Inhoudsopgave 7 9 9 9 10 10
2 Strategische ontwikkelingen Maatschappelijke herwaardering van toezicht en handhaving Samenwerking- en afstemmingsrelaties De relatie met de burger Bestuurlijk risicoanalyse model (AIRA) Toezichtbaarheidstoets en handhaafbaarheid Organisatieontwikkeling en efficiency
13 13 14 15 15 16 16
3 Producten en prestaties 3.1 Handhaving Arbeidsomstandigheden Arbeidsomstandigheden: hoog risico onderwerpen in 2004 Projectmatig werk Werk en rusttijden in projecten Aandacht voor jeugdigen in projecten Markttoezicht algemeen Markttoezicht drukapparatuur Onderzoek van klachten Onderzoek van arbeidsongevallen 3.1.1 Bedrijfstakdirectie Industrie Kenmerken bedrijfstak industrie Zuivelindustrie Tankschepen Campagne metaal Water- en energiebedrijven Campagne Machineveiligheid Kunststof en rubber Campagne voeding- en genotmiddelenindustrie Kledingindustrie Vuurwerk Kernenergiewet NH3-koelinstallaties 3.1.2 Bedrijfstakdirectie Bouw Kenmerken Bedrijfstak Bouw Bouwlocaties EU-project Systeeminspecties Schilders en parketleggers Metselaars Uitvoerders Opdrachtgevers Spooraanleg en onderhoud Asbest Asbestketen Hout- en Meubelindustrie
17 17 17 18 19 19 19 19 20 20 21 21 21 21 22 22 22 23 23 23 23 24 24 24 24 25 25 26 26 26 27 27 27 27 28 28
3 JAARPLAN 2004
Voorwoord 1 Missie, wettelijk kader, taken, positionering en organisatie Arbeidsinspectie Missie Het wettelijk kader Taken Positionering en Organisatie
3.3
3.4
3.5
28 28 29 29 29 30 30 30 30 31 31 32 32 32 33 33 33 33 34 35 35 35 35 35 35 36 37 37 37 38 38 39 39 39 39 40 41 41 41 41 41 42 42 42 42 43 44 45 46
4 JAARPLAN 2004
3.2
Meubelstoffering Rietdekkers 3.1.3 Bedrijfstakdirectie Commerciële Dienstverlening Kenmerken Bedrijfstak Commerciële Dienstverlening Vervoer Horeca, detailhandel en mobiliteitsbranche Zakelijke dienstverlening 3.1.4 Bedrijfstakdirectie Publieke Dienstverlening Kenmerken Bedrijfstak Publieke Dienstverlening Sociale Werkvoorziening Hulpverleners bij ongevallen Gezondheidszorg Maatschappelijke Dienstverlening Onderwijs Land- en tuinbouw Afvalverwerking Major Hazard Control 3.2.1 Inleiding MHC 3.2.2 Primair proces MHC 3.2.3 Ondersteunende processen MHC Kwaliteit Professionalisering 3.2.4 Positionering MHC in het externe netwerk Arbeidsmarktfraude 3.3.1 Handhaving Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) 3.3.2 Strategische uitgangspunten handhaving 3.3.3 Uitbreiding inspectiecapaciteit 3.3.4 Capaciteitsverdeling 2004 handhaving WAV Interventieteams AI-projecten Arbeidsmarkt/ Fraude Reactief Prestatie-indicatoren AMF Overige Primaire Activiteiten 3.4.1 Beschikkingen en Vergunningen Vrijstelling en ontheffing arbeidstijdenwet Vergunningen Kernenergiewet 3.4.2 Ontheffingen Werktijdverkorting Ontheffingen VOS Ontheffingen asbest Ontheffingen/verzegelingen liftenbesluit 3.4.3 Meldingen Meldingen biologische agentia Meldingen werken onder overdruk 3.4.4 Farbo regeling 3.4.5 Monitoring 3.4.6 Opleggen Bestuurlijke boete 3.4.7 Bezwaar en Beroep Inzet van capaciteit over de producten
4. Ondersteunende activiteiten en bedrijfsvoering 4.1 Algemeen 4.2 Expertisecentrum Kwaliteit van de ondersteuning Kwaliteit van de informatie en de producten Kennismanagement Belangrijke onderwerpen in 2004 4.3 Opleidingen 4.4 Automatisering 4.5 Administratie van het primair proces Prestatie-indicatoren Capaciteit 4.6 Personeelsbeleid Competentiemanagement (CM) Loopbaanontwikkeling en mobiliteit Leeftijdsbewust Personeelsbeleid Medewerkersbelevingsonderzoek (MBO) Diversiteitsbeleid Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim Mentorschap 4.7 Internationale zaken Actief participeren in EU samenwerking en kennisuitwisseling tussen Arbeidsinspecties van de EU EU Phare Twinningen (ondersteunen aspirant-EU-leden) Expertise uitleen aan de International Labour Organization (ILO) VGW opleiding voor Suriname Verzoeken van andere Arbeidsinspecties 4.8 Communicatie & voorlichting In- en externe communicatie- en voorlichting Intranetsite Arbeidsinspectie Internetsite Arbeidsinspectie Versterking van de interne communicatie Versterking van het imago en het tonen van een herkenbaar Arbeidsinspectie-gezicht. 4.9 Kwaliteitszorg
47 47 47 47 47 48 48 49 49 50 50 50 50 50 50 51 51 51 51 52 52
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
55 57 59 5 JAARPLAN 2004
Capaciteitsoverzicht Primair Proces Overzicht van wetten en besluiten Afkortingen
52 53 53 53 53 53 53 53 53 54 54 54
JAARPLAN 2004
6
Voorwoord De Arbeidsinspectie heeft als missie: “Wij pakken misstanden aan en leveren politiek relevante informatie”. Met alle veranderingen, die in de maatschappelijke en politieke omgeving aan de gang zijn, is de missie van de Arbeidsinspectie niet aangetast, hoewel de concrete invulling daarvan steeds opnieuw aan de gewijzigde omstandigheden moet worden aangepast. De taakstellingen van de kabinetten Balkenende nopen ook de Arbeidsinspectie tot vergroting van de efficiency, tegelijkertijd wordt er onverminderd geïnvesteerd in kwaliteit. Daarnaast zijn er extra middelen vrijgekomen om de handhaving te versterken. In de eerste plaats op het gebied van de arbeidsmarktfraude, waar 80 nieuwe inspecteurs de interventieteams geleidelijkerwijs gaan versterken. Op het gebied van de arbeidsomstandigheden zullen ten behoeve van de aanpak van veroorzakers van arbeidsongeschiktheid circa 30 extra inspecteurs worden aangetrokken. De Arbeidsinspectie zal zich in 2004 verder op de kerntaak handhaving kunnen concentreren. Per 1 januari zullen de onderdelen, die zich bezighouden met de registratie, onderzoek naar en het algemeen verbindend verklaren van CAO’s – een taak die sinds 1994 aan de Arbeidsinspectie was toegedeeld – weer terugkeren naar het kerndepartement. De hiërarchische verbinding met het departement (SZW) loopt vanaf 1 januari 2004 via de Inspecteurgeneraal.
Paul Huijzendveld
Algemeen directeur Arbeidsinspectie
7 JAARPLAN 2004
In de tweede helft van het jaar is Nederland voorzitter van de EU. Voor de Arbeidsinspectie betekent dat het organiseren van de conferentie van de SLIC (Senior Labour Inspectors Committee). De SLIC is een raadgevend comité van de EU samengesteld uit de hoofden van arbeidsinspecties van de EU landen.. Het door Nederland geagendeerde thema is de handhaving van de EU richtlijn “manueel hanteren van zware lasten”. In 2004 wil de Arbeidsinspectie nog meer dan al het geval was een voor de burger toegankelijke overheidsorganisatie zijn, die een duidelijk herkenbare en maatschappelijk relevante bijdrage levert aan de veiligheid en gezondheid van werknemers en aan gezonde concurrentieverhoudingen in het bedrijfsleven. De Arbeidsinspectie wil zich manifesteren als een op resultaat gerichte organisatie. Die resultaten kunnen tegenwoordig goed worden gevolgd op het internetloket van de Arbeidsinspectie. Daarmee wordt tevens bijgedragen aan de doelstelling een transparante organisatie te zijn.
JAARPLAN 2004
8
Missie, wettelijk kader, taken, positionering en organisatie Arbeidsinspectie Missie De missie “Wij pakken misstanden aan en leveren politiek relevante informatie” vormt een leidraad om het brede takenpakket van de Arbeidsinspectie concreet in te vullen. De Arbeidsinspectie is toezichthouder voor een groot aantal wetten. Voor een belangrijk deel hebben deze de bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers als oogmerk. Meer dan 6 miljoen werknemers zijn voor hun veiligheid en gezondheid op het werk gebaat bij de naleving van de wetten en regels en daarbij dus ook van de handhavingsprestaties van de Arbeidsinspectie. Het nog steeds grote aantal ongevallen, de bestaande risico’s op calamiteiten met chemische installaties, de blootstelling aan gevaarlijke en kankerverwekkende stoffen, aan schadelijk geluid en fysiek zware belasting en de als ziekmakers bekend staande risico’s zoals psychisch zware belasting en agressie en geweld, onderstrepen het belang van die handhavingsprestaties. In het Nederlandse model van het bevorderen van goede arbeidsomstandigheden spelen naast werkgevers, werknemers en de overheid ook de arbodiensten een belangrijke rol. Een andere belangrijke inzet levert de Arbeidsinspectie op het terrein van de arbeidsmarkt: het tegengaan van illegale arbeid. Voor de werkgevers betekent dit, dat oneerlijke concurrentie, die gepaard gaat met illegale inzet van arbeidskrachten, wordt bestreden. Voor werknemers is hierbij van belang, dat de toegang tot de arbeidsmarkt niet wordt belemmerd door mensen die niet gerechtigd zijn in Nederland te werken. Gelet op de beperkte capaciteit en het ruime taakveld, zullen door de Arbeidsinspectie prioriteiten moeten worden gesteld. In de uitvoering van de handhaving wordt daarom vooral gekeken naar misstanden. Dat betekent dat de Arbeidsinspectie zich in haar preventieve toezicht zoveel mogelijk richt op branches en bedrijven waar op basis van beschikbare informatie en actuele inzichten mag worden verwacht dat zich daar de zwaarste en meest frequente overtredingen kunnen voordoen.
Onder misstanden moet worden verstaan: (Ernstige) schending van de wet- en regelgeving op het gebied van de arbeidsomstandigheden, waardoor onaanvaardbare risico’s voor veiligheid of gezondheid van mensen ontstaat; Stelselmatige overtreding van wet- en regelgeving, waardoor het rechtsgevoel van de maatschappij wordt geschonden; Stelselmatige overtreding van wetten en regels op het gebied van de tewerkstelling, waardoor de eerlijke concurrentieverhoudingen tussen marktpartijen wordt verstoord of de overheid financieel wordt benadeeld.
Het wettelijk kader Het wettelijke kader waarbinnen de Arbeidsinspectie opereert, wordt gevormd door onder andere de Arbeidsomstandighedenwet 1998, de Arbeidstijdenwet, de Wet Arbeid Vreemdelingen, de
9 JAARPLAN 2004
De missie geeft richting aan de handhaving door de aandacht in zowel preventieve als repressieve zin waar mogelijk te concentreren op misstanden. De Arbeidsinspectie wil een organisatie zijn die zich vooral concentreert op de echte problemen: het overtreden van wet- en regelgeving die het ontstaan, bevorderen of voortduren van misstanden met zich meebrengt.
Warenwet (waarin de regels voor gevaarlijke werktuigen zijn opgenomen), het Besluit Risico’s Zware Ongevallen, de Kernenergiewet, de Bestrijdingsmiddelenwet, de Farbo-regeling en het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945.¹ Taken Het takenpakket van de Arbeidsinspectie bestaat uit handhaving, uitvoering en informatievoorziening. De handhaving is te splitsen in toezicht en opsporing. Toezicht richt zich op naleving van de wettelijke bepalingen binnen het bovengenoemde wettelijk kader. De opsporing richt zich op het opsporen van strafbare feiten. Waar raakvlakken zijn wordt samengewerkt met andere inspectie- en opsporingsinstanties. De hoofdproductgroepen zijn bedrijfsinterventies in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet, de Arbeidstijdenwet en de Wet Arbeid Vreemdelingen en het onderzoek naar aanleiding van klachten en ongevallen. De uitvoerende taken zijn – na de uitplaatsing van de taken op CAO-gebied beperkt tot het onderzoeken van en adviseren over aanvragen werktijdverkorting en Farboregeling en de behandeling van vergunningen Kernenergiewet inzake de toepassing van ioniserende straling. Daarnaast vinden onderzoeks- en adviestaken plaats in het kader van het Predikaat Koninklijke. De laatste taak van de Arbeidsinspectie betreft het leveren van voor het beleid en de politiek relevante informatie. Deze informatie kan een belangrijke rol spelen bij het bepalen van het beleid en de aandacht voor problemen op het gebied van de arbeid. De producten die hierbinnen onderscheiden kunnen worden zijn: monitoronderzoeken, nalevingsinformatie en -trends, beleidssignalering en de handhaafbaarheids- en uitvoerbaarheidstoets van regelgeving. Positionering en Organisatie In het kabinetsstandpunt “Een kaderstellende visie op toezicht” worden toezicht en handhaving van wet- en regelgeving als topprioriteit bestempeld. Ook het hoofdlijnenakkoord van het kabinet Balkenende II benadrukt dat regels er zijn om te worden nageleefd. Kenmerkend voor het nieuwe toezicht zijn onafhankelijkheid, transparantie, kwaliteit en professionaliteit. Tevens wordt een aparte positionering bepleit ten opzichte van beleid, politiek en uitvoering (de objecten van toezicht). Organisatorisch is die onafhankelijkheid nu vormgegeven door ophanging van de Arbeidsinspectie aan de Inspecteur-generaal, onder wie ook de Inspectie Werk en Inkomen valt. Ieder als eigen divisie. Procesmatig wordt bewerkstelligd dat de opvattingen van de Arbeidsinspectie over de effectiviteit en handhaafbaarheid van beleid goed terecht komen: in de jaarplanprocedure, door de bijdrage aan de SZW-toets van nieuwe regelgeving en in de signalerende-monitorende functie van de Arbeidsinspectie. De onafhankelijkheid van de politiek heeft betrekking op de inhoud: het onbeïnvloedbaar en professioneel kunnen uitvoeren van feitenonderzoek door de Arbeidsinspectie. Dat feitenonderzoek is ook onafhankelijk van andere belangen en belanghebbenden.
De Arbeidsinspectie kent zes vestigingen in het land en een hoofdkantoor in Den Haag. De vestigingen staan in Groningen, Arnhem, Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Roermond. Op deze vestigingen worden de administratieve taken vervuld, die samenhangen met de werkzaamheden van de inspectieteams van de directies. ¹ In bijlage 3 vindt u een overzicht van alle wetten en besluiten waarbij de Arbeidsinspectie een handhavende taak heeft.
10 JAARPLAN 2004
De Arbeidsinspectie bestaat uit vier bedrijfstakdirecties op het gebied van de arbeidsomstandigheden, resp. Industrie, Bouw, Commerciële dienstverlening en Publieke Dienstverlening, de directie Major Hazard Control (MHC) en de directie Arbeidsmarktfraude (AMF).
Het hoofdkantoor verzorgt de faciliterende, coördinerende en evaluerende taken, de contacten met de beleidsdirecties en verricht het onderzoek en de overige primaire activiteiten waarvoor geen bedrijfsbezoeken nodig zijn. De Arbeidsinspectie heeft per 1 januari 2004 ongeveer 900 medewerkers in aantallen fte. Organigram
JAARPLAN 2004
11
JAARPLAN 2004
12
Strategische ontwikkelingen Op het werkterrein van de Arbeidsinspectie is veel in beweging. De eis van een strikte aanpak van illegale tewerkstelling, de aandacht voor het terugdringen van de WAO en de noodzaak tot intensieve samenwerking met andere toezichthouders zijn de meest in het oog springende ontwikkelingen. De in de SZW-begroting toegekende middelen voor uitbreiding van de inspectiecapaciteit is daarvan een gegeven dat verplichtingen schept. Op het gebied van de arbeidsomstandigheden is de aandacht voor de rol van het toezicht op de preventie van grote risico’s sterk toegenomen. De vorming van een aparte directie Major Hazard Control en de kwaliteitsborging van het toezicht op de grote gevaarlijke installaties door middel van het nastreven van ISO-certificering van de inspecties, zijn acties die bij die ontwikkeling aansluiten. De bestuurlijke boete is op het terrein van de arbeidsomstandigheden een succesvol handhavingsinstrument gebleken. In 2004 zal ook voor de handhaving van de Arbeidstijdenwet de bestuurlijke boete worden ingevoerd. Naar verwachting zal dat in 2005 eveneens voor de Wet arbeid vreemdelingen gelden, waardoor het lik-op-stuk-beleid op dit terrein kan worden versterkt. In 2004 zal de Arbeidsinspectie verder gaan met het ontwikkelen van de strategische uitgangspunten, die voor het handelen van de organisatie zullen worden gehanteerd. Externe ontwikkelingen, zoals het Kabinetsstandpunt inzake Toezicht, de noodzaak tot samenwerking en afstemming met andere inspectiediensten en de nieuwe eisen die de Algemene Rekenkamer heeft aangedragen voor het handelen en de inrichting van inspectiediensten, geven daartoe een extra aanzet. Deze activiteiten vanuit strategieontwikkeling zullen in 2004 tot een nieuw geformuleerde visie leiden. De huidige basiselementen zoals de nadruk op de kernactiviteiten “handhaving op misstanden op het gebied van de arbeid” en “het leveren van politiek relevante informatie” zullen daarin nog steeds de voornaamste plek innemen. Visie en missie vormen de start van de aangepaste plancyclus, die nadrukkelijker dan tot nu toe een meerjarenkarakter zal hebben en volledig aansluit op het reguliere begrotings- en verantwoordingsproces en daarbij zal voldoen aan de VBTB-eisen. Maatschappelijke aandacht voor toezicht en handhaving De onafhankelijke onderzoeken naar de toedracht van de rampen in Enschede en Volendam, het rapport Michiels: “Handhaven op Niveau”, het rapport van de Ambtelijke Commissie Toezicht: “Vertrouwen in onafhankelijkheid”, het daarop gebaseerde kabinetsstandpunt: “Een kaderstellende visie op toezicht” en het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar acht rijksinspectiediensten, waaronder de Arbeidsinspectie: “Handhaving door Rijksinspecties” hebben geleid tot een standpunt van het SG-beraad met betrekking tot “enkele speerpunten ter modernisering van de Rijksdienst”. Hierin staat een belangrijke taakstellende agenda voor de ontwikkeling van alle toezichthouders en daarmee ook voor de Arbeidsinspectie.
In het handhavingsprogramma 2003-2006 is voorzien in uitbreiding van de inspectiecapaciteit voor de aanpak van illegale arbeid tot ongeveer 100 fte. Daarbovenop is er vanaf 2003 structureel 10 mln extra beschikbaar voor versterking van de handhaving. Ter besteding van deze extra middelen
13 JAARPLAN 2004
In dit verband is de tendens van belang om ook voor toezichtorganen van de jarenlang gebruikelijke outputsturing toe te groeien naar outcomesturing. Met andere woorden: in toenemende mate zal maatschappelijke verantwoording gevraagd worden over wat de bijdrage van de handhaving is aan het bereiken van de beoogde beleidsdoelstellingen. Het gaat dus niet meer alleen over de handhavingsprestaties (kwaliteit en kwantiteit) maar ook over het effect van de handhavingsactiviteiten op het niveau van de naleving door burgers (werkgevers/werknemers).
wordt de inspectiecapaciteit van de directie AMF met 80 fte uitgebreid tot 180. Deze uitbreiding wordt vanwege de inspanning voor begeleiding en opleiding gefaseerd gerealiseerd (gestart in 2003 en doorlopend tot 2005). Na voltooiing van werving en opleiding worden de nieuwe inspecteurs ingezet in de interventieteams. Voor extra preventief toezicht op branches en bedrijven met hoge arbeidsongeschiktheids-cijfers worden 30 extra inspecteurs ingezet. De instroom van nieuwe inspecteurs en de opleiding en training zal het gehele jaar 2004 in beslag gaan nemen, waardoor ook hier het effect pas in 2005 kan gaan optreden.
14 JAARPLAN 2004
Samenwerking- en afstemmingsrelaties De Arbeidsinspectie hecht er grote waarde aan om de komende jaren de samenwerking met andere inspectiediensten te versterken, teneinde te komen tot een efficiëntere handhaving. Met name waar raakvlakken zijn in het toezicht of dezelfde objecte van toezicht worden benaderd door verschillende inspectiediensten is het van belang dubbelingen te voorkomen en waar mogelijk de inspectielast voor bedrijven te minimaliseren. Door middel van samenwerkingsovereenkomsten wordt hier vorm aan gegeven. In de afgelopen tijd zijn op het gebied van veiligheid en gezondheid samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met de divisie Vervoer en divisie Rail van IVW en met Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Overeenkomsten zijn nagenoeg gereed met de divisie Scheepvaart van IVW en met de Politie te Water voor activiteiten in de Binnenvaartbranche. Voor assistentie van de divisie Scheepvaart is capaciteit vrijgemaakt. Ook met de Inspectie voor het Onderwijs en de Inspectie Gezondheids zorg wordt samengewerkt op terreinen. Met de divisie Luchtvaart zal in 2004 een overeenkomst worden afgesloten. Eveneens wordt met de VROM-Inspectie (VI) nauw samengewerkt in inspectieprojecten en door uitwisseling van informatie. Zo worden sinds de tweede helft van 2003 de meldingen van asbestsloop die bij de AI binnenkomen aan de VI verstrekt. Dit gebeurt ook periodiek met de gegevens van bedrijven waarbij overtredingen zijn geconstateerd op het terrein van asbest. De Voedsel en Warenautoriteit (VWA), waar de Keuringsdienst van Waren onder ressorteert, is eveneens een belangrijke gesprekspartner. De incidenten in 2002 en 2003 rond de uitbraken van veeziekten (vogelpest, MKZ) geven de noodzaak van een goede samenwerking aan. Met deze inspectiediensten zal ook in 2004 periodiek overleg plaats vinden. Daarnaast vindt enkele keren per jaar overleg plaats tussen de Algemeen directeur van de AI en de Inspecteur-generaal van de IVW. Hier worden onderwerpen besproken die boven het divisieniveau uitgaan. Waar samenwerking in directe zin niet mogelijk of niet zinvol is zal wel steeds worden afgestemd, teneinde ongewenste stapeling van inspectie- en toezichtsactiviteiten op bepaalde branches en bedrijven te beperken. In de afstemming tussen Inspecteuren-generaal (IG-beraad) vindt gezamenlijke instrumentontwikkeling plaats met alle inspectiediensten en wordt de regie gevoerd over de ontwikkeling van onderwerpen en thema’s die betrekking hebben op alle Rijksinspecties. Naast professionalisering van de Rijksinspecties is een belangrijk doel om dubbel werk voor inspecties en onnodige belasting door toezicht voor de burger te voorkomen. In 2004 zal de samenwerking tussen de inspecties zich steeds meer gaan verbreden en verdiepen. Thema’s die daarbij aan de orde komen zijn het samen werken aan de professie van toezichthouder en de ontwikkeling van vormen van “horizontaal toezicht” (het betrekken van de burger bij het toezicht). Daarnaast zal ook sprake zijn van concrete taakafbakening, informatie-uitwisseling en het samen optrekken bij dezelfde objecten van toezicht. In het kader van thematische samenwerking zal de AI meewerken aan de integrale pilots: Vervoer gevaarlijke stoffen per trein en Voorbereiding en coördinatie van rampen. Bij het opstellen van plannen voor inspectieprojecten zal expliciet de relatie en samenwerking met relevante andere inspectiediensten worden meegenomen.
Op het terrein van de illegale arbeid – en daarmee vaak gepaard gaande premie- en belastingfraude - wordt samengewerkt met de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (UWV), de Belastingdienst, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) en met Gemeenten. Deze samenwerking is vastgelegd in zogenaamde convenanten. Naast de bilaterale samenwerking wordt in 2004 een landelijk dekkend netwerk van interventieteams (als opvolger van de Regionale Interdisciplinaire Fraudeteams, de RIF’s) operationeel. Dat is opgezet voor een gestructureerde aanpak in de branches, waarin zich misstanden op dit gebied voordoen. Met name wordt daarbij de aandacht gericht op de georganiseerde (illegale) tewerkstelling. Door middel van landelijke en regionale convenanten zijn voor 2004 afspraken gemaakt met de politiekorpsen over de inzet van de vreemdelingendienst voor het taakveld “bestrijding illegale tewerkstelling”. De relatie met de burger De maatschappelijke kritiek op het functioneren van de overheid en haar organen is ook aan de Arbeidsinspectie niet voorbij gegaan. Te pietluttige toepassing van regels, onvoldoende coherentie met regeltoepassing van andere inspectiediensten en andere kritiekpunten vanuit het meldpunt “strijdige regelgeving” van EZ zullen aandacht krijgen. Een aantal actielijnen, die voor een deel al zijn ingezet, zal daarbij (verder) worden ontwikkeld. • Bevorderen van effectief, efficiënt en niet-bureaucratisch optreden; de uitkomsten van het door EZ opgezette meldpunt “strijdige regelgeving” zullen daarbij actief worden betrokken; • Intensiveren van handhavingsondersteunende voorlichting, vooral gericht op het MKB, werknemers en startende ondernemers, over algemene verplichtingen (ARBO, WID, WAV, ATW); • Ontwikkelen van interactieve communicatie met burgers via het AI-internetloket en waar mogelijk bijdrage leveren aan de één loket gedachte (meer instanties over het zelfde thema via één geïntegreerd loket op Internet kunnen benaderen); • Klanttevredenheidsonderzoeken als onderdeel van het binnen de Arbeidsinspectie gehanteerde INK-kwaliteitsmodel; • Het naar aanleiding van het rapport van de Nationale Ombudsman over burgerbrieven (2003) extra aandacht geven aan de afhandelingstermijnen van klaagschriften over het optreden van de Arbeidsinspectie; • Het beleid confronteren met signalen en opvattingen van de burgers die met de SZW-regelgeving en de AI-handhaving in aanraking komen (veelal de werkgevers en werknemers); • Het beter over het voetlicht brengen van het verschil tussen Arbeidsinspectie (handhavende overheid) en arbodienst (adviserende particuliere instelling). De verantwoordelijkheden taken en activiteiten van deze partijen worden onderling nogal eens verward.
15 JAARPLAN 2004
Bestuurlijk risicoanalyse model (AIRA) In de afgelopen periode is er binnen de AI een bestuurlijk risicoanalyse model (AIRA) ontwikkeld. Dit model geeft inzicht waar onveilige werksituaties kunnen worden verwacht. Het vormt de basis voor het bepalen van de noodzakelijke keuzes en prioriteiten in de aanpak, zowel naar branches als naar de onderwerpen, die bij de inspecties in die branches de belangrijkste punten van toezicht vormen. Het model is nu nog voornamelijk gevuld met gegevens van experts. De voorkeur gaat echter uit naar een zo veel als mogelijk is data-driven risicoanalysemodel. Dat wil zeggen dat de analyse moet zijn gebaseerd op reproduceerbare gegevens, die een waarheidsgetrouw beeld van de werkelijkheid geven. Hiervoor is het nodig dat er structureel aandacht gegeven wordt aan het opzetten van een database met relevante gegevens. Voor het risico-model zowel als voor de opzet van concrete projecten, zijn niet alleen de potentiële risico’s van belang, maar ook gegevens over nalevingsgedrag, nalevingsniveau’s en zelfwerkzaamheid in branches. In het samen met de beleidsdirectie opgezette project “brancheprofielen nieuwe stijl” wordt daaraan mede invulling gegeven.
Voor het bepalen van de bedrijven, die binnen de gekozen branches de meeste aandacht zouden moeten krijgen wordt in samenwerking met UWV een aantal pilots gestart waarin met behulp van gegevens over ziekteverzuim en WAO-toetreding de bedrijvenselectie wordt ondersteund. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt “vissen waar vis zit”. Daarnaast wordt met de directie Arbeidsveiligheidsbeleid samengewerkt bij de ontwikkeling van het kwantitatieve risicomodel voor werknemers (project Arbeidsveiligheid). Daarbij wordt voor de ontwikkeling van de database Arbeidsveiligheid bezien in hoeverre de database van AIRA hierin kan meelopen. Toezichtbaarheidstoets en handhaafbaarheid In november 2002 is er een hernieuwde uitgave verschenen van de SZW-toets met als subtitel “Werken aan beleid met uitvoeringskwaliteit” en “Instrument voor effectieve beleidsvoorbereiding”. Deze toets is één van de pijlers onder het streven naar optimalisering van kwaliteit, maatschappelijke effectiviteit en efficiency van SZW producten. Om vanuit de AI hiervoor een bijdrage te kunnen leveren wordt een AI Toezichtbaarheidstoets (T-toets) ontwikkeld. Daaruit kan onder meer blijken of nieuwe of bestaande regelgeving wel voldoende handhaafbaar is. Organisatieontwikkeling en efficiency Nadat in 2003 de grote reorganisatie – van regiosturing naar bedrijfstaksturing - is ingevoerd resteren voor 2004 nog enkele kleinere organisatieveranderingstrajecten. De Arbeidsinspectie zal zich nog meer tot de kernactiviteiten handhaving en monitoring gaan beperken. Om die reden wordt een aantal uitvoerende activiteiten elders in het Ministerie ondergebracht. Het betreft in eerste instantie de taken rondom registratie, onderzoek en algemeen verbindend verklaren van CAO’s, die per 1 januari 2004 naar het kerndepartement overgaan. In tweede instantie gaat het om de vergunningverlenende taken met betrekking tot de Kernenergiewet, welke in beginsel in de loop van 2004 of begin 2005 zullen worden ondergebracht bij VROM, afhankelijk van de afloop van besprekingen over wijze en tijdstip van overgang. Deze veranderingen geven aanleiding tot enige aanpassing van de structuur en de ophanging van de overblijvende centrale afdelingen.
JAARPLAN 2004
16
Producten en prestaties In hoofdstuk 1 is nader ingegaan op de taken, organisatie en positionering van de taken binnen de arbeidsinspectie. In dit hoofdstuk zal per taakgebied worden aangegeven welke primaire producten en prestaties de Arbeidsinspectie daarbij in 2004 levert. Dit hoofdstuk zal worden afgesloten met een samenvattend schema hoe de Arbeidsinspectie de beschikbare menskracht voor inspecties over deze producten in 2004 zal inzetten.
3.1
Handhaving Arbeidsomstandigheden
De handhaving op het terrein van arbeidsomstandigheden wordt binnen de arbeidsinspectie uitgevoerd in 4 bedrijfstakdirecties; Industrie, Bouw, Commerciële Dienstverlening en Publieke dienstverlening. De benodigde kennis en specialistische ondersteuning voor de handhaving arbeidsomstandigheden wordt gefaciliteerd vanuit het expertisecentrum als onderdeel van de Directie Inspectieondersteuning. De handhaving op het terrein van arbeidsomstandigheden omvat het projectmatige werk, de behandeling van klachten van werknemers over hun arbeidsomstandigheden en het onderzoek van arbeidsongevallen. Arbeidsomstandigheden: hoog risico onderwerpen in 2004
Deze lijst is een eerste stap in het selecteren van onderwerpen voor de meerjaren strategieën per bedrijfstakdirectie. Er wordt vervolgens in de strategische unit van iedere bedrijfstakdirectie op basis van de “Tafel van Elf”³ bepaald of er een hoog dan wel laag nalevingniveau is in een bepaalde sector. Aan de hand van de uitkomsten wordt een handhavingstrategie vastgesteld, waarin keuzes ² ³
Vanwege van kracht worden van het nieuwe Bouwbesluit is de betrokkenheid van de AI bij dit onderwerp sterk verminderd. Hiermee is in de prioriteitstelling geen rekening gehouden. Ontwikkeld door het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie.
17 JAARPLAN 2004
Om in 2004 de beschikbare inspectiecapaciteit transparant in te kunnen zetten, zijn op basis van het bestuurlijk risicoanalyse model (AIRA) de volgende onderwerpen geselecteerd op basis waarvan in de inspectieprojecten in de afzonderlijke branches de prioriteiten worden bepaald: • acuut gevaarlijke stoffen (waaronder o.a.: ontvlambare-, ontplofbare- en pyrotechnische stoffen) • kracht zetten (waaronder o.a.: tillen, duwen en trekken) • knel-/plet-/snijgevaar • (om)vallende voorwerpen • aanrijdgevaar • wegvliegende- en wegschietende onderdelen (i.v.m. sneldraaiende arbeidsmiddelen) • werkdruk • ondeugdelijke inrichting arbeidsplaats² • schadelijk geluid • gevaarlijke stoffen (waaronder o.a.: VOS, bestrijdingsmiddelen, lasrook, huidirriterende stoffen en mutagene-/reprotoxische stoffen) • valgevaar • beeldschermwerk (waaronder o.a. RSI oorzaken) • excessieve arbeidstijden • agressie en geweld • kankerverwekkende stoffen (waaronder o.a. asbest en kwarts).
worden gemaakt tussen actief handhaven, aanvullende maatregelen nemen of (tijdelijk) afzien van interventies. In de meerjaren strategieën kunnen specifieke onderwerpen toegevoegd worden, die beargumenteerd geselecteerd worden op basis van hun positie uit AIRA of vanuit een hogere prioriteitstelling vanuit de actualiteit. Uiteraard spelen er ook politiek-maatschappelijke afwegingen t.a.v. de AI-inzet. De consequenties hiervan worden beargumenteerd afgewogen tegen de daarvoor in te ruilen hoog risicogebieden. De inzet van inspectiecapaciteit is gericht op het bestrijden van misstanden. Het gaat daarbij om de aanpak van wetsovertredingen rond arbeidsrisico’s die daadwerkelijk bijdragen aan de kans dat mensen uitvallen uit het arbeidsproces omdat hun fysieke en/of geestelijke gezondheid geschaad wordt. De analyse van arbeidsuitval als gevolg van ziekteverzuim en WAO-instroom speelt een belangrijke rol bij de keuze van doelgroepen en speerpunten. Daarnaast zijn signalen van inspecteurs over misstanden en ongevalgegevens betrokken bij de prioriteitbepaling. Voor het jaar 2004 is als thema gekozen: ‘Tillen’, omdat dit onderwerp volgens AIRA in alle bedrijfstakken een hoog risico onderwerp is. In alle bedrijfstakdirecties zal dit onderwerp in 2004 aandacht krijgen. Bij de bepaling van de prioriteiten wordt mede aandacht besteed aan de uitkomsten van het overleg over arboconvenanten. De Arbeidsinspectie is weliswaar niet meer rechtstreeks betrokken bij het tot stand komen van arboconvenanten, maar heeft regelmatig afstemming met de onderhandelaars over de stand van zaken. De keuze en inhoud van inspectieprojecten kan mede worden beïnvloed door het wel of juist niet tot stand komen van arboconvenanten in de afzonderlijke branches. Projectmatig werk Uitvoering van de Arbo-projecten vindt in bovengenoemde bedrijfstakdirecties plaats. In de onderstaande paragrafen 3.1.1. t/m 3.1.4. is per bedrijfstakdirectie aangegeven hoeveel inspectietrajecten er per project uitgevoerd zullen worden. Een inspectietraject omvat een bezoek aan een bedrijf en alle daaruit voortvloeiende handelingen, inclusief eventuele (her)controles indien overtredingen zijn geconstateerd. Kortheidshalve wordt verder van ‘trajecten’ of ‘zaken’ gesproken. Voor alle projecten arbeidsomstandigheden, en de daaruit voortkomende handhavingstrajecten, zijn Prestatie Indicatoren van kracht. Voor 2004 gelden de volgende indicatoren en streefwaarden: Prestatie Indicatoren projectmatig werk Arbeids-omstandigheden
Streefwaarde in 2004
Percentage tijdig opgeleverde projectverslagen
85% binnen drie maanden na afronding project (na laatste 1ste fase bezoek)
Doorlooptijd handhavingstraject Percentage Arbotrajecten
75% binnen 1 jaar afgesloten
Percentage projectmatige trajecten met inzet van handhavingsinstrument
Score tenminste 5% hoger dan volgens de arbomonitor 2002 als landelijk gemiddeld gemeten wordt
JAARPLAN 2004
18
Werk en rusttijden in projecten In 2004 zal de Arbeidsinspectie zich in het kader van de actieve inspectieprojecten terughoudend opstellen m.b.t. de handhaving van de Arbeidstijdenwet. Alleen in bedrijfstakken waarin excessen worden verwacht zal handhaving van de Arbeidstijdenwet aan de orde zijn. Onder excessen moet in dit verband worden verstaan arbeids- en rusttijdpatronen waarbij de veiligheid, gezondheid en welzijn in gevaar dreigt te komen, zoals arbeidstijden van meer dan 14 uur per dienst of 72 uur per week of meer dan 48 uur gemiddeld over 13 weken. In het kader van reactieve inspecties, zoals bij onderzoek van klachten en ongevallen waarbij het evident is dat arbeids- en rusttijden een rol kunnen spelen, zal de Arbeidstijdenwet onverkort worden gehandhaafd. Voorts zullen in nauw overleg met de Inspectiedienst Verkeer en Waterstaat, Divisie Vervoer, en met de KLPD inspecties op het terrein van het Arbeidstijdenbesluit Vervoer, onderdeel wegvervoer in het ‘eigen vervoer’, worden uitgevoerd. In de geëigende bedrijfstakken waar arbeid door kinderen en jeugdigen veel voorkomt zal een inspectie-/monitorproject worden uitgevoerd. Aandacht voor jeugdigen in projecten Aan toezicht op en instructie van jongeren zal in verschillende projecten extra aandacht gegeven worden. Ook in 2004 zal er binnen de directie Publieke Dienstverlening een inspectieproject worden gehouden naar vakantiewerk door jeugdigen. Dit project richt zich op sectoren als gezondheidszorg, landbouw en recreatie. Daarnaast vinden ook nog hercontroles plaats in andere sectoren die vorig jaar zijn geïnspecteerd en waar toen duidelijke overtredingen zijn vastgesteld. Markttoezicht algemeen Lidstaten van de Europese Unie moeten naar het oordeel van de Europese Commissie stelselmatig aandacht schenken aan het door fabrikanten naleven van productwetgeving die op Europese richtlijnen gebaseerd is. Dat houdt o.a. in dat, behalve door het toezicht bij reguliere fabrikanten, gemachtigden en gebruikers, er ook aandacht gegeven moet worden aan ontwikkelingen op het gebied van zogeheten ‘grijze import’. Afgezien van controle op administratieve zaken als aanwezigheid van CE-markering, EG-verklaring van overeenstemming en gebruiksaanwijzing, dient er ook op te worden toegezien dat fabrikanten daadwerkelijk zorgen dat hun product voldoet aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen uit bijvoorbeeld Bijlage I bij de Machinerichtlijn. In de Warenwet (voorheen de Wet op de gevaarlijke werktuigen) zijn een aantal productrichtlijnen geïmplementeerd, zoals de Richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen, Richtlijn liften, Richtlijn drukapparatuur en Machinerichtlijn. Het toezicht op de naleving ervan is o.a. een taak van de Arbeidsinspectie. Het aantal benodigde uren wordt op 800 geschat.
19 JAARPLAN 2004
Markttoezicht drukapparatuur Op grond van een wijziging van het Besluit drukapparatuur is sinds 1 januari 2002 de gebruiker zelf verantwoordelijk voor de verplichte keuring van drukapparatuur voordat deze in gebruik wordt genomen. Die keuring moet verricht worden door een keuringsinstelling die door de Minister is aangewezen. Daarnaast moet sinds mei 2002 de fabrikant van drukapparatuur voldoen aan de verplichtingen die voortkomen uit de Richtlijn drukapparatuur. De aard van die verplichtingen is vergelijkbaar met die welke voortvloeit uit de productwetgeving die op machines van toepassing is, en houdt in dat het product o.a. voorzien moet zijn van een EG-verklaring van overeenstemming, CE-markering en gebruiksaanwijzing. Het toezicht op naleving van die verplichtingen is een taak van de Arbeidsinspectie. In 2004 zal dit toezicht geïntensiveerd worden. Het gepland aantal zaken is 150. Totaal 800 uur.
Onderzoek van klachten De behandeling van klachten van werknemers, vakbonden of medezeggenschaps-organen over arbeidsomstandigheden is een belangrijk product van de Arbeidsinspectie in het licht van het signaleren van eventuele misstanden. Prestatie Indicator
Streefwaarde in 2004
Percentage afgesloten trajecten met inzet hh-instrument bij (ten dele) gegronde klachten
95%
Afhandelingsduur 1e fase (onderzoek)
70% binnen 6 weken
Afhandelingsduur 2e fase (handhavingstraject)
75% binnen 1 jaar
Onderzoek van arbeidsongevallen Het onderzoek naar arbeidsongevallen is een belangrijk product van de Arbeidsinspectie in het licht van het “aanpakken van misstanden”. Omdat in het belang van een zorgvuldige afwikkeling veel onderzoek nodig is kosten deze trajecten veel tijd. Ook een zorgvuldige rapportage naar belanghebbenden en het volledig afwikkelen van handhavingstrajecten is arbeidsintensief. Alle dodelijke en ernstig letsel veroorzakende arbeidsongevallen, die aan de Arbeidsinspectie gemeld worden, worden onderzocht. Op basis van gegevens over ernstige ongevallen die binnen de Arbeidsinspectie beschikbaar zijn, wordt een evaluatieonderzoek gedaan. Hierin wordt onder meer een beeld gegeven van de kenmerken van de werknemers die bij een arbeidsongeval betrokken zijn geraakt, van de bedrijven waarin die werknemers werkzaam zijn, en van de oorzaken van de ongevallen. De resultaten van dit onderzoek worden in een rapport aan de Tweede Kamer aangeboden. Het verkrijgen van inzicht in het voorkomen en de oorzaken van ongevallen is van groot belang voor de nadere invulling van inspectieprojecten, voor bedrijven en branches (om te laten leren van fouten en problemen) en voor de beleidsontwikkeling. Hiertoe zal een database opgezet worden waarin relevante gegevens worden opgenomen welke via verschillende doorsneden kunnen worden geraadpleegd. Streefwaarde in 2004
Percentage afgesloten trajecten met inzet zwaar handhavingsinstrument bij meldingsplichtige ongevallen (boetes, stillegingen)
Ten minste 45%
Afhandelingsduur 1e fase (onderzoek)
75% binnen 3 maanden
Afhandelingsduur 2e fase (handhavingstraject)
75% binnen 1 jaar
20 JAARPLAN 2004
Prestatie Indicator
3.1.1
Bedrijfstakdirectie Industrie
Kenmerken bedrijfstak industrie Ten aanzien van de strategie van de directie Industrie zijn de navolgende kenmerken relevant: • Een naar verhouding tot andere sectoren hoge instroom in de WAO, vooral in de voeding- en genotmiddelen industrie. • Arbeidsongeschiktheid hangt meer dan gemiddeld samen met klachten van het bewegingsapparaat wat een aanwijzing is voor knelpunten met betrekking tot fysieke belasting (tillen, duwen en trekken, RSI oorzaken, ongunstige werkhouding) • Veel machinale arbeid waardoor het gevaar van snijden, knellen en pletten manifest is. Er gebeuren op dit gebied veel ongevallen met ernstig letsel. • Grote verschillen in de staat van de machineparken. Op moderne machines van na 1995 is naast arbo ook productwetgeving van toepassing. Verouderde machines voldoen vaak niet aan de veiligheidseisen maar vervanging ligt economisch moeilijk. • Intensief gebruik van allerlei gevaarlijke stoffen waarvoor uitgebreide beoordelingen op werkplekniveau noodzakelijk zijn. Deze kenmerken zijn bepalend voor de keuze van de onderwerpen in de navolgende projecten voor 2004. Zuivelindustrie Dit project start in het najaar van 2003 en loopt tot en met januari 2004. De onderwerpen tillen, duwen & trekken, gevaarlijke stoffen en schadelijk geluid, die in deze sector zijn geïdentificeerd als knelpunten, komen in het project aan de orde. Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantalzaken
Uren
Zuivelinstrie
november 2003 – januari 2004
Tillen, duwen & trekken, gevaarlijke stoffen, schadelijk geluid
166
1000
Tankschepen Het werken in-op-aan tankschepen moet worden gerekend tot één van de meest risicovolle activiteiten binnen de bedrijfstak industrie. De aanwezigheid van lading/ladingresten in dergelijke tankschepen in combinatie met de uit te voeren werkzaamheden (lassen- branden- snijden e.d.) is de bron van de risico’s. Daarom dient er vóór aanvang van de werkzaamheden door een gecertificeerd deskundige toestemming te worden verleend. In een aantal situaties met bijzonder groot risico, bestaat een meldingsplicht aan de Arbeidsinspectie. Komend jaar zal aan de hand van de meldingen steekproefsgewijs worden gecontroleerd of ook in de praktijk aan de veiligheidsvoorschriften wordt voldaan Project
Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Tankschepen
jan 2004 – dec. 2004
Acuut gevaarlijke stoffen
40
250
21 JAARPLAN 2004
Project
Campagne metaal De kern van deze campagne is dat in een kort tijdsbestek een groot aantal inspecteurs uit de industrie wordt ingezet in onderdelen van de metaalsector om op een beperkt aantal onderwerpen, te weten het speerpunt tillen, duwen & trekken en het beleid in de bedrijven m.b.t. gevaarlijke stoffen, te inspecteren. Hierdoor wordt de inspectietrefkans groot en wordt een dynamiserend effect gegenereerd doordat branches in de metaal worden aangezet tot aandacht en actie. Project
Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Campagne metaal
febr. 2004 – april 2004
Tillen, duwen & trekken, gevaarlijke stoffen (lasrook en/of vluchtige oplosbare stoffen (VOS)
670
4020
Water- en energiebedrijven In deze bedrijfstak hebben de afgelopen jaren veel veranderingen plaats gehad, waarbij de indruk bestaat dat de vele fusies en overnames tot werkdrukproblemen hebben geleid. Gezien de geringe aandacht in de afgelopen jaren vanuit de Arbeidsinspectie zal op basis van een prioritering van ziekte- en wao-oorzaken per sector (energieproductie, energiedistributie, waterleidingen e.d.) en in overleg met de werkgevers- en werknemersorganisaties in de branche een inspectieproject worden uitgevoerd met als onderwerpen arbobeleidsvoering en werkdruk. De arbobeleidsvoering is onderwerp van inspectie gezien het vele werk dat aan derden wordt uitbesteed Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Water- en energiebedrijven
febr. 2004 – april 2004
Arbobeleidsvoering
125
1000
Campagne Machineveiligheid De oorzaak van vele ongevallen met ernstig blijvend letsel wordt in de industrie gevormd door onveilige machines. In de periode mei tot en met september wordt om die reden in een aantal industriële bedrijfstakken, waaronder de metaal en de voeding- en genotmiddelenindustrie, een project uitgevoerd dat specifiek op dit onderwerp is gericht. De grootschalige inzet van inspectiecapaciteit draagt bij aan vergroting van het besef bij werkgevers en werknemers van de risico’s die samen hangen met machinale arbeid. Die risico’s hebben betrekking op knel-, plet- en snijgevaar en het ontbreken van voldoende instructie en adequaat toezicht, met name in bedrijven waar veel jeugdigen en/of uitzendkrachten werkzaam zijn. Door eenzelfde onderwerp in verschillende bedrijfstakken van de industrie aan te pakken wordt de verhouding tussen voorbereiding en uitvoering positief beïnvloed. Project
Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Campagne Machineveiligheid
mei 2004 – sept. 2004
Knel-, plet- en snijgevaar, toezicht, instructie
1075
4300
22 JAARPLAN 2004
Project
Kunststof en rubber In de afgelopen jaren zijn in deze sectoren verschillende inspectieprojecten uitgevoerd. Daaruit is geconcludeerd dat de arbeidsomstandigheden met name op het gebied van gevaarlijke stoffen nog beneden de maat zijn. Ook aan de systeemverplichtingen zoals het beschikken over een door de arbodienst getoetste RI&E wordt vaker dan gemiddeld niet voldaan. Om die reden zal ook komend jaar in deze sectoren geïnspecteerd worden. In verband met signalen dat tijdens consignatie- en bereikbaarheidsdiensten forse overtredingen van de Arbeidstijdenwet plaats vinden, wordt dit onderwerp in de inspecties mee genomen. Project
Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Kunststof en rubber
mei 2004 – sept. 2004
Gevaarlijke stoffen, Arbeidstijden
160
960
Campagne voeding- en genotmiddelenindustrie De voorlopige resultaten van het project “tillen in de industrie” dat in 2003 is uitgevoerd laten zien dat fysieke overbelasting binnen de voeding en genotmiddelenindustrie een serieus probleem is. Gezien de relatie met WAO-instroom wordt een grootschalig project, gericht op dit specifieke onderwerp voorbereid voor de periode oktober 2004 tot en met januari 2005. Project
Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Campagne Voedingen genotmid. Ind.
okt. 2004 – jan. 2005
Tillen, duwen & trekken, schadelijk geluid
717
4300
Kledingindustrie Hoewel de focus van de directie industrie gericht is op het bestrijden van de oorzaken van hoge arbeidsuitval en het terugdringen van (de materiële en immateriële schade in verband met) arbeidsongevallen, blijft het geboden dat alle sectoren een zekere inspectiedruk blijven ervaren om de aandacht voor arbeidsomstandigheden vast te houden. Met het oog daarop zal in de kledingindustrie een project worden geprogrammeerd met als voorlopige onderwerpen werkhouding en knel-, plet- en snijgevaar. Gehoord de betrokken sociale partners zal de verdere uitwerking ter hand worden genomen. Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Kledingindustrie
okt. 2004 – jan. 2005
Werkhouding, knel-, plet- en snijgevaar
100
500
Vuurwerk De coördinatie van projectmatige inspecties bij de vuurwerkbedrijven die niet onder het BRZO’99 vallen is ondergebracht bij de directie Industrie. In dat kader zullen bedrijven die zich bezighouden met de opslag van vuurwerk worden geïnspecteerd. Aangezien het voor veel bedrijven een nevenactiviteit betreft is er een grote kans dat er onvoldoende aandacht is besteed aan de risico’s rond de opslag van vuurwerk. Het inspectieproject gaat daar aandacht aan geven. Hierbij zal worden afgestemd c.q. nauw worden samengewerkt met andere toezichthoudende overheden.
23 JAARPLAN 2004
Project
Project
Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Vuurwerkopslagen
nov. 2004 – dec. 2004
Acuut gevaarlijke stoffen
50
300
Steekproefsgewijs worden naast bovengenoemd project inspecties uitgevoerd bij het afsteken van professioneel vuurwerk. Deze inspecties worden i.v.m. de benodigde specifieke deskundigheid uitgevoerd door de specialisten chemische veiligheid van het Expertisecentrum (zie paragraaf 4.2. Expertisecentrum). Kernenergiewet Het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Kernenergiewet is ondergebracht bij de directie Industrie. Op basis van de omvang van de risico’s zijn de bedrijven en instellingen ingedeeld in categorieën A (hoogste risico’s) tot en met D (laagste risico’s). Voor 2004 worden inspectieprojecten voorbereid gericht op bedrijven en instellingen uit alle categorieën. Daarnaast is in 2003 een begin gemaakt met het actualiseren van in het verleden verstrekte vergunningen. Ook hiervoor wordt inspectiecapaciteit beschikbaar gesteld. Project
Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Diverse
jan. 2004 – dec 2004
Ioniserende straling
515
2345
NH3-koelinstallaties Aan bedrijven met ammoniakkoelinstallaties zijn risico’s verbonden, samenhangend met de giftigheid en brandbaarheid van deze stof. Om aan die risico’s het hoofd te bieden zijn in de afgelopen jaren richtlijnen ontwikkelt, waarvan CPR-13-2 de belangrijkste is. Gedurende 2004 zal een project worden uitgevoerd, gericht op installaties met een ammoniakinhoud tussen 250 en 10.000 kg. De doelstelling van het project is het opheffen van situaties die niet voldoen aan de eisen van de CPR-13-2 richtlijn. Dit project zal gezien de benodigde specifieke kennis worden uitgevoerd door de specialisten chemische veiligheid van de Expertisecentrum (zie paragraaf 4.2. Expertisecentrum). Project
Looptijd
Risico Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Ammoniakkoelinstallaties
mei 2004 – november 2004
Acuut gevaarlijke stoffen
50
420
3.1.2
Bedrijfstakdirectie Bouw
Kenmerken Bedrijfstak Bouw De strategie voor de directie bouw wordt grotendeels bepaald door enkele prominente knelpunten: • Een hoge instroom in de WAO op relatief jeugdige leeftijd en de grote kans op ziektes die op latere leeftijd kunnen leiden tot ernstige gezondheidsschade en de dood. De indruk dat de Bouw de grote veroorzaker is van de WAO-instroom is overigens niet juist. De cijfers liggen iets lager dan gemiddeld voor de industrie. Er blijkt geen verschil te zijn in bedrijfsgrootte wat dit aspect betreft.
JAARPLAN 2004
24
• Een relatief groot aantal ernstige ongevallen. Het ongevallencijfer - gemeten in het aantal ongevallen per 100.000 werknemers - is 3.6 maal zo hoog als gemiddeld in de industrie. Hier blijkt wel een verschil in bedrijfsgrootte. Met name in kleine bedrijven zijn de risico’s op ongevallen groter. • De complexe samenwerking van werkgevers op de bouwplaats en de invloed van het bouwontwerp op de arbeidsomstandigheden in latere fases. • Het mobiele karakter van bouwplaatsen. Belangrijke factoren bij het ontstaan van arbeidsongeschiktheid zijn fysieke overbelasting, psychische overbelasting (werkdruk bij uitvoerders) en blootstelling aan gevaarlijke stoffen, zoals kwartsstof, houtstof, asbest en oplosmiddelen. Bovendien worden de activiteiten met betrekking tot asbest voor het overgrote deel binnen de bedrijfstak Bouw uitgevoerd. Bouwlocaties In de bouw, en dan met name in de Burgerlijke en Utiliteitsbouw, blijkt het nodig voldoende handhavingsdruk uit te oefenen. Dit gebeurt door inspecties uit te voeren op bouwplaatsen, waarbij primair gekeken wordt naar risico’s voor ongevallen en naar blootstelling aan gevaarlijke stoffen en schadelijk geluid. Project
Looptijd
Risico-Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Bouwlocaties
Hele jaar
Voorkoming ongevallen, het betreft ongevallen door o.a: valgevaar, knel-/plet-/snijgevaar, aanrijdgevaar, wegvliegende- en wegschietende onderdelen, ondeugdelijke inrichting arbeidsplaats, gevaarlijke stoffen, schadelijk geluid.
1.825
7.300
EU-project In 2003 is in de gehele Europese Unie een inspectieproject uitgevoerd, gericht op het voorkomen van valgevaar in de Bouw. Aan dat inspectieproject was ook een intensieve voorlichtingscampagne gekoppeld. Het inspectieprogramma wordt in 2004 herhaald. Daarbij zal naast valgevaar ook aandacht worden besteed aan gevaarlijke machines en werktuigen op de bouwplaats. Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
EU-Project
2x2 weken juni, oktober
Valgevaar, knel-/plet-/snijgevaar door machines, i.c. cirkelzagen, op de bouwplaats. Valgevaar door personenvervoer op bouwlift.
375
1.500
25 JAARPLAN 2004
Project
Systeeminspecties De wet- en regelgeving voor de bouw kent diverse verplichtingen voor werkgevers, uitvoerende partijen en opdrachtgevers om ongevallen en beroepsziekten te voorkomen door preventie, coördinatie en samenwerking. Handhaving van deze verplichtingen, die moeten leiden tot een structurele aandacht van werkgevers voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers, vindt primair plaats vanuit geconstateerde tekortkomingen op de werkplek. Er worden zowel bezoeken gebracht aan de bouwlocatie als aan het vestigingsadres van de werkgever of de uitvoerende partij. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Systeeminspecties
mei – december 2004
Alle genoemde risico-onderwerpen zoals genoemd in paragraaf 3.1 zijn mogelijk; het gaat om genoemde invulling van verplichtingen.
915
7.300
Schilders en parketleggers Schilders en parketleggers staan regelmatig bloot aan de damp van oplosmiddelen, waardoor de beroepsziekte OPS kan ontstaan. Daarom is voor binnentoepassingen alleen nog maar het gebruik van watergedragen lakken en verven toegestaan. Aan de Tweede Kamer is toegezegd de naleving van deze verplichting te controleren. Inspecties vinden plaats op de werkplek en op het vestigingsadres van de werkgever. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Schilders en parketleggers
dec. 2003 – april 2004
Gevaarlijke stoffen, i.c. vluchtige organische stoffen (VOS)
290
1.450
Metselaars Uit onderzoek blijkt dat metselaars met name verzuimen tengevolge van fysieke belasting. Door de branche is 2004 uitgeroepen tot het jaar van de metselaar. Daarom zal geïnspecteerd worden op de naleving van de beleidsregel. Inspecties vinden plaats op de bouwlocatie en op het vestigingsadres van de werkgever. Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Metselaars
April – juni
Kracht zetten, o.a. herhaald langdurig tillen van relatief lichte gewichten in ongunstige werkhouding
290
1.450
26 JAARPLAN 2004
Project
Uitvoerders Uit onderzoek blijkt dat uitvoerders veel last hebben van te hoge werkdruk. Vanwege het ontbreken van eenduidige normen op dit gebied, is wetshandhaving gecompliceerd. Om toch een proces van bewustwording op gang te brengen en om meer inzicht te krijgen in deze problematiek, zal bij een aantal bedrijven de module “werkdruk” worden toegepast. Er vinden inspecties plaats op de bouwplaats en op het vestigingsadres van de werkgever. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Uitvoerders
September
Werkdruk
120
600
Opdrachtgevers Opdrachtgevers hebben op grond van het BPAB verplichtingen met betrekking tot de kennisgeving, het aanwijzen van een coördinator en het opstellen van een V en G – plan dat onderdeel uitmaakt van het bestek. Om de opdrachtgevers te wijzen op hun verplichtingen inzake preventie, coördinatie en samenwerking wordt een aantal grote opdrachtgevers bezocht. Hierbij zullen zij worden geconfronteerd met geconstateerde tekortkomingen op de werkplek, die terug te voeren waren op tekortkomingen in het bestek. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Opdrachtgevers
oktober – december
Alle genoemde risico-onderwerpen zoals genoemd in paragraaf 3.1 zijn mogelijk; het gaat om genoemde invulling van verplichtingen
75
600
Spooraanleg en onderhoud Baanwerkers blijken een groot risico te lopen op aanrijdgevaar. Daarom zullen er evenals in de voorgaande jaren inspecties plaatsvinden naar de veiligheid van baanwerkers en naar de juiste toepassing van de mogelijke preventieve maatregelen. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Spooraanleg en onderhoud
oktober – december
Aanrijdgevaar
80
2.050
Asbest Het toepassen van asbest is verboden. Er is echter zeer veel asbest aanwezig, dat bij sloopwerkzaamheden gevaar kan opleveren voor de gezondheid van de werknemers. Van alle verplichte meldingen wordt een deel onderzocht. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Asbest
Hele jaar
Kankerverwekkende stoffen i.c. asbest
725
2.900
JAARPLAN 2004
27
Asbestketen Inspecties in de keten van asbestverwijdering tot stort, met als doel zwakke plekken bloot te leggen en zonodig anderen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Asbestketen
mei – december
Kankerverwekkende stoffen i.c. asbest
245
1.480
Hout- en Meubelindustrie In de hout- en meubelindustrie wordt gewerkt met machines en met gereedschappen die bij onjuiste toepassing zeer gevaarlijk kunnen zijn. Daarnaast bestaat kans op blootstelling aan houtstof en oplosmiddelen, waardoor blijvende gezondheidsschade kan ontstaan. Ook de lawaaibelasting kan zeer hoog zijn, met mogelijke gehoorschade als gevolg. Daarom zullen er in deze bedrijfstak vgwbrede inspecties plaatsvinden. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Hout- en meubelindustrie
mei – juni
Knel-/plet-/snijgevaar, wegvliegende- en wegschietende onderdelen, schadelijk geluid, gevaarlijke stoffen, i.c. VOS, Kankerverwekkende stoffen i.c.houtstof.
365
1.460
Meubelstoffering Bij het stofferen van meubels kunnen werknemers blootstaan aan een te grote fysieke belasting en aan oplosmiddelen door toepassing van lijmen en lakken. Ook komen werkzaamheden voor zoals in de hout- en meubelindustrie, met de daarbij behorende risico’s. Aangezien niet altijd duidelijk is tot welke bedrijfstakdirectie deze bedrijven horen, zal hierover afstemming plaatsvinden met de andere directies. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Meubelstoffering
november – dec.
Krachtzetten, Gevaarlijke stoffen i.c. VOS
150
600
Rietdekkers Rietdekkers staan bloot aan valgevaar. Er zal daarom een aantal inspecties in deze bedrijfstak worden uitgevoerd, gericht op het voorkomen van valgevaar. Project
Looptijd
Risico onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Rietdekkers
mei – juni
Valgevaar
150
600
JAARPLAN 2004
28
3.1.3
Bedrijfstakdirectie Commerciële Dienstverlening
Kenmerken Bedrijfstak Commerciële Dienstverlening De bedrijfstak Commerciële Dienstverlening kan in grote lijnen worden onderverdeeld in een aantal sectoren: horeca, detailhandel, vervoer, autobranche, banken en verzekeringen, ICT-werk, uitzendbureaus en schoonmaakbedrijven. Bezien vanuit het oogpunt van de overheersende arbeidsrisico’s zijn het gevaar van RSI, agressie en geweld en werkdruk voor deze bedrijfstak kenmerkend. Daarnaast heeft elke sector zijn eigen specifieke risico’s en vraagt daarom ook zijn eigen strategische aanpak. Activiteiten zullen zich richten op de algemene en sectordoorsnijdende problematiek (bijv. beeldschermwerk in kantoren) en daarnaast op heel specifieke sectorrisico’s (o.a. werken op hoogten in zendmasten en hijswerktuigen op binnenvaartschepen). Bij de keuze van de sectoren waarin in 2004 inspectieprojecten worden georganiseerd moet rekening worden gehouden met het in voorbereiding of in werking zijn van een veertiental arboconvenanten. Naast de inspectieprojecten die inspelen op veel geconstateerde misstanden, is in 2004 een project voorgenomen dat erop gericht is de vinger aan de pols te houden van de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden van een in de bedrijfstak commerciële dienstverlening zeer dominerende werksoort, het administratieve kantoorwerk. Een groot deel van de mensen die dit soort werk doet loopt vanuit arbo-oogpunt geen grote risico’s, maar gezien het grote aantal werknemers waar het om gaat, is het echter wenselijk om hier toch inspectiecapaciteit voor te reserveren. Dit gebeurt via de weg van een aanpak die zich over meerdere sectoren van de commerciële dienstverlening uitstrekt. Bij het maken van dit jaarplan kon nog geen gebruik worden gemaakt van een meerjarenstrategie Commerciële Dienstverlening. Deze zal mede op basis van de recent ontwikkelde risicoanalyse en de meerjarenstrategie van de Arbeidsinspectie dit jaar worden vastgesteld. Vanaf 2005 zullen de jaarplannen hierop worden gebaseerd.
Project
Looptijd
Veiligheid baanwerkers Bergingsdiensten Arbeidstijden vervoer Bagagehandling vliegvelden Binnenvaart Distributiebedrijven Rangeren
sept ‘03 - april ‘04 jan ‘04 - april ‘04 jan ‘04 - dec ‘04 mei ‘04 - okt ‘04 mrt ‘04 - sept ‘04 sept 04 - juni ‘05 okt ‘04 - dec ‘04
Aantal zaken 20 50 100 40 130 400 30
Uren 500 500 1200 400 1208 2000 250
29 JAARPLAN 2004
Vervoer Het inspectieproject Heftruckgebruik Distributiebedrijven vindt zijn oorsprong in de vele ongelukken die aldaar met heftrucks gebeuren. Gekeken zal o.a. worden naar het onderhoud van de heftrucks en naar de emissie van de heftrucks met dieselmotoren. Daarnaast zal het gaan om het gebruik, het aanrijdgevaar, maar ook om de inrichting van de bedrijven. In de Binnenvaart zal een vgw-breed inspectieproject worden uitgevoerd. Inspectiepunten zijn o.a. hijswerktuigen, valgevaar, fysieke belasting en omgang met gevaarlijke stoffen. Samen met de Inspectiedienst Verkeer en Waterstaat, divisie Rail, wordt een project Rangeren uitgevoerd. Kernpunt daarin is het val- en aanrijdgevaar. Bagagehandling vliegvelden (Schiphol en Zestienhoven) is een project met een heel specifieke inhoud. Naast een aantal technische aspecten zal de fysieke belasting van de werknemers centraal staan. De rijtijden in het eigen vervoer zullen overeenkomstig de aanpak van de laatste jaren worden gecontroleerd in een project Arbeidstijdenbesluit vervoer. Uit 2003 doorlopende projecten zijn: Veiligheid baanwerkers en Bergingsdiensten.
Horeca, detailhandel en mobiliteitsbranche In de detailhandel zullen de magazijnen centraal staan. Het gaat daarbij om veiligheidsaspecten (stapelen, valgevaar), en (voorzover een pilot duidelijkheid geeft over de te hanteren normen) fysieke belasting. In de loop der jaren zijn al een aantal inspectieprojecten in de autogarages uitgevoerd. Deze vonden meestal plaats bij BOVAG-bedrijven. Een nieuw inspectieproject Autohandel/garages zal zich richten op de niet bij de BOVAG aangesloten bedrijven. Inspectiepunten zijn: machineveiligheid, werkplekinrichting, gebruik gevaarlijke stoffen en schadelijk geluid. Met een sterk accent op de sectoren Detailhandel en Horeca wordt een project Jeugdigen (dat in december 2003 is gestart) uitgevoerd gericht op de arbeidsomstandigheden en arbeidstijden van werkende kinderen en jeugdigen. Project
Looptijd
Jeugdigen Magazijnen detailhandel Autohandel/garages
dec ‘03 – apr ‘04 febr ‘04 – okt ‘04 mei ‘04 – okt ‘04
Aantal zaken
Uren
300 545 250
1800 3000 1500
Zakelijke dienstverlening Het project Kantoren (zie voor de toelichting hierboven) wordt uitgevoerd met een beperkte inspectielijst. Bij de keuze van de sectoren waarin bedrijven worden geïnspecteerd zal de nadruk worden gelegd op die waarin geen arboconvenanten zijn afgesloten. Een project Telecom is een vervolg op een eerder project waarin werkzaamheden op hoogte (zendmasten) zijn gecontroleerd. Naast het werken op hoogte zal (indien concrete normen beschikbaar zijn) ook worden gekeken naar de blootstelling aan niet-ioniserende straling. In de bedrijfstak industrie en commerciële dienstverlening zal een gemeenschappelijke project Legionella worden uitgevoerd. Dit project zal voornamelijk gericht zijn op de naleving van de wettelijke verplichtingen in de beleidsregel Legionella die op 1 januari 2004 van kracht wordt Doorlopend vanuit 2003 is het project ICT. Looptijd
ICT Kantoren Telecom Legionella
nov ‘03 - apr ‘04 febr’04 - febr ‘05 mei ‘04 - okt ‘04 jul ‘04 - dec ‘04
3.1.4
Aantal zaken 170 824 60 130
Uren 900 3295 450 800
Bedrijfstakdirectie Publieke Dienstverlening
Kenmerken Bedrijfstak Publieke Dienstverlening Uit UWV-gegevens blijkt dat in de meeste grote sectoren die vallen onder de publieke dienstverlening de WAO-instroom a.g.v. psychische belasting tussen de 40% en 50% bedraagt. Psychische belasting is een verzamelbegrip waarbinnen een aantal arbeidsrisico’s een rol speelt. In veel sectoren is sprake van extra psychische belasting doordat er relatief vaak sprake is van “cliëntcontacten”, denk daarbij aan overheidsdiensten, gezondheidszorg en onderwijs. Naast werkdruk kijkt de AI dan ook in veel gevallen naar de wijze waarop bedrijven en instellingen omgaan met agressie en geweld.
30 JAARPLAN 2004
Project
Fysieke problemen (o.a. aandoeningen aan het bewegingsapparaat) spelen in 20% tot 25% een rol bij het uitvallen werknemers en vormen dus ook een wezenlijk probleem. De landbouw scoort op dit punt veel hoger, daar heeft circa 50% van de diagnose voor nieuwe WAO-uitkeringen betrekking op fysieke belasting. Reden voor de AI om naast een aantal onderwerpen als bestrijdingsmiddelen ook te kijken naar fysieke belasting (o.a. kracht zetten, tillen) in de agrarische sector. Misstanden op het vlak van de fysieke veiligheid die samenhangen met de kans op een ernstig ongeval hebben in sectoren als de sociale werkvoorziening en de afvalverwerking een plek gekregen in de projectopzet. Daarbij krijgen de onderwerpen toezicht en instructie relatief veel aandacht. Dit op basis van de conclusie die de AI heeft getrokken dat veel ongevallen niet zozeer te wijten zijn aan puur onveilige machines, maar vooral aan onveilige situaties bij onderhoud en storingen en de organisatie van toezicht en instructie t.b.v. het personeel dat omgaat met machines. Sociale Werkvoorziening De toch al kwetsbare medewerkers in de sociale werkvoorziening lopen een driemaal zo grote kans op een ongeval als andere werknemers. Het gaat om medewerkers die een lichamelijke, geestelijke of psychosociale handicap hebben waarvoor extra zorg is vereist. Een en ander is voor de AI reden om een project uit te voeren specifiek gericht op de machineveiligheid en het systeem van toezicht en instructie in de sector Sociale Werkvoorziening. Het gaat dan niet alleen om metaalbewerking, maar ook b.v. om maaimachines. De zaaktijd is 20 uur en omvat de inspectie van meerdere locaties per bedrijf. Project
Looptijd
Prioritaire Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Sociale Werkvoorziening
sept. 2003 – april 2004
knel-/plet- en snijgevaar
100
2000
Hulpverleners bij ongevallen Uit diverse eerdere onderzoeken en incidenten blijkt de hulpverlening bij ongevallen tot een relatief grote kans te leiden dat hulpverleners gevaar lopen, met name aanrijgevaar. In een integraal project waarbij verschillende partijen worden betrokken zal nagegaan worden hoe het staat met de wetsnaleving rond het voorkomen van deze risico’s. Relevante groepen zijn o.a. ambulancepersoneel, politie, medewerkers van de wegbeheerder (rijkswaterstaat, provinciale of gemeentelijke medewerkers, brandweerpersoneel). Nagegaan zal worden hoe het staat met zaken als de veiligheid ter plekke (o.a. aanrijdgevaar), gevaarlijke stoffen en het omgaan met traumatische ervaringen. De samenwerking tussen betrokken partijen zal onderdeel zijn van het project. Looptijd
Prioritaire Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Hulpverleners bij ongevallen
jan. 2004 – aug. 2004
aanrijdgevaar, gevaarlijke stoffen, traumatische ervaring.
222
2000
31 JAARPLAN 2004
Project
Gezondheidszorg In de zorgsector zullen twee projecten worden gehouden. Een project zal zich met name richten op de somatische gehandicaptenzorg, de ander op de geestelijke gezondheidszorg. Prioritaire onderwerpen in beide projecten zullen agressie en geweld, werkdruk en fysieke belasting zijn. Bij de planning van de projecten wordt rekening gehouden met de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de convenanten in deze sector. Project
Looptijd
Prioritaire Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Gehandicaptenzorg
sept. 2004 – dec. 2004
agressie en geweld, werkdruk, tillen
666
6000
Geestelijke Gezondheidszorg
juli 2004 – okt. 2004
agressie en geweld, werkdruk, tillen
333
3000
Maatschappelijke Dienstverlening In deze sector zal gedurende het gehele jaar een project draaien. In dit zgn. jaarproject staan de arbeidsrisico’s agressie en geweld en werkdruk centraal. Iedere inspecteur krijgt een lijst instellingen (w.o. jeugdhulpverlening, jongerenwerk) mee die hij/zij gedurende het jaar zal bezoeken. Omdat het project zich uitstrekt over het gehele jaar kan de inspecteur het aantal bezoeken in een bepaalde periode flexibel laten afhangen van het overige werkaanbod. Project
Looptijd
Prioritaire Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Maatschappelijke dienstverlening
nov. 2003 dec. 2004
agressie en geweld, werkdruk
800
4000
Onderwijs De relatief grote arbeidsuitval in het onderwijs wordt vooral veroorzaakt door psychosociale belasting bij het onderwijspersoneel, zo blijkt uit vele onderzoeken. In convenantverband is daar inmiddels ook veel aandacht aan besteed. In een tweetal inspectieprojecten wordt onderzocht hoe het staat met de wetsnaleving op een aantal relevante onderwerpen als agressie en geweld en werkdruk. Daarnaast worden per specifieke sector nog aanvullende prioritaire onderwerpen opgenomen. Uit een eerder inspectieproject is gebleken dat het vaak slecht gesteld is met de specifieke veiligheidssituatie in praktijklokalen waar personeel en leerlingen omgaan met (potentieel) gevaarlijke machines en stoffen. Project
Looptijd
Prioritaire Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Primair Onderwijs
Sept. 2003 – maart 2004
agressie en geweld, werkdruk
287
1720
Voorgezet Onderwijs
Jan. 2004 – juni 2004
Idem
705
5640
JAARPLAN 2004
32
Land- en tuinbouw De problematiek van de bestrijdingsmiddelen en de veiligheid (m.n. valgevaar) staat centraal in een project in de glastuinbouw. Dit project vloeit enerzijds voort uit een eerder project waarin met name is gekeken naar het werken in ruimtes waarin gespoten is. In het project van 2002/2003 is gekeken naar een tiental middelen. Staatssecretaris Rutte van SZW heeft vervolgens aangegeven dat bij een volgend project alle 80 middelen meegenomen dienden te worden. Het grote aantallen ongevallen met buisrailsystemen is aanleiding geweest om in dit project deze problematiek ook prioriteit te geven, waarbij uiteraard de nieuwe beleidsregel wordt gehanteerd in de handhaving. Een derde prioritair onderwerp betreft de fysieke belasting, in dit project toegespitst op het veilingklaar maken van producten. Project
Looptijd
Prioritaire Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Glastuinbouw II
Sept. 2003 – april 2004
valgevaar, gevaarlijke stoffen (bestrijdingsmiddelen), kracht zetten
380
1640
Afvalverwerking In de verwerking van afvalmetaal spelen vooral de arbeidsrisico’s rond het gebruik van gevaarlijke machines en fysieke belasting. Diverse andere sectoren in de afvalverwerking zijn reeds onderwerp van inspectie geweest, in de komende periode zal de aandacht gericht worden op de metaalverwerking.
Looptijd
Prioritaire Onderwerpen
Aantal zaken
Uren
Afvalketen Metaal
sept. 2004 – febr. 2005
Knel-/plet- en snijgevaar, kracht zetten (incl. tillen)
167
1500
3.2
Major Hazard Control
3.2.1
Inleiding MHC
Op 1 april 2003 is de nieuwe directie Major Hazard Control (MHC) binnen de Arbeidsinspectie gestart. Reden voor de vorming van de directie is dat de aard van het werkterrein MHC met de bijbehorende kwetsbaarheid door de hoge risico’s en het voortdurend aanwezige politiek afbreukrisico een grotere en meer geconcentreerde aandacht tezamen met een betere en strakkere aangestuurde organisatie noodzakelijk maakte. In 2003 is met veel enthousiasme en elan een begin gemaakt met het structureren en organiseren van de directie gericht op kwaliteitsverbetering. In 2004 zal aan deze ontwikkeling verder gestalte worden gegeven en zullen de behaalde resultaten worden bestendigd. Belangrijke elementen hierbij zijn de verdere ontwikkeling en implementatie van een KwaliteitsManagementSysteem (KMS), ontwikkeling en implementatie van een systeem van Planning and Control (P&C), een verdere versterking van het bestuurlijk en beleidsmatig denken, een verdere versterking van de handhavingscultuur en een verdere versterking van de positionering van de directie, zowel intern als extern. Daarnaast zal natuurlijk in 2004 de uitvoering van het primaire proces de meeste aandacht vergen.
33 JAARPLAN 2004
Project
3.2.2 Primair proces MHC Voor de directie MHC geldt dat het primaire proces direct volgt uit de wettelijk verankerde taken zoals beschreven in het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO ’99). Dit komt in hoofdlijnen neer op: • beoordelingen opstellen over door de bedrijven uit de hoogste risico-categorie ingediende Veiligheidsrapporten (VR-beoordelingen), • tot een oordeel komen over het door bedrijven uit de minder hoge risico-categorie gevoerde beleid ter voorkoming van zware ongevallen (1e PBZO-inspecties), • op reguliere basis en op grond van een inspectieplan inspecties uitvoeren (periodieke inspecties) • ongevallen en incidenten onderzoeken en eventueel melden aan de EU (ongevals- en incidentenonderzoek). • wanneer daar op inhoudelijke overwegingen aanleiding toe is, actieve projectmatige inspecties uitvoeren (projecten). Door de in de wetgeving vastgelegde 5-jaarlijkse periodiciteit t.a.v. de actualisatie door bedrijven van veiligheidsrapporten en beleidsdocumenten t.a.v. de preventie van zware ongevallen en het gegeven dat het overgrote deel van de bedrijven in 2001/2002 voor de eerste maal dergelijke rapporten en documenten moesten opstellen heeft in die jaren voornamelijk de nadruk gelegen op het maken van VR-beoordelingen en in tweede instantie van 1e PBZO inspecties. In 2003 is een verschuiving opgetreden en hebben de eerste periodieke inspecties plaatsgevonden. Deze ontwikkeling zal in 2004 verder doorgaan. De periodiciteit gaat overigens langzaam uitvlakken door tussentijdse wijzigingen waardoor bedrijven tussentijds rapporten moesten actualiseren, door het beëindigen van bedrijfsactiviteiten en door nieuwe bedrijfsactiviteiten. Daarnaast zijn er in 2003 opmerkelijk veel ongevallen en incidenten gebeurd, waardoor er relatief veel tijd moest worden besteed aan ongevals- en incidentenonderzoek. Of dit ook in 2004 het geval zal zijn laat zich moeilijk voorspellen. Tenslotte is er vanuit het reeds eerder aangehaalde streven om de handhavingscultuur te versterken meer nadruk op handhavingstrajecten komen te liggen. Voor het jaar 2004 kan worden verwacht dat een verdere verschuiving van VR-beoordelingen en (in mindere mate) 1e PBZO-inspecties naar periodieke inspecties te zien zal zijn. Gecombineerd met het doortrekken van de lijn om meer aandacht aan handhaving te geven leidt dit tot de volgende verdeling van beschikbare inspectietijd (27.017 uur) over de verschillende producten: Capaciteitsverdeling primair proces MHC in 2004 Uren
Aantal trajecten
VR-beoordelingen 1e PBZO-inspecties Periodieke inspecties Handhaving Ongevals- en incidentenonderzoek Project
3000 7600 8000 5417 2000 1000
ca. 12 ca. 100 ca. 160 ca. 15
Uit prioriteitsoverwegingen zal in 2004 beperkte capaciteit worden besteed aan de uitvoering van de AVR-regeling, die binnenkort zal worden vervangen door de ARIE-regeling. Na introductie van deze nieuwe regeling zullen in 2004 de nodige voorbereidingen voor de uitvoering ervan worden getroffen. Het toezicht op de uitvoering van deze nieuwe regeling zal een extra capaciteit van 9fte vergen.
34 JAARPLAN 2004
Activiteit
3.2.3 Ondersteunende processen MHC Kwaliteit In 2003 is zeer veel aandacht en energie besteed aan de voorbereidingen en 1 e stappen om te komen tot een Kwaliteitsmanagementsysteem (KMS In het kwaliteits handboek zijn missie, visie en doelstellingen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastgelegd en zijn alle primaire, ondersteunende en sturende processen beschreven. In 2004 zal dit alles moeten worden geïmplementeerd binnen de directie op een dusdanige wijze dat na een aantal interne audits en het doorvoeren van benodigde wijzigingen en verbeteringen zo spoedig mogelijk daarna de externe audit succesvol kan plaatsvinden en het ISO-9000 certificaat kan worden behaald. Professionalisering Op een aantal aspecten zal in 2004 worden gekomen tot een verdere vergroting van de professionaliteit van de directie. Er zal meer nadruk moeten worden gelegd op de interne communicatie binnen de directie (in de teams, maar ook tussen de teams onderling en tussen de diverse lagen in de directie). Het in 2003 in gang gezette proces van Kennismanagement zal in 2004 verder worden uitgebouwd en verbeterd. Er wordt aan gewerkt om uiterlijk eind 2005 te kunnen beschikken over een eenduidige, toegankelijke, bruikbare en eenvoudig hanteerbare standaard inspectiemethodiek, waarbij de maatwerkgedachte en de professionaliteit van de inspecteur als uitgangspunt centraal zullen staan. In 2004 zullen de initiatieven zoals genomen in 2003 verder worden uitgewerkt.
3.2.4. Positionering MHC in het externe netwerk In 2003 is een begin gemaakt met het in kaart brengen van het externe netwerk van de directie. Teneinde de nieuwe directie MHC te positioneren zijn de eerste contacten in dit netwerk gelegd. In 2004 zal dit verder actief planmatig worden uitgebouwd en bestendigd (relatiemanagement). Om goed voorbereid te zijn op toekomstige ontwikkelingen betekent het bovenstaande ook dat de directie MHC actief inbreng gaat leveren bij de evaluatie van het BRZO ‘99 en bij het programma Versterking Uitvoering en Handhaving Externe Veiligheid. Beide programma’s zijn in 2003 gestart, maar zullen met name t.a.v. verdere conclusies en acties in 2004 de nodige aandacht vergen. N.a.v. het relatief grote aantal ongevallen en incidenten in 2003 is, mede n.a.v. politieke aandacht en Kamervragen, een begin gemaakt met het systematisch onderzoeken van een selectie van ongevallen en incidenten met als doel inzicht te verkrijgen in de achterliggende oorzaken, opdat daaruit lering t.b.v. preventie kan worden getrokken. In 2004 zal hieraan meer aandacht worden besteed en zal worden bezien of tot een vorm van systematische publicatie kan worden gekomen.
Arbeidsmarktfraude
3.3.1
Handhaving Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV)
Binnen de Arbeidsinspectie is de directie Arbeidsmarktfraude met name belast met handhaving van de Wet Arbeid Vreemdelingen. Met de handhaving van de Wet Arbeid Vreemdelingen wordt een bijdrage geleverd aan het bestrijden van de illegale tewerkstelling in Nederland, met als doel: - Het voorkomen van verdringing van prioriteitgenietend aanbod in Nederland en overige landen binnen de EER en daarmee te helpen de arbeidsmarkt te reguleren; - Het bestrijden van fraude met belastingen en ontduiken van premies in samenhang met illegale tewerkstelling; - Het tegengaan van concurrentievervalsing tussen werkgevers en van verloedering van bedrijfstakken in de sfeer van arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden.
35 JAARPLAN 2004
3.3
3.3.2 Strategische uitgangspunten handhaving De AI kiest voor haar projectmatige inspecties een bedrijfstakgerichte benadering en richt zich bij de selectie en voorbereiding van inspectieprojecten met voorrang op de aanpak van misstanden. Daarnaast dienen deze projecten om de vinger aan de pols te houden m.b.t. ontwikkelingen op het gebied van illegale tewerkstelling. Op het gebied van arbeidsmarktfraude betekent het aanpakken van misstanden dat georganiseerde illegale tewerkstelling en notoire overtreders aangepakt worden. Prioriteit hierbij hebben Land – en Tuinbouw, Bouw, Horeca, Uitzendbureaus en de Vis - en Vleesverwerkende industrie. Naast projectmatige inspecties voert de AI inspecties op basis van meldingen in het kader van het convenant met UWV en Belastingdienst, signalen van de Arbodirecties van de AI en uit het veld. De bij de AI binnengekomen fraudesignalen op het gebied van illegale tewerkstelling worden, indien zij onderzoekswaardig zijn bevonden, zoveel mogelijk meegenomen in landelijke projecten of in interventieteams. Binnen het taakveld van de Directie Arbeidsmarktfraude opereert een aantal samenwerkingsverbanden zoals het Westland Interventie Team (WIT), Bouw Interventie Team (BIT), Confectie Interventie Team (CIT) en de Regionale Interdisciplinaire Fraudeteams. In 2004 zal een landelijk dekkend netwerk van interventieteams tot stand komen waarin de bovengenoemde samenwerkingsverbanden zullen worden opgenomen. Prioriteiten zijn hierbij naast bovengenoemde branches Land - en Tuinbouw en distributiecentra. De AI hecht groot belang aan het benadrukken van de ketenbenadering, wat door samenwerking in interventieteams beter gestalte krijgt. AI en Vreemdelingendienst maken jaarlijks op landelijk niveau afspraken over inzet van de capaciteit van de (vreemdelingen)politie bij de activiteiten van de AI. Op basis van deze landelijke afspraken worden op operationeel niveau werkafspraken gemaakt. Met UWV en Belastingdienst worden afspraken over gegevensuitwisseling aangescherpt. De informatie zal beter afgestemd worden op de ontvanger zodat signalen efficiënt afgehandeld kunnen worden. Ook zal meer dan in het verleden contact worden gezocht met branche organisaties met als doel samenwerkingsmogelijkheden te vergroten. Om in de toekomst transparante keuzes te kunnen maken tussen de verschillende projecten, wordt in 2004 verder gewerkt aan de opzet van een risicoanalysemodel voor de handhaving van de Wav. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de SIOD.
Een ander aspect van het handhavingsbeleid is de hercontrole. Iedere overtreder wordt binnen drie maanden wederom gecontroleerd. Voor 2004 zal het doen van hercontroles stringent worden uitgevoerd. In het Handhavingsprogramma 2003-2006 dat door het Kabinet is vastgesteld, wordt een aantal centrale handhavingsthema’s benoemd als prioriteiten in de fraudebestrijding. De aanpak van identiteitsfraude is een van deze thema’s. Mede op grond van opgedane ervaringen, zal AI-AMF in 2004 tijdens de werkplekcontroles nadrukkelijker aandacht besteden aan de bestrijding van identiteitsfraude.
36 JAARPLAN 2004
Om de werkgever zwaarder financieel te treffen indien illegale tewerkstelling van vreemdelingen wordt geconstateerd wordt een voordeelberekening opgesteld. Dit wordt bewerkstelligd door in het proces-verbaal het bedrag op te nemen dat de werkgever door het niet betalen van werknemersverzekeringpremies en loonbelasting heeft behaald. Het beleid m.b.t. voordeelberekening wordt in 2004 niet gewijzigd. Afhankelijk van de hoogte van de “standaard”boete zal besloten worden of het beleid t.a.v. het opstellen van een “voordeelberekening” zal worden aangepast na invoering van de bestuurlijke boete in 2005.
3.3.3 Uitbreiding inspectiecapaciteit In het handhavingsprogramma 2003-2006 is voorzien in uitbreiding van de AMF-inspectiecapaciteit tot ongeveer 100 fte. Naar aanleiding van het amendement bij de begroting van 2003 komt er structureel 10 mln extra beschikbaar voor versterking van de handhaving. Ter besteding van de extra middelen wordt de AMF-inspectiecapaciteit met 80 fte uitgebreid tot 180 en wordt 20 fte extra ingezet voor leiding en ondersteuning van de inspecteurs. Deze uitbreiding wordt gefaseerd gerealiseerd (gestart in 2003 en doorlopend tot 2005). Na voltooiing van werving en opleiding worden de nieuwe inspecteurs ingezet in interventieteams. 3.3.4 Capaciteitsverdeling 2004 handhaving WAV Op basis van de strategische uitgangspunten en als gevolg van de gefaseerde werving van nieuwe inspecteurs wordt in 2004 wordt de beschikbare inspectiecapaciteit als volgt verdeeld: 39 %
AI-projecten:
46 %
Reactief:
15%
Interventieteams In 2004 is een structuur opgezet van een landelijk dekkend netwerk van multidisciplinaire Interventieteams. Naast de AI participeren in deze structuur ook de Belastingdienst, UWV, de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het OM, gemeenten en de betrokken departementen. Tot de voor AI-AMF prioritaire onderwerpen behoren o.a. de aanpak van een specifieke teelt (bijv. aardbeien) naar analogie van de methode die het WIT hanteert, de aanpak van zgn. ‘warehouses’, distributiebedrijven en/of assemblagebedrijven, aanpak van de problematiek in stedelijke gebieden en de vlees- en vissector. In de loop van 2004 zal de capaciteit die ingezet wordt voor interventieteams in fasen worden uitgebreid van ca.12 fte’s naar ca. 77 fte’s aan het eind van 2004. Het gaat om de volgende interventieteams: - Westland Interventieteam (12 %): voortgezette aanpak van illegaal tewerkstellende tuinders enerzijds en uitzendbureaus die actief bemiddelen in illegaal tewerkgestelde arbeidskrachten anderzijds, in samenwerking met de Belastingdienst en UWV; - Confectie Interventieteam (1%): In het CIT wordt samen met UWV, BD, VD en Sociale Recherche illegale tewerkstelling in Amsterdamse confectieateliers aangepakt. - Bouw Interventieteam en Overige interventieteams (26%): M.b.t. de operationalisering van het BIT en de overige interventieteams vindt eind 2003 en in de loop van 2004 besluitvorming plaats door een landelijke stuurgroep. Westland Interventieteam
7980 uur
Confectie Interventieteam
455 uur
Overige Interventieteams
17710 uur
37 JAARPLAN 2004
Interventieteams:
AI-projecten De langlopende projecten uit 2000 en 2001 Horeca, Uitzendbureau’s, Land- en tuinbouw en Bouw zullen worden voortgezet. Daarnaast zal een project worden opgezet in de Vlees- en Visverwerkende sector om de illegale tewerkstelling in deze sector te onderzoeken. - Uitzendbureaus/loonbedrijven: Evenals in 2003 zal de AI ca. 18% van de totale beschikbare inspectiecapaciteit inzetten op opsporingsonderzoeken gericht op uitzendbureaus en loonbedrijven. - Land- en Tuinbouw: Het lopende AI-project zal ook in 2004 worden voortgezet om enerzijds de pakkans m.b.t. structurele illegale tewerkstelling in deze sector te vergroten en anderzijds het beeld te versterken van de constante aanwezigheid van de AI in deze sector. In 2004 zal hiervoor 16 % van de beschikbare capaciteit worden gereserveerd. - Bouw (4%): Naast inspecties in het kader van het BIT zullen ook in 2004 controles in deze sector in het kader van dit project worden uitgevoerd - Horeca (6 %): Conform het meerjarenplan wordt ook in 2004 een deel van de branche extra onder de aandacht gebracht. Tevens worden herhalingsonderzoeken uitgevoerd bij al eerder geverbaliseerde ondernemingen. - Vlees- en visverwerkende sector (1%): gericht op illegale tewerkstelling in de Vlees- en visindustrie. De AI ontvangt steeds meer signalen over misstanden m.b.t. illegale tewerkstelling in deze branche. Ook wordt in de interventieteams aandacht aan deze sector besteed. Het AI-project zal hierop worden afgestemd. Uitzendbureau’s
12040 uur
Land- en tuinbouw
10920 uur
Bouw
2800 uur
Horeca
4200 uur
Vlees-en visverwerkende industrie
980 uur
Arbeidsmarkt/Fraude Reactief De bij de AI binnengekomen fraudesignalen op het gebied van illegale tewerkstelling worden, indien zij onderzoekswaardig zijn bevonden, zoveel mogelijk meegenomen in de lopende landelijke projecten of in de interventieteams. Voor onderzoekswaardige signalen die hierin niet kunnen worden meegenomen zal de AI circa 15% van haar totale inspectiecapaciteit reserveren. T.o.v. 2003 betekent dit een aanzienlijke intensivering in uren. AMF Reactief
10112 uur
JAARPLAN 2004
38
Prestatie-indicatoren AMF Prestatie Indicatoren AMF
Streefwaarde in 2004
Toepassing voordeelberekening bij Proces Verbaal WAV
50% van de gevallen
Tijdigheid hercontrole WAV
50% binnen drie maanden na eerste bezoek
Tijdigheid verzending Proces Verbaal WAV
60% binnen 6 maanden
3.4.
Overige Primaire Activiteiten
De AI verricht naast inspectie- en direct aan inspectiegerelateerde activiteiten een aantal uitvoerende en monitorende taken die op grotere afstand van de kernactiviteit van de dienst staan. Mede met het oog op de voorgenomen positionering van de AI binnen een Inspectoraat-generaal is besloten om die uitvoerende en monitorende taken buiten de AI te positioneren. Met het oog hierop wordt per 1 januari 2004 wordt een aantal uitvoerende taken elders binnen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geplaatst. Het gaat hier om de CAO- gerelateerde werkzaamheden (aanmelding, algemeen verbindend verklaring, CAO-onderzoek), de verlening van vergunningen tot werktijdverkorting en de verwerking van meldingen in het kader van de Wet melding collectief ontslag. Deze taken worden ondergebracht in het kerndepartement. Andere taken die in beginsel zijn aangemerkt als uit te plaatsen taken, zoals de vergunningverlening KEW, het Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO) en de bedrijfsbezoeken ten behoeve van de WTV-vergunningverlening volgen een ander uitplaatsingstraject. Die taken blijven in ieder geval gedurende 2004 nog binnen de AI gepositioneerd. De voorgenomen uitplaatsing van de WTV-bedrijfsbezoeken wordt voorzien per 1-1-2005; ten aanzien van KEW moet rekening worden gehouden met uitplaatsing per 1-7-2005. Voor wat betreft het AVO is de verwachting dat het CBS niet voor 2006 de data kan leveren die nu nog door de AI-inspecteurs in de bedrijven worden verzameld.
Beschikkingen en Vergunningen
Vrijstelling en ontheffing arbeidstijdenwet Bedrijven kunnen in het kader van de Arbeidstijdenwet vrijstelling vragen van de paragraaf over de (maximale) arbeidsduur (artikel 5.13 ATW) dan wel ontheffing vragen ten behoeve van zgn. permanente nachtarbeid (artikel 5.14 ATW). Voor de afhandeling van de aanvragen gelden termijnen van de Algemene Wet Bestuursrecht. Naar verwachting zullen in dit verband ca 25 beschikkingen worden opgemaakt. Een vrijstelling kan aanleiding zijn het Arbeidstijdenbesluit aan te vullen. De vrijstellingsverzoeken worden ingediend door een collectief verband. De verzoeken om ontheffing ex artikel 5.14 ATW zijn afkomstig van individuele personen. Aantal verwachte ATW beschikkingen in 2004: 25. Prestatie Indicator
Streefwaarde in 2004
Afhandelingsduur aanvragen ATW
100% binnen acht weken (AWB-termijn)
39 JAARPLAN 2004
3.4.1
Vergunningen Kernenergiewet De vergunningen om ioniserende straling te mogen toepassen worden door de Arbeidsinspectie mede namens de betrokken ministeries verleend. Dit zijn behalve het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en in voorkomende gevallen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.. De aanvragen worden centraal beoordeeld en afgehandeld. De hiertoe speciaal ontwikkelde brochure, waarin staat aangegeven welke informatie nodig is om tot een goede aanvraag te komen, heeft zijn nut bewezen. Deze brochure, die inmiddels is opgenomen in een ministeriële regeling en die een gezamenlijke uitgave is van de betrokken ministeries, heeft bovendien het aantal aanvragen waarover nadere informatie gevraagd moet worden, beduidend doen afnemen. In 2004 zal verder worden gegaan met het project actualisering vergunningen, dat in 2003 is gestart. De vergunninghouders van vergunningen van voor 1986 zijn schriftelijk benaderd. Indien er twijfels bestaan over de actualiteit van vergunningen zullen inspecties worden uitgevoerd. De resultaten worden verwerkt in het databestand. Door deze actualisering worden de mogelijkheden voor het toezicht op de naleving van de bepalingen in de Kernenergiewet en aanverwante regelgeving aanzienlijk verbeterd. In 2004 zullen veel vragen worden gesteld over de consequenties van het van kracht worden van een ministeriële regeling voor werkzaamheden met stoffen die van nature radioactiviteit bevatten. Dit betreft zowel aanvragers van vergunningen als bedrijven die verplicht zijn gebruik van natuurlijke radioactiviteit te melden. 500
Meldingen KEW
800
Vergunningen KEW
400
Intrekkingen vergunning KEW
100
Prestatie Indicator
Streefwaarde in 2004
Afhandelingsduur aanvragen KEW
95% binnen acht weken (AWB-termijn)
Getracht wordt de aanvragen binnen de daarvoor gestelde termijnen van acht weken af te handelen. In 2003 werd ruim 90% van de aanvragen binnen de termijn afgehandeld. De Algemene Wet Bestuursrecht geeft de mogelijkheid de termijn te verlengen.
40 JAARPLAN 2004
Aanvragen om vergunning KEW
3.4.2 Ontheffingen Werktijdverkorting De taak tot het verstrekken van ontheffingen Werktijdverkorting zal per 1 januari 2004 niet meer uitgevoerd worden door de Arbeidsinspectie. Binnen het ministerie van SZW is deze taak overgegaan naar het Directoraat-generaal AVIB (Arbeidsverhoudingen en Internationale Betrekkingen). Ontheffingen VOS In 2004 zullen naar verwachting ongeveer 30 verzoeken tot ontheffing VOS worden ingediend bij het Expertisecentrum. Alle aanvragen worden in behandeling genomen. In minder dan de helft van de gevallen zal dat leiden tot een positieve beschikking. Veel aanvragen tot ontheffing blijken bij een eerste onderzoek niet levensvatbaar. Soms oordeelt de commissie van het bedrijfschap negatief ten aanzien van de noodzaak om oplosmiddelhoudende lijmen of verven toe te passen. Totaal tijdsbeslag: 160 uur. Prestatie Indicator
Streefwaarde in 2004
Afhandelingsduur aanvragen VOS
90% binnen acht weken (AWB-termijn)
Ontheffingen asbest Bij asbest zijn er twee soorten ontheffingen mogelijk. Een ontheffing van het verbod op het verwerken van asbest(houdend materiaal) en een ontheffing van de voorschriften die gelden bij het slopen van asbesthoudend materiaal. Ontheffingen met betrekking tot het verwerken (in een installatie) van asbesthoudend materiaal worden zelden aangevraagd. Naar verwachting zeulen ca. 10 verzoeken om ontheffingen van één of meer voorschriften behorende bij asbestsloop worden ingediend bij het Expertisecentrum. Deze worden alle behandeld Totaal tijdsbeslag: 40 uur Streefwaarde in 2004
Afhandelingsduur Ontheffingen asbest
80% binnen acht weken (AWB-termijn)
Ontheffingen/verzegelingen liftenbesluit De behandeling van ontheffingen en verzegelingen voor en van liften is een taak van de Arbeidsinspectie en wordt uitgevoerd door het Expertisecentrum. Ontheffingen zijn gebaseerd op het Liftenbesluit I. Verzegelingen houden merendeels verband met verzoeken daartoe van certificerende instellingen. Alle aanvragen voor ontheffing en verzegeling worden behandeld. Voor een deel van deze aanvragen is nader onderzoek ter plekke noodzakelijk. Het gaat in 2004 naar verwachting om ca. 130 aanvragen. Totaal tijdsbeslag: 480 uur. Prestatie Indicator
Streefwaarde in 2004
Afhandelingsduur ontheffingen liftenbesluit
90% binnen acht weken (AWB-termijn)
41 JAARPLAN 2004
Prestatie Indicator
3.4.3 Meldingen Meldingen biologische agentia Meldingen biologische agentia zijn te onderscheiden in “Kennisgevingen werken met biologische agentia” ex Arbobesluit art. 4.94, en “Meldingen ongevallen of incidenten biologische agentia” ex art. 4.95. Werkzaamheden met en ongevallen door biologische agentia kunnen in alle 4 bedrijfstakken voorkomen. Naar verwachting zullen in 2004 in totaal ca. 40 kennisgevingen en meldingen worden gedaan. Deze worden allemaal door het Expertisecentrum in behandeling genomen en onderzocht op volledigheid. Ca. 50% daarvan leidt tot nader onderzoek ter plekke. Totaal tijdsbeslag: 400 uur. Prestatie Indicator
Streefwaarde in 2004
Afhandelingsduur aanvragen KEW
90% binnen acht weken (AWB-termijn)
Meldingen werken onder overdruk Meldingen duikarbeid ex art. 6.17 Arbobesluit zijn verplicht sinds januari 2003. Er is sprake van onvoldoende naleving van de wettelijke verplichtingen. De meldingen worden voorlopig nog door het Expertisecentrum behandeld. Gestreefd wordt echter de behandeling in 2004 zo veel mogelijk over te dragen naar de 1ste lijn. Van de binnengekomen meldingen wordt een steekproef van 10% in behandeling genomen en nader onderzocht. Totaal tijdbeslag: 200 uur. Prestatie Indicator
Streefwaarde in 2004
Afhandelingsduur meldingen onder overdruk
90% binnen acht weken (AWB-termijn)
3.4.4 Farbo regeling
De verwachting is dat het aantal meldingen in 2004 ongeveer 7000 zal bedragen.(profitsector en nonprofitsector). De te verwachten daling van het aantal meldingen ten opzichte van 2003 is toe te schrijven aan verschillende oorzaken. Een aantal bedrijfsmiddelen, waarvoor overigens in 2001 en 2002 weinig tot geen belangstelling bestond, zijn geschrapt. Ook zijn een aantal bedrijfsmiddelen van het eerste uur van de lijst verdwenen. Verder zijn verschillende afzonderlijke bedrijfsmiddelen samengevoegd. Voor de afzonderlijke middelen werd op grote schaal toepassing van de Farboregeling gevraagd, bijvoorbeeld voorzieningen aan landbouwtrekkers. Deze meldingen ondergingen over het algemeen een vereenvoudigde controle, de zgn. lichte toets. Door deze middelen samen toe te voegen, kan met minder meldingen worden volstaan. Ook de economische recessie zal naar verwachting een negatieve invloed hebben op het aantal meldingen.
42 JAARPLAN 2004
De overheid wil ondernemers en non-profitinstellingen stimuleren te investeren in arbo-vriendelijke bedrijfsmiddelen. Daarom heeft het ministerie de “Regeling willekeurige arbo-investeringen” in het leven geroepen. Alle ondernemingen die in ons land inkomsten- of vennootschapsbelasting verschuldigd zijn, kunnen van deze regeling gebruik maken. Vanaf 1 januari 2001 is voor instellingen en organisaties in de non-profitsector die loonbelasting/premie volksverzekeringen afdragen een vergelijkbare regeling van kracht (“Regeling arbo-afdrachtvermindering”). De Arbeidsinspectie adviseert de Belastingdienst over de aanvragen om in aanmerking te komen voor de regelingen.
3.4.5 Monitoring Met ingang van 1 januari 2004 is, als gevolg van de taakstelling die het kabinet aan SZW heeft opgelegd, de monitoringtaak van de Arbeidsinspectie beperkt tot activiteiten die gerelateerd zijn aan de kerntaken van de AI of niet elders kunnen worden uitgevoerd (Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO) en Arbomonitor). Tot dat moment voerde de AI ook monitoringtaken op basis van CAO’s en op basis van gegevens, verzameld in het kader van de WTV-taak van de AI. Vanaf 1 januari 2004 zijn die taken elders binnen het Ministerie van SZW gepositioneerd. De Arbeidsinspectie voert in 2004 ten behoeve van de beleidsdirecties van het ministerie van SZW de Arbomonitor uit. Met de Arbomonitor wordt informatie verkregen over de situatie met betrekking tot de arbeidsomstandigheden in het Nederlandse bedrijfsleven. Ook deze monitor wordt niet langer tot de kerntaken van de AI gerekend. Toch is de informatie die er mee wordt verkregen, voor beleidsdirecties binnen SZW wel van belang. Daarom wordt uit het geld dat als gevolg van het amendement van het kamerlid Verburg beschikbaar is gekomen voor meer toezicht op arbeidsomstandigheden 500.000 ingezet om de Arbomonitor toch uit te voeren. In deze monitor wordt de mate waarin (jaarlijks te benoemen) arborisico’s voorkomen, geïnventariseerd. Hert AVO onderzoek zal tweejaarlijks worden uitgevoerd en zal op grond daarvan in 2005 weer worden uitgevoerd. Het AVO-onderzoek richt zich op de feitelijke ontwikkeling van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden in Nederland. Uitvoering van het AVO-onderzoek behoort niet tot de kerntaken van de AI, maar op dit moment kan de informatie die met dit onderzoek wordt verkregen en voor SZW voor diverse beleidsterreinen van belang is, niet langs andere weg worden verkregen. Vanaf 2008 is wellicht het CBS (na de invoering van WALVIS) in staat SZW van de benodigde informatie te voorzien. In dat geval zal vanaf dat moment het AVO niet meer door de AI worden uitgevoerd. De monitoringactiviteiten en desk-researchactiviteiten van de AI zijn onderverdeeld in onderzoek gebaseerd op informatie van bedrijven, uit het procesondersteunende systeem van de Arbeidsinspectie of uit andere bronnen (deskresearch). Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de monitoractiviteiten en de deskresearchactiviteiten van de AI in 2004. ARBO in bedrijf 2003 en 2004 (Arbo-monitor) Met dit (jaarlijkse) onderzoek wordt beoogd een beeld te geven van de stand van zaken met betrekking tot arbeidsomstandigheden in bedrijven. Voorafgaand aan elk onderzoek wordt bepaald welke aspecten van arbeidsomstandigheden in het onderzoek worden meegenomen. In 2004 worden de gegevens die in 2003 zijn verzameld, geanalyseerd en vindt nieuwe gegevensverzameling plaats.
Verschillen tussen CAO’ers en niet-CAO’ers vanaf 1996 In 2002 is voor het jaar 2000 onderzocht welke verschillen er zijn tussen CAO’ers en niet-CAO’ers. Hierbij is gekeken naar verschillen in beloning, functiekenmerken en persoonskenmerken. In 2004 wordt dit onderzoek herhaald voor de periode 1996 – 2002. Indien het beschikbare datamateriaal het toelaat wordt het onderzoek ook uitgevoerd voor eerdere jaren.
43 JAARPLAN 2004
AVO 2005 (AVO-monitor) In dit onderzoek wordt op basis van gegevens, verzameld bij bedrijven, de ontwikkeling van verschillende arbeidsvoorwaarden (vooral loonontwikkeling) onderzocht. De AI zal dit onderzoek een keer per twee jaar uivoeren. In 2004 zal geen AVO onderzoek plaatsvinden. De activiteiten in 2004 betreffen de voorbereiding van het onderzoek dat in 2005 moet starten.
Beloningsverschillentussen verschillende groepen werknemers Op basis van het AVO-onderzoek worden beloningsverschillen tussen mannen/vrouwen; autochtonen/ allochtonen; en voltijders/deeltijders onderzocht. Dit onderzoek sluit aan bij eerdere onderzoeken die de AI op dit terrein heeft uitgevoerd. Dit onderzoek zal in april 2004 worden opgeleverd. Opleiding en inkomen Op basis van het AVO-onderzoek 2003 wordt het verband tussen opleiding en inkomen nader onderzocht. In de analyse gaat het bijvoorbeeld om de vraag welke inkomensklasse dominant is voor werknemers met alleen basisonderwijs. Evaluatie ongevallen Op basis van gegevens over ernstige ongevallen die binnen de Arbeidsinspectie beschikbaar zijn, wordt onder meer een beeld gegeven van de kenmerken van de werknemers die bij een arbeidsongeval betrokken zijn geraakt, van de bedrijven waarin die werknemers werkzaam zijn, en van de oorzaken van de ongevallen. Evaluatie bestuurlijke boeten In dit onderzoek wordt ingegaan op de toepassing van het instrument van de bestuurlijke boete door de Arbeidsinspectie. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt worden van inspectiegegevens. Evaluatie klachten Onderzocht wordt de tevredenheid van klagers over de klachtenafhandeling door de Arbeidsinspectie. FARBO-monitor Dit onderzoek richt zich op het gebruik dat van de FARBO-regeling wordt gemaakt en op de productiemiddelen die in het kader van deze regeling worden aangeschaft. Analyse van inspectiegegevens Inspectiegegevens worden, naast de interne tertaalrapportage, ook gebruikt voor informatievoorziening in het kader van EU-richtlijnen over veiligheid en gezondheid en voor beleidsinformatie over bijvoorbeeld de inzet van bestuurlijke boetes. Ondersteuning inspectieprojecten Ten behoeve van inspectieprojecten wordt door MBI onderzoekstechnische en analytische ondersteuning verleend. Voor circa driekwart van die projecten wordt dergelijke ondersteuning gevraagd door de landelijke projectleiders. Inzet is echter afhankelijk van de beschikbare capaciteit bij MBI.
3.4.6 Opleggen Bestuurlijke boete
Uit de evaluaties en de onderzoeken is tot dusver gebleken dat het gezag van de AI door de inzet van de bestuurlijke boete is versterkt. Boetes worden voornamelijk opgelegd aan werkgevers, maar eveneens aan werknemers die zich niet houden aan de voor hen geldende wettelijke Arbo-verplichtingen.
44 JAARPLAN 2004
De bestuurlijke boete is als handhavingsinstrument op het gebied van Arbeidsomstandigheden nu bijna vier jaar beschikbaar. Na de tussenevaluaties over 2000 en 2001 en een belevingsonderzoek door een extern bureau resulterend in het rapport “Het instrument bestuurlijke boete in de Arbowet: aanknopingspunten voor effectiviteitsbevordering”, zal ten aanzien van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in 2004 een algehele evaluatie worden uitgevoerd, waarvan een meting op het effect van bestuurlijke boetes in het veld onderdeel zal uitmaken.
Aangezien in 2003 de stijgende lijn (vanaf 1 november 1999) met betrekking tot de inzet van het handhavingsinstrument bestuurlijke boete naar alle waarschijnlijkheid zal stabiliseren, is de verwachting dat deze lijn zich in 2004 voor wat betreft Arbo aldus zal doorzetten. Momenteel zijn twee wetsvoorstellen in voorbereiding teneinde uitvoering te geven aan het beleidsvoornemen om de bestuurlijke boete als handhavingsinstrument in te voeren. Het betreft hier de Arbeidstijdenwet en de Wet arbeid vreemdelingen, die naar verwachting in 2004 respectievelijk in 2005 van kracht zullen worden. Dit zal naar verwachting een (aanzienlijke) toename van het totaal aantal bestuurlijke boetes tot gevolg hebben, aangezien de Arbeidsinspectie ook hier is belast met het toezicht op de naleving. Prestatie Indicator
Streefwaarde in 2004
Percentage ongegrond verklaarde bezwaren tegen boetes
tenminste 75%
3.4.7 Bezwaar en Beroep De afdeling Juridische Zaken van de Arbeidsinspectie is, naast de juridische advisering ten behoeve van de Arbeidsinspectie en de arbobeleidsdirecties van SZW, belast met de behandeling van bezwaar- en beroepsprocedures die gericht zijn tegen door de Arbeidsinspectie opgelegde beschikkingen. Het gaat hierbij met name om procedures die gericht zijn tegen door de Arbeidsinspectie opgelegde administratieve boeten wegens overtreding van bepalingen van de Arbowetgeving, maar ook om bezwaren tegen door de Arbeidsinspectie bevolen stilleggingen op grond van artikel 28 van de Arbowet. Op grond van voorgaande jaren wordt gerekend op ca. 300 nieuwe bezwaarschriften die voor een klein deel zullen leiden tot beroepsprocedures bij de rechtbank of de Raad van State. Bijzondere aandacht wordt gegeven aan de termijnen waarbinnen bezwaarschriften worden afgedaan.
JAARPLAN 2004
45
3.5
Inzet van capaciteit over de producten
In onderstaand schema is samengevat hoe de capaciteitsinzet van de inspecteurs in 2004 zal worden verdeeld over de producten en welke aantallen producten daarbij in 2004 geleverd worden. In bijlage twee is hetzelfde overzicht in uitgebreide vorm opgenomen. Arbeidsomstandigheden Industrie Uren Beschikbare netto Capaciteit
Bouw
Zaken
47,092
Uren
CDV Zaken
54,200
Uren
Totaal PDV
Zaken
40,008
Uren
Insp. Ond.
Zaken
43,427
Uren
Arbo
Zaken
730
Uren
MHC
Zaken
231,152
Uren
Zaken
AMF Uren
27,017
66,500
26,017
10,100
1,000
56,400
1,000
56,400
Zaken
Reactief Totaal Reactief
25,000
Beschikbare Capaciteit Actieve Projecten
22,092
1,530
26,870
1,640
27,330
19,500
1,400
20,508
12,850
893
30,577
84,220
730
5,463
146,932
Overstijgende projecten Totaal Bedrijfstak overstijgende projecten
5,688
Totaal beschikbaar voor Directieprojecten
16,404
991
730
128
26,600
4,980
851
15,528
3,424
839
27,153
310
79
420
14,822
2,888
132,110
Bedrijfstakprojecten Industrie Totaal Bedrijfstakprojecten industrie
13,310
2,441
420
50
13,310
2,441
24,000
4,593
15,508
2,675
22,700
3,048
Bedrijfstakprojecten Bouw Totaal bedrijfstakprojecten bouw
24,000
4,593
Bedrijfstakprojecten Commerciele dienstverlening Totaal Bedrijfstakprojecten commerciele dienstverlening
15,508
2,675
Publieke dienstverlening Totaal Bedrijfstakprojecten publieke dienstverlening
22,700
3,048
MHC Totaal MHC
1,000
AMF 56,400
Verklaring afkortingen: CDV=Directie Commerciële dienstverlening, PDV=Directie publieke dienstverlening, MHC=Directie Major Hazard Control, AMF=Directie ArbeidsMarkt Fraude
4,283
46 JAARPLAN 2004
Totaal AMF
Ondersteunende activiteiten en bedrijfsvoering 4.1.
Algemeen
In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke activiteiten op de verschillende deelterreinen van ondersteuning en bedrijfsvoering in 2004 zullen worden ondernomen. De ondersteuning van het primaire proces is sinds de reorganisatie in 2003 ondergebracht bij de directie Inspectie-ondersteuning. Het betreft de specialistische en beleidsmatige ondersteuning, de administratie, de bedrijfsvoering, automatisering en opleidingen. De planning en control en de strategische ondersteuning van de Algemeen directeur zijn ondergebracht in de nieuwe afdeling Concernbeleid.
4.2.
Expertisecentrum
In het Expertisecentrum is alle specialistische kennis die bij de Arbeidsinspectie aanwezig is bijeen gebracht. Hierdoor kan efficiënt worden ingespeeld op de behoefte aan ondersteuning binnen de organisatie. Het gaat uitdrukkelijk om de expertise die nodig is om de verbinding te leggen tussen wetgeving en de handhavingspraktijk, toegespitst op de wet- en regelgeving m.b.t. arbeidsomstandigheden en arbeidstijden. Vergelijkbare expertise voor de MHC-taken en de AMF-taken is vooralsnog binnen de betreffende directies ondergebracht. Het Expertisecentrum bestaat uit teams van specialisten op het gebied van Arbeidsbelasting, Arbeidsgezondheidskunde, Arbeidshygiëne, Arbeid & Organisatie/Arbeidsverhoudingen, Chemische veiligheid, Algemene veiligheid, Handhavingsbeleid- en Instrumentatie en Kennismanagement. Het Expertisecentrum beschikt tevens over een Documentatiecentrum (nog in ontwikkeling) waar informatie, die voor het inspectiewerk van de Arbeidsinspectie van belang, is op een toegankelijke wijze wordt opgeslagen en verspreid via het SZW-web. Kwaliteit van de ondersteuning Voor een goede uitvoering van de taken van het Expertisecentrum is een goede samenwerking met de beleidsdirecties en WBJA van groot belang. Daarbij moet vroegtijdig worden ingespeeld op ontwikkelingen m.b.t. beleid en regelgeving en moet veel aandacht worden besteed aan het uitvoeren van een handhavingstoets bij nieuwe wetgeving. De vertaling van beleid en regelgeving naar voor de inspecteurs hanteerbare handhavingsinstrumenten en –instructies is vervolgens een belangrijke taak. Hierbij moeten signalen vanuit de projecten en de 1ste lijn veel aandacht krijgen. Het Expertisecentrum moet zich ontwikkelen tot een “loket” waar AI-medewerkers gemakkelijk terecht kunnen met hun vragen en waar zij binnen een redelijke termijn op een kwalitatief goede wijze worden ‘geholpen’. Hiertoe worden hoge eisen gesteld aan de bereikbaarheid en beschikbaarheid van het Expertisecentrum en de kwaliteit van de aldaar aanwezige kennis en expertise. De ondersteuning wordt niet alleen op aanvraag geleverd, maar wordt zonodig ook actief (bijvoorbeeld n.a.v. ontwikkelingen binnen het vakgebied of signalen uit het veld) aangeboden. 47 JAARPLAN 2004
Kwaliteit van de informatie en de producten Naast ondersteuning ter plekke aan de inspecteurs bij de uitvoering van inspecties wordt veel informatie vastgelegd in de vorm van handhavingsbeleid en -instrumentatie, interne instructies, onderwerpgerichte modules t.b.v. inspectieprojecten, voorlichtingsmateriaal m.b.t. nieuwe regelgeving, etc. Om de kwaliteit van de producten en de informatieoverdracht te verbeteren zijn in 2003 een aantal acties gestart, die in 2004 zullen worden afgerond. Het betreft: • Het opstellen van criteria m.b.t. de ontwikkeling en toetsing van de door het Expertisecentrum te leveren producten. • De ontwikkeling van een communicatiestrategie m.b.t. de overdracht van informatie.
• De ontwikkeling van multi-inzetbare methodieken. • De opzet van een databank van aan het Expertisecentrum gestelde vragen met gevalideerde antwoorden. • Het opstellen van documenten waarin op een begrijpelijke wijze belangrijke informatie over complexe onderwerpen (bijvoorbeeld hijskranen) wordt verstrekt) en • Het zodanig opzetten van inspectiemodules dat deze voor zoveel mogelijk projecten toepasbaar zijn. Kennismanagement De Arbeidsinspectie is al enige jaren bezig met de invoering van kennismanagement. Hiertoe behoort o.a. het toepassen van kennisscans (doorlichting van de opvattingen in de organisatie over kennismanagement en het omgaan met kennis) en het opzetten van een kennisbank en een kennisatlas. Op basis van ervaringen met een pilot met een ICT-tool (nieuwskrant, discussieplatform, veel gestelde vragen, kenniskaart, e.d.) in 2003, worden de gewenste ICT-functionaliteiten organisatiebreed ingevoerd in 2004. De in 2003 gehouden workshops kennisknelpunten leverden een agenda op van onderwerpen, waarbij elke directie en ieder team de meest belangrijke kennisgebieden en bijbehorende kennisprocessen optimaliseert. In dat kader wordt het intranet geoptimaliseerd, zodat alle relevante beschikbare expliciete kennis op een overzichtelijke wijze, gemakkelijk opzoekbaar wordt. De opgezochte informatie moet zijn afgestemd op en bruikbaar zijn voor de betreffende doelgroep. Aan de hand van een in 2003 uitgevoerde kennisscan worden nog aanvullende verbeteracties gedefinieerd.
48 JAARPLAN 2004
Belangrijke onderwerpen in 2004 • Handhavingsbeleid Begin 2004 zal handhavingsbeleid m.b.t. de eerstelijns inspecties van de nieuwe Warenwetbesluiten gereed moeten zijn voor uitvoering in de praktijk. In 2004 zal ook handhavingsbeleid en de instrumentatie daarvan moeten worden ontwikkeld ten behoeve van de nieuwe Arbeidstijdenwet. Tevens zal de evaluatie van de Arbowet 1998 ongetwijfeld leiden tot wijziging van wet en besluit in 2005. Dit zal gevolgen hebben voor het handhavingsbeleid in den brede, maar ook voor tal van interne instructies. Aangezien niet alles op het laatste moment gestalte kan krijgen zal eind 2004 reeds gestart worden met de aanpak. Voor de Wet Milieugevaarlijke Stoffen en een aantal belangrijke onderwerpen (werken met biologische agentia, stoffen met huidblootstelling, arbozorgelementen) zal het handhavingsbeleid verder worden uitgewerkt. • Interne instructies In 2004 zullen interne instructies m.b.t. werkhouding, DME, asbest, bestrijdingsmiddelen en liften zonder veiligheidskooi worden voorbereid. Ook zullen instructies worden opgeleverd t.b.v. de inspecties van vuurwerkevenementen en het markttoezicht. • Eerstelijns activiteiten Door het Expertisecentrum wordt in 2004 nog een beperkt aantal 1ste lijns activiteiten uitgevoerd. Het betreft inspecties m.b.t. ammoniakkoelinstallaties en het afsteken van professioneel vuurwerk (zie 3.1.1., onder Vuurwerk) en markttoezicht en drukapparatuur (zie 3.1., onder Markttoezicht algemeen en Markttoezicht drukapparatuur). De laatste drie activiteiten worden in 2004 zoveel mogelijk overgedragen aan de 1ste lijn. Aanvragen voor ontheffingen (VOS, asbest, Liftenbesluit, zie 3.4.2. Ontheffingen) en meldingen (werken onder overdruk, biologische agentia, zie 3.4.3. Meldingen) worden door het Expertisecentrum behandeld. Indien nodig worden daarbij inspecties ter plaatse uitgevoerd.
4.3
Opleidingen
Het opleidingsbeleid is verankerd in de kadernota “Opleiding als instrument van Personeelsontwikkeling Arbeidsinspectie”. Hierin vastgelegde uitgangspunten en condities vormen de basis voor een systematische invulling en uitvoering van het opleidingsbeleid. De activiteiten op het gebied van opleidingen zullen in 2004 vooral gericht zijn op de volgende speerpunten: • primaire opleiding De primaire opleiding van 20 in 2003 aangestelde nieuwe medewerkers zal worden afgerond. Voor circa 30 in 2003 aan te trekken nieuwe AMF-inspecteurs en een aantal in 2004 aan te stellen nieuwe ARBO-inspecteurs wordt een aantal primaire opleidingstrajecten ontwikkeld en uitgevoerd. • Herstructurering VGW-opleiding De Veiligheids- Gezondheids- en Welzijnsopleiding (VGW-opleiding), een van de basisonderdelen van de primaire opleiding voor ARBO-inspecteurs, zal worden geherstructureerd. In dit verband zal het volledige lesmateriaal voor deze omvangrijke opleiding worden vernieuwd. • Uitvoering opleidingen volgens onderdeelsjaarplannen. Conform de opleidingsvraag vanuit de opleidingsplannen van de diverse directies wordt uitvoering gegeven aan een pakket “reguliere” opleidingen voor zittende binnen- en buitendienstmedewerkers. • Ontwikkeling onderhoudsmodules De laatste jaren is blijk gegeven van een behoefte aan onderhoudsmodules van een aantal primaire opleidingen.,. De ontwikkeling van de meest relevante van deze “opfris”-modules, zoals m.b.t. interventievaardigheden, zal in 2004 ter hand worden genomen.
4.4
Automatisering
De afdeling informatievoorziening houdt zich bezig met beheer en onderhoud van bestaande systemen en de ontwikkeling van nieuwe systemen. De systemen kunnen in 3 categorieën worden geplaatst: het kernsysteem van het primaire proces GISAI (Geïntegreerd Informatie Systeem Arbeidsinspectie), de andere systemen en het AI-WEB. In 2003 is een redesign traject voor GISAI gestart en dit wordt in 2004 voortgezet. De verbeteringen zullen vooral zijn gericht op de modules voor de directie Arbeidsmarktfraude en Major Hazardcontrol. Voor bepaalde gebruikersgroepen (bijvoorbeeld de inspecteurs van de directie bouw) wordt offline werken ondersteund. Er wordt een globaal meerjarenplan opgesteld die de route vastlegt van het volledige redesign traject. Voor AMF worden een aantal koppelingen met externe systemen gerealiseerd, en vindt een pilot met handheld-terminals plaats. Speciale aandacht gaat uit naar het leren werken met het nieuwe GISAI (opleidingen, voorlichtingsmateriaal, betrokkenheid van de medewerkers bij het ontwerp, etc). Ook worden in het eerste halfjaar de bedrijfsgegevens in GISAI geschoond.
De inspanningen rond het web beperken zich tot het inrichten van een beheerorganisatie, de optimalisatie van de navigatiestructuur, en wellicht vernieuwing naar aanleiding van wensen vanuit het kennismanagement programma. De professionaliteit van de afdeling wordt verhoogd door de volgende acties: invoering van een nieuwe ontwikkelmethode, invoering van een modelleringstaal en –tool, ontwerp volgens referentie architec-
49 JAARPLAN 2004
Voor wat betreft de andere systemen kan worden gemeld dat er een nieuw systeem wordt ontwikkeld voor MHC ter vervanging van het in onbruik geraakte AVRIM2. Voor opleidingen wordt een registratiesysteem ontwikkeld. Voor de overige applicaties vindt enkel noodzakelijk onderhoud plaats, maar geen vernieuwing.
tuur, invoering van een nieuwe projectmanagement methode en verhoging van de transparantie bij keuzes (kosten-baten model).
4.5
Administratie van het primair proces
De administratie van het primair proces is vanaf 1 april 2003 ondergebracht in een landelijke afdeling met regionaal opererende teams. De missie van de afdeling administratie is het leveren van een kwalitatief hoogstaande en efficiënte administratieve ondersteuning van het primaire proces. De verdere ontwikkeling en invulling daarvan is voor 2004 een belangrijke doelstelling. Prestatie-indicatoren Om zicht te krijgen op de kwaliteit van werkzaamheden van de administratie worden per 1 januari 2004, nog vast te stellen, prestatie indicatoren voor de volgende werkzaamheden van de administratie vastgesteld en ingevoerd: • ondersteuning van de projecten • de kwaliteitscontrole van de handhavingcorrespondentie. In 2004 zullen voor de andere werkzaamheden van de administratie ook prestatie indicatoren benoemd en vastgesteld moeten worden. Capaciteit De beschikbare nettocapaciteit over 2004 voor de ondersteuning van de bedrijfstakdirecties moet worden vast gesteld en toegerekend aan de uit te voeren werkzaamheden. Een effectieve inzet van capaciteit zal betekenen dat op alle kantoren helder moet zijn welke ondersteuning van de administratie verwacht mag worden. De gewenste ondersteuning zal waar nodig in de procesbeschrijvingen vastgelegd. Verantwoordelijkheden van de administratie waarover onduidelijkheid bestaat moeten in 2004 verder worden geïnventariseerd en, in overleg met betrokken partijen, opnieuw worden vastgesteld.
4.6
Personeelsbeleid
Competentiemanagement (CM) In 2004 is de organisatie ongeveer “halverwege” de tijdsduur die voor de verankering van competentiemanagement is uitgetrokken. Een goed moment om te kijken waar verbetering en stimulans nodig is om die verankering te bevorderen. Actiepunten zijn zicht te krijgen op: • met welke personeelsinstrumenten van CM wordt gewerkt en wat daarmee de ervaringen zijn; • hoe Management &Medewerker (M&M) gesprekken zijn verlopen, waarbij de nadruk ligt op de kwaliteit van de gesprekken. 50 JAARPLAN 2004
Loopbaanontwikkeling en mobiliteit Uit de resultaten van het uit 2002 gehouden Medewerkersbelevingsonderzoek blijkt dat loopbaanontwikkeling een van de onderwerpen is waaraan bij de Arbeidsinspectie gewerkt moet worden. Actiepunten in 2004 zijn: • in samenspraak tussen manager en medewerker horizontale- en verticale groeimogelijkheden onderzoeken (zoals taakroulatie en taakverbreding); • het programma “Vrouw in Beeld” voor vrouwen die een andere/hogere en/of leidinggevende functie ambiëren wordt voortgezet voor vrouwen die 3 jaar of langer in dienst zijn van de Arbeidsinspectie.
Leeftijdsbewust Personeelsbeleid Naast het reguliere agenderen in M&M-gesprekken is door middel van 2 pilottrajecten voor “oudere medewerkers” (d.w.z. 45 jaar e.o.) gewerkt aan nieuwe faciliteiten voor een leeftijdsbewust personeelsbeleid. De trajecten hebben positieve ervaringen en resultaten opgeleverd. Om deze ervaringen en resultaten te verbreden is het streven in 2004 een vergelijkbaar traject te herhalen. Medewerkersbelevingsonderzoek (MBO) Vlak voordat de nieuwe organisatie een feit was heeft een MBO plaatsgevonden. Juist op dat moment was het belangrijk om te weten hoe medewerkers en managers dachten over hun werk, en de aspecten die daarmee samenhangen. De analyse laat zien dat het merendeel van de medewerkers en managers tevreden tot zeer tevreden is. Daarnaast zijn er ook aspecten die verbetering nodig hebben, zoals werkbelasting, contacten met de chef en loopbaanmogelijkheden. Eind 2004 zal het MBO worden herhaald om te onderzoeken of de gewenste verbeteringen zijn gerealiseerd en aspecten die naar wens waren in stand zijn gehouden. Diversiteitsbeleid In 2003 heeft de Arbeidsinspectie de streefwaarde van 20 % kunnen realiseren wat betreft het percentage vrouwen van medewerkers in schaal 10 en hoger. In 2004 blijft de noodzaak bestaan aandacht te geven en acties te ondernemen om de instroom, behoud en doorstroom van medewerkers behorend tot een doelgroep te bevorderen. Cijfers bekend medio 2003
Streefwaarde in 2004
% vrouwelijke medewerkers
34,4 %
> 40 %
% vrouwen op het totaal aantal medewerkers in schaal 10 en hoger
27,1 %
> 28,0 %
% allochtone medewerkers
6,7 % (Evenredig volgens Wet SAMEN zou zijn 10%)
> 8,0 %
% allochtonen van medewerkers in schaal 9 en hoger
3,6 % (Evenredig volgens Wet SAMEN zou zijn 8 %)
> 5,0 %
% (ged.) arbeidsgehandicapten i.h.k.v. de Wet REA
Volgt nog
Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim In 2004 wordt ernaar gestreefd het ziekteverzuimpercentage terug te dringen tot maximaal 6,5% ? (is na het 1e tertaal in nieuwe organisatiestructuur 6,3 %, streefcijfer 2003 was 7,0 %). De maatregelen zoals die in voorgaande jaren zijn genomen blijven van kracht in de nieuwe organisatie. Bepaald zal worden of additionele maatregelen te nemen zijn op basis van afstemming en ervaring in de nieuw gevormde SMT’s. Daarbij zullen aanvullende ziekteverzuimanalyses, specifiek voor de Arbeidsinspectie ontwikkeld en aangeleverd door de arbodienst van SZW, een rol spelen. Het op te stellen arbo-jaarplan zal leidend zijn om ‘arbo-zaken’ binnen de Arbeidsinspectie nog beter in kaart te brengen en te organiseren.
51 JAARPLAN 2004
Prestatie-indicator
Ook zal in 2004 de organisatie van de bedrijfsopvang aangepast worden op de nieuwe organisatie van de Arbeidsinspectie. Mentorschap De Arbeidsinspectie heeft nu circa 3 jaar ervaring met het mentorschap. De nieuwe organisatiestructuur heeft met zich meegebracht dat de organisatie van het mentorschap aangepast moest worden. In 2004 zal moeten blijken wat de ervaringen met de nieuwe organisatie van het mentorschap zijn. In 2004 zullen mentoren ten volle worden benut vanwege de verwachte instroom van een groot aantal inspecteurs- fraudebestrijding en arbeidsomstandigheden. Hierdoor zal er aandacht zijn voor een evenredige verdeling van belasting over de mentoren, en wanneer nodig naar alternatieven worden gezocht.
4.7
Internationale zaken
De Arbeidsinspectie moet voldoen aan eisen welke zijn vastgelegd in internationale verdragen en functioneert in een aantal internationale netwerken. Functioneren en organisatie van Arbeidsinspectie conform Internationale Verdragen De Arbeidsinspectie moet voldoen aan internationale eisen m.b.t. inrichting en functioneren Arbeidsinspectie’s zoals vastgelegd in ILO Verdrag 81, 129 en 155 en zal daarover in 2004 moeten rapporteren. Tevens zal moeten worden bijgedragen aan rapportages t.b.v. de Verenigde Naties (o.a ILO) of de Raad van Europa (ESH) en EU voorzover het aspecten van toezicht en handhaving betreft.
52 JAARPLAN 2004
Actief participeren in EU samenwerking en kennisuitwisseling tussen Arbeidsinspecties van de EU: Alle Arbeidsinspecties van de EU werken samen in de Senior Labour Inspectorate Committee (SLIC) een officieel adviesorgaan van de Europese Commissie over handhaving van Europese Arboregelgeving. In 2004 staat tijdens het Ierse voorzitterschap deelname aan de SLIC conferentie in mei 2004 in Dublin op het programma. En in de tweede helft tijdens het Nederlands voorzitterschap een driedaagse SLIC conferentie 2-5 nov. 2004 in Maastricht welke door de Nederlandse Arbeidsinspectie georganiseerd moet worden. Het voornemen is om tussen Arbeidsinspecties tot kennisuitwisseling en harmonisatie te komen m.b.t. de EU richtlijn over het manueel hanteren van lasten. Naast deelname aan SLIC conferenties zal de Arbeidsinspectie in 2004 actief deelnemen aan een aantal door de SLIC ingestelde werkgroepen te weten: de Werkgroep Machex (over machine veiligheid), de Werkgroep Grens Overschrijdend Handhaven, de Werkgroep Bouw, en aan twee zogenaamde Auditwerkgroepen. De audit werkgroepen lichtten de Arbeidsinspectiesystemen van EU-lidstaten door. De AI wil in 2004 voor twee of drie auditwerkgroepen kandidaten stellen. De SLIC kent verder een uitwisselingsprogramma voor inspecteurs verder twee maal Nederlandse inspecteurs. De Arbeidsinspectie wil op aanvraag in 2004 twee maal Europese collega’s een stage aanbieden en wil twee inspecteurs op verzoek naar andere EU-landen laten gaan. SLIC stages van Nederlandse inspecteurs betreffen het internationale aspect of zijn gericht op specifieke risico’s, waar kennis tekort op wordt gevoeld of terreinen waar toekomstig vernieuwing is voorzien. Voorbeelden daarvan zijn: toezicht op havens, transport, machineveiligheid; afhandeling bestuurlijke boetes; relatie voorlichting en inspectie. In het kader van het Nederlands voorzitterschap zal Nederland ook meewerken aan de ARBOconferentie in het kader van het voorzitterschap over effectieve vormen van overheidsinterventie met betrekking tot arbeidsomstandigheden.
EU Phare Twinningen (ondersteunen aspirant-EU-leden) De Arbeidsinspectie steekt al jaren heel veel energie in EU PHARE Twinning projecten. De afgelopen 3 jaar waren er activiteiten in Slovenië, Tsjechië en Hongarije. Voor 2004 staat dit niet meer op het programma. Wel zal de AI in 2004 in nauw overleg met de Directie IZ bezien of SZW op ondersteuningsverzoeken (EU PHARE Twinningprojecten) voor AI’s welke in 2005 kunnen starten. Darbij kan ook gedacht worden aan een rol als junior partner in plaats van hoofdaannemer of aan een zogenaamde Twinning light (beperkter project). Participatie in de Internationale Vereniging van Arbeidsinspecties; IALI De Algemeen directeur van de Nederlandse Arbeidsinspectie is momenteel Secretaris-generaal van de IALI. Nederland beheert ook het ledenbestand en probeert het ledenbestand van nu 90 naar meer dan 100 te krijgen. IALI bevordert samenwerking tussen de Arbeidsinspecties van de wereld en de ILO. De Nederlandse AI verzorgt voor IALI een helpdesk over kinderarbeid om kennis te makelen tussen Arbeidsinspecties van verschillende landen en zal dat in 2004 voortzetten. De AI zal tevens bijdragen aan de IALI conferentie(s) in 2004 indien de thematiek past. Expertise uitleen aan de International Labour Organization (ILO) De AI is bereid op verzoek van de ILO eenmaal per jaar mee te werken aan scholing voor Arbeidsinspectie functionarissen uit 2e en of 3e wereld en om op verzoek mee te werken aan expertise uitleen aan 3e wereld landen met een maximum van in totaal 3 weken. VGW opleiding voor Suriname De Surinaamse Arbeidsinspectie zal ondersteuning worden geboden bij de opzet van scholing van inspecteurs. Het Nederlandse materiaal zal daartoe worden bewerkt. Verzoeken van andere Arbeidsinspecties Waar mogelijk zal worden meegewerkt aan verzoeken voor ontvangst van buitenlandse delegaties, met name van collega Arbeidsinspecties zoals die direct bij de AI of via de directie Internationale Zaken binnenkomen.
Communicatie & voorlichting
In- en externe communicatie- en voorlichting Waar in 2003 de communicatie- en voorlichtingsactiviteiten nog grotendeels in het teken stonden van de communicatie- en informatievoorziening rond de reorganisatie, zal 2004 worden gekenmerkt door de effectuering van de voornemens zoals verwoord in het Communicatie- en voorlichtingbeleidsplan Arbeidsinspectie 2003-2004. Een van de belangrijkste uitgangspunten is versterking van de toegankelijkheid van de organisatie, zowel in- als extern. De Arbeidsinspectie profileert zich als transparant, deskundig, slagvaardig en integer, met een open oog voor ontwikkelingen, trends, omstandigheden en misstanden binnen haar werkveld. Intranetsite Arbeidsinspectie Omdat de intranetsite een steeds prominentere rol vervult binnen de interne communicatie, de informatievoorziening en het delen en verspreiden van de kennis binnen de Arbeidsinspectie, zal flink op verhoging van de kwaliteit worden ingezet (met name m.b.t. de gebruiksvriendelijkheid, de toegankelijkheid en de uitbreiding van de informatie en de aanwezige kennis.). Om aan de verbeterplannen inhoud en gevolg te geven zal een redactieraad worden ingesteld. Internetsite Arbeidsinspectie Hoewel de toegankelijkheid met het realiseren van de internetsite (het Arbeidsinspectie-loket) aanzienlijk is toegenomen, zal hieraan in 2004 een vervolgactie worden gegeven. Prioriteit hebben het
53 JAARPLAN 2004
4.8
realiseren van interactieve toepassingen en het aantrekkelijker en gebruiksvriendelijker maken van de site. Wat de interactieve functies betreft gaat het in eerste instantie om het ontwikkelen en publiceren van digitale ‘formulieren’ voor het aanvragen en verlenen van vergunningen en ontheffingen en een pilot m.b.t. het indienen van klachten. Daarnaast zal de bijbehorende ‘backoffice’ moeten worden gerealiseerd. Ook zal waar mogelijk actueel worden ingespeeld op niet nu nog niet te voorziene ontwikkelingen, wensen en behoeften van de Arbeidsinspectie-doelgroepen. Versterking van de interne communicatie De Arbeidsinspectie hecht veel waarde aan een transparante cultuur waarin zowel de medewerkers als de managers in goed vertrouwen en hecht met elkaar samenwerken, elkaar aan de gemaakte afspraken houden, elkaar motiveren, open staan voor elkaars ideeën en elkaar wederzijds informeren over belangrijke bevindingen uit de dagelijkse praktijk. Het is belangrijk dat signalen van de ‘’werkvloer’’ gehoor vinden bij de managers en dat de manager daar waar nodig actie op onderneemt. Dat is ook van belang voor het naar boven krijgen van signalen hoe de burgers – waarmee we in contact komen – denken over het beleid van SZW. Van de managers wordt verwacht dat zij de medewerkers actief en actueel informeren over (veranderingen van) de missie, koers en het beleid en hen stimuleren tot aanpassing van hun gedrag aan deze veranderingen. Om hieraan bij te dragen zullen regelmatig uitkomende digitale nieuwsbrieven gaan verschijnen. Versterking van het imago en het tonen van een herkenbaar Arbeidsinspectie-gezicht De Arbeidsinspectie profileert zich als een transparante, deskundige en slagvaardige inspectiedienst. Prioriteit is het adequaat aanpakken van misstanden, het tegengaan van arbeidsmarktfraude en het doorgeven van voor de politieke leiding en beleid relevante informatie. Tijdens haar optreden in en contacten met het werkveld zijn deskundigheid, integriteit en uniformiteit (gelijke monniken, gelijke kappen) belangrijke voorwaarden. Van alle Arbeidsinspectie-medewerkers en managers mag dan ook worden verwacht dat zij zich consequent als zodanig presenteren, zowel in- als extern. Hiervoor zal extra aandacht in workshops en andere bijeenkomsten worden ingebouwd. Een bijzondere actie vergt het aanpakken van een veelvoorkomend misverstand: die van verwisseling van Arbeidsinspectie (de handhavende overheid) en de arbodienst (de adviserende private instelling).
4.9
Kwaliteitszorg
Het al langer lopende traject kwaliteitszorg volgens het INK-model wordt in 2004 onverminderd voortgezet. De aanbevelingen uit een in 2002/2003 gehouden operational audit worden in algemene verbeteracties omgezet. Bijzondere activiteiten in 2004 zijn de uitvoering van een nieuwe diagnose, waarin de stand van zaken in het kwaliteitstraject wordt nagegaan en op basis waarvan verbeterplannen binnen onderdelen kunnen worden geformuleerd. Er zullen audits worden uitgevoerd op de in procesbeschrijvingen vastgelegde belangrijkste werkprocessen. Daarnaast worden voorbereidingen getroffen voor het meten van de "klanttevredenheid". JAARPLAN 2004
54
Bijlage
Capaciteitsoverzicht Primair Proces
Arbeidsomstandigheden Industrie
Bouw
Uren Beschikbare netto Capaciteit
47,092
Reactief
Uren
CDV
Uren
Uren
54,200 Zaken
Uren
Uren
Insp. Ond.
Uren
40,008 Zaken
Totaal PDV
43,427 Zaken
Uren
Arbo
Uren 730 Zaken
Uren
MHC
Uren
Uren
231,152 Zaken
Uren
27,017 Zaken
Uren
Klachtenbehandeling
3,500
330
7,800
700
6,100
555
3,500
318
20,900
1,903
Ongevalsonderzoek
17,850
700
16,270
650
10,400
545
7,600
400
52,120
2,295
3,650
500
2,800
290
3,000
300
1,750
175
11,200
1,265
MHC-VR
0
0
3,000
MHC-Incident onderzoek
0
0
2,000
MHC 1e PBZO inspecties
0
0
7,600
MHC Periodieke inspecties
0
0
8,000
MHC Handhaving
0
0
5,417
AMF reactief
0
0
84,220
5,463
Overig reactief
Totaal Reactief
25,000
Beschikbare Capaciteit Actieve Projecten
22,092
Overstijgende projecten
Uren
1,530
26,870
1,640
27,330
Zaken
Uren
19,500
1,400
20,508
Zaken
Uren
1,973
411
730
128
893
30,577
Zaken
vakantiewerk arbo monitor
12,850
2,800
585
Uren
730
Zaken
Uren
146,932
Zaken
Uren
Zaken
1,017
339
1,017
339
2,227
464
7,730
1,588
AMF Uren 66,500
Zaken
Uren
Zaken
10,100 26,017
10,100
1,000
56,400
Uren
Zaken
Uren
Zaken
OPS Legionella ATB Vervoer
400
65
800
130
1,200
195
1,200
100
1,200
100
2,400
200
AVO 155
45
20
6
20
6
35
27
195
1,265
1960
370
160
30
160
30
275
52
2,280
1,265
Totaal Bedrijfstak overstijgende projecten
5,688
991
4,980
851
3,424
839
310
79
14,822
2,400
Totaal beschikbaar voor Directieprojecten
16,404
Bedrijfstakprojecten Industrie
Uren
730
26,600
Zaken
128
15,528
27,153
420
Uren
132,110
Zaken
Uren
1,000
Zaken
Zuivel (doorloop 2003)
1000
166
1,000
166
Campagne Metaal
3000
500
3,000
500
Water- en Energiebedrijven
1000
125
1,000
125
Campagne Machineveiligheid
3000
750
3,000
750
960
160
960
160
3300
550
3,300
550
Kleding
500
100
500
100
VB-tankschepen
250
40
250
40
Vuurwerk
300
50
300
50
Kunststof en Rubber Campagne Voeding & Genot
NH3 koelinstallaties Totaal Bedrijfstakprojecten industrie
13310
2441
56,400
420
50
0
0
420
50
13,310
2,441
55 JAARPLAN 2004
KEW (doorloop 2003) KEW 2004
Bedrijfstakprojecten Bouw
Zaken
Uren
Zaken
6,000
1,500
6,000
1,500
EU-project
1,200
300
1,200
300
Systeeminspecties BPAB
6,000
750
6,000
750
Schilders en parketleggers
1,200
240
1,200
240
Metselaars
1,200
240
1,200
240
Uitvoerders
480
96
480
96
Opdrachtgevers BPAB
480
60
480
60
Spoorwegaanleg en -onderh
1,680
67
1,680
67
Asbest algemeen
2,400
600
2,400
600
Asbestketen
1,200
200
1,200
200
Hout- en meubelindustrie
1,200
300
1,200
300
Meubelstoffering
480
120
480
120
Rierdekkers
480
120
480
120
24,000
4,593
24,000
4,593
Totaal bedrijfstakprojecten bouw
Bedrijfstakprojecten Commerciele dienstverlening
Uren
Zaken
Uren
Zaken
Veiligheid baanwerkers
500
20
500
20
Bergingsdiensten
500
50
500
50
Bagagehandling vliegvelden
400
40
400
40
Binnenvaart
1208
130
1,208
130
Distributiebedrijven
400
2000
400
2,000
Rangeren
250
30
250
30
Jeugdigen
1800
300
1,800
300
Magazijnen detailhandel
3000
545
3,000
545
Autohandel/garages
1500
250
1,500
250
900
100
900
100
Kantoren
3000
750
3,000
750
Telecom
450
60
450
60
15508
2675
15,508
2,675
ICT
Totaal Bedrijfstakprojecten commerciele dienstverlening
Publieke dienstverlening
Uren
Zaken
Uren
Zaken
Primair Onderwijs
1720
287
1,720
287
Voortgezet Onderwijs
4480
560
4,480
560
Maatsch. dvl.
4000
800
4,000
800
Gehandicaptenzorg
6000
667
6,000
667
Geest. Gezondheidszorg
3000
333
3,000
333
600
30
600
30
Hulpverleningsorganisaties
1000
111
1,000
111
Afvalketen metaal
1500
167
1,500
167
400
93
400
93
22700
3048
22,700
3,048
Sociale werkvoorziening
Glastuinbouw II Totaal Bedrijfstakprojecten publieke dienstverlening
MHC
Uren MHC Project
Zaken
1000 1000
AMF
Uren WIT
8,000
CIT
450
Overige IT's
17,000
Zaken 533 30 p.m.
Bouw
2,800
350
Horeca
4,200
840
Uitzendbureau's/ toezicht
2,800
467
Uitzendbureau's opsporing
9,250
617
10,900
1363
Land- en Tuinbouw Vlees en vis
1,000
83
56,400
4283
56 JAARPLAN 2004
Totaal MHC
Totaal AMF
Uren
Bouwlocaties
Bijlage Overzicht van wetten en besluiten De Arbeidsinspectie heeft met name (toezichthoudende) taken met betrekking tot de volgende wet- en regelgeving: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
de Algemene wet gelijke behandeling de Arbeidsomstandighedenwet 1998 de Arbeidstijdenwet de Arbeidswet 1919 de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 de Binnenschepenwet het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 het Besluit Risico’s Zware Ongevallen het Delegatiebesluit 1993 de Kernenergiewet het Rijtijdenbesluit het Schepenbesluit 1965 de Warenwet de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs de Wet arbeid gehandicapte werknemers de Wet arbeid vreemdelingen de Wet betreffende verplichte deelneming in de bedrijfspensioenfonds de Wet betreffende verplichte deelneming in een beroepspensioensregeling de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen de Wet goederenvervoer over de weg de Wet melding collectief ontslag de Wet milieugevaarlijke stoffen de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten • de Wet op de loonvorming • de Wet op de Ondernemingsraden • de Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden
JAARPLAN 2004
57
JAARPLAN 2004
58
Bijlage Afkortingen Aardolie-, chemische,- kunststof- en rubberindustrie Arbeidsinspectie Arbeidsomstandighedenwet 1998 Aanvullende Risicoinventarisatie en -Evaluatie Arbeidstijdenbesluit Arbeidstijdenwet Arbeidsveiligheidsrapport Arbeidsveiligheidsrapport Inspectie Methodiek Algemeen verbindend verklaren van bepalingen van cao’s Branche Begeleidingscommissies Bouw Interventie team Bouwprocesbepalingen in het Arbobesluit Besluit Risico’s Zware Ongevallen Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Collectieve Arbeidsovereenkomst Centrale organisatie Werk en Inkomen Europees Sociaal Fonds Fiscale aftrekmogelijkheid van investeringen in arbeidsomstandigheden Fiscale Inlichtingen– en Opsporingsdienst International Labour Organisation Instituut Nederlandse Kwaliteit Inspectie Verkeer en Waterstaat Kernenergiewet Korps Landelijke Politiediensten Kennisgeving van ontvangst Major Hazard Control Nederlands Centrum voor Beroepsziektes National Institute Occupational Safety and Health Niet VR-plichtige Inspectiemethodiek Nederlandse Vereniging van Journalisten Organisch Psycho Syndroom Preventiebeleid Zware Ongevallen (cluster) Personeelsontwikkeling Risico Inventarisatie & Evaluatie Reïntegratie Arbeidsgehandicapten Repetitive Strain Injuries Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst Senior Labour Inspectorate Committee Stichting van de Arbeid (ministerie van) Sociale Zaken en Werkgelegenheid Teamgericht Werken Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen Veiligheidsbeheerssysteem Van Beleidsbegroting tot Beleidsverantwoording Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (ministerie van) Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
59 JAARPLAN 2004
ACKR AI Arbo-wet ARIE ATB ATW AVR AVRIM Avv BBC BIT BPAB BRZO BZK CAO CWI ESF Farbo FIOD ILO INK IVW KEW KLPD Kvo MHC NCvB NIOSH NIVRIM NVJ OPS PBZO PO RI&E REA RSI SIOD SLIC StvdA SZW TGW UWV VBS VBTB VGW VROM
Veiligheidsrapport (ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering Wet Arbeid Vreemdelingen Wet Stimulering Arbeidsdeelname Minderheden Wet op de identificatieplicht Westland Interventie Team Wet milieubeheer Wet Melding Collectief Ontslag Wettelijk minimumloon Werktijdverkorting
60 JAARPLAN 2004
VR VWS Waadi WAO WAV Wet SAMEN WID WIT Wm WMCO WML WTV