Inhoudelijk advies voor jeugdhulp aan jongeren van 16 tot 23 jaar 1. Inleiding In dit stuk staat hoe we willen dat de ambulante zorg voor jongeren van 16 tot 23 er inhoudelijk uitziet in 2017. Het antwoord op de vraag ‘wat is goede jeugdhulp’ wordt altijd gekleurd door degene die spreekt en de manier waarop hij of zij naar de wereld kijkt. Een jongere geeft een ander antwoord dan een hulpverlener of een beleidsmaker. Dit stuk is gemaakt door zorgprofessionals die werkzaam zijn in specialistische jeugdhulp. Het gaat dan zowel om vrijgevestigde zorgprofessionals als zorgprofessionals in dienst van zorginstellingen. Voor dit advies hebben we: Bestaande onderzoeken doorgenomen. Vooral het advies van de Kinderombudsman, de kwaltietseisen vanuit cliëntperspectief van het project Q4C en de rapporten van het Nederlands Jeugd Instituut hebben ons geïnspireerd. 16 interviews gehouden met zorgprofessionals, experts en medewerkers van vrijwilligersorganisaties. Zeven bijeenkomsten georganiseerd over thema's zoals de verbinding van school en zorg, samenwerking tussen wijkteams en specialistische zorg, het belang van werk en stabiele huisvesting en het organiseren van integrale hulp Het advies besproken met een ervaringsdeskundige medewerker van het Jeugdplatform Tijdens alle gesprekken kwamen drie punten telkens terug. Deze vormen onze visie op de transformatie van de jeugdhulp: Jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 zijn in een levensfase waarin ze zelfstandig gaan meedoen in de maatschappij. Jeugdhulp moet jongeren erbij helpen om regie te nemen over hun leven en een plek te vinden in de samenleving. De kwaliteit van zorg verbetert als deze nauw aansluit bij de behoefte en belevingswereld van cliënten. Dat klinkt misschien vanzelfsprekend, maar het is nog niet de dagelijkse praktijk. Omdat er sprake is van een krimpend budget kunnen we knelpunten in de zorg niet meer oplossen met meer geld. We kunnen de zorg alleen maar slimmer organiseren. Zorglogistiek kan ons daarbij helpen. Daarnaast zijn er thema's benoemd waarop de jeugdhulp beter kan: Doorlopende zorg, ook en vooral als jongeren 18 worden De noodzaak van stabiele huisvesting Het belang van werk Samenwerking tussen school en jeugdhulp Samenwerking tussen wijkteams en specialistische hulpverleners De organisatie van integrale hulp Vanuit de inhoudelijke bevindingen doen we tenslotte voorstellen voor het verlagen van zorgkosten en geven we aandachtspunten mee voor de inkoopstrategie en het inkoopmodel van de gemeenten. Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 1 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
2. Korte beschrijving doelgroep De leeftijdsfase van 16 naar 23 kenmerkt zich door de groei naar volwassenheid en de voorbereiding op een zelfstandig bestaan. Volwassen en zelfstandig worden gaat gepaard met vallen en opstaan. Je moet een weg vinden in zelfstandig wonen, omgaan met geld, voor jezelf zorgen en bezig zijn met school en werk. De meeste kinderen zullen op weg naar zelfstandigheid terug kunnen vallen op hun ouders en een netwerk van familie en vrienden. Jongeren uit de jeugdzorg die niet meer thuis of in een netwerk verblijven, moeten het vaak zonder de warme steun en raad doen van familie of netwerk. Zij zijn aangewezen op professionals. Vanuit hun situatie zijn zij gedwongen om sneller zelfstandig te worden. Maar gezien hun achtergrond en ontwikkeling hebben deze jongeren te maken met minder gunstige omstandigheden en een grotere uitdaging. De meeste kinderen zullen de puberteit en adolescentiefase goed doorlopen. Zij ontwikkelen zich tot evenwichtige personen die in staat zijn om gezonde en veilige keuzes te maken en. Bij sommige kinderen zullen er meer risico's zijn. Om meer zicht te krijgen op de ernst van de problematiek en de risico's die jongeren lopen, heeft de stadregio een indeling gemaakt in drie categorieën1: Categorie 1: jongeren met lichte problematiek Bij deze jongeren is sprake van voldoende vaardigheden om zelfstandig te functioneren. Ze hebben een dagbesteding. Ze ervaren weinig steun van hun netwerk en kunnen vaak niet terug naar huis. Deze jongeren moeten in principe huisvesting vinden via reguliere kanalen, al valt het jongeren in Amsterdam erg lastig om betaalbare huisvesting te vinden. Categorie 2: jongeren met middelzware problematiek Bij deze jongeren is sprake van onvoldoende vaardigheden om zelfstandig te functioneren. Zij ervaren weinig steun van hun netwerk en hebben een hoger risico op uitval op school of werk. Soms is er sprake van een lichte verstandelijke beperking. Zij zijn leerbaar en aanspreekbaar. Ze maken vaak gebruik van huisvesting via begeleid wonen. Categorie 3: jongeren met zware problematiek Deze jongeren hebben onvoldoende vaardigheden om zelfstandig te functioneren. Vaak hebben ze gedragsstoornissen en een gestagneerde sociale ontwikkeling. Ze veroorzaken overlast en hebben grote moeite op school en op de arbeidsmarkt. Vaak hebben ze te maken met een combinatie van problematiek op de gebieden verslaving ,psychiatrie en verstandelijke beperking. Ze vinden het moeilijk om dingen te leren en zijn slecht aanspreekbaar. Ze verblijven vaak in 24-uurs voorzieningen of maken gebruik van begeleid wonen. Tot slot zijn er subgroepen met specifieke kenmerken en hulpvragen. Dan gaat het om: jongeren met een combinatie van zorgproblematiek en delictgedrag jongeren met zorgproblematiek die dakloos zijn geworden jongeren met seksespecifieke problematiek zoals jonge moeders met zorgproblematiek en jongeren die kwetsbaar zijn op het gebied van seksualiteit
1
Notitie stadregionale opvang en begeleiding jongeren met gedragsproblemen (2011)
Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 2 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
3. Uitgangspunten voor jeugdhulp aan jongeren van 16 tot 23 jaar We hebben onze visie vertaald naar uitgangspunten voor jeugdhulp. Daarbij hebben we veel inspiratie gehaald uit de kwaliteitsstandaarden Jeugdzorg van Q4C 2 en uit 'I'm Ready' , een project waarin 16-plussers bepalen wat er beter kan en moet in de zorg aan 16-plussers.
biedt jongeren perspectief op een plek in de maatschappij. Jeugdhulp is erop gericht om jongeren te helpen om regie te nemen op hun eigen leven. Dit betekent dat hulpverleners aandacht hebben voor de ambities, talenten en mogelijkheden van jongeren. En het betekent ook dat hulpverleners aandacht hebben voor praktische zaken zoals school, werk, inkomen en huisvesting. Kwetsbare jongeren hebben vaak dezelfde praktische hulpvragen die alle jongeren hebben die zelfstandig worden. Die vragen zijn belangrijk en bieden vaak een goed startpunt voor hulp. Dat wil nog niet zeggen dat dit soort vragen ook altijd opgelost moet worden door een professionele hulpverlener. is op maat. Alle hulp is ingericht op de persoonlijke situatie van een jongere, zijn of haar vragen, ambities, talenten, netwerk, motivatie. Jongeren hebben graag een vast contactpersoon op wie zij kunnen terugvallen en zo weinig mogelijk verschillende hulpverleners. We willen dat hulpverleners jongeren alleen overdragen aan een ander als dat in het belang is van een jongere. Bij voorbeeld omdat een professional specifieke kennis heeft, of omdat er iemand in het netwerk van een jongere is met wie de jongere een betere klik heeft of die dichterbij is. sluit aan bij de motivatie en leefwereld van een jongere. Bij goede jeugdhulp bespreken jongeren en hun hulpverleners voortdurend op welke manier jongeren zelf regie krijgen over hun leven. Je zet je als jongere immers vooral in voor afspraken waarvan jij vindt dat ze een oplossing bieden voor de problemen die jij ervaart. Soms vindt een jongere zelf helemaal niet dat hij hulp nodig heeft. Dan is het een kunst om in te voegen bij de cliënt en een verbinding te leggen tussen vakmanschap en cliëntperspectief. werkt met één plan. Dit plan: o vertrekt vanuit de hulpvragen die een jongere heeft o stelt doelen op de langere en kortere termijn o wordt zo vroeg mogelijk opgesteld met alle partijen die nodig zijn om de doelen te bereiken o kijkt vooruit naar de toekomst en voorspelt op basis van een risicotaxatie wat een jongere nodig heeft om zo zelfstandig mogelijk te leven. Met zo weinig mogelijk zorg en een zo laag mogelijk risico dat een jongere in de problemen raakt. o wordt bijgesteld als dat nodig is heeft aandacht voor het netwerk van een jongere. In de ambulante zorgprogramma's voor jongere kinderen, is er veel aandacht voor het gezin. Denk aan de gezinstaxatie en het gezinsplan. In deze levensfase verschuiven de verhoudingen tussen gezin en jongere, maar blijft het gezin een belangrijke factor spelen. Het gaat erom het netwerk van een jongere te versterken en te betrekken bij het perspectiefplan.
2
Het boekje 'Kwaliteitsstandaarden jeugdzorg Q4C' maakt inzichtelijk wat kinderen en jongeren belangrijk vinden als ze niet thuis wonen. Q4C staat voor Quality for Children. Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 3 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
4. Doorlopende zorg voor jongeren die 18 worden 4.1 Knelpunt Als jongeren gebruik maken van jeugdzorg, verandert er veel als zij 18 worden. Als er sprake is van gedwongen jeugdhulp dan vervalt de maatregel. Jongeren die na hun 18e nog zorg nodig hebben, gaan gebruik maken van reguliere hulpverlening voor volwassenen. Dat levert knelpunten op. Jongeren die psychiatrische hulp nodig hebben, krijgen hulp die gefinancierd wordt vanuit de Zorgverzekeringswet. Dat betekent allereerst dat jongeren een eigen bijdrage moeten betalen. Daarnaast speelt dat de zorgverzekeringswet en de wet maatschappelijke ondersteuning niet altijd op elkaar aansluiten. Bij jongeren met een verstandelijke beperking kan er sprake zijn van een verschil in ontwikkelleeftijd en kalenderleeftijd. Een hulptraject dat is ontwikkeld voor volwassenen, past vaak niet bij hen. De overgang is voor veel jongeren abrupt. Jongeren overzien vaak niet de gevolgen van hun acties. Het gevolg is dat de zorg vaak niet goed doorloopt als jongeren 18 worden. Een aantal jongeren bouwt in een tijdsbestek van 3 tot 6 maanden schulden op, valt uit op school, verliest zijn baan en soms ook huisvesting.
4.2 Ambitie We willen voor jongeren een doorlopende zorglijn organiseren. De Kinderombudsman heeft hiervoor waardevolle adviezen gegeven. Het gaat erom deze adviezen te vertalen naar onze regio's en uit te voeren. Dit is wat de Kinderombudsman in het kort adviseert: Start op het zestiende levensjaar met het opstellen van een hulpvoortzettingsplan Betrek jongeren goed bij het hulpvoortzettingsplan Betrek gemeenten bij het hulpvoortzettingsplan Voer een grondige risicotaxatie uit van de veiligheid van de jongere na het 18e levensjaar Zorg, als het nodig is, voor het aanstellen van een bewindvoerder, mentor of curator voordat een jongere 18 wordt Deze adviezen sluiten goed aan bij onze uitgangspunten. Bij de uitvoering denken we nog aan: Het hulpvoortzettingsplan past goed bij de wens om een perspectiefplan te maken Scholen werken al met een doorlopende leerlijn en een ontwikkelperspectief; dat biedt kansen om de samenwerking tussen school en zorg vorm te geven In het perspectiefplan hebben we niet alleen oog voor risico's maar ook voor de talenten en ambities van jongeren Geef de ZRM een plek in het perspectiefplan. De functie van de ZRM ligt op het gebied van probleeminventarisatie. Voor het meten van resultaten, zie paragraaf 9.2. Het is belangrijk dat een jongeren iemand heeft die de rol van vertrouwenspersoon heeft Een perspectiefplan is niet nodig voor iedere jongere met een hulpvraag, wel als er zorgen zijn om de toekomst van een jongere .
4.3 Wat vaagt dat van hulpverleners?
Een andere werkwijze waarin hulpverleners een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelen voor een jongere, samenwerken vanuit doelen
4.4 Wat vraagt dat van zorgorganisaties?
Samen organiseren en faciliteren dat er een perspectiefplan komt
Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 4 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
Samenwerken met scholen: koppel het doorlopende zorgplan en de doorgaande leerlijn aan elkaar Organiseer samen met de gemeente en met jongeren een jongerenloket. Het heeft onder meer de taken van een veldtafel, maar sluit meer aan bij de leefwereld van jongeren. Voorkom zorgmoeheid door te investeren in houding en werkwijze; als jongeren echt geen zorg willen, maak de zorg dan dun en lang
4.5 Wat vraagt dat van gemeenten?
Verwacht niet dat alle jongeren het op hun 18e op eigen kracht kunnen; dat is niet realistisch Neem het perspectiefplan op in de inkoopeisen Bekijk in één keer of het plan van een jongere voldoet aan de eisen die de gemeente eraan stelt; als je een plan goedkeurt, regel met de verschillende afdelingen van de gemeente dat de benodigde gemeentelijk voorzieningen (zorg, inkomen, schuldhulp, etc) beschikbaar komen. Dus zonder dat een jongere telkens opnieuw een intake moet doen of indicatie moet aanvragen. Het mooist zou zijn om dit te doen in een jongerenloket: een plek waar alles onder één dak is. Een centraal stedelijk loket heeft ook als voordeel dat je risicovolle jongeren niet zo snel kwijtraakt. Zorg dat indicaties en dergelijke aangevraagd en afgegeven kunnen worden vóórdat een jongere 18 wordt Jongeren met complexe hulpvragen en een hoog risico mogen niet uit zorg vallen als gevolg van het eigen risico in de ZVW. Onderzoek of er mogelijkheden zijn bij voorbeeld in de vorm van bijzondere bijstand of een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering.
5. De noodzaak van stabiele huisvesting 5.1 Knelpunt Stabiele huisvesting is een belangrijke voorwaarde voor jongeren met complexe hulpvragen om zelfstandig mee te doen in de maatschappij. De ervaring leert dat jongeren die geen stabiele huisvesting hebben, vaak uit zorg vallen. Ze zijn bezig met overleven. Daarnaast verblijven veel jongeren onnodig lang op woonplekken in de 24-uurs zorg bij gebrek aan vervolghuisvesting. Voor
Business case: Bij Lijn 5 wachten jongeren in een intramurale voorziening op huisvesting. Zij zijn klaar met hun behandeling. Ze verblijven langer dan nodig in een dure intramurale voorziening, omdat er geen woning beschikbaar is. Lijn 5 nodigt de gemeente uit om met enkele zorginstellingen een business case op te stellen met als doel de mogelijke besparing te kapitaliseren een jongere is dat demotiverend. Voor de maatschappij kostbaar. De ontwikkelingen in de woningmarkt maken het lastig om voldoende betaalbare huisvesting te vinden voor jongeren. Er zijn bovendien veel kwetsbare groepen die urgentie claimen in de sociale huursector. Dat maakt het lastig om voldoende betaalbare jongerenhuisvesting te vinden binnen de woningvoorraad van de corporaties. Er zijn nieuwe, creatieve oplossingen nodig. Gemeentes en Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 5 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
corporaties spelen een belangrijke rol in het vinden van deze oplossingen. Een Task Force van zorginstellingen heeft in 2013 en 2014 gezocht naar alternatieve vormen van huisvesting. Er kwamen nieuwe partners in beeld en alternatieve vormen van huisvesting, maar het bleek lastig om als zorginstellingen knelpunten te doorbreken.
5.2
Ambitie
Zorgprofessionals vragen gemeentes om voldoende betaalbare huisvesting beschikbaar te stellen. Daarbij gaat het om maatschappelijke huisvesting voor jongeren met een hoog risico en om huisvestingscapaciteit om de doorstroom in de ketens te verbeteren. Zorgprofessionals kunnen jongeren met lichte problematiek ondersteunen om met hun netwerk zelf huisvesting te regelen. Daarnaast kunnen zij inschatten welke jongeren met middelzware en zware problematiek een hoog risico op zorguitval lopen als er geen huisvesting is geregeld. Een risicotaxatie in het kader van het perspectiefplan kan inzichtelijk maken of een jongere risico loopt op dakloosheid of zorguitval. Zo worden jongeren maximaal gestimuleerd om met hun netwerk zelf huisvesting te zoeken, en zetten we via de gemeente alleen huisvesting in voor kwetsbare jongeren die het echt nodig hebben. Overigens geven jongeren aan dat zij soms wel huisvesting in hun netwerk kunnen vinden, maar daar geen gebruik van kunnen maken als gevolg van de kostendelersnorm. Zorginstellingen stellen daarnaast voor om de huisvesting voor jongeren te stabiliseren door huisvesting en zorg los te koppelen. Op dit moment leiden veranderingen in het zorgtraject vaak tot verhuizing. Uit een recent onderzoek van Spirit en HVO-Querido blijkt dat verhuizingen niet alleen veel tijd en aandacht kosten, maar ook vaak leiden tot zorguitval. Wachttijden spelen daarbij ook een rol: een jongere kan pas instromen als er plek is. Dat moment ligt vaak veel later dan het moment waarop een jongere zijn behandeling op een andere plek heeft afgerond. Als een jongere ergens goed woont, moet een verandering van zorginstelling niet leiden tot verhuizing. Dat kan door de huisvesting van verschillende zorginstellingen samen te voegen en los te koppelen van de zorg.
5.3
Wat vraagt dat van zorgprofessionals en zorgorganisaties?
Met jongeren bekijken hoe zij met behulp van hun netwerk zelf huisvesting kunnen regelen In perspectiefplannen een risicotaxatie opnemen en voorspellen wanneer maatschappelijke huisvesting écht noodzakelijk is Waar mogelijk zorg en huisvesting loskoppelen. Begin met inzichtelijk te maken wat dit van zorginstellingen, corporaties en gemeenten vraagt.
Lonend initiatief: Spirit en HVO-Querido onderzoeken hoe huisvesting en zorg losgekoppeld kan worden binnen het begeleid wonen voor jongeren van 16 tot 21 jaar.
5.4
Wat vraagt dat van gemeenten en woningbouwcorporaties?
Onderzoek creatieve manieren om betaalbare jongerenhuisvesting beschikbaar te maken voor zorgjongeren
Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 6 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
Koppel het beschikbaar stellen van huisvesting aan de beoordeling van het perspectiefplan en ontwikkel met zorginstellingen een urgentieroute Stel omklapwoningen beschikbaar: huisvesting waar jongeren kunnen blijven wonen als zij hun zorgtraject hebben afgerond. Kies voor een inkoopsystematiek die het loskoppelen van huisvesting en zorg ondersteunt Corporaties zouden bij huurachterstand samen met wijkteams kunnen optrekken om te voorkomen dat huurachterstanden en schulden oplopen; hiermee wordt ook huisuitzetting Lonend initiatief: de gemeente Amsterdam heeft een programma gestart voor de huisvesting van kwetsbare groepen. Het programma beoogt verstopping van zorgketens en onderlinge concurrentie tussen kwetsbare groepen te voorkomen. Daarnaast wil het programma overzicht bieden op vraag en aanbod en besparingen realiseren door extramuralisering. Het is nog niet duidelijk welke groepen zorgjongeren binnen dit programma vallen. voorkomen
6. Samenwerking tussen school en zorg 6.1 Ambitie Scholen en zorgprofessionals zijn belangrijke partners, maar maken nog niet altijd gebruik van elkaars mogelijkheden. Scholen en zorginstellingen werken steeds meer volgens dezelfde uitgangspunten. Scholen hechten bij voorbeeld veel waarde aan een doorlopende leerlijn. Het handelingsgerichte werken dat op scholen wordt toegepast, heeft veel gemeenschappelijk met onze uitgangspunten voor goede zorg: het gaat uit van de behoeften van een kind, heeft aandacht voor de omgeving van het kind, werkt vanuit doelen en kent een positieve, oplossingsgerichte aanpak. Scholen hebben een organisatiestructuur ontwikkeld rond de scholier (ouder kind adviseur, begeleider passend onderwijs, zorgcoördinator); dit biedt een goede basis voor afstemming tussen hulpverleners en school. Mogelijkheden om de samenwerking tussen scholen en zorgprofessionals sterker te maken zijn: Attitude: werken vanuit een gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid. Expertise waarderen en delen. Samenwerken: wat kan ik doen om jou te helpen Informeren en afstemmen: Jongeren geven aan het onderwijs niet altijd aan dat zij in begeleiding of behandeling zijn. Zorgprofessionals moeten met jongeren bespreken waarom het belangrijk is om hun school in te lichten. We kunnen leren van het privacy protocol dat voor de TOP600 is ontwikkeld en van het convenant jeugdhulp GGZ. Transitiemomenten zijn risicomomenten. o Zet transitiebegeleiders in bij jongeren die veel wisselingen doormaken o Jongeren die op school zijn uitgevallen, kunnen zich bij een andere MOB-instelling aanmelden zonder dat dit zichtbaar is. Dit zijn vaak momenten waarop jongeren in problemen raken. Onderwijsinstellingen kunnen gegevens uitwisselen zodat dit zichtbaar wordt. Binnen VSO ZML bestaat wel een volgsysteem; mogelijk is een dergelijk systeem ook voor MBO bruikbaar. Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 7 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
Gebruik leerplicht 18- goed. De vrijstelling van leerplicht wordt soms te makkelijk toegepast. Verbind vrijstelling met de doelen in een perspectiefplan Verslavingsproblematiek wordt op school vaak te laat gesignaleerd. Investeer in scholing en preventie op school Jongeren met een verstandelijke beperking moeten mee met de grote groep, terwijl zij juist een aanpak op maat nodig.
6.2
Wat vraagt dit van zorgorganisaties en scholen?
Werk samen in de ontwikkeling van het perspectiefplan. Scholen hebben ervaring met doorlopende leerlijnen en een vergelijkbaar plan Maak afspraken wie verantwoordelijk is voor wat op cliëntniveau en wie daarin de regie heeft Zorg ervoor dat zorgprofessionals altijd contact zoeken met scholen; informeer professionals hoe je op de juiste manier informatie kunt uitwisselen in samenspraak met een jongere en binnen de kaders van de wet Bescherming Persoonsgegevens. Onderzoek hoe registratiesystemen verbeterd kunnen worden om jongeren met een hoog risico in beeld te houden. Het veranderen van school en absentie zijn vak een teken dat er iets aan de hand is. Ga dan het gesprek aan. Inspirerend voorbeeld: het ROC in Amsterdam Zuidoost heeft een plek ingericht waar jongeren terecht kunnen met vragen: LEK. LEK is een prettige plek om te zijn en er is een maatschappelijk werker met wie je vragen kan bespreken. Jongeren adviseren meer van dit soort plekken: problemen bespreken en oplossen als ze je nog niet boven het hoofd zijn gegroeid. Dat werkt preventief en helpt jongeren om hun school af te maken.
7 Het belang van werk 7.1 Ambitie Het hebben van werk of het toewerken naar het perspectief van werk is belangrijk voor het leiden van een zelfstandig bestaan. Werk en het kunnen beschikken over een eigen inkomen biedt stabiliteit en toegang tot huisvesting. Een baan versterkt dus de mogelijkheden voor zelfstandig en zelfredzaam leven. Daarnaast biedt het erkenning van talenten, gevoel van zelfwaardering en autonomie, zelfvertrouwen en een perspectief voor de toekomst. Hulpverlening bij kwetsbare jongeren zal daarom altijd hand in hand moeten gaan met het creëren van randvoorwaarden voor en perspectief op werk. Gemeentes investeren veel in de aanpak van jeugdwerkloosheid. Jongeren met middelzware en zware problematiek lukt het echter niet om werk te vinden en vast te houden via de reguliere paden. Werkgevers verwachten dat werknemers zich inzetten, gemotiveerd zijn, op tijd komen, om kunnen gaan met de verhoudingen op het werk. Dat is logisch, maar kwetsbare jongeren missen vaak deze basisvoorwaarden. Voor kwetsbare jongeren is een andere aanpak nodig. De kunst is om bij deze jongeren: hun kwaliteiten en motivatie aan te spreken aan te sluiten bij hun leefwereld en een aanpak op maat te bieden praktische hulp bieden bij het vinden van werk Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 8 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
begeleiding te bieden bij het aanleren van basisvoorwaarden leer- en werkplekken te realiseren met gunstige omstandigheden Begeleiding van werkgevers helpt vaak ook om trajecten te laten slagen. Jongeren hebben bij voorkeur geen dagbesteding nodig, maar betaald werk. Dat biedt immers perspectief op een zelfstandig bestaan. Dit vraagt om nieuwe samenwerkingsverbanden tussen werkgevers en zorgorganisaties. Het is interessant om netwerken van werkgevers te organiseren die stage en werkplekken willen bieden aan jongeren. De taak van zorgorganisaties is in de eerste plaats om jongeren te begeleiden, maar zij kunnen hun expertise ook inzetten om werkgevers te coachen. Bij gesubsidieerde vormen van werk en bij uitkeringen, zijn er noodzakelijkerwijs veel regels en criteria. Soms zitten die een succesvol maatwerktraject in de weg. Met als gevolg dat een jongere niet gaat werken en gebruik blijft maken van een uitkering. Daarom is het van belang om betrokken partijen aan elkaar te verbinden en ruimte te realiseren voor uitzonderingen op regelgeving.
7.2
Wat vraagt dit van zorginstellingen
Ontwikkel een specifieke werkwijze met ruimte voor maatwerk in samenwerking met onderwijs en werkgevers Initieer nieuwe samenwerkingsvormen tussen werkgevers en de zorg, waarin werkgevers stageen werkplekken bieden en zorginstellingen begeleiding en coaching Heb oog voor de belangen en vragen van werkgevers; zet je expertise in om werkgevers te
Lonend initiatief: Spirit werkt! Biedt coaching aan leermeesters die jongeren een leerwerktraject aanbieden. Leermeesters krijgen een training en kunnen bij knelpunten of vragen een beroep doet op een coach van Spirit werkt!. ontzorgen (bij voorbeeld door coaching van werkgevers)
7.3 Wat vraagt dit van gemeentes
In de aanpak van jeugdwerkloosheid verwachten gemeenten dat jongeren de eerste stap zetten. Dat is logisch maar werkt niet bij jongeren met middelzware en zware problematiek. Voor deze groep is nodig: o extra begeleiding gericht op het aanleren van basisvoorwaarden o beschermde stageplekken waar jongeren kunnen oefenen met basisvaardigheden o intensieve samenwerking tussen MBO, DWI, werkgevers en hulpverleners zodat er maatwerktrajecten tot stand komen. Faciliteer netwerken van werkgevers die stage- en werkplekken willen bieden. Biedt zorginstellingen de ruimte om tot nieuwe samenwerkingsvormen en producten te komen. Faciliteer een casusoverleg over werk voor jongeren en biedt de mogelijkheid tot uitzonderingen op regelgeving als dit perspectief biedt op betaald werk.
Lonend initiatief: De Gemeente Amsterdam heeft voor jongeren in de TOP 1000 een uitzondering gemaakt op de voorwaarden voor een WWB-uitkering. Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 9 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
8. Het organiseren van integrale hulp 8.1 Ambitie Jongeren met complexe hulpvragen hebben een integraal zorgplan nodig. De zorg moet dus inhoudelijk altijd afgestemd worden. Dat betekent niet dat je alle hulp ook organisatorisch moet integreren in één team. Er zijn verschillende manieren om samenhang te brengen in hulp: Jongeren en hun netwerk regelen zelf hun hulp met verschillende instanties; hulpverleners nemen af en toe contact met elkaar op om de hulp inhoudelijk af te stemmen Hulpverleners stellen samen, in overleg met de jongeren, een plan op. Ze stemmen in een uitvoeringsoverleg het plan af en bespreken wie hoofdverantwoordelijk is voor de afstemming. Hulpverleners vormen samen een team waarin ze gezamenlijk zorg dragen voor het opstellen en uitvoeren van een plan. Hoe je samenhang aanbrengt in de zorg voor een jongere, hangt af van de situatie van een jongere: Complexiteit: heeft een jongere meerdere hulpvragen en hebben die vragen invloed op elkaar? Risico: heeft een jongere een hoog risico dat hij de doelen niet haalt die hij met zijn hulpverlener heeft gesteld? Is er een risico op zorguitval, dakloosheid, recidive? Regie: kan een jongere (met zijn netwerk) zelf hulp regelen bij verschillende organisaties, afspraken nakomen, veranderingen signaleren? Veel jongeren hebben maar een klein stukje zorg van een specialist nodig. Geïntegreerde specialistische teams zijn duur en hebben lang niet voor alle jongeren meerwaarde. De werkgroep adviseert om specialistische hulp uitsluitend organisatorisch te integreren (één integraal team te vormen) als het noodzakelijk is voor effectieve hulpverlening. Concreet is dat het geval voor jongeren met complexe problematiek en een hoog risico. Voor alle andere jongeren geldt dat we de zorg vooral inhoudelijk moeten integreren; dat vraagt om aanpassingen in onze werkwijze en cultuur waarbij het uitgangspunt is dat we ons gezamenlijk verantwoordelijk voelen. Het integreren van de zorg moet allereerst plaatsvinden op het niveau van de jongere: hij of zij heeft een samenhangend plan nodig. Daarnaast helpt het ook als er meer samenhang komt in de sturing. Op dit moment is daarvan al sprake voor verschillende groepen jongeren met complexe hulpvragen:
Er is een keten voor jongeren die dakloos zijn (zwerfjongerenketen Amsterdam) Er is een IFA-overleg voor jongeren met forensische achtergrond (Intensieve Forensische Aanpak in Amsterdam) Er is een keten voor jonge moeders
Op dit moment moet een jongere zwanger zijn, zwerven of veroordeeld worden, voordat hij of zij in een keten of programma komt. Het advies luidt om te kijken voor welke jongeren een programma- of ketenaanpak nodig is waar instellingen en gemeente samen sturen op de kwaliteit en resultaten van de hulp. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is dat we de werkzame elementen van ketens willen inzetten vóórdat jongeren een delict plegen of hun huisvesting verliezen. Een ander aandachtspunt is Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 10 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
dat er op dit moment veel overleggen zijn in de stad die allemaal net iets anders werken (zie bijlages voor een overzicht van overleggen).
8.2 Wat vraagt dat van hulpverleners? Voor professionals betekent integrale hulp dat ze samen hulp bieden aan een cliënt. Dat vraagt van professionals dat zij: aandacht hebben voor alle ondersteuningsbehoeften van een jongere en niet alleen kijken vanuit hun eigen deskundigheid. Dat betekent ook aandacht hebben voor praktische zaken (administratie, post openen, schulden). kennis hebben op allerlei gebieden waarop een jongere een vraag kan hebben. Je hoeft er niet alles van te weten, maar wel genoeg om te herkennen wat er speelt en correct te verwijzen zich verantwoordelijk voelen voor een jongere, ook als die hulp van iemand anders nodig heeft en naar die andere deskundigen op zoek gaan samenwerken op basis van vertrouwen en met respect voor elkaars kennis duidelijke afspraken maken over wie verantwoordelijk is voor wat en wie knopen doorhakt
8.3 Wat vraagt dat van zorgorganisaties?
Ondersteunen van de samenwerking rond jongeren zonder meervoudige problematiek en hoge risico's: o Hulpverleners coachen op samenwerking o Faciliteren van samenwerking door het stroomlijnen van werkwijzen: intakes op dezelfde manier inrichten (dezelfde vragen stellen; op de zelfde manier wegen) Voor jongeren met meervoudige problematiek en hoog risico: teams vormen die samen hulp bieden Maak afspraken over regievoering op cliëntniveau. Maak voor elke variant afspraken welke hulpverlener eindverantwoordelijk is voor de samenhang en voortgang. Verbind hieraan
Lonend initiatief: Arkin, Lijn 5 en Spirit hebben het initiatief genomen om JEUGD FACT op te zetten: een integraal specialistisch team voor jongeren met complexe problematiek en een hoog risico op zorguitval en dakloosheid. afspraken over mandaat.
8.4 Wat vraagt dat van gemeenten?
Samen met instellingen keten/programma's (her)inrichten: o werkzame elementen van ketens eerder inzetten o stroomlijnen van overleggen, formulieren, etc o faciliteer dat afspraken over regievoering tot stand komen en worden nageleefd
Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 11 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
8 Samenwerking tussen wijkteams en specialistische hulp 9.1 Belang en uitgangspunten Jongeren maken met hun hulpverlener een plan om zo zelfstandig mogelijk mee te doen in de maatschappij. Voor jongeren maakt het niet uit of er sprake is van hulp vanuit een wijkteam of van specialistische hulp. Hulpverleners moeten de hulp goed op elkaar afstemmen. De wijkteams vormen de spil van het nieuwe zorgstelsel. Het dichtbij organiseren van de hulp biedt de beste garantie om te normaliseren. De wijkteams zetten bovendien in op eigen kracht en sociale veerkracht. In het nieuwe zorgstelsel moeten specialistische zorginstellingen hun expertise en aanbod zo inrichten dat ze aanvullend werken op de wijkteams. Alleen dan kunnen we samenhang in de hulp organiseren en op het juiste moment de hulp opschalen en afschalen. Daarvoor is nodig: Wijkteams beschikken over de juiste expertise om op tijd te signaleren wat er aan de hand is en correct te verwijzen zodat jongeren de juiste hulp krijgen. Specialistische hulp kan snel (zonder wachttijden) en flexibel ingezet worden. Dat vraagt om: o eenvoudige indicatie en verantwoording o expertisenetwerken of andere organisatievormen die aansluiten bij de vragen van hulpverleners in wijkteams. Specialistische expertise zit nu nog vaak in behandelinterventies. Het moet los beschikbaar komen.
9.2 Wat vraagt dat van hulpverleners?
Als je in een wijkteam werkt, moet je voldoende deskundigheid hebben om te weten wanneer een jongere de expertise van een specialist nodig heeft Hulpverleners moeten bereid zijn om samen verantwoordelijkheid te nemen voor klanten, leren vertrouwen op elkaars expertise en samen oplossingen zoeken
9.3
Wat vraagt dat van zorgorganisaties?
Organisaties moeten zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de hulp aan jongeren Als is vastgesteld welke expertise in een wijkteam nodig is, evalueer of alle kennis en kunde aanwezig is. Organiseer programma's gericht op kennisoverdracht. Succesfactoren zijn: o Hulpverleners hebben het gevoel dat de samenwerking nodig is voor de cliënt en dat de hulpverleners van de andere organisatie iets toevoegt o Geen wachtlijsten of wachttijden o Zaken zijn goed geregeld Organiseer ambulante expertiseteams of netwerken die snel consultatie en advies kunnen bieden aan professionals in wijkteams. Organiseer deze teams of netwerken intersectoraal (met professionals en deskundigheid uit verschillende sectoren) en richt ze in op basis van de behoeftes van wijkteams.
9.4 Wat vraagt dat van gemeenten?
Verhelder de scheidslijnen tussen wijkteams en specialistische zorg. Doe dat op basis van expertise. Inventariseer of alle deskundigheid aanwezig is. Faciliteer kennisoverdracht.
Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 12 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
Expertisenetwerken of teams moeten snel en flexibel ingezet kunnen worden. Zorg voor een eenvoudige vorm van financiering en verantwoording. Verminder het aantal knips in de hulp op buurtniveau. Organiseer alleen afzonderlijke teams als dit vanuit de hulpvragen van jongeren noodzakelijk is. Onderzoek open en transparant wat wel of niet werkt. Vermijd de valkuil dat ambtelijke prestige invloed heeft op uitkomsten en evaluaties. Besluiten om de zorg voor een jongere op te schalen of af te schalen, moeten gebaseerd zijn op zorginhoudelijke overwegingen en passen binnen het perspectiefplan van een jongere. Beleidsdoelen mogen geen rol spelen op individueel cliëntniveau. Geef professionals speelruimte en vertrouwen: als een hulpverlener goed kan onderbouwen waarom iets nodig is, terwijl de regels het niet toestaan, maak dan een uitzondering.
10 Verlagen van zorgkosten 10.1 Belang en uitgangspunten De budgetten voor de jeugdhulp krimpen. We kunnen knelpunten in de jeugdhulp dus niet meer oplossen met meer geld. Dat maakt het noodzakelijk om de zorg slimmer te organiseren. De werkgroep heeft vier manieren genoemd om onnodige kosten te voorkomen:
Vroegsignalering: door preventief te werken signaleer je problemen vroegtijdig. Zo voorkom je hoge zorgkosten op de langere termijn. Dat vraagt wel dat je in een vroeg stadium breed kijkt naar wat er echt aan de hand is. Het is zaak om goed te weten wat er speelt en te starten met wat het meest nodig is. Hier ligt een taak voor de expertiseteams of netwerken. Efficiënt samenwerken: we kunnen de zorg samen slimmer organiseren. We moeten niet allemaal onze eigen riedel doen maar samen een logisch pad organiseren voor een jongere. Zo vroeg mogelijk en zo goed mogelijk. Daarmee besparen we veel indirecte tijd en verhogen we het doelbereik en de tevredenheid van jongeren. Logistiek verbeteren: als gevolg van krimpende budgetten kunnen we wachtlijstproblemen niet meer oplossen door het aantal plaatsen uit te breiden. Wel kunnen we instroom, doorstroom en uitstroom beter organiseren door er naar te kijken als een logistiek probleem dat je met de betrokken partijen samen oplost. Jongeren hebben last van de lange wachttijden; het werkt demotiverend. Ook daar kan zorglogistiek helpen. Uitstroom uit intramurale zorg stimuleren door betaalbare jongerenhuisvesting gericht beschikbaar te stellen Specialistische hulp flexibel inzetten bij goedkopere hulpvormen: de wijkteams gaan delen van de zorg overnemen. Dat is een goede ontwikkeling die kosten kan besparen. Het is belangrijk dat specialistische zorginstellingen hun hulp aanvullend organiseren in expertiseteams of netwerken. Daarnaast is van belang om samen de deskundigheid van wijkteams te vergroten. Succesfactoren daarbij zijn: vraaggerichte organisatie van expertiseteams/netwerken geen wachttijden bij specialistische instellingen eenvoudige inzet van consultatie en advies (eenvoudige indicatieprocedures en verantwoording)
Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 13 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
verhelderen over welke deskundigheid een gebiedsgericht team moet beschikken; evalueren welke deskundigheid nog mist; samen kennisoverdracht organiseren
Tienermoeders met zorgproblematiek of risico op dakloosheid krijgen in Amsterdam een eigen woning toegewezen als zij aan bepaalde zelfredzaamheidscriteria voldoen. Altra vindt het dan niet langer noodzakelijk om specialistische behandeling in te zetten en wil de zorg overdragen aan wijkteams. Altra nodigt de gemeente en de wijkteams uit om gezamenlijk de mogelijkheden te verkennen en te kapitaliseren welke besparing het oplevert om de zorg af te schalen.
10.2 Wat vraagt dit van zorgorganisaties?
Effectievere samenwerking vraagt om een andere attitude: elkaar vertrouwen, samen oplossingen zoeken. Het vraagt ook om het goed organiseren van uitvoeringsoverleggen en om het stroomlijnen intakes, formulieren, werkwijzes. Expertisenetwerken inrichten op basis van wat wijkteams vragen Kennisoverdracht organiseren tussen specialistische hulp en gebiedsgerichte teams
10.3 Wat vraagt dit van gemeenten?
Stroomlijnen van de verschillende ketens Financieren op doelen in plaats van tijdsgebonden trajecten Eenvoudige indicatiestellingen en verantwoording voor consultatie en advies aan gebiedsgerichte teams Afspraken met zorgverzekeraar over eenvoudige vormen van consultatie en advies
11. Inkoop en organisatie 11.1 Adviezen inkoopstrategie Als we onze inhoudelijke ambities vertalen naar adviezen voor de inkoopstrategie van gemeenten dan springen de volgende punten in het oog: In de hulpverlening aan jongeren staat samenwerking centraal. Faciliteer dit door een inkoopmodel te kiezen dat samenwerking stimuleert in plaats van marktwerking en concurrentie. Zowel tussen zorginstellingen en gemeenten, als tussen zorgprofessionals onderling. Het perspectiefplan is een belangrijk middel om samenwerking te verbeteren. Dan gaat het niet alleen om samenwerking tussen zorgprofessionals maar ook om samenwerking met scholen, instellingen voor maatschappelijke dienstverlening en gemeentelijke diensten. Daarnaast is het perspectiefplan een belangrijk instrument om doorlopende zorg te organiseren. Het perspectiefplan moet daarom een centrale plek hebben in inkoop (en indicatiestelling). Minder administratieve belasting: hoewel de decentralisaties tot doel hadden om meer vertrouwen te geven aan de professional, minder schotten te plaatsen en de administratieve belasting te verlagen, zijn de ervaringen in 2015 niet hoopgevend. Veel instellingen hebben te maken met meerdere geldstromen (WLZ, WMO, ZVW). Door de decentralisatie is het aantal Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 14 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
loketten toegenomen. Instellingen zijn meer in plaats van minder tijd kwijt aan het aanvragen en verantwoorden van zorgbudgetten. Richt de financiering in op doelen, langdurig als nodig. Stop met het financieren van (tijdsgebonden) trajecten. De huidige financiering is feitelijk een optelsom van kortlopende trajecten. Zet voor jongeren met complexe hulpvragen en een hoog risico langlopende financiering in gericht op doelen. Het financieren van tijdsgebonden trajecten sluit niet meer aan bij de nieuwe werkwijze: o In het perspectiefplan staan doelen centraal o Tijdsgebonden trajecten passen niet bij de ambitie om zorg op maat te organiseren o Tijdsgebonden trajecten dragen niet bij aan een optimale doorstroom Baseer de financiering van integrale specialistische teams op de omvang van de doelgroep. Trajectfinanciering past niet bij deze groep omdat het gaat om jongeren die over een langere tijd hulp nodig hebben. De intensiteit van de hulp moet mee bewegen met de situatie van een jongere. De zorg wordt dus vaak opgeschaald en afgeschaald afhankelijk van de situatie van een jongere. Opschalen moet snel gebeuren op basis van een signaal, zonder nieuwe taxaties, indicaties, of wachttijden. Het is wenselijk dat er op termijn minder overlap is tussen instellingen. Sturing hierop kan leiden tot minder aanbieders. Het belangrijkste is dat er per keten/programma wordt gekeken naar de benodigde functies en dat van daaruit wordt gestuurd op het gewenste aantal zorgaanbieders per functie. Vereenvoudig de financiering en verantwoording van consultatie, advies en kortlopende interventies van specialisten aan de wijkteams. Stem hierover ook af met de zorgverzekeraar.
11.2 Monitoring We stellen voor om de monitoring van jeugdhulp eenvoudig in te richten. Je kunt zien dat jeugdhulp goed heeft gewerkt als: 1. Een jongere heeft zijn traject afgemaakt (geen zorguitval) 2. Een jongere heeft de doelen uit zijn plan gehaald 3. Een jongere is tevreden over de bejegening Tom van Yperen heeft goede suggesties gedaan over de monitoring van jeugdhulp. Hij adviseert: Beperk de monitoring tot een klein aantal vragen Meet en rapporteer de uitkomsten op die vragen Voeg aan het rapport inhoudelijke informatie toe uit andere bronnen. Zo leer je de context kennen en begrijp je de uitkomsten beter Gebruik de uitkomsten niet voor een directe afrekening op resultaat; gebruik de uitkomsten om knelpunten op te lossen. Bespreek bij knelpunten wie erbij betrokken is en stel gezamenlijk doelen.
11.3 Organisatie
Steun in 2015 en 2016 pilots op speerpunten. Zorg dat hiervoor ontwikkelruimte is. Voorbeelden daarvan zijn integrale specialistische teams voor jongeren met zware problematiek en het scheiden van huisvesting en zorg.
Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 15 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
Verbeter het bestaande. Een nieuwe indeling van het zorglandschap kan er op papier aantrekkelijk uitzien, maar het kost veel tijd om een sector te herstructureren. Ga dus niet een hele nieuwe indeling maken voor ketens of programma's. Ga uit van de bestaande ketens in een regio (in Amsterdam: zwerfjongeren, tienermoeders en forensische jeugd). Benoem de werkzame ingrediënten. Benoem de ambities. En versterk vervolgens de huidige structuren. Dit zal sneller tot resultaat leiden. Voer vernieuwingen gefaseerd in; begin bijvoorbeeld met een of twee programma's Geef prioriteit aan de invoering van het perspectiefplan. Deze vormt de spil van de samenwerking rond een jongere Geef prioriteit aan de ketenvorming; deze vormt de spil in de gezamenlijke sturing van gemeenten en instellingen op processen (logistiek) en op vraag en aanbod
12 Literatuur 1. Kwaliteitsstandaarden Jeugdzorg Q4C. Wat kinderen en jongeren belangrijk vinden als ze niet thuis wonen. Onder redactie van Fiet van Beek en Leo Rutjes, Bohn Stafleu van Loghum, Houten 2009 2. De Kinderombudsman, Ik kan het (niet) alleen 3. Tom van Yperen - oratie 4. Tom van Yperen, Outcome-sturing in de jeugdhulp, NJI 5. Therese van Amelsvoort, Transitiepsychiatrie: Bridging the gap 6. Maak werk van participatie (NJI) 7. Veiligheid in verbinding (NJI) 8. Voorkomen zwerfjongerenproblematiek jeugdzorgjongeren 9. Gemeente Amsterdam, Meedoen werkt! 10. CQ Procesmanagement, Verdieping keten dak- en thuisloze jongeren 11. Analyse bezetting woonvoorzieningen voor jongeren in de leeftijd van 16 – 23 jaar
Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 16 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5
Bijlage 1: overzicht van overlegvormen voor zorg aan kwetsbare jongeren in Amsterdam Landelijk:
CCE-Centrum Centrum voor Consultatie en Expertise
Stelsel OKT SAMEN DOEN
< >
Epertisenetwerk - Jonge kind - LVB 18- LVB 18+ - Convenant Autisme Amsterdam
Verblijf Intake Commissie / Servicepunt Spirit Escalatietafel JBRA Multifocale trajecttafel Koppeling Experttafel Verblijf Duaal Aanmeld Overleg OMPG Analyseteam Forensische jongeren Forensisch Netwerk Top 600 overleg (GGD-regie) ITAT ITAT PLUS LVB- Casuïstiek NL (reclassering IFA team) IFA- Intakegroep Actie Centrum Veiligheid → stadsdelen top 400 Overleg PIT (actiecentrum veiligheid) 18+ Veldtafel Jeugd GGD Keten Zwerfjongeren (MTT) WLW-trajecten Mensenhandel Mensenhandel 18Mensenhandel 18+
Documentnaam: Inhoudelijk advies voor jeugdhulp can jongeren van 16 tot 23 jaar Beheerder/eigenaar: Paul Asberg/Veronie Willemars Versie: 1.0 Versiedatum: 21 oktober 2015
Pagina 17 van 17 Status: concept Vaststellingsdatum: Vaststelling door: werkgroep 5