Regels
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4
Bestemmingsregels Woongebied Waarde - Archeologische verwachting
8 8 12
Hoofdstuk 3 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Overige regels
14 14 15 16 17 18 19 20
Hoofdstuk 4 Artikel 12 Artikel 13
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
21 21 22
Bijlage regels Bijlage 1
3 3 7
23 Staat van bedrijfsactiviteiten
24
BJZ.nu Bestemmingsplannen
2
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 plan: het bestemmingsplan "Bulemansteeg (deel 2) Lemele" met identificatienummer NL.IMRO.0175.klkernen2013bp0002-va01 van de gemeente Ommen; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3 aan- of uitbouw: een onderdeel van een hoofdgebouw dat in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm; 1.4 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.5 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.6 aan huis gebonden beroep: een (para)medisch, juridisch, administratie, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.7 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels: een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub c van de Wet ruimtelijke ordening; 1.8 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.9 bebouwingspercentage: een in het bestemmingsplan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; 1.10 bedrijf: een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen; 1.11 bedrijfsgebouw: een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
BJZ.nu Bestemmingsplannen
3
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld 1.12 bestaand: a. het gebruik dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig is of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning; b. het in sub a. bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, of een andere planologische toestemming; 1.13 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.14 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.15 bijgebouw: een gebouw dat in ruimtelijk bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zijnde een (bedrijfs)woning; 1.16 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.17 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.18 bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping; 1.19 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.20 bouwperceelsgrens: een grens van een bouwperceel; 1.21 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.22 bouwvolume: de bouwmassa van een gebouw op een bouwperceel; 1.23 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
BJZ.nu Bestemmingsplannen
4
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld 1.24 brutovloeroppervlakte: de oppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen, één en ander zoals omschreven in NEN 2580; 1.25 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.26 dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten, waarbij afnemers rechtstreeks ( al dan niet via een balie) te woord worden gestaan of geholpen; 1.27 erf: al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden; 1.28 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.29 gebruiken: gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven; 1.30 groenvoorzieningen: onbebouwd gebied, bestaande uit grasvelden, (opgaande) beplantingen, waterpartijen en voetpaden; 1.31 hoofdgebouw een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, met inbegrip van aan- en uitbouwen; 1.32 huishouden: één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen; 1.33 kleinschalige beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten: kleinschalige beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten die niet vallen onder de vrije beroepen oftewel aan huis gebonden beroepen, maar daarmee gelijk te stellen zijn en gezien de aard, omvang en intensiteit passend zijn binnen de woonfunctie; 1.34 kunstwerken: bouwwerken, geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en degelijke; 1.35 landschapswaarden: de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht;
BJZ.nu Bestemmingsplannen
5
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld 1.36 nadere eis: een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste artikel onder d van de Wet ruimtelijke ordening; 1.37 normaal onderhoud, gebruik en beheer: een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt; 1.38 overkapping: een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie die niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in ieder geval een carport wordt verstaan; 1.39 peil: a. voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein; 1.40 prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.41 rooilijn: a. langs een weg waar bestaande bebouwing is gesitueerd: de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn die zoveel mogelijk aansluit aan de ligging van de naar de weg gekeerde gevels van de bestaande bebouwing; b. langs een weg waarlangs geen bestaande bebouwing als in sub a bedoeld is gesitueerd en waarlangs mag worden gebouwd: bij een wegbreedte van ten minste 10 meter, de lijn gelegen op 15 meter uit de as van de weg; bij een wegbreedte geringer dan 10 meter, de lijn gelegen op 10 meter uit de as van de weg; 1.42 seksinrichting een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.43 Staat van bedrijfsactiviteiten: een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen; 1.44 uitvoeren: uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven; 1.45 voorgevel de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt; 1.46 wijziging: een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste artikel sub a van de Wet ruimtelijke ordening; 1.47 woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
BJZ.nu Bestemmingsplannen
6
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens: tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is; 2.2 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van kilgoten en goten van ondergeschikte bouwonderdelen zoals dakkapellen, wolfseinden en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.5 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.6 de horizontale diepte van een gebouw: de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd; 2.7 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.8 de oppervlakte van een overkapping: tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping; 2.9 overschrijding door ondergeschikte bouwdelen: Bij de toepassing van het bepaalde over het bouwen binnen bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 1 m wordt overschreden;
BJZ.nu Bestemmingsplannen
7
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels Woongebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
vrijstaande woningen; woningen in combinatie met een bedrijf, met dien verstande dat uitsluitend bedrijfsactiviteiten van categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn toegestaan; aan huis gebonden beroepen ; verkeers- en verblijfsvoorzieningen; parkeervoorzieningen; openbare nutsvoorzieningen; groenvoorzieningen; speelvoorzieningen; water, waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen; het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van het monument ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument';
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Hoofdgebouwen
Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 3.1 omschreven bestemming en met inachtneming van de volgende regels: a.
b.
c. d. e. f. g. h.
de afstand van de voorgevel van het hoofdgebouw tot de aan de rand van de weg bedraagt ten minste 10 meter, dan wel de bestaande afstand indien deze minder bedraagt, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' de voorgevel van het hoofdgebouw in of achter deze gevellijn wordt gebouwd; ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedraagt het aantal woningen niet meer dan het ter plaatse aangegeven aantal, met dien verstande dat het aantal woningen achter de aanduiding 'gevellijn' niet meer dan 3 bedraagt; een woning wordt uitsluitend vrijstaand gebouwd; de oppervlakte van een bouwperceel bedraagt minimaal 750 m2, met dien verstande dat per bouwperceel maximaal 1 woning is toegestaan; de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan 3,5 m en 11 m; het bebouwingspercentage bedraagt niet meer dan 40% van het bouwperceel; de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m; parkeren dient te geschieden op eigen terrein.
3.2.2
Bedrijfsgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a.
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 6 m, met dien verstande dat de bouwhoogte minimaal 1 m lager moet zijn dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
BJZ.nu Bestemmingsplannen
8
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld b. c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
de goothoogte van een bedrijfsgebouw, bijgebouw en de bouwhoogte van een overkapping bedraagt niet meer dan 3,5 m, dan wel de bestaande goot- dan wel bouwhoogte indien deze meer bedraagt; de bedrijfsgebouwen en bijgebouwen worden achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevels van het hoofdgebouw gebouwd, met dien verstande dat bijgebouwen minimaal 3 m, dan wel minimaal de afstand van het bestaande bijgebouw indien deze minder is, achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd; uitbouwen in de vorm van erkers mogen tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd, mits: 1. de horizontale diepte maximaal 1,20 m bedraagt; 2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2,5 m bedraagt; 3. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 75% van de breedte van die gevel bedraagt; 4. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m; gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw bedraagt niet meer dan 200 m 2, met dien verstande dat: 1. de bestaande oppervlakte is toegestaan voor zover een bouwvlak is opgenomen; 2. de oppervlakte van de schaapskooi ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde rijksmonument' niet wordt meegerekend in de hiervoor genoemde oppervlakte. de sub e bepaalde oppervlakte is alleen toegestaan indien niet meer dan 40% van het bouwperceel wordt bebouwd, met dien verstande dat het maximale bebouwingspercentage van 40% ook van toepassing is op overkappingen; in afwijking van het gestelde sub c mogen bedrijfsgbouwen, bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen waarvan de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m tevens op een afstand van ten minste 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 m waarbij geldt dat deze op een afstand van ten minste 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan mogen worden gebouwd; de afstand van een bedrijfsgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 m.
3.2.3
Nutsvoorzieningen
Voor het bouwen van gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels: a. b.
de inhoud bedraagt per gebouw niet meer dan 30 m3; de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.
3.2.4
Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels: a.
b.
er zijn uitsluitend vergunningsvrije erf- en perceelafscheidingen toegestaan overeenkomstig artikel 2 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (zoals dat geldt op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan), met dien verstande dat bestaande erf- en perceelafscheidingen eveneens zijn toegestaan; de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 3 m.
3.2.5
Monument
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument' gelden de volgende regels:
BJZ.nu Bestemmingsplannen
9
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld a. b.
de bouwhoogte bedraagt niet meer dan de bestaande bouwhoogte; de oppervlakte bedraagt niet meer dan de bestaande oppervlakte.
3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van: a. b. c.
de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; de situering en afmetingen van bouwpercelen; de kapvorm van gebouwen;
mits deze eisen blijven binnen de in het plan neergelegde begrenzingen en indien zulks noodzakelijk is in verband met: 1. 2. 3. 4. 5. 3.4
de woonsituatie in de directe omgeving; een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit; het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeers-, sociale- en brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; de gebruiksmogelijkheden in andere bestemmingen. Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de parkeervoorzieningen;
a.
artikel 3.2.1 sub b indien dit in overeenstemming is met het gemeentelijk woonbeleid of er aanleiding is om het aantal woningen in een gebouw of op een bouwperceel te wijzigen vanwege andere marktomstandigheden en/of het voorkomen van leegstand; artikel 3.2.1 sub e voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15% en/of voor een andere dakhelling en/of voor een plat dak; artikel 3.2.1 sub f voor het verhogen van het percentage tot maximaal 50%, met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de woonfunctie ter plekke, dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte; artikel 3.2.2 sub a mits de bouwhoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, dan wel de goothoogte van het bijgebouw of de overkapping ondergeschikt blijft aan de goothoogte van het hoofdgebouw; artikel 3.2.2 sub e voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw tot maximaal 300 m2; artikel 3.2.4 sub a en b tot een bouwhoogte van 3 m voor erf- en terreinafscheidingen en 5 m voor overige bouwwerken.
b. c.
d.
e. f.
3.5
Specifieke gebruiksregels
3.5.1
Algemeen
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
BJZ.nu Bestemmingsplannen
10
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld a.
b. c.
wonen in een woning, anders dan ten behoeve van een huishouding, met dien verstande dat een huishouden wel mag worden aangevuld met een huishouding ten behoeve van dringende sociale, verzorgings- of sociaal-economische redenen; buitenopslag is alleen toegestaan achter de voorgevel, tot een maximale hoogte van 4 m; detailhandel, behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis gebonden beroep dan wel woningen in combinatie met een bedrijf aan huis zoals bepaald in lid 3.1 sub b.
3.5.2
Aan huis gebonden beroep
De uitoefening van aan huis gebonden beroepen is alleen toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen: a. b. c. d. e.
3.6
de aan huis gebonden activiteiten voor het beroep mogen uitsluitend inpandig worden verricht; de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen, tot een maximum van 45 m2; degene die de gebruiker is van de woning moet ook degene zijn die het aan huis gebonden beroep uitoefent; er mag geen detailhandel plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop in het klein, in direct verband met het aan huis gebonden beroep; het parkeren dient binnen het erf op eigen terrein plaats te vinden, dan wel in alternatieve ruimte waarin in de nabijheid wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en/of onderhouden van alternatieve parkeer- en/of stallingsruimte. Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a.
b.
artikel 3.1 onder a voor het in één of meerdere woningen wonen in groepsverband voor speciale doelgroepen, zoals hulpbehoevenden met daarbij behorende speciale woonzorgfuncties, met dien verstande dat: 1. de vestiging geen onevenredige afbreuk ten aanzien van het woon- en leefklimaat (waaronder geluidhinder) voor omwonenden zal opleveren; 2. de aanvraag om een omgevingsvergunning in dient te gaan op de mogelijkheid van verstoring van het woon- en leefklimaat en eventueel noodzakelijke maatregelen die nodig zijn om hinder voor omwonenden te voorkomen. artikel 3.1 onder j voor het verplaatsen van het rijksmonument, met dien verstande dat: 1. de verplaatsing geen onevenredige afbreuk ten aanzien van het woon- en leefklimaat voor omwonenden zal opleveren; 2. de aanvraag om een omgevingsvergunning in dient te gaan op de mogelijkheid van verstoring van het woon- en leefklimaat en eventueel noodzakelijke maatregelen die nodig zijn om hinder voor omwonenden te voorkomen; 3. de oppervlakte van de schaapskooi niet meetelt in de oppervlakte zoals bepaald in artikel 3.2.2 sub e.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
11
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Artikel 4 4.1
Waarde - Archeologische verwachting
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden. 4.2
Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 4.1 bedoelde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. 4.3
Afwijken van de bouwregels
4.3.1
Afwijking bouwregels
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders is verleend. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. 4.3.2
Uitzonderingen
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 is niet vereist, indien: a. b. c.
op basis van een aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; het bouwplan betrekking heeft op wijziging of vervanging van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut; het nieuw te bebouwen oppervlak kleiner is dan 2.500 m2 en minder diep steekt dan 50 cm.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.4.1
Verbod
Het is verboden op of in de in artikel 4.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a.
b. c. d. e.
grondwerkzaamheden diep er dan 50 cm en met een oppervlakte groter dan 2.500 m 2, waartoe worden gerekend het ophogen, afgraven (ook ten behoeve van het verwijderen van bestaande funderingen), woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het (ver)graven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage; het verlagen van het waterpeil; het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; het werken met opsporingsapparatuur (waaronder vallen metaaldetectoren, grondradar en andere detectieapparatuur) gevolgd door het opgraven van archeologische vondsten en relicten.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
12
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld 4.4.2
Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van artikel 4.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. 4.4.3
Uitzonderingen
Het verbod, zoals is bedoeld in artikel 4.4.1, is niet van toepassing, indien: a. b. c.
d.
4.5
het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden: 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden of een ontgrondingsvergunning; de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden op aanvullend of definitief archeologisch onderzoek zijn ingericht. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door : a.
b.
de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; aan gronden alsnog de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting' toe te kennen indien uit aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze dubbelbestemming, gelet op de ter plaatse aanwezig archeologische waarden, aanpassing behoeft.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
13
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Hoofdstuk 3 Artikel 5
Algemene regels Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
14
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Artikel 6 6.1
Algemene bouwregels
Bestaande afmetingen
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan. 6.2
Bestaande afstanden
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan. 6.3
Bestaande percentages
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan. 6.4
Bouw en herbouw geluidsgevoelige objecten
Indien sprake is van (her)bouw van bestaande geluidsgevoelige objecten in een zone langs een (spoor)weg als bedoeld in de Wet geluidhinder mag de afstand tot deze (spoor)weg niet worden verkleind.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
15
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Artikel 7
Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen: a. b.
c.
een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
16
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Artikel 8 8.1
Algemene aanduidingsregels
milieuzone - intrekgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - intrekgebied ' geldt dat die gronden - naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en) en aanduidingen - tevens beschermd zijn voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de kwaliteit van het intrekgebied.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
17
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Artikel 9 9.1
Algemene afwijkingsregels
Algemene afwijkingen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a.
b.
c.
d. e.
9.2
in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen; de regels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan; de regels en worden toegestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd ,mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 bedraagt; de regels en worden toegestaan dat antennemasten tot een bouwhoogte van 25 m worden gebouwd; de regels en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m. Afwegingskader
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.1 kan slechts worden verleend, indien deze niet leidt tot een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f. g. 9.3
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de parkeervoorzieningen; de sociale veiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken. Afwijking rooilijn
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels door: a. b.
de ligging van de rooilijn anders te bepalen; bebouwing voor of achter de rooilijn of een buiten een bouwvlak toe te staan;
met dien verstande dat de ligging van geluidgevoelige bebouwing dichter op een weg uitsluitend is toegestaan voor zover de voorkeurswaarde of en hoger verkregen grenswaarde, zoals bedoeld bij of krachtens de Wet Geluidhinder, niet wordt overschreden.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
18
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Artikel 10
Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen: a.
b.
voor de bouw van een transformatorstation, gasdrukmeet-en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerk van openbaar nut tot een maximum inhoud van 400 m 3 en een maximum bouwhoogte van 4 m, mits deze wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met achtneming van de volgende voorwaarden: 1. de bestemmingsgrenzen mogen niet meer dan 5 m worden verschoven; 2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers mogen niet onevenredig worden geschaad; 3. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
19
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Artikel 11 11.1 a.
b.
c.
d.
e.
11.2
Overige regels
Parkeren Bij een feitelijke gebruiksverandering of bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen dient, indien de omvang of de bestemming van een gebouw en/of het terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen, of andere voertuigen, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op of onder het gebouw, en/of op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw of terrein behoort. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of de bewoning van het gebouw, waarbij rekening moet worden gehouden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare auto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. Indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 1,80 m bij 5 m en ten hoogste 3,25 m bij 6 m bedragen; 2. Indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte - voorzover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5 m bedragen. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a en c: 1. indien het voldoen aan die bepalingen op overwegende bezwaren stuit; of 2. voor zover op andere redelijke wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien. Ruimte(n) voor het bepaalde onder a en c dient, voor zover de aanwezigheid van deze ruimten krachtens deze regels nodig is, beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik met de bestemming. Afstemming welstandstoets
Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot: a. b.
de voorgeschreven maximale goothoogte en maximale bouwhoogte; de plaatsing op het bouwperceel;
ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden van het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, (voor zover die binnen het betreffende gebied van toepassing zijn) mits: c. d. 11.3
de vermindering van de goot- en bouwhoogte niet meer bedraagt dan 15% van de maximaal toegestane goot- en bouwhoogte; de binnen de regels te realiseren oppervlakte niet wordt verminderd. Afstemming APV
Dit bestemmingsplan verzet zich niet tegen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen en andere meerdaagse of regelmatig terugkerende activiteiten met een maximum van vijf evenementen per jaar en een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement, mits, voor zover noodzakelijk, een vergunning op basis van de APV is verleend, en met dien verstande dat indien evenementen in een bestemming uitdrukkelijk zijn bestemd, het eerder gestelde maximum in aantal en in duur van evenementen niet geldt.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
20
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Hoofdstuk 4 Artikel 12 12.1
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. b.
12.2
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. Afwijking
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 12.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 12.1 met maximaal 10%. 12.3
Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 12.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 12.4
Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 12.5
Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 12.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 12.6
Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 12.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 12.7
Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 12.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
21
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Artikel 13
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bulemansteeg (deel 2) Lemele'.
BJZ.nu Bestemmingsplannen
22
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Bijlage regels
BJZ.nu Bestemmingsplannen
23
Bestemmingsplan “Bulemansteeg (deel 2) Lemele” Vastgesteld
Bijlage 1
Staat van bedrijfsactiviteiten
BJZ.nu Bestemmingsplannen
24