EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Fabrikant:
FAAC S.p.A.
Adres:
Via Benini, 1 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË
Verklaart dat:
De elektronische apparatuur 452 MPS
• voldoet aan de fundamentele veiligheidseisen van de volgende richtlijnen:
73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG. 89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG
Aanvullende opmerking: Dit product is getest in een karakteristieke homogene configuratie (alle door FAAC S.p.A. vervaardigde producten). Bologna, 01 september 2006
De Algemeen Directeur A. Bassi
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A.
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan.
2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
15) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
16) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken (b.v. FAACLIGHT) alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “15”.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
17) FAAC aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door FAAC zijn geproduceerd.
6) FAAC aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld.
18) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele FAAC-onderdelen.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
19) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem.
8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
20) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
9) FAAC is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
22) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven.
10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
23) Men mag alleen passeren wanneer het automatische systeem helemaal stilstaat
11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
25) Onderhoud: de werking van de installatie dient minstens eenmaal per half jaar te worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de veiligheidsvoorzieningen (inclusief, waar voorzien, de duwkracht van de aandrijving) en de ontgrendelmechanismen.
21) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is.
24) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen plegen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel.
12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking.
26) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
NEDERLANDS
ELEKTRONISCHE APPARATUUR 452 MPS 3. LAY-OUT EN ONDERDELEN 452 MPS
1. WAARSCHUWINGEN Let op: Alvorens een willekeurige ingreep op de elektronische apparatuur uit te voeren (aansluitingen, onderhoud) moet altijd de stroomvoorziening worden losgekoppeld. - Zorg dat er bovenstrooms van de installatie een magnetothermische differentieelschakelaar is gemonteerd met een geschikte inschakellimiet. - Sluit de aardingskabel aan op de specifieke klem op connector J3 van de apparatuur (zie fig. 2). - Houd de voedingskabels altijd gescheiden van de bediening- en beveiligingskabels (drukknop, ontvanger, fotocellen, etc.). Om elektrische storingen te vermijden moeten gescheiden kabelmantels of afgeschermde kabels (met scherm aangesloten op de massa) worden gebruikt.
F2
F2
DS2
DS1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
1 2 3 4
J2 J2 F DL10
F
F1
OP A
DL10
Led OP B
F1
STOP FSWCL
J3
Voedingsspanning 230 V~ ( +6% -10%) - 50 Hz Opgenomen vermogen 10 W Max. belasting motor 800 W Max. belasting accessoires 0,5 A Max. belasting elektrische vergrendeling 15 VA Omgevingstemperatuur -20 °C +55 °C Veiligheidszekeringen N° 2 (zie fig. 1) Bedrijfslogica’s Automatisch / Halfautomatisch / Beveiliging “stap voor stap”/ Halfautomatisch B / Dead man C / Halfautomatisch “stap voor stap” Openings-/sluitingstijd Programmeerbaar (van 0 tot 120 s) Pauzetijd 0, 10, 20, 30, 60, 120 s Vertragingstijd vleugel bij het sluiten 0, 5, 10, 20 s Vertragingstijd vleugel bij het openen 2 s (Kan worden uitgeschakeld m.b.v. dipschakelaar) Duwkracht Regelbaar m.b.v. dipschakelaar op 8 niveaus voor iedere motor Ingangen op klemmenbord Open / Open vleugel losgekoppeld / Stop /Beveiligingen vr. op. / Beveiligingen vr. sl. / Voeding +aarde Uitgangen op klemmenbord Lichtsignaal - Motoren - Voed. accessoires 24 Vdc - Indicatielampje 24 Vdc- Failsafe – Voeding elektrische vergrendeling 12 Vac Snelaansluiting Aansluiting kaarten Minidec, Decoder of RP Selecteerbare functies Logica’s en pauzetijden – Duwkracht- Vertraging vleugel op. en sl. - Korte tegengestelde beweging -Failsafe - Logica beveiligingen bij sluiting – Voorknipperfunctie Programmeertoets Automatische zelflerende procedure voor de werkingstijd
PE N
MAIN
L
1
2
OP COM M1
4
5
OP COM M2
6 CL
7
8
J4
J5
J1
J4
J3
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
FSWOP
J1
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 B A OPEN
LAMP
J5
STP
CL OP FSW
-
-
-
+ + +24V
LOCK -TX FSW W.L.
Fig. 1 LED HELEMAAL OPEN LED OPEN VLEUGEL 1 / CLOSE LED STOP LED BEVEILIGINGEN VOOR HET SLUITEN LED BEVEILIGINGEN VOOR HET OPENEN SIGNALERINGSLED ZELFLERENDE PROCEDURE TIJDEN KLEMMENBLOK LAAGSPANNING CONNECTOR DECODER / MINIDEC / ONTVANGER RP KLEMMENBORD VOEDING 230 VAC KLEMMENBORD AANSLUITING MOTOREN EN LICHTSIGNAAL KLEMMENBORD INDICATIELAMPJE EN ELEKTRISCHE VERGRENDELING ZEKERING MOTOREN EN PRIMAIRE WIKK. TRANSFORMATOR (F 5A) ZEKERING LAAGSPANNING EN ACCESSOIRES (T 800 mA) DRUKKNOP ZELFLERENDE PROCEDURE WERKINGSTIJD 1e GROEP MICROSCHAKELAARS PROGRAMMERING 2e GROEP MICROSCHAKELAARS PROGRAMMERING
Led OP_A Led OP_B Led STOP Led FSWCL Led FSWOP DL10 J1 J2 J3 J4 J5 F1 F2 F DS1 DS2
4. ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN J5 J3
PE N
1
2
OP COM M1
3
4
C1
NEDERLANDS
M1
5
OP COM M2
6 CL
7
8
J4
J1
LAMP
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
B A OPEN
STP
CL OP FSW
-
-
-
+ + +24V
-TX FSW
20 21 W.L.
LOCK
BLU
BLU
MAIN
L
C2
M2
230 VAC max.60W
230 VAC 50 Hz
HELEMAAL OPEN VLEUGEL 1 OPEN STOP Opmerking: De condensatoren worden bij de aandrijvingen geleverd.
Voor de aansluiting van de fotocellen en de veiligheidsvoorzieningen, zie paragraaf 4.1. (pag.3)
Fig. 2
4.1. Aansluiting fotocellen en veiligheidsvoorzieningen Beveiligingen voor het openen/sluiten: grijpen in tijdens de openings- en sluitingsbeweging van het hek, ze zijn dus geschikt om de openings- en sluitingszone te beschermen tegen het stootrisico.
Alvorens de fotocellen (of andere voorzieningen) aan te sluiten, is het nuttig het type werking te kiezen op grond van het bewegingsgebied dat ze moeten beschermen (zien fig. 3):
Beveiligingen voor het openen: grijpen alleen in tijdens de openingsbeweging van de poort, en zijn dus geschikt om de zone tussen de vleugels bij het openen, en vaste voorwerpen (wanden etc.) te beschermen tegen het stoot- en beknellingsrisico.
FAAC raadt aan het schema van fig.4 (in geval van vaste obstakels bij opening) of het schema van fig.5 (geen vaste obstakels aanwezig) te gebruiken. Als twee of meer inrichtingen dezelfde functie hebben (openen of sluiten), moeten ze in serie worden aangesloten (zie fig.12). Er moeten N.C.-contacten worden gebruikt
Beveiligingen voor het sluiten: grijpen alleen in tijdens de sluitende beweging van de poort, ze zijn dus geschikt om de sluitingszone te beschermen tegen het stootrisico. Beveiligingen voor het openen/sluiten
Aansluiting van een paar fotocellen voor het sluiten, en een voor het openen/sluiten (aanbevolen schema)
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 B A OPEN
STP
CL OP FSW
-
-
RX CL
-
+ + +24V
LOCK -TX FSW W.L.
TX CL
1
2
-
Beveiligingen voor het sluiten Fig. 3
RX OP/CL 1
2
1 -
-TX FSW
+
3
2 +
CL OP FSW
RX CL
-
-
-
+ + +24V
-
- 4
+
+ 5
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 STP
+
5 +
TX OP/CL
Aansluiting van een paar fotocellen voor het sluiten, één voor het openen en één voor het openen/sluiten (aanbevolen schema)
A B OPEN
-TX FSW
+ 2
4 -
+
Beveiligingen voor het sluiten
- 1
3
LOCK -TX FSW W.L.
TX CL
Fig. 5
1
2
-
+
3 4 -
- 1 + 2
-TX FSW
+
Aansluiting van een veiligheidvoorziening voor het sluiten en een veiligheidsvoorziening voor het openen
5 +
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 TX OP/CL
B A OPEN
RX OP/CL
STP
CL OP FSW
-
-
-
+ + +24V
-TX FSW
W.L.
LOCK
1
-TX FSW
+
1 2 +
2 3
- 4 + 5
Fig. 6
-
+ Geen veiligheidsvoorziening aangesloten
TX OP
9
2 3
-
+
4 -
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
B A OPEN
- 1 + 2
STP
CL OP FSW
-
-
-
+ + +24V
-TX FSW
20 21 W.L.
LOCK
-TX FSW
+
5 +
Fig. 7 Fig. 4
NEDERLANDS
RX OP 1
Aansluiting van twee paar fotocellen voor het sluiten
Aansluiting 1 paar fotocellen voor het openen
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 B A OPEN
CL OP FSW
STP
-
-
+ + +24V
-
RX OP
LOCK -TX FSW W.L.
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 B A OPEN
TX OP
-
-
-
+ + +24V
LOCK -TX FSW W.L.
TX CL1
1
2
- 1
3
2
-TX FSW
+
+ 2
4 -
+
CL OP FSW
RX CL1
1
-
STP
-
+
5 +
- 1
3
+ 2
4 -
-TX FSW
+
5 +
Fig. 8 TX CL2
RX CL2 1
-TX FSW
+
Aansluiting 1 paar fotocellen voor het sluiten
1 2 +
CL OP FSW
STP
-
-
+ + +24V
-
3
- 4 + 5
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 B A OPEN
2
-
+
LOCK -TX FSW W.L.
Fig. 11 RX CL
TX CL
1
2
- 1
3
-
4 -
+
-TX FSW
+
+ 2
Aansluiting van 2 in serie geschakelde N.C.-contacten (bijv. Fotocellen, Stop)
5 +
Fig. 9 Fig. 12
Aansluiting van een paar fotocellen voor het openen, en een voor het sluiten Aansluiting van 2 parallel geschakelde N.O.-contacten (bijv. Open A, Open B)
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 B A OPEN
STP
CL OP FSW
RX OP
-
-
-
+ + +24V
LOCK -TX FSW W.L.
TX OP
1
2
-
+
3 4 -
- 1 + 2
-TX FSW
Fig. 13
+
5 +
TX CL
RX CL 1
-TX FSW
NEDERLANDS
+
1 2 +
2 3
- 4 + 5
4.2. Klemmenbord J3 - Voeding (fig. 2) PE : Aardingsaansluiting N : Voeding 230 V~ ( Nulleiding ) L : Voeding 230 V~ ( Lijn ) Voor een goede werking is het verplicht de aansluiting van de kaart op de aardgeleider in de installatie aan te sluiten. Zorg bovenstrooms van het systeem voor een geschikte magnetothermische differentieelschakelaar.
-
+
4.3.Klemmenbord J4 – Motoren en signaallamp (fig. 2)
M1 : COM / OP / CL: Aansluiting Motor 1 Kan worden gebruikt bij de toepassing met één vleugel M2 : COM / OP / CL: Aansluiting Motor 2 Kan niet worden gebruikt bij de toepassing met één vleugel LAMP : Uitgang waarschuwingslamp (230 V ~)
Fig. 10
4.4. Klemmenbord J1 - Accessoires (fig. 2)
4.6. Connector J2 - Snelaansluiting (fig.2)
Wordt gebruikt voor de snelaansluiting van Minidec, Decoder en Ontvangers RP (zie fig. 14, 15, 16 en 17). Sluit het accessoire aan met de kant met onderdelen naar de binnenkant van de kaart gericht. Het plaatsen en verwijderen moet worden uitgevoerd na de spanning te hebben uitgeschakeld.
OPEN A - Commando “Helemaal open” (N.O.): hiermee wordt iedere impulsgever bedoeld (drukknop, detector, enz.) die door een contact te sluiten, het commando geeft voor het openen en/of sluiten van beide vleugels van het hek. Om meerdere impulsgevers voor volledige opening te installeren, moeten de N.O.-contacten parallel worden aangesloten (zie fig. 13). OPEN B - Commando “Gedeeltelijk open” (N.O.) /Sluiten: hiermee wordt iedere impulsgever bedoeld (drukknop, detector, enz.) die door een contact te sluiten, het commando geeft voor het openen en/of sluiten door de motor M1. Bij de logica’s B en C wordt altijd het commando voor sluiting van beide vleugels gegeven. Om meerdere impulsgevers voor gedeeltelijke opening te installeren, moeten de N.O.-contacten parallel worden aangesloten (zie fig. 13). STP - STOP-contact (N.C.): hiermee wordt iedere voorziening bedoeld (bijv. een drukknop) die door een contact te openen, de beweging van de poort kan stoppen. Om meerdere STOP-veiligheidsvoorzieningen te installeren, moeten de N.C.-contacten in serie worden aangesloten (zie fig 12).
PLUS 433 / 868
452 MPS
Als er geen STOP-voorzieningen worden aangesloten, maak dan een verbinding tussen de klemmen STP en -. CL FSW - Contact beveiligingen voor het sluiten (N.C.): De beveiligingen voor het sluiten hebben tot doel het gebied waarin de vleugels zich tijdens het sluiten bewegen, te beschermen. Bij de logica’s A-SP-E-EP, draaien de beveiligingen, tijden het sluiten, de beweging van de poort om, of stoppen de poort en keren de beweging op zodra ze weer vrij komen (zie programma microschakelaar DS2-SW2). Bij de logica’s B en C, onderbreken ze de beweging tijdens de sluitingscyclus. Ze grijpen nooit in tijdens de openingscyclus. Als de Beveiligingen voor het sluiten worden ingeschakeld met de poort open, verhinderen ze de sluitingsbeweging van de vleugels.
MINIDEC SL / DS / SLH
Fig. 14
PLUS 433 / 868
Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de sluiting worden aangesloten, maak dan een verbinding tussen de klemmen CL en -TX FSW (fig. 7).
452 MPS
OP FSW - Contact beveiligingen voor het openen (N.C.): De beveiligingen voor het openen hebben tot doel het gebied waarin de vleugels zich tijdens het openen bewegen, te beschermen. Bij de logica’s A-SP-E-EP stoppen de beveiligingen, tijdens het openen, de beweging van de vleugel van de poort, en keren ze de beweging op zodra ze weer vrij komen. Bij de logica’s B en C, onderbreken ze de beweging tijdens de openingscyclus. Ze grijpen nooit in tijdens de sluitingscyclus. Als de Beveiligingen voor het openen worden ingeschakeld met de poort gesloten, verhinderen ze de openingsbeweging van de vleugels.
DECODER SL / SLH
Fig. 15
PLUS 433 / 868 DIGIKEY DIGICARD
NB: Sluit de Plus-ontvangers niet parallel aan de Digicard of Digikey aan op dezelfde decoder.
Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor het openen worden aangesloten, maak dan een verbinding tussen de klemmen OP en -TX FSW (fig. 7). – - ���������������������������������� Negatieve pool voeding accessoires + - ����������������������������������� Positieve pool voeding accessoires
452 MPS
De max. belasting van de accessoires is 500 mA Om de opname te berekenen moeten de instructies van de afzonderlijke accessoires worden geraadpleegd. -TX FSW - Negatieve pool voeding zenders fotocellen Als deze klem worden gebruikt om de negatieve voedingsdraad van de fotocel-zenders aan te sluiten, kan eventueel de FAILSAFE-functie worden gebruikt (zie programmering microschakelaar DS2- SW3). Door deze functie te activeren, controleert de apparatuur vòòr iedere openings- of sluitingscyclus of de fotocellen werken
4.5. Klemmenbord J5 - Lamp. Indicatielampje en elektrische vergrendeling (fig. 2)
W.L. - Voeding lamp indicatielampje Sluit tussen deze klem en de +24V een eventueel indicatielampje aan van 24 Vdc - 3 W max. Om het systeem goed te laten werken mag het aangegeven vermogen niet worden overschreden.
RP 433 DS / SL RP 868 DS / SLH 452 MPS
LOCK - Voeding elektrische vergrendeling: Sluit tussen deze klem en de +24V een eventuele elektrische vergrendeling van 12 Vac aan Fig. 17
NEDERLANDS
Fig. 16
5. PROGRAMMERING VAN DE MICROSCHAKELAARS KRACHT VLEUGEL 1
KRACHT VLEUGEL 2
VERTRAGING VLEUGEL BIJ HET OPENEN (s) 2
ON
0
OFF
LOGICA FOTOCELLEN SLUITING
LOGICA
PAUZE (s)
INGRIJPEN NA VRIJKOMST
ON OFF
2
3
4
FAIL SAFE
Fig. 18a
DS1
JA
ON OFF
KORTE TEGENGESTELDE BEWEGING
SW4
JA
ON
NEE
OFF
Fig. 18b
5.2. MICROSCHAKELAARS DS2 (fig.18b)
Vertraging vleugel bij het sluiten Met de programmering van de microschakelaar SW1 kunt u de openingsbeweging van vleugel 2 later laten vertrekken dan die van vleugel 1, om te voorkomen dat de vleugels elkaar hinderen tijdens de beginfase van de beweging.
5.1. MICROSCHAKELAARS DS1 (fig. 18a)
Kracht vleugel 1 en 2 Met de microschakelaars SW1, SW2 en SW3 kan de kracht en dus de beknellingsbeveiliging) van de op vleugel 1 aangesloten aandrijving worden geprogrammeerd. Dezelfde handelingen moet worden uitgevoerd bij de motor die op vleugel 2 is aangesloten, door de microschakelaars SW4, SW5 en SW6 in te stellen.
Logica fotocellen voor het sluiten Met de microschakelaar SW2 kan worden ingesteld hoe het automatische systeem worden zich moet gedragen als de fotocellen die de sluitingbeweging beveiligen, worden bezet. De beweging van de vleugels kan onmiddellijk worden omgekeerd, of kan worden stilgezet, om vervolgens om te keren zodra de fotocellen vrijkomen.
Kies bij hydraulische aandrijvingen de maximale kracht (niveau 8) op de apparatuur, en regel de duwkracht met behulp van de by-passkleppen van de aandrijving
NEDERLANDS
SW3
NEE
DS2
De apparatuur is voorzien van twee groepen microschakelaars, DS1 (fig. 18a) en DS2 (fig. 18b) waarmee de bedrijfsparameters van de poort kunnen worden geprogrammeerd.
SW2
DRAAIT ONMIDDELLIJK OM
1
VERTRAGING VLEUGEL BIJ HET SLUITEN (s)
SW1
Failsafe Met de programmering van de microschakelaar SW3 kan de controletest van de fotocellen worden ge(de)activeerd. Als de Failsafe-functie actief is, controleert de apparatuur vòòr iedere openings- en sluitingsbeweging de fotocellen.
Bedrijfslogica Met de microschakelaars SW7, SW8, SW9 en SW10 kan de bedrijfslogica van het automatische systeem worden gekozen. Als een automatische logica wordt gekozen (A, SP), kan met de combinatie van de microschakelaars tevens de pauzetijd worden gekozen (wachttijd als de poort open staat, voordat hij automatisch weer sluit). De volgende logica’s zijn beschikbaar, waarvan de werking is beschreven in de tabellen 3/a-b-c-d-e-f: A - SP (Automatisch), E - EP - B (Halfautomatisch), C (Dead man).
Korte tegengestelde beweging Met de microschakelaar SW4 kunnen de “korte tegengestelde beweging” worden geactiveerd. De “korte tegengestelde beweging” geeft de vleugel een korte duw in de sluitingsrichting alvorens de poort te openen, om de elektrische vergrendeling makkelijker los te koppelen.
Vertraging vleugel bij het sluiten Met de programmering van de microschakelaars SW11 en SW12 kunt u de sluitbeweging van vleugel 1 later laten vertrekken dan die van vleugel 2, om te voorkomen dat de vleugels tijdens de beweging tegen elkaar komen, voor een grotere veiligheid van de installatie.
6. INBEDRIJFSTELLING De onderstaande tabel geeft de status van de leds weer afhankelijk van de status van de ingangen. Nota bene:� Led aan = contact gesloten Led uit = contact open Controleer de status van de signaleringsleds aan de hand van de Tabel Werking van de leds voor de signalering van de status LEDS DP_A DP_B STOP FSWCL FSWOP
AAN Commando actief Commando actief Commando niet actief Veiligheidsvoorzieningen uitgeschakeld Veiligheidsvoorzieningen uitgeschakeld
6.4. VOORKNIPPERFUNCTIE
Als u het veiligheidsniveau van de installatie wilt verhogen, kunt u de voorknipperfunctie activeren, waarmee het lichtsignaal 5 seconden voordat de beweging van de vleugels begint, wordt ingeschakeld. Handel als volgt om de voor knipperfunctie te activeren: 1. controleer of de poort gesloten is
������������������������� 6.1. CONTROLE VAN DE LEDS
UIT Commando niet actief Commando niet actief Commando actief Veiligheidsvoorzieningen ingeschakeld Veiligheidsvoorzieningen ingeschakeld
2.
open het contact Stop en houd hem open
3.
controleer of de led DL10 gedoofd is (als hij brandt is de voorknipperfunctie al actief)
4.
druk even op de knop F en controleer of de led DL10 brandt
5.
sluit het contact Stop weer (DL10 dooft).
Handel als volgt om de functie te deactiveren:
de toestand van de leds met de poort in de ruststand is vetgedrukt aangegeven. Daarnaast zit op de kaart de Led DL10, die werkt zoals in de volgende tabel:
1.
controleer of de poort gesloten is
2.
open het contact Stop en houd hem open
3.
controleer of de led DL10 brandt (als hij gedoofd is, is de voorknipperfunctie al gedeactiveerd)
4.
druk even op de knop F en controleer of de led DL10 dooft
5.
sluit het contact Stop weer
DL10 Poort gesloten in ruststand uit
Poort in beweging op in pauzestand: als indicatielampje
Programmeer de microschakelaars van de elektronische apparatuur 452 MPS naar eigen wens zoals aangegeven in Hst.5.
2.
Schakel de stroomtoevoer naar de elektronische bedieningsapparatuur uit.
3.
Deblokkeer de aandrijvingen en zet de poort met de hand halverwege de openingshoek.
4.
Blokkeer de aandrijvingen weer.
5.
Schakel de voedingsspanning weer in.
6.
Stuur een openingscommando naar de ingang OPEN A (fig. 2) en controleer of aan de vleugel van de poort een openingscommando wordt gegeven. Als na de eerste impuls van OPEN A een sluitingscommando wordt gegeven, moeten de spanning worden afgekoppeld en moeten op het klemmenblok van de 452 MPS de fasen van de elektrische motor worden omgedraaid (bruine en zwarte kabels).
7.
Controleer hoe de kracht op de motoren is ingesteld en wijzig deze eventueel (zie Hst.5.1.).
8.
Stop de beweging van de vleugels met een STOP-commando.
9.
Deblokkeer de aandrijvingen, vleugels en blokkeer de aandrijvingen opnieuw.
Controleer na het programmeren of de installatie goed werkt. Controleer vooral of de kracht goed is ingesteld, en of de beveiligingsvoorzieningen op correcte wijze ingrijpen.
6.2. CONTROLE VAN DE DRAAIRICHTING EN VAN DE KRACHT
1.
7. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Zelflerende procedure tijden: knippert snel
sluit
d e
6.3. ZELFLERENDE PROCEDURE VAN DE WERKINGSTIJD tijdens de zelflerende procedure zijn de beveiligingen uitgeschakeld! Voer de handeling dus zo uit dat iedere toegang tot het bewegingsgebied van de vleugels wordt vermeden-
NEDERLANDS
De openings-/sluitingstijd wordt bepaald door een automatische zelflerende procedure. - AUTOMATISCHE ZELFLERENDE PROCEDURE Controleer of de vleugels gesloten zijn, en druk vervolgens 1 seconde op de drukknop F: de led DL10 begint te knipperen en de vleugels beginnen met de openingsbeweging. Wacht tot de vleugels de openingsaanslagen bereiken, en geef vervolgens een impuls OPEN A (met de afstandsbediening of met de sleutelschakelaar) om de beweging te stoppen: de vleugels stoppen en de DL10 stopt met knipperen. De procedure is beëindigd en de poort is bedrijfsklaar.
De pauzetijd begint opnieuw te lopen (1)
De pauzetijd begint opnieuw te lopen (1)
Opent de vleugels onmiddellijk weer (1)
GEOPEND IN PAUZE
WORDT GESLOTEN
Sluit de vleugel(s)
GEBLOKKEERD
Geen effect
GEBLOKKEERD
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Draai beweging om in sluiting
Geen effect (OPEN opgeslagen)
Geen effect
Sluit de vleugel(s) (met Beveiligingen Sluiting bezet, opent na 2e impuls)
Opent de vleugel onmiddellijk weer
Opent de vleugels onmiddellijk weer
WORDT GESLOTEN
Blokkeert de werking
Geen effect (OPEN onderdrukt)
IMPULSEN BEVEILIGINGEN OPENING
Geen effect
Draai beweging om in sluiting
Geen effect (OPEN opgeslagen)
Geen effect
Blokkeert de werking
Sluit de vleugel onmiddellijk weer
Sluit de vleugels onmiddellijk weer
GEOPEND
STOP
IMPULSEN BEVEILIGINGEN OPENING
Geen effect (OPEN onderdrukt)
BEVEILIGING OP/SL
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect
Geen effect
Geen effect (OPEN onderdrukt)
zie paragraaf 5.2.
Blokkeert en draait na vrijkomst beweging om in opening Blokkeert en gaat bij vrijkomst verder met openen
Geen effect (OPEN onderdrukt)
BEVEILIGING OP/SL BEVEILIGINGEN SLUITING
Blokkeert en draait na vrijkomst zie paragraaf 5.2. beweging om in opening Blokkeert en gaat bij vrijkomst verder met Geen effect openen Geen effect (OPEN onderdrukt)
Sluit na 5’’ (OPEN onderdrukt)
BEVEILIGINGEN SLUITING Geen effect
Blokkeert en gaat bij vrijkomst verder met openen
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect
Draai beweging om in sluiting Geen effect
BEVEILIGING OP/SL Ningún efecto (OPEN inhibido)
Bevriest de pauze tot zij vrijkomt (2) (OPEN onderdrukt) Blokkeert en draait na vrijkomst beweging om in opening
zie paragraaf 5.2.
Geen effect
Geen effect
BEVEILIGINGEN SLUITING
Geen effect (OPEN opgeslagen)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Blokkeert de werking
STOP
IMPULSEN BEVEILIGINGEN OPENING Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Blokkeert de werking
STOP
WORDT GEOPEND
Opent de losgekoppelde vleugel
Opent de vleugels
GESLOTEN
OPEN-B
OPEN-A
STATUS POORT
LOGICA "E"
Tabel 3/c
Opent de vleugel onmiddellijk weer
Sluit de vleugels onmiddellijk weer
Sluit de vleugel(s)
Sluit de vleugels onmiddellijk weer
WORDT GEOPEND
GEBLOKKEERD
Opent de vleugels onmiddellijk weer
Blokkeert de werking
GEOPEND IN PAUZE
WORDT GESLOTEN
Opent de losgekoppelde vleugel en sluit hem weer na de pauzetijd
Opent de vleugels en sluit ze weer na de pauzetijd
GESLOTEN
Blokkeert de werking
OPEN-B
OPEN-A
STATUS POORT
LOGICA "SP"
Tabel 3/b
Geen effect (1)
WORDT GEOPEND
Opent de vleugel onmiddellijk weer (1)
Opent de losgekoppelde vleugel en sluit hem weer na de pauzetijd (1)
Opent de vleugels en sluit ze weer na de pauzetijd (1)
GESLOTEN
OPEN-B
OPEN-A
LOGICA "A" STATUS POORT
Tabel 3/a
NEDERLANDS
encendida
encendida
destellante
encendida
apagada
W.L.
aan
aan
knippert
aan
uit
W.L.
aan
aan
knippert
aan
uit
W.L.
Blokkeert de werking
Hervat de beweging in omgekeerde richting (sluit altijd na een Stop)
WORDT GEOPEND
GEBLOKKEERD
IMPULSEN BEVEILIGINGEN OPENING Geen effect (OPEN onderdrukt)
BEVEILIGING OP/SL
Blokkeert de werking
WORDT GESLOTEN
Blokkeert de werking (OPEN-A/B onderdrukt)
Blokkeert de werking (OPEN-B onderdrukt) Geen effect
Geen effect Blokkeert de werking (OPEN-A onderdrukt)
Als de resterende pauzetijd korter dan 5 sec. is, sluit hij, na vrijkomst, na 5 seconden.
NEDERLANDS
OPMERKING: Tussen haakjes de effecten op de andere ingangen met actieve impuls.
Als de knop ingedrukt wordt gehouden, wordt de pauze verlengd tot het commando wordt gedeactiveerd (timer-functie)
2.
Blokkeert de werking
Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
Blokkeert de werking (OPEN-A/B onderdrukt)
aan
knippert
aan
uit
Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
W.L. Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
aan
aan
knippert
aan
uit
W.L.
aan
aan
knippert
aan
uit
W.L.
BEVEILIGING OP/SL Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
Geen effect (OPEN-A/B onderdrukt)
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
BEVEILIGINGEN SLUITING
Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
IMPULSEN BEVEILIGINGEN OPENING
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
Blokkeert de werking (OPEN-A/B onderdrukt)
STOP
Geen effect (OPEN-A/B onderdrukt)
Blokkeert de werking (OPEN-A onderdrukt)
1.
Blokkeert de werking
Sluit de vleugels of vleugel
Geen effect
GEOPEND
WORDT GEOPEND
Geen effect
Opent de vleugels of vleugel
GESLOTEN
LOGICA "C" STATUS POORT
Sluit de vleugels of vleugel
Geen effect
COMMANDO'S ALTIJD INGEDRUKT OPEN-A OPEN-B
Opent de vleugels of vleugel
GEBLOKKEERD
Tabel 3/f
Geen effect
WORDT GEOPEND
Geen effect
Blokkeert de werking (OPEN-A/B onderdrukt)
Blokkeert de werking (OPEN-B onderdrukt)
Geen effect
Draait beweging om in sluiting
WORDT GESLOTEN Geen effect
Sluit de vleugels of vleugel
Geen effect
GEOPEND Blokkeert de werking
Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
Geen effect
Opent de vleugels of vleugel
GESLOTEN
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
OPEN-B
OPEN-A
LOGICA "B" STATUS POORT Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
BEVEILIGING OP/SL
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
BEVEILIGINGEN SLUITING
Geen effect (als hij moet sluiten, onderdrukt hij OPEN)
Geen effect (OPEN onderdrukt) Blokkeert en draait na vrijkomst beweging zie paragraaf 5.2. om in opening Geen effect Blokkeert en gaat bij vrijkomst verder met openen
Geen effect
BEVEILIGINGEN SLUITING
IMPULSEN BEVEILIGINGEN OPENING
Geen effect (als hij moet openen, onderdrukt hij OPEN)
Draait beweging om in sluiting
Geen effect (OPEN opgeslagen)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Blokkeert de werking
STOP
STOP
Tabel 3/e
Blokkeert de werking
WORDT GESLOTEN
Opent de losgekoppelde vleugel
Sluit de vleugel(s) onmiddellijk weer
Opent de vleugels
GESLOTEN
OPEN-B
GEOPEND
OPEN-A
STATUS POORT
Tabel 3/d LOGICA "EP"