INHOUDELIJK RAPPORT LANDBOUW PROJECT DIAKONESSEN RUBENGERA 2008
DE SCHOLING VAN BOEREN VOOR VERBETERINGEN IN DE LANDBOUW Met het doel om de kennis te verhogen van de landbouwers/veehouders, hebben wij 296 van de 300 gegadigden in het project opgeleid. Het project duurde 4 jaar, waarbij 2 maal 150 personen een 2 jarige opleiding kregen. Met de aanname van gegadigden is rekening gehouden met het geslacht. Er waren 176 vrouwen en 120 mannen. De opleiding werd zeer gewaardeerd, zodat de deelname meer dan 98% was. Er waren deelnemers die afvielen vanwege sterfte en verhuizing. De opleiding is goed verlopen, op basis van theoretische en praktische kennis door demonstraties in het veld, studiebezoeken tussen boeren in opleiding, bijscholing met uitwisselingen van ideeën en ervaringen, de expositie van landbouwproducten en van studiereizen. Wij hebben de cursussen gegeven in participatieve benadering. De volgende onderwerpen zijn aan de orde geweest voor de landbouw: de rol van stalmest, de productie en gebruik van stalmest, de keuze van de gewassen, de bemesting van de grond en het kweken van planten. Voor de veehouderij: het houden van grote en kleine herkauwers, het houden van konijnen, kippen, varkens en de bijenteelt. Andere thema's in verband met het sociaal/economische leven en gezondheid die werden onderricht waren: sparen en krediet, eenheid en verzoening, de strijd tegen HIV/Aids, hygiëne, gender, bescherming van het milieu. DEMONSTRATIES In het project was de bouw van een model boerderijtje voorzien, welke als demonstratiecentrum kan dienen en voor de productie van zaaizaden en het fokken van rasdieren. Een terrein van 10 hectaren is daar voor klaargemaakt. Men vindt er 4 jaar na het begin van het project de volgende zaken; l l l l l l l l l
de stal met 9 koeien van een verbeterd ras. Een varkensstal. Een kippenhok. Een stal met 20 geiten. Een demonstratie veld voor kook- en eetbananen. Een veld koffiestruiken van 37 are. Een veld met ananas, avocado-, en citroenbomen. Een veld groenvoer gewassen van 50 are. Een demonstratie veld met mozaïek immune maniok.
Er zijn 4 geiten verspreid van een verbeterd ras, een kruising tussen Boergot en het locale ras; de “alpine locale”.Het doel was om melkgeiten te krijgen. De “Alpine” waren afkomstig uit Frankrijk en de Boergot uit Zuid-Afrika. Helaas passen zij zich moeilijk aan aan het locale klimaat. Voor de vermeerdering van de bananen hebben wij meer dan 3000 planten verspreid onder de deelnemers van het project. 22 biggen en 3 vaarzen zijn aan boeren in de streek verkocht. In de toekomst rekenen wij erop ieder jaar 5 kalveren te verkopen.
Wij beginnen met de teelt van “Themedae Triandra” voor strobedekking voor de koffie- en de bananen struiken en het opfokken van leghennen voor de productie van broedeieren, die wij gaan verkopen aan boeren in het gebied voor het uitbroeden door locale kippen. Al deze activiteiten hebben een aanvang genomen in de gemeenschap. De opbrengsten zullen in de volgende jaren toenemen.
HET VOLGEN EN EVALUEREN VAN HET PROJECT De verantwoordelijke voor het volgen en evalueren bezoekt regelmatig de familiebedrijven om de toepassing van de nieuwe methoden te evalueren en te verbeteren. Hij constateerde de verandering bij de boeren na de scholing. Aan het eind van iedere fase, maakt een team van evaluatoren (de algemeen verantwoordelijke met een vertegenwoordiger van de locale autoriteit en een vertegenwoordiger van de deelnemers van het project) de finale evaluatie. Deze evaluatie klasseert de boeren volgens een indeling in hoeverre de activiteiten werden toegepast. Men gebruikte van te voren opgestelde formulieren, zoals het voorbeeld in de bijlage. De evaluatie geeft de volgende classificatie: uitmuntend: meer dan 80% van de punten goed: tussen 60% en 70% van de punten kan er mee door: minder dan 60% Aantallen van de deelnemers in de eerste fase: uitmuntend: 15 goed : 94 kan er mee door: 39 (totaal 148) Aantallen van de deelnemers in de tweede fase: uitmuntend: 17 goed: 98 kan er mee door: 33 (totaal 148) Totaal eerste en tweede fase: uitmuntend: 32 goed: 192 kan er mee door: 72 (totaal 296) De tabel laat zien dat meer dan 75% van de deelnemers de classificatie goed of uitmuntend hebben. Per drie maanden wordt een vergadering gehouden door een commissie van beheer van 16 personen uit de gemeenschap van de diaconessen die de goede voortgang van het project in het oog houdt. Ook wordt het project gevolgd door de landbouwkundige die het project bezoekt, hetzij aan het begin of aan het eind van iedere fase om raad te geven en het project te evalueren. Soms geeft hij ook voorbeeldlessen. Deze raadgevingen waren goed en constructief.
Tabel indicatoren van de evaluatie Thema's: l l l l l l l
Bijdrage premie onderlinge ziektekosten verzekering en andere ziektekosten verzekering. Vrijwillig bevolkingsonderzoek van HIV/Aids. Regelmatig bezoek brengen aan de bank. Verhoging van de landbouwproductie. Genetische verbetering van het locale ras en de conditie van de veestapel. Bescherming van het milieu. Hygiëne.
Daarbij worden de percentages gegeven van 150 deelnemers aan het begin van de opleiding in twee fases en van 148 deelnemers aan het einde van de opleiding. Commentaar: Aan het begin van iedere opleidingsfase telde men de deelnemers die een ziekenfondsplaatje hadden, meededen aan het vrijwillig bevolkingsonderzoek van HIV/Aids en die een pasje hadden van de spaar- en kredietbank. Voor de verhoging van de landbouwproductie richtte men zich op de landbouwstatistieken van het district Karongi. De cijfers geven aan dat de opbrengst van een boer in Rubengera per oppervlakte eenheid lager is dan de helft van aanbevolen opbrengst door het instituut voor landbouwonderzoek. Na de opleiding is de gemiddelde opbrengst per boer hoger dan 50 %. Het was moeilijk om aan het begin van de opleiding cijfers te verkrijgen over de volgende thema's: milieumaatregelen, hygiëne, eenheid en verzoening en gender. De percentages bij het einde van de opleiding zijn genomen uit de evaluatie. Het garantiefonds dat is gestort bij de coöperatieve spaar- en kredietbank Inkunga Rubengera van 2 miljoen Frw door Nederlandse gevers heeft de boeren in staat gesteld kredieten te verkrijgen voor de financiering van hun projecten in de landbouw. Het betreft de omzet van 11.209.500 Frw. (zie de lijst van ontvangen kredieten in de bijlage).
Bijlage 1 Vragenlijst voor de evaluatie. 1. Naam en voornaam van de boer.
Dorp Cel Sector District 2. Evaluatie van de realisaties van de boer.
a) Landbouw (40 punten). Strijd tegen de erosie (het aanleggen van anti-erosie geulen op hoogtelijnen, het planten agrobosbouw bomen en gras voor fixatie van het talud / 10 punten. Consumptiegewassen: aardappelen, mais, stokbonen, banaan /10 punten. Tuinbouwgewassen: tomaten, kool, aubergines / 5 punten. Fruitbomen: avocado, papaya, passiebloem de maracuja en Japanse pruim, ananas /10 punten Industriële of handels gewassen: koffie /3 punten. Bebossing /2 punten. Bloemen /2 punten.
b) Veeteelt (30 punten). Huisvesting /10 punten Compostering /10 punten Veevoer /5 punten Gezondheid dieren / 5 punten c) Properheid (10 punten)
Woning / 2 punten Latrine / 2 punten Eet tafel / 2 punten Waslijn / 2 punten Lichamelijke hygiëne / 2 punten d) Andere geëvalueerde elementen ( 10 punten) Gender /1 punt Scholing 1 punt Eenheid en verzoening 1 punt Strijd tegen Aids 1 punt
Family planning 1 punt Verzekering gezondheidszorg 1 punt Coöperatief karakter 1 punt Het hebben van een bankrekening, spaarrekening 1 punt, rekening krediet 1 punt Eerlijkheid 1 punt
Bijlage 2 De situatie van de verstrekte kredieten door de coöperatieve spaar- en kredietbank (Coopec Inkunga) aan de deelnemers van het project voor de financiering van kleine winstgevende projecten. Van de kredieten is 60% gebruikt voor de veeteelt en 40% voor de landbouw. Aantal projecten: 94 Bedrag: 11.209.500 frw Afgelost: 5.564.478 frw Nog af te lossen: 1.468.308 frw Rente: 1.468.308 frw Duur van aflossing: 3 à 18 maanden Bedrag van te late aflossing: 1.098.104 frw