NACHT VAN DE NACHT 2012
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ..................................................................................................................................... 2 Inleiding ................................................................................................................................................ 3 Extender Dieren ................................................................................................................................... 4 Nacht van de Nacht .............................................................................................................................. 5 Gemeente Rheden ............................................................................................................................... 5 Gelderse Natuur en Milieu Federatie.................................................................................................... 6 Links en bronvermelding ...................................................................................................................... 6 Links .......................................................................................................................................... 6 Bronnen ..................................................................................................................................... 6 Afbeeldingen .............................................................................................................................. 6 Nachtdieren Bruine rat ................................................................................................................................... 7 Das ............................................................................................................................................ 8 Egel ........................................................................................................................................... 9 Hazelworm ............................................................................................................................... 10 Huismuis .................................................................................................................................. 11 Meerval .................................................................................................................................... 12 Nachtvlinder ............................................................................................................................. 13 Paling....................................................................................................................................... 14 Ree .......................................................................................................................................... 15 Salamander ............................................................................................................................. 16 Slak.......................................................................................................................................... 17 Uil ............................................................................................................................................ 18 Vleermuis ................................................................................................................................. 19 Vos .......................................................................................................................................... 20 Foto’s ................................................................................................................................................. 21
Extender Dieren
2
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Inleiding Zaterdag 27 oktober 2012 heb je deelgenomen aan de 8e Nacht van de Nacht. Wij danken je voor jouw deelname. Voor deze editie van de Nacht van de Nacht was voor jouw een activiteit opgezet waarbij je contact moest leggen met de andere mededeelnemers. Door het ruilen van kaarten met eigenschappen van nachtdieren kon je een kwartet samenstellen en dit kwartet kon je omruilen voor een bonuskaart bij het betreffende nachtdier. In totaal waren 14 nachtdieren verdeeld over het activiteitengebied rondom de Dierense Toren. Aangezien we verwachten dat je nooit alle bonuskaarten hebt bemachtigd hebben we deze informatie ook in dit informatieboekje opgenomen. Tevens is aanvullende informatie opgenomen in dit informatieboekje over de verenigingen en instanties die direct bemoeienis hebben gehad met deze activiteit. Geen journalistieke items maar informatie direct van de websites van de verenigingen en instanties. Wij, Extender Dieren, hopen dat je een leerzame maar vooral leuke avond hebt gehad.
Extender Dieren
3
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Extender Dieren Extender Dieren is een landelijke plusscoutskring met leden inde leeftijdsgroep vanaf 21 jaar en bestaat uit oud-leden en oud-leiding van de waterals wel van de landtak van Scouting Dieren. Een landelijke kring, deel uitmakend van de plusscouts, met leden die nog binding willen houden met Scouting en regelmatig activiteiten organiseert zowel lokaal als landelijk. Extender Dieren is opgericht op 31 oktober 1993, toen nog bij de "Vereniging Vrienden van Scouting" (VVS), als Tenders een juniorengroep onder "Vereniging Vrienden van Scouting". Extender Dieren is in 2004 verder gegaan als plusscoutskring. Dit na het besluit dat de "Vereniging Vrienden van Scouting" binnen Scouting Nederland verder gaat als plusscouts. Organisatie van grotere evenementen Extender Dieren heeft diverse Landelijke Trefdagen en Landelijke Ontmoetingsdagen georganiseerd. Voor de lokale Scouting groep zijn evenementen in de plaatselijke schouwburg georganiseerd maar ook een aantal reünies, tochten en speciale opkomsten. Ook Scouting Nederland, de regio, groepen en kringen wordt hulp geboden bij evenementen. Eigen activiteiten Ieder kwartaal wordt een activiteit georganiseerd. Dit kan van alles zijn, van een casino-avond, het bezoeken van een musical of gewoon een pizza bakken in een zelfgemaakte oven. Tevens bespreken we op zo’n avond of we nog iets organiseren de komende tijd. Dit kan zowel lokaal, regionaal of landelijk zijn.
(http://www.extenderdieren.nl)
Extender Dieren
4
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Nacht van de Nacht Alweer voor de achtste keer had de Nacht van de Nacht plaats. Tijdens de Nacht van de Nacht zijn op honderden plaatsen in Nederland activiteiten georganiseerd die de schoonheid van echte duisternis benadrukten. De Nacht van de Nacht is een jaarlijks terugkerend evenement. De Nacht van de Nacht wil mensen bewust maken van lichtvervuiling en van de mogelijkheden om deze vorm van vervuiling terug te dringen. Nederland kent maar weinig echt donkere plekken. Sterker nog; Nederland behoort tot de landen met de meeste lichtvervuiling. Op het kaartje recht is dit te zien, hoe lichter de kleur des te meer licht. Met de Nacht van de Nacht willen we mensen laten genieten van de duisternis. (http://www.nachtvandenacht.nl)
Gemeente Rheden Geschiedenis De gemeente Rheden is ontstaan doordat, in het jaar 1573, de schoutambten Velp en Rheden werden samengevoegd tot het schoutambt Rheden. Het gebied dat viel onder dit schoutambt komt overeen met het huidige gebied van de gemeente Rheden. De gemeente bestaat tegenwoordig uit de volgende zeven dorpen: Velp, Rheden, De Steeg, Ellecom, Dieren, Spankeren en Laag-Soeren. Er wonen 45.000 mensen in de gemeente. Partner-gemeenten De gemeente Rheden heeft twee partner-gemeenten: Cheb (Tsjechië) en Burgdorf (Duitsland). Samen doen deze drie gemeenten projecten voor en geven steun aan Fojnica, in Bosnië. Inwoners De gemeente Rheden bestaat uit zeven dorpen. Het inwonertal bedroeg op 1 januari 2011: 44.044. Per dorp zijn deze getallen: Velp: ................................................17.889 Rheden:.............................................7.383 De Steeg: ..........................................1.177 Ellecom: ............................................1.060
Dieren: ............................................ 14.717 Laag-Soeren: ....................................... 847 Spankeren: .......................................... 971
Oppervlakte De oppervlakte van de gemeente is 8.439 ha, waarvan: Bos ................................................... 3.139 ha cultuurgrond ...................................... 2.900 ha Hei / zandgrond ................................... 973 ha water, wegen, -bebouwde kom e.d. .. 1.421 ha (http://www.rheden.nl)
Extender Dieren
5
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Gelderse Natuur en Milieu Federatie De stem van natuur en milieu in Gelderland, dat is de Gelderse Natuur en Milieufederatie (GNMF). De GNMF is in 1971 opgericht als Gelderse Milieuraad, het provinciale samenwerkingsverband van natuur- en milieuorganisaties in Gelderland. Momenteel zijn er zo'n honderd aangesloten groepen. Samen met deze groepen en met andere partners zetten we ons in voor behoud en ontwikkeling van natuur en landschap, milieubescherming en duurzame ontwikkeling. Ons streven is een beter evenwicht tussen economie en natuur en milieu in Gelderland. We proberen dit door ondersteuning van lokale natuur- en milieugroepen, door beïnvloeding van beleid en de publieke opinie, en door samenwerking met bedrijven, overheden en belangengroeperingen. De kosten van ons werk betalen we voor ongeveer veertig procent uit subsidie van de Provincie Gelderland. De andere zestig procent halen we uit projectenfinanciering, contributies, donaties of giften. Ook de Nationale Postcode Loterij is een belangrijke subsidiënt. Organisatie De GNMF vervult een provinciale koepelfunctie voor de vele vrijwilligers die actief zijn in meer dan honderd aangesloten lokale en regionale natuur- en milieuorganisaties in Gelderland. De stichting Gelderse Natuur en Milieufederatie heeft een bestuur, een Raad van Advies en een bureau. Word donateur! Het GNMF-bureau, het bestuur en de ruim honderd aangesloten natuur- en milieuorganisaties werken met hart en ziel voor natuur en milieu. De rol die de GNMF als pleitbezorger vervult, is nog altijd onmisbaar. De druk op natuur en milieu blijft in de huidige economisch turbulente tijd groot. De kosten van ons werk financieren we voor ongeveer veertig procent uit subsidie van de Provincie Gelderland. Ook de Nationale Postcode Loterij is een belangrijke subsidieverstrekker. Het resterende deel halen we uit projectenfinanciering, donaties of giften. Donatie Om ons werk te kunnen voortzetten, zijn donaties van toenemend belang. Word nú donateur van de GNMF. Met een jaarlijkse bijdrage van € 25,- help je ons op weg; meer mag natuurlijk ook! Je kunt je donatie overmaken op bankrekening 2465801, t.n.v. Stichting Gelderse Natuur en Milieufederatie, Arnhem. Zorg ervoor dat je naam en adresgegevens vermeld zijn. Vermeld bij mededelingen: 'Donateur 2012'. Uw donatie kan ook online. (http://www.gnmf.nl)
Links en bronvermelding Links http://extenderdieren.nl http://scoutingdieren.nl http://scouting.nl
Bronnen http://www.gnmf.nl http://www.rheden.nl http://www.nachtvandenacht.nl http://nl.wikipedia.org/wiki
Afbeeldingen De afbeeldingen zijn gevonden op volgende websites; ppd.nl, dierenkliniekwinsum.nl, emsgolf.eu, jappie.eu, villagoofy.nl, vitensnatuurlijk.crossavenue.nl, obenp.nl, mertens-safety.nl, ikvis.nl, zeezoogdieren.org, rtvbodegraven.nl, zeeuwsevisveilingen.nl, vissen.visseninveendam.nl, rookovens, online.nl,dukeofdefinition.com, vlijpark.nl, nmr.nl, meesterbrein.com, lolaradio.blogspot.com, meldpuntvleermuizenenmarters.nl, revistalambik.blogspot.com Extender Dieren
6
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Bruine rat De bruine rat (Rattus norvegicus) is een zoogdier, behorende tot de orde van de knaagdieren. De soort is ook wel bekend onder de namen Noorse rat, rioolrat, waterrat, stadsrat, of kortweg rat met variëteiten laboratoriumrat en tamme rat. Met de naam "waterrat" wordt vaker de woelrat bedoeld. De bruine rat is één van de succesvolste zoogdieren ter wereld en komt tegenwoordig over bijna de gehele wereld voor tot in de binnenlanden van Afrika. Zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied was waarschijnlijk een deel van Noord-China. De bruine rat is de typesoort van het geslacht rattus. Uiterlijk De kop-romplengte bedraagt 214 tot 290 mm, de staartlengte is 150 tot 230 mm en het lichaamsgewicht 150 tot 520 gram. De zwaarst bekende bruine rat woog 794 gram. Mannetjes worden groter dan wijfjes. De bijna kale staart is altijd korter dan het lichaam. De staart heeft 160 tot 190 ringen. Het dier heeft kleine licht behaarde oren en, in het wild, over het algemeen een ruige grijsbruine vacht. De vacht is aan de buikzijde lichtgrijs van kleur. In het wild komen verscheidene variaties voor, van zwart tot bruin. Soms zijn de voorpoten zeer licht van kleur, en heeft de borst een witte vlek. De rat heeft een vrij korte snuit en is, vooral voor een knaagdier, stevig gebouwd. Het is één van de grotere soorten van het geslacht Rattus. Voedsel Het is een alleseter, die voornamelijk leeft van eiwit- en zetmeelrijk voedsel. Hij leeft onder andere van graan, zaden, slakken, larven, kikkers, jonge zoogdieren, vogeleieren en aas, maar zal ook aan botten knagen en aan andere ongewone producten zoals zeep en kaarsen. Kannibalisme komt ook voor, voornamelijk ten gevolge van een eiwittekort. De bruine rat legt soms voedselvoorraden aan. Dit gebeurt voornamelijk door ondergeschikte ratten en zogende vrouwtjes. Verspreiding De bruine rat is een cultuurvolger, wat kortweg inhoudt dat het dier de menselijke beschaving volgt en, voor een deel, ook afhankelijk is van de mens. Van oorsprong komt de bruine rat voor in steppegebieden van Oost-Azië. Aan het eind van de Middeleeuwen heeft de bruine rat zich in kleine aantallen verspreid richting Europa. In de 18e eeuw werd de bruine rat voor het eerst gesignaleerd in West-Europa. Via handelsroutes en door middel van de scheepvaart heeft het dier zich daarna over alle continenten verspreid, behalve naar Antarctica. Noord-Amerika werd rond 1775 bereikt. De bruine rat komt over bijna de gehele wereld voor, maar ontbreekt in enkele onbewoonde tropische en subtropische gebieden, voornamelijk omdat de concurrentie met andere knaagdieren te groot is.
Extender Dieren
7
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Das De (Europese) das (Meles meles) is een zwaargebouwd middelgroot roofdier, behorend tot de familie der marterachtigen. Het is de een van de drie soorten uit het geslacht Meles. Dassen worden ook als informele groep geclassificeerd, waar de Europese das er één van is. Een das leeft in een hol, burcht genaamd, dat vele generaties meegaat. Hij is vooral 's nachts actief en heeft een omnivoor dieet. Voedsel Dassen eten voornamelijk regenwormen en insectenlarven en plantaardig voedsel als vruchten, hazelnoten, knollen, bosbessen, frambozen, kersen, pruimen, granen, klaver en gras. Tot hun dieet behoren naast wormen en plantaardig voedsel ook insecten (zoals kevers en hun larven, rupsen en de larven van langpootmuggen), slakken, amfibieën (kikkers) en kleine zoogdieren (konijnen, muizen, woelmuizen, mollen), op de grond broedende vogels en hun eieren, aas en zelfs egels, wespen en bijennesten. De dieren zijn meer carnivoor in de lente en meer herbivoor in de herfst. Omdat boeren mest in de grond moeten infiltreren, zijn de regenwormen in landbouwgebieden in aantal toegenomen. Bij zeer droog weer ploegt de das het gras om om bij zijn favoriete maaltje te komen. Burcht Burchten gaan soms generaties lang mee en worden continu uitgebreid. Sommige burchten zijn zelfs al enkele honderden jaren in gebruik. Ze worden over het algemeen gegraven in struiken, heggen en houtwallen. De burcht heeft drie tot tien ingangen, die tien tot twintig meter van elkaar verwijderd liggen. Bij uitzondering kunnen de ingangen zelfs honderd meter van elkaar af liggen. Voor de ingangen liggen hopen aarde en oud nestmateriaal. De gangen zijn gemiddeld zo'n tien tot twintig meter lang en hebben een diameter van minstens dertig centimeter. Ze leiden naar verscheidene kamers. Kamers worden bekleed met plantaardig materiaal, als varens, bladeren en droog gras. Het nestmateriaal wordt tussen de kin en de voorpoten geklemd achterwaarts de gangen ingebracht. Buiten de burcht liggen vaste latrines: ondiepe, onbedekte putten waar de uitwerpselen worden achtergelaten. Overdag blijven de dieren in hun burcht. In de zomermaanden zijn ze meestal actief voor zonsondergang, maar meestal blijven ze tot na zonsondergang in hun hol. In de wintermaanden, van november tot februari, komen ze minder vaak naar buiten. Dassen houden geen winterslaap, wel winterrust, hetgeen inhoudt dat ze minder actief zijn. Een territorium is meestal zo'n dertig tot vijftig hectare groot. Voedselgronden overlappen vaak met die van nabijgelegen groepen. Binnen een hectare leven vijf tot acht volwassen dieren (varieert van twee tot vijfentwintig) met hun jongen, die één burcht delen. Extender Dieren
8
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Egel De egel (Erinaceus europaeus) is een algemeen, wijdverspreid zoogdier uit de familie der egels (Erinaceidae). De egel is een bekende verschijning in tuinen in West-Europa. Hij is vooral bekend om zijn stekelvacht en zijn gewoonte om zich bij gevaar op te rollen. Afmetingen De egel heeft een kop-romplengte van 187 tot 310mm, een staartlengte van 18-44 mm en een lichaamshoogte van 12 tot 20 cm. Het gewicht is tussen de 258 en 1375 gram. In de periode vlak voor de winterslaap kan het lichaamsgewicht oplopen tot wel 1500 gram. De egels in de bergen worden gemiddeld groter dan de egels uit lagergelegen gebieden. Eilandbewoners, zoals op de Britse Eilanden, zijn het kleinst. Zintuigen Van de zintuigen is vooral de reukzin goed ontwikkeld. De reukcentra in de hersenen zijn zeer goed ontwikkeld. Hierdoor kan een egel insecten die zich drie centimeter onder de aarde bevinden goed ruiken. Onbekende stoffen of nieuwe geurtjes onderzoekt de egel met het zogenaamde 'orgaan van Jacobson' dat ook bij slangen en hagedissen zeer goed ontwikkeld is. Het is een extra zintuig dat tussen het gehemelte en de neusholte ligt. In speciale cellen worden adem en speeksel op nieuwe geur- en smaakprikkels onderzocht. Eerst beknaagt of beruikt de egel de nieuwe stof met grote aandacht, dan produceert hij enorme hoeveelheden speeksel. Als hij echter eenmaal de zintuigelijke ervaring heeft verwerkt, dan spuugt hij het speeksel op zijn rug terwijl hij zich in de vreemdste bochten wringt. Het orgaan is weer schoon en klaar voor verdere nieuwe prikkels. (Het zichzelf 'bespeekselen' is helaas in veel gevallen met rabiës (hondsdolheid) verwisseld. Van deze gevaarlijke ziekte hebben egels echter juist bijzonder weinig last.) Ook beschikt de egel over een uitstekend gehoor. De ogen zijn slechter ontwikkeld, zelfs bijziend. Een egel kan wel kleuren onderscheiden. Voedsel Egels zijn insectivoren, maar eten ook appels. De egel is een insecteneter, die zijn voedsel voornamelijk in de ondergroei zoekt. Met zijn snuit spoort hij zijn prooien op tussen afgevallen bladeren, graspollen en losse aarde, terwijl zijn gehoor scherp genoeg is om prooidieren onder de grond te horen kruipen. Hij is vrij vraatzuchtig. Als hij de kans krijgt, kan hij binnen een paar uur meer dan tachtig regenwormen en/of kevers eten en ongeveer zeventig gram aan voedsel in een nacht verorberen. Vijftig gram is meer dan genoeg.
Extender Dieren
9
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Hazelworm De hazelworm (Anguis fragilis) is een hagedis uit de familie hazelwormen (Anguidae). De hazelworm heeft een grote verspreiding binnen Europa en is een van de meest voorkomende reptielen. De hagedis komt onder andere voor in België en Nederland. De hazelworm is een bodembewoner die een verborgen leven leidt tussen de bladeren en takken in de strooisellaag. Op het menu staan kleine ongewervelden, voornamelijk regenwormen en naaktslakken. Levenswijze De hazelworm is een overwegend schemeractieve soort die maar zelden overdag wordt aangetroffen, soms wordt een zonnebad genomen maar nooit in de felle zon. Tijdens het nemen van een zonnebad schuilt de hazelworm vaak tussen de bladeren en is zo moeilijk te zien. Overdag verstopt de hagedis zich onder stenen, tussen de bladeren of in holle boomstronken. Vaak worden deze door de zon beschenen zodat de schuilplaats relatief warm is. Na regenval op warme dagen kan de hazelworm overdag worden gevonden, omdat zijn favoriete prooien, slakken en wormen, dan massaal tevoorschijn komen. Vanwege het ontbreken van pootjes moet de hazelworm zich op de buik voortbewegen, hierdoor is het dier niet zo snel als de meeste hagedissen die plotseling kunnen wegschieten. Opgewarmde exemplaren echter kunnen zich snel door het struikgewas bewegen en de hazelworm kan klimmen maar blijft meestal op de bodem. De hazelworm trekt zich aan het eind van de zomer terug in een winterkwartier voor de winterslaap. De winterslaap vindt plaats in wat meer verscholen plekken, zoals holen onder de grond. Ook holen van andere dieren zoals konijnenholen worden wel gebruikt en composthopen zijn tevens zeer geschikt omdat deze wat warmer zijn door broei. Voedsel De hazelworm is carnivoor en eet voornamelijk kleine ongewervelden. In tegenstelling tot de meeste hagedissen wordt niet snel toegehapt maar de prooi wordt eerst nauwkeurig onderzocht en geproefd door veelvuldig de tong uit te steken. Omdat de hazelworm meestal niet zo snel is, vangt hij ook wat langzamere prooien als (naakt)slakken, regenwormen, spinnen en insecten en de larven. Het grootste deel van het menu bestaat uit weke dieren als regenwormen en naaktslakken. Ook huisjesslakken worden gegeten, deze worden eerst uit hun huisje getrokken. Het gebit van de hazelworm is aangepast op zachte prooien; de tanden zijn scherp en naar achteren gekromd zodat gladde, slijmerige prooien stevig worden verankerd. Na het eten van een slijmerige prooi veegt de hagedis zijn bek langs het substraat om van het slijm af te komen. De hazelworm en de mens Over de ecologie van de hazelworm is nog veel onbekend maar de hagedis wordt over het algemeen als een nuttig dier beschouwd vanwege het menu dat voornamelijk bestaat uit slakken. Tevens is de hazelworm onschuldig voor mens en dier; de huiskat is zelfs een van de belangrijkste niet-natuurlijke vijanden. Extender Dieren
10
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Huismuis De huismuis (Mus musculus) is een knaagdier uit het geslacht Mus van de onderfamilie Murinae. Deze soort heeft zich in de voetstappen van de mens over vrijwel de hele wereld verspreid. Hierdoor is de huismuis na de mens het zoogdier met de grootste verspreiding ter wereld. Levenswijze Huismuizen zijn echte alleseters. Ze hebben een voorkeur voor granen, zaden, noten, wortelen en insecten, larven en wormen, maar bij gebrek aan beter voedsel kunnen ze ook papier of zelfs zeep en lijm eten. Ze eten het liefst vet- en eiwitrijkvoedsel, koolhydraatrijk voedsel als fruit en groene planten worden minder vaak gegeten. Graanzaden pakken ze beet met hun voorpoten, draaien het op zijn kop en eten zo'n twee derde van de zaad. Per dag eten ze zo'n 3,5 gram. Huismuizen kunnen overleven zonder water te drinken, zolang het voedsel dat ze eten voor minstens 15 à 16 procent uit water bestaat. Huismuizen zijn voornamelijk 's nachts actief. Ze maken een rond hol in de grond, dat met een ingang is verbonden met een nestkamer, die op twintig centimeter diepte ligt. Soms leggen ze ook voedselvoorraden aan, in heuveltjes van tot wel 50 centimeter hoog. In gebouwen leven ze onder de vloer of tussen opgeslagen artikelen. Agressiviteit is afhankelijk van groepsgrootte. Kleine familiegroepjes zullen enkel vreemde muizen aanvallen, maar binnen middelgrote groepen hebben mannetjes meestal een territorium en één of meer vrouwtjes, die ze fel verdedigen tegen andere mannetjes. In grote groepen zijn er ook onderdanige dieren, die geen territoria zullen stichten en zich niet zullen voortplanten. Leefgebied De huismuis leeft in een grote verscheidenheid aan leefgebieden, maar bijna altijd in de buurt van de mens. Onder andere in huizen, winkels, fabrieken, pakhuizen en molens, stallen en heggen zijn ze te vinden. Het aanpassingsvermogen van de huismuis aan zijn omgeving is enorm. Ze zijn zelfs waargenomen in kolenmijnen, en er zijn gevallen bekend van huismuizen die leefden in koelhuizen, waar de temperatuur constant 18 graden onder nul was, en daar ook jongen voortbrachten. Gevangenschap Huismuizen zijn gewild als huisdier. Speciaal gefokte muizen, waaronder albinovarianten, worden gebruikt als laboratoriumdieren. De tamme muis die als huisdier wordt gehouden is een afstammeling van de laboratoriummuis en wordt aangeduid als kleurmuis. Extender Dieren
11
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Meerval De Europese meerval (Silurus glanis) is een vissoort die behoort tot de beenvissen (Osteichthyes), en wordt ook wel val of visduivel genoemd. De meerval is een langgerekte vis met een afgeplatte bek, een vrijwel rolrond lichaam met een dikke buik en een zeer lange staart. De meerval heeft zes baarddraden aan zijn opvallend grote bek: twee zeer lange baarddraden vlak voor en boven de mondhoeken, en twee paar aan de onderzijde van zijn bek waarvan de achterste twee wat meer naar buiten staan. Hij heeft een zeer klein rugvinnetje en een zeer lange anaalvin. De meerval is doorgaans donkergroen tot zwart aan de bovenzijde en vaak zilverachtig tot wit aan de onderzijde. Het kleurverloop is grillig en vlekkerig. Ook allerlei kleurafwijkingen zoals albino's komen relatief vaak voor. Habitat De Europese meerval voelt zich het best thuis in rivieren met een wisselend waterpeil, maar ook in grote, diepe meren met ondiepe, uitgestrekte oeverzones kan hij zich prima handhaven. Het dier heeft een voorkeur voor ontoegankelijke, dicht begroeide wateren met een zachte bodem. In de grote rivieren komen meervallen voor in diepe kommen en jagen ze 's nachts op ondiepe plekken. Meervallen zoeken overdag graag een schuilplaats op waaronder ze kunnen schuilen. Verspreiding Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de meerval liep vanaf het Aralbekken tot aan ZuidZweden, het stroomgebied van de Elbe en de Doubs. In Italië kwam de soort van nature niet voor. In Griekenland komt een iets afwijkende soort voor: de Aristotelesmeerval (Siluris aristotelis), die slechts één paar baarddraden op de kin heeft. In West-Europa waren tot halverwege de jaren negentig van de 20e eeuw slechts enkele rivieren waar de vis algemeen was, zoals de Saône in Frankrijk, de Po in Italië, de Ebro in Spanje en de Donau en hiermee in verbinding staande rivieren. Vooral op de Franse en Duitse rivieren is deze vissoort tegenwoordig enorm in opkomst. In de voormalige Oostbloklanden is de vis een heel gewone verschijning en de hoofdprooi van veel beroepsvissers.
Extender Dieren
12
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Nachtvlinder De nachtvlinders of motten (Heterocera) is een benaming voor een aantal vlinders die niet echt een samenhangende taxonomische groep vormen binnen de orde der vlinders (Lepidoptera), die wereldwijd voorkomt. De groep omvat alle vlinders, met uitzondering van de Papilionoidea, de Hesperioidea en de Hedyloidae, die tezamen de dagvlinders vormen. Verschil tussen dag- en nachtvlinders Motten zijn bijna niet te onderscheiden van andere vlindersoorten. De benaming Heterocera wordt gebruikt voor nachtvlinders, terwijl Rhopalocera wordt gebruikt voor dagvlinders. Vele pogingen worden gedaan om de vlinders in groepen te verdelen zoals Monotrysia en Ditrysia, Microlepidoptera en Macrolepidoptera of Frenatae en Jugatae. Geen van deze namen kan echter worden gehandhaafd in moderne classificaties, aangezien geen ervan een monofyletische groep vertegenwoordigt (dat wil zeggen dat alle soorten in de groep een gemeenschappelijke voorouder hebben). Dagvlinders hebben dunne voelsprieten met een verdikt uiteinde, vaak in de vorm van een knopje. Bij nachtvlinders komen andere sprietvormen voor, met name dunne zonder verdikt uiteinde en gekamde sprieten. Alleen de bloeddrupjes zijn nachtvlinders met een dunne spriet met een verdikt uiteinde. Een aanpassing van dagvlinders aan het overdag vliegen is dat zijn hun vleugels gebruiken om in de zon op te warmen en zo warm genoeg te worden om te vliegen. Nachtvlinders gebruiken in het algemeen het trillen van hun vleugels om voor het vliegen op te warmen. Niet alle nachtvlinders vliegen ook werkelijk 's nachts. Er zijn ook nachtvlinders, zoals de kolibrievlinder, die voornamelijk overdag vliegen. Zij worden soms aangeduid met "dagactieve nachtvlinders". Rupsen De rupsen van nachtvlinders kunnen schadelijk zijn als zij leven van voor de mens nuttige of belangrijke producten. De meeste soorten eten plantaardig materiaal, en sommige zijn beruchte plaaginsecten. Er zijn soorten die eten van kleding, van voedselvoorraden en van dierlijke resten. Voor deze schadelijke soorten wordt vaak het woord mot gebruikt. Dat zie je ook terug in de naam van verschillende schadelijke soorten als klerenmot, wasmot en meelmot. Nachtvlinderrupsen zijn een belangrijke voedselbron voor vogels.
Extender Dieren
13
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Paling De paling, ook wel gewone paling of Europese aal (Anguilla anguilla), is een straalvinnige vis die behoort tot de familie echte palingen (Anguillidae). De paling kan meer dan een meter lang worden en heeft een bruine tot grijze kleur en een zeer langwerpig lichaam met een lage rugkam en zonder (zichtbare) schubben. De paling is door de karakteristieke lichaamsbouw gemakkelijk van andere vissen te onderscheiden. De paling komt voor in grote delen van Europa en noordelijk Afrika en is een bewoner van wateren met modderbodems. De paling wordt op grote schaal bevist voor menselijke consumptie en is een commercieel belangrijke soort. In Nederland is gerookte paling een gewilde delicatesse en in België is paling in het groen een gewaardeerd gerecht. Sinds 1970 is er een duidelijke afname van de palingstand merkbaar. Herstel van de palingstand is misschien nog mogelijk maar zal vanwege de lange generatieduur en zeer lage stand aan ouderdieren nog een zeer lange tijd vergen, zelfs met een totaal verbod op de visserij op paling. Kenmerken De paling heeft een lang slangachtig lichaam met zeer slijmerige huid. De rugvin begint tamelijk ver naar achteren en vormt een zoom die tot aan de staartpunt reikt en zich daar met de gelijkvormige anaalvin verenigt, de buikvinnen ontbreken volledig. De paling heeft een spitse, bovenwaarts afgeplatte en enigszins wigvormige kop die gemakkelijk van de achterzijde is te onderscheiden doordat de staart sterk zijwaarts is afgeplat. De onderkaak is langer dan de bovenkaak. De kieuwopeningen zijn zeer klein, waardoor de kieuwen goed kunnen worden afgesloten van de buitenwereld. Hierdoor blijven de kieuwen nog lang vochtig als de vis zich op het land bevindt wat de trekbewegingen over land mogelijk maakt. De paling heeft twee neusgaten voorzien van buisjes aan het puntje van de neus en twee neusgaten vlak voor de ogen waar het water de neus weer verlaat. Het reukvermogen van zowel de paling als de glasaal is zeer goed. De ogen zijn vrij groot en verdubbelen in diameter tijdens het schieraalstadium. De paling kan worden onderscheiden van de zeepaling doordat bij de zeepaling de bovenkaak langer is dan de onderkaak. De mannelijke alen blijven 6 tot 12 jaar in het zoete water, de vrouwelijke alen 9 tot 20 jaar. Aangezien sommige alen niet meer terugtrekken naar zee komen ook zeer oude palingen voor, de oudste bekende paling was 88 jaar oud.
Extender Dieren
14
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Ree De (of in jachttaal het) ree (Capreolus capreolus) is een klein, algemeen soort hert dat voornamelijk in Europa voorkomt. In Azië leeft de verwante Siberische ree (Capreolus pygargus). De ree heeft een zandgele tot roodbruine zomervacht, 's winters is deze meer grijsbruin tot zwart van kleur. Volwassen dieren hebben geen vlekken. Duidelijk zichtbaar is de witte tot gelige rompvlek. Bij mannetjes is deze vlek 's zomers vrij onduidelijk. De neus is zwart, en de kin is wit. De staart is vrij klein (twee tot vier centimeter lang) en enkel zichtbaar tijdens het ontlasten. Het volwassen mannetje (reebok) heeft een eenvoudig gewei, bestaande uit maximaal drie punten. Het gewei is maximaal 25 centimeter lang. 's Winters groeit het gewei, en de basthuid wordt afgeschuurd tussen maart en juni. Tussen oktober en januari wordt het gewei afgeworpen. De ree heeft een kop-romplengte van 95 tot 140 centimeter, een lichaamsgewicht van 16 tot 35 kilogram en een schofthoogte tussen de zestig en de negentig centimeter. Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes. Mannetjes hebben gemiddeld een schofthoogte van 64 tot 67 centimeter, vrouwtjes van 63 tot 67 centimeter. Verspreiding en leefgebied De ree leeft in bosachtige streken met open plekken en aangrenzende velden. Soms is hij ook te zien in hoge heidevelden. In de schemering waagt hij zich in open terrein om te grazen. Op een warme dag blijft hij hier wel eens. Maar meestal verschuilt en rust hij in de beschutting. In sommige gebieden in Europa leeft hij echter ook in open landbouwgebieden, mits er voldoende beschutting (zoals houtwallen) en voedsel in de buurt is. Het dier houdt zich op tot bij het zeeniveau (onder andere op de Waddeneilanden) tot boven de boomgrens. De ree kwam in Nederland omstreeks 1875 buiten de Veluwe en Limburg in Nederland niet voor. Nieuwe vestigingen waren vaak afkomstig uit Duitsland. Pas in de loop van de 20e eeuw heeft de populatie zich, mede door de aangelegde nieuwe bossen, sterk uitgebreid. In de Voornse duinen aan de Noordzeekust werd voor het eerst in 1940 een reebok aangetroffen. De bezorgdheid rond 1950 over bedreiging van de stand door verkeer, stroperij, loslopende honden en recreatie blijkt onnodig te zijn geweest. De ree komt nu in vrijwel geheel het land voor. Op Ameland en Terschelling is het dier geïntroduceerd. Het hertje staat niet op de Nederlandse Rode Lijst voor zoogdieren en wordt dus niet bedreigd.
Extender Dieren
15
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Salamander Salamanders (Caudata) zijn een groep van gewervelde dieren die behoren tot de orde amfibieën. De andere amfibieën behoren tot de kikkers (Anura) en de wormsalamanders (Gymnophiona). Vroeger werd ook wel de naam Urodela gebruikt voor de salamanders, maar deze naam is verouderd. De wetenschappelijke naam Caudata betekent staartdragend, verwijzend naar de relatief lange staart. Ook de verouderde naam Urodela heeft een dergelijke betekenis. De naam salamander is afgeleid uit het Perzische sām - andarūn wat vrij vertaald vuur van binnen betekent. Salamanders in Nederland Er zijn momenteel (september 2012) 635 verschillende soorten salamanders beschreven. Ter vergelijking; er zijn ruim 6010 kikkers en ongeveer 190 soorten wormsalamanders. In Nederland en België komen 5 soorten salamanders voor die allemaal wettelijk beschermd zijn. Enkele soorten staan op de Rode lijst. Het meest algemeen is de kleine watersalamander die in heel Nederland voorkomt, zelfs op enkele Waddeneilanden. De soorten uit de geslachten Lissotriton en Mesotriton werden lange tijd ingedeeld in het geslacht Triturus. Zie ook de lijst van salamanders in Nederland. Voedsel Alle salamanders zijn zonder uitzondering carnivoor; ze leven van andere dieren. In principe zal een salamander alles proberen te verorberen wat hij op een nachtelijke foerageertocht tegenkomt en niet te groot is om in de bek op te nemen. Op het menu staan voornamelijk wormen, insecten of de larven, kleine spinnen en slakken. Salamanders die in het water leven, eten kleine waterdiertjes als insectenlarven, zoals larven van kevers, haften en waterjuffers. Soms worden ook wel jonge kikkervisjes gegeten, een voorbeeld is de kamsalamander, die dol is op de larven van de bruine kikker. Het voedselpatroon verschilt vaak sterk tussen het larvale of juveniele stadium en het adulte stadium van de salamander. Larven van in water levende soorten eten vaak kleine kreeftachtigen als watervlooien, juveniele landbewonende soorten eten kleine prooien als jonge krekels en fruitvliegjes. Veel salamanders hebben een aan de mond vastgehechte, maar uitklapbare tong die wordt gebruikt om prooien te vangen. De tong wordt razendsnel uitgestoken en grijpt de prooi waarna deze in de bek wordt getrokken. Dit lijkt een beetje op de tong van een kameleon maar de tong van salamanders is relatief veel korter en breder. Een prooi wordt altijd in één keer doorgeslikt en niet vermalen door de kaken of tanden.
Extender Dieren
16
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Slak Slakken of buikpotigen (Gastropoda) zijn een klasse uit de stam van weekdieren (Mollusca). De Nederlandse naam is te danken aan de gespierde onderzijde van het langwerpige lichaam, die voor de voortbeweging zorgt. Gaster betekent buik of maag, en poda betekent poten, wat de wetenschappelijke naam Gastropoda verklaart. Er zijn wereldwijd zo'n 60.000 tot 75.000 verschillende soorten bekend. Slakken zijn de enige weekdieren die ook op het land leven. De meeste slakken leven in zee en daarnaast leeft een deel van de soorten in het zoete water. De slakken zijn op verschillende manieren in te delen, zo zijn er slakken met een huisje (huisjesslakken) en slakken zonder huisje ('naaktslakken'), soorten die door kieuwen en andere die door longen ademen, er zijn aaseters, planteneters, detrituseters, en zelfs op prooien jagende vleeseters. De meeste slakken zijn tweeslachtig, ze kunnen van gescheiden geslacht zijn, maar ook hermafrodiet. Slakken worden door vele dieren gegeten, inclusief de mens. Algemeen De bij mensen bekende slakken komen voor in de tuin en zijn landbewonend, wat een grote uitzondering is binnen de weekdieren. Het lichaam van een slak bestaat voor een heel groot deel uit water, de slijmerige huid zorgt er bij landbewonende slakken voor dat de dieren niet uitdrogen. De belangrijkste functie van slijm ligt echter in de voortbeweging. Het zorgt er als het ware voor dat de weg geplaveid wordt, waardoor het dier zich al glijdend gemakkelijk over het substraat kan voortbewegen. Als een slak verticaal moet voortbewegen, wat meer grip vereist dan horizontaal bewegen, wordt een ander soort slijm afgescheiden. Landbewonende soorten zoeken plaatsen op waar de relatieve luchtvochtigheid hoog is. Daarom leven veel soorten verscholen in de vegetatie, onder afgevallen bladeren of dood hout, onder stenen, in spleten, etc. De meeste soorten mijden de zon hoewel een aantal zich heeft aangepast aan een leven in een droge en hete omgeving. Veel soorten zijn vooral of zelfs alleen 's nachts actief of komen tevoorschijn na een regenbui. Bescherming In Nederland staat de wijngaardslak op de lijst van beschermde diersoorten van de Flora- en faunawet. Dat betekent dat levende maar ook dode dieren (lege schelpen!) voor geen enkel doel in Nederland mogen worden verzameld of verhandeld. Daarnaast vallen drie soorten slakken onder de Habitatrichtlijn: nauwe korfslak (Vertigo angustior), zeggenkorfslak (Vertigo moulinsiana) en de platte schijfhoren (Anisus vorticulus). Extender Dieren
17
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Uil Uilen (Strigidae) zijn met 191 soorten in 25 geslachten de grootste familie van nachtactieve vogels uit de orde der uilen (Strigiformes).De kerkuilen (Tytonidae) vormen de andere familie. Strigiformes De uilen (Strigiformes) zijn een orde van vogels met veelal een nachtelijke leefwijze. Bij veel uilen staan de ogen voorin de kop, zodat ze een groot binoculair gezichtsveld hebben, waarin ze diepte kunnen zien. Uilen hebben goed ontwikkelde oren, die ver uit elkaar staan, wat ze goed in staat stelt de richting vast te stellen waaruit een geluid komt. Deze kenmerken maken van uilen goede jagers. De orde wordt onderverdeeld in de twee families Uilen (Strigidae) en Kerkuilen (Tytonidae). Uilen hebben een rond, afgeplat gezicht met grote naar voren gerichte ogen die vast in de schedel staan. Om in diverse richtingen te kunnen kijken moet een uil dus steeds de kop draaien, wat ze dan ook zeer goed kunnen. De grote ogen maken het mogelijk ook in het donker goed te zien. Uilen hebben een haaksnavel en krachtige klauwen aan hun poten, die vaak dicht bevederd zijn. Aan de voorrand van de handpennen van de vleugel dragen uilen een donsachtige franje, wat de vleugel in vlucht bijzonder geruisloos maakt. Ze kunnen daardoor vrijwel onopgemerkt op zoek gaan naar prooidieren, zoals muizen, en deze bij verrassing pakken. Veel uilen slapen overdag en jagen 's nachts. Tytonidae De kerkuilen (Tytonidae) vormen de kleinste van de twee families binnen de orde der uilen (Strigiformes). De familie telt 18 soorten. Het zijn middelgrote tot grote soorten met een vrij grote kop en een typisch hartvormig gezichtsmasker, 'sluier' genaamd. Kerkuilen hebben vrij lange sterke poten met krachtige stevige klauwen. Een aantal soorten worden als bedreigd beschouwd, ook al door hun vrij klein verspreidingsgebied ( sommige soorten zijn endemisch). Kerkuilen zijn meestal vrij uitgesproken nachtvogels, meestal géén trekvogels en leven samen in koppels, andere leven solitair. Kerkuilen hebben ongeveer 1200 veren. Deze veren zijn anders dan de veren van andere vogels. De veren zijn zo gemaakt zodat je niks hoort als de uil met zijn vleugels klapt.
Extender Dieren
18
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Vleermuis Door hun verborgen en nachtelijke levenswijze hebben veel mensen nog nooit een vleermuis in het wild gezien, maar ongeveer zeven soorten komen in Nederland toch algemeen voor. Er zijn wereldwijd ruim 1.100 soorten, zodat meer dan één op de vijf zoogdiersoorten een vleermuis is. In Nederland komt uitsluitend een twintigtal gladneuzen en hoefijzerneuzen voor, waarvan een aantal zeer zeldzaam is. Leefwijze De Europese vleermuizen zijn veelal insecteneters. Deze insecten worden in de avondschemer in de lucht gevangen door echolocatie. Omdat er 's winters nauwelijks insecten rondvliegen, houden de in Nederland en België voorkomende soorten een winterslaap, waarbij ze hun metabolisme tot een uiterst laag pitje terugdraaien en hun lichaamstemperatuur maar net boven het vriespunt blijft. Vleermuizen paren vóór de winter, maar de eisprong en bevruchting treden pas een paar maanden later op. Meestal is er maar één jong; dat wordt gezoogd en blijft tijdens de jacht van de moeder op de slaapplaats hangen. Vleermuizen kunnen tot tientallen jaren oud worden en planten zich maar langzaam voort. Ze zijn meestal zeer trouw aan hun standplaats en overwinteringsplaats.
Vos
Rosse vleermuis
Omgang met vleermuizen Alle Belgische en Nederlandse vleermuizen zijn beschermde dieren. Een slapend aangetroffen vleermuis het best rustig laten zitten. Het zijn nuttige diertjes die enorme hoeveelheden muggen verorberen. Een vleermuis in winterslaap niet verstoren - opwarmen kost hem zoveel energie dat hij de lente weleens niet meer zou kunnen halen als hij vaker wakker wordt dan normaal. Een zieke of dode vleermuis niet met de handen aanraken - sommige vleermuizen zijn met het hondsdolheidvirus besmet. In een potje scheppen en (als hij nog leeft) een vleermuisopvangcentrum waarschuwen. Een dode vleermuis melden aan een onderzoekscentrum, net als een vleermuis in de gordijnen; misschien is er wel een vrijwilliger in de buurt die u kan helpen zonder het beest schade te berokkenen
Extender Dieren
19
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Vos De vos (Vulpes vulpes), ook wel gewone of rode vos genoemd, is een lid van de hondachtigen. De vos is een van de grootste roofdieren die nog vrij in de Benelux voorkomen. Voedsel en activiteit Vossen jagen solitair, meestal 's nachts en in de schemering, maar in onverstoorde gebieden jaagt hij liever overdag. De vos is een opportunist: hij eet bijna alles. Hij kan hard rennen, tot zestig kilometer per uur, alhoewel zes tot dertien kilometer per uur de normale snelheid is. Zijn prooien zijn meestal kleine en middelgrote prooidieren, zoals grote kevers, muizen en andere knaagdieren, konijnen, hazen, vogels en eieren, regenwormen en egels. Ook vruchten en bessen (vooral bramen) worden gegeten, evenals aas, placenta's en afval. Dagelijks moet een vos ongeveer vijfhonderd gram aan voedsel binnenkrijgen. Een vos doodt soms meer dan hij nodig heeft. Vooral op plaatsen waar meerdere prooidieren op elkaar zitten en niet kunnen ontsnappen, kan hij een ware slachtpartij aanrichten, bijvoorbeeld in kippenhokken of kolonies van grondbroedende vogels als kokmeeuwen. Voedselresten worden begraven en later weer opgezocht, maar de vos legt geen voedselvoorraden aan. Een vos is meestal zeer succesvol in het terugvinden van begraven voedsel. Bedreiging en levensverwachting In het wild wordt de vos zo'n tien jaar oud. De meeste vossen worden echter niet ouder dan 3 jaar. Meestal is jacht de voornaamste doodsoorzaak. Ook worden veel vossen verkeersslachtoffer. Belangrijke ziektes waaraan vossen lijden zijn schurft en hondsdolheid. Verder zijn ze ook drager van vlooien, teken, een serie parasieten waaronder de lintworm (incubatietijd: 2-4 weken) de belangrijkste is (tot 4 verschillende soorten per vos). De vos ondervindt geen schade van de lintworm. Verspreiding en leefgebied De vos heeft tegenwoordig het grootste verspreidingsgebied van alle roofdieren (voorheen was dit de wolf). Hij komt voor over praktisch het gehele Noordelijk Halfrond. De soort ontbreekt alleen in te hete woestijnen, koude toendra's en op eilanden als IJsland. Hij is geïntroduceerd in Australië, de Falklandeilanden en op het eiland Man, waar hij waarschijnlijk weer is uitgestorven. De vos kan zich goed aanpassen, en komt in bijna elke habitat voor: woestijnen, toendra's, moerassen, gebergten, duinen en landbouwgebieden.
Extender Dieren
20
27 oktober 2012
NACHT VAN DE NACHT 2012
Foto’s Onderstaand een greep uit de foto’s die gemaakt zijn tijdens de activiteit.
Extender Dieren
21
27 oktober 2012