INHOUD 1. Algemene beschrijving 2. Vermogen 3. Thermische beveiliging 4. Belangrijke veiligheidsnormen 5. Algemene gebruiksaanwijzingen 6. Voeding 7. Aansluiting van de gasfles 8. Plaatsing van de lasdraad 9. Lasprocedure 10. Onregelmatige draadaanvoer 11. Een poreuze las 12. Gewoon onderhoud 13. Symbolen en technische gegevens 14. Elektrisch plan
3 3 3 3 4 4 5 5 5 6 6 6 7 8
CE Verklaring van Overeenstemming
9
Garantie
10
www.contimac.be
2
Opgelet! Gebruik het MIG/MAG-apparaat enkel voor het in de gebruiksaanwijzing vermeld doel. Een afwijkend gebruik kan schadelijk zijn voor personen, dieren en voorwerpen. De gebruiker draagt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van andere personen. Het is belangrijk de gebruiksaanwijzing te lezen, te begrijpen en de vermelde richtlijnen te volgen.
1. Algemene beschrijving MIG/MAG apparaten met continue draadaanvoer verbinden metaal door het afsmelten van een toevoegmetaal. Het afsmelten wordt veroorzaakt door een elektrische vlamboog die ontstaat tussen het te lassen metaal en de metaaldraad die continu uit de lastoorts stroomt en als toevoegmetaal fungeert. De lasstroom en de aanvoersnelheid van de draad kunnen met de hand geregeld worden in functie van de te lassen metaaldikte. Een hogere lasstroom laat toe dikkere platen te lassen.
2. Vermogen Het vermogen van het apparaat wordt uitgedrukt door zijn gebruiksduur, zoals aangeduid op het machineplaatje. Deze gebruiksduur verschilt naargelang de verdeelde lasstroom. Er wordt aangeduid hoe lang een machine kan lassen met een specifieke lasstroom, ten opzichte van een tijdseenheid van 10 minuten. Bijvoorbeeld: In het geval gelast wordt met een lasstroom X van 60%, dan zal de machine gedurende 6 minuten lassen, gevolgd door een rustperiode, om de onderdelen te laten afkoelen en om de thermische beveiliging te herstellen.
3. Thermische beveiliging De MIG/MAG apparaten Basicline 150 Turbo zijn voorzien van een automatische thermische beveiliging. Wanneer de onderdelen van de machine een temperatuurgrens overschrijden, waardoor de integriteit van de machine in gevaar wordt gebracht, dan wordt via de thermische beveiliging de stroomtoevoer afgesneden. Na enkele minuten van afkoeling zal het lasapparaat zijn normale werking hernemen. Het in werking komen van de thermische beveiliging mag zeker niet als abnormaal beschouwd worden. Het maakt deel uit van de normale werking van de machine.
4. Belangrijke veiligheidsnormen Bescherm uzelf en andere personen tegen de hiernavolgende gevaren: - De stralingen van de lasboog kunnen de ogen beschadigen en uw huid verbranden. - Noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks in de vlamboog kijken via weerkaatsende voorwerpen zonder een geschikt masker voor de ogen te houden. - Gebruik een masker met voldoende beveiliging en hou het masker alvorens het lassen te beginnen al voor de ogen.
www.contimac.be
3
- Het lassen veroorzaakt spatten en druppels van gesmolten metaal. Het gelaste materiaal is zeer heet en behoudt voor geruime tijd een hoge temperatuur. - MIG/MAG lassen veroorzaakt dampen die gevaarlijk zijn wanneer ze worden ingeademd. - Voer laswerken uit onder een rookafzuigkap, in goed verluchte lokalen of in een open plaats, beschermd tegen weersomstandigheden. - Trek kleren aan met lange mouwen, lashandschoenen en goed gesloten schoenen alvorens het werk aan te vatten. - Leg de toorts gedurende de korte onderbreking tussen twee lasbeurten op een niet geleidend voorwerp. - Wanneer het apparaat voor langere tijd niet gebruikt wordt, moet het worden uitgeschakeld. - Het huis van de machine niet openmaken en de onderdelen die onder spanning staan niet openmaken op gevaar van elektrocutie. - Verbind met zorg de elektrische aansluitingen. - Trek de stekker uit het net alvorens enig onderhoud aan de machine te ondernemen.
5. Algemene gebruiksaanwijzingen Gebruik steeds de geschikte middelen om de machine op te tillen of te verplaatsen. Ga na of er geen beschadiging is opgetreden tijdens het transport alvorens het werk aan te vatten. Tijdens het lassen moet men nagaan of er een goede verluchting rond het lasapparaat is. De machine niet in vochtige omstandigheden gebruiken. Verwijder alle licht ontvlambare materialen, evenals recipiënten met ontvlambare vloeistoffen en gassen.
6. Voeding Steek de stekker in een stekkerdoos die door een smeltzekering is afgezekerd of door een automatische zekering. De elektrische kabels van het net en eventuele verlengkabels moeten een aangepaste diameter hebben. Opgelet! De elektrische beveiliging wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat goed is aangesloten en een degelijke aarding bezit, volgens de gebruikelijke voorschriften. Nagaan of de spanning en de frequentie van het net overeenkomen met deze van het apparaat. Noot: Een machine die met een verkeerde stroom gevoed is,kan onherstelbare schade aanrichten.
www.contimac.be
4
7. Aansluiting van de gasfles Plaats de gasfles achteraan op de machine en bevestig met de voorziene ketting. Reinig de draad waar de drukregelaar geplaatst wordt en laat een beetje gas ontsnappen. Zodoende worden de onzuiverheden verwijderd. Opgelet! Verwijder nooit de drukregelaar als u het risico op ontploffing wilt vermijden. Bevestig de met draad versterkte PVC slang aan drukregelaar van de fles met de aangepaste bevestigingsband.
8. Plaatsing van de lasdraad Open de linkerdeur van de laspost door de knop los te schroeven. Plaats de lasspoel (max. 5 kg) zodanig dat de draad aan de bovenzijde van de spoel verschijnt. Let erop dat de draad niet van de spoel afrolt en dat het draadeinde recht is en zonder bramen. Regel het doorschuiven van de spoel door de remmoer op de as vast of los te draaien. Schroef de knop op de draadaanvoer los en hef het hefboompje op. Ga na of de draaddikte overeenkomt met de dikte vermeld op de rol. Nadien de draad geleiden op de draadaanvoer. De draad vastklemmen tussen de twee rollen, de hefboom sluiten en de druk met de hand regelen. Het lasapparaat in werking stellen op de laagste snelheid, de draad doen vooruitlopen en blijven op de toortsknop drukken tot de draad uit de draadtip stroomt. Wanneer de draad zich op het einde vastzet, dan moet de draadtip weggenomen worden. Laat de draad enige cm doorlopen en bevestig de draadtip opnieuw.
9. Lasprocedure Als alle bovenvermelde werkzaamheden zijn uitgevoerd: De massaklem stevig op het werkstuk bevestigen om een goed elektrisch contact te bereiken. Wanneer het contact niet goed tot stand is gekomen, kunnen vonken ontstaan en ook lokale verhitting. De gaskraan openen en afstellen op een druk tussen 6 à 8 liter/minuut. Nu is de machine klaar voor gebruik. Houd het volgende in gereedheid: De eerste posities 1-2 dienen voor het lassen van geringe diktes. Terwijl de overige posities voor grotere diktes voorzien zijn. Bij elke wissel van de knop voor lasdiktes moet de draadsnelheid aangepast worden.
www.contimac.be
5
Wanneer zich tijdens het lassen op het einde van de draad een druppel vormt, moet de aanvoer van de draad verhoogd worden. Wanneer anderzijds de draad tegen de toorts drukt, moet de snelheid verminderd worden. Voor het lassen van roestvrij staal en aluminium moet een specifiek gas en toevoegmateriaal gebruikt worden. Voor aluminium wordt argongas aanbevolen. Voor ijzer wordt menggas gebruikt. Altijd een tang gebruiken om het gelaste materiaal te verhandelen evenals om de korstvorming op de lastoorts te verwijderen. Om de toortskop te beveiligen, is het aan te bevelen deze met een speciale spray te behandelen. Wanneer de lasboog ontstoken is, houdt men de toorts op 30° ten opzichte van de verticale as. Opgelet!
10. Onregelmatige draadaanvoer De druk op de draadaanvoer controleren en eventueel verhogen. Als de groef in de aanvoerrol niet aangepast is, maak dan de aanvoerrol los en draai ze om voor de andere groef. Wanneer de slang van de toorts binnenin vervuild is, wordt deze gereinigd door perslucht erin te blazen. Als de winding van de draadspoel verward is, dan moeten deze geordend worden. Als de draad roest, vervangen deze dan door een nieuwe spoel.
11. Een poreuze las Als de gaskraan gesloten is, open ze dan. De gasfles is leeg: vervangen (gasflessen met zorg behandelen de kraan langzaam openen.) De elektrische klep werkt niet: elektrische verbindingen controleren. Gasverlies: de machine van het net verwijderen en binnenin de machine nagaan of de slangverbindingen goed afgedicht zijn. De gasverdeler is verstopt: de gasverdeler goed reinigen of vervangen. Het werkstuk dat gelast moet worden is in slechte staat. Slechte kwaliteit van het gas: vervangen. Bij verdere storingen de verdeler contacteren.
12. Gewoon onderhoud Het onderhoud hangt af van de gebruikswijze, intensief gebruik, de graad van vervuiling van het werk. Normaal is het nodig om het apparaat tweemaal per jaar te inspecteren. Opgelet! Bij elk onderhoud de machine van het net halen. De machine laten afkoelen alvorens de werkzaamheden aan te vangen. De temperaturen binnenin kunnen brandwonden veroorzaken. Om in de machine te komen, moeten de dwarspanelen en het deksel weggehaald worden.
www.contimac.be
6
Het stof weghalen dat zich op de actieve onderdelen heeft vastgezet (Transformator, gelijkrichterbrug) en dit door middel van een persluchtstroom van max. 2 kg. De elektronische printplaten eveneens met persluchtstroom reinigen zodat deze niet beschadigd worden. De schroeven van de elektrische verbindingen controleren. Visueel de staat van slijtage nagaan van de elektrische stuurcomponenten. Met perslucht alle onderdelen van het draadaanvoersysteem reinigen. Het materiaal dat zich op de draadaanvoerrollen heeft vastgezet verwijderen en vooral deze van de lasdraad. In voorkomend geval deze vervangen. Nagaan of de spanning op de draadspoel correct is afgesteld. De toortsslang controleren en reinigen, evenals de contactip en de gasbeschermer. De staat van de onderdelen van de lastoorts nagaan en in voorkomend geval vervangen. Het deksel en de zijpanelen opnieuw vervangen. Opgelet! Nooit de machine aanzetten als de panelen en het deksel niet gemonteerd zijn. Noot: Er is dan immers gevaar voor elektrocutie en ernstige beschadiging van de interne onderdelen van de machine.
13. Symbolen en technische gegevens
EN 60974-1
Uo-U2 50/60 Hz I2 X U1 I1 T16A IP21 H
Eenfasige transformator Europese norm betreffende lasposten Functie-karakteristieken. Lasspanning onbelast en belast Normale frequentie van het net Conventionele lasstroom Gebruiksduur Voedingsstroom Voedingsstroom Waarde in Ampère van de zekering of van de automatische netzekering Graad van beveiliging van het huis Isolatieklasse van de transformator
www.contimac.be
7
14. Elektrisch plan BASICLINE 151
BASICLINE 171
www.contimac.be
8
www.contimac.be
9
Garantie Wij danken U voor de aankoop van dit apparaat en wijzen er eens te meer op de richtlijnen in de gebruiksaanwijzing nauwkeurig te volgen. Een correct gebruik volgens de aanwijzingen garandeert de goede werking ervan en een lange levensduur. Wij waarborgen de vervanging van de onderdelen die constructiefouten vertonen vanaf de datum van verkoop, wanneer dit vermeld wordt op de garantiebon. Het betalingsbewijs of de factuur bevestigt de datum en moet er steeds bijgevoegd blijven. Als de richtlijnen in deze bedrijfsinstructies niet gevolgd worden, vervalt de garantie. De transporten voor eventuele herstellingen vallen ten laste van de koper. Model BASICLINE 151 TURBO en BASICLINE 171 TURBO Verdeelpunt Datum van aankoop CONTIMAC Industriezone V, 7A B-1730 ASSE Tel 00 32 (0)2 454 0 454 Fax 00 32 (0)2 454 0 450
www.contimac.be
10