INHOUD
REDACTIONEEL
Draagvlak
VOEDING
2
Cappuccino van prei Interview: Margaretha Guidone
5
CONSUMENTENNIEUWTJES
42 31
MOESTUIN
De nieuwe liefde van Lieven David UIT DE PRAKTIJK
Dossier composteren: 23-30 De compostmeester: een veelzijdige vrijwilliger Interview: compostmeester Marc Smeyers Bodembiologie inzetten in land- en tuinbouw
Wetgeving bio bedreigd?
20
51
BLIK OP MILIEU
13
UITGELEZEN
www.pala.be Heerlijk eerlijk
34
LANDBOUW
SIERTUIN
Pimpampoentjes als biologische bestrijders
Consumentennieuwtjes Grote enquête groenteen fruitabonnementen (deel I)
Weleda, pionier in duurzame cosmetica
36
EN VERDER
55 56
Lezers schrijven Waarheen Zoekertjes
40 48 46
Nieuwe ledenvoordelen p. 3-4 Velt op de Dag van de Aarde p. 49-50 Brochure de Groene Zomer: middenin MIDDENIN - UITNEEMBAAR
12 pagina’s afdelingsactiviteiten
Seizoenen april 2007/ 1
DRAAGVLAK ‘Sluit alle wettenmakers op en laat veel bloemen bloeien’. Daarvoor pleit Prof. Jan Rotmans van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij bedoelt hiermee dat de politiek best alle mogelijke steun geeft aan mensen die tonen dat er ‘een weg’ is. Veltleden zijn zulke koplopers die in huis en tuin, en nu ook in het kippenhok, ecologisch leven in de praktijk brengen. Helaas horen we politici nog te vaak zeggen dat ‘het draagvlak bij de bevolking te klein is’. Hierachter verschuilen ze zich dan om broodnodige maatregelen niet te hoeven doorvoeren. Hoe groot moet dat draagvlak dan zijn, hoe ernstig de ecologische problemen, hoe zwaar de draagkracht van de aarde overschreden voor ze wèl de nodige actie ondernemen? Om het even te zeggen met een uitdrukking uit mijn geboortestreek: Ze moesten kletsen krijgen! De politiek heeft de taak het kader en de voorwaarden voor een ecologische omslag te scheppen. Wanneer een groot deel van de bevolking ecologische keuzes wil maken, moeten regeringen haar daarbij helpen. En er zijn de voorbije jaren nogal wat kansen blijven liggen. Neem REACH (zie vorige Seizoenen). Met deze wetgeving had Europa duidelijk kunnen afbakenen welk gebruik van chemicaliën door de beugel kan en welk niet. Hàd kunnen, maar noppes dus. Hoe kunnen consumenten de ‘juiste’ keuzes maken wanneer in warenhuizen op het schap van de natuurcosmetica een hele reeks twijfelachtige ‘groene’ of ‘natuurlijke’ cosmetische producten terechtkomen? En waarom kun je nog gemakkelijk aan pesticiden geraken in tuincentra? Pluis rustig de Groene Zomer brochure in bijlage uit voor een hele reeks ecologische tuinen die gif wel aan de kant laten staan. We kunnen eindeloos kiezen tussen weinig duurzame producten, terwijl we actief op zoek moeten naar duurzame alternatieven. Dit kan toch niet de zaak van de individuele consument zijn? Onze politieke vertegenwoordigers kunnen ervoor zorgen dat de mensen geen bibliotheek aan boekjes en brochures moeten lezen, documentaires bekijken of de betekenis van labels achterhalen om ecologisch te leven. Daarom, politici opsluiten, ...ik voel er wel wat voor. Op kraantjeswater en biobrood! Maar dan om ervoor te zorgen dat de verkozenen van 10 juni het parlement niet uit kunnen vooraleer ze een traject voor de ecologische omslag van onze samenleving en economie hebben uitgewerkt. Misschien moet ik het maar wagen, mijn fiets een tijdje ongesloten aan het station laten staan en het slot aan de poorten van het parlement hangen. Wie gaat er mee? Bart Coenen 2/ Seizoenen april 2007
NIEUWE LEDENVOORDELEN! In deze rubriek vind je alle info over de nieuwe verkooppunten waar je als Veltlid korting krijgt. • STAINLESS BUILDING CONSULTANCY
Stainless Building Consultancy verkoopt de ‘Arion Slakkenmuur’, een ecologisch verantwoorde barrière tegen slakken rond groenteperken. Jouw korting: 10% op de Arion slakkenmuur, verzinkte stalen elementen: 1 meter element, 0,5 meter element, buitenhoek, binnenhoek en bevestigingsstaafjes. Adres: Achilles Musschestraat 123A, 9000 Gent. www.stainless-deroover.be • BODEMKUNDIGE DIENST VAN BELGIË
60 jaar onderzoek van de bodemvruchtbaarheid en van de behoefte voor nagenoeg alle teelten en gewassen in België. Dit alles gebeurt door een multidiciplinair team van specialisten. Alle analyses gebeuren in het BELTEST-geaccrediteerd laboratorium in Heverlee. Op basis hiervan verzorgen wij: • analyse van bodem en adviezen naar bemesting voor deze teelten. • analyse van en adviezen naar compost en potgrond. • analyse van en adviezen naar irrigatieen beregeningswater. Dit alles zowel voor teelten buiten als onder kappen of glas. Dit zowel voor de professionele pro-
ducent als de hobbyteler of voor een particuliere tuin. In het hele land zijn er regionale medewerkers die de nodige staalnames kunnen verzorgen. Jouw korting: Tot 31 december 2007: 48,20 (excl. btw) of 10% korting op een analyse en bemestingsadvies voor tuinen (d.w.z. een standaardadvies zonder boekje). Adres: W. de Croylaan 48, 3001 Heverlee. www.bdb.be • ECOMICROOB
Laat je ook bijten door de ecomicroob en bekijk het assortiment: Indische wasnootschalen, Ökomag-soft-magneetbol, katoenen luiers en toebehoren, katoenen maandverband,.... In deze winkel vind je ook houten speelgoed, zoutkristallampen, weledaproducten, etherische oliën en Natura zepen (kurkuma, annato, spirulina, neem, sandel, henna, jasmijn). De Ecomicroob is zowel groot- als kleinhandel. Jouw korting: 5% op het volledige gamma behalve op reeds afgeprijsde producten. Dit aanbod is niet cumuleerbaar met andere kortingen Adres: Vogelstraat 60, 2580 Putte. www.ecomicroob.be • LEKKER GEC
Lekker GEC is een gecertificeerd biologisch, vegetarisch eet- en theehuis,
Foto Guy Augustijns. ‘Erwt in bloei.’
Seizoenen april 2007/ 3
gelegen tegenover het St Pieterstation. Dagelijks geopend van 12-21u, behalve op maandag. Lekker GEC verzorgt ook een kleine biologische moestuin, de Lekker Gecke Spruit. We werken in hoofdzaak met vrijwilligers. Jouw korting: 1 op alle schotels (dagschotel, salades, groententaart, burger met frietjes, spaghetti) en op kleine dagschotel. Producten die geen deel uitmaken van de korting zijn alle kleine schotels (soep, broodjes, kleine spaghetti, desserts). Adres: Maria Hendrikaplein 5-6, 9000 Gent. www.lekkergec.be • LAZULI
LAZULI is gespecialiseerd in ecologische kleding voor dames en kinderen, met oog voor kwaliteit en stijl, van eenvoudigweg natuurlijk tot 100% bio en ethisch verantwoord geproduceerd. Behalve kleding en accessoires heeft LAZULI ook een uitgebreid gamma natuurlijke breigarens en viltwol. Jouw korting: 5% op alle kleding met uitzondering van kleding in promotie of solden. Deze korting is niet cumuleerbaar met de korting via de klantenkaart. Adres: Lazuli bvba, Rik Woutersstraat 40, 2800 Mechelen. www.lazulikleding.be
Margriet. Foto Evelyne Fiers.
Wil je met jouw bedrijf of organisatie meedoen aan deze actie? Contacteer Michel Beankens.
[email protected] - 03 281 74 75
4/ Seizoenen april 2007
OVERZICHT OVERIGE VERKOOPPUNTEN
• Ecoflora Ninoofsesteenweg 671, 1500 Halle. • Dobbelhoeve Goorstraat 43, 2970 Schilde. • Biogroei Biezenstraat 10, 3040 Loonbeek. • Hageling-Bio Wijnbouw Vianderdal 23, 3300 Tienen. • Het Roodhof Nieuwburgstraat 32, 8020 Oostkamp. • De Hogen Akker Hogenakkerweg 2, 8730 Oedelem. • Boerderij De Loods Ouden Dendermondsesteenweg 37, 9300 Aalst . Dit overzicht vind je ook op: www.velt.be/voordelen met vermelding van de producten waarop de korting van toepassing is.
DE NIEUWE LIEFDE VAN LIEVEN DAVID LIEVEN DAVID EIND APRIL IN DE SERRE
De hele serre staat nu behoorlijk vol. Het oogstbaar groen zoals mosterd, tuinkers, rucola, sla, andijvie, radijs en uienpijpjes groeit zienderogen. Boven op de grote broeihoop wast het jonge plantgoed van tomaat, komkommer, paprika, physalis en nog enkele warmteminnende kruiden. In andere kweekbakken, over de serre verspreid, kweek ik heel wat plantjes op van pompoen en courgette, suikermais, kool en lage boontjes. Van vele gewassen teel ik een rijke waaier aan rassen. Om die uit elkaar te houden etiketteer ik elk rijtje – of soms elk potje – met mesheftschelpen. Die schelpen vind je gratis langs de kust, ze laten zich makkelijk beschrijven met een tuinstift. Als ze verloren gaan of breken, is dat niet erg: ze vergaan uiteindelijk. Regelmatig water geven is natuurlijk noodzakelijk. Bovendien bepoeder ik een keer per week, met de handverstuiver, al het jonge plantgoed lichtjes. Ik verstuif afwisselend lava- en basaltmeel en voeg daar telkens ook een soeplepel bentoniet en gemalen zeewier aan toe. Zo krijgen de opgroeiende plantjes we-
kelijks wat extra mineralen en sporenelementen. Dit stoffige gedoe verhoogt enigszins de pH van blad en bodem en weert op die manier schimmels en bladluizen: beide plagen komen namelijk makkelijk voor in zo’n warm en vochtig klimaat bij jonge blaadjes. BLOEMEN TUSSEN EN OM DE GROENTEN
Al jarenlang laat ik gecontroleerd hier en daar in de moestuin wat een- of tweejarige bloemen zichzelf uitzaaien. Zo komt het dat driekleurig viooltje, vergeet-me-nietje, slaapmutsje en goudsbloem een groot deel van het jaar wat extra kleur geven aan de groentebedjes. Sommige van deze bloemen zijn eetbaar of als geneeskrachtig kruid te gebruiken. Vooral samengesteldbloemigen, zoals goudsbloem en tagetes, ontsmetten de grond. Daarnaast verschaffen ze ook nectar of stuifmeel aan nuttige insecten. Het teveel aan plantjes verplant ik meestal naar een plekje dat nog wat kleur kan gebruiken. In mijn dertig jaar tuinierschap heb ik natuurlijk al die zaailingen leren herkennen.
Foto’s Lieven David.
Seizoenen april 2007/ 5
Grasbijtje op Abessijnse kool.
Nu ik, dankzij Maria’s Hofke, zoveel plaats heb, neem ik me voor om elk jaar nog een paar extra bloemetjes te introduceren. Dit jaar worden dat in ieder geval Limnanthes (spiegeleitje) en korenbloem: ik las dat die bloemen echte magneten zijn voor nuttige beestjes. De eetbare tuin zal er nog wat kleurrijker door worden.
Voorts plant ik ook nog een twintigtal knollen van Rosa, als late aardappel: dit is een zachtroze langwerpige saladeaardappel. Corne de Gatte daarentegen heb ik, na acht jaar dienst, aan de deur gezet wegens te ziektegevoelig. Sommige plantaardappelen ontwikkelen, als je even niet oplet, superlange scheuten. En wat dan? In ‘Gardening without chemicals’ – een boeiend boekje uit 1986 – beweert een krasse Jack Temple dat hij zulke lange scheuten net aanmoedigt. Ik zie op zijn foto scheuten van minstens 10 cm. Volgens Temple brengen zijn aardappelplanten met deze techniek evenveel kilo’s knollen op, maar dan allemaal van groot formaat. Tot zover Temples bevindingen. Ik heb er echter zo mijn bedenkingen bij én ik heb andere ervaringen. Het planten van die scheutenkluwens gaat moeilijker dan het planten van korte uitlopertjes. Bovendien heb ik nog geen noemenswaardige verschillen in grootte of opbrengst gemeten. Maar misschien lukt de Templetruc wel bij jou.
DE LAATSTE AARDAPPELEN
EIND MEI: PREI IN BLOEI
Wanneer het speenkruid dat her en der in onze pluktuin staat helemaal verwelkt is en de muskaataardbeien onze voortuin omtoveren tot een witte bloemenzee, dan is het hoog tijd om de laatste aardappelen te planten. Dit jaar probeer ik Sarpo Mira eens uit. Ik las dat dit aardappelras tijdens de Sovjettijd ontwikkeld werd in Hongarije. Het is, nog steeds volgens mijn bronnen, roodschillig, vrij bloemig in de kook, goed te bewaren en nog lekker ook. Vooral de sterke resistentie tegen phytophtora (de aardappelziekte) in knol en loof interesseert mij (en wellicht vele tuiniers); de matige schurftgevoeligheid neem ik er voorlopig maar bij.
Op het Tieltse veld staan nog enkele tientallen stuks winterprei van het ras Blauwgroene Winter en daar wil ik dit jaar weer eens zaad van winnen. Een leuk werkje, dat ik om de drie jaar ga herhalen. Eén zaadoogst levert immers genoeg zaad op voor een half dorp en het verkregen zaad behoudt minstens drie jaar zijn kiemkracht. Kan je dan niet beter elk jaar twee of drie preiplanten vers zaad laten vormen? Het antwoord is nee, want prei is een echte kruisbestuiver en wanneer je die met te weinig exemplaren tegelijk laat bloeien krijg je al gauw inteelt. Dan gaat je varieteit onherroepelijk achteruit.
6/ Seizoenen april 2007
Daarom selecteerde ik in 2004 de twintig sterkste planten – dit jaar worden dat er dertig. Hoe meer kruisbestuivende exemplaren, hoe beter voor het nageslacht, zeggen de boeken. Dat selecteren doe ik door telkens die exemplaren te oogsten die het meeste te lijden hebben van vorst, roest of andere preiprobleempjes, plus alle preien die mij qua formaat en uitzicht niet bevallen. De resterende twintig of dertig keurpreien mogen dan vrijelijk naast elkaar bloeien: de bijtjes en de hommels zorgen enkele weken lang voor een actieve kruisbestuiving. Een steunstok houdt elke preibloem recht en dus droog tot in augustus. Tussen die zaaddragers in het preibed staan er natuurlijk nog andere preistengels die ook popelen om te bloeien. In een warm voorjaar kan dat proces opeens snel gaan. De bloemstengel die zich nu binnenin vormt, vind ik een exclusieve groente. Zolang die nog niet boven de bladeren uitpriemt, oogst ik hem door de omliggende bladeren allemaal weg te pellen. Per doorschietende preiplant kan ik zo een lichtgroene stengel, zo dik en zo lang als een asperge, oogsten. In de keuken snijd ik eventueel het harde deel eraf en dan stoom ik deze preiasperges gaar. Een delicatesse: zoeter dan gewone prei, en niet in de winkel te koop! Ook met de bloemknoppen en de stervormige bloemetjes van prei valt creatief en lekker te kokkerellen. En het teveel aan zaad kan ik laten kiemen; niets hoeft verloren te gaan. Behalve prei kan je natuurlijk ook andere tweejarige groenten zaad laten schieten. Met pastinaak, schorseneer, snijbiet, boerenkool en winterbroccoli heb ik goede ervaringen.
Zelf zaad winnen vind ik overigens een van de leukste activiteiten van het moestuinieren, en wel om de volgende redenen: het is gewoon leuk, spiritueel en leerrijk om die hele cyclus, van zaad tot plant tot zaad, te beleven, de bloeiende groenten trekken wat extra nuttige insecten aan en door mijn selectie gaat het gewas zich geleidelijk aan aanpassen aan onze grond, onze teelttechnieken en onze smaak.
“Eind april of begin mei zaai ik nog maar eens mijn nieuwe liefde: bataviasla!” De opbrengst aan zaad is, op amateurniveau, natuurlijk niet in kilo’s te meten, maar die enkele planten brengen meer dan voldoende op om heel wat overschotten uit te delen en te ruilen. Enkele belangrijke regels, bijvoorbeeld in verband met kruisbestuiving, moet je wel in acht nemen als je groentezaad wil kweken. Heel veel algemene informatie vind je in het Handboek Ecologisch Tuinieren van Velt. Bij elke soort vind je er instructies voor de zaadteelt. Sluitkool moet je bijvoorbeeld niet naast boerenkool laten bloeien – tenzij je die twee bewust met elkaar wil laten kruisen. Wortel verbastert dan weer vlot met wilde peen en beestjes houd je uit je zaaigoed door dat 72 uur in de diepvries te stoppen. Het is allemaal maar een weet… Voor wie het naadje van de kous wil weten raad ik de volgende werken aan: Zelf biologisch zaden kweken van Paul Van Oosterwijck – in tweedehandswinkels nog op de kop te tikken – of Seed to Seed van Susanne Ashworth. BATAVIA: KNAP EN KNAPPERIG
Eind april of begin mei zaai ik nog maar eens mijn nieuwe liefde: bataviasla! Je zult die wel kennen van op vakantie in Frankrijk. De krop is mals en krokant tegelijk en zit naar ons gevoel Seizoenen april 2007/ 7
tussen krop- en ijsbergsla in. Het blad is dik en gebobbeld en vaak ingesneden en/of roodgetint. Als ik geen sla zou lusten, zou ik batavia’s trouwens louter voor hun decoratieve waarde kweken! Ik las ergens dat deze oer-Franse sla omstreeks 1850 is ontstaan. Sla met namen als Gloire du Dauphiné, Pasquier, Rouge Grenobloise en Reine des Glaces klinkt alsof hij zo met wat stokbrood en camembert op tafel kan. Het dikkere blad en de schiettolerantie van de plant waren oorspronkelijk heel voordelig in de warmere, drogere Franse zomers. De klassieke bataviarassen zijn bijna allemaal bestemd voor de zomerteelt. Een mooi blond traditioneel lenteras is bijvoorbeeld de Dorée de Printemps: die zijn we rond deze tijd van het jaar al volop aan het oogsten.
porteren en te bewaren dan de traditionele boterzachte kropsla. Vandaag ligt er veel meer batavia in onze winkelrekken dan pakweg twintig jaar geleden, maar in de Vlaamse moestuin zie ik deze sla zelden. Onbekend en dus onbemind? Die oude rassen, voor zover je er zaad van kan vinden, kunnen qua resistentie niet tippen aan de moderne kropslarassen waarvan je in elke winkel zaaigoed kan kopen. Nieuwe bataviarassen, zoals Marsala, Carioca, Floreal, Camaro en nog tientallen anderen, hebben professioneel de oude garde verdrongen. Ze worden door de beroepstelers regelmatig vervangen door rassen die nog beter bestand zijn tegen schimmels en beestjes. Maar: zaad van deze interessante rassen is voor amateurs voorlopig moeilijk verkrijgbaar. IJsbergsla – pas rond 1930 in de USA ontwikkeld uit bataviatypes, en door zijn superstevig blad eindeloos te bewaren en te transporteren – vind ik dan weer moeilijker te kweken dan batavia’s. Maar dat zal wel aan mij of aan mijn grond liggen. Persoonlijk vind ik batavia trouwens gewoon lekkerder dan kropen ijsbergsla samen. IN HET VERBAND PLANTEN
Marsala.
De laatste decennia hebben veredelaars deze bataviaatjes herontdekt: door hun stevige structuur zijn ze beter te trans-
8/ Seizoenen april 2007
April en vooral mei zijn de drukste uitplantmaanden. Tientallen planten van sla, kool, pompoen en nog veel meer soorten zeul ik wekelijks uit de serre naar buiten. Systematisch werken is wel een noodzaak met al die eetbare diversiteit: overal neem ik mijn klembord met tuinplan mee en telkens noteer ik waar wat komt. Een tip: aan mijn klembord bengelt, met een touwtje, een onverslijtbaar potloodje.
Ik had vorig jaar al vermeld dat ik met verspringende lijnen werk, of – voor de metselaars onder jullie – in het verband. Een handig hulpmiddel hierbij is mijn zogezegde zigzagplank. Die is 10 cm breed en om de 10 cm heb ik een lijntje getrokken. Die plank leg ik op het bed waar de plantjes moeten komen. Zelf sta of hurk ik, op het pad uiteraard, met een van de korte kanten van die plank voor mij. Dan poot ik het eerste plantje links van de eerste streep op de plank, het tweede komt rechts van de tweede streep en zo plant ik zigzaggend verder tot het einde van de rij. Wanneer ik dan mijn plank verwijder, staat het plantgoed in een mooi verspringend patroon. De volgende zigzagrij komt dan gewoon op de normale rijenafstand. Concreet, met bosui als voorbeeld: in plaats van twee rechte rijen, met 25 cm tussenruimte, waarin de plantjes om de 10 cm staan, krijgen we twee elegante slalomlijnen met één bosuiplantje om de (even uitrekenen) 14 cm. Daardoor staan de uitjes uiteraard iets meer over het hele bed gespreid. Deze schikking benut de grond beter en laat individuele planten beter uitgroeien, zeggen telers die werken volgens de permacultuur. Nu ja, veel zal natuurlijk afhangen van de precieze afstanden die je hanteert. Er is in ieder geval ruimte om te experimenteren. Je kan een zigzagplank (of ander hulpmiddel) van 10 cm breed gebruiken of je kan breder gaan werken. Zelf vind ik die slingerrijtjes in ieder geval mooier dan de normale kaarsrechte lijnen. De klassieke bewering dat je tussen rechte rijen beter kan schoffelen en wieden dan tussen rechte rijen, klopt niet voor permacultuurtuinen. Al dat gemulch van mij houdt het onkruid immers voldoende onder de knoet.
Peterselie en zigzagplank.
IN KROMMEN ZAAIEN
Ik ben evenmin rechtlijnig wanneer ik rijtjes zaai. Met de schoffel trek ik ondiepe sinusoïdale – zeg maar kromme – lijnen. Even inzaaien, al dan niet bedekken, en dan aandrukken. Het resultaat: een zwalpend rijtje radijs, een slalom van jonge prei,… Ook hier kan je weer spelen en variëren met de breedte van de rij. In de literatuur over permacultuur las ik nog een argument voor deze niet-rechtlijnige logica. Natuurlijke bosranden zitten ook vol curven, onze darmwand is ook een kronkelend lijnenspel,… – moeder natuur creëert zo overal een maximaal contactoppervlak voor een optimale uitwisseling. Terug naar de tuin nu: gebogen rijen zijn inderdaad een stuk langer dan rechte. Bovendien scheppen ze de mogelijkheid om in de bochten nog wat te planten of te zaaien. Bijvoorbeeld: een rijtje wortel kan, in elke elleboog, ruimte bieden aan Seizoenen april 2007/ 9
een paar uien of aan een tagetes. Op die manier wordt combinatieteelt, uiteraard na wat gissen en zoeken, weer wat mooier en efficiënter.
serreplanten voeden. In november zal dan de uitgerijpte, fijne compost – zijn gewicht in goud waard – als een dikke laag in de serre overblijven.
DE HOOP DIE LEVEN DOET: COMPOST
OPBINDEN EN DIEVEN
Tijdens de eerste week van mei krui ik, zoals ik vorig jaar al vertelde, een paar kubieke meter halfgare compost van de kippenren naar de serre. Onze twee kippen zijn, na wat aanvankelijke paniek om zoveel gerij, al gauw in hun nopjes met de wriemelende pieren die de hoop herbergt. Eigenlijk is dit maar een ruwe wachthoop, hoor, die ik een keer per jaar leegmaak. Ik voorzie voor deze hoop ongeveer twee vierkante meter in de kippenren; aan drie kanten begrensd door de omheining. Aan de vierde kant fungeert onze grote compostzeef, op haar zij, als wand van 1 m hoog. Hierover springen onze kippen gezwind, maar de constructie zorgt er wel voor dat ze de hele boel niet kunnen open scharrelen. Zo blijft de hoop een echte hoop, waarin de verteringsprocessen rustig kunnen voortboeren, en de rest van de kippenren relatief schoon. Alle oogstresten, onkruid, keukenafval en kippen- en konijnenmest gooien we stelselmatig op deze kippenhoop. Tussen mei 2006 en mei 2007 is de hoop weer aangegroeid tot een paar kubieke meter. Onderaan is hij al vrij mooi gecomposteerd; middenin nog volop aan het verteren – dat zie je aan de pieren – en bovenaan moet het hele proces nog beginnen. Al dat rijp, halfrijp en onrijp materiaal krui ik nu naar de serre. Daar zal deze massa, samen met mijn broeihoopmateriaal, nog een half jaar lang verder verteren en intussen de collectie 10/ Seizoenen april 2007
De meeste serreplanten hebben een behoorlijke steun nodig. Vier verzinkte bovendraden, over de hele lengte aan het serredak bevestigd, vormen de leidraad en vergemakkelijken het opbinden. Daaraan knoop ik de verticale steundraad voor elke plant. Ik werk met stevig jutetouw, dat een heel seizoen de planten goed zal steunen en dat daarna nog een tweede leven als opbindtouwtjes voor bessen krijgt. De komkommerachtigen krijgen al meteen na het planten een touwtje naar het plafond. Ik plant ze elk jaar, met flink wat rijpe compost aan de voet, bovenop de broeihoop. Die gezellige warmte en al dat voedsel aan hun wortels doet onze komkommers groeien, bloeien en vrucht zetten dat het een plezier is om te zien. Vanaf eind mei kunnen we al regelmatig komkommers plukken. Ook de tomatenplanten staan volop in een voedselrijk, verterend milieu – maar uiteraard niet zo warm. Twee weken na het uitplanten – dus ongeveer in de derde week van mei – zijn ze groot genoeg om aan te binden en voor het eerst te dieven. Niet alle rassen dief ik op dezelfde manier. Als ik één klassieke stam aanhoud, is dat meestal om plaats te sparen. Zo kan ik meer rassen in de serre planten – dit jaar ongeveer zeventig verschillende. Vaak hou ik echter twee tot vier stengels aan: dat doe ik door een of meerdere flinke dieven gewoon te laten staan en
ook op te binden. Het grote voordeel is dat ik zo meer plantmassa en meer vruchten van één plantje krijg: meer waar voor mijn geld, zeg maar. Waarom niet iedereen dat dan doet? Ik som enkele bezwaren en risico’s op, plus mijn antwoord: dat wordt me daar een jungle! In ons vochtige klimaat gaat zo’n wirwar van takken en gebladerte wel gauw vol schimmels zitten. Wees gerust: ik bind mijn tweede (en derde, …) tak met een ruime afstand op ten opzichte van de hoofdtak. Daarnaast neem ik de hele zomer de normale biologische voorzorgsmaatregelen tegen ziektes: luchten, matig bemesten, nauwelijks water geven en gesteentemeel stuiven. Ook houd ik elke rank netjes: ik verwijder de hele zomer overbodige dieven en bladeren. Je put de plant uit of je wortelgestel kan zo’n (drie-)dubbele plant niet dragen. Dat klopt niet wanneer je, zoals ik, zorgt voor een massale aanvoer van verterend materiaal. Het wortelstelsel ontwikkelt zich even goed als de bovengrondse delen en gaat bovendien ook heel diep. Geënte tomatenplanten zijn, door hun extra groeikracht, trouwens ideaal om aan meer takken op te kweken. Je vleestomaten worden nooit zo dik als de mijne. De onze hoeven geen halve of hele kilo’s te wegen, maar dat doen ze vaak wel. Het gaat mij niet om de dikste, maar om de lekkerste vruchten; en als we die met emmers tegelijk kunnen plukken wil dat zeggen dat dit systeem blijkbaar werkt. Bovenstaande teeltsuggesties gelden in principe voor alle rankende tomaten. In het vorige nummer schreef ik al over hun superlage en -vroege zusjes, die ongesnoeid vrucht zetten. Tussen die twee uitersten zijn er nog vele andere, halfhoge types. Dit jaar probeer ik een aantal Russische rassen uit die zichzelf zouden moeten toppen op bijvoorbeeld één meter hoogte. Voorts kweek ik ook al jaren Martino’s Roma en Royal Chico. Deze twee goed gelijkende rassen dief ik niet, maar ik leid al hun takken doorheen betongaas (2 m lang
HALF MEI: SOJA
Omstreeks de ijsheiligen zaai ik voor het tweede jaar Fiskeby, de intussen klassieke sojaboon die je al jaren bij Velt kan bestellen. Een makkelijke teelt, vond ik vorig jaar. Eigenlijk vreemd dat ik zolang gewacht had om deze boon eens uit te proberen. Maar nu het halve Braziliaanse regenwoud blijkbaar moet wijken voor veevoedersoja wil ik zelf toch eens soja kweken. Gewoon uit nieuwsgierigheid ook. Ik zaai de boontjes een paar centimeter diep, ongeveer 10 cm in de rij en 50 cm tussen de rijen. Na enkele warme dagen komen de typische zaadlobben naar boven, gevolgd door grappig behaard blad. Vanaf nu komt het er enkel op aan de teelt onkruidvrij te houden door voldoende te mulchen. Ziektes heb ik nog niet gezien bij dit bijzondere gewas. Zouden die reusachtige monoculturen van genetisch verprutste soja ook zo makkelijk onkruid- en ziektevrij blijven? Ik heb een donkerbruin vermoeden van niet.
Foto: Kanko.
Seizoenen april 2007/ 11
en 1 m hoog, met mazen van 15 cm). Het resultaat: een groene wand, waar lucht en teler nog makkelijk bij kunnen. Ik pluk er hele emmers vol klassiek peervormige romavruchten van! TOMATEN IN DE KOOI
Ik zie dat amateur-tomatentelers in (het zuiden van) de VS duchtig gebruik maken van tomato cages. Dat zijn manshoge cilinders, van grootmazig, stevig gaas, die ze om elk plantje zetten. Het tomatengewas begroeit dan, helemaal ongediefd, de hele tomatenkooi. Af en toe een rank naar binnen leiden en vooral veel plukken: dat moeten ze daar in de zuidelijke VS nog wel doen. Het klimaat is daar uiteraard niet zoals het onze: zij kweken buiten, terwijl onze serres en onze zomers net te vochtige omstandigheden scheppen. PEPERS NAAR BUITEN
Ik wacht elk jaar langer met het buiten uitplanten van onze paprika’s en pepers. In 2006 stonden ze tot half juni in een vijfliterpot op of naast de broeihoop in de serre. De vroegste rassen begonnen al groene vruchtjes te dragen en wasten flink uit hun kluit. Half juni plantte ik ze dan op bedje 21 in Maria’s Hofke. Heel voorzichtig uiteraard én tijdens een regenachtige periode. Mulchen en flink water geven en na een paar dagen groeiden de planten alweer lustig voort. Dankzij nog meer mulch, een maandelijkse portie smeerwortelgier en een abnormaal warm najaar droegen ze volop vrucht tot ver in december. Dit jaar zal ik een dertigtal capsicumrassen verspreiden over bed 7 (in de pluktuin) en bed 22 (in Maria’s Hofke). Een kleurrijke waaier, van zoete paprika tot gloeiend heet pepertje, met diverse mildhete tussentypes: elk jaar kweek ik er meer van. HALF MEI IN DE LUSTHOF
Diverse groenten, kruiden en bloemen mogen hier, ietwat gecontroleerd, zichzelf uitzaaien. Op die manier helpen ze eetbare plantjes (zie foto’s) creëren. Weinig werk en een bont palet om te plukken. 12/ Seizoenen april 2007
Van boven naar onder: - Marsala en knoflook Inchelium red. Je ziet ook paarse shiso, landkers, koriander, veldsla en winterpostelein. - Amarantmelde. - Paarse shiso, ijskegelradijsjes en broccoli Purple Peacock.
PIMPAMPOENTJES ALS BIOLOGISCHE BESTRIJDERS TIM ADRIAENS
Lieveheersbeestjes, pimpampoentjes, piepauwen, pieternellebeestjes, mariakevertjes…: met hun bonte stippelkleed zijn dit erg aaibare viezebeestjes. Hun imago van geluksbrenger vind je terug in allerlei legendes en volkse benamingen. Iedereen weet dat ze nuttig zijn. Je kan er blad- en schildluis mee onder de knoet houden. De toepassing van lieveheersbeestjes als biologische bestrijders Lieveheersbeestjes danken hun goede imago ongetwijfeld mede aan hun reputatie van biologische bestrijders van allerlei plaaginsecten, meer bepaald bladluizen, schildluizen en spint. Al in het begin van de 19de eeuw trachtte men op grote schaal in Californische citrusgaarden schildluizen te bestrijden met het Australische lieveheersbeestje Rodolia cardinalis. Chemische bestrijdingsmiddelen boden weinig soelaas. Het stevige omhulsel van de diertjes bemoeilijkte immers de penetratie van pesticiden. De operatie was een groot succes: de schildluizenpopulatie werd op een aanvaardbaar peil gehouden en een
economische ramp van formaat kon worden vermeden. De biologische bestrijding was geboren… Schildluizen teisteren nogal eens appelen perengaarden, maar durven ook laanbomen zoals lindes aanpakken. Verschillende Belgische gemeenten gebruiken een lieveheersbeestje voor de bestrijding van schildluizen op hun laanbomen, met name het Australische lieveheersbeestje Cryptolaemus montrouzieri. Zeker in het geval van bomen is het erg moeilijk om chemische producten efficiënt op de plaaginsecten aan te brengen. Een gespecialiseerde predator kan de klus veel beter klaren. In periodes waarin Cryptolaemus weinig actief is (het voorjaar is
Seizoenen april 2007/ 13
tweede methode. Hun larven worden bijvoorbeeld massaal vrijgelaten op een aangetaste rozenkweek. Aangezien de dieren die zich hieruit ontwikkelen meestal wegvliegen naar voedselrijkere oorden, moet de behandeling vaak een aantal keren herhaald worden. Er komt dus een groot aantal lieveheersbeestjes in de vrije natuur terecht. Ecologische gevolgen
bijvoorbeeld te koud voor de soort), worden larven van het bij ons inheemse viervleklieveheersbeestje Exochomus quadripustulatus losgelaten. Onnodig te vermelden dat een goede kennis van de levenswijze van zowel plaaginsect als van de nuttige bestrijder onontbeerlijk is. Andere bekende toepassingen van lieveheersbeestjes zijn de bestrijding van spint met het dwergkapoentje Stethorus punctillum (een soort die ook bij ons voorkomt) en uiteraard de bestrijding van bladluisplagen op rozen, kamerplanten en in de glasgroenteteelt. Er zijn verschillende vormen van biologische bestrijding. In het bovenstaande voorbeeld van Cryptolaemus spreken we van klassieke biologische bestrijding. Een beperkt aantal bestrijders wordt vrijgelaten, met de bedoeling een kleine populatie te vestigen. Een andere methode bestaat erin een organisme massaal te kweken en vrij te laten op de plaag, vergelijkbaar met de manier waarop men een pesticide toepast. Het inzetten van bladluisetende lieveheersbeestjes sluit aan bij deze 14/ Seizoenen april 2007
Dat invasieve soorten een probleem kunnen vormen voor de biodiversiteit, is al langer bekend. Denk maar aan Canadese gans, Argentijnse mier, grote waternavel, waterteunisbloem, parelvederkruid, Amerikaanse vogelkers, roodwangsierschildpad, brulkikker etc. Wereldwijd worden invasieve soorten als een van de belangrijkste bedreigingen voor de biodiversiteit beschouwd. De gevolgen van hun introductie zijn meestal goed zichtbaar in het veld: eutrofiëring van hooilanden, agressie tegenover andere broedende vogels, dichtgroeien van waterlopen, overschaduwen van waardevolle heidevegetaties enz. Snel reageren bij een introductie en efficiënte bestrijding of verwijdering is de boodschap. Het bewustzijn hierover bij terreinbeheerders en beleidsmakers groeit. Op verschillende plaatsen in Vlaanderen worden eieren van Canadese gans geklutst of worden invasieve soorten uit gevoelige gebieden weggehaald. Ook invasieve waterplanten worden in de meeste Vlaamse provincies actief bestreden. Voor biologische bestrijders ligt de zaak ingewikkelder. Biologische bestrijding is een goede zaak voor het milieu.
Geïntegreerde bestrijding vermindert immers de hoeveelheid toe te passen schadelijke chemische producten (pesticiden). De inschatting van de ecologische risico’s verbonden aan de introductie van een biologische bestrijder is dus steeds een afweging van de kosten en baten: milieuwinst versus potentiële ecologische risico’s. Meestal gaat het om kleinere diertjes, van insecten zoals wantsen, sluipwespjes, hommels en lieveheersbeestjes tot bacteriën. Ze zijn minder bekend bij het grote publiek en moeilijker herkenbaar. Ook de potentiële gevolgen voor inheemse ecosystemen, zoals intraguild predatie, competitie, hybridisatie, veranderde predator-prooiverhoudingen etc. zijn niet onmiddellijk merkbaar. In vele gevallen is over deze risico’s helemaal niets bekend. In de top drie: Aziatisch lieveheersbeestje Het lieveheersbeestje Hippodamia convergens, het veelkleurig Aziatische lieveheersbeestje Harmonia axyridis en de roofwants Podisus maculiventris vormen een groot risico. De schildluisbestrijder Cryptolaemus montrouzieri valt vermoedelijk in een laag-risico categorie. Uit een inventarisatieonderzoek van de Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM) en Jeunes & Nature blijkt dat met name het veelkleurig Aziatische lieveheersbeestje, dat reeds te boek stond als een hoog-risico soort, zich niet alleen probleemloos kan voortplanten in de vrije natuur, maar zich intussen ook in een groot deel van België razendsnel heeft ingeburgerd .
Dit lieveheersbeestje, afkomstig uit Azië, wordt ingezet voor de biologische bestrijding van bladluisplagen en is daar door zijn vraatzucht ook bijzonder goed in. In 2001 werden de eerste populaties in de vrije natuur ontdekt. Daarna heeft het beestje zich spectaculair uitgebreid. De soort is een van onze algemeenste soorten geworden en kan overal in België gevonden worden. Ondanks de gekende ecologische risico’s, bleef (en blijft) een Frans bedrijf het Aziatisch lieveheersbeestje commercialiseren en promoten. De ‘flightless’ mutant die zij ontwikkeld hadden, een genetische variant zonder vliegspieren, zou volgens hen voldoende garanties bieden op veiligheid voor inheemse ecosystemen. Het draaide even anders uit. Van zodra zich een succesvolle romance met een gevleugelde partner voltrok, werden een reeks gevleugelde nakomelingen geboren… De keuze voor deze exotische soort is economisch gemotiveerd. Omdat ze makkelijker te kweken zijn, kosten de diertjes per stuk maar half zoveel als een tweestippelig lieveheersbeestje, een voor bladluizen eveneens meedogenloos insect van eigen bodem. Meerdere buitenlandse studies stelden vast dat de lokale lieveheersbeestjesfauna sterk verarmt op plaatsen waar de soort arriveert. Dat komt doordat de larve van het Aziatische lieveheersbeestje een echte veelvraat is en bovendien niet gespecialiseerd in één voedselbron. Bij bladluisschaarste schakelt dit monstertje gewoon over op andere lieveheersbeestjes, larven van zweefvliegen en gaasvliegen! Hoewel dit verschijnsel moeilijk in het veld is vast te stellen, is het zeer duidelijk dat de opmars van H. axyridis steeds gepaard gaat met een afname van de inheemse Seizoenen april 2007/ 15
Wat kan je er zelf aan doen ?
Het inheemse 2-stippelige lieveheersbeestje is bij een ongewenste ontmoeting kansloos tegen de larve van zijn Aziatische gildegenoot. Foto: Louis Hautier soorten. Het is dus aannemelijk dat onze inheemse lieveheersbeestjes vroeg of laat te lijden zullen hebben onder de invasie van hun leefgebieden door deze exoot. Sommige bedrijven hebben alert gereageerd en haalden de soort van de markt, een enkeling blijft echter volharden. In feite had deze soort nooit op de markt mogen komen. NEVENEFFECTEN
Andere vervelende neveneffecten: de diertjes eten op het einde van het seizoen fruit. Meegeplet met geoogste druiven, verknoeien ze door hun bittere smaak zelfs bij zeer lage concentraties complete wijnoogsten. In de herfst vertonen de diertjes bovendien samenscholingsgedrag in huizen en kunnen ze in sommige streken voor overlast zorgen, isolatie van huizen vernietigen etc.
16/ Seizoenen april 2007
Er blijft een belangrijke taak weggelegd voor de bioboer, fruitteler of ecologische tuinder zelf. Wees voorzichtig met het toepassen van exotische bioagenten en probeer terdege informatie in te winnen over de potentiële ecologische gevolgen van de biologische bestrijder die je in de boomgaard, serre of tuin wil gaan toepassen. Je kan hiervoor terecht op verschillende internet-sites, zoals de Global Invasive Species Database (www.issg.org/database) of de website van de European Plant Protection Organisation EPPO (www.eppo.org). Spreek er collega’s over aan en laat zeker niet na bij bestelling van biologische bestrijders expliciet te vermelden dat je bij voorkeur inheemse soorten of voor het inheemse ecosysteem laag-risico soorten wenst te gebruiken. Een kritische houding van de consument is de enige manier om uiteindelijk ook de producenten in dit marktsegment te sensibiliseren over deze problematiek. Een Aziatisch lieveheersbeestje gespot? Help de opmars van Aziatisch lieveheersbeestje te monitoren. Alles over de herkenning en tips in geval van invasie door Aziatische lieveheersbeestjes kan je nalezen in de folder op www.inbo.be/ docupload_tmp/docupload/1965.pdf. Je kan deze folder bestellen bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) www.ibgebim.be. Op de website van het INBO lees je alles over het lieveheersbeestjesproject, de nationale lieveheersbeestjesdag, welke lieveheersbeestjes je in jouw tuin kan verwachten en hoe je kan helpen lieveheersbeestjes in kaart te brengen.
De trukendoos voor meer lieveheersbeestjes in je tuin Enkele tips om je tuin aantrekkelijker te maken voor allerlei soorten lieveheersbeestjes van bij ons: • Gebruik in geen geval chemische bestrijdingsmiddelen omdat je zo niet enkel bladluizen doodt, maar ook lieveheersbeestjes. • Zorg voor diversiteit in de beplanting. Zo trek je verschillende natuurlijke vijanden aan en verklein je de kans op ziekten en plagen. • Geef de voorkeur aan inheemse bomen, struiken en planten, deze herbergen een grotere diversiteit aan insecten. • Gun enkele brandnetels een plekje in je tuin. Lieveheersbeestjes houden van deze plant. Ze komen vooral voor op nutriëntrijke plaatsen. Door hen te combineren met stinkende gouwe, Geranium pheum, hondsdraf, fluitenkruid, boterbloemen… krijg je een heel aantrekkelijke, kleurrijke begroeiing. Brandnetels zijn trouwens voor heel wat vlinders belangrijke waardplanten. En zelfs jij kan ervan meegenieten! Er zijn tal van lekkere recepten met brandnetels: brandnetelsoep, brandnetelkaastaart, brandnetelsoufflé, sausjes… • Vorm een stukje van je gazon om tot hooilandje. Afhankelijk van de voedselrijkdom moet je het slechts één tot drie keer per jaar maaien. • Pioniersvegetaties trekken veel lieveheersbeestjes aan (meldes zijn geliefd).
Veel voorkomende soorten in de tuin. Van boven naar onder: 22-stippelig lieveheersbeestje, bruin lieveheersbeestje, 7-stippelig lieveheersbeestje. Foto’s: Jeroen Mentens Seizoenen april 2007/ 17
• Laat rozetten van vaste planten, dode stengels etc. onaangeroerd tijdens de winter, vele soorten lieveheersbeesjes overwinteren hierin. Probeer deze plekjes ook zo weinig mogelijk te verstoren door erop te lopen, te wieden of te harken. • Er zijn een aantal planten die ontegensprekelijk uitstekende schuilplaatsen bieden voor overwinterende lieveheersbeestjes. Voor laag overwinterende soorten zijn pollenvormende grassen zoals het spectaculaire, maar uit demode geraakte, pampasgras Cortaderia selloana, maar ook inheemse soorten als kropaar en pijpestrootje interessant. Voor wie van coniferen houdt, is leylandcipres Cupressus × leylandii een mogelijkheid. Grove den Pinus sylvestris is eveneens een aanrader. In de zomer leven hier meer dan acht soorten lieveheersbeestjes op, en in de winter zitten hier ook zeer veel hoger overwinterende beestjes op. • Omdat veel soorten in de nazomer hun dieet aanvullen met nectar zijn laatbloeiende soorten belangrijk. De bekende vlinderstruik Buddleja is hier nuttig voor. Knip uitgebloeide trossen weg, zodat de bloei verlengt en het nectaraanbod verhoogt. • Water geeft je tuin een extra dimensie. Aan een grote vijver is plaats voor riet, lisdodde. Is je vijver bescheidener dan is gele lis een goed alternatief dat geschikt is voor een aantal typische rietkapoentjes.
Van boven naar onder: 14-stippelig lieveheersbeestje, 2-stippelig lieveheersbeestje, veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje. Foto’s: Jeroen Mentens. 18/ Seizoenen april 2007
• Observeer en leer. Elke tuin is anders en heeft een ander ecologisch evenwicht. Neem eens de tijd om een lieveheersbeestje te volgen, noteer de belangrijkste waardplanten, zoek uit waar ze overwinteren. Zoek naar larven, eitjes of poppen en pas het beheer in je tuin aan waar nodig
Actie ten voordele van inheemse lieveheersbeestjes Om de biodiversiteit in de tuin te versterken kan men verschillende maatregelen nemen: gemengde hagen aanplanten, nestkastjes voor vogels ophangen, schuilplaatsen voor insecten voorzien of inheemse insecten uitzetten, zoals bijvoorbeeld het 2-stippelig lieveheersbeestje Adalia bipunctata. In het kader van onze campagne « Nodig eens een lieveheersbeestje uit » geven wij U de kans om in de periode april juni 3 maal 50 larven (in 3 aparte zendingen van 1 doosje) van Adalia bipunctata in Uw tuin uit te zetten. Dankzij deze actie versterkt U de biodiversiteit in Uw tuin en vermindert U de kans op aantastingen door bladluizen. Om deel te nemen aan deze actie vult U onderstaande strook in en stuurt die naar het volgende adres :
Meer info: www.horpi.be
Horpi Systems Z.I. Hauts Sarts 4ème Av. 116 4040 Herstal Verzending van de larven gebeurt na ontvangst van 25 op onze Triodos-rekening 523-0802085-67 Vermeld in de mededeling Uw naam, postcode en gemeente, hetzelfde zoals op de inschrijvingsstrook.
Inschrijvingsstrook « Nodig eens een lieveheersbeestje uit » Naam : _________________________________________________ Adres : _________________________________________________ _________________________________________________ Postcode en Gemeente : _________________________________________________ Seizoenen Tel. : __________________________
april 2007/ 19
GROTE ENQUÊTE GROENTEEN FRUITABONNEMENTEN DE 3 V’S: VARIATIE, VERS EN VAN HIER?
1 l e De
Eind 2005 zochten we binnen en buiten Velt naar consumenten met een biologisch groente- of fruitabonnement die bereid waren om deel te nemen aan een ruime enquête. Op vier momenten in de loop van een jaar, één in elk seizoen, zouden deze enquêteurs de inhoud van hun pakket(ten) wegen en op een formulier noteren. Tegelijk hebben we hen gevraagd om in een nabijgelegen natuurvoedingswinkel en in een supermarkt de prijzen en de herkomst te noteren van dezelfde biologische groenten en fruit. In januari vorig jaar ontvingen we 32 bruikbare formulieren over 17 abonnementensystemen, waaronder ook 5 Voedselteams. Op West-Vlaanderen na, waren alle provincies evenwichtig vertegenwoordigd. Zelfs uit het Nederlandse Gemert ontvingen we ingevulde formulieren…
seizoensgebonden, en zijn dus geïmporteerd of in verwarmde serres geteeld. Daar heb je als abonnee niet echt een zicht op, maar gelukkig is het aanbod bij de groenten eerder beperkt (1 op 4), bij het fruit, met o.a. citrusvruchten en bananen, iets meer dan de helft.
MYTHE: ALLE WEKEN KOLEN EN WORTELEN
We hebben al eens klachten opgevangen over slappe sla en overrijpe peren in een of ander pakket. De enquêteurs kregen dan ook de opdracht om de versheid van de producten te beoordelen: goed, matig of slecht. Van de 287 groenten en fruit in de pakketten worden er slechts 21 (7%) ‘matig’ bevonden. In de natuurvoedingswinkels krijgt 18% een mindere score en in de supermarkten 16%. Bij deze laatste zitten zelfs 7 onverkoopbare producten.
Met een totaal aanbod van 46 soorten groenten en 14 soorten fruit in de 32 pakketten wordt al snel de mythe ontkracht dat zo’n abonnement saai en eentonig is. Een groentepakket bevat gemiddeld 6,5 soorten, een met fruit 4. Die grote diversiteit roept natuurlijk ook vragen op: 22 groenten zijn niet 20/ Seizoenen april 2007
Vergelijken met de natuurvoedingswinkels en de supermarkten is niet zo eenvoudig. In de winkels is de keus minder ruim (65% van de groentesoorten in de abonnementen, en 70% van het fruit). De supermarkten halen zelfs maar 60 en 47%. Ook de wettelijk verplichte aanduiding van de herkomst van de producten ontbreekt of is onduidelijk bij 1 op 3 producten in de winkels, bij ongeveer de helft in de supers. VERSER DAN VERS?
TROUW BELOOND?
Abonnementen garanderen voor de boeren die de pakketten aanbieden een zekere, vaste afzet én geven de mogelijkheid om het aanbod aan te passen aan betere of mindere oogsten. Voor de consument die zich voor langere tijd bindt, mag daar dan een prijsvoordeel tegenover staan, al lijkt dat niet de hoofdreden voor onze enquêteurs: zij houden van het gemak, het verrassingseffect, de info en de receptjes die in een aantal pakketten zit, en ze voelen zich vooral betrokken bij de producent. Zoals hierboven al aangegeven, is vergelijken met de winkels en de supers niet eenvoudig door het ontoereikend aanbod. Wij hebben de prijsvergelijking moeten opsplitsen in twee delen. Op 14 formulieren troffen de enquêteurs in de natuurvoedingswinkel eenzelfde gamma aan als in het abonnement. De gemiddelde prijs per pakket bedroeg 8,68. Hetzelfde assortiment en gewicht in de winkels kostte 9,97 of bijna 15% meer. Bij het fruit is het prijsverschil kleiner: 10%. Voor de supermarkten hebben we de kiloprijzen van 20 groenten en 6 soorten fruit vergeleken met de prijzen in de winkels. Voor groenten zijn de natuurvoedingswinkels 15% goedkoper dan de supers, voor fruit zelfs bijna 20%. DE LENTE: GAAT MOEILIJK OOK?
De samenstellers van de groentepakketten hebben eind april blijkbaar weinig last van een beperkt voorjaarsaanbod: we tellen 47 soorten waarvan slechts 18 niet seizoensgebonden zijn (28,5% van de aangeboden groenten). Bij het fruit is er
in principe buiten rabarber geen andere inlandse ‘vrucht’ beschikbaar, en zelfs deze zure stelen worden maar 3 keer in een fruitpakket opgenomen. Een aantal abonnementen maken trouwens expliciet gewag van het geïmporteerde aanbod van bijvoorbeeld appels of peren. De kwaliteit van de producten gaat er zelfs op vooruit: slechts 5,5% matige in de tassen, en ook de winkels scoren beter met 11,5%. In de supermarkten zitten de verantwoordelijken van de verswaren met de handen in het haar: liefst een kwart van de producten krijgt een matige tot een slechte score. Wat de prijzen betreft, zijn de groenteabonnementen zo’n 20% goedkoper dan de winkels, terwijl de prijzen voor het fruit gelijk zijn (logisch, want het wordt waarschijnlijk bij dezelfde groothandelaars aangekocht). De kiloprijzen voor groenten in de natuurvoedingswinkels zijn 19% lager dan in de supers, voor fruit is het prijsverschil gekrompen tot 10%. Luk Naets Volgende Seizoenen: Wat brengen een hete zomer en een warme herfst?
WINT EEN VERWENWEEKEND VOOR TWEE
Onder de naarstige enquêteurs heeft het lot Ellen Tavernier uit Gent aangeduid als winnares van een verblijf in een biologisch pension. Geniet ervan, Ellen! Seizoenen april 2007/ 21
GROTE ENQUÊTE GROENTEEN FRUITABONNEMENTEN
Advertenties
TOP 10 GROENTEN
Winter 1. Witloof 2. Wortelen 3. Prei 4. Veldsla 5. Ui 6. Groene selder 7. Savooi 8. Broccoli 9. Witte kool 10. Pompoen en spruitjes
Lente 1. Prei 2. Wortelen 3. Brocccoli 4. Kropsla 5. Witloof 6. Radijs 7. Komkommer 8. Bloemkool 9. Pijpui 10. Paksoy en rode biet
Het biologisch abonnementensysteem van
VZW LOCHTING-DEDRIE De biologische link tussen boer, afhaalpunt en consument ! Via ons abonnementensysteem kan je 100% biologische groenten en fruit aankopen, aan een betaalbare prijs en je garandeert de biohoeve en haar mensen, alsook onze collega bio-boeren,een leefbaar inkomen. Interesse ? Neem gerust een kijkje op www.bio3.be voor het dichtste afhaalpunt in de buurt of bel naar 051/20 28 85 voor meer info. Koop je liever losse groenten en fruit, dan kan je terecht in onze twee natuurwinkels :
TOP 5 FRUIT
Winter 1. Appel 2. Sinaas 3. Peer 4. Banaan 5. Clementines en kiwi
Lente 1. Appel 2. Kiwi 3. Sinaas 4. Peer 5. Banaan
Biohoeve DEDRIE
DE LOCHTING
Oude Stadenstraat 15 Roeselare � 051/202885
Roeselaarsestraat 329, Izegem � 051/318485
U vindt er ook een volledig gamma biologische voedingswaren : groenten-en fruitsappen, brood, vleesvervangers, granen, deegwaren, zuivel, Japanse specialieiten, supplementen, enz...
Van harte welkom !
BoereJongens Biologische producten bij uw thuis www.boerejongens.be
[email protected]
Het biologisch abonnementensysteem van
VZW LOCHTING-DEDRIE De biologische link tussen boer, afhaalpunt en consument !
22/ Seizoenen april 2007 Via ons abonnementensysteem kan je 100% biologische groenten en fruit aankopen, aan een betaalbare prijs en je garandeert de biohoeve en haar mensen, alsook onze
DE COMPOSTMEESTER: EEN VEELZIJDIGE VRIJWILLIGER De compostmeester (m/v) is een vrijwilliger die zijn gemeente helpt om de hoeveelheid groente-, fruit- en tuinafval binnen de volledige afvalstroom te beperken. Hij doet dit door zijn medeburgers de weg te wijzen naar correct thuiscomposteren. Om dat te kunnen doen, volgde hij een gedegen opleiding. Hij kan doorgaans ook stoelen op heel wat praktische ervaring. Hij is met andere woorden een ervaringsdeskundige in het thuiscomposteren. Hoewel het ‘leren composteren’ ongetwijfeld de core business is en blijft van de compostmeesters, begeven ze zich ook steeds vaker op aanverwante terreinen. Tijdens hun opleiding en bijscholing wordt meer en meer aandacht besteed aan andere technieken, die erop gericht zijn de tuinresten in de tuin te houden (verwerken van snoeihout tot vlechtwerken of takkenwal, verhakselen) of die toelaten de tuin minder afval te laten produceren (traaggroeiend gras, mulchmaaien, verstandig planten, extensieve snoeiwijzen). Voorts leren compostmeesters in toenemende mate hoe ze de natuur tot bondgenoot kunnen maken bij het tuinieren (creeëren van nestgelegenheid voor nuttige vogels , insecten en kleine zoogdieren). Ook de kennis omtrent het uiteindelijke gebruik van de geproduceerde compost wordt gestimuleerd. Compostmeesters uit de wijde omgeving van Genk en Sint-Truiden volgden bijvoorbeeld een bijscholing in de materie en ze fungeren als zogenaamde ‘moestuinschakels’ voor de moestuinprojecten die Afvalmaat-
schappij Limburg, afdeling Intercompost vorig jaar samen met Velt uitwerkte in beide gemeenten. Het compostmeesterschap is een boeiende en veelzijdige vrijwilligersjob. Ze stelt je niet enkel in staat om op een heel concreet niveau mee te werken aan minder afval en minder vervuiling door afvalverwerking, ze geeft je ook de kans om medeburgers de weg te tonen naar een manier van tuinieren die het ecologisch evenwicht niet verstoort, maar bevordert. Wie interesse heeft om vrijwillig compostmeester te worden, neemt best contact op met de plaatselijke afvalintercommunale om zich in te schrijven voor de eerstvolgende Vlaco-cursus thuiscomposteren. De eerste stap naar het compostmeesterschap! Meer info en contactadressen op de Vlaco-website www.compostmeester.be.
Jan Godemont Projectcoördinator Compostkracht. Compostkracht is het ondersteuningsproject voor Compostmeesterwerkingen van de provincie Vlaams-Brabant, Interza, Ecowerf, Haviland,Incovo en Interrand.
INTERVIEW MET COMPOSTMEESTER MARC SMEYERS Toen Marc Smeyers tien jaar geleden in een nieuwbouw woning in Lovenjoel (Bierbeek) betrok, kende hij het verschil niet tussen planten en zaaien of tussen een prei en een selder. Opeens had hij 14,5 are grond ter beschikking en hij wist niet goed wat hij ermee aan moest. Een moestuin? Ja, maar hoe?
Marc Smeyers geeft uitleg tijdens de composthappening in Asse (juni ‘05). Foto Alice Maes.
‘Ik ging op zoek naar een goed boek,’ zegt Marc Smeyers, ‘een boek waarin alle informatie stond – een bijbel voor tuiniers zeg maar – en dit is wat ik vond: Handboek ecologisch tuinieren, een uitgave van Velt. In 1996 begon ik met een moestuin en in 1997 met een siertuin. Nog een jaar later werd ik Velt-bestuurslid, daarna voorzitter van Velt Leuven en uiteindelijk richtte ik een eigen afdeling op in Bierbeek. Tot slot werd ik Velt- en Vlaco-lesgever.
24/ Seizoenen april 2007
Je op korte termijn inwerken wil zeggen dat je keuzes moet maken. Ik ken zeer weinig van planten en groenten, maar ik heb me gespecialiseerd in de omstandigheden die planten nodig hebben: de bodem, compost en de natuurlijke omgeving.” Hoe ben je compostmeester geworden? ‘Voor een ecologische tuinder is compost een belangrijke grondstof. Ik wilde op een eenvoudige, verstaanbare en vooral praktische manier composteren. Het duurde twee jaar voor ik op regelmatige basis een goed resultaat bereikte bij het composteren. Ik ontdekte dat het resultaat van je composteringsproces afhangt van je inzet, van de investering die je doet in het proces en van het materiaal dat je composteert. In mijn gemeente beschouwde men mij als een meester in het composteren, maar ik voelde dat er nog enkele elementen ontbraken om een échte compostmeester te zijn. Ik composteerde op mijn manier en met de materialen die ik ter beschikking had, maar hoe moest ik het overbrengen naar anderen? Heeft iedereen even veel tijd en zin om te investeren in goed composteren? Beschikt iedereen over dezelfde materialen? Om mijn gevoel en kennis te kunnen verwoorden heb ik de cursus compostmeester van Vlaco gevolgd. Daarna had het compostvirus me helemaal te pakken. Ik wilde de mensen duidelijk maken dat iederéén kan composteren als je maar enkele eenvoudige regels in acht neemt. Afhankelijk van de
gebruikte materialen en je inzet kan je wel een kwalitatief verschillend eindproduct verkrijgen. Rond dezelfde tijd werd de compostmeesterwerking in Bierbeek geboren. Op die manier ontmoette ik mensen die ik anders niet of moeilijker zou hebben bereikt. Met mijn Velt-achtergrond wilde ik meer en andere mensen bereiken en de ecologische boodschap verspreiden via een thema waarin ik een stukje van mezelf had gelegd. Ik maakte een presentatie composteren anders bekeken waarin ik vertrok vanuit de volgende vragen: wat wil je bereiken (eindresultaat) en hoeveel tijd en energie wil je erin investeren? De antwoorden bepalen uiteindelijk niet alleen het resultaat maar ook de manier van composteren. Je kan aan passief (afval verwerken) of actief composteren (het bekomen van een goed onkruidarm eindproduct) doen. Uiteraard zijn er nog enkele tussenstadia die worden bepaald door de investering en de gebruikte materialen. Met deze methode kom je tegemoet aan zowel tweeverdieners die geen tijd hebben om in de tuin te werken als aan verwoede biotuiniers die een perfecte compost willen als grondstof voor hun moestuin.’ Waar motiveert jou om dit te doen? ‘Wel eigenlijk heb ik twee drijfveren: enerzijds zelfrealisatie en anderzijds het overbrengen van kennis. Ik probeer mijn kennis op een laagdrempelige manier over te brengen. Ik wil een groot publiek bereiken en tegelijkertijd kwaliteit bieden. Wanneer mensen negatieve ervaringen hebben, kan het immers even duren voor je hen weer warm maakt voor dit thema. De positieve feedback van het publiek en de organisatoren geeft me energie.’
Hoe complementair zijn bewust composteren en natuurlijk tuinieren? ‘Dat is een cruciale vraag. Ik vind dit uiteraard zeer belangrijk: composteren is de basis van het ecologisch tuinieren. Wie tuiniert grijpt in in de natuur, maar door de natuur na te bootsen (investeren van energie) kan je de nadelige effecten van die ingreep terug goedmaken of beheersen.’
“Composteren is de basis van het ecologisch tuinieren.” ‘Composteren is tenslotte een natuurlijk proces dat je nabootst onder gecontroleerde omstandigheden. Bij elke voordracht probeer ik te schetsen waar in ons hele ecologische gedachtegang de les thuishoort. Alles (ook composteren bijvoorbeeld) maakt deel uit van een kringloop en je moet voor jezelf uitmaken hoe gedreven je bent en hoe ver je wil gaan. De uitdaging voor mij is om de dingen telkens op een andere, aangepaste en geanimeerde manier over te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat als we de boodschap blijven herhalen, dat het collectieve bewustzijn over ecologie dan zal groeien. Maar niet iedereen apprecieert dit deel van de voordracht.’ Hoe overtuig je mensen het best om aan compostering en (her)gebruik van compost te doen? ‘Afhankelijk van het publiek zijn er verschillende motivaties mogelijk, maar twee aspecten spelen een belangrijke rol: he financiële voordeel en het gebruiksgemak. Voor ecologisch bewuste tuiniers zijn uiteraard ook gezondheid en milieu essentieel. Wat het financiële aspect beSeizoenen april 2007/ 25
ge telefoonnummers. Wie echt interesse heeft, zie je vroeg of laat terug bij een andere infostand of voordracht en dan kan je dieper op de zaak ingaan. Door die persoon dan persoonlijk aan te spreken, bereik je meestal je doel. Bij mensen die al composteren probeer ik te achterhalen waarmee ze vooral problemen hebben. Vaak gaat het om het verwerken van gemaaid gras, het onderhouden van gazon of het onkruidvrij composteren. Ik help hen met enkele eenvoudige regels en geef informatie mee die ze thuis rustig kunnen lezen. Op die manier raken mensen vaak geïnteresseerd in ecologisch tuinieren.’ treft, zorgt de sticker op de GFT omhaling voor een directe uitsparing van 30 en indirect zorg je voor een besparing op de uitgaven van de gemeente. Een gemeente als Bierbeek met 9000 inwoners bespaart al snel 34.000 per jaar wanneer er een beetje nauwkeuriger GFT gesorteerd wordt. Wanneer alle GFT thuis gecomposteerd wordt, bespaart de gemeente nog eens 69.000 en wanneer iedereen de helft van het groenafval thuis composteert in plaats van het naar het containerpark te brengen, levert dat nog een besparing van 16.000 op. Alles samen 119.000 op een jaar tijd dus!’
Foto Stephanie Bretherton.
‘Voor ik over het het financiële aspect praat, tracht ik aan de weet te komen of mijn gesprekspartner enige interesse heeft in composteren en ecologie. Het is zinloos om iemand die voor de eerste keer in contact komt met dit thema te overtuigen om morgen zijn gedrag aan te passen en te starten met composteren. Eerst moet je mensen warm maken voor het onderwerp. Ik geef hen informatie mee (o.a. over activiteiten) en wat nutti-
26/ Seizoenen april 2007
GOUDEN TIP
Mislukt je compost? Begin gewoon opnieuw en hergebruikt de ‘mislukte’ composthoop als bruin materiaal. Wanneer er iets fout loopt, is dat dikwijls te wijten aan een te sterke concentratie van een bepaald materiaal, te weinig vocht of onvoldoende stikstof. DE 5 BELANGRIJKSTE COMPOSTREGELS VAN MARC SMEYERS
• Maak een drainagelaag van takken en structuurmateriaal dat niet snel vergaat. • Wissel af met lagen van verkleind (<10 cm) bruin (koolstofrijk, structuur, weinig vocht) en groen (vochtig, zacht, stikstofrijk) materiaal in een goede verhouding. • Stapel of meng het geheel luchtig (zuurstof ). • Controleer de temperatuur (onkruid dodend) en de vochtigheid (activator). • Keer de hoop regelmatig (lucht als activator).
BODEMBIOLOGIE INZETTEN IN LAND- EN TUINBOUW Koen Willekens werkt aan het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) en doet onderzoek naar toepassingen van boerderijcompost in land- en tuinbouw. Op de biologische percelen van het ILVO loopt onder meer een bemestingsproef. Koen werkt ook bij FarmCOMPOST, een project van de telersorganisatie SYMBIOS. Hij geeft hier aan landbouwers advies inzake compostering op het bedrijf, vertrekkend van organische restproducten. Een gezonde ontwikkeling van planten is sterk afhankelijk van de kleine organismen in hun omgeving. Er zijn heel wat ziekteverwekkers, maar ook talrijke organismen die een positieve bijdrage kunnen leveren. Organismen zijn overal aanwezig, zowel in de wortelzone van de plant als op de bladeren. Onderzoek op bodemorganismen leverde vernieuwende inzichten op over het verband tussen de bodemtoestand en de ontwikkeling van de planten die op deze bodem groeien. Deze nieuwe inzichten leveren heel wat stof tot nadenken, ook voor de teelt van cultuurgewassen.
BODEMACTIVITEIT IN DE NATUUR
Er is heel wat leven in de bodem. Schimmels, bacteriën, nematoden, mijten en allerlei insecten bevolken de bodem. Zij zorgen voor de afbraak van plantaardig materiaal, het beschikbaar stellen van voedingsstoffen en de opbouw van de bodemstructuur. Onder de grond is er een voedselketen aan het werk, die we kunnen vergelijken met die boven de grond. DE BOVENGRONDSE VOEDSELKETEN
Planten produceren zelf de bouwstenen van hun lichaam door fotosynthese (nvdr. de plant zou ook bouwstenen, organische componenten, kunnen opnemen uit de wortelomgeving). Dieren produceren niet zelf, zij consumeren. Plantenetende dieren noemen we de herbivoren of grazers. Zij worden op hun beurt verorberd door vleesetende dieren, de carnivoren of predatoren. Links op figuur 1 zie je een schema van een mogelijke bovengrondse voedselketen .
carnivoren
predatoren:
mijten, nematoden en insecten
herbivoren
grazers:
schimmeletende mijten, schimmeletende nematoden, bacterie-etende nematoden
planten
bodemflora
bacteriën en saprofytische schimmels
Figuur 1.
Seizoenen april 2007/ 27
DE ONDERGRONDSE VOEDSELKETEN
Het bos is een onderdeel van de successiestadia. Foto Luc Laeremans.
We kunnen dezelfde woorden gebruiken voor de verschillende organismen onder de grond. Op figuur 1 zie je rechts een schematische voorstelling van de voedselketen in de bodem. Ook in de bodem zijn planten de primaire producenten. Ze geven actief organische stoffen zoals eiwitten, suikers en koolhydraten af in de wortelomgeving. Ze leveren ook het dood plantaardig materiaal. Schimmels en bactieriën consumeren deze producten. Bacteriën spelen een hoofdrol bij de afbraak van groen plantenmateriaal. Schimmels spelen de hoofdrol bij afbraak van houtig plantenmateriaal. Zo groeit de populatie aan. We noemen de schimmels en bacteriën de bodemflora. De hogere organismen die leven van deze bodemflora noemen we de grazers. Zij gra-
zen op de schimmels en bacteriën. Deze grazers vormen op hun beurt het voedsel voor de predatoren. Via de uitwerpselen van deze predatoren komen de nutriënten ter beschikking van de planten. Alle groepen in de voedselketen zijn belangrijk. Ze vormen het voedselweb. Het bodemvoedselweb is een gemeenschap van organismen die onderling van elkaar afhangen. Elk type organisme vervult een bepaalde functie. SUCCESSIE VAN PLANTENGEMEENSCHAPPEN BOVEN DE GROND
In natuurlijke ecosystemen volgen plantengemeenschappen elkaar op. Dat gaat van een primaire vegetatie op een rotsachtige bodem of een nieuw gevormd sediment, tot een sterk gevarieerde en ontwikkelde bosvegetatie. De ontwikkeling tot een oud bos duurt decennia. Braakliggende grond blijft nooit lang braak maar wordt snel begroeid. Grijp je niet in, dan zal na verloop van tijd het stukje braakland een bos worden. We onderscheiden vijf successiestadia. 1. Pionierbegroeiing: dit zijn eenjarige planten die snel de bodem bedekken en snel zaad vormen. 2. Grasland: de pioniers worden spontaan vervangen door gras en graslandplanten, vb paardenbloem. 3. Ruigte: wanneer we het grasland met rust laten, vormt zich ruigte met grote, woekerende stikstofminnende planten als bramen en brandnetels. 4. Struweel: op de ruigte zullen zich struiken en een open boomvegetatie ontwikkelen. 5. Bos: het struweel wordt een bos.
28/ Seizoenen april 2007
ONDER DE GROND: BODEMONTWIKKELING TIJDENS SUCCESSIE
Gaan we van een lager naar een hoger stadium van successie, dan stijgt de complexiteit van de vegetatie, maar ook die van het bodemvoedselweb. Je krijgt meer types van organismen en meer interacties tussen die types van organismen onderling. Je krijgt ook meer soorten per type organisme. De totale hoeveelheid bodemflora neemt toe, zowel de schimmels als de bacteriën. Maar in verhouding nemen de schimmels meer toe dan de bacteriën. De verhouding schimmels/bacteriën (S/B) stijgt. Het bodemvoedselweb verandert dus naarmate de systemen complexer worden. Vers groen materiaal wordt vooral afgebroken door bacteriën. Naarmate het aandeel van houtig bruin materiaal in de strooisellaag stijgt, stijgt ook het aandeel van de schimmels in de bodem. Die breken het houtig materiaal af. Oude bossen hebben veel schimmels in de bodem. Dat merk je aan de ‘paddestoelengeur’ van een bos. Die geur heb je niet meteen in een moestuin. • Pioniersvegetatie: de verhouding Schimmels/ Bacteriën (S/B) in de bodem ligt tussen de 1/100 en 1/10. • Grasland: de verhouding S/B in de bodem ligt tussen de 5/10 en 15/10. • Ruigte: de verhouding S/B in de bodem ligt tussen 2/1 en 5/1. • Struweel: de verhouding S/B in de bodem stijgt tot 100/1. • Bos: de verhouding S/B in de bodem stijgt tot 1000/1. DE VELE FUNCTIES VAN BODEMORGANISMEN
Bodemorganismen bouwen aan de bodemstructuur zodat wortels van de plant gemakkelijk door de bodem dringen en water en voedingstoffen kunnen
opnemen. Zij maken nutriënten beschikbaar voor de plant. Tegelijk voorkomen ze de uitspoeling van nutriënten. Ze koloniseren de wortelomgeving en beschermen planten tegen aanvallen van schadelijke organismen. Toxische componenten die plantengroei kunnen afremmen breken ze af. TOEPASSING OP CULTUURGRONDEN
De kennis die dit onderzoek naar bodembiologie in natuurlijke ecosystemen oplevert, kan je gebruiken voor de teelt van landbouwgewassen. Deze bevindingen geven aanleiding tot een vernieuwende strategie op het vlak van bemesting, bodembewerking, vruchtwisseling en gewasbescherming. Dit is het werk van een Amerikaanse onderzoekster, Dr. Elaine Ingham. Zij bouwde een unieke benadering op die bodembiologie centraal stelt en die internationaal weerklank heeft gevonden via een netwerk van analyselaboratoria (Soil Foodweb Inc.) en consultancy diensten. TEELTMAATREGELEN EN HET BODEMVOEDSELWEB
Elke teeltmaatregel beïnvloedt de verhoudingen binnen het bodemvoedselweb. Het is de bedoeling om met een combinatie van teeltmaatregelen het bodemvoedselweb aan te sturen en zo een gezonde gewasontwikkeling te bekomen. Van belang is dat alle soorten organismen aanwezig zijn. De bodembiologie vormt dus het uitgangspunt. Op basis van een analyse komt men te weten wat de staat is van het voedselweb. Zonder analyse heb je geen duidelijk beeld van de S/B. Zwamvlokken op houtdeeltjes in de compost of op de bodem geven aan dat er nuttige saprofytische schimmels aanwezig zijn, maar dat zegt niets over de totale hoeveelheid. Mogelijkheden van analyse vind je terug op www.soilfoodweb.com. Voorlopig worden deze analyses nog niet in België uitgevoerd.
Seizoenen april 2007/ 29
resten. Je kan er ook de bodem mee behandelen. Compostthee is een waterig extract van compost dat actief belucht wordt en waaraan bepaalde voedingsstoffen worden toegevoegd. Zo ontstaat een cultuur van nuttige micro-organismen die men kan verspuiten op de bodem of het gewas. (Voor meer info: zie Seizoenen februari 2006). SAMENSTELLING VAN COMPOST EN ANDERE MESTSTOFFEN
Foto Guy Augustijns. Je kan de Schimmel/Bacterie verhouding sturen in functie van de teelt. De oorspronkelijke groeiplaats van deze teelt bepaalt de optimale S/B-verhouding. Zo kan je ervan uitgaan dat de teelt van bomen baat heeft bij een S/B verhouding van 5/1 tot 100/1. Aardbeien groeien normaal gezien in bosranden met een S/B verhouding van 2/1 tot 5/1. Voor koolgewassen is een S/B tussen 0,2 en 0,5 geschikt. Voor andere groenten en akkerbouwgewassen is een S/B van 0,6 tot 1,2 geschikt. Voor grassen ligt de S/B tussen de 0,5 en 1,5.
Het uitgangsmateriaal bepaalt de samenstelling van je compost, ook wat betreft de S/B. Zo kan je via uitgangsmateriaal het voedselweb bijsturen in een bepaalde richting. De S/B verhouding van je compost stijgt tijdens het rijpen. Schimmels hebben tijd nodig. Rijpe compost bevat meer organismen die hogerop de voedselketen staan (grazers en predatoren). De uitwerpselen van deze hogere organismen bevatten de opneembare stikstof.
We moeten zorgen voor voldoende beschikbare zuurstof voor de organismen. Eventuele bodemverdichting moet opgeheven worden. Zonder open structuur en dus voldoende zuurstof, heb je geen schimmelpopulatie. Een eerste manier om verdichting op te heffen is de grond bewerken. Dat doe je alleen als het echt nodig is en je een echte bodemverdichting hebt. Intensieve bodembewerking schaadt de aanwezige schimmels. Een tweede manier om verdichting tegen te gaan is het verhogen van het organische stofgehalte door toevoegen van stabiele compost. Vers organisch materiaal inwerken in een verdichte bodem is af te raden. Afbraak zonder zuurstof is rotting, en dat willen we niet.
De effecten van andere meststoffen: Meststoffen van dierlijke oorsprong zoals bloedmeel en beendermeel verhogen vooral de bacteriële aanwezigheid. Meststoffen van plantaardige oorsprong verhogen de aanwezigheid van schimmels. Welke groenbemester je gebruikt, en het stadium waarin je de groenbemester onderwerkt, beïnvloedt de S/B. Sappig groen materiaal als klaver verhoogt de activiteit van de bacteriën. Iets drogere en hardere groenbemesters zoals Tagetes verhogen de schimmelactiviteit. Wanneer je jong gras inwerkt, verhoog je de bacteriele activiteit, wanneer je stro gebruikt, verhoog je de schimmelactiviteit. Als de bodemchemie en de bodembiologie in orde zijn, dan verbeteren ook de bodemfysische eigenschappen. De behoefte aan irrigatie in droge periodes zal sterk dalen evenals de nood aan drainage in natte periodes. Dan is de benutting van de bemesting hoog en zijn de verliezen laag. Zo haal je met lage bemestingshoeveelheden toch een hoge productiviteit.
Ook compostthee kan je gebruiken als teeltmaatregel. Hij bevordert de vlotte afbraak van planten-
Info:
[email protected]
30/ Seizoenen april 2007
Koen Willekens
‘IEDEREEN HEEFT DE KRACHT IN ZICH OM DINGEN TE VERANDEREN’ Op een regenachtige dinsdagavond spreek ik af met Margaretha Guidone in Cartoon’s Cinema in Antwerpen om er samen met haar te kijken naar Our Daily Bread, de documentaire van Oostenrijker Nikolaus Geyrhalter over de voedingsindustrie in Europa. Terwijl het ene indrukwekkende beeld het andere opvolgt, zie ik Margaretha soms meewarig het hoofd schudden of zelfs – wanneer het al te bloederig wordt – de blik afwenden. Na afloop reageert ze ontdaan: ‘Ik heb het er helemaal koud van gekregen.’
dier lief. Wanneer ze die koe gaat slachten, zal ze daar niet goed van zijn. Dat is een totaal andere manier van omgaan met dieren. Ook hier heb je allicht nog zulke boeren.’
ONTSTELLENDE INDUSTRIE
Margaretha Guidone werd BV nadat ze met succes politici aanspoorde om de klimaatdocumentaire ‘An Inconvenient Truth’ van Al Gore te bekijken. Ze blijkt een warme, goedlachse dame die vol vuur vertelt over wat haar drijft om ecologisch te leven. Bij een glaasje in het Cartoon’s Filmcafé praat ze graag over de indruk die deze film op haar maakte. ‘De beelden choqueerden me echt. Ze tonen de totale stompzinnigheid van de voedingsindustrie en de roekeloze manier waarop we met dieren omgaan. Voor ik de film had gezien, kon ik me toch niet voorstellen dat die industrie zó grootschalig is. Je kan er gewoon niet bij met je verstand. De afstand tussen mens en dier is ook erg groot. De band gaat helemaal verloren. Een tante van mijn man kweekt dieren in Italië. Zij geeft haar koe echt een naam en ze heeft dat
‘Wanneer ik zeg dat er mensen zijn die enkel de efficiëntie van de massale industrie bewonderen en er de gruwel niet van zien, roept Guidone verbaasd uit: ‘Nee, dat kan niet! Bestaan er echt zulke mensen? Dat kan ik niet begrijpen! Ik vind ook niet dat dit systeem efficiënt ís. Er wordt immers enorm veel verspild.’ ‘We hebben veel minder voedsel nodig dan we denken. We produceren veel te veel in Europa en voeren de overschotten uit naar Afrika. Daar veroorzaakt dat dan weer meer armoede. Er hangt zoveel vast aan de voedingsindustrie. Ook het transport van voedingsmiddelen is enorm belastend voor het milieu.’ Foto: archief M. Guidone Seizoenen april 2007/ 31
KOKEN IS KIEZEN
In haar eigen keuken maakt Guidone bewuste keuzes. ‘Ik eet al tweeëndertig jaar biologische voeding en daar ben ik vandaag echt heel gelukkig om. Het is beslist de moeite waard om in goede voeding te investeren. Als je eenmaal gewend bent om biologisch te eten, wil je bijna niets anders meer. De smaak is absoluut een stuk beter. Ongeveer 75 % van wat ik eet, is
‘Het is beslist de moeite waard om in goede voeding te investeren.’ biologisch. De rest haal ik bij een boer uit de buurt. Hij is geen bioboer, maar ik vind het ook belangrijk om lokale producten te kopen en zo het transport wat te beperken. Elk product in de supermarkt heeft immers ettelijke kilometers afgelegd.’ Kiest ze ook voor seizoensgebonden producten? ‘Ja dat probeer ik zoveel mogelijk te doen. Maar het is niet altijd makkelijk. © Foto Nikolaus Geyrhalter Filmproduktion GmbH.
Het vreemde is dat we de seizoenen eigenlijk niet meer goed kennen. Mijn man is Italiaan en hij komt uit een boerenfamilie. Hij kent de seizoenen nog wél. Als ik iets verkeerds koop, wijst hij me daar meteen op: Dat moet je nu niet kopen! Het is niet de goede tijd van het jaar! Tijd maken om een verse, gezonde maaltijd op tafel te zetten vindt Margaretha Guidone – zelfs met een drukke agenda – van groot belang. ‘Koken geeft me rust en het maakt me blij. Wanneer ik al die ingrediënten zie liggen, vind ik het zo mooi dat we die krijgen van de natuur en dat we de mogelijkheid hebben om er iets mee te doen. Eenmaal je begint met verse maaltijden te maken kan je ook niet meer terug. Wanneer mijn kinderen binnenkomen, is vaak het eerste wat ze vragen: Mama, heb jij al gekookt? Lachend voegt Guidone er aan toe: ‘Ik sta dus onder druk!’ Uit Guidone’s verhalen blijkt echter dat ze met liefde kookt voor haar gezin. Haar eigen moeder had nochtans een hekel aan koken. ‘Ik denk dat mijn moeder zo’n beetje de eerste fastfoodmoeder te wereld was. Maar mijn oma kookte wel vaak voor me. Misschien heb ik het van haar geleerd.’ ZÉLF NADENKEN
Wat drijft Guidone om te leven volgens ecologische principes? ‘Een groot geloof in de natuur en de schepping. Je moet respect hebben voor alles wat er is. De natuur is prachtig, dus je mag er niet roekeloos mee omspringen. Wreedheid, zoals je die bijvoorbeeld in de film ziet, kan toch niet de 32/ Seizoenen april 2007
bedoeling zijn?’ Ik wil graag weten hoe Guidone andere mensen denkt te kunnen overtuigen om bewust met voeding om te gaan. ‘Ik heb ooit vegetarische kooklessen gegeven. En aan iedereen die het wil horen geef ik uitleg over biovoeding. Zelfs mensen waarvan je eerst vermoedt dat ze niet voor je boodschap zullen openstaan, gaan soms langzaamaan toch dingen van je overnemen. Een film als deze moet toch ook overtuigend kunnen werken? Mensen kunnen toch niet blind blijven?’
maken rond An Inconvenient Truth laten zien dat iedereen zijn steentje kan bijdragen? ‘Absoluut. Daarom zeg ik ook altijd dat ik een huisvrouw ben. Het belang van huisvrouwen wordt onderschat: ze brengen kinderen groot, ze zetten het eten op tafel en ze doen inkopen. Pas op, je kan net zo goed een halftijdse huisvrouw of een huisman zijn, hé! Ik wil gewoon dat zulke mensen zich met mij identificeren en denken: ik kan ook iets doen. Iedereen heeft de kracht in zich om dingen te veranderen.’ DE TIJD IS RIJP
Ik vraag of de overheid ook een rol kan spelen. ‘Jazeker. Op Europees niveau moet over zulke zaken zeker nagedacht worden. De overheid moet investeren in duurzaamheid, goede maatregelen treffen en meer aandacht besteden aan de biosector. Maar alle mensen moeten in de eerste plaats zélf heel goed nadenken. Pas dan zal de overheid volgen. Want wanneer de overheid geen draagvlak ziet, verandert er toch niets. Zo werkt het nu eenmaal. De groep van milieubewuste mensen moet groeien.’ VAN KLEIN NAAR GROOT
Wanneer ik haar vraag of lokaal handelen – bijvoorbeeld in eigen keuken of tuin – een opstap kan zijn naar een actieve inzet op grotere schaal, knikt Margaretha Guidone instemmend. ‘Ja, bij mij werkte het zeker op die manier. Het is niet altijd makkelijk om meteen veel mensen te bereiken, maar ideeën groeien. Als je er van droomt om echt iets te veranderen, zal dat op een gegeven moment ook lukken. Iets kleins kan iets groots worden.’ Wilde ze door een publiek statement te
Ik vraag me hardop af of Guidone de toekomst op ecologisch vlak nog positief inziet. ‘Vreemd genoeg wel ja. Ik heb een beeld van de wereld zoals hij zou kunnen zijn. Een behoorlijk technologische wereld trouwens. Ik ben niet het type dat zal zeggen allemaal op de fiets en weg met de technologie! Op dit moment wordt technologie vaak negatief ingevuld, maar we kunnen de technologie ook aanwenden om dingen te verbeteren. Een compleet nieuwe architectuur is ook nodig. Ik voel wel wat voor appartementsblokken waarbij men op de balkons groenten kan kweken bijvoorbeeld.’ Guidone lacht breeduit wanneer ze zegt: ‘Ik zal blijven proberen mijn wereld te verkopen! En ik zal mijn boodschap blijven verspreiden, op grote schaal als het kan. Je vertelt iets aan iemand en dat wordt doorverteld en dan weer... Vele kleine stapjes kunnen tot grote verandering leiden. Dit werk word ik nooit moe. Werken aan een betere wereld kan en moet nu. De tijd is rijp en ik zal niet loslaten!’ Reine De Pelseneer Seizoenen april 2007/ 33
CONSUMENTENNIEUWTJES LEVEN, LIEFHEBBEN, LEREN
Zelfontplooiing, creativiteit, artistieke en intellectuele activiteiten, liefdevolle sociale relaties, het beleven van plezier aan de natuur en het genieten van een welbesteed leven met voldoende vrije tijd. Dat zijn de elementen voor een gelukkig leven. Volgens psycholoog en onderzoeker Tim Kasser maakt een materialistische levensinstelling en een focus op verbruiksgoederen mensen op den duur ongelukkig. De wens om telkens meer te bezitten leidt tot een zware geestelijke belasting. Onzekerheid en stress zijn daardoor vaker aanwezig bij materialistisch ingestelde personen, net als gevoelens van depressie en vervreemding. Wanneer je harder moet werken om goederen te kunnen aanschaffen, onderhouden, en weer te vervangen, houd je relatief weinig tijd over voor de meer elementaire vormen van welbevinden: leven, liefhebben en leren. MILIEUVRIENDELIJKE BOMMEN
Bart Coenen
Brits wapenfabrikant BAE Systems plant het ontwerp van ‘groene’ munitie waaronder loodvrije kogels en raketten met minder gifstoffen. Ook in de pijplijn zitten jets, gevechtsvoertuigen en artillerie
34/ Seizoenen april 2007
zonder gevaarlijke onderdelen die ‘het milieu kunnen schaden en een gevaar betekenen voor mensen’. ‘Wapens zullen gebruikt worden, en wanneer dat zo is, maken we ze zo veilig mogelijk voor de gebruiker’, zegt de directeur maatschappelijk verantwoord ondernemen van het bedrijf, dat overigens de volledige steun geniet van het Briste ministerie van defensie. Dat laatste wil onder meer stiller oorlogstuig om lawaaioverlast tegen te gaan. Het toppunt van...? www.baesystems.com BOYCOT LUCHTVAART
Luchtvaart is de snelst groeiende bron van uitstoot van gassen die bijdragen aan de klimaatverandering. De Britse Flight Pledge Union probeert daarom mensen aan de grond te houden. Op hun website roepen ze op om ‘de meest effectieve beslissing te nemen die je impact op het klimaat reduceert’ en te zweren dat je je aantal vluchten beperkt. Er zijn twee eden: de gouden en de zilveren. Teken je de gouden eed, dan beloof je het vliegen dit jaar compleet te boycotten. Teken je de zilveren eed, dan beloof je niet meer dan twee korte of één lange vlucht te boeken. Voor lezers die verder staan dan het zich-
zelf feliciteren met één vlucht per jaar, kan de actiegroep Plane Stupid inspirerend zijn. Eind vorig jaar ketende de groep de deuren vast van 30 reisagenten en liet de slogan ‘closed for a total rethink’ (gesloten voor een complete heroverweging) achter. Ideetje voor een actie in België? www.flightpledge.org.uk www.planestupid.com NETELS INSPIREREN
Door de klassieke landbouw wordt de netel hardnekkig bestreden. Uit liefde voor deze plant met enorme gebruiksmogelijkheden (in de keuken, als bemester,...) draagt Velt het netelblad in haar logo. Nu wint deze stekelige plant aan populariteit in Duitsland waar een eco-textielbedrijf netels omtovert tot zachte stof. Het bedrijf Stoffkontor Kranz zocht meer dan tien jaar naar de beste manier om ruw plantenmateriaal om te zetten in draad. Ook het Nederlandse Brennels herintroduceert kleding van brandnetelvezels. Ontwerpers Jaq Volkman en Pim Cramer ontwierpen een fraaie vrouwencollectie. In de stoffen is naast brandnetel ook ecologisch katoen, bamboe en houtpulp verwerkt. De brandnetels worden geteeld in de Noordoostpolder. Netels hebben heel wat milieuvoordelen in vergelijking met katoen. Zo moeten deze volhardende planten alvast niet overgoten worden met chemicaliën om te groeien. Dit terwijl katoenvelden 11 % van het werldwijde pesticidengebruik en 24 % van het insecticidengebruik voor hun rekening nemen. Als de netelige kleren versleten zijn, gooi je ze gewoon op de composthoop.
TRAGE DEMOCRATIE
‘Kunnen we de aarde redden aan het trage tempo van de democratie?’ vroeg het maandblad MO* aan Jos Delbeke, directeur van het Directoraat Generaal Milieu van de EU. Deze beaamt dat sommige dingen inderdaad sneller zouden moeten en vindt dat de opdracht om de planeet te redden niet zomaar overgelaten kan worden aan de vrijwillige keuzes van elk individu, want ‘als de anderen mogen vervuilen, waarom zou ik het dan niet mogen’. Het individu wil heel wat doen, op voorwaarde dat het tot iets leidt en dat het niet door anderen wordt teniet gedaan. ‘Veranderingen’, zegt hij tenslotte, ‘moeten ingebouwd worden in onze dagelijkse handelingen, in de economie en in de politiek.’ www.mo.be Bronnen: Ethical Consumer, Green Futures, De Kleine aarde, MO*. Foto Veltarchief.
www.brennels.nl Seizoenen april 2007/ 35
WELEDA, PIONIER IN NATUURCOSMETICA Brussel – Parijs, 5 maart 2007. Toen ik de kleurrijk vormgegeven uitnodiging voor de persmeeting van Weleda in de Espace Weleda te Parijs ontving, twijfelde ik nog. Maar hier sta ik dan, tussen de mooie journalistes van weekbladen en weekendbijlagen. Een lachende dame duwt me een nogal vrouwelijke draagtas boordevol infobrochures in handen. Die gaat vlug in m’n rugzak wegens toch een beetje te schadelijk voor mijn mannelijkheid. Met de Thalys gaat het daarna nogal schoolreisachtig richting Parijs.
Foto’s: Weleda 36/ Seizoenen april 2007
De Espace Weleda ligt in een chique zijstraat van de Champs Elysees en is dè etalage van Weleda in Europa. Naast een verkooppunt is dit vooral een plek waar klanten terechtkunnen voor informatie en, dit mochten we aan den lijve ondervinden, heerlijke massages. Vandaag is de locatie gereserveerd voor Belgische journalisten. Zij krijgen uitvoerig uitleg over het bedrijf, een presentatie van enkele nieuwe producten, een rondleiding doorheen de Espace en (zei ik het al?) een heerlijke massage. Waarom al die moeite?
NIEUWE SPELERS
De voorbije jaren betraden enkele grote spelers de markt van de natuurcosmetica. L’Oréal nam Body Shop en Sanoflore over en Stella McCartney startte een biologische verzorgingslijn bij Yves Saint Laurent. Daarnaast meten steeds meer bedrijven zich een ‘natuurlijk’ imago aan. De reden daarvoor is duidelijk: ‘Bio, natuurcosmetica en fairtrade zijn hip en succesvol. Het worden producten voor iedereen’, zegt Pieter De Cooman, hoofd product-management en communicatie bij Weleda België. Voorlopig is Weleda marktleider natuurcosmetica in België, maar met amper 2 % van de totale cosmeticamarkt bezit natuurcosmetica een enorm groeipotentieel. Het is maar logisch dat Weleda met dit potentieel en de nieuwe concurrentie haar marktaandeel wil verdedigen en bestendigen. Maar wat ik wil weten is hoe het bedrijf hiermee omgaat. Hoe ver gaat het mee in de drang naar hoge verkoopscijfers? En wat betekenen deze ontwikkelingen voor de ecologische principes van Weleda? Pieter De Cooman: ‘Weleda tracht aan de groeiende vraag naar natuurlijke verzorgingsproducten te voldoen. Deze vraag is ontstaan door een zoeken naar gezonder en milieuvriendelijker leven, maar ze brengt wel een intensief gebruik met zich mee van natuurlijke bronnen en bedreigt hierdoor uiteindelijk het verdwijnen van talrijke wilde soorten. Weleda is zich bewust van haar verantwoordelijkheid hierin. Het bedrijf engageert zich tot het geven van het beste uit de natuur aan de mens, met het grootste respect voor de natuur, die haar rijkdommen ter beschikking stelt. Het overgrote deel van onze plantaardige
grondstoffen komt uit biologische of biologisch dynamische kweek door Weleda of door partners in het kader van een lange termijn overeenkomst. Voor medische planten die niet geschikt zijn om te kweken worden projecten opgezet waarbij wildpluk op een gecontroleerde wijze gebeurt, met speciale aandacht voor het voortbestaan van de plant in kwestie.’
Rozenoogst in Turkije
BDIH
De Weleda producten dragen het internationale BDIH-keurmerk, een van oorsprong Duits keurlabel dat in 2001 werd opgericht door een aantal milieubewuste bedrijven actief in de productie van geneesmiddelen, dieetproducten, voedingssupplementen en lichaamsverzorgingsproducten. De selectiecriteria van de ingrediënten beantwoorden voornamelijk aan een bezorgdheid over hun natuurlijkheid, van gering allergeen potentieel en maximaal respect voor het milieu. Seizoenen april 2007/ 37
GROEN WASSEN
VAN ECO NAAR FAIRTRADE
Nee, hierbij bedoelen we voor een keer niet wassen met ecologische wasmiddelen, maar het fenomeen van ‘greenwashing’, het ‘groen wassen’ van milieuvervuilende praktijken. Greenwashers plaatsen één ecologisch product of een milieuvriendelijke innovatie in de etalage om hun hele merknaam een ecologisch imago te bezorgen. Dit staat mijlenver af van een echte ecologische omschakeling. Een voorbeeld: Met het opslokken van Body Shop, neutraliseerde L’Oréal in één beweging een bedrijf dat hen al lang een doorn in het oog was en creëerde het rond zich een aureool van ethische geloofwaardigheid bij minder goed geïnformeerde consumenten. Body Shop werd geneutraliseerd als bron voor verandering en uitgehold tot pure groene marketing. L’Oréal profiteert vandaag schaamteloos van het imago van diervriendelijkheid dat Body Shop zo succesvol heeft gemaakt, terwijl L’Oréal deze markt steeds heeft geridiculiseerd en heeft getracht haar te ondermijnen. Intussen veranderde L’Oréal haar beleid niet en blijft het de grootste verdediger van dierproeven. Of zoals Chris Fisher, voormalig directeur van de British Union for the Abolition of Vivisection in Ethical Consumer schrijft: ‘Als de verkoop bij Body Shop dramatisch terugvalt, zal L’Oréal tenminste geleerd hebben dat het geen geloofwaardigheid kan kopen door Body Shop op te kopen.’
In haar jaarverslag schrijft Weleda dat het hoopt dat haar verantwoordelijke omgang met de natuur afstraalt op andere bedrijven en aanstekelijk werkt. Nochtans maakte het in 1921 opgerichte bedrijf pas de grote omslag rond 1995, toen het de stap naar internationalisering zette. De productie werd gecentraliseerd in Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. Naast schaalvoordelen levert dit vooral meer helderheid over de productiemethodes op. Sinds 1995 schakelt Weleda ook steeds meer de tussenhandel uit en helpt de onderneming lokale boeren actief bij de ontwikkeling van een duurzame landbouw. Hans Nijnens, directeur van Weleda België en Nederland: ‘We moeten kunnen bijblijven met de productie van biologische grondstoffen. Daarom groeit Weleda geleidelijk. We willen aansluiten bij de groeiende emancipatie van consumenten. Tegenwoordig gaat dat ontzettend hard. En het is niet alleen de groep die groeit, maar ook het bewustzijn zelf. Het gaat niet op om via je voordeur uitverkoop te houden, terwijl je de boer in de kou laat staan. Wij willen geen kortetermijnwinstmaximalisatie, maar zekerheid over de herkomst van onze grondstoffen.’
BLIJVEN PIONIEREN
Er bestaan natuurlijke alternatieven voor de meeste chemische bestanddelen. De producenten van natuurcosmetica bieden een concept dat fundamenteel verschilt van 38/ Seizoenen april 2007
Zeer recent, tijdens de zomer van 2006, introduceerde de Weleda groep een aantal ‘fair trade’ richtlijnen. Het evaluatiesysteem voor leveranciers van ruw plantenmateriaal kreeg er, naast ecologische, ook een aantal sociale standaarden bij. Met deze richtlijnen worden de sociale omstandigheden bij producenten doorgelicht. Fairtrade partnerships werden inmiddels afgesloten tot in Mexico, Turkije en Mongolië. www.weledanaturals.com
BERKEN DOUCHE
Weleda nodigde zo’n horde journalisten niet enkel uit om haar werking uit de doeken te doen, maar stelde ook nieuwe producten voor. Het interessantst is de uitbreiding van het assortiment douchecrèmes, met als nieuwste telg de Berken Douche. De basis van deze crème is de-
zelfde als de overige doucheproducten. De crème is vrij van synthetische geuren kleurstoffen, onnatuurlijke conserveringsmiddelen en grondstoffen op basis van minerale oliën. Haar frisse geur dankt Berken Douche aan de etherische oliën van onder meer pompelmoes, sinaasappel en cipres. Ondanks de relatief grote hoeveelheid berkenblaadjes die Weleda nodig heeft, staat de biogecertifieerde wildpluk garant voor een milieuvriendelijke en duurzame omgang met de natuur. Zo profiteert Weleda van de hoge kwaliteit van de grondstoffen en de verzamelaars genieten van de inkomsten en een duurzame samenwerking met Weleda. De blaadjes komen immers uit Zuid-Bohemen (Tsjechië). De berken groeien daar in een natuurreservaat op de oevers van de rivier de Malse en langs bospaden. De blaadjes worden in mei en juni geoogst wanneer ze nog jong zijn.
de conventionele cosmetica-producenten. Handelend vanuit het voorzorgsprincipe beperken bedrijven die de lastenboeken van Ecogarantie, BDIH en Nature & Progrès volgen het aantal toegelaten ingrediënten. Weleda is zo’n bedrijf dat blijft pionieren en verder gaat dan enkele cosmetische maatregelen. Het is maar een kleine speler vergeleken met de wereldwijd actieve grote concerns, maar haar milieuengagementen hebben een modelkarakter. Het is positief dat het bedrijf zich ook vragen stelt bij de groei van de consumptie van cosmetische producten, iets waar greenwashers al helemaal niet van wakker liggen. Consumenten hebben de macht de cultus die rond ‘wellness’ en luxe heerst te doorbreken. Ons advies: Koop geen overbodige producten, en producten waarvoor geen ecologische alternatieven mogelijk zijn, laat je best helemaal links liggen. LEVEN MET DE SEIZOENEN
Patricia F. Wessels schreef voor Weleda de reeks Leven met de seizoenen. Vier boekjes met weetjes, spelletjes, uitjes en tips. Velt kon de hand leggen op zo’n reeks. Wil jij deze winnen, stuur dan je antwoord op de volgende vraag naar de Seizoenen redactie: Wat vind jij van de ‘wellness-hype’? De beste antwoorden worden gepubliceerd in het juninummer van Seizoenen. De Weleda draagtas waarvan sprake in het begin van dit artikel krijgt de winnaar er zomaar bij!
[email protected] of Velt, Uitbreidingstraat 392c , 2600 Berchem. Bart Coenen Links: www.weleda.be www.espace-weleda.fr www.velt.be/cosmetica
Foto Kristian Birchall.
Seizoenen april 2007/ 39
LEZERS SCHRIJVEN VETTEN (1)
Geachte redactie, In antwoord op advertentie onder vuur Amanprana heeft een andere mening dan voedingcentrum.nl. Zij raden margarine aan. Wij vinden margarine junkfood. Zij vinden gangbaar prima. Wij kiezen voor biologisch. Zij vinden dat je kan frituren met meervoudige onverzadigde vetten. Wij winden dat uiterst schadelijk. Alle voedingscentra en de WGO adviseren een combinatie van verzadigd-, mono- en meervoudig- onverzadigd vet aan. Zelfs dat voedingscentrum.nl. Variëren met vetten is de boodschap maar er zijn vetten die je kan verhitten en er zijn er die je alleen maar koud kunt gebruiken. Verzadigde vetten zijn stabiele vetten. Ze behouden hun gezonde eigenschappen bij verhitting en worden niet toxisch. Ideaal om te verhitten dus. Meervoudige onverzadigde vetten worden bij verhitting uiterst toxisch. Koud gebruiken dus. In tegenstelling tot de gangbare opinie vindt amanprana extra vierge verzadigde vetten super gezond. De wetenschap over vetzuren is in een stroomversnelling gekomen. Vandaag weet men dat het vet 40/ Seizoenen april 2007
in moedermelk meer dan 50% verzadigde vetten bevat! Dit verzadigd vet beschermt de baby tegen bacteriën, virussen en schimmels. Verzadigde vetten zijn in MCT vorm zoals moedermelk en kokosolie heel licht verteerbaar. Elke plant, dier of mens bestaat voor een deel uit verzadigde vet. Zonder verzadigd vet is voor hen geen leven mogelijk. Waar het om draait? Walter Fachée, voorzitter van de orthomoleculaire geneeskunde in België is duidelijk: “Het soort vet is niet zo belangrijk. De kwaliteit van het vet is belangrijk”. Dit komt omdat het lichaam uit verzadigd vet, onverzadigd vet kan maken en visa versa. Maar net zoals witte suiker en wit brood zijn geraffineerde olies en margarines (inclusief Becel) ongezond. Het goede is eruit. Voor de opname gaan ze je eigen lichaam roven van essentiële stoffen en gaan in ons lichaam oxideren. Meer info op www.noble-house.tk. Bart Maes, de maker van amanprana. VETTEN (2)
Ook ik wil reageren op de lezersbrieven in Seizoenen. De vet-historie is complex, maar ik zal hierbij proberen de essentie wat weer te geven. Amanprana heeft in hoofdzaak gelijk (hoewel advertenties altijd de neiging hebben om wat te overdrijven). In principe stelt men (het voedingscentrum dus ook) dat het wijzer is om onverzadigde vetten te eten en zo het voedingsbeïnvloedbare gedeelte van onze cholesterol te verlagen. Weet wel dat dit gedeelte meestal vrij beperkt is omdat de lever zelf een groot deel cholesterol aanmaakt. Onverzadigde vetten mogen echter niet verhit worden (bakken, braden, frituren)
omdat ze chemisch veel minder stabiel zijn dan verzadigde vetten. Bij verhitten zullen onverzadigde vetten aanleiding geven tot het vormen van transvetzuren (waarvan velen nog schadelijker zijn dan verzadigde vetten voor de cholesterol) en ook giftige/kankerverwekkende stoffen worden gevormd. Dus voor verhitten is het sterk af te raden om onverzadigde vetten te gebruiken (de meeste vloeibare oliën en margarines) en dienen er verzadigde vetten gebruikt te worden (vb. ook rundsvet). Kokosvet is dan zeker een goede keuze, vooral ook omdat het korte vetzuurketens bevat, die gemakkelijker verteerbaar zijn. Dus: 1. (poly)onverzadigde vetten voor koud gebruik (vb. zonnebloemolie, sojaolie). 2. mono-onverzadigde vetten zijn een tussengroep en mogen slechts 1 keer verhit worden, dus niet in de friteuse (vb. olijfolie). 3. verzadigde vetten voor het frituren. Voorlichtingscentra zouden deze basiskennis toch moeten meehebben om de juiste/gezonde aanbevelingen te kunnen doen. Katia Van der Auwera, via e-mail ANTWOORD VAN DE REDACTIE
Bedankt, Katia, voor deze reactie. We hebben de lezersbrieven over dit onderwerp inmiddels voor het uitkiezen, maar plaatsen deze graag als afsluiter van deze pennenstrijd. Wie wil kan de discussie verderzetten met Bart Maes van amanprana:
[email protected]. De standpunten die hij inneemt, zijn uiteraard die van hemzelf en staan los van de Seizoenen redactie. Bart Coenen
OUR DAILY BREAD
De vrijkaarten voor de film Our Daily Bread (zie vorige Seizoenen) waren in een wip de deur uit. Helaas was het niet mogelijk alle gegadigden een ticket te bezorgen. Via de Velt website kregen we intussen een hele reeks openhartige reacties. Lees ze allemaal na op: www.velt.be/ourdailybread ALWEER EEN ‘INCOVENIENTH TRUTH’
Na het zien van de film heb ik toch wel een zeer onrustige nacht gehad. Ik had al wel veel gelezen over de problemen van onze voedselindustrie (mede dankzij Seizoenen), maar de beelden hebben toch nog een indringender effect. Zoals de regisseur zegt: “Het is te gemakkelijk voor een kijker wanneer hij de informatie gewoon krijgt ingelepeld. Het raakt hem kort, maar daarna kan hij het snel in perspectief plaatsen en verwerkt het zoals al het sensationele nieuws waarmee ze ons dag na dag bombarderen”. Toch bleef ik met veel onbeantwoorde vragen zitten en brengen de beelden een zekere onrust bij mij teweeg. Waar blijven de journalisten om dit toe te lichten? Een aanrader om een aantal dingen te kunnen plaatsen is dan ook het boek The omnivore’s dilemma van Michael Pollan. Wat vooral duidelijk wordt, is hoe het hele ecologisch evenwicht op grote schaal ontwricht wordt, door wat in de traditionele boerderij logisch samenhoort (dieren eten bv. het teveel aan oogst op en leveren gratis bemesting) volledig uit elkaar te halen: enerzijds de immense maisvelden die overeind gehouden worden met chemische kunstmeststoffen en pesticiden (afkomstig van petroleum) en anderzijds de immense beerputten van de grootschalige veeteelt waar men geen blijf mee weet en die zelfs zoveel nitraten en fosfor bevatten dat je planten ermee zou om zeep helpen, mocht je het al gebruiken als mest. De film raakt emotioneel door al het dierenleed in beeld, maar de onvoorstelbare vervuiling die dit alles meebrengt, is moeilijker te verfilmen. Hilde Habraken Seizoenen april 2007/ 41
CAPPUCCINO VAN PREI EN ANDERE GROENE HOOP GEERT GROFFEN
Bij het schrijven van dit artikel ziet mijn tuin er vooral drassig uit, met hier en daar een eerste sprietje bieslook of een knop van rabarber. Binnen enkele maanden valt er misschien wat te oogsten, maar nu zeker nog niet. Alleen de prei staat er stevig bij; hij is de winter vlotjes doorgekomen (hoe kan dat ook anders met de warmste winter ooit) en is oogstbaar. Ondanks de lichtgroene hoop die hier en daar de kop opsteekt, kan je deze beginnende lente moeilijk een oogstseizoen
Boomhommel op een preibloem. 42/ Seizoenen april 2007
noemen. Een keuken met ‘seizoenen op smaak’ is dus geen gemakkelijke opgave rond deze tijd van het jaar. In de winter heb je ook niet veel verse groenten, maar dan heb je gelukkig nog een aantal wintergroenten op het veld zoals spruiten en een pak bewaargroenten zoals pompoen en ingekuilde rode bieten. Maar die zijn nu allemaal op, of rot. De lijst van seizoensgroenten en -fruit is niet voor niets het kortst in april. Zelfs januari en februari hebben een langere lijst. Een vol bord versgeplukte sla kan ik jullie dus niet aanbieden deze keer. En ook een weelderig buffet van allerlei gestoofde groenten van het seizoen is nogal moeilijk. Wel enkele pittige recepten waarin we net die dingen gebruiken die er wel al (of nog) zijn. Zoals de bloemen van de doorgeschoten prei, een verloren gewaande pastinaak, de eerste asperges of de rabarberstengels die hier en daar al oogstbaar zijn. Foto Rasbak. Vrijgegeven onder de GNU Free documentation license.
PREISOEP MET GEFRITUURDE PASTINAAK EN PREIBLOEMETJES IN ROOM
In een chique restaurant zou deze soep een ‘cappuccino van prei’ heten, omdat er op de soep een dunne crèmelaag ligt die de soep fluwelig maakt als je erin roert. Een lichtjes gebonden soep met opgeklopte room met een smaakje erin tilt je soep al snel een niveautje hoger. Voor 4 personen: twee dikke preien - de bloem van een doorgeschoten prei - een pastinaak of een stuk knolselder, als je die nog zou vinden - 100 ml room - 50 g boter of olie - 25 g bloem - bouillon, peper en zout naar smaak. Was de prei zodat al het zand eruit is en snij het wit en het groen in stukjes. Kleur de prei in de boter op een heet vuur en stoof daarna verder op een zachter vuurtje. Je kan eventueel wat topjes van brandnetel toevoegen. Schil de pastinaak of knolselder, snij in kleine blokjes en frituur tot ze mooi goudgeel zien (een alternatief voor frituren is de blokjes met olie besprenkelen en ze in de oven roosteren). Voeg aan de gestoofde prei de bloem toe, roer goed om en laat de bloem even garen (zoals bij een roux). Voeg dan een liter water toe, breng het geheel aan de kook en laat het gedurende een tiental minuten goed doorkoken. Mix het geheel en kruid met peper, zout en eventueel bouillon. Klop de room op, maar niet stijf (3/4de noemt men dat in het jargon) en voeg er de bloemetjes van de prei aan toe. Schenk de soep in vier kommen. Strooi
Preibloemen. Foto Derek Ramsey. Vrijgegeven onder de GNU Free documentation license. Info: www.creativecommons.org. de gefrituurde pastinaak of knolselder erin en schep er de room bovenop. GEWOKTE ASPERGES MET EEN BÉARNAISE VAN GROENTEJUS
Asperges staan erg hoog aangeschreven, volgens mij iets te hoog. Niet dat ik ze niet erg lekker vind, maar er zijn best wel veel concurrenten onder de groenten, als je ’t mij vraagt. De saus maakt het helemaal af. Het is een variatie op de klassieke dragon-béarnaise en ze moet er zeker niet voor onder doen. Integendeel. Voor 4 personen: 500 g asperges klaar voor gebruik (neem dus wat meer want je speelt wel wat gewicht kwijt met schillen en stammen) - 4 eierdooiers - 100 g boter - groenten voor de groentesaus: een wortel, een prei, veel bieslook, een stukje selder en een sjalotje - 10 el witte wijnazijn, 10 el witte wijn, enkele peperkorrels. Snij de groenten voor de saus in kleine stukjes en stoof ze daarna in een beetje Seizoenen april 2007/ 43
olie. Laat ze extra lang op het vuur staan. De kruiden voeg je best pas op het einde toe. Voeg nu de geplette peperkorrels, de witte wijn en de witte wijnazijn toe. Breng nog even aan de kook en laat dan zonder deksel afkoelen zodat er nog flink wat water verdampt. Eventueel kan je de groenten nog wat pletten zodat er extra
vuurtje. Heel belangrijk is dat je de hele tijd blijft kloppen, anders heb je omelet in plaats van saus. Haal de saus onmiddellijk van het vuur wanneer het geheel begint in te dikken, maar blijf het geheel nog even kloppen om te vermijden dat je door de warmte van de pan toch nog een omelet bakt. Leg de asperges op een schaal en dien op met de groentebéarnaise. Erg lekker hierbij is een stukje gepocheerde vis en puree of … een gevulde aardappel. GEVULDE AARDAPPEL MET FIJNE GROENTEN EN KRUIDEN
Voor 4 personen: 4 dikke aardappels, van gelijke dikte en vorm - Allerlei ‘overschotjes’ groenten zoals een stukje prei, wat overgebleven winterspinazie, een pastinaak, een beetje rucola (als hij van voor de winter is, gebruik hem dan met mate want hij is dan erg scherp) - Lentekruiden zoals bieslook, dille,... - 50 g geraspte kaas - 2 eierdooiers - 50 g boter - Peper en zout.
Foto’s: Kostas Kostantopoulos.
sap en dus smaak vrijkomt. Het vocht van deze bereiding gebruiken we verder voor de saus, de groenten kan je nog gebruiken in een soep maar weet dat er al heel veel smaak verdwenen is. Voeg ze dus aan een andere soep toe, maar maak geen soep van enkel deze groenten. Schil de asperges en kook ze in licht gezouten water tot ze gaar zijn. Meng intussen de eierdooiers met 4 eetlepels van het groentevocht en klop het geheel met een garde op een zacht
44/ Seizoenen april 2007
Kook de aardappels met schil in licht gezouten water tot ze gaar zijn. Snij intussen de groenten fijn en stoof ze langdurig in de boter op een zacht vuurtje. Haal de pan van het vuur en voeg de lentekruiden toe. Haal de aardappels uit het water, snij er bovenaan een plakje af (dat later het dekseltje wordt) en hol de aardappel uit wanneer die nog heet is. Pureer de inhoud, voeg de groenten/kruiden, de kaas en de eierdooier toe en kruid naar smaak. Vul de aardappel en dien snel op. Je kan deze aardappels ook op voorhand bereiden en ze opwarmen in de warmeluchtoven.
WARME RABARBERPUDDING MET EEN VLEUGJE CARDEMON
Voor 4 personen: de 4 dikste stengels rabarber - één peul kardemom - 500 ml melk - 4 eierdooiers - 100 g suiker - 40 g maiszetmeel - 1/4de vanillestok. Was en schil de stengels rabarber, snij ze in fijne stukken en stoom gedurende een tiental minuten. Giet het stoomwater weg en kook de pulp verder met suiker naar smaak en eventueel een smaakaccent zoals sinaasappelschil
Klop de eidooiers met de suiker stijf en roer het maïszetmeel eronder. Giet de kokende melk geleidelijk bij dit mengsel terwijl je roert. Zet terug op het vuur en laat rustig koken en een zacht vuurtje terwijl je blijft roeren. Laat de pudding afkoelen maar niet koud worden en schep in een soepbord de pudding met de rabarbermoes in het midden of andersom.
Snij de vanillestop open en sla de cardemonpeul met een hamer plat. Breng de melk met de vanille en de cardemonpeul aan de kook.
Seizoenen april 2007/ 45
• Wie kan mij volgende ontbrekende nummers van Seizoenen aan de hand doen? 1999: april,juni,augustus & oktober 2001: oktober & december. Jef Cassimons : 0479 77 82 84 of
[email protected] • Gratis: kefirbloemen voor melk. Verdere info: karina_
[email protected] • Te koop: spinnewiel. In zeer goede staat, heb er jaren zelf mee gewerkt. Naar oud model gemaakt. Vraagprijs 150 euro. Verdere info
[email protected] • Gezocht: ecologisch verbouwd (of nieuw te bouwen) huis in Gent of omgeving. M.Dobbelaere 0473/710614. • Te koop: Vier prachtige houtlandrammetjes + één betje geboren in januari 2007. Houtlanders zijn vroegrijp i.v.m. dekken van ooien, ze kunnen deze herfst al zorgen voor hun nageslacht. Ze hebben weinig verzorging nodig en hebben ziektebestendige hoeven. Biologische bijvoeding. Info: Vanhoutte Katelijn 0476/383 051 of 055 31 37 85 / 055 49 54 46. E-mail: katelijnvanhoutte@ oorspronkelijkelevenskunst.be • Te koop: 3 kastanjehouten tuinpoortjes. B: 1m, H: 1,2m. 75 /stuk. Kastanje afsluiting: 3 rollen van 5m (H: 1,75m) en 5 rollen van 10m (H: 1,20). 25 /rol. Tel: 03/385.80.20 46/ Seizoenen april 2007
ZOEKERTJES • Te huur gevraagd: huisje met tuintje voor alleenstaande, gelegen op de as Antwerpen - Turnhout. Max 10 min fietsen van openbaar vervoer. Tel: 03 385 80 20. •Woning met praktijkruimte voor zelfst. beroep of mogelijkheid tot kangoeroewoning. Bewoonbare opp. 295 m2. Organische vormgeving en gebouwd met ecologisch mat., gelegen in een rustige bosrijke omgeving te ‘s-Gravenwezel, aangelegde tuin op ecol. basis. Totale opp. 2100 m2. 0474 84 19 72 (bij voorkeur di-do-weekend). • Te koop wegens verhuis: tunnelserre Filclaire, breedte: 5m, lengte: 12m, hoogte: 2,5m. Prijs: o.v.t.k. 0485 24 01 98. • Te koop : walnoten/okkernoten uit eigen tuin, uitstekende kwaliteit, 1,70 per kg. 03 772 71 60 (Sinaai) of
[email protected] • Te koop: Sanen melkgeit. Lammeren, geitjes en bokjes. Geboren in februari 2007. 058 29 99 36. (Ingelbrecht Philippe). • Te koop: motorhak Gutbrod
met toebehoren. Hakwerkbreedte: 0,95 m. In gehard staal (geen plaatijzer!). Kwartslagploeg + differentiaal wielen, transportwiel + tegengewicht. GPK DIN motor 2-takt. 3 versnellingen vooruit/ 1 achteruit. Demonteerbaar: motor apart en carter apart (= interessant voor transport). In goede staat. Vraagprijs: 1200, 00 . Tel. of fax: 02 269 22 01. • Te koop: New Hampshire dwerghoenders, geboren in 2007. Hanen en hennen. Gezonde, sterke dieren (volledig vaccinatieprogramma achter de rug). Geringd en uit kwalitatieve tentoonstellingsstam, goed leggend, nemen weinig plaats in, niet vliegend. Prima gezinskip, voor wie iets anders wil dan de bruine legkip. Prijs o.v.t.k., vanaf 10 . Chris Boel, Hamme (OostVlaanderen), 0485 76 25 71. • Te koop : Soay ram , 3 j. oud. 35 . Info: Patrick Vanhauwaert, 050 35 37 54 of patrickvanhauw
[email protected] • Gezocht: hulp bij het opknappen en onderhouden (Biogroentetuin, boomgaard, dieren) van ons kleinschalig gastenverblijf in midden-Slovakije op 600 m hoogte. Je vindt in de omgeving volop natuur en veel rust. Ideaal voor wandelaars. Wij bieden je kost en inwoon aan. Vanaf voorjaar 2008 openen we de deuren, maar wie graag kampeert is dit jaar al welkom. Voor meer informatie : 03 651 92 48.
• Vanaf half mei zijn er jonge biocavia’s te krijgen. Onze cavia’s leven niet in kleine hokjes maar hebben een vrije loop( in open natuur) en krijgen biogroenten te eten van onze eigen biotuin. Info: 02 657 39 11 of bezoek ons: Familie Vanmol, Waversesteenweg 77, 1560 Hoeilaart.
JNM wordt én zoekt ouwe sok!
• Gezocht: iemand die al Boekweit kiemzaden heeft besteld uit de Velt zadenlijst en me kan inlichten, hoe je ze kan gebruiken. Vermits ze nog een pel bevatten, zijn ze als kiemen niet te eten. Tips welkom bij Annie Dockx 03 667 37 38 of
[email protected].
• Te koop: geiten en bokken Toggenburgers. Mooie bruinwitte kleur zowel 2-jarige moeders als jongen van 3 maanden oud. Zijn goed in melk, natuurlijke opkweek. Frans Van Gaeveren 0478 666 204 of 052 47 40 65 (Hamme).
Al bijna 50 jaar lang worden de Vlaamse vlaktes, bossen en stranden doorkruist door Jeugdbonders. In 2008 doen ze dat al 25 jaar onder de naam JNM’ers. Op 16 april 1983 vond De Belgische Jeugdbond voor Natuurstudie de Wielewaaljongeren en daaruit groeide JNM. Nu bijna 25 jaar verder (vanaf 25 ben je voor JNM een ouwe sok) telt JNM 3000 leden verspreid over zo’n 50 afdelingen. Deze twee jubilea, 50 jaar Jeugdbond en 25 jaar JNM, zullen dan ook niet onopgemerkt voorbijgaan: we organiseren een groot feest (in juli 2008) en we schrijven een jubileumboek. De website www.ouwesok.be is er om samen herinneringen op te halen bij foto’s en straffe verhalen van door de jaren heen. Wil je zelf foto’s invoeren, commentaar geven en lustig discussiëren op het forum? Log dan snel in!
• Vacature: Begeleid(st)er sociale werkplaats Den Diepen Boomgaard vzw. Keuken - Bakkerij. Voltijds. Professionele ervaring in keuken, leiding geven aan een ploeg van ± 8 personen.
Wil je op de hoogte worden gehouden van de feestelijkheden in 2008. Voer dan je contactgegevens in bij ‘jubileumfeest’. Tot op www.ouwesok.be en tot op het jubileum!
•Te koop: 2 Soay-lammetjes (° maart 2007) en 1 soay ram (4 jaar oud). Koenraad Van Hee, 0474 97 35 99. • Te koop: 3 ganzen. Goede grasmaaiers en bewakers. Info: 0498 43 36 82.
[email protected].
Solliciteren voor 27 april 2007. CV per mail t.a.v. Staf Berlo.
[email protected]. Voor meer info: 02 270 00 35. www.diepenboomgaard.be • Te koop gevraagd: kersen, perziken, abrikozen, druiven, asperges etc. van de komende oogst. Er mag niets op gespoten zijn. Ruilen mogelijk. Superschone appels en peren. Afstand geen bezwaar. B: 0031 543 565 706. Nl: 0543 56 57 06. • Te koop gevraagd (of eventueel tijdelijk te huur): een vrij gelegen huisje in B of Nl. in mooie omgeving zonder elektrosmog. B: 0031 543 565 706. Nl: 0543 56 57 06. • Gezocht: wie kan er tegen vergoeding cider voor ons maken van onze appels? B: 0031 543 565 706. Nl: 0543 56 57 06. • Wie wil vakantie combineren met helpen in de moestuin en met het bouwen van een bewustzijnscentrum. Kost en inwoon in een prachtige omgeving. Pyreneeën, Spanje. 0034 620 48 27 15 of 0034 974 34 41 02. Zoekertjes zijn voorbehouden aan leden. Contactadvertenties, publiciteit voor vakantieverblijven, immobiliënberichten zonder ecologische meerwaarde en commerciële activiteiten worden niet aanvaard. Schrijf naar Velt of e-mail
[email protected]. Seizoenen april 2007/ 47
KUTUNKA Op woensdag 18 april organiseren vzw Duradero en Kom uit uw Kot al voor de zevende keer het duurzaam intercultureel festival Kutunka.
WAARHEEN ACTIVITEITEN OP YGGDRASIL • Naar jaarlijkse gewoonte is er op 1 mei onze kruidenverkoopdag, doorlopend van 10.00 u tot 17.00 u. Er worden biologische kruiden in pot aangeboden die ter plaatse geteeld zijn of die zich spontaan vermenigvuldigd hebben in de tuin. Je kan vragen stellen en de planten in de tuin bekijken op hun groeiplaats. Vrije toegang de hele dag. • Rondleidingen in de tuin van Yggdrasil. Het hele jaar door kan een afspraak gemaakt worden voor een rondleiding door de tuin. Een rondleiding kost € 75,00 voor een groep van max. 25 personen. Een drankje is in de prijs inbegrepen. De rondleiding duurt ongeveer 2 uur. Het thema (permacultuur, kringlooptuin, kruiden) is vooraf af te spreken. Je maakt er kennis met een greep uit de principes van permacultuur en met toepassingen zoals een kruidenspiraal, een gebouwtje in cordwood en leem, een takkenril, levende bouwsels, vlechtwerken, en uiteraard de teelt van voedsel. Bij het thema ‘kruiden’ wordt uitleg gegeven over teelt, functies in de tuin en gebruik. Info:
[email protected] of T/F: 016 82 45 37 48/ Seizoenen april 2007
Voor deze editie werd een nieuwe lokatie gevonden op het SintPietersplein, in het hart van Gent. Vanaf 17u30 tot 24u kan iedereen gratis komen genieten van een intercultureel streepje muziek! www.myspace.com/kutunkafestival NETELVUUR Naar aanleiding van het begin van de zomer en het feest van Sint-Jan houdt Netelvuur op zondag 24 juni een opendeurdag met Sint-Jans- en Lavendelfeest, onder het motto ‘natuurlijk gezond en ontspannen de zomer tegemoet’. Netelvuur Veldhoek 33 te 9931 Oostwinkel www.netelvuur.be DAG VAN DE AARDE
Op zondag 22 april zetten milieu- en natuurverenigingen in Vlaanderen traditiegetrouw hun deuren open tijdens de Dag van de Aarde. Iedereen is welkom op een van de vele activiteiten. Surf naar www.dagvandeaarde.be voor alle info.
VELT OP DE DAG VAN DE AARDE • BORGERHOUT - De A van Aarde
van de Wereldwinkel. Tentoonstelling ‘Ecologische voetafdruk’ en infostanden van enkele ngo’s . Inschrijven t.e.m. 6 april. Afspraak: 22 april, ontmoetingscentrum Berenhof, Berenhofstraat 12, Veldwezelt, om 8u. Info: Bart Hoelbeek, 089 73 07 76, inschrijven via
[email protected]
Het Ecohuis heeft volgende sprekers te gast: Velt (minimoestuinen in de stad), Wervel (grootschalige landbouw in het Zuiden) en 11.11.11 (kleine boeren in het Zuiden). JNM voorziet een programma voor de kinderen. Dialoogdebat tussen lokale boeren en derdewereldorganisaties. Afspraak: 22 april, Turnhoutsebaan 139, Borgerhout. Om • PEER - Doetocht voor het hele gezin 13u. Info: 03 271 06 36. Ontdek met alle zintuigen het bos, de natuur en de landbouw in de streek. Voor rolstoelgebruikers en kin• WESTERLO - EcoFEESTival derwagens is er een verkorte route uitgestippeld. Na de Kamp C (Provinciaal Centrum Duurzaam Bouwen en wandeling: biologische en ‘eerlijke’ proevertjes. Standjes Wonen) organiseert een hoop activiteiten rond duurzaam van Velt, Oxfam Wereldwinkel en Gezinsbond. De bouwen en wonen met infostands, rondleidingen en uitstap is gratis. kinderanimatie. Biomarkt, bouwbeurs en muziek. Afspraak: 22 april, bosleerpad Resterheide, Peer, om Afspraak: 22 april, Kamp C, provinciaal centrum voor 14u (parking onthaalcentrum ‘t Begijntje aan de Begijduurzaam bouwen en wonen, Westerlo, 11u. Info: Maar- nevijvers). Info: Els Boonen, 011 63 37 05, werkgroep ten De Groote, 014 27 96 52.
[email protected]. • HAMME - Landbouw, natuur en eerlijke handel.
• DILBEEK - Duurzaam Dilbeek
Om 10 u is er een Brunch Mondial met bio- , Fairtradeen lokale hoeveproducten. Vanaf 5 uur kan je genieten van een duuzame barbecue. Proef-, verkoop-, en infostandjes. Fietstocht. Afspraak: 22 april, landbouwbedrijf van Marc Onghena, Moerheide 177, Hamme, 052 47 79 05. Duur: Van 10u tot 18u. Info: www.hamme.be Info: Dirk Vermorgen, 052 4447 55 65. Prijs barbecue en brunch: Nog nader te bepalen. Brunch: inschrijven verplicht voor 20 april via
[email protected] of via de Wereldwinkel, 0496 74 63 13 Max. 100 deelnemers.
Om 11u: biobabbel met Velt en een interactieve quiz over duurzaamheid. Op het molendomein wordt biomeel geproduceerd. Velt-quiz en standjes van o.a. de Wereldwinkel met proevertjes. Om 14 u ezeltocht door het landbouwgebied. Afspraak: 22 april, Pedemolen, Lostraat 84, Schepdaal. Info: Eric De Jonge, 02 567 04 35.
• LOKEREN
Durme vzw organiseert een fietstocht die vertrekt in het natuurgebied De Linie in Eksaarde. Hoeve het Uilenbos teelt op duurzame wijze groenten en fruit. Hier kan je na de fietstocht proeven van biologische groenten. Afspraak: 22 april, Kruiskapeldreef, Eksaarde, om 10u en 15u. Maximum aantal: 25 per groep. Info: Peter Claus, 09 348 30 20 • LANAKEN - Buurtontbijt en tentoonstelling ‘Eco-
logische voetafdruk’. Biologisch ontbijt met streekproducten en producten
• HERENT - Be-waar-de-aarde
In de voormiddag is er een workshop ecologisch koken, in de namiddag zijn er tal van activiteiten. Er is een
culinaire wandeling in het Kastanjebos en je kan je eigen natuurlijke tuin leren ontwerpen. Workshop knutselen met natuurlijke materialen voor kinderen. Een fietskaravaan vertrekt om 13u30 aan het Leuvense stadhuis . Afspraak: 22 april, St.-Benedictusstraat 11, Herent, vanaf 10u30. Prijs: Culinaire wandeling, workshop tuin: 3 euro, Workshop ecologisch koken: 9 euro Duur: Tot 18u. Info: 016 52 59 00 - Duurzame fietstocht JNM maakt een fietstocht langs de groene plekjes van Vilvoorde en Grimbergen. Kinderen jonger dan twaalf jaar moeten begeleid zijn door een jeugdvereniging of door hun ouders. Afspraak: 22 april, Rooseveltlaan nr 71, Vilvoorde Aanvangsuur: Tussen 13 en 14u, afhankelijk van groep. Info: Lucie Wachtelaer, 0497 60 86 20 • VILVOORDE
• HEIST - Biobabbel
Velt Oostkust i.s.m. Seniorenclub “Willen is Kunnen Heist. Deze voordracht wordt ingeleid door Dhr. André Verheecke, erkend lesgever. Met proevertjes en gratis tombola. Afspraak: 24 april,’t Choufke, Kursaalstraat, 59, Heist Aanvangsuur: 13u30. Duur: 2,5u. Info: Oscar Vantorre, H. Consciencestraat, 46, 8301 Knokke-Heist - Tel. 050 51 38 52 • HASSELT
Fairtrade-brunch Op 22 april kan je de dag kan starten met een stevige (h)eerlijke brunch. Op het menu staan Fairtrade-producten uit het Zuiden en biologische landbouwproducten uit Hasselt en omstreken. Daarnaast zijn er tal van doorlopende activiteiten zoals de tentoonstelling ‘Leven van landbouw: familiale landbouw in Noord en Zuid’ en de Dyno2-voorstelling: Een CO2-neutrale minidiscobar op trapkracht. Voor deze activiteiten kan je je inschrijven tot en met vrijdag 13 april. 10 voor volwassenen en 7 voor kinderen tot 12 jaar. Afspraak: 22 april, Katarinazaal, N. Cleynaertslaan 1 50/ Seizoenen april 2007
Duur: Van 10u tot 14u. Info: Oxfam-wereldwinkel Hasselt vzw, 011 22 83 32. De boer op, de natuur in Tijdens een gezinswandeling schenken we bijzondere aandacht aan de landbouwers als duurzame landschapsbeheerders. Om 15u45 vertrekt aan het natuurgebied Tommelen een huifkartocht naar boerderij Swijsenhof, waar alle deelnemers een overheerlijk versbereid hoeve-ijsje krijgen aangeboden. Afspraak: 22 april, Amfibieënreservaat Tommelen, om 15u45. Info: Souliman Diraa, 0499 620 651. Biobabbel bij de Wroeter op de vrijdagmarkt Activiteitenboerderij De Wroeter is al jarenlang een vast gezicht op de Hasseltse markt. Ze laten je even doen stilstaan bij hun bio-verhaal. Gratis proevertjes staan mee garant voor een gezellige biobabbel. Afspraak: 20 april, vrijdagmarkt Dusartplein, Hasselt. http://hasseltisverkocht.be/dagvandeaarde. • WEVELGEM - KORTRIJK
Een weekend vol activiteiten langs de Heulebeek! Start op zaterdagnamiddag 21 april met het Tovercirkeleiland. Kinderen tussen 6 en 12 jaar kunnen zich daar uitleven in allerlei folkdansen. ’s Avonds is er een folkdansavond in de oude historische Dwarsschuur van Gullegem. Wie de volgende dag goed uitgeslapen is, kan deelnemen aan de wandel- ( 5 km) en fietstochten ( 20 km). Fietsen ter plaatse te huur (vooraf reserveren). Zondagnamiddag is er een biomarkt in hoeve ‘Heerlijkheid van Heule’. Met kinderanimatie. Afspraak: Zaterdag 21 april: Dwarsschuur Peperstraat Gullegem. Zondag 22 april: Historische hoeve ‘Heerlijkheid van Heule’ centrum Heule. Duur: Zaterdag: - Tovercirkeleiland: 16u (inschrijven verplicht). - Dansinitiatie: 20u-21u - Boombal: Vanaf 21u15 Kaarten in VVK: 4. Zondag: - Wandeltocht: Vanaf 14uur tot 15 uur. Fietstocht: Vrije start vanaf 13u30. - Biologische- en Ecomarkt: Vanaf 13u30. Info: Kristina Naeyaert, 056 40 19 79 en www.zwvlkoepel.be.
WETGEVING BIO BEDREIGD? Op dinsdag 27 februari heeft de commissie landbouw en plattelandsontwikkeling van het Europees Parlement gestemd over een voorstel van nieuwe EU-wetgeving over de biologische landbouw en voeding en over meer dan 300 amendementen die hierop ingebracht werden. Tegelijkertijd was er aan de deuren van het Europees Parlement een kleine manifestatie van Waalse biosupporters. Ondertussen circuleert de petitie ‘Sauvons la bio!’ van Nature & Progrès, een Waalse bioconsumentenorganisatie. Wat is er aan de hand in bioland? En waarom organiseren Velt of Bioforum Vlaanderen geen petitie? Hierna gaan we in op drie concrete aspecten: wat betekent deze herziening, en wat met chemisch-synthetische stoffen en GGO’s, twee punten die door Nature & Progrès in de huidige tekstformulering als onaanvaardbaar worden beoordeeld. Tenslotte lichten we de aanpak van Velt en Bioforum Vlaanderen toe. 1. EU-WETGEVING BIO
Alle normen, regels en controle waaraan een biologische bedrijf moet voldoen, zijn vastgelegd in een Europese wetgeving, EU-Verordening 2092/91. Deze wetgeving geldt voor alle 25 EU-lidsta-
ten. De basis van deze wetgeving dateert van 1991 en is sindsdien 38 maal gewijzigd. De aanpassingen gaan over diverse aspecten: teelttechnische maatregelen, aanvullingen over de controle op een biobedrijf, hoe import van bio reglementeren, schrappen of toevoegen van additieven, meststoffen, bestrijdingsmiddelen,… Daarnaast zijn er nog enkele bijkomende EU-verordeningen en reglementen waarbij bio aan bod komt. De EU oordeelde in 2005 dat deze evolutie leidt tot een vrij onoverzichtelijk geheel aan wetteksten. Vandaar haar besluit om deze verordening te herzien. Volgens het huidige plan zou de nieuwe verordening van kracht worden op 1 januari 2009. 2. HERZIENING: EEN LEGE DOOS?
Het laatste tekstvoorstel van 19 december 2006 omschrijft algemene doelstellingen en principes voor de bioboer en voor verwerkende bedrijven. Verder komen aan bod: regels voor plantaardige en dierlijke bioteelt, voor aquacultuur, voor verwerkte voedingsmiddelen, etikettering van bioproducten, verbod op het gebruik van GGO’s, omschrijving van het controlesysteem, import van bioproducten. Seizoenen april 2007/ 51
2007 en 2008 volledig gevuld wordt. Zolang deze nieuwe bijlagen er niet zijn, zijn de teksten en bijlagen van de huidige Verordening 2092/91 van toepassing. Standpunt Velt De huidige wetgeving is inderdaad een kluwen van wetteksten. Dit overzichtelijk structureren is zeker nuttig. Het is essentieel bij zo’n aanpak om na te gaan of er geen inhoudelijke punten verloren gaan of ontoereikend geherformuleerd worden. Achter bio zit immers een sterk inhoudelijk verhaal. Velt vindt dat dit zo moet blijven. Deze herziening geeft ook de gelegenheid om een aantal punten extra toe te voegen aan de EU-wetgeving: regels voor aquacultuur, regels voor catering, de verplichte toetsing aan criteria om nieuwe additieven en bestrijdingsmiddelen toe te laten of te verbieden.
Foto: Jet Steverink
Voor het eerst worden criteria vermeld die gebruikt worden bij het al of niet toelaten van producten in de bioteelt (meststoffen, bestrijdingsmiddelen, additieven). De huidige tekst is een kadertekst: een tekst met algemene regels. De concrete invulling (bv. hoeveel m2 buitenruimte een biokip heeft of welke meststoffen een biogroenteteler mag gebruiken) staat hier niet in. Daarvoor wordt nog een bijlage opgsteld. Dus: de doos is momenteel halfvol en er is een afspraak dat ze in
52/ Seizoenen april 2007
Het spreekt voor zich dat de inhoud van de nog op te stellen bijlagen cruciaal is voor de geloofwaardigheid van bio. Dit volgen Velt en Bioforum Vlaanderen van nabij op. 3. CHEMISCH-SYNTHETISCHE STOFFEN
Het laatste tekstvoorstel vermeldt dat ‘het gebruik van chemisch-synthetische inputs (bv. bestrijdingsmiddelen) strikt beperkt moeten worden tot uitzonderlijke gevallen.’ Die uitzonderlijke gevallen worden verder omschreven en zijn o.a. afhankelijk van andere teelttechnische oplossingen, beschikbaarheid van natuurlijke alternatieven, etc.
Standpunt Velt Het is voor het eerst dat er in de wetgeving bio gesproken wordt over chemisch-synthetische stoffen. Schept het feit dat dit vermeld wordt duidelijkheid of kan dit nu eerder als een achterpoort beschouwd worden om het gebruik van chemisch-synthetische middelen in bio mogelijk te maken? Velt vindt dat het goed is dit bij de algemene uitgangspunten ter sprake te brengen. Er zijn immers nog vele consumenten én bedrijven die niet weten dat zulke stoffen niet in bio thuishoren. In de praktijk zal evenwel de samenstelling van de bijlage m.b.t. toegelaten bestrijdingsmiddelen de geloofwaardigheid van bio bepalen. Het spreekt voor zich dat Velt hier het uitgangspunt hanteert dat chemisch-synthetische middelen niet in bio thuishoren. Ter illustratie vind je hieronder hoe de wetgeving m.b.t. bestrijdingsmiddelen van slakken geëvolueerd is de voorbije jaren. Van oudsher werd methaldehyde, een chemischsynthetisch middel als bestrijdingsmiddel tegen slakken toegelaten in bio. Maar wel enkel in vallen met een afweer voor hogere diersoorten, bv. egels. Dus rondstrooien, of op bordjes leggen, was steeds verboden in bio. Daarnaast mogen ook aaltjes (bv. Nemaslug) uitgezet worden. In de praktijk worden die door bioboeren echter bijna niet gebruikt door de wisselende resultaten en de hoge kostprijs. Vanaf maart 2002 werd ijzerfosfaat toegelaten in bio. Bij het uitstrooien van deze korrels is er lokaal een tijdelijke verhoging van het gehalte aan ijzerfosfaat. Deze stof wordt door de aanwezige microorganismen omgezet in ijzer en fosfaten, minerale elementen die in elke bodem aanwezig zijn. Problemen met residu’s treden niet op. En dit product is selectief. Het werkt alleen bij dieren waarbij de spijsvertering via een kropklier loopt. Op akkers en in tuinen zijn slakken de enige dieren met dit orgaan.
In maart 2002 werd tegelijkertijd 31 maart 2006 als uiterste datum voor het toegelaten gebruik van methaldehyde bijgezet. Tegen dan zou ijzerfosfaat voldoende beschikbaar moeten zijn, zodat het schadelijke methaldehyde definitief uit bio geband kon worden. Dat is de realiteit, en sinds 31 maart 2006 is methaldehyde volledig verboden. 4. GGO’S
GGO’s en producten gemaakt van of met GGO’s mogen niet gebruikt worden in bio, uitgezonderd voor de productie van diergeneesmiddelen. Om na te gaan of een product hieraan beantwoordt, wordt verwezen naar de algemene Europese wetgeving m.b.t. GGO’s. Deze algemene wetgeving vermeldt dat er steeds kans is op een technisch onvermijdbare besmetting van voedingsmiddelen met GGO’s van 0,9%. Standpunt Velt Velt verwacht dat bioproducten geen GGO’s bevatten. De verwijzing naar de algemene Europese wetgeving met een toegelaten besmettingsgraad van 0,9% is te laks. Anderzijds heeft Velt wel begrip voor bioboeren die geconfronteerd worden met GGO-percelen in hun buurt – wat bv. het geval is in Spanje waar GGO-maïs mag gezaaid worden op korte afstand van een perceel biomaïs, en met een overheid die geen degelijk systeem van schadevergoeding uitgewerkt heeft. Daarom vindt Velt het essentieel dat: • er dringend een strikte coëxistentieregeling wordt uitgewerkt zodat bioboeren wettelijk beschermd zijn en eventuele schade kunnen verhalen op de GGO-sector. In Vlaanderen zijn hierover al twee jaar geleden gesprekken opgestart en ontwerpteksten opgemaakt, maar door gebrek aan politieke daadkracht zijn die nog steeds niet afgerond. • zulke coëxistentieregels op Europees niveau geregeld worden. Nu werkt elk land (en in België Vlaanderen en Wallonië apart) een eigen regeling uit, wat tot nutteloze discussies tussen de landen onderling leidt bij import en export van bio. Seizoenen april 2007/ 53
5. AANPAK VELT
Algemeen Sinds het verschijnen van de EU-Verordening over bio in 1991 heeft Velt de evolutie van deze wetgeving op de voet gevolgd. Heel sterk vanuit het besef dat een gelijklopende visie en standpunten met andere betrokken organisaties in Vlaanderen (Belbior, Bioforum Vlaanderen) en België (Ecocert, Blik, Probila, Bioforum) noodzakelijk is om onze stem op Europees niveau gewicht te geven. Het Europese niveau is immers hét niveau waarop er over de wetgeving van bio beslist wordt, en om enige impact te hebben is een eenduidige stem op Vlaams en Belgisch vlak nodig. Om dit te bereiken is Velt lid van IFOAM-EU, de Europese afdeling van IFOAM, de wereldwijde koepelorganisatie voor de biologische productie. Belangrijk, want IFOAM-EU werd door de Europese Commissie in 2004 als bevoorrechte gesprekspartner aangeduid voor alles wat met bio te maken heeft. Velt opteert er altijd voor om haar standpunten bij IFOAM-EU kenbaar te maken, hetzij via Leen Laenens, vertegenwoordigster bij IFOAM-EU voor België, hetzij rechtstreeks. Herziening EU-wetgeving bio Bij de stemming op 27 februari jl. in het Europees Parlement werden vooraf 338 amendementen aangebracht om de voorliggende tekst van 19 december 2006 aan te passen. Ter plaatse waren er nog enkele bijkomende amendementen. Deze amendementen gaan in op de verzuchtingen die Velt hierboven uitte (pesticiden, ggo’s, …) en werden hoofdzakelijk door IFOAM-EU aan de parlementsleden aangereikt. Velt en Bioforum Vlaanderen geloven dat deze lobbymethode het beste resultaat oplevert: op basis van argumenten, en na overleg met andere bio-organisaties via IFOAM-EU de Europese beleidsmakers aanspreken en concrete amendementen aanleveren. Het gedetailleerde verslag van de stemming van 27 februari jl. is nog niet beschikbaar. Het spreekt voor zich dat bij het verschijnen van dit verslag Velt en 54/ Seizoenen april 2007
Bioforum Vlaanderen in actie schieten. Op woensdag 28 maart komt de aangepaste tekst immers terug ter stemming, dan in de plenaire zitting van het Europees Parlement. Welke acties ondernemen Velt en Bioforum Vlaanderen? • concrete amendementen opstellen indien uit het gedetailleerd verslag van 27 februari jl. blijkt dat de voorliggende tekst onvoldoende garanties biedt voor een verdere duurzame ontwikkeling van de biologische sector (cf. chemisch-synthetische stoffen, GGO’s) • IFOAM-EU aansporen om haar invloed maximaal te laten gelden bij alle Europese parlementariërs. • alle Vlaamse EU-parlementsleden aanschrijven en hen een duidelijk stemadvies (ja/neen) geven. Het beoogde doel is een duidelijke en inhoudelijk sterke EU-wetgeving voor bio. Lobbyen met concrete inhoudelijke punten, vertaald in amendementen en een duidelijk stemadvies (ja/neen) voor de parlementsleden, geeft volgens Velt en Bioforum Vlaanderen de beste garanties. Daarom organiseren Velt en Bioforum Vlaanderen hieromtrent nu geen publieke acties, zoals bv. de petitie ‘Sauvons la bio!’ van Nature & Progrès in Wallonië. Meer info: • Geert Gommers, stafmedewerker Velt vzw, 03 281 74 75,
[email protected] • Leen Laenens, coördinator wetgeving Bioforum Vlaanderen, 03-286 92 62,
[email protected] Geert Gommers Wanneer deze Seizoenen bij jou in de bus valt, is de stemming in het Europees Parlement al achter de rug. De laatste info vind je op www.velt.be/bio.
UITGELEZEN PALA.BE, GLOBALSOCIETY.BE, IKWILNIET.ORG EN GLOBALISERING.ORG
Vier verschillende namen leiden je naar één website en wel die van Global Society vzw. Deze vereniging zoekt naar antwoorden op globalisering en internationale samenwerking. Een meer duurzame, sociale en democratische wereld is daarbij de doelstelling. Inhoud Om mensen te informeren over de geglobaliseerde samenleving heeft Global Society heel wat in huis. Weet jij wie John Kenneth Galbraith is? Heeft biopiraterij geen geheimen meer voor jou en praat je een mondje mee over CorpWatch? Toch niet? Dan is het woordenboek over globalisering wellicht iets voor jou. Eén muisklik leidt je naar een uitgebreide lijst trefwoorden met een heldere, beknopte uitleg en met links naar andere interessante websites of verwante begrippen. Wie meer informatie wil, vindt op de website een aantal uitgebreide artikels, videoreportages en een overzicht van publicaties. Het boek ‘Ik wil niet sterven aan globalisering’ (oorspronkelijke titel: Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw) van journalist Dirk Barrez kan je zelfs helemaal gratis downloaden. Om op de hoogte te blijven van nieuwe
ontwikkelingen en berichten is er de PALAbrief, die inzoomt op problemen van onze geglobaliseerde wereld en mogelijke alternatieven en waarvoor je je gratis kan inschrijven. Reeds verschenen PALAbrieven kan je op de website raadplegen. Onder ‘Hotnews’ vind je bovendien dagelijks enkele korte nieuwsberichten van IPS (Internet Press Service).
Technisch Een grote hoeveelheid informatie op een overzichtelijke wijze presenteren is niet eenvoudig. De website maakt in eerste instantie dan ook een wat rommelige indruk. Op de homepage krijg je bijvoorbeeld al meteen een overzicht van Seizoenen april 2007/ 55
onlangs verschenen PALAbrieven, in de linkerkolom het recentste hotnews en in de rechterkolom een lijst van videoreportages en boeken. De bezoeker wordt wellicht een beetje overvallen. Toch blijkt bij nader inzien dat het behoorlijk eenvoudig is om de juiste informatie te vinden op deze webstek. De menubalk bovenaan wijst je immers de weg. Het is leuk dat deze website zowel korte als lange teksten toont. Voor elk wat wils dus! Op deze manier kan iedereen zich, zonder al te veel moeite, informeren over wat er gaande is in de wereld.
dan de helft vegetarische gerechten, maar zes daarvan worden wel op smaak gebracht met …gevogeltebouillon! Zo zijn er inhoudelijk nog wel wat meer zaken die over het hoofd zijn gezien of die haaks staan op de eerlijke boodschap. Je zal bijvoorbeeld nergens lezen hoe veel tijd een bereiding in beslag neemt, dikwijls is het raden naar de precieze functie van een gerecht (voor- of bijgerecht, of hoort bij het hoofdgerecht nog een slaatje?), er worden zonder verpinken of commentaar bedreigde vissoorten zoals tong en tonijn gebruikt en er wordt
Reine De Pelseneer HET OXFAM FAIR TRADE KOOKBOEK
Heerlijk eerlijk Uitgeverij Lannoo 144 p., ISBN 9789020967401,
24,95
Nic Balthazar en Francesca Vanthielen op de cover van een heerlijk én eerlijk kookboek: je zou van minder watertanden. Vol verwachting struin je door het boek en bekijk je in eerste instantie de mooie foto’s. Na even bladeren begint een ongemakkelijk gevoel de kop op te steken bij de stukken kip, kreeftenstaarten, halve vissen en hompen eendenfilet of varkensgebraad die prominent op de foto’s prijken. Moeten we niet met z’n allen wat minder dierlijke producten gaan eten? Die indruk krijg je met dit kookboek zeker niet, en daar zal vegetariër Nic achteraf gezien allicht niet zo blij mee zijn. Zonder de desserten mee te tellen bevat Heerlijk eerlijk gelukkig toch iets meer 56/ Seizoenen april 2007
naast de biologische Oxfam-ingredienten met geen woord gerept over het bestaan van biologische groenten, kip, zalm of zelfs scampi’s. Een aantal van de recepten zijn afkomstig van de finalisten van de Oxfam Fairtrade receptenwedstrijd. We ontdekten daar een creatie van Jos Moeskops, bestuurslid van ‘t Stadsvelt: spaghetti van seizoensgroenten rond een torentje van quinoa. Het rivierkreeftje dat mee op de foto ernaast staat is gelukkig facultatief. Luk Naets