Voorwoord De tutor is het eerste aanspreekpunt voor eerstejaarsstudenten TCS. Als tutor heb je een coachende taak: je spreekt de student aan op zijn studievoortgang en studiehouding, inventariseert waar knelpunten liggen, begeleidt bij het kiezen van vakken en de oriëntatie binnen de studie. Omdat het Bindend Studie Advies (BSA) van kracht is, is het van belang voor de student om voldoende voortgang te boeken en de juiste keuzes te maken in deze eerste fase van de universitaire studie. De tutor draagt eraan bij dat deze processen aan beide kanten, dus zowel vanuit de student als vanuit de instelling, zorgvuldig verlopen. Dit draaiboek is ervoor bedoeld de tutor bij te staan in die leuke, maar lastige taak. Praktische, instructieve informatie is in het draaiboek gebundeld. Wij staan open voor suggesties of verbeteringen. Daarvoor kan contact worden opgenomen met de Tutorcoördinator, Sigrid Botzen (tevens studieadviseur TCS). Juli 2012
Inhoudsopgave 1 Het tutorprogramma TCS 2012‐2013........................................................................... 6 1.1 Jaarprogramma ................................................................................................... 6 1.2 Inschrijfdata studiejaar 2012‐2013 ....................................................................... 7 1.3 Het bindend studieadvies (BSA) ........................................................................... 8 1.3.1 Tussentijds studieadvies ................................................................................... 8 1.3.2 Negatief studieadvies........................................................................................ 9 2 De rol van de tutor.....................................................................................................10 2.1 Taken van de tutor..............................................................................................10 2.1.1 Monitoren en bespreken van studievoortgang............................................10 2.1.2 Adviseren en begeleiden bij het kiezen van vakken.....................................11 2.1.3 Informeren over praktische zaken m.b.t. de studie .....................................11 2.1.4 Begeleiden en stimuleren van studenten tot studeren ................................11 2.1.5 Verslaglegging in Osiris ...............................................................................11 2.1.6 Portfolio (instrument voor tutorbegeleiding) ..............................................12 2.1.7 Communicatie (aandachtspunten m.b.t. het gebruik van mail) ...................13 2.2 Onderscheid tutor, studie‐ en hoofdrichtingsadviseur.........................................14 2.2.1 Hoofdrichtingsadviseurs .............................................................................14 2.2.2 Contactgegevens hoofdrichtingsadviseurs 2012‐2013 .................................15 2.2.3 Studieadviseur ............................................................................................16 2.3. Doorverwijzen naar de studieadviseur ...............................................................17 2.3.1 Bijzondere omstandigheden die leiden tot studievertraging .......................17 2.3.2 Studievaardigheidsproblemen ....................................................................18 2.3.3 Twijfels over studiekeuze............................................................................18 2.3.4 Ingewikkelde vragen ...................................................................................20 3 Handreikingen voor de tutor......................................................................................21 3.1 De plenaire bijeenkomst(‐en)..............................................................................21 3.1.1 Plenaire bijeenkomst 1 (facultatief) eind sept 2012.....................................22 3.1.2 Plenaire bijeenkomst 2 (facultatief) begin januari 2013...............................24 3.2 De individuele gesprekken ..................................................................................25 3.2.1 Eerste individueel gesprek (30 min.) ...........................................................25 3.2.2 Tweede individueel gesprek (30 min.).........................................................25 3.3 Drie gespreksmodellen........................................................................................26 3.3.1 Het standaard tutorgesprek.........................................................................27 3.3.2 Het probleemgesprek: Student vertoont uitstelgedrag .................................28 3.3.3 Het slecht‐nieuws gesprek: Student dreigt het niet te gaan halen.................28 3.4 Mogelijkheden voor professionalisering .............................................................29 4
Bijlage 1: VOORBEELDEN FORMULIEREN INDIVIDUELE GESPREKKEN ................................30 Bijlage 2: PROCEDURE AANVRAGEN SMS‐AUTHENTICATIE ...............................................32 1 Aanmelden voor Solis‐SMS ........................................................................................32 1.1 Invullen Solis‐id...................................................................................................32 1.2 Invullen Solis wachtwoord ..................................................................................33 1.3 Solis‐login Enrollment .........................................................................................33 Bijlage 3: PROCEDURE OSIRIS BEGELEIDER .......................................................................38 1 Osiris Begeleider........................................................................................................38 1.1 Inlogprocedure....................................................................................................39 1.2 Wat te doen bij inlogproblemen? ........................................................................41 2 Afspraken/actiepunten..............................................................................................42 3 Begeleider .................................................................................................................43 4 Zoek student..............................................................................................................44 4.1 Exporteren ..........................................................................................................45 4.2 Studentgegevens ................................................................................................45 4.3 Notities ...............................................................................................................46 4.3.1 Notitie details...............................................................................................47 4.2.2 Autorisatie notities.......................................................................................48 4.4 Studievoortgang .................................................................................................51 5 Meldpunt voor vragen en storingen...........................................................................52 Bijlage 4: WEBSITES..........................................................................................................53 Bijlage 5: STUDEREN MET EEN HANDICAP ........................................................................54 Bijlage 6: PLANNINGSFORMULIEREN ................................................................................55 Bijlage 7: PORTFOLIO NIEUWE STIJL .................................................................................57 Extra bijlage bij Portfolio: Reflectie‐opdracht 1 [750 – 1000 woorden].........................61 Bijlage 8: JAARROOSTER STUDIEBEGELEIDING 2012‐2013 MET BELANGRIJKE DATA VOORLICHTINGEN, TUTORGESPREKKEN ETC.....................................................................69
5
1 Het tutorprogramma TCS 2012‐2013
Ruimte voor notities:
1.1 Jaarprogramma Kennismaking (introductieweek): Dinsdag 4 september 2012 (16.00 uur) Te bespreken onderwerpen: Algemene informatie over tutorbegeleiding Portfolio (eerste instructie wordt tijdens introductie gegeven)/ motivatiebrief Bindend Studieadvies bespreken: 6 van de 8 vakken halen! Afspraken over de tutor‐student communicatie (via e‐mail, via portfolio, spreekuren etc.)
Aansluitend borrel in het Pandhof: 17.00‐18.00 uur Afspraak maken voor (facultatieve) plenaire bijeenkomst (eind september)
(Facultatieve) plenaire bijeenkomst: Eind september 2012 Te bespreken onderwerpen: Hoe gaat het? Hoe zijn de vakken? Studievaardigheden etc. Afspraak maken voor individuele afspraak begin november Studenten moeten hun portfolio bijgewerkt hebben voor het individuele gesprek! En toegang hebben verleend aan de tutor en SA Individueel gesprek (30 min.): Te bespreken onderwerpen:
Begin november 2012
Studievoortgang a.d.h.v. het portfolio en studieplanning (gebruik schema! Zie pag. 55, Bijlage 6) Studievaardigheden Resultaten blok 1 i.v.m. 1 februari regeling BSA Cursussen semester 2 en voorbereiden op hoofdrichting (i.v.m. inschrijfperiode blok 3 en 4 van 12 november t/m 2 december) (Facultatieve) plenaire bijeenkomst (of individueel indien gewenst): Begin januari 2013 Te bespreken onderwerpen: Studievoortgang bespreken
6
71
Blok 4: Bachelorvoorlichting aan alle TCS studenten Hoofdrichtingenvoorlichting + Informatiemarkt i.s.m. Wo 22 Mei Alias Half mei Studieprogramma voor 2013/2014 komt online Vooraankondiging bindend studieadvies (BSA) + Half mei/Eind mei uitbrengen eerste positieve adviezen Eind mei/Begin juni Individuele tutorgesprekken Eind mei/Begin juni Extra spreekuren hoofdrichtingsadviseurs Eind mei Evaluatie enquête aan HRA’s en tutoren Ma 10 juni HRA vergadering i.v.m. evaluatie Ma 3 t/m 30 juni Cursusinschrijving blok 1 en 2 (jaar 2013/2014) Gesprekken met studieadviseurs m.b.t. BSA Begin juli (indien persoonlijke omstandigheden, ziekte etc) Half juli Hoorzitting TCS i.v.m. BSA Eind juli Definitieve adviezen BSA Augustus Beroepsprocedures BSA Ma 12 en din 13 augustus Wijzigingsdagen cursussen blok 1 (2013/2014) Voorlichtingsdagen voor middelbare scholieren: 2012: 23/24 november 2013: 16 maart en 22/23 november Din 28 mei + woe 29 mei
70
1 februari‐regeling en BSA: doorverwijzen naar SA indien nodig Studievaardigheden Afspraak maken voor individueel gesprek in mei Studenten moeten hun portfolio bijgewerkt hebben voor het individuele gesprek!
Individueel gesprek (30 min.): Mei 2013 Te bespreken onderwerpen: Studievoortgang bespreken aan de hand van portfolio BSA Keuze voor hoofdrichting + cursusinschrijving blok 1 en 2 (2012‐2013) Afsluiting tutorbegeleiding jaar 1 + bespreken begeleiding hoofdrichtingsadviseurs (evt. doorverwijzen naar HRA voor hulp bij HR‐ registratie) Praktisch: voor de tutorbijeenkomsten kan de tutor gebruik van de tutorzalen op Drift 23. Contactpersoon: Secretariaat TCS‐LAS: secretariaatTCS‐
[email protected] Het Jaarrooster studiebegeleiding voor 2012‐2013 is opgenomen in bijlage 8. 1.2 Inschrijfdata studiejaar 2012‐2013
Inschrijfperiodes 2012‐2013
Wijzigingsdagen
semester I
11 juni t/m 30 juni 2012
periode 1
periode 1 20 en 21 aug. 2012
periode 2
periode 2 29 en 30 okt. 2012
semester II
12 nov. t/m 2 dec. 2012
periode 3
periode 3 21 en 22 jan. 2013
periode 4
periode 4 8 en 9 april 2013
7
Bijlage 8: JAARROOSTER VOOR STUDIE BEGELEIDERS 2011‐2012 1.3 Het bindend studieadvies (BSA) Het bindend studieadvies is een advies over de studievoortgang, dat aangeeft of de student door mag gaan met de studie. Als in het voorgeschreven tempo wordt gestudeerd, kan een student in een collegejaar 60 studiepunten behalen. Als aan het eind van het 1e collegejaar minimaal 45 studiepunten is behaald (6 vakken), mag de studie worden voortgezet. Behaalt de student in deze periode minder dan 45 studiepunten, dan kan hij/zij een negatief studieadvies krijgen. In dat geval mag de opleiding niet worden voortgezet. Van de opleiding ontvangen studenten tijdens de introductie een specificatie van eventuele verplichte cursussen. Let op: studiepunten van verworven vrijstellingen tellen niet mee voor het BSA! Wel kunnen ECTS van een andere (Geesteswetenschappen) opleiding ‐behaald in hetzelfde academisch jaar‐ meegerekend worden voor het BSA bij TCS. Voorbeeld: een student is gestart met Frans in september maar besluit om per februari over te stappen naar TCS. De vakken die behaald zijn bij Frans mogen dan mee worden genomen naar TCS en worden meegeteld voor het vaststellen van het BSA in juli. Vakken in eerdere jaren behaald worden NIET meegerekend. 1.3.1 Tussentijds studieadvies Halverwege het eerste jaar ontvangt de student het zogeheten tussentijds studieadvies. Dit advies wordt gegeven in december/januari van het eerste studiejaar en is gebaseerd op de resultaten van de eerste onderwijsperiode. Het tussentijds studieadvies is niet bindend. Wie in de eerste onderwijsperiode tenminste 15 studiepunten heeft behaald krijgt een positief tussentijds studieadvies. Heeft de student 7,5 studiepunten behaald, dan krijgt hij/zij een voortgangswaarschuwing. Als in de eerste periode geen enkele cursus goed is afgerond, dan ontvangt de student een negatief tussentijds studieadvies. Het tussentijds studieadvies wordt voor februari uitgebracht om de student met een (niet‐bindend) negatief tussentijds studieadvies in de gelegenheid te stellen de studie te staken. Indien de student in het eerste jaar van inschrijving een verzoek tot uitschrijving indient vóór 1 februari krijgt hij geen bindend studieadvies. Het betekent dat een student een volgend jaar opnieuw een nieuwe poging mag ondernemen te voldoen aan de BSA‐norm. 8
(Voorlichting, tutoraat, BSA etc.)
Eind augustus Din 4 t/m vrij 7 sept Din 4 september Eind september Wo 17 oktober Ma 29 en din 30 oktober Ma 22 en don 25 oktober Begin November Begin November Din 13 november Ma 10 december Ma 12 november t/m 2 december Eind december/Begin januari Ma 21 en din 22 januari Begin januari Di 26 maart Don 14 maart Eind maart/begin april Ma 8 en din 9 april
Blok 1: Kennismaking HRA’s en Tutoren met de opleiding Introductieweek (din.ochtend 10.00 TCS welkom) Kennismaking met je tutor (’s middags incl borrel) + eerstejaarsvoorlichting van de Studieadviseurs Plenaire tutorbijeenkomst Stageavond i.s.m. Alias Wijzigingsdagen cursussen blok 2 Bachelorvoorlichting voor alle TCS studenten Blok 2: Individueel tutorgesprek Extra spreekuren hoofdrichtingsadviseurs Voorlichting over studeren in het buitenland HRA vergadering Inschrijving blok 3 en 4 (let op cursussen met plaatsing) Tussentijds studieadvies wordt uitgebracht Wijzigingsdagen cursussen blok 3 Plenaire tutorbijeenkomst Blok 3: Stageavond i.s.m. Alias HRA vergadering i.v.m. programmering HR‐en Programmeren Hoofdrichtingen Wijzigingsdagen cursussen blok 4
69
a. kennis heeft van en inzicht in de theoretische en methodologische grondslagen van de humaniora in het algemeen; b. kennis heeft van en inzicht in ten minste één van de hoofdrichtingen binnen Taal‐ en cultuurstudies overeenkomstig de daar binnen geldende eindtermen; c. beschikt over de specifieke academische vaardigheden die gebruikelijk zijn binnen de gekozen hoofdrichting; d. een vraag uit de praktijk of een probleem op het gekozen vakgebied kan omzetten in een duidelijke en relevante probleemstelling; e. de begrippen uit het gekozen vakgebied adequaat kan gebruiken; f. een relevant wetenschappelijk instrumentarium kan hanteren; g. een onderwerp zowel theoretisch als empirisch kan bestuderen of onderzoeken op de binnen het gekozen vakgebied gebruikelijke manier; h. inzicht heeft in de samenhang tussen theoretische en empirische benaderingen van geesteswetenschappelijk onderzoek; i. het resultaat van onderzoek of bestudering kan weergeven in een coherent betoog dat wordt afgesloten met een heldere, synthetiserende conclusie die bijdraagt aan de beantwoording van een vraag of de oplossing van een probleem; j. een oordeel over een onderwerp binnen het gekozen vakgebied kan vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische aspecten; k. voorbereid is op een verdere academisch studieloopbaan 2.
Studenten verwerven algemene academische competenties: kennis, vaardigheden en attitudes die de afgestudeerde in staat stellen op academisch niveau te functioneren. Dit betekent dat de afgestudeerde: i. op academisch niveau kan denken, handelen en communiceren; ii. in de eigen taal wetenschappelijk kan communiceren iii. specifieke kennis van een vakgebied in een bredere wetenschappelijke, wetenschapsfilosofische, maatschappelijke en culturele context kan hanteren; iv. in staat is professioneel te handelen bij het toepassen van wetenschappelijke kennis, inzicht en vaardigheden; v. kennis heeft van de bredere wetenschappelijke en maatschappelijke context waarbinnen de humaniora functioneren.
Er zijn ook financiële consequenties bij het tussentijds stoppen met de opleiding. Zie voor informatie over studiefinanciering m.n. de 1 febr. regeling: www.uu.nl/ssc > geldzaken > studiefinanciering). Zie link: www.uu.nl/studenten/geldzaken Het is altijd raadzaam een gesprek met de studieadviseur te voeren over uitschrijving en de mogelijke financiële consequenties daarvan. Ook in het kader van de boete voor langstudeerders is het raadzaam eerst goed informatie in te winnen alvorens uit te schrijven. 1.3.2 Negatief studieadvies In principe zal de student, als hij/zij in voorgeschreven tempo studeert, alle acht verplichte vakken binnen de voorgeschreven tijd behalen. Na afloop van het eerste jaar ontvangt de student van de examencommissie van de opleiding een brief met daarin een bindend advies te stoppen met de studie (bij 37,5 studiepunten of minder) of een advies om door te gaan (bij tenminste 45 studiepunten). Wie een negatief bindend studieadvies krijgt, mag zich gedurende vier jaar niet meer voor de opleiding inschrijven. Er kunnen natuurlijk persoonlijke omstandigheden zijn zoals ziekte en familiegebeurtenissen, die de examencommissie kan laten meewegen bij de totstandkoming van het Bindend Studieadvies. Het is hiervoor wel noodzakelijk dat de student, wanneer dergelijke omstandigheden zich voordoen, deze zo spoedig mogelijk en voorzien van bewijs/verklaringen, aan de studieadviseur meldt. Indien dit ook bij de tutor wordt gemeld, zet het dan in de notities in Osiris begeleider (zie hierover bijlage 3). Meer informatie over het Bindend studieadvies en bijzondere omstandigheden is te vinden in de Onderwijs‐ en Examenregeling (OER), Artikel 7.4 Bindend studieadvies (via www.uu.nl/gw/studiepunt > Onderwijsregelingen > onderwijs‐ en examenregelingen > OER‐en Bacheloropleidingen > Algemene OER Bacheloropleidingen.
68
9
2 De rol van de tutor Als tutor ben je het eerste aanspreekpunt voor eerstejaarsstudenten TCS. Je hebt een coachende taak bij de studiebegeleiding: je spreekt de student aan op zijn studievoortgang en ‐houding, inventariseert knelpunten, begeleidt bij het kiezen van vakken en oriëntatie binnen de studie. Je hoeft geen vakinhoudelijke specialist te zijn, maar je moet de student wel begeleiden bij het zoeken naar informatie. Kortom: de tutor volgt en begeleidt de eerstejaarsstudent. Een tutor heeft circa 15 studenten in een tutorgroep. In zijn of haar aanstelling is hiervoor 0,035 fte (oftwel 55 uur per jaar/5 uur per maand) gereserveerd. Als tutor heb je contact met je studenten via de mail, telefoon of je maakt gebruik van (inloop) spreekuren. Tevens organiseer je enkele tutorgroepsbijeenkomsten (lees hier meer over in hoofdstuk 3). Maak hier tijdens de eerste bijenkomst met elkaar afspraken over. Contactgegevens en actuele spreekuren worden vermeld op de site van TCS: www.uu.nl/gw/tcs > contact. Geef wijzigingen tijdig door aan de tutorcoördinator (Sigrid Botzen). 2.1 Taken van de tutor Studeren in het hoger onderwijs stelt nieuwe eisen in vergelijking met de middelbare school, met name: leren omgaan met grotere hoeveelheden leerstof vereist aanpassing van vertrouwde studiemethoden; grote (zelf)verantwoordelijkheid voor eigen leerproces en studiekeuze. TCS‐studenten hebben bovendien nog een studie gekozen met een zeer grote keuzevrijheid. Het tutoraat is ingesteld om studenten te helpen om eventuele problemen op genoemde punten snel onder controle te krijgen. In het algemeen kunnen de doelen van het tutoraat als volgt worden omschreven: studenten ‘wegwijs’ maken in de universitaire en facultaire wereld; advies en begeleiding bij studie‐inhoudelijke keuzes; advies/doorverwijzing naar studieadviseur bij studieproblemen. Dit leidt tot de volgende taken voor de tutor: 2.1.1 Monitoren en bespreken van studievoortgang Ondanks goede voorlichting is het voor eerstejaarsstudenten nog maar de vraag of ze de juiste studie hebben gekozen.
10
4. In je rol van Professional Hoe heb je je academische ontwikkeling ervaren? Je kunt hier ook terugverwijzen naar je eerdere reflecties. Beschrijf hier ook je ervaringen met samenwerken en eventueel de invloed van activiteiten buiten je studie op je persoonlijke ontwikkeling. En, ten slotte, wat zijn je toekomstplannen als TCS‐er? Ben je van plan om een Master te gaan doen, en zo ja, welke? Licht je keuze toe. Zo nee, heb je misschien andere plannen ontwikkeld? Inleveren Deze vierde reflectie neem je op in je portfolio bij het afronden van de cursus KLM. Heb je die al in je tweede jaar gedaan, dan kun je de reflectie ook op een later tijdstip nog aanpassen en dan de definitieve versie in je portfolio plaatsen. De versie die klaar is tijdens KLM wordt beoordeeld. Beoordeling Deze reflectie wordt beoordeeld door de KLM‐werkgroepdocent. Tot slot Het portfolio als geheel moet worden goedgekeurd door de examencommissie om te kunnen afstuderen. De examencommissie beoordeelt je portfolio aan de hand van de volgende vragen: 1. Is er minimaal vier keer gereflecteerd zijn, d.w.z. in het kader van de TOC, BO, stage (of buitenlandstudie) en KLM? 2. Zijn alle reflecties met een voldoende beoordeeld? 3. Is er voldoende bewijsmateriaal in het portfolio opgenomen, dat de reflecties onderbouwt? Extra Bijlage bij Portfolio: eindtermen opleiding TCS Het doel van de opleiding 1. Studenten verwerven specifieke kennis, vaardigheden en inzichten op het gebied van de geesteswetenschappen (ook wel humaniora of cultuurwetenschappen) in het algemeen, en op het gebied van één van de hoofdrichtingen binnen Taal‐ en cultuurstudies in het bijzonder. Dit betekent dat de afgestudeerde:
67
eindwerkstuk. De bedoeling van deze opdracht is echter om deze resultaten bij elkaar te brengen door ze vanuit een metaperspectief te bekijken. Gedurende de cursus Kennis, Letteren en Maatschappij heb je geleerd hoe je vanuit een (wetenschapsfilosofisch) metaperspectief over de methodes, vorm en maatschappelijke betekenis van wetenschap (en dan in het bijzonder toegespitst op je hoofdrichting) kunt nadenken. Het is nu de bedoeling dat je vanuit eenzelfde perspectief nadenkt over je eigen wetenschappelijke inzichten en vaardigheden die je gedurende je bachelortraject hebt opgedaan. Hieronder staan de criteria waarop je reflectie wordt beoordeeld plus een korte toelichting. Toelichting ‐ algemeen Het is niet genoeg dat je alleen zegt dat je iets hebt gedaan of geleerd, maar je moet daarbij ook meteen toelichting geven. Noteer dus niet alleen dat je in een bepaalde cursus hebt geleerd een onderzoeksvoorstel te schrijven, maar leg ook uit wat dat onderzoeksvoorstel dan precies inhield: onderwerp, methode, theoretische perspectief, conclusies, discussiepunten etc. Op deze manier laat je heel concreet blijken dat je aan de eindtermen van TCS voldoet. Je kunt in deze reflectie ook terugkijken op de eerdere reflecties. 1. In je rol van onderzoeker Laat zien dat je zelfstandig een wetenschappelijk onderzoek kunt opzetten en uitvoeren. Reflecteer op je keuze van onderzoeksobject, methode, theoretische kader en maatschappelijke plus wetenschappelijke relevantie, zoals je in de cursus KLM hebt geleerd. Voeg bewijsmateriaal in de vorm van papers (op niveau 3) toe. Ook mondelinge vaardigheden tellen mee. 2. In je rol van specialist Beschrijf hier de belangrijkste uitgangspunten van je hoofdrichting. Met welke vragen houdt men zich in jouw specialisatie bezig en waarom zijn die vragen (voor jou) belangrijk? Heb je je de wijze van denken van jouw hoofdrichting voldoende eigen gemaakt? Verwijs hierbij zoveel mogelijk naar papers en ander bewijsmateriaal, die je overwegingen kunnen staven. 3. In je rol van intellectueel Laat zien dat je je hoofdrichting en specialisatie kunt plaatsen in een bredere wetenschappelijke en maatschappelijke context. Het is de bedoeling dat je verbanden legt tussen je eigen hoofdrichting en andere vakgebieden waarin je cursussen hebt gevolgd. 66
2.1.2 Adviseren en begeleiden bij het kiezen van vakken Een TCS‐student heeft gekozen voor een opleiding waarin veel te kiezen valt. De tutor helpt studenten die geen keuze kunnen maken, bijvoorbeeld omdat ze te weinig weten van de inhoud van bepaalde cursussen, of nog geen idee hebben in welke richting ze zich willen specialiseren. Maar ook de studenten die al wel een richting hebben bepaald, willen graag overleggen met hun tutor. Je kunt dan bijvoorbeeld gaan kijken naar interessante minors/bijvakken. Voor specifieke vragen over de hoofdrichting, voor zover deze niet te beantwoorden zijn met informatie uit de digitale studiegids of met eigen kennis op dat gebied, verwijst de tutor door naar de Hoofdrichtingsadviseur (zie voor namen en contactgegevens: www.uu.nl/gw/tcs > contact). Het studieprogramma is te vinden via: www.uu.nl/gw/tcs > studieprogramma Er wordt geen papieren versie van de studiegids meer uitgegeven. Belangrijk: Lees zelf de informatie goed door, neem bij vragen over het studieprogramma gerust contact op met een van de studieadviseurs. 2.1.3 Informeren over praktische zaken m.b.t. de studie Allerlei praktische zaken die na een jaar vanzelfsprekend zijn geworden, zoals de gang van zaken rondom cursusinschrijving (data, plaatsingscommissies, Osiris Student) tentamenregelingen, ziekmeldingen, bereikbaarheid en contact met docenten etc. zijn onbekend voor een eerstejaarsstudent. Geef uitleg en tips waar student deze informatie kan vinden. De site van het studiepunt is hierbij een goed uitgangspunt: www.uu.nl/gw/studiepunt 2.1.4 Begeleiden en stimuleren van studenten tot studeren Sommige studenten hebben de tutorgroep nog nodig als ondersteuning van het eigen handelen. Voor hen kan het goed zijn om in de groep een studieplan te maken en onderling te bespreken, afspraken te maken over bijv samen studeren, problemen bij het studeren bespreken en tips uitwisselen etc. 2.1.5 Verslaglegging in Osiris Het College van Bestuur heeft bepaald dat alle begeleidingsnotities vastgelegd moeten worden in Osiris. In de web‐module Osiris Begeleider (www.uu.nl/osirisbegeleider) moeten alle studentenbegeleiders hun notities noteren. Op die manier blijft het begeleidingsdossier van een student zo compleet mogelijk. Dat is van groot belang bij formele zaken als het vaststellen van het 11
Bindend Studieadvies en financiële steun in geval van vertraging door overmachtsituaties.
Iedere tutor en hoofdrichtingsadviseur krijgt toegang tot deze begeleidings‐module om zijn/haar notities in te voeren. De gespreksaantekeningen van de tutor kunnen kort zijn: welke onderwerpen zijn er besproken, de studievoortgang, studieplanning en het BSA. Houd daarbij de structuur van de gespreksformulieren (Bijlage 1) aan. Volg de instructies uit de handleiding (Bijlage 3). Je kunt binnen de UU direct inloggen op het systeem. Ook is het mogelijk om vanuit huis in te loggen – dat gebeurt door middel van SMS‐authenticatie. Zie daarvoor de handleiding (Bijlage 2). Uiteraard kan de tutorcoördinator nadere toelichting geven als dat nodig is. Belangrijk! Authorisatie notities Alle notities die de tutor in de Begeleidingsmodule invoert zijn vertrouwelijk van aard. Niemand kan daar bij zonder toestemming van de auteur. Wel moeten de studieadviseurs inzicht krijgen in de notities van de andere studentenbegeleiders. Daarvoor moet de tutor de studieadviseurs expliciet toegang geven. Eenmaal ingelogd moet je daarvoor eerst een student invullen. Bij het studenten dossier in tabblad ‘notities’ zie je een knop ‘Autorisatie’. In het scherm Autorisatie kun je de studieadviseurs van TCS, Sigrid Botzen en Dianne Draper, “beperkte toegang” verlenen. Klik die namen aan (eerst het + teken aanklikken). Zie ook Bijlage 3 met uitgebreide instructies 2.1.6 Portfolio (instrument voor tutorbegeleiding) Studenten Taal‐ en cultuurstudies moeten verplicht een portfolio bijhouden tijdens hun studie. Het doel van het portfolio is reflectie op de inhoud van de studie en op de eigen ontwikkeling als onderzoeker, specialist, intellectueel en professional (deze rollen worden binnen het portfolio onderscheiden). Voordat de student het bachelorexamen Taal‐ en cultuurstudies gaat aanvragen moet het portfolio goedgekeurd zijn door de hoofdrichtingsadviseur. Het bijhouden van het portfolio is bij Taal‐ en cultuurstudies een vereiste voor het behalen van het bachelorexamen. Sinds 2010/2011 is het portfolio compleet nieuw van opzet, lees alle informatie hierover goed door (Bijlage 7) en benader evt de studieadviseur bij vragen. Studenten die zijn gestart voor 2010 gebruiken nog het ‘oude’ portfolio. NB. Deze website is nog tot september 2012 beschikbaar. 12
2. In je rol van specialist Waren je kennis, inzicht en vaardigheden voldoende op om de cursussen in het buitenland succesvol af te sluiten? Vond je de cursussen daar moeilijker? Waarom wel/niet? 3. In je rol van intellectueel Op welke manier heeft je studie in het buitenland bijgedragen aan je algemene en culturele ontwikkeling, respectievelijk je brede en vakoverstijgende blik? Heb je meer geleerd over je positie als intellectueel in de maatschappij? 4. In je rol van Professional Op welke punten heb je je verder ontwikkeld als academicus? Geef daarbij meteen aan bij welke cursussen je wat geleerd hebt. Hoe was het contact met medestudenten en docenten aan de buitenlandse universiteit? Geef een vergelijking tussen de Universiteit Utrecht en de buitenlandse universiteit op het gebied van samenwerking, cursusniveau, de inrichting van colleges, manier van beoordelen etc. Heb je door je studie in het buitenland (andere) ideeën gekregen over wat je na je bachelor wil gaan doen (master/baan/iets anders)? N.B. Het onderstaande geldt zowel voor situatie A als B: Inleveren Zet deze reflectie‐opdracht z.s.m. na de afronding van je stage of je studie in het buitenland in je portfolio. Vergeet niet je stageverslag of je buitenlandverslag (of andere producten van de stage of studie in het buitenland) toe te voegen. Beoordeling Deze reflectie wordt beoordeeld door de hoofdrichtingsadviseur (terwijl het stageverslag wordt beoordeeld door de stagedocent). De adviseur kan je vragen een korte versie van je verslag te plaatsen op de ontmoetingsplaats voor de hoofdrichting. Reflectie‐opdracht 4 [1250 ‐ 1500 woorden] De bedoeling van deze vierde en laatste reflectie is dat je laat zien of en op welke wijze je voldoet aan de eindkwalificaties van de opleiding TCS. Voor een groot deel kan dat uiteraard beoordeeld worden aan de hand van de behaalde resultaten voor niveau 3 cursussen, je stageverslag (of buitenlandstudie) en je bachelor‐ 65
1. In je rol van onderzoeker [alleen indien van toepassing] Heb je de kennis over je hoofdrichting/vakgebied en je onderzoeksvaardigheden kunnen gebruiken binnen je stage? 2. In je rol van specialist [alleen indien van toepassing] Had je genoeg kennis en vaardigheden opgedaan in je vakgebied om je stage te volgen? Heb je veel bij moeten leren? 3. In je rol van intellectueel Heb je tijdens je stage gemerkt hoe sterk je analytische en probleemoplossend vermogen was? Indien dit vermogen niet voldoende bleek, hoe heb je dit dan verbeterd? In hoeverre heb je tijdens je stage kritisch nagedacht over je eigen functioneren? Heb je tijdens je stage een beter beeld gekregen van je sterke en zwakke punten? Heeft je interdisciplinaire opleiding bijgedragen aan het succesvol volgen van je stage? 4. In je rol van Professional Wat heb je tijdens je stage geleerd over samenwerken, planning, respectievelijk zelfstandig, zorgvuldig en stress‐vrij werken? Heb je je communicatieve vaardigheden verder ontwikkeld; en zo ja, hoe? In hoeverre heb je geleerd om te gaan met en open te staan voor kritiek op je verrichtingen? En tot slot de belangrijkste vragen in dit verband: hoe past je stage in je studie? In hoeverre heeft je stage geholpen bij je oriëntatie op de arbeidsmarkt? Heb je door je stage (andere) ideeën over je wat je na je bachelor wil gaan doen (master/baan/iets anders)? [B] Reflectie op studie in het buitenland Als je een semester in het buitenland gaat studeren leer je niet alleen heel veel over jezelf, maar ook heel veel over je academische vaardigheden, omdat je ze op een buitenlandse universiteit – waar vaak andere conventies gelden – kan inzetten. Begin je reflectie met een zorgvuldige beschrijving van de gevolgde cursussen. Ga vervolgens aan de hand van de vier rollen in op de ontwikkeling van je academische vaardigheden. 1. In je rol van onderzoeker In hoeverre hebben je onderzoekvaardigheden (opgedaan bij TCS) bijgedragen aan het succesvol afsluiten van cursussen op de buitenlandse universiteit? Gebruikte men daar dezelfde onderzoeksmethodes? Zo nee, welke nieuwe methode(s) heb je geleerd? 64
Instrument voor tutorbegeleiding Bij de tutorbegeleiding wordt gebruik gemaakt van het (nieuwe) portfolio, zie Bijlage 7 voor uitgebreide uitleg over dit portfolio.Tijdens de TOC cursussen in blok 1 en 2 krijgen de studenten een specifieke training in het gebruik van het portfolio. Gebruik het portfolio en dan met name de eerste reflectie bij de tutorgesprekken. De student moet de tutor wel specifiek toegang geven in het Portfolio; vraag ze dit te doen voordat je individuele gesprekken gaat houden! Het portfolio is te vinden via Blackboard, op de persoonlijke pagina van de student (MY WebCT/My Blackboard). Tijdens de introductieweek is er een instructiemoment ingepland (inloggen en invoeren van de motivatiebrief). 2.1.7 Communicatie (aandachtspunten m.b.t. het gebruik van mail) Het is gebleken dat TCS studenten hun solis‐mail niet of nauwelijks gebruiken, dat leidt tot ernstige storingen in communicatie (bij tutoraat, bij BSA, rond voorlichting en inschrijving). Het is daarom goed wanneer docenten en medewerkers in hun mailwisseling met studenten benadrukken dat TCS‐ers hun solismail moeten gebruiken. Een handig hulpmiddel daarbij is een 'signature' in outlook: dan kun je met één klik een vriendelijk verzoek versturen. Hieronder een instructie voor het instellen van een dergelijke handtekening. We raden alle TCS docenten, tutoren en HR‐adviseurs aan dit ook te doen. Ga naar outlook‐mail: > Tools > Options > Mail Format > Signatures > new... geef naam (bv: solis‐reminder) > next Type je tekst in, bijvoorbeeld: Ik zie dat je dit bericht niet verstuurd hebt vanuit je solismail account. Voor goede communicatie tussen TCS‐studenten en hun opleiding en hun docenten of tutor is het van groot belang dat je je solismail gebruikt en regelmatig bekijkt. Belangrijke informatie verdwijnt anders in spam filters. Ik wil je daarom vragen je mail opnieuw vanuit solismail te versturen. Ik zal je dan zo snel mogelijk antwoorden. Alvast bedankt! > finish > ok 13
> ok De handtekening zet je door het icoontje met handtekenende hand aan te klikken of via: insert > signature. 2.2 Onderscheid tutor, studie‐ en hoofdrichtingsadviseur Als tutor heb je een voornamelijk coachende rol en ben je het eerste aanspreekpunt voor eerstejaarsstudenten. Waar nodig verwijs je door naar de studieadviseur of hoofdrichtingsadviseur. 2.2.1 Hoofdrichtingsadviseurs De hoofdrichtingsadviseurs stellen ieder jaar de hoofdrichtingen samen en geven advies hierover aan studenten. Dat gebeurt tijdens een grote hoofdrichtingsvoorlichting in het voorjaar (wo 22 mei o.v.) en tijdens spreekuren of op afspraak. Studenten met inhoudelijke vragen over een hoofdrichting kunnen contact opnemen met de betreffende hoofdrichtingsadviseur. De hoofdrichtingsadviseurs werken meestal per mail, soms ook op afspraak of met inloopspreekuren. Contactgegevens en actuele spreekuren vind je op de site van TCS: www.uu.nl/gw/tcs > contact. Als tutor kun je studenten dus doorverwijzen bij specifieke vragen die over de hoofdrichting gaan – voor zover deze niet te beantwoorden zijn met de informatie van de website TCS over het studieprogramma of met je eigen kennis op het gebied. Op de volgende bladzijde is een overzicht gegeven van de hoofdrichtingsadviseurs met contact informatie zoals op dit moment bekend (houd voor wijzigingen, actuele spreekuren etc altijd de site van TCS in de gaten). NB: eerstejaarsstudenten moeten zich aan het eind van periode 4 en bij voorkeur voor 1 juli (maar i.i.g. voor 1 sept.) geregistreerd hebben voor een hoofdrichting. Dit doen ze via een formulier (www.uu.nl/gw/tcs > studieprogramma > formulieren). Hierop vullen ze zowel de hoofdrichting als de te volgen cursussen in. Wijzigen van een hoofdrichting kan tussentijds. Hiervoor kunnen studenten, zodra ze 120 ects hebben behaald een nieuw registratieformuleir indienen bij de examencommissie TCS. Het combineren van 2 hoofdrichtingen en/of het samenstellen van een eigen hoofdrichting is ook mogelijk. Verwijs de student hiervoor naar de studieadviseur.
14
4. In je rol van professional Heb je in vakken in groepen gewerkt aan een opdracht of presentatie? Zo ja, hoe ging dit en wat was jouw rol hierbinnen. Wat vond je moeilijk aan samenwerken? Werk je liever alleen of in een groep en waarom? Ben je tevreden met de keuze van je hoofdrichting? Heeft de basiscursus onderzoek dit bevestigd? Doe je nog dingen buiten je studie die meehelpen aan jouw ontwikkeling als Professional? Beschrijf een belangrijk leermoment. Inleveren Lever deze reflectie in bij je onderzoeksverslag van de Basiscursus Onderzoek en zet deze reflectie daarna meteen in je portfolio. Vergeet niet om bewijsstukken toe te voegen (essays, onderzoeksverslagen, presentaties, e.d.). Beoordeling De tweede eerste reflectie wordt beoordeeld door de docent van de Basiscursus Onderzoek. Reflectie‐opdracht 3 [1000‐1250 woorden] Deze reflectie schrijf je in het kader van je stage of van je studie in het buitenland. In beide gevallen begin je met de stageoriëntatie (voor iedereen verplicht!) en blik je na afloop terug op je stageperiode of je verblijf in het buitenland. Deze instructie bestaat uit twee delen. In het eerste deel vind je de opdracht die hoort bij het reflecteren op je stage en in het tweede deel de opdracht die gericht is op reflectie op je studie in het buitenland. De onderstaande vragen kun je als richtlijn gebruiken; uiteraard mag je ook andere overwegingen toevoegen. Het is in ieder geval wel de bedoeling dat je uitwerking ervan uit een lopende tekst bestaat met een logische opbouw. Zorg er bovendien voor dat je tekst ook te begrijpen is voor iemand die deze opdracht niet kent. [A] Reflectie op de stage Tijdens je stage leer je uiteenlopende dingen over jezelf, je vaardigheden en over de praktijk van je vakgebied. In deze reflectie kijk je hier kritisch op terug. 63
Inleveren Zet de reflectie uiterlijk op 31 januari 2011 (= eind blok 2) in je portfolio. Vergeet niet de bewijsstukken (papers, opdrachten e.d.) toe te voegen. Een voldoende beoordeling van deze eerste reflectie geldt als voorwaarde voor eindcijfer van de TOC. Beoordeling Deze eerste reflectie wordt beoordeeld door de docent die de portfolio‐training verzorgt, in samenspraak met de TOC docent. Reflectie‐opdracht 2 [1000 ‐ 1250 woorden] In deze tweede reflectie opdracht zul je jezelf weer moeten verplaatsen in de vier rollen, en dan in het bijzonder met betrekking tot de kennis die je hebt opgedaan tijdens de Basiscursus Onderzoek. De onderstaande vragen kun je als richtlijn gebruiken; uiteraard mag je ook andere overwegingen toevoegen. Het is in ieder geval wel de bedoeling dat je uitwerking ervan uit een lopende tekst bestaat met een logische opbouw. Zorg er bovendien voor dat je tekst ook te begrijpen is voor iemand die deze opdracht niet kent. 1. In je rol van onderzoeker Hoe gaat onderzoek in je hoofdrichting te werk? Zou je al een zelfstandig onderzoek in je vakgebied kunnen uitvoeren dat voldoet aan de goede eisen? Welke onderzoeksmethodes heb je geleerd? Heb je al kennis gemaakt met interdisciplinaire onderzoeksmethoden en –vaardigheden? 2. In je rol van specialist Wat heb je geleerd over de verschillende manieren van denken binnen je vakgebied/hoofdrichting? Heb je het idee dat je al beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden op een vakgebied? Zo ja, hoe heb je deze kennis verkregen? Zo nee, hoe ga je deze kennis in de toekomst verkrijgen? Heb je meerdere vakgebieden binnen je hoofdrichting? Zo ja, heb je al gekozen welke kant je op gaat? 3. In je rol van intellectueel Met welke onderwerpen houden je medestudenten van je hoofdrichting zich bezig? Wat zijn de verschillen? Heb je (onverwachte) verbindingen kunnen leggen tussen de verschillende vakgebieden, zo ja, welke? 62
2.2.2 Contactgegevens hoofdrichtingsadviseurs 2012‐2013 Hoofdrichting Amerikanistiek
Hoofdrichtings‐ adviseur Jaap Verheul
Antieke Cultuur
Michel Buijs
Communicatiekunde
Henk Pander Maat
Film‐ en Televisiewetenschap Postcolonial and Gender Studies Renaissance Studies (Kunst, cultuur en geschiedenis 1450– 1750) Moderne Kunst, cultuur en geschiedenis Latijns‐Amerika Studies
Berber Hagedoorn Eva Midden
Middeleeuwen
Moderne Letterkunde
Nieuwe Media en Digitale Cultuur Politieke Geschiedenis en Internationale
Feike Dietz
Hestia Bavelaar
Bereikbaarheid Spreekuur op afspraak. Drift 10, 2.03. Bereikbaar via de mail
[email protected]. Spreekuur op afspraak. Drift 10, kamer 3.05 Telefonisch bereikbaar op 030‐2536471 en via mail:
[email protected]. Trans 10, kamer 158.A (via de achtertuin van Trans 10). Telefonisch bereikbaar op 030‐2538167 en via mail:
[email protected] Muntstraat 2a, kamer 1.04. Via mail bereikbaar:
[email protected] Muntstraat 2a, kamer 1.03. Via mail bereikbaar:
[email protected] Trans 10, kamer 1.65, (via de achtertuin van Trans 10). Telefonisch bereikbaar op 030‐2538310 en via mail:
[email protected] Drift 8, kamer 2.01. Via mail bereikbaar:
[email protected]
Paula Jordão
Trans 10, kamer 1.20. Via mail bereikbaar:
[email protected] Frank Brandsma Spreekuur op vrijdag van 11‐12. Trans 10, kamer 2.22a. Telefonisch bereikbaar op 030‐2538234 en via mail:
[email protected] Sven Vitse Trans 10, kamer 2.46 (via de achtertuin van Trans 10). Telefonisch bereikbaar op 030‐2538314 en via mail:
[email protected] Sanne Koevoets KNG 20, kamer 1.12. Via mail bereikbaar:
[email protected] Jacco Pekelder Inloopspreekuur op maandag 13.30 – 14.30 uur. Drift 10, kamer 1.01. Via 15
Betrekkingen Religie en Cultuur
Dirk‐Martin Grube
Taal en ontwikkeling
Martin Everaert
mail bereikbaar:
[email protected] en evt telefonisch: 030‐2537789 Spreekuur op afspraak. Trans 14, kamer 1.02. Telefonisch bereikbaar op 030‐2539407 en via mail:
[email protected] Trans 10, kamer 2.19 Telefonisch bereikbaar op 030‐ 2536528 en via mail:
[email protected] Zie boven
Taal en Cognitie Martin Everaert 2.2.3 Studieadviseur De studieadviseurs voor Taal‐ en Cultuurstudies zijn Sigrid Botzen en Dianne Draper. Tutoren werken veel samen met de studieadviseurs. Beiden houden zich bezig met de studiebegeleiding. Bij de studieadviseur kan de student terecht met vragen over de studieplanning en exameneisen, waar de tutor niet uitkomt. Maar de studieadviseur wordt met name geconsulteerd als er sprake is van vragen en problemen rond bijv. studievertraging, speciale regelingen, vrijstellingen of studiefinanciering. Ook als een student door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden vertraging oploopt wordt ten zeerste aanbevolen zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de studieadviseur. Deze heeft ook de taak de individuele studievoortgang van studenten in het oog te houden. Als de studieresultaten daar aanleiding toe geven nodigen zij de student uit voor een gesprek. Ook als er persoonlijke problemen spelen, vangt de studieadviseur in eerste instantie op en verwijst indien nodig door naar studentenpsychologen, ‐decanen of studieloopbaanadviseurs. Studenten met een handicap, chronische ziekte en/of functiebeperking dienen zich bij aanvang van de studie te melden bij de studieadviseur. Zij kunnen mogelijk in aanmerking komen voor een ‘contract onderwijsvoorzieningen’ (zie Bijlage 5). Contactgegevens studieadviseurs TCS Sigrid Botzen: (TCS) Trans 10, kamer 0.62, tel. 030‐253 8140 Mail:
[email protected] (voor studenten:
[email protected]) Aanwezig: maandag, dinsdag, donderdag (en vrijdag alleen per mail) 16
Extra bijlage bij Portfolio: Reflectie‐opdracht 1 [750 – 1000 woorden]
Deze eerste reflectie‐opdracht heeft betrekking op de inzichten die je hebt opgedaan tijdens de eerste twee onderwijsperiodes bij Taal en Cultuur Studies, toegespitst op de verschillende rollen die je tijdens je opleiding zult (leren) aannemen. De onderstaande vragen kun je als richtlijn gebruiken; uiteraard mag je ook andere overwegingen toevoegen. Het is in ieder geval wel de bedoeling dat je uitwerking ervan uit een lopende tekst bestaat met een logische opbouw. Zorg er bovendien voor dat je tekst ook te begrijpen is voor iemand die deze opdracht niet kent. 1. In je rol van onderzoeker Heb je in andere cursussen dan Schrijven en Presenteren al iets geleerd over de manier waarop je een wetenschappelijk werkstuk schrijft? Zo ja, wat dan? Heb je daarbij verschillen ontdekt met de werkwijze in Schrijven en Presenteren? Heb je al een presentatie moeten geven over een onderzoek dat je had gedaan? Zo ja, hoe ging dat? 2. In je rol van intellectueel. Met welke onderwerpen houden de wetenschappers in de vakgebieden waartoe de door jou gevolgde cursussen behoren, zich bezig? Welke gegevens (data) gebruiken zij bij hun onderzoek? Welke onderzoeksmethoden ben je tegengekomen? Denk hierbij met name terug aan de stof die tijdens de door jou gekozen TOC is behandeld. Zijn er al momenten geweest waarop je je realiseerde dat je over een bepaald onderwerp in een andere cursus ook iets had geleerd? Zo ja, wat dan? Waren er verschillen in benadering? 3. In je rol van specialist Heeft de studie tot nu toe je al op het spoor gezet van een mogelijke hoofdrichting? Licht toe. 4. In je rol van professional In deze rol reflecteer je op de keuzes die je hebt gemaakt. De volgende vragen kunnen daarbij van belang zijn: ben je tevreden met je keuze om TCS te gaan studeren? Wat viel tegen, wat viel mee? Wat is het meest interessante dat je tot nu toe geleerd hebt? Was het moeilijk om je vakken te kiezen voor blok drie en vier? Wat heb je bij je keuze laten meewegen (b.v. interesse, mogelijke hoofdrichting, keuze van anderen, rooster)? 61
4. 5. 6. 7.
het eindproduct van de basiscursus onderzoek het stageverslag of een reflectieverslag van het verblijf in het buitenland het dossier van de cursus KLM het bacheloreindwerkstuk
Het portfolio vind je op WebCT, op je persoonlijke pagina (MY WebCT/My Blackboard). Tot slot Het portfolio als geheel moet worden goedgekeurd door de examencommissie om te kunnen afstuderen. De examencommissie beoordeelt je portfolio aan de hand van de volgende vragen: 1. Is er minimaal vier keer gereflecteerd zijn, d.w.z. in het kader van de TOC, BO, stage (of buitenlandstudie) en KLM? 2. Zijn alle reflecties met een voldoende beoordeeld? 3. Is er voldoende bewijsmateriaal in het portfolio opgenomen, dat de reflecties onderbouwt? Ouderejaars TCS (begonnen voor september 2010) Het nieuwe portfolio wordt ingevoerd voor de studenten, die in september 2010 beginnen met TCS. Ouderejaars werken in principe met het oude portfolio. Zij mogen – op eigen risico! – overstappen naar het nieuwe portfolio. In dat geval maken zij de reflectieopdrachten nieuwe stijl, maar combineren zij die met het studieplan en het overzicht van de academische vaardigheden uit het oude portfolio. Zij werken in de praktijk dus aan 2 portfolio’s. Extra Bijlagen: - de vier reflectieopdrachten; - ‐de eindtermen van de opleiding TCS
60
Dianne Draper: (TCS en RenT) Trans 10 kamer 0.62, tel. 030‐253 1959 Mail:
[email protected] (voor studenten:
[email protected]) Aanwezig: woensdag en donderdag bij TCS, maandag en dinsdag bij RenT. Inloopspreekuren: maandag 11.00‐12.00 uur, woensdag 15.00‐16.00 uur en donderdag 11.00‐12.00 uur Telefonische spreekuren op 030‐253 8140: maandag 10.00‐11.00 uur, woensdag 14.00‐15.00 uur en donderdag 10.00‐11.00 uur. Actuele contactgegevens en (wijzigingen) spreekuren zijn altijd te vinden op: www.uu.nl/gw/studiepunt > Begeleiding en advies > studieadviseur of www.uu.nl/gw/tcs > contact > studieadviseur 2.3 Doorverwijzen naar de studieadviseur 2.3.1 Bijzondere omstandigheden die leiden tot studievertraging Als er bijzondere studievertragende omstandigheden zijn, is het van groot belang de student snel door te verwijzen naar de studieadviseur. Onder bijzondere omstandigheden vallen onder meer: (langdurige) ziekte (bijvoorbeeld ziekte van Pfeiffer), bijzondere familieomstandigheden, een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis en zwangerschap. Ook bij dreiging van dergelijke omstandigheden is doorverwijzing naar de studieadviseur wenselijk. De reden daarvoor is dat de studievertraging nadelige gevolgen kan hebben voor de student voor het Bindend Studieadvies en voor de studiefinanciering. De Universiteit Utrecht kan vertraging deels compenseren door middel van het toekennen van afstudeersteun. Inschakeling van de studieadviseur is daarvoor vereist. Als studenten tijdens hun beursperiode (de eerste vier jaar van de studiefinanciering) door bijzondere omstandigheden vertraging oplopen dan kunnen zij in aanmerking komen voor afstudeersteun. De maanden van de vertraging worden door de Commissie financiële ondersteuning in de vorm van afstudeersteun vergoed. De Commissie financiële ondersteuning neemt bij de beoordeling van de aanvraag van een student uitsluitend het advies van de studieadviseur in aanmerking. Voorwaarden voor een positief advies zijn: 17
1. 2.
De student is bekend bij de studieadviseur (vanaf het moment van de vertraging; de tutor moet zo snel mogelijk doorverwijzen. De student wordt begeleid door de studieadviseur. De studieadviseur kan de student bijvoorbeeld adviseren studiefinanciering tijdelijk stop te zetten of uit te schrijven aan de Universiteit Utrecht.
Het is dus van het grootste belang dat in geval van bijzondere omstandigheden de student direct wordt doorverwezen naar de studieadviseur. Als de student geen contact opneemt met de studieadviseur kan dat ernstige financiële gevolgen hebben. 2.3.2 Studievaardigheidsproblemen Er zijn twee mogelijkheden als een tutor constateert dat bij de student sprake is van studievaardigheidsproblemen: de tutor kan de student zelf begeleiden; de tutor verwijst de student door. Vaak moet een eerstejaarsstudent erg wennen aan de eisen die op academisch niveau aan hem gesteld worden. Samen de zaken doorspreken en analyseren waar iets fout is gelopen, verheldert al veel. Uiteraard kan de tutor ook aangeven hoe een student het zou kunnen aanpakken: hoe zet je een werkstuk op, hoe plan je leeswerk voor een tentamen, etc. Als de tutor van mening is dat een student beter een cursus bij het Centrum Onderwijs & Leren zou moeten volgen (cursussen of workshops op het gebied van academisch leren, studieaanpak, tentamenvoorbereiding & plannen, werkstukken schrijven, etc.) dan kan de student direct doorverwezen worden (www.uu.nl/onderwijsenleren of www.uu.nl/opkikker). De student kan zich zelf aanmelden. Er is tevens wekelijks een inloopspreekuur op dinsdag van 15.30‐16.30 uur voor een advies of inhoudelijke vragen over het aanbod van het Centrum Onderwijs en Leren (voorheen Ivlos). 2.3.3 Twijfels over studiekeuze De tutor kan in eerste instantie met de student over de twijfels een gesprek voeren. Als de student nog geen duidelijk alternatief heeft geformuleerd, is doorverwijzing naar de studieadviseur mogelijk. Een belangrijk punt van bespreking kan zijn of een universitaire opleiding voor de student geschikt is of dat een HBO‐opleiding beter bij hem/haar past. Doorverwijzing naar centrum Studiekeuze van de UU/HU op de Uithof is een goede optie (www.centrumstudiekeuze.nl). Daar is uitgebreide documentatie aanwezig 18
‐‐ Reflectie‐opdracht 2 De tweede reflectie wordt geschreven tijdens de basiscursus onderzoek (blok 1 of 2 van jaar 2). Je hebt op dat moment de keuze voor een hoofdrichting gemaakt en verwerft in de basiscursus kennis over de onderwerpen, onderzoeksvragen en methodes binnen die hoofdrichting. Je bepaalt je eigen positie door de vier rollen te koppelen aan de ontwikkeling van je eigen vaardigheden. De docent van basiscursus beoordeelt deze reflectie, die bovendien ook naar de hoofdrichtingsadviseur wordt gestuurd. ‐‐ Reflectie‐opdracht 3 De derde reflectie maakt net als de vierde deel uit van de laatste fase van je studie. Je hebt de verplichte stage afgerond of je bent in het buitenland gaan studeren. In beide gevallen heb je kennis gemaakt met een andere werkomgeving (het stageadres dan wel een buitenlandse universiteit), waarin je opnieuw je positie hebt moeten bepalen, en waarin je bovendien je vaardigheden en zwakke/sterke punten beter hebt leren kennen. Deze reflectie wordt door de hoofdrichtingsadviseur met je besproken en beoordeeld. ‐‐ Reflectie‐opdracht 4 De vierde reflectie is opgenomen in de verplichte cursus Kennis, letteren, maatschappij, die je tegen het eind van je studie (blok 2 of 3 van jaar 3) volgt. Gedurende deze cursus denk je vanuit een wetenschapsfilosofisch perspectief na over de cultuurwetenschappen. Deze reflectie is er op gericht dat metaperspectief te verbinden met je eigen academische vaardigheden en met de cursussen die je hebt gekozen. Deze reflectie wordt door de KLM‐werkgroepdocent beoordeeld. Bij het afronden van het portfolio heb je de mogelijkheid om een terugblik op je hele studie geven, als een laatste, vrije reflectie op alles wat je hebt gedaan en geleerd. Eisen die aan het portfolio worden gesteld Het portfolio moet bij de aanvraag van het bachelorexamen worden overgelegd en wordt beoordeeld door de hoofdrichtingsadviseur. Alleen bij een beoordeling ″voldoende″ (of beter) kan het bachelorexamen doorgang vinden. Een voldoende portfolio bevat de volgende onderdelen: 1. je motivatiebrief (geschreven bij je toelating tot de opleiding) 2. vier reflecties (zie hierboven) 3. het beste product van de cursus Schrijven en Presenteren 59
om zijn bevindingen voor een relevant forum op een adequate manier te presenteren. ‐‐ De specialist: Iemand die beschikt over kennis, inzicht en vaardigheden behorende tot één onderzoeksveld. Dat betekent onder andere dat deze persoon de eigen producten en die van anderen adequaat en kritisch evalueert aan de hand van de criteria die in die wetenschapsdiscipline gangbaar zijn. ‐‐ De intellectueel: Iemand die een goed niveau van algemene en culturele ontwikkeling heeft en een brede, vakoverstijgende blik. Deze persoon weet inzichten uit verschillende wetenschapsdisciplines adequaat met elkaar te verbinden. Een intellectueel is belezen, denkt onafhankelijk en zelfstandig, en heeft oog voor de rol van de geesteswetenschapper in de maatschappij. ‐‐ De professional: Iemand die zelf verantwoordelijkheid neemt voor het eigen functioneren en de eigen ontwikkeling. Dat betekent dat een professional het eigen handelen systematisch analyseert en op basis daarvan adequate doelen stelt en keuzes maakt. Deze persoon heeft een professionele werkhouding. 1.3 Reflectie Bij de reflectie word je gevraagd na te denken over je invulling van de verschillende rollen. Hoe ontwikkel je op deze vier vlakken? Wat zou je willen bereiken en hoe ga je dat aanpakken? In totaal kent de opleiding vier reflectiemomenten. Voor alle reflecties worden opdrachten/instructies verstrekt. Die instructies vind je ook in dit document. ‐‐ Reflectie‐opdracht 1 In het eerste studiejaar volg je in periode 1 of 2 een thematisch oriënterende cursus, waarin tevens een portfolio‐instructie is opgenomen. Deze instructie wordt afgesloten met een reflectie op de studie‐keuze en studieplanning van het eerste jaar, in het bijzonder op je keuze voor een hoofdrichting. De eerste reflectie wordt beoordeeld door de porfolio‐docent en besproken met de tutor, bijvoorbeeld in het kader van een gesprek over de keuze van vakken voor blok 3 en 4 van het eerste jaar. 58
over universitaire en HBO‐opleidingen. Daar kunnen ook interesse‐ en capaciteitstesten gedaan worden, gevolgd door een gesprek met een studieloopbaanadviseur. Ook wordt meerdere keren per jaar de workshop ‘Studiekeuze’ voor eerstejaarsstudenten aangeboden. Het is van belang studenten die slechte resultaten behalen of twijfels hebben te wijzen op de mogelijkheid te stoppen met de studie voor 1 februari. Dit heeft te maken met het Bindend Studieadvies en de studiefinanciering. Ook het los laten van thuis kan een rol spelen in het eerste studiejaar. Voor sommige studenten valt het niet mee om voor het eerst op kamers te zijn, weg uit hun vertrouwde omgeving. Daarnaast kan het op en neer reizen tussen thuis en Utrecht een belemmering vormen om echt los te komen van het ouderlijk huis. Studentenpsychologen van de UU bieden speciaal voor deze laatste groep trainingen aan. Vraag hiernaar bij de studieadviseur. BSA Indien een student besluit vóór 1 februari een verzoek tot uitschrijving van de studie in te dienen bij Studentenservice, zal hij geen bindend studieadvies opgelegd krijgen aan het eind van het studiejaar. Dat houdt in dat hij een jaar later nog een keer kan proberen. Als een student zich niet of pas na 1 februari van het eerste studiejaar uitschrijft, krijgt hij wel een bindend studieadvies. Een negatief advies houdt in dat de student voor 4 jaar uitgesloten wordt voor de opleiding. Studiefinanciering Deze regel kan van belang zijn voor studenten die voor het eerst studiefinanciering voor het hoger onderwijs krijgen en willen stoppen met de studie. De student zet de studiefinanciering stop voor 1 februari en stopt met de opleiding. Dan wordt de prestatiebeurslening over de eerste maanden van dat jaar een gift, maximaal 5 maanden (inclusief de studenten OV‐chipkaart). De student houdt dan nog 3 jaar en 7 maanden studiefinanciering over voor een eventuele andere studie of zelfs een latere voortzetting van de GW‐studie in september. Meer informatie kan de student vinden op de site van Studentenservice: www.uu.nl/ssc > informatie voor studenten > geldzaken. Hier vind je ook informatie over de langstudeerdersregeling. Studenten die langer dan 4 jaar over een BA doen krijgen een boete opgelegd. Let op: Ieder jaar dat een student ingeschreven staat (al is dat maar voor bijv. 1 blok) telt mee, zowel HBO als universitaire opleiding!
19
2.3.4 Ingewikkelde vragen Bij vragen over examenregelingen, het inbrengen van onderdelen van buiten de eigen opleiding, het samenstellen van een eigen hoofdrichting en andere ingewikkelder zaken is het verstandig om op tijd door te verwijzen naar de studieadviseur.
20
Bijlage 7: PORTFOLIO NIEUWE STIJL (INGEVOERD M.I.V. STUDIEJAAR 2010‐2011)
1. Het portfolio Het bijhouden van een portfolio is een verplicht onderdeel van de bacheloropleiding Taal‐ en Cultuurstudies. Bij TCS wordt het portfolio gebruikt als reflectie‐instrument tijdens de hele opleiding en tevens als begeleidingsinstrument voor de tutor, de hoofdrichtingsadviseur en de studieadviseur. Ook de examencommissie maakt gebruik van het portfolio wanneer zij toestemming verlenen voor studie in het buitenland (curriculum approval). De reflecties die in het portfolio worden opgenomen zijn van groot belang voor de samenhang tussen de verschillende onderdelen en cursussen van het programma. 1.1 Het doel van het portfolio Gedurende de opleiding Taal en Cultuur Studies ontwikkel je je tot een kritische academicus met een brede geesteswetenschappelijke ontwikkeling en de beheersing van uiteenlopende wetenschappelijke vaardigheden. Binnen TCS stel je voor een groot deel je eigen programma samen. Deze keuzevrijheid betekent ook dat je zelf verantwoordelijk bent voor de samenhang in je studieprogramma. Het portfolio helpt je over deze samenhang na te denken en is zodoende een onmisbaar hulpmiddel in je vorming tot academicus. 1.2 Rollen Het portfolio is in de eerste plaats een instrument om te reflecteren op je eigen ontwikkeling als TCS‐student. Je doet verslag van je keuzes en je vorderingen. Je kunt er ook je werkstukken in bewaren, vooral die werkstukken waarmee je kunt laten zien dat je vorderingen hebt gemaakt in je studie op het gebied van academische vorming. Om te bevorderen dat je tijdens je opleiding doelgericht studeert en daarover op een goede manier nadenkt, hebben we het beeld dat wij voor ogen hebben van een TCS‐ bachelor student ontleed in de volgende vier ‘rollen’: ‐‐ De onderzoeker: Iemand die relevante en goed geformuleerde onderzoeksvragen weet te stellen, die wetenschappelijke methodes kent en kan toepassen om onderzoeksvragen op een wetenschappelijk verantwoorde wijze te beantwoorden. De onderzoeker is in staat 57
Studieplanningsformulier
3 Handreikingen voor de tutor
Vak 1 Vak 2
Blok 1
Blok 2
Blok 3
Blok 4
Blok 2
Blok 3
Blok 4
Blok 2
Blok 3
Blok 4
Vak 1 Vak 2
Blok 1
Vak 1 Vak 2
Blok 1
56
De tutor wordt geacht om minimaal de volgende activiteiten uit te voeren op de volgende momenten in het studiejaar (zie 1.1): 1‐ (verplicht): een kennismakingsbijeenkomst aan het begin van het studiejaar (dinsdag 4 september) 2‐ (facultatief): een plenaire bijeenkomst (eind september) 3‐ (facultatief): een plenaire bijeenkomst (in januari) 4‐ (verplicht): 2 x een individueel gesprek (in nov en in mei) Tevens zal voor aanvang van het collegejaar een kennismakingsgesprek met de studieadviseur/tutorcoördinator en de opleidingscoördinator plaatsvinden en aan het eind van het jaar een evaluatiegesprek. 3.1 De plenaire bijeenkomst(‐en) Als tutor wordt van je verwacht minimaal twee plenaire bijeenkomsten te organiseren. De ervaring leert dat de eerste bijeenkomst van belang is om het contact in de latere fase te behouden. Je moet je er ook van bewust zijn dat studenten niet dagelijks met het tutoraat bezig zijn. Je moet misschien meer dan je lief is de studenten geïnformeerd houden en soms zelfs achter de broek aan zitten. Regelmatig contact via e‐mail, het sturen van alerts bij belangrijke momenten in het studieproces zijn nodig. Je moet dat ook weer niet overdrijven, maar zoals een ervaren tutor zei “of het tutoraat goed van de grond komt is voor een belangrijk deel afhankelijk van wat je ervan weet te maken als tutor en de energie die je erin stopt”. Hieronder volgen suggesties voor een zinvolle invulling van de plenaire bijeenkomsten, naast of als concretisering van de onderwerpen die in elk geval ter sprake moeten komen (zie tutorprogramma). Adviezen van ervaren tutoren Bevorderen van de opkomst Maak direct aan het begin van het studiejaar een afspraak voor de eerste plenaire bijeenkomst; Plan de bijeenkomst aan het eind van de dag en doe dit in een informele setting of combineer dit met een sociale activiteit (samen eten, café bezoek). Belang tutoraat onder de aandacht brengen Maak van meet af aan duidelijk wat het belang is van het tutoraat (leg de relatie met het BSA )en hoe de studenten gebruik kunnen maken van jou als tutor, waar je er wel voor bent en waarvoor ze beter bij de studieadviseur terecht 21
kunnen. Leg uit hoe het Portfolio hen helpt bij het houden van overzicht, reflectie en het onderbouwen van hun keuzes. Maak duidelijk naar de studenten toe wanneer je ervoor hen bent en waar je te bereiken bent. Een (inloop)spreekuur werkt goed in de regel. TCS is een eenzame studie. Het tutoraat kan veel betekenen voor het bevorderen van sociale contacten onderling. Naast de plenaire bijeenkomsten met een inhoudelijke agenda kun je studenten ook stimuleren informeel contact te houden. Bijvoorbeeld door studenten zelf in koppels om toerbeurt een bijeenkomst (eten, bezoek museum/bioscoop) te laten organiseren.
3.1.1 Plenaire bijeenkomst 1 (facultatief) eind sept 2012 Volgens het programmaoverzicht (1.1) zijn de te bespreken onderwerpen: Hoe bevalt de studie, hoe gaat het? Hoe zijn de vakken? Leg het Portfolio uit: met name de reflectie en maak samen een studieplanning (gebruik het formulier – bijlage 6) Studievaardigheden (bijv. Centrum Onderwijs en Leren, voorheen Ivlos ) Bespreken studieprogramma Afspraak maken voor individuele afspraak begin november! Studenten moeten hun portfolio bijgewerkt hebben voor het individuele gesprek! Studieplan maken Zie formulier bijlage 6. Bespreek gezamenlijk welke vragen er zijn rondom het maken van keuzes. De ervaring leert dat hoewel de TCS‐student enorm veel keuzemogelijkheden heeft, het voorkomt dat een aantal er pas aan het eind van het eerste jaar achter komt dat gemaakte keuzes het vervolgtraject (hoofdrichtingkeuze) bemoeilijken. Van belang is de keuze van de vakken te richten op de ingangseisen van de hoofdrichtingen waar de student affiniteit mee heeft. Dat voorkomt teleurstelling achteraf. Motivatie en verwachtingen t.a.v. de studie Aan het begin van de studie, maar ook na een paar maanden of later tijdens de studie is het zinvol om de motivatie voor de studie aan de orde te stellen. Vragen die daarbij als leidraad kunnen dienen zijn: waarom heb je gekozen voor deze studie? 22
Bijlage 6: PLANNINGSFORMULIEREN (DEZE STAAN OOK OP WWW.UU.NL/GW/TCS > STUDIEPROGRAMMA > FORMULIEREN)
Overzichtsformulier BA Taal‐ en cultuurstudies 180 ECTS (minimaal 45 ECTS op niveau 3; maximaal 90 ECTS op niveau 1) Verplichtingen ECTS Hoofdrichting ECTS Vrije ruimte ECTS (52.5 ECTS) (Specialisatie, 60 (67.5 ECTS) ECTS) Schrijven & Eindwerkstuk presenteren 7,5 (niveau 3) 7,5 1. (Major verplicht) Taal, Cultuur, Basiscursus Geschiedenis 15 Onderzoek 7,5 2. (TCG) Thematisch Oriënterende 7,5 1. (niveau 3) 3. Cursus (TOC) Kennis, Letteren & Maatschappij 7,5 2. (niveau 3) 4. (Major verplicht, niveau 3) Stage (niveau 3) 15 3. 5. Portfolio 0 4. 6. 5. 7. 6. 8. 9. * NB Voor studenten die zijn gestart voor 2010 kunnen andere indelingen op het SVO‐overzicht in Osiris worden gebruikt, voor uitleg raadpleeg de site: www.uu.nl/gw/tcs > studieprogramma > formulieren 55
Bijlage 5: STUDEREN MET EEN HANDICAP Voor tutoren is het van belang te signaleren of een student dyslectisch of behept is met een andere handicap. Zodra dit bekend is verwijst de tutor onmiddellijk door naar de studieadviseur, die formeel bevoegd is om voorzieningen voor de student in kwestie aan te vragen. Binnen de Universiteit Utrecht wordt momenteel gewerkt met het project ‘Uitvoering Gehandicaptenbeleid’. Eén van de doelstellingen van het project is dat studenten met een handicap beschikken over een contract met de opleiding, ondertekend door de onderwijsdirecteur. Hierin is vastgelegd voor welke voorzieningen zij in aanmerking komen, als bijvoorbeeld extra tijd voor de tentamens of een aparte tentamenruimte. Voor welke voorzieningen een student in aanmerking komt, wordt in een intakegesprek met de studieadviseur bepaald. Dit gesprek met de studieadviseur resulteert in een contract waarin is opgenomen wat de student zelf moet doen om die voorzieningen ook daadwerkelijk te realiseren. De achterliggende gedachte voor het universiteitsbreed werken met een contract is dat voor alle UU‐ studenten dezelfde normen gelden en dat de student ‐voor zover mogelijk‐ binnen de hele universiteit recht heeft op dezelfde voorzieningen, ook als hij in het kader van zijn opleiding bij een andere opleiding vakken gaat volgen. In principe krijgen e studenten in hun 1 jaar een voorlopig contract dat aan het eind van het jaar kan worden omgezet in een definitief contract. De student dient dit zelf te regelen via de studieadviseur. Meer informatie staat op www.uu/studentenservice > informatie voor > studenten> begeleiding & advies. Daar staan ook tips voor docenten hoe ze om kunnen gaan met studenten met specifieke functiebeperkingen.
54
wat denk je er later mee te kunnen doen? wat verwacht je van de studie m.b.t. de inhoud? wat vind je leuk aan deze studie? wat verwacht je m.b.t. de manier waarop onderwijs wordt gegeven? Uitleg van de facultaire onderwijsfilosofie Onderwerpen kunnen bv. zijn: wat zijn deeltoetsen? responsiecolleges toetsvormen hoe kom je aan studiepunten? welke regels gelden er m.b.t. het inleveren van werkstukken? hoe is het contact geregeld tussen student en docent? (oftewel: kun je voor alles op elk moment bij de docent terecht? Wat doe je als hij/zij er niet is, terwijl je met een urgent probleem zit? Is er in dit opzicht veel verschil tussen docenten?) Omgaan met studiestof Behandel het onderwerp aan de hand van de volgende vragen Hoe bestudeer je een boek of artikel, syllabus e.d. van de cursus…..(concreet vak noemen)? Maak je een samenvatting of onderstreep/markeer je de belangrijkste gedeelten? Hoe ga je na wat de essentie van een stuk tekst is? Stel je jezelf vragen als je studiestof leest? Tentamen voorbereiden Laat studenten onderling uitwisselen hoe ze zich voorbereiden op de tentamens die eraan komen. Doe dit aan de hand van de volgende vragen: Hoe kom je te weten wat er op het tentamen wordt gevraagd? Zijn die eisen duidelijk voor je? Hoe bereid je je vervolgens op het tentamen voor? Hoe ga je concreet te werk? Hoe weet je of je voldoende bent voorbereid om naar het tentamen te gaan? Het kan zijn dat er naar aanleiding van de bespreking belangstelling ontstaat om studiegroepjes te formeren, waarin men bijv de leerstof van bepaalde onderwijsonderdelen bespreekt of afspreekt om op dezelfde tijd in de bibliotheek te zitten om het tentamen voor te bereiden. Stimuleer dit initiatief maar laat de studenten dit zelf onderling regelen.
23
3.1.2 Plenaire bijeenkomst 2 (facultatief) begin januari 2013 Te bespreken onderwerpen: Studievoortgang 1 februari‐regeling en BSA: doorverwijzen naar SA indien nodig Studievaardigheden (bijv. Centrum voor Onderwijs en Leren) Afspraak maken voor individueel gesprek in mei! Studenten moeten hun portfolio bijgewerkt hebben voor het individuele gesprek! Bespreken van studiegewoonten, uitstelgedrag Eén manier om uitstelgedrag en timemanagement in de groep te bespreken is door een bewering aan de groep voor te leggen en een reactie te vragen: Een goede planning voorkomt uitstelgedrag Werken met een deadline voorkomt uitstelgedrag Studeren heeft geen zin als je geen inspiratie hebt Kleinere doelen stellen, vermindert uitstelgedrag Uitstellers zijn perfectionisten Suggestie 1: Zelfonderzoek tijdbesteding Laat de studenten een zelfonderzoek uitvoeren met als opdracht ‘Waar besteed je je tijd aan? Neem de afgelopen week voor jezelf door en ga na: o o o
Hoeveel tijd besteedde je aan studeren? Hoeveel tijd besteedde je aan ‘jezelf verzorgen’ (boodschappen doen, eten koken, afwassen, wassen etc.) Hoeveel tijd nam je voor ontspanning (sport, uitgaan, vereniging, muziek maken etc.) Waar zitten de momenten die je kunt bestempelen als ‘verloren tijd’? Hoe is dit tijdverlies te voorkomen of in elk geval te beperken?
o o Suggestie 2: Uitwisselen adviezen tegengaan tijdverspilling
Wissel tijdverspillende gewoontes uit en zet de adviezen die men elkaar geeft voor de groep op een rij. Zorg zo nodig voor aanvulling hierop met adviezen als: o 24
Bijlage 4: WEBSITES UU‐onderdelen met specifieke deskundigheid 1. Studievaardigheden: www.uu.nl/nl/col > cursusaanbod academische vaardigheden 2. Studentenservice: www.uu.nl/studentenservice 3. Centrum studiekeuze: www.centrumstudiekeuze.nl Sites met handige studietips: www.cs.utwente.nl/~oosterhu/studie Website van Joke Oosterhuis met een uitgebreide diagnostische vragenlijst studiemethoden en met tips en toelichting over diverse studievaardigheden en problemen. www.rug.nl/so Website van de sectie Studieondersteuning van de RUG. Bevat o.a. tips en adviezen over diverse studievaardigheden, diverse zelftests en verwijzingen naar eigen materiaal en naar andere relevante sites. http://www.studenten.leidenuniv.nl/ondersteuning/ Zeer uitgebreide website met uiteenlopende informatie over studievaardigheden en problemen. Een zelfhulp bibliotheek met veel tips en adviezen, diverse zelftests en checklists. http://www.studentenpsychologen.nl/ Website van studentenpsychologen in Nederland en Vlaanderen. Met o.a. tips, informatie en links naar informatie, checklists en zelftests op tal van andere relevante sites. iwp.cs.utwente.nl Interactieve Website Projectvaardigheden met elektronisch lesmateriaal voor het zelfstandig trainen van projectvaardigheden. Met veel foto's, videoclips en interactieve oefeningen.
Bewustwording van je eigen tijdverspillende gewoontes is een noodzakelijke stap naar verandering 53
De toetsen worden in rode kleur getoond. De onderste twee blokken tonen de inschrijvingen op minors en specialisaties. 5 Meldpunt voor vragen en storingen Indien u vragen heeft m.b.t. uw solis‐id en/of wachtwoord kunt u terecht op: www.qdesk.uu.nl (medewerker UU ‐> ICT solis‐id: inloggen) Indien u problemen heeft m.b.t. de SMS authenticatie kunt u terecht bij de ICT Servicedesk. Kijk voor de meeste actuele contactinformatie op: UUHome > Diensten > ICT Service Centrum > ICT Servicedesk Indien u vragen heeft m.b.t. de applicatie Osiris begeleider kunt u contact opnemen met de Osiris keyuser van uw faculteit of organisatieonderdeel.
o o o o
Verdeel de studietijd in werkeenheden (bv eerst een half uur werken, dan 10 min koffie of email checken, weer een half uur werken etc.) Zorg dat de werkplek uitnodigt tot studeren (dus opgeruimd is) Beloon jezelf Probeer dingen achter elkaar af te werken (spaar telefoontjes op en werk ze achter elkaar af, maak een taak af voor je aan de volgende begint, of werk niet aan meer dan twee dingen tegelijkertijd enz.)
3.2 De individuele gesprekken De individuele gesprekken vinden 2x per jaar plaats, te weten begin november en begin mei en zijn bedoeld om de studievoortgang en –ervaringen van de student te bespreken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het portfolio, vooral de reflecties kunnen met de student worden besproken. Door dit gesprek moet de student beter zicht krijgen op zijn sterke en zwakke kanten inzake de studie. Daarnaast heeft het gesprek een functie bij het signaleren van eventueel problemen en het vinden van een oplossing bij bestaande problemen (bv door verwijzing naar de studieadviseur, COL, centrum studiekeuze of hoofdrichtingsadviseur). De beschikbare gespreksformulieren voor het maken van notities helpen de tutor het gesprek volgens agenda, gestructureerd te laten verlopen en om op uniforme wijze van het gesprek verslag te doen. Voorbeelden van beide gespreksformulieren zijn opgenomen in bijlage 1. De originelen worden de tutoren digitaal per mail toegestuurd. De gespreksnotities worden vervolgens door de tutor vastgelegd in Osiris begeleider (zie Bijlage 3). 3.2.1 Eerste individueel gesprek (30 min.) Begin november 2012 Te bespreken onderwerpen: Studievoortgang Studievaardigheden Portfolio (eerste reflectie) Resultaten blok 1 i.v.m. 1 februari regeling BSA Cursussen semester 2 + voorbereiding op hoofdrichting (i.v.m. inschrijfperiode blok 3 en 4: 12 t/m 2 dec) Verslaglegging in Osiris 3.2.2 Tweede individueel gesprek (30 min.) Begin mei 2013 Te bespreken onderwerpen:
52
25
Studievoortgang (en portfolio) BSA Keuze voor hoofdrichting + cursusinschrijving blok 1 + 2, 2013‐2014 Afsluiting tutorbegeleiding jaar 1 + bespreken begeleiding hoofdrichtingsadviseurs Verslaglegging in Osiris
Adviezen van ervaren tutoren Gebruik het gespreksformulier als leidraad voor het gesprek en om notities op te maken; Vergeet niet een kopie te maken van het ingevulde gespreksformulier voor eigen gebruik! Vraag studenten daags voor het gesprek hun gesprekspunten via e‐mail aanleveren. Voor bespreking portfolio: Open het portfolio tijdens het gesprek en neem het dan samen met de student door. Problemen bij het invullen of omgaan met het portfolio worden dan concreet en kunnen meteen besproken worden; regel evt samen de toegang. Half mei is er een grote Hoofdrichtingsvoorlichting gepland, wijs studenten op het belang van het bijwonen van deze voorlichting waarbij alle hoofdrichtingen gepresenteerd worden, dit kan hen ondersteunen in de keuze van een hoofdrichting. 3.3 Drie gespreksmodellen Een gespreksstructuur is voor de effectiviteit van de gespreksvoering van belang, zowel voor individuele gesprekken als voor groepsbijeenkomsten. Ieder gesprek heeft een begin, een midden en een eind. Aan het begin worden de doelen vastgesteld, daarna worden de inhoudelijke thema’s behandeld en aan het eind wordt vooruitgeblikt naar de volgende bijeenkomst en worden afspraken gemaakt. Omdat de rol van de tutor en de fasering van het gesprek flink varieert afhankelijk van de aard en doel van het gesprek zijn hieronder drie voorbeeldgesprekken modelmatig uitgewerkt: a) het standaard tutor (coachings‐)gesprek b) het probleemgesprek (voorbeeld uitstelgedrag) c) een student dreigt het niet te halen: het slecht nieuwsgesprek. De voorbeelden zijn ontleend aan Karin Scager&Bart Thoolen (2006). De docent als Coach in het hoger onderwijs, Houten: Wolters‐Noordhoff.
26
4.4 Studievoortgang In dit tabblad wordt de studievoortgangsinformatie van de student getoond. De bovenste tabel toont de opleidingen en examenprogramma’s waarvoor de student staat ingeschreven. De onderste tabel toont per opleiding en examenprogramma de voortgangsinformatie.
SV‐overzicht Via deze link wordt het studievoortgangsoverzicht van de student opgeroepen. Dossieroverzicht Via deze link wordt het dossieroverzicht van de student opgeroepen. Voortgang cohort Via deze link wordt het overzicht dat de voortgang van de student afzet tegen het cohort opgeroepen. Examenprogramma Via deze link wordt een totaaloverzicht van het examenprogramma opgeroepen. Onderwijscatalogus Via deze link wordt de onderwijscatalogus worden opgeroepen. Overzicht inschrijvingen Ga naar het scherm Overzicht inschrijvingen In dit scherm worden de inschrijvingen getoond voor werkvormen en/of toetsen die in het huidige of in een toekomstig blok plaatsvinden. 51
3.3.1 Het standaard tutorgesprek Het normale tutorgesprek beslaat vier fasen: de aanloopfase, een planningsfase, een themafase en een afrondingsfase. In het allereerste gesprek zullen de aanloopfase en de planningsfase wat meer tijd nodig hebben dan in vervolggesprekken. De kennismaking en het verkennen van verwachtingen en mogelijkheden kunnen dan uitmonden in een contractje, of het vaststellen van het ambitieniveau van de student.
dan zal E onmiddellijk alle historische notities van X kunnen inzien waarbij de categorie Toegankelijk is vastgelegd. Op het moment dat studieadviseur X met vakantie gaat en tijdelijk waargenomen wordt door mentor A, kan X in die periode A toevoegen aan de categorie Beperkt toegankelijk. Na de vakantie van X kan A weer verwijderd worden uit de lijst medewerkers die de beperkt toegankelijke notities mag raadplegen. Scherm Autorisatie
In dit scherm kunt u aangeven wie toegang krijgt tot uw 'Beperkt toegankelijk' en 'Toegankelijke' notities. Hierbij kan ook aangegeven worden of de medewerker alleen toegang heeft tot notities van studenten waarvoor hij/zij vaste begeleider is. De medewerkers die u toegang geeft tot de 'Beperkt toegankelijke' notities hebben automatisch ook toegang tot de 'Toegankelijke' notities. U kunt in dit scherm ook aangegeven of uw notitie standaard 'Strikt vertrouwelijk', 'Beperkt toegankelijk' of 'Toegankelijk' is. Als u een nieuwe notitie invoert, wordt automatisch het beveiligingsniveau automatisch op deze waarde ingesteld.
Fase 1 Aanloopfase De aanloopfase is een korte fase waarin men elkaar begroet en kennismaakt en een aanloop maakt tot het gesprek met 'social talk'. De ontvangst van de student is bepalend voor hoe je de relatie ziet en hoe je wilt dat het gesprek verloopt. De aanspreekvorm is een eerste keuze die bepalend is voor de mate van vertrouwelijkheid: Tutoyeer je elkaar of niet? Waar ga je zelf en waar laat je de student zitten is een tweede keuze. Een gelijkwaardige positie schept een kleinere afstand dan als je achter je bureau blijft zitten. Een derde keuze is de mate van zakelijkheid: kom je direct 'to the point' of stel je eerst wat belangstellende vragen? Fase 2 Planningsfase In de planningsfase worden de doelen, de agenda en de tijd vastgesteld. Gespreksonderwerpen zijn de wederzijdse verwachtingen en doelen van het gesprek, het vaststellen van de structuur (agenda) en de tijd. Juist omdat de aanpak van de tutor mede afhankelijk is van de behoeften en de mogelijkheden van de student, is het in deze fase belangrijk om de wederzijdse verwachtingen uit te spreken. Fase 3 Themafase In de themafase worden de onderwerpen achtereenvolgens besproken. De vorm waarin dat gebeurt, hangt af van het soort gesprek. Het initiatief kan per onderwerp meer bij de docent of meer bij de student liggen, en is ook afhankelijk van de afspraken die de vorige keer zijn gemaakt. In het algemeen is er bij een inhoudelijk thema eerst een divergerende beweging, waarbij de student zijn verhaal vertelt of zijn ideeën worden besproken. Daarna volgt een convergerende beweging, waarbij de docent aanstuurt op een samenvatting of oplossing, waarna een afronding volgt in de vorm van een conclusie en/of concrete afspraken. Fase 4 Afrondingsfase In de afrondingsfase wordt teruggeblikt op de doelen, en vooruitgeblikt naar de volgende bijeenkomst. In hoeverre zijn de doelen van het gesprek bereikt, en welke concrete afspraken worden er gemaakt? Afspraken SMART geformuleerd De voornemens van de student voldoen liefst aan de zogenaamde SMART‐norm: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Resultaatgericht en Tijdgebonden. Want, vage afspraken, als "de volgende keer heb ik een stuk tekst geschreven", lijken aantrekkelijk, maar eenmaal thuis is een student met deze vrijblijvendheid echt niet geholpen. Ga bij elke afspraak ook even na in hoeverre die acceptabel is voor de student: Denk je dat dit gaat lukken? Welke beren zie je op de weg?.
50
27
3.3.2 Het probleemgesprek: Student vertoont uitstelgedrag Fasering van het gesprek Voer het gesprek volgens een stappenplan: Reflectie‐toekomstbeeld ‐actieplan Stap 1 Stimuleren van reflectie Vragen die je kunt stellen o Hoe heb je gewerkt de afgelopen tijd? Preciseren: uren per dag, per week, op welke tijden? o Ben je daar tevreden over? o Hoe sta je er nu precies voor? Hoeveel ECTS, wat herkansen etc. o Wat zie je als je sterke c.q. zwakke kanten als het om de studie gaat? Stap 2 Toekomstbeeld o Wat wil je in elk geval halen dit jaar? o Gaat dat lukken als je op deze manier verder gaat? Stap 3 Actieplan o Waar wil je echt wat aan gaan doen? o Wanneer ga je daarmee beginnen? o Heb je daar ondersteuning bij nodig?
3.3.3 Het slecht‐nieuws gesprek: Student dreigt het niet te gaan halen (“Een negatief studieadvies“) Strikt genomen zal het slecht‐nieuws, bijv. het negatief bindend studieadvies ,niet door de tutor, maar door de examencommissie (bij monde van de studieadviseur) gebracht worden. Omdat de tutor wel in situaties zal komen waarin het slecht‐ nieuws wordt aangekondigd, is het model hier opgenomen. Want het is in ieders belang dat er geen verwachtingen worden gewekt die niet kunnen worden nagekomen. Fase 0: Je Voorbereiden op het gesprek o de boodschap paraat hebben o opzoeken van het materiaal waar je je op baseert o de setting van het gesprek vaststellen Fase 1: De mededeling: o snel, kort en helder o niet treuzelen o oppassen voor je eigen vermijdingsgedrag. Fase 2: Het opvangen van reacties: o geduldig de reacties van de student afwachten o emoties van de student toelaten en reflecteren 28
Per notitie wordt dus één autorisatieniveau opgeven. En per autorisatieniveau wordt één groep medewerkers opgegeven. Tevens kan per geautoriseerde medewerker worden aangegeven of hij/zij alleen de notities mag zien van de studenten waarvan hij/zij de vaste begeleider is. Iedere begeleider kiest zelf óf en aan welke andere begeleiders de notities worden getoond. De strikt vertrouwelijke notities worden nooit aan anderen getoond, voor de overige notities kan de begeleider twee soorten groepen onderhouden: de begeleiders die inzage hebben in de notities van de categorie beperkt toegankelijk en de begeleiders die inzage hebben in de categorie toegankelijk. Voorbeeld: studieadviseur X van faculteit Sociale Wetenschappen kan de twee categorieën als volgt vullen: Categorie Begeleiders bij categorie Beperkt toegankelijk Studieadviseur Y van faculteit Sociale Wetenschappen Studieadviseur Z van faculteit Sociale Wetenschappen Toegankelijk Studieadviseur Y van faculteit Sociale Wetenschappen (automatisch lid van deze groep) Studieadviseur Z van faculteit Sociale Wetenschappen (automatisch lid van deze groep) Studentpsycholoog van de Universiteit Utrecht Studentdecaan van de Universiteit Utrecht Mentor A van faculteit Sociale Wetenschappen Mentor B van faculteit Sociale Wetenschappen Mentor C van faculteit Sociale Wetenschappen Mentor D van faculteit Sociale Wetenschappen Bij iedere afspraak legt de begeleider (in dit geval studieadviseur X) vast of de notitie strikt vertrouwelijk is (niemand anders dan X zelf zal de notitie ooit kunnen zien), beperkt toegankelijk is (studieadviseurs Y en Z kunnen die notitie dan ook zien) of toegankelijk is (nog steeds een beperkte groep gebruikers die de notitie kan zien). De gebruikers worden dus niet bij de notitie zelf vastgelegd, maar bij de verschillende categorieën. Als morgen dus een nieuwe mentor E zijn intrede doet bij de faculteit Sociale Wetenschappen en X voegt deze mentor toe aan zijn categorie Toegankelijk,
49
4.2.2 Autorisatie notities Begeleiders kunnen, eventueel naar aanleiding van een afspraak met een student, notities bij die student vastleggen. Begeleiders bespreken soms zeer vertrouwelijke zaken met de studenten. De beveiliging van de notities die naar aanleiding van dergelijke gesprekken worden vastgelegd is daarom zeer belangrijk. Deze notities mogen immers niet door iedereen worden bekeken. Het is mogelijk om notities vast te leggen op verschillende autorisatieniveaus. Het autorisatieniveau wordt bepaald door de begeleider die de notitie invoert. Met het autorisatieniveau kan worden aangegeven óf en welke andere medewerkers de notitie mogen zien. De drie verschillende autorisatieniveaus die aan een notitie kunnen worden toegekend zijn: Strikt vertrouwelijk: Notities die strikt vertrouwelijk zijn worden uitsluitend getoond aan de begeleider die de notitie heeft ingevoerd. Nimmer zal een andere begeleider die notitie kunnen zien. Beperkt toegankelijk: Notities die beperkt toegankelijk zijn worden getoond aan een beperkte groep begeleiders. Deze groep wordt gedefinieerd door de begeleider die de notitie vastlegt. Toegankelijk: Notities die toegankelijk zijn worden aan een grotere groep begeleiders getoond. Deze groep wordt gedefinieerd door de begeleider die de notitie vastlegt. De begeleiders die geautoriseerd zijn om de beperkt toegankelijke notities te lezen worden automatisch bij deze groep inbegrepen. 48
Fase 3: Het geven van aanvullende uitleg: o niet te snel o geen discussie over het besluit zelf Fase 4: Oplossingen zoeken (nazorg): o oplossingen vanuit de student o zorg voor afspraken o beoordeel of de student opvang nodig heeft en help erbij dit zonodig te organiseren 3.4 Mogelijkheden voor professionalisering Zowel Studentenservice als het Centrum Onderwijs en Leren van de UU verzorgen trainingen en workshops voor studiebegeleiders, tutoren en mentoren. Studentenservice van de UU Studentenservice van de UU kan op verzoek korte trainingen verzorgen voor tutoren/studieloopbaanbegeleiders. Op de website van Studentenservice onder het kopje Informatie voor medewerkers vind je er meer over of vraag de tutorcoördinator naar mogelijkheden. Centrum Onderwijs en Leren: Begeleiding, en vaardigheidstraining (voorheen Ivlos) COL verzorgt trainingen en workshops op het gebeid van studiebegeleiding. De cursussen worden niet aangeboden in een open inschrijving, maar worden op verzoek op maat gemaakt. Mocht je interesse hebben of anderszins professioneel willen overleggen, consulteer dan een van onze contactpersonen bij het COL: Jaap Milius (253 1965) of Stan van Ginkel (253 2209).
29
Bijlage 1: VOORBEELDEN FORMULIEREN INDIVIDUELE GESPREKKEN Gespreksformulier november 2012 Naam tutor: Naam student: Datum: Studentnummer: Motivatie en verwachtingen t.a.v. de studie Hoe bevalt de eerste kennismaking? Begin je te wennen aan de UU en de stad? Studievoortgang Resultaten onderwijsperiode 1 al bekend? Wat ging goed en wat kan beter? ‐> Bespreek samen het portfolio (en de toegang) Studievaardigheden Krijg je alles op tijd af gedurende het blok? Hoe ging de tentamenvoorbereiding en de tentamens zelf? Bindend studieadvies Regels nogmaals uitleggen: ≥ 45 ECTS na 1 jaar + 1 februari regeling (bij uitschrijving bij UU voor 1 februari 2011 > geen negatief advies) ‐ Zie je jezelf een positief studieadvies halen? Bij studievaardigheidsproblemen evt. wijzen op cursussen Centrum Onderwijs en Leren, voorheen Ivlos (www.uu.nl/opkikker) ‐ Zijn er persoonlijke problemen? Ben je daarvoor ook bij de studieadviseur geweest? Vakkeuze voor semester 2 Welke vakken ga je de rest van het jaar volgen? Heb je al nagedacht over een hoofdrichting? Verdere vragen/opmerkingen?
30
TOELICHTING LINKS Notitie: Via deze link kan een notitie worden toegevoegd. Het scherm Notitie details wordt geopend. Notitie: Datum Via deze link kan een notitie worden gewijzigd. Het scherm Notitie details wordt geopend. Notitie: Via deze link kan een notitie worden verwijderd. Afspraak: Via deze link kan een afspraak worden toegevoegd. Het scherm Afspraak details wordt geopend. Afspraak: Datum Via deze link kan een afspraak worden gewijzigd. Het scherm Afspraak details wordt geopend. Afspraak: Via deze link kan een afspraak worden verwijderd. Overzicht notities Via deze link worden de notities van de student afgedrukt. Terug Via deze link komt u in het scherm Afspraken/actiepunten. Opslaan Via deze link worden afgehandelde afspraken/actiepunten opgeslagen. Autorisatie Via deze link komt u in het scherm Autorisatie notities. 4.3.1 Notitie details In dit scherm kan een notitie met zijn notitie onderwerpen worden gemuteerd. Met behulp van het veld 'Notitie is:' kunt u aangeven wie inzage heeft in de notitie. Strikt vertrouwelijk wil zeggen dat de notitie alleen voor u zichtbaar is. Geen enkele andere begeleider krijgt deze notitie dan te zien. Als u kiest voor 'Beperkt toegankelijk' of 'Toegankelijk' krijgen de begeleiders die u heeft opgegeven in het scherm Autorisatie (te bereiken via de knop 'Autorisatie' in het scherm Notitie) toegang tot deze notitie.
47
4.3 Notities In dit tabblad kunt u een notitie en/of een afspraak/actiepunt bij de student vastleggen. Per notitie kunt u een inhoud en een beslissing vastleggen. De notities worden aflopend op de datum gesorteerd. De meest recente notitie staat dus bovenaan. In de tabel zijn alle notities zichtbaar die u zelf heeft ingevoerd of waarvan u toegang heeft gekregen van een andere begeleider. Het veld 'Eigenaar' geeft aan wie de notitie heeft ingevoerd. Alleen de eigenaar mag de notitie aanpassen. In de onderste tabel kunt u afspraken/actiepunten bij de student vastleggen. Een openstaand(e) actiepunt of afspraak wordt altijd in het scherm Afspraken/actiepunten getoond. Als een afspraak of actiepunt is afgehandeld kunt u in het veld 'Afgehandeld' een vinkje plaatsen. De afspraken/actiepunten worden aflopend op de datum gesorteerd. De meest recente afspraak/actiepunt staat dus bovenaan. 46
Gespreksformulier Mei 2013 Naam tutor: Naam student: Datum: Studentnummer: Motivatie en verwachtingen t.a.v. de studie Hoe bevalt de studie tot nu toe? Heb je (veel) contact met medestudenten? Heb je je draai gevonden aan de UU en in de stad? Studievoortgang en portfolio Hoe waren de resultaten van blok 1 t/m 3? Wat ging goed en wat kan beter? (laat student motiveren en reik evt. mogelijkheden aan om bijv. studievaardigheidcursussen te doen, zie www..uu.nl/opkikker > Centrum Onderwijs en Leren) ‐> Bespreek samen het portfolio. Studievaardigheden Krijg je alles op tijd af gedurende het blok? Hoe ging de tentamenvoorbereiding en de tentamens zelf? (ook hier kan het Centrum Onderwijs en Leren genoemd worden) Bindend studieadvies Regels nogmaals uitleggen: ≥ 45 ECTS na 1 jr = min. 6 v.d. 8 vakken halen Zie je jezelf een positief studieadvies halen? Zijn er (persoonlijke) omstandigheden waarmee rekening gehouden moet worden? Is de studieadviseur op de hoogte? Ja/nee Planning Welke vakken volg je in blok 4? Welke hoofdrichting ga je doen? (let op voorbereidende vakken en ingangseisen) Welke vakken ga je volgend studiejaar in blok 1 en 2 doen? Verdere vragen/opmerkingen? ‐> Afsluiten tutorbegeleiding + toelichten begeleiding door hoofdrichtingsadviseurs. 31
Bijlage 2: PROCEDURE AANVRAGEN SMS‐AUTHENTICATIE 1 Aanmelden voor Solis‐SMS Indien u Osiris Docent of Osiris Begeleider wilt gebruiken is het noodzakelijk om u eenmalig aan te melden voor Solis‐SMS. Voordat u zich kunt aanmelden dient u in het bezit te zijn van: 1) een mobiele telefoon 2) een e‐mailadres. 3) een Solis‐ID met bijbehorend wachtwoord. De webpagina voor het aanvragen van SMS‐authenticatie is te vinden op: www.uu.nl/osirisbegeleider, waar een link staat naar SMS‐authenticatie. 1.1 Invullen Solis‐id
Op deze pagina vult u in het vak uw Solis‐ID in. Vervolgens klikt u op de knop Log In. U kunt dan terecht op de volgende pagina. Voor vragen m.b.t het Solis‐ID kijk op http://www.qdesk.uu.nl onder het kopje Solis‐ id: inloggen.
32
4.1 Exporteren
De studenten die in het aanroepende scherm getoond worden kunnen via dit scherm geëxporteerd worden. Via selectievinkjes kan gekozen worden welke studenten geëxporteerd worden. De volgende mogelijkheden zijn beschikbaar: Excel De studentgegevens worden naar Excel geëxporteerd. Het adrestype kan daarbij worden aangegeven. E‐mail Via deze link kan e‐mail verstuurd worden. Het scherm E‐mail groep studenten wordt getoond. Pasfotolijst De pasfotolijst wordt opgeroepen. 4.2 Studentgegevens Van de student die u in een voorgaand scherm heeft geselecteerd, worden in dit tabblad de personalia en inschrijvingen getoond. Indien beschikbaar wordt ook de pasfoto van de student getoond. Door de link van het e‐mailadres van de student te kiezen kunt u een e‐mail naar de student sturen. 45
4 Zoek student Via dit scherm is het mogelijk studenten te zoeken via een aantal selectievelden. De gevonden studenten kunnen vervolgens worden geëxporteerd naar Excel, E‐mail of de pasfotolijst.
1.2 Invullen Solis wachtwoord
In het invulvak vult u het wachtwoord van uw Solis‐ID in en vervolgens klikt u op de knop Submit. U komt dan op de volgende pagina terecht. 1.3 Solis‐login Enrollment 1.3.1 Solis‐login Enrollment Stap 1 In bovenstaand voorbeeld is er gezocht met behulp van het selectiefilter Studentnummer. In het onderste deel van het scherm worden alle studenten getoond die aan de selectie voldoen.
44
33
U komt nu in de procedure terecht waarbij uw Solis‐ID aan het nummer van uw mobiele telefoon gekoppeld wordt. Deze procedure bestaat uit 4 stappen. U kunt achter de Solis‐login Enrollment zien in welke stap van het proces u zich bevindt. Voordat u deze velden op deze pagina invult is het van belang dat u: 1) toegang heeft tot uw persoonlijke mailbox 2) uw mobiele telefoon aan heeft staan U kunt nu de velden invullen. Bij mobiele nummer vult u het telefoonnummer van uw mobiele telefoon in. Bij e‐mailadres vult u een geldig (!) e‐mailadres in. Bij geheime vraag vult u een vraag in die u alleen kunt beantwoorden. Het systeem zal u de geheime vraag stellen op het moment dat u uw Solis‐wachtwoord bent vergeten. Bij het antwoord vult u het antwoord op de geheime vraag in. Het is van belang om het antwoord op de geheime vraag goed te onthouden. Als u alle velden ingevuld heeft dan klikt u op de knop verder. U komt dan in stap 2 van het Solis‐login Enrollment proces terecht. 1.3.2 Solis‐login Enrollment Stap 2 U heeft, als u een geldig persoonlijk e‐mailadres heeft opgegeven nu een e‐mail ontvangen met daarin een registratiecode. De inhoud van het e‐mailbericht ziet er als volgt uit:
3 Begeleider In dit tabblad worden uw personalia en de studenten waarvan u vaste begeleider bent getoond. Uw personalia worden ter controle getoond in dit tabblad. U kunt de inhoud in de velden 'Titel', 'Telefoonnummer', 'E‐mail adres' en 'Bereikbaarheid' wijzigen. De onderste tabel toont alle studenten waarvan u de vaste begeleider bent. In het veld kenmerk kunt u een zelf te kiezen kenmerk bij de student vastleggen. Via het blok 'Beperk lijst getoonde studenten: kunt u studenten selecteren op basis van achternaam, roepnaam en kenmerk. Met behulp van de link op het veld 'Studentnummer' kunt u meer informatie over de student opvragen. U kunt de lijst met studenten inperken door een vinkje achter de student te zetten en de link 'Opslaan' te kiezen. De student verdwijnt dan uit de lijst. De 'verborgen' studenten kunnen weer zichtbaar worden gemaakt door het vinkje 'Toon verborgen studenten' te selecteren en de link 'Zoek' te kiezen.
Let op: de registratiecode die in het bovenstaande bericht staat is slechts ter voorbeeld. Uw code zal anders zijn.
34
43
2. Afspraken/actiepunten In dit tabblad worden uw afspraken/actiepunten getoond en de studenten waarmee u contact heeft gehad. De tabel 'Afspraken/actiepunten' toont al uw afspraken en/of actiepunten die nog niet zijn afgehandeld. De afspraken/actiepunten zijn oplopend gesorteerd op de datum. De afspraken van vandaag ziet u dus als eerste staan. Met behulp van de link op het veld 'Datum afspraak' kunt u meer informatie over de afspraak of het actiepunt opvragen. Mocht u een student zoeken die niet in de onderste tabel voorkomt, dan kunt u met behulp van de knop 'Zoek student' boven in het scherm de student opzoeken.
De registratiecode uit het e‐mailbericht vult u in bij het in het vak Registratiecode. Daarna klikt u op de knop verder. U komt dan op de volgende pagina terecht. Mocht u onverhoopt geen e‐mail hebben ontvangen dan kunt u op de knop Zend opnieuw klikken. U ontvangt dan opnieuw een e‐mail met een registratiecode. Zorg er wel voor dat uw spamfilter de berichten van de Universiteit Utrecht doorlaat. Het afzendadres van het bericht met registratiecode is solis‐
[email protected].
In bovenstaand voorbeeld staan geen afspraken en/of studenten weergegeven.
42
35
1.3.3 Solis‐login Enrollment Stap 3 U hebt nu, als u het juiste mobiele telefoonnummer heeft ingevuld een activatiecode ontvangen op uw mobiele telefoon.
De activatiecode uit het SMS‐bericht vult u in bij het in het vak Activatiecode. Daarna klikt u op de knop verder. U komt dan op de volgende pagina terecht. Mocht u onverhoopt geen SMS hebben ontvangen dan kunt u op de knop Zend opnieuw klikken. U ontvangt dan opnieuw een SMS met een activatiecode.
Na invoer van uw wachtwoord, en klikken op ‘Verifieer wachtwoord’, vraagt de procedure om een sms‐toegangscode. U heeft deze code zojuist op uw mobiele nummer ontvangen. Dit werkt enkel indien u in een eerder stadium uw nummer heeft gekoppeld aan uw Solis‐ID. Zie hiervoor de handleiding: SMS authenticatie – registreren 06‐nummer
Na het invoeren van de code en klikken op belandt u in Osiris Docent/Begeleider. Wanneer u geen sms heeft ontvangen klikt u op . U zult dan een nieuwe code per sms ontvangen. 1.2 Wat te doen bij inlogproblemen? Indien u vragen heeft m.b.t. uw solis‐id en/of wachtwoord kunt u terecht op: www.qdesk.uu.nl (medewerker UU ‐> ICT solis‐id: inloggen) Indien u problemen heeft m.b.t. de SMS authenticatie kunt u terecht bij de ICT Servicedesk. Kijk voor de meeste actuele contactinformatie op: UUHome > Diensten > ICT Service Centrum > ICT Servicedesk
36
41
1.3.4 Solis‐login Enrollment Stap 4
De inlogprocedure verlangt uw Solis‐wachtwoord:
Deze pagina geeft aan dat het aanmelden gelukt is. U komt na korte tijd automatisch op de volgende pagina terecht. Mocht dat niet zo zijn dan kunt u klikken op de link hier. Het aanmeldproces is succesvol beëindigd. U kunt op de knop close klikken. Het scherm zal nu gesloten worden.
40
37
Bijlage 3 PROCEDURE OSIRIS BEGELEIDER
Dit is het beginscherm:
Toelichting op Osiris Begeleider In de web‐module Osiris Begeleider (www.uu.nl/osirisbegeleider) moeten alle studentenbegeleiders hun notities noteren. Op die manier blijft het begeleidingsdossier van een student zo compleet mogelijk. Dat is van groot belang bij formele zaken als het vaststellen van het Bindend Studieadvies en financiële steun in geval van vertraging door overmachtsituaties. Iedere tutor krijgt permissies in deze begeleidingsmodule om zijn/haar notities in te voeren. Volg de instructies uit deze handleiding. Je kunt binnen de UU direct inloggen op het systeem. Ook is het mogelijk om vanuit huis in te loggen – dat gebeurt door middel van SMS‐authenticatie. Zie daarvoor de handleiding (Bijlage 2). Authorisatie notities Alle notities die de tutor in de Begeleidingsmodule invoert zijn vertrouwelijk van aard. Niemand kan daar bij zonder toestemming van de auteur. Wel moeten de studieadviseurs inzicht krijgen in de notities van de tutorbegeleiding. Daarvoor moet de tutor de studieadviseurs expliciet toegang geven. Eenmaal ingelogd moet je daarvoor eerst een student invullen. Bij het studenten dossier zie je een knop Autorisatie. In het scherm Autorisatie kun je de studieadviseurs van TCS, Sigrid Botzen en Frank de Haas, “beperkte toegang” verlenen. Klik die namen aan (eerst het +teken aanklikken). 1 Osiris Begeleider Osiris Begeleider is de webapplicatie voor het raadplegen van studentgegevens en het vastleggen van afspraken en notities met en bij studenten. De internet toegang voor begeleiders tot het studie‐informatiesysteem Osiris is te vinden op: www.uu.nl/osirisbegeleider 38
De help functie is in Osiris Begeleider altijd onderaan de pagina te vinden. Deze helpfunctie geeft gerichte informatie over de pagina waarop u zich bevindt. Gebruik de helpfunctie als u hulp nodig heeft met Osiris Begeleider, of als begrippen uitleg behoeven. Om in te loggen klikt u op 1.1 Inlogprocedure
.
Na klikken op wordt een nieuwe pagina geopend waarmee u de korte inlogprocedure start. Deze inlogprocedure is noodzakelijk om daarmee de beveiliging van de gegevens wordt gewaarborgd. Voer eerst uw Solis‐ID in. Klik na invoeren van uw Solis‐ID op
.
39