9
Inhoud Over het ontstaan van dit boekje
Over het ontstaan van dit boekje 9
1.
Ontmoeting tussen twee generaties
19
2.
De kracht van ‘de Essentie’
37
3.
Les 1: Doen wat bij je past
49
4.
Les 2: Zorgen voor inspiratie
63
5.
Les 3: Jezelf bij de les houden
77
6.
Les 4: De kunst van het relativeren
93
7.
Dienend leiderschap
105
8.
Dialoog tussen binnenstroom en buitenstroom
119
9.
Debat
131
Bijlage 1 – Brief aan Wouter
139
Bijlage 2 – Ons manifest
141
Over de auteurs
144
‘Uw wereld is niet mijn wereld. Dat is niet uw schuld, maar de mijne. Anders zou u niet met zo velen zijn. En dus moet ik veranderen. Harder worden. Misschien had ik beter moeten studeren en minder tijd met muziek, sport en vrienden moeten doorbrengen. Misschien was het beter geweest als ik niet Culturele en Maatschappelijke Vorming aan de sociale hogeschool was gaan studeren, maar toch Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit. Misschien was de stap dan kleiner geweest; was ik al eerder onderdeel van uw wereld geweest. Volwassen. Professioneel. Telde ik mee.’ (Uitgesproken in het VNO-NCW-gebouw, 2004.) De oorsprong van dit boek ligt nog verder terug. In dezelfde conferentie waarop ik bovenstaande woorden sprak, maar dan precies een jaar eerder. Een dag van de stichting Servant Leadership in het VNO-NCWgebouw, waar ongeveer tweehonderd managers samen praatten over leiderschap. Er waren enerverende verhalen van Daan Fousert, auteur van onder meer Ander leiderschap (Kluwer 2003) en van Larry Spears, topman van Servant Leadership in de Verenigde Staten. Het was een feest der herkenning voor gelijkgezinde vijftigers die na een leven lang hard werken nu hier naar Den Haag waren gekomen. Omdat het toch ook anders kon.
10
over het ontstaan van dit boekje
Toen gebeurde het. Iemand stond op en zei: ‘Waar zijn eigenlijk de jongeren? De twintigers van nu? Onze kinderen? Dáár gaat het toch over? Voor hén zijn we nu toch bij elkaar?’
Ik dacht nog: zou Wouter niet helemaal gaar zijn van al die aandacht? Toch ben ook ik op hem afgestapt, om de doodeenvoudige reden dat ik hem wilde complimenteren met de moed die hij had zijn verhaal te vertellen en zijn ‘zwakte’ te tonen. We hebben elkaar niet meer dan vijf minuten gesproken, maar er was iets ontstaan. Niemand kon vermoeden dat die vijf minuten zouden leiden tot vele gesprekken, etentjes en zelfs het ontstaan van dit boekje. Een boekje dat onze zoektocht beschrijft rondom vragen die tijdens dat congres centraal stonden.
De laatste verantwoordelijkheid van een groep mensen die zoveel economisch succes heeft gebracht en nu vlak voor hun pensioen toch met bepaalde onbevredigde gevoelens zaten? En zo gebeurde het dat ik gevraagd werd om het volgende jaar, in diezelfde zaal, met voor een groot gedeelte diezelfde mensen te vertellen over de module ‘Dienend Leiderschap: managementfilosofie en leiderschapstijl’ die ik gaf aan de vierdejaarsstudenten Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit van Utrecht. Ik zei direct ‘ja’. Maar ergens binnen mij schreeuwde iets of iemand heel hard ‘nee!’. Wat heb ik nu als 27-jarige jongen eigenlijk te vertellen over leiderschap dat zíj nog niet weten? Het was de dag dat Harry en ik elkaar ontmoetten. Er was een blik van herkenning. Weinig woorden en vooral geen kaartjes. Ik had er die dag te veel gehad en Harry voelde dat. Hij wist dat ik niemand van hen zou gaan bellen. Zij waren van een wereld waartegen ik me stiekem nog verzette. - Wouter Hart -
11
Want Wouter en ik hebben besloten op zoek te gaan naar ‘de generatie’ die het nu voor het zeggen heeft. Enerzijds om van hun ervaringen te leren, anderzijds ook om te begrijpen waarom ‘hun wereld de onze niet is’. Of is die dat toch meer dan we vooraf hadden gedacht? Hoe dan ook hebben we door onze zoektocht het voorrecht gehad negen zeer interessante mensen te mogen interviewen. Negen mannen die veel hebben meegemaakt en daar veel over hebben nagedacht. - Harry Sonnenschein -
12
Interviews met negen mannen
over het ontstaan van dit boekje
13
‘onze moeders’ zouden willen interviewen, maar we vonden het vaderzoonbeeld voor dit boekje toch het spannendst.
Een van de vragen die we kregen als we over dit boekje vertelden, was hoe we aan deze topmanagers zijn gekomen en waarom we alleen mannen hebben geïnterviewd. Eigenlijk zijn beide gegevens het gevolg van de gesprekken die we hebben gehad met Teun Hardjono. Teun is hoogleraar in de kwaliteitskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en heeft ons begeleid in onze eerste jaren in de wereld van organisatieverandering.
Via Teun hebben we ook de eerste interviews kunnen houden en van daaruit kwamen we weer bij volgende mannen uit.
Het leeftijdsverschil tussen ons en de mannen die we gesproken hebben, is zo’n 25 tot 35 jaar. Daarmee hebben zij de leeftijd van onze ouders, en wij die van hun kinderen. Twee generaties dus die veel met elkaar te maken hebben, al was het maar door onze eigen ouders en de ouders van de vriendjes met wie wij vroeger speelden.
De mannen hebben zelf ook genoten van de interviews. Dat hebben we gemerkt. Toen we door onze tijd heen waren, zei Jan Baan dat we wel meer tijd mochten nemen als wij dat tenminste op prijs zouden stellen. We hebben veel gelachen in de gesprekken en soms liepen de emoties bij de mannen zelfs hoog op. We hadden het dan ook over ‘Echte Zaken’ zoals Olivier B. Bommel dat zou noemen.
Teun gaf aan dat veel van zijn generatiegenoten, toen ze jong waren, nauwelijks met hun ouders praatten. Nu zij zelf op de leeftijd zijn die hun ouders toen hadden, willen zij op hun beurt het gesprek met hún kinderen wel aangaan. Maar zitten hun kinderen daar wel op te wachten? Het beeld dat Teun schetste over de dialoog tussen ouders en kinderen sprak ons aan. Wij bedachten hoe al eeuwenlang vaders voorbeelden zijn voor hun zonen en hoe ze overdragen wat ze zelf in het leven hebben geleerd. We besloten dit beeld te gebruiken voor ons boekje en zijn van daaruit het gesprek met de generatie van onze vaders aangegaan. We hebben zeker ook bedacht hoeveel zonen al eeuwenlang van moeders leren en of dat niet betekende dat we liever zowel ‘onze vaders’ als
Zeg maar tegen Karel Noordzij dat ik aanraad het gesprek met jullie aan te gaan. FRITS PHILIPS JR.
Voordat we overgaan tot de lessen die we getrokken hebben uit de gesprekken, willen we de negen mannen kort voorstellen.
14
over het ontstaan van dit boekje
De mannen Jan Baan is een van de grote Nederlandse ondernemers. Hij heeft met Baan Company een miljardenbedrijf opgezet dat hij samen met zijn broer leidde. Baan is een zeer publieke figuur, die in de weg naar succes ook veel klappen heeft gehad. Het gesprek met hem was fantastisch. We waren erg geraakt door de manier waarop hij met ons de zoektocht aanging en door zijn openheid. Baan Company is nu een gewaardeerd onderdeel van het Amerikaanse Infor. Baan is sinds 2001 de drijvende kracht achter Cordys. Jan-Willem van den Braak heeft vanuit zijn functie als directeur Sociale Zaken van het VNO-NCW bij vele grote (cao-)onderhandelingen van de laatste twintig jaar aan tafel gezeten. Hij heeft met grote Nederlandse politici onderhandeld en is inmiddels naar Brussel verhuisd. Met Van den Braak hebben we een uitermate zonnig en inspirerend gesprek gehad bij ZIN in Werk in Vught. Hoofdstuk 6, Les 4: De kunst van het relativeren, is voor een groot deel op zijn conto te schrijven. Wil Derkse hebben we als laatste bezocht. Hij is auteur van Een levensregel voor beginners. Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijkse leven (Lannoo, 2000). Een boek dat haast in ieder gesprek werd genoemd. Bijna iedereen had het gelezen. Derkse is als hoogleraar werkzaam aan de Radboud Universiteit Nijmegen en is tevens directeur van het Soeterbeeckprogramma. We kwamen bij hem met de expliciete vraag ons te leren over discipline, structuur en regelmaat.
Teun Hardjono is hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het gebied van kwaliteitsmanagement en organisatieverandering. Hij heeft als levensparabel het beeld van Christoforus die mensen naar de andere kant van de rivier brengt. Dat ziet Hardjono als zijn taak en juist ook daarom is dit boekje met hem begonnen.
Karel Noordzij is met name bekend door zijn rol in de raad van bestuur bij PGGM en de maanden die hij kreeg om de NS weer ‘op de rails’ te krijgen. Met hem hadden we al een link via de stichting Dienend Leiderschap waar hij in het bestuur zit. Ook in het gesprek werd snel duidelijk dat hij veel heeft nagedacht over leiderschapsprincipes en de noodzaak om binnen organisaties meer oog te hebben voor de mensen. Een van de meest wezenlijke lessen kwam van Noordzij en is opgenomen in hoofdstuk 8. Frits Philips jr. is uiteraard de (klein)zoon van. Daar ontkomt hij niet aan. We hadden bij Philips jr. nog drie dagen kunnen zitten en het gesprek was geen seconde blijven haperen. We verdenken hem er zelfs van dat hij dit boekje het liefst zelf had geschreven. Op een schitterend terrein in Eindhoven liet hij ons zijn ‘vriend’ zien. Een uil die was komen aanvliegen op het moment dat Philips wel een vriend kon gebruiken. Soms komt de uil zomaar op zijn schouder zitten. Dit keer niet. Maar toen hij hem riep, kwam er gelijk antwoord. Philips jr. heeft eind 2006 afscheid genomen van zijn eigen bureau dat trainingen geeft in onderhandelingstechnieken.
15
16
Kees Storm heeft AEGON in de jaren negentig als CEO geleid naar ‘een koersexplosie zonder weerga’. Storm heeft altijd een bijzondere band gehad met zijn ouders en ziet die relatie, samen met zijn nieuwsgierige karakter, als de basis voor zijn carrière. Wij waren vooral onder de indruk van de ontspannenheid waarmee hij over zaken praat. Het paste bij het motto van AEGON waarmee hij in zijn AEGON-tijd iedere presentatie eindigde: ‘respect people, make money and have fun’. Doekle Terpstra’s citaten zijn om in te lijsten. Waar we bij de meeste anderen de uitspraken moesten aanpassen of er stopwoordjes uit moesten halen, konden die van Terpstra ongewijzigd, en met een krul eronder, worden ingevoegd. Als rotjochie begonnen, blijven zitten op de mavo omdat zijn vriendje een klas lager zat, en naar eigen zeggen juist mede daardoor voorzitter van het CNV geworden. Inmiddels is hij voorzitter van de HBO-Raad. Johan Verstraeten is de auteur van Leiderschap met hart en ziel (Lannoo, 2003). Een van de beste boeken over leiderschap en de absolute reden dat we hem in Leuven zijn gaan opzoeken. Verstraeten is daar hoogleraar in de theologie en vicedecaan onderzoek, verantwoordelijk voor ongeveer 150 onderzoekers. In een oase van boeken en scripties bleek hij een zeer toegankelijke man en een inspirerende denker.