Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Inleiding Beheerplan Polderpark Cronesteyn Ontwerpvisie Algemeen Landgoedbos Hakhoutwal Elzensingel Reigerbos Waterspeelplaats Rond bezoekerscentrum Bosplantsoen dunnen Nul-beheer Laan- en verspreid staande bomen Moerastuin Gazon Evenemententerrein Weidevogelgrasland Bermen Zoom en ruigte Broeihopen Hoofdwatergangen en overige watergangen Paden Bruggen, hekken, houten opstapjes, fietsenhekken en sleutelpalen Bankjes, afvalbakken, speelwerktuigen, bebording, nestkasten en kleigeisers Waterhuishouding Bestrijding ongewenste soorten
3 5 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53
Bijlage: Voorwaarden beheer weidevogelgrasland
54
Adressen
56
2
1 Inleiding Beheerplan Polderpark Cronesteyn
Polderpark Cronesteyn is met 90 hectare het grootste park van Leiden. Het park is in 1981 ontworpen door Evert Cornet en is een van de jongste parken van de stad met de best in tact gebleven eeuwenoude verkavelingstructuur. Cronesteyn is door haar grootte en diversiteit aan landschappen een absolute topper voor stadsinwoners, planten en dieren. Het beheer van Polderpark Cronesteyn is sinds de aanleg in 1982 gericht op het bieden van een diversiteit aan recreatieve en educatieve mogelijkheden in een gebied dat ingericht is op basis van het Zuid-Hollandse polderlandschap. Het park biedt vooral extensieve vormen van recreatie, zoals wandelen, fietsen, trimmen, spelen en picknicken. In de planbeschrijving uit 1981 en in de beheerplannen uit 1990 en 1997 is uitgebreid aandacht besteed aan de doelstelling van het park en de daarbij horende ontwerpcriteria en beheermaatregelen. Het park is beschreven als een belangrijke schakel in de randstadgroenstructuur en richt zich op de grote behoefte aan “recreatie aan de stadsrand”. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is de landelijke sfeer die Cronesteyn moet uitademen, met respect voor de bestaande verkaveling en de aanwezige flora en fauna. Beheer stond de eerste jaren in het teken van de begeleiding van de natuurlijke groei van het park. Inmiddels is het park volwassen geworden en zijn de meeste doelstellingen uit 1981 bereikt. Tegelijkertijd is het park minder excentrisch komen te liggen en vervult het meer en meer de functie van stadspark. In het nieuwe beheerplan van 2004, dat in 2005 voor het eerst gebruikt wordt, blijven de doelstellingen uit 1981 geheel overeind. Het thema van het park blijft dus ‘polderpark’, maar om nog beter te kunnen dienen als stadspark voor de inwoners van Leiden zal het vergroten van de toegankelijkheid en de belevingswaarde van de bezoeker meer nadruk krijgen, ook in het beheerplan. Hiertoe wordt een aantal kavels in het park openbaar toegankelijk gemaakt, zodat bezoekers niet alleen op de verharde paden, maar ook buiten die paden het park kunnen beleven. Daarnaast zal het toekomstige beheer meer gericht zijn op consolidatie en verdere versterking van de bereikte natuurlijke kwaliteit. Uitgangspunt hierbij is onder andere de kennis die in de loop der jaren is opgebouwd over planten en dieren in het park, zoals onder andere beschreven in de VOFF rapportage Inventarisatie Stadsnatuur Gemeente Leiden (2003). Het westelijke deel van het park bestaat grotendeels uit een verpacht weiland. In het pachtcontract zijn eisen opgenomen ten aanzien van het natuurvriendelijk beheer van de percelen: het maaibeheer zal worden afgestemd op de weidevogels die broeden in het weiland. In dit beheerplan is bij iedere beheergroep een beeld beschreven, ondersteund met tekeningen en foto’s. Bij iedere beheergroep wordt een aantal plant- en diersoorten genoemd die kenmerkend zijn voor de beheergroep of die bepaalde beheermaatregelen met zich meebrengen. Er wordt geen complete soortenlijst genoemd.
3
4
5
6
7
8
3
Algemeen
Jaarlijkse schouw van het park Jaarlijks vindt in mei-juni in Polderpark Cronesteyn een schouw plaats met de beheerder(s) van het park en een aantal medewerkers van de Gemeente Leiden, namelijk een beleidsmedewerker, een ontwerper en een beheermedewerker. Door hen wordt bekeken en beoordeeld welke werkzaamheden het komende jaar uitgevoerd moeten worden. Ook worden de delen van het park waar geen beheer plaatsvindt gemonitoord, zonodig wordt besloten om maatregelen te nemen. Op basis van de beoordeling en het beheerplan wordt een planning gemaakt voor het komende jaar.
Jaarlijks schouwen: • Landgoedbos: beoordelen hoeveel gedund moet worden, in de gaten houden of de Braam en Ganzerik gaan woekeren. • Hakhoutwal en Elzensingels: aanwijzen welk gedeelte teruggezet moet worden, in de gaten houden of de frequentie niet te laag is, zonodig aanpassen. Schouwen hoe vaak de kruidenvegetatie gemaaid moet worden. • Reigerbos: aanwijzen welke toekomstbomen vrijgezet moeten worden. • Bij bezoekerscentrum: beoordelen of hagen afgezet moeten worden. • Bosplantsoen: beoordelen waar gedund moet worden en hoeveel. Ook beoordelen of snoeihout goed wordt achtergelaten en zonodig aanwijzingen geven. • Gedeelten met nul-beheer: monitoren of de benoemde delen zich goed ontwikkelen, zonodig ingrijpen. • Broeihoop: beoordelen of het experiment slaagt en of de hoop moet worden aangevuld. • Ruigte en zoom: beoordelen of deze zich goed ontwikkelen, zonodig maatregelen nemen. • Kleigeiserperceel: schouwen als de geisers gaan spuiten, maaifrequentie zonodig verhogen. • Watergangen: schouwen of er gebaggerd moet worden. • Bekijken of zaadmengsel van een kruidenrijke plaats gedroogd kan worden in een ander gedeelte in het park. • Riet: beoordelen welke deel en waar er gemaaid moet worden. Algemene beheermaatregelen die gelden voor heel Polderpark Cronesteyn: • Veiligheidsbeheer waar nodig toepassen, waar nodig zuigers, plakoksels e.d. verwijderen • Paden vrijhouden van overhangende takken en kruiden • Ziektes in de gaten houden en de nodige maatregelen nemen • Snoeiwerkzaamheden buiten het broedseizoen uitvoeren (15 november - 15 februari) • Ongewenste opslag en kruiden verwijderen (Akkerdistel en Reuzenberenklauw) • Dood hout laten liggen • Hout dat niet blijft liggen of niet op rillen komt, versnipperen en afvoeren naar het ruiterpad • In de vakken die gedund worden zorgen voor voldoende licht op de bodem en voldoende afwisseling tussen open en dichte plekken • Eerste maaibeurt tussen half juni en voor 1 juli, tweede maaibeurt tussen begin september en half september • Tijdens het maaien letten op vogels die op de grond broeden • Maaisel 3 tot maximaal 7 dagen laten drogen en dan afvoeren • Waar mogelijk braamstruiken behouden: vogels en zoogdieren gebruiken het als schuil- en nestgelegenheid
9
10
4
Landgoedbos
Landgoedbos Cronesteyn is een park-stinzenbos op kleigrond en van oorsprong een Fluitenkruidrijk–Iepenbos met een onderbegroeiing van overwegend Daslook. Een deel van het bos heeft een klimopbegroeiing. Aan de noordoostzijde zijn indertijd enige beuken aangeplant.
Binnenring: Kroonprojectie 40 - 60 %
Buitenring: Kroonprojectie 60 - 80 %
Daslook (beschermd) Foto: D.Ringelberg.
Planten: Linde, Esdoorn, Iep, Daslook, Fluitenkruid, Sneeuwklokje, Zevenblad Vogels: Tjiftjaf, Grote bonte specht, Boomklever, Winterkoninkje, Roodborst, Sperwer, Bosuil Zoogdieren: Bunzing, Rosse Woelmuis, Gewone dwergvleermuis (beschermd)
Grote bonte specht Foto: J. Groos
Bunzing
Beheermaatregelen • • • • •
Tussen het pad en de slotgracht: een kroonprojectie van 40-60 %, jaarlijks schouwen of er gedund moet worden. Dunnen met behoud van toekomstbomen Buiten het pad: kroonprojectie 60-80 %, jaarlijks schouwen of gedund moet worden, dunnen met behoud van toekomstbomen Delen die sterk begroeid zijn met brandnetel tweemaal per jaar maaien en afvoeren Braam tegengaan als deze buiten de aangegeven grens gaat woekeren Opslag Noorse esdoorn tegengaan 11
12
5
Hakhoutwal
De wal bestaat gedeeltelijk uit oude essenstobben en langs het water uit elzenhakhout. De wal heeft een kruidenrijke onderbegroeiing en af en toe een doorkijkje naar de weilanden om een gevoel van ruimte te creëren. Insecten en vogels maken graag gebruik van de houtwal.
Dwarsdoorsnede van de hakhoutwal met vensters
Planten: Daslook (vanuit landgoedbos) Langs waterkant: Gele lis, Bitterzoet, Moeraszegge, Hoge cyperzegge, Valeriaan Droge gedeelte: Bosandoorn, Fluitenkruid, Hop Vogels: Heggenmus, Fitis, Putter, Groenling, Pimpelmees, Huismus Zoogdieren: Bosmuis, Rosse woelmuis Vlinders: Atalanta, Kleine vos Bosmuis, foto: R. Verlinden Essenstobbe, foto: M. Gaemers
Beheermaatregelen • De wal bestaat uit 3 gedeelten (deel achter landgoedbos, deel langs waterkant, deel langs schooltuinen en camping). Ieder gedeelte om het jaar 1/5 terugzetten, langs het pad steeds 1 venster maken naar omliggend gebied • Op de essenstobben enkele bovenstaanders behouden • Kruidenvegetatie: gedeelte voor camping tweemaal per jaar maaien en afvoeren, overig deel eenmaal per jaar maaien en afvoeren in augustus • Braamstruiken in de wal behouden voor schuil- en nestgelegenheid
13
14
6
Elzensingel
In Cronesteyn zijn op verschillende oevers spontaan elzensingels ontstaan. Kleine zangvogels maken gebruik van de singel, onder andere als voedselbron.
Elzensingel in Cronesteyn, foto: M. Gaemers
Vogels: Sijs, Putter, Staartmees, Pimpelmees, Koolmees
Putter Sijs
Beheermaatregelen • Eenmaal per 2 jaar 1/5 terugzetten • Zonodig zware takken ongeveer 20% uitdunnen
15
16
7
Reigerbos
Het reigerbos wordt omgeven door hagen van Italiaanse populieren en door elzenhagen in verschillende vakken verdeeld. In enkele elzenhagen heeft zich een reigerkolonie gevestigd. De struiklaag bestaat voornamelijk uit Braam, Vlier, Vogelkers en Sleedoorn. De kruidlaag bestaat uit Fluitenkruid en Grote brandnetel.
haag zoom ruigte maaien in augustus
Blauwe reiger, broedt in de hagen in het Reigerbos, foto: K. Verweij
zoom haag zoom
ruigte maaien in juni
Planten: Es, Esdoorn, Haagbeuk, Eik Vogels: Reiger, Zanglijster, Grote bonte specht, Merel, Boomkruiper, Winterkoninkje, Roodborst, Fitis. Zoogdieren: Bunzing, Rosse woelmuis, Wezel Vlinders: Atalanta, Kleine vos Libellen: Paardenbijter
zoom haag
Reigernesten in de elzenhagen foto M.Gaemers
Beheermaatregelen • Elzen- en Populierenhagen zonodig inboeten • In vakken toekomstbomen selecteren en vrijzetten, bomen verzorgen na maaischade • Reuzenberenklauw op bijenweide intensief maaien en afvoeren, steeds voor de bloei • Bijenweide eind augustus, begin september maaien en afvoeren • Kruidenvakken A half juni maaien en afvoeren, B vakken half augustus • Langs alle hagen een strook van 3 meter uitsparen, deze als ruigte beheren • Braamstruweel in de hagen sparen
17
18
8
Waterspeelplaats
De waterspeelplaats bestaat uit een speelvijver met vlotjes, 3 eilandjes met wilgenbeplanting die bereikbaar zijn via houten vlonders, waterpompen en een kabelbaan over het water. Kinderen kunnen hier in de zomer avontuurlijk spelen.
Waterspel in de waterspeelplaats, foto: M.Gaemers
Vogels: Fitis, Roodborst, Kleine karekiet, Bosrietzanger Zoogdieren: Bosmuis, Egel Vissen: Karper Karper
Kleine karekiet
Beheermaatregelen • Elk jaar een van de drie eilanden ’s winters in zijn geheel terugzetten. Materiaal afvoeren • Buiten het broedseizoen jaarlijks 1/3 van de rietkragen handmatig terugzetten • Buiten het broedseizoen de sloten van de waterspeelplaats en de toevoersloot handmatig schonen
19
20
9
Rond bezoekerscentrum
Op het terrein van het bezoekerscentrum is een dierenweide te vinden met verschillende boerderijdieren, een stuk gazon, een berm, een aantal Elzen- en Populierenhagen en een aantal Walnotenbomen.
Terrein van het bezoekerscentrum Foto: M. Gaemers
Vogels: Pimpelmees, Koolmees, Staartmees, Sijs
Staartmees
Beheermaatregelen • De walnoten moeten indien nodig worden opgekroond • De populierenhaag afzetten op 3.5 tot 5 meter hoogte • De elzenhaag moet een losse haag worden. Eenmaal per 2 jaar wordt de haag afgezet op 3.5 meter hoogte • Waar de maaimachine niet bij kan, rond hagen en bomen: 2 maal per jaar met een bosmaaier maaien en afvoeren
21
22
10 Bosplantsoen Het bosplantsoen bestaat uit inheemse soorten. Afwisselend zijn dichte stukken en open, kruidenrijke plekken te vinden.
Zijaanzicht van het bosplantsoen: afwisselend dichte plekken met bomen en struiken en open plekken met kruiden
Voorbeeld om snoeihout achter te laten, zoogdieren en vogels gebruiken het als schuilplaats en nestmateriaal
Planten: Speenkruid, Fluitenkruid Vogels: Fitis, Heggemus, Zanglijster, Zwartkop, Tuinfluiter, Roodborstje, Groene Specht, Winterkoninkje, Gaai Zoogdieren: Bunzing, Wezel, Rosse woelmuis, Egel Groene specht, foto: K. Verweij
Fitis
Beheermaatregelen • Om de 4 jaar beoordelen of dunnen nodig is, maximaal 25 % dunnen. Zorgen voor afwisselend open plekken met kruiden en gesloten stukken • Overbodige stobben tegengaan, eventuele uitlopers in het groeiseizoen, maar buiten het broedseizoen, terugzetten • Op de aangegeven plaatsen een glooiende rand creëren door voornamelijk in de rand te dunnen • Als de struiken niet goed meer kunnen uitgroeien, de gehele eerste struikenrij verwijderen • Op de aangegeven plaatsen snoeihout op verschillende manieren laten liggen: op stapels, in hopen of op rillen. Op overige plaatsen snoeihout grotendeels afvoeren, grote stammen wel laten liggen
23
24
11 Nul-beheer Een aantal delen in Cronesteyn wordt niet beheerd, namelijk het eiland van het landgoedbos en van de moerastuin, de Elzenstrook langs het kanaal, een aantal delen van het bosplantsoen en een tweetal weidepercelen. Deze delen kunnen zich zonder ingrijpen van de mens natuurlijk ontwikkelen.
Onbeheerd bosplantsoen (Koudenhoorn, Warmond), foto M. Gaemers
Perceel dat geruime tijd niet beheerd is (Stevenshof, Leiden), foto M.Geamers
Planten: Elzen, Berken, Wilgen, Harig Wilgenroosje Vogels: Fitis, Spotvogel, Braamsluiper Zoogdieren Egel, Veldmuis
Egel, foto: K. Verweij
Beheermaatregelen • Geen • Tijdens de jaarlijkse schouw monitoren hoe de beplanting zich ontwikkelt en beoordelen of ingrijpen nodig is • Snoeihout van veiligheidssnoei op de percelen of in de vakken laten liggen
25
26
12 Laan –en verspreid geplaatste bomen In het park is een laanbeplanting van grauwe abelen aanwezig. Verder staan er verspreid door het park laanbeplantingen van Schietwilg en Gewone es.
Gaai
Vogels solitaire bomen: Gaai, Kauw Vogels knotwilgen: Boomkruiper, Koolmees, Pimpelmees, Merel
Solitaire boom in Cronesteyn, foto: M.Gaemers
Boomkruiper
Beheermaatregelen • Bomen langs paden opsnoeien tot 2 m en regelmatig controleren op gezondheid • Opschot terugzetten • Zonodig inboeten • Zonodig wortelbedden aanvullen en met gras inzaaien • Knotwilgen om de 4 jaar knotten, 2 jaar na het knotten stikken, i.v.m. zwaar hout kan het nodig zijn om iedere 2 jaar te knotten. Materiaal afvoeren.
27
28
13 Moerastuin De moerastuin is een lager gelegen gedeelte door het afschuiven van de bouwvoor. Er heeft zich een bloemen insectenrijk schraal graslandje ontwikkeld. In de lager gelegen vochtige delen groeit de beschermde Rietorchis.
Kleine vuurvlinder (beschermd) Foto: K. Verweij Rietorchis (beschermd) en Grote ratelaar Foto: D. Ringelberg
Moerastuin in juli in bloei met Ratelaar en Rietorchis Foto: D. Ringelberg
Planten: (Gevlekte) rietorchis, Spaanse ruiter, Blauwe knoop, Knoopkruid, Koningsvaren, Veenmos, Haarmos, Grote ratelaar, Hazenzegge, Zwarte zegge, Pitrus, Biezenknoppen, Zandstruisgras Vogels: Rietgors, Rietzanger en Kleine Karekiet, Koekoek. Vlinders: Bruin zandoogje, Kleine vuurvlinder Libellen: Paardenbijter, Platbuik Moerastuin in augustus in bloei met Blauwe knoop Foto: D. Ringelberg
Koningsvaren (beschermd) Foto: K. Verweij
Beheermaatregelen • Eenmaal per jaar tussen 15 augustus en eind augustus maaien. Maaisel laten drogen en vervolgens afvoeren • Een deel van het maaisel de eerste jaren laten drogen op de percelen boven de moerastuin • Elk jaar beoordelen welk deel van de rietbegroeiing gemaaid moet worden. Dit deel half september vanuit het water, of vanaf het ijs handmatig maaien en afvoeren • Plaatsen die sterk begroeid zijn met riet, na eind augustus een tweede maal maaien en afvoeren als het langdurig vochtig weer is • Koningsvarens bij maaien sparen • Jaarlijks de helft van de slootkanten handmatig schonen, de te schonen kant jaarlijks wisselen
29
30
14 Gazon In Cronesteyn liggen 2 speelweiden die als gazon worden onderhouden. Ook bij het bezoekerscentrum, in de schooltuinen en rondom zitbankjes ligt gazon.
Kauwtjes op het gazon, foto J. Groos
Speelweide in Cronesteyn, foto: M. Gaemers
Planten: Gemengde grasmat, Madelief, Ereprijs Foeragerende vogels: Kauw, Merel, Spreeuw, Zanglijster, Groene specht
Beheermaatregelen • Afhankelijk van de weersomstandigheden 16-22 keer per jaar maaien, maaihoogte 6-8 cm, eerste maaibeurt in mei • Jaarlijks de grasmat uitvullen en bijzaaien • Eenmaal per 3 jaar het gras beluchten met prikrollen • 2-5 jaarlijks bezanden en dressen • Ongeveer eenmaal per 15 jaar de gehele grasmat reconstrueren, doorfrezen en opnieuw inzaaien • Op de plaatsen waar het gazon langs fietspaden loopt worden de kanten van het gras gestoken
31
32
15 Evenemententerrein Het evenemententerrein wordt voor wisselende activiteiten gebruikt. In 2004 is er een zonnebloemdoolhof. Het veld wordt zo nodig als intensief gazon onderhouden.
Zonnebloemendoolhof 2000, foto: F.Kalshoven
Voorbeelden van activiteiten die kunnen plaatsvinden
Rommelmarkt
Vliegeren
Hutten bouwen, foto: M.Gaemers
Beheermaatregelen • Afhankelijk van de evenementen die plaatsvinden maaien, maximaal 16-22 keer per jaar • Nazorg zonnebloemendoolhof, zonnebloemen klepelen en afvoeren
33
34
16 Weidevogelgrasland In Cronesteyn vinden we weidevogelgrasland, horend bij ‘Hoeve Cronesteyn’, De graslandpercelen beslaan samen bijna 25 hectare en er is een pachtovereenkomst afgesloten voor het agrarisch gebruik hiervan. In het grasland wordt natuurvriendelijk beheer toegepast wat ten goede komt aan de weidevogels die hier broeden. Buiten het broedseizoen is er ruimte voor extensieve recreatie; in de percelen bevindt zich een struinroute.
Weidevogelgrasland, foto: C. Snoep
Planten: Grassoorten Vogels: Grutto, Tureluur, Scholekster en Kievit Zoogdieren: Veldmuis en Haas
Weidevogelgrasland, foto: C. Snoep
Beheermaatregelen • Natuurvriendelijk beheer, afgestemd op weidevogels • Beheer moet plaatsvinden volgens de voorwaarden opgesteld in de pachtovereenkomst, zie bijlage achterin • Buiten het broedseizoen zijn de percelen toegankelijk voor wandelaars
35
36
17 Bermen Door heel het park Cronesteyn liggen bermen en 3 percelen die als hooiland worden beheerd. Met het beheer wordt een bloemrijke vegetatie nagestreefd.
Berm met Fluitenkruid, Boterbloem en Paardebloem, foto: M. Gaemers Berm met Koolzaad, foto: M. Gaemers
Veldmuis, foto: W. Meinderts
Planten: Scherpe en Kruipende boterbloem, Paardebloem, Veldzuring, Witte, Rode en Kleine klaver, Ruw Beemdgras, Gestreepte witbol, Grote vossenstaart, Fluitenkruid, Koolzaad Foeragerende vogels: Putter, Groenling, in combinatie met struiken: Heggemus Zoogdieren: Veldmuis Insecten: Vlinders: Distelvlinder, Klein koolwitje, Atalanta
Beheermaatregelen • Tweemaal per jaar maaien, drogen, schudden en afvoeren in half juni en begin september. • Afhankelijk van de weersomstandigheden wordt eerder of later begonnen met maaien • De eerste maaibeurt moet voor 1 juli afgerond zijn, de tweede voor half september • Maaihoogte niet lager afstellen dan 6-8 cm en de maaimachine voorzien van wildredder • Waar mogelijk graspollen proberen te ontzien • Grasproductie gebruiken voor de kinderboerderij in de Merenwijk en eventueel verkopen
37
38
18 Zoom en ruigte Ruigtes bestaan grotendeels uit meerjarige, hoogopschietende kruiden. De enigszins houten stengels blijven ’s winters staan, vlinders zijn hier onder andere afhankelijk van. De zoom vormt een geleidelijke overgang tussen de berm en het bosplantsoen: dit is aantrekkelijk voor insecten en vlinders.
berm
zoom
mantel
kern
Planten: Gewone Berenklauw, Rietgras, Ridderzuring, Look-zonder-look, Hondsdraf, Fluitenkruid, Koolzaad, Brandnetel, Harig wilgenroosje, Witte dovenetel Insecten: Vlinders, libellen, hommels, vliegen, wespen, bijen en kevers
Dagpauwogen op ruigtekruiden
Gewone berenklauw, foto: M. Gaemers
Beheermaatregelen • Alle ruigtes uit het oude beheerplan uitmaaien en afvoeren, daarna beheren volgens het nieuwe beheerplan • Jaarlijks 33 % in oktober-november maaien en afvoeren.
39
40
19 Broeihopen De broeihopen zijn gemaakt van maaisel vermengd met takken en bladeren. In de hoop legt de ringslang eieren, de compostering van de hoop produceert warmte waardoor de eieren uitbroeden.
Afmeting van de broeihoop
Reptielen: Ringslang
Eieren van de ringslang, foto: J. Groos
Ringslang (beschermd)
Beheermaatregelen • Jaarlijks half juni met een klein gedeelte van het maaisel van de eerste maaibeurt van de bermen, broeihopen maken, of aanvullen, op de aangewezen plaatsen. De broeihopen moeten niet volledig bestaan uit gras, maar moeten vermengd worden met takken en bladafval. De broeihopen moeten minstens 2,5 meter lang, 1,5 meter breed en 1 meter hoog zijn.
41
42
20 Hoofdwatergangen en overige watergangen In Cronesteyn loopt een aantal hoofdwatergangen, de doorstroming is hier belangrijk. Op een aantal plaatsen is de sloot breder dan nodig is voor de doorstroming, hier kan de vegetatie blijven staan. De overige watergangen hebben een soortenrijke oevervegetatie en in het water zijn verschillende waterplanten te vinden.
Gewone pad, foto: K. Verweij Waterspitsmuis (beschermd), foto: M. de Veer
Verbrede watergang, foto: M. Gaemers
Zwanenbloem, foto: K. Verweij
Waterplanten: Waterpest, Tenger- en Schedefonteinkruid, Aarverderkruid, Gele plomp, Pijlkruid, Waterweegbree, Waterranonkel, Blaartrekkende boterbloem, Natte-voeten-planten: Zwanenbloem, Grote egelskop, Kalmoes, Liesgras Zoogdieren: Waterspitsmuis Amfibieën: Bruine en Groene kikker, Gewone pad, Kleine watersalamander Vissen: Kleine modderkruiper, Tiendoornige stekelbaars, Bittervoorn
Beheermaatregelen • De hoofdwatergangen worden door het waterschap Wilck en Wiericke tot maximaal 5 keer per groeiseizoen door een maaiboot gemaaid, zodat de doorstroming wordt gewaarborgd • De vegetatie in de verbrede delen van de hoofdwatergangen wordt tijdens het groeiseizoen gespaard • Jaarlijks wordt de helft van de slootkanten van de overige watergangen geschoond, het eerste jaar de noordoost en zuidoost kant, het tweede jaar de zuidwest en noordwest kant • De kanten van de overige watergangen worden geschoond met een kraan met maaikorf, daar waar de machine niet bij kan wordt handmatig geschoond • Het vrijgekomen maaisel niet direct afvoeren, maar wel binnen 7 dagen • Zoveel als nodig worden de watergangen gebaggerd, gemiddeld om de 8 jaar. Het vrijkomende materiaal wordt op de minst kwetsbare oever gedeponeerd. Nadat de bagger is uitgezakt wordt het gesleept, na indroging wordt het eventueel afgevoerd • Materieel van maximaal 60 pk gebruiken 43
44
21 Paden
Asfaltverhardingen • • • •
Maandelijkse controle van het asfalt op scheuren Repareren kleine scheuren, nodige grote reparaties doorgeven aan de gemeente Losliggend steenslag of vuil vegen Alleen in de herfst de fietspaden om de dag vegen, geen bladblazer gebruiken
Kleischelpen paden • • • •
Eenmaal per 5 jaar een nieuwe schelpenlaag van 5 cm aanbrengen Jaarlijks de schelpenpaden onkruidvrij maken Na het verwijderen van het onkruid, het ontstane gat opvullen Jaarlijks kuilen in de schelpenpaden opvullen
Struinpaden •
•
Zonodig maaien en afvoeren
Graspaden Beheer: zie weidevogelgrasland
Knuppelpaden •
Controle op gebreken, zonodig jaarlijkse reparatie van rondhouten dekdelen door delen te vervangen met Robiniahout
Ruiterpad • • •
Jaarlijks zoveel als nodig aanvullen met versnipperd snoeihout, de snipperlaag moet tussen de 5 en 10 cm zijn. Zonodig houtsnippers bijbestellen Overhangende struiken langs het pad snoeien. De eerste struikenrij zonodig terugzetten. 2 maal per jaar het ruiterpad maaien, het maaisel niet afvoeren
45
46
22 Bruggen, hekken, houten opstapjes, fietsenhekken en sleutelpalen
Bruggen en houten vlonders • • • •
Jaarlijkse inspectie van de bruggen, resultaten in een verslag vastleggen. Gebreken zo snel mogelijk repareren Bruggen worden in 30 jaar afgeschreven, dekdelen in 15 jaar Vlonder naar gepachte weiland in broedseizoen verwijderen en na het broedseizoen terugplaatsen Als de hoge bruggetjes naar de moerastuin toe zijn aan vervanging, kunnen deze vervangen worden voor houten vlonders
Hekken en houten opstapjes • • •
Met de houten opstapjes kunnen bezoekers over een hek klimmen. De hekken en opstapjes regelmatig controleren en zonodig repareren In het broedseizoen houten opstapjes naar het gepachte weiland verwijderen In de winter houten opstapjes naar het kleigeiserperceel verwijderen, na de winter terugplaatsen
Fietshekken •
Regelmatige controle, mankementen zo spoedig mogelijk herstellen. Klein onderhoud zelf uitvoeren, groot onderhoud doorgeven aan de gemeente
Fietshek bij de waterspeelplaats, foto: M. Gaemers
Sleutelpalen •
Sleutelpaaltjes worden zonodig vervangen en onderhouden, de sleutel wordt bewaard door de beheerder
47
48
23 Bankjes, afvalbakken, speelwerktuigen, bebording, nestkasten en kleigeisers Banken en picknicksets • •
•
Regelmatige controle, mankementen zo spoedig mogelijk herstellen. Klein onderhoud wordt zelf uitgevoerd, groot onderhoud wordt doorgegeven aan de gemeente Bankjes moeten schoon en uitnodigend zijn voor de bezoekers, bankjes die groen aangeslagen zijn, moeten schoongemaakt worden Afschrijving in 10 jaar Bankje bij de waterspeelplaats
Afvalbakken en zwerfvuil • • •
Afvalbakken in het seizoen dagelijks legen, verder wekelijks Afvalbakken maandelijks controleren op gebreken en zo nodig herstellen Dagelijks controleren op zwerfvuil en zonodig meteen ruimen
Speelwerktuigen • • •
Dagelijks controle op gebreken, zonodig kleine reparaties uitvoeren. Grote reparaties melden bij de gemeente Pompen en vlotten van de waterspeelplaats worden na de herfstvakantie verwijderd, opgeslagen en zonodig gerepareerd, voor de paasvakantie wordt het weer teruggeplaatst De speelwerktuigen in de waterspeelplaats worden in 25 jaar afgeschreven, de vlotten zijn in 1996 vernieuwd. De overige speelvoorzieningen worden in 15 jaar afgeschreven
Bebording • • •
Regelmatige controle op gebreken van de informatieborden, fotoborden en borden met toegangsregels. Gebreken zo mogelijk herstellen en anders melden bij de gemeente Borden zonodig schoonmaken Borden handhaven en zonodig toevoegen :’honden aan de lijn in het broedseizoen’ of ‘verboden voor honden’
Nestkasten •
Nestkasten in het Landgoedbos en in het Reigerbos in samenwerking met vrijwilligers, zoals bijvoorbeeld de Vogelwerkgroep, na het broedseizoen schoonmaken en zonodig repareren.
Kleigeisers •
De kleigeisers zijn voorzien van een machinaal pompje, deze regelmatig controleren en zonodig repareren
49
50
24 Waterhuishouding
Beheersing van het waterpeil De beheerder regelt via de inlaten aan het Rijn-Schiekanaal en aan de oostelijke uiteinde van de Mallesloot de waterhuishouding in het park. Het overtollige water wordt uit de polder gemalen door een elektrisch pompgemaal bij de vrouwenvaart. Dit gemaal wordt beheerd door waterschap Wilck en Wiericke. Het polderpeil in Cronesteyn is –2.15 m N.A.P. In de hogergelegen stroken langs het Rijn-Schiekanaal bestaan afwijkende peilen. In bos Cronesteyn en het schooltuinen complex is het peil –0.90 m N.A.P. De waterspeelplaats heeft een zomerpeil van –1.40 N.A.P. In de winter wordt het peil opgezet. De sloot ten zuiden van de waterspeelplaats heeft als overgang naar het polderpeil een vaste waterspiegelhoogte van –1.50 m N.A.P. De gestelde waterpeilen zijn een compromis tussen eisen die door het verschillende bodemgebruik worden gesteld. De inlaat bij boerderij de Wit is zodanig geregeld, dat de vijvers in bos Cronesteyn op niveau worden gehouden, waarbij niet meer water doorstroomt dan nodig is om een redelijke kwaliteit van het water in de sloten en vijvers te handhaven. De inlaat bij de Stochemhoeve is zo geregeld, dat er voldoende doorspoeling is om de kwaliteit van het water in de speelvijvers te garanderen, in de zomer t.b.v. het spelen; in de winter (wanneer de waterstand in deze vijvers is opgevoerd) t.b.v. de visstand. De inlaat bij de Mallesloot vanuit het Rijn- en Schiekanaal en de inlaat aan de andere zijde van de Mallesloot, worden door de beheerder zo afgesteld dat er voldoende verversing van het water van sloten en vijvers is gewaarborgd. In natte periode moet minder water worden ingelaten dan in droge perioden. Het rooster van de waterval bij de waterspeelplaats wordt in het seizoen 3 keer in de week schoongemaakt.
Duikers en stuwen Bij normaal onderhoud van de sloten worden de duikers en stuwen maandelijks gecontroleerd. De buisdiameter van de duikers is zodanig afgestemd op de waterafvoer dat de buis door de stroming zelfreinigend is. Eventuele actie is alleen in geval van calamiteiten nodig. De controles en de eventuele acties moeten de doorstroming waarborgen. De duikers en stuwen worden in 30 jaar afgeschreven.
Drainage • • •
Eenmaal per jaar controleren op goede doorstroming tijdens hevige regenval. Afhankelijk hiervan wordt de drainage eenmaal per jaar tot eenmaal per 3 jaar doorgespoten Ieder jaar wordt ongeveer 1/3 deel van de drainage doorgespoten De putten om de drainage door te spoelen liggen onder de grond. Voor het doorspoelen moeten deze putten eerst worden gezocht en opgegraven
51
52
25 Bestrijding ongewenste soorten Door het hele park worden, op grond van de distelverordening in Zuid-Holland, distels bestreden. Ook in het verpachte weiland en in de delen met nul-beheer. Mocht de Amerikaanse vogelkers zich gaan vestigen in het park, dan moet deze direct worden bestreden.
Overmatige distelgroei
Amerikaanse vogelkers
Amerikaanse vogelkers: blad, tak en bloeiwijze
Beheermaatregelen • Distels in juli extra maaien (voor de zaadvorming) • Gevestigde Amerikaanse vogelkers direct verwijderen • Verwijderen Reuzenberenklauw
53
Bijlage Voorwaarden uit het pachtcontract voor beheer weidevogelgrasland 1. De percelen grasland dienen in overeenstemming met de doelstelling te worden gebruikt. 2. Geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van de topografische kavel- en perceelstructuur, het microreliëf, de bodemstructuur of het bodemprofiel. 3. Geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van de begreppeling of de detailontwatering of leiden tot verlaging van de grondwaterstand c.q. slootwaterpeilen. 4. Geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van de aanwezige landschapselementen, anders dan ten behoeve van het behoud van het element. 5. Indien bij aanvraag van een overeenkomst particuliere bemaling plaatsvindt, dient deze zolang deze voortduurt, zodanig te geschieden dat in de winter en in het voorjaar (tot 1 juni) in het midden van het perceel niet lager wordt afgemalen, dan tot een grondwaterstand van 0,20 m beneden maaiveld. 6. Percelen als grasland gebruiken; maaien of beweiden gevolgd door bosmaaien, dient jaarlijks plaats te vinden. 7. Niet scheuren, niet frezen en niet herinzaaien. 8. Geen zuiveringsslib gebruiken. 9. Geen stuivende kalkmeststoffen gebruiken. 10. Geen dierlijke mest (behoudens ruige mest afkomstig van rundvee) gebruiken in de periode van 1 oktober tot 1 maart. 11. Geen dierlijke mest gebruiken in de periode waarin maaien en weiden niet is toegestaan. Perceel 10 van 1 april tot 1 juni, perceel 14 en 15 van 1 april tot 8 juni en perceel 12 van 1 april tot 15 juni. 12. Het aanbrengen van minimaal 10 en maximaal 20 ton ruige mest afkomstig van rundvee per hectare in de periode van 1 augustus tot 1 april. 13. Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is verboden. 14. Niet rollen en niet slepen van 1 april tot 1 juni of zoveel later als het tijdstip valt waarop beweiding of maaien heeft plaatsgevonden. 15. Niet maaien en weiden in de periode van 1 april tot 1 juni. 16. Niet maaien en weiden in de periode van 1 april tot 8 juni. 17. Niet maaien en weiden in de periode van 1 april tot 15 juni. 18. Niet scheuren, frezen, herinzaaien, doorzaaien en bemesten, geen bagger opbrengen in een strook van 3, 5, of 10 meter vanuit perceelsrand ; indien naastgelegen sloot wordt geschoond, dient de schoning plaats te vinden in de periode van 1 september tot 15 oktober. 19. Ten aanzien van een deel van de percelen grasland zullen extra beperkingen in het gebruik gaan gelden in verband met de instandhouding en de versterking van de aanwezige natuurwaarden: -een aantal percelen extensief beheren: tot 1 mei in lage bezetting kalveren of schapen. De keuze van de percelen vindt in overleg plaats met de gemeente; -tussen 1 mei en 1 juli blijven deze extensief beheerde percelen grasland leeg; -na 1 juli worden de extensief beheerde percelen gemaaid, maar niet allemaal tegelijk; -in augustus bemesten met alléén ruige mest. Opbrengen van bagger is dus verboden; -op de percelen die wél vroeg gemaaid worden, worden de nesten van vogels beschermd met stokken waar ruim omheen gemaaid dient te worden; -de extensief beheerde percelen zijn elk jaar dezelfde percelen. 20. Voor een deel van het gebied wenst de gemeente het waterpeil te verhogen. De gemeente treedt hierover in overleg met de nieuwe erfpachter. 21. Onderhoud van sloten en greppels dient te worden uitgevoerd door middel van een maaikorf of met handkracht, na overleg met de gemeente. Onderhoud aan en schonen van sloten dient gefaseerd te gebeuren: het ene jaar aan de linkerzijde, het andere jaar aan de rechterzijde. 22. Het is verboden om laagten, greppels of verlandde sloten op te vullen. 23. Het is verboden om land te beregenen of te bevloeien. 54
Hieronder treft u een tabel aan waarin staat aangegeven welke van de vorenstaande voorwaarden van toepassing zijn op de percelen zoals aangegeven op de kaart bij de beheergroep weidevogelgrasland.
Perceel/perceelrand
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
Alle percelen (1 t/m 15) Perceel 7 t/m 15
x
x
X
x
1)
Perceelgrenzen 7 t/m 15
x
x
Perceel 10
x
x
x
x
x
x
x
Perceel 14 en 15
x
x
x
x
x
x
x
Perceel 12
x
x
x
x
x
x
Perceel 7,8,9,11 en 13
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
2)
x x x
19
20
21
22
23
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
1) niet van toepassing 2) de aanwezige ruige mest (ca. 10 ton) wordt in de oneven jaren geheel op de perceeldeel 12a aangebracht en in de even jaren geheel op perceeldeel 12b. Op het perceeldeel dat niet met ruige mest wordt bemest, wordt uitsluitend kunstmest gestrooid. ? nog nader overeen te komen Extensief recreatief medegebruik: De gemeente Leiden is van mening dat de hoeve “Cronesteijn” een onderdeel moet uitmaken van het parklandschap. Vandaar dat de gemeente een wandelpad wil aanleggen door de weilanden. De exacte ligging van dit wandelpad is nog niet bekend. De gemeente stelt voor om de ligging van dit wandelpad in overleg met de erfpachter te bepalen. Uiteraard dienen voor de aanleg van het wandelpad logische grenzen te worden aangehouden om zodoende de overlast voor de agrarische bedrijfsvoering tot een minimum te beperken.
55
Adressen
Gemeente Leiden Sector wijkbeheer, afdeling Beleid, Ontwerp en Beheer Langegracht 72 2312 NH Leiden
Beleid: Ontwerp: Beheer:
Jasper Groos (071-5167664) Karen Jansen (071-5167627) Paul Wolvers (071-5167633)
Gemeente Leiden Sector wijkbeheer, stadsdeel Zuid Boshuizerlaan 5 2321 SG Leiden
Wijkchef: Teamleider:
Hans Heshusius (071-5167614) Harry Schreuder (071-5167877)
Gemeente Leiden Sector Wijkbeheer, afdeling Natuur en Milieueducatie Parkzicht 100 2317 RH Leiden
Schooltuinen: Bezoekerscentrum ‘Het Reigerbos’:
Jan van Ruiten (071-5321949) Marian Kathmann (071-5214996)
DZB, onderhoud Le Pooleweg 11 2314 XT Leiden
Beheerder in Cronesteyn:
Joop Buyn (06-55874237)
56