie de Hullen. Onze normale bedrijfsresultaat valt in 2010 circa € 390.000 hoger uit dan het boekjaar 2009. Vanwege investeringen in instandhoudingen valt de dotatie aan egalisatierekening afschrijvingen circa € 30.000 lager uit dan in 2009. Ten opzichte van de begroting 2010 valt het resultaat circa € 1.000.000 hoger uit. Met name een hogere uitbetaalde productie dan begroot heeft dit positieve resultaat veroorzaakt. Van het extern budget wordt in 2010 65% aan personeelskosten uitgegeven, terwijl in de begroting uitgegaan wordt van 66%. Daarnaast wordt van het extern budget in 2010 22% aan bedrijfskosten uitgegeven, terwijl in de begroting van 23% wordt uitgegaan. Hiermee wordt grotendeels het positieve resultaat t.o.v. de begroting 2010 verklaard. De gemiddelde personeelsformatie over 2010 is 808 FTE (2009: 812 FTE). Het ziekteverzuimpercentage is in 2010 uitgekomen op 5,0% (2009; 8,1%). In 2010 is veel aandacht besteed aan het verder optimaliseren van de treasury functie binnen Interzorg. Met name de toenemende risico‟s op financiering van vastgoedprojecten is hiertoe de aanleiding geweest. Hierbij denkend aan de nieuwe financieringssystematiek van vastgoedprojecten in de zorg en tevens daarbij de kredietcrisis waardoor geldverstrekkers terughoudender zijn bij het verstrekken van kredieten. Mede in dit verband heeft Interzorg ervoor gekozen om de solvabiliteitspositie te versterken (zie ratio‟s). Een tweetal nieuwbouwprojecten zijn in 2010 afgerond. Het betreft een verpleeghuisunit bij locatie Slingeborgh (30 plaatsen PG) en een verpleeghuisunit bij locatie Kornoeljehof (32 plaatsten PG). De centrale stafdiensten zijn vanaf juni 2010 gehuisvest in het Kazerne gebouw aan de Beilerstraat. Het jaar 2010 heeft tevens in het teken gestaan van het herallocatie traject (personele evenwicht in kwantitatieve en kwalitatieve zin). De focus in 2010 lag met name in het begeleiden en coachen van het middenkader in roostervraagstukken. Een eigen ontwikkelde tool ondersteunt het middenkader om een rooster op te stellen welke voldoet aan de Interzorg kaders en de CAO VVT. De start welke in 2009 t.a.v. het optimaliseren van de managementinformatie en interne controle is gemaakt, heeft in 2010 verder gestalte gekregen. Het analyseren van de bedrijfsresultaten, adviseren van de budgethouders en het monitoren van de gestelde doelen/verbeterpunten geschiedt op een meer gestructureerde wijze, knelpunten worden sneller inzichtelijk gemaakt zodat sneller bijsturing kan plaatsvinden.
43-44
Interzorg Noord-Nederland, Jaardocument 2010, Maatschappelijk verslag
Ten slotte volgen hieronder een aantal kengetallen t.b.v. een nadere toelichting op onze gerealiseerde resultaten en onze balansposities: Resultaatratio
2010
2009
AWBZ-gefinancierde resultaten resultaat wettelijk budget ratio
1.651.682 56.712.307 2,91%
2.590.331 57.082.638 4,54%
Niet AWBZ-gefinancierde resultaten resultaat wettelijk budget ratio
412.375 56.712.307 0,73%
628.805 57.082.638 1,10%
4.727.239 12.407.698 0,38
7.867.970 9.436.785 0,83
Eigen vermogen egalisatiereserve afschrijvingen
11.105.422 3.901.094 15.006.516
9.550.770 3.391.689 12.942.459
Balanstotaal opbrengsten
61.041.289 58.622.334
58.001.973 59.014.230
exclusief egalisatiereserve afschrijvingen ratio o.b.v. balanstotaal ratio o.b.v. opbrengsten
18,19% 18,94%
16,47% 16,18%
inclusief egalisatiereserve afschrijvingen ratio o.b.v. balanstotaal ratio o.b.v. opbrengsten
24,58% 25,60%
22,31% 21,93%
Liquiditeit vlottende activa kortlopende schulden ratio Solvabiliteit
44-44