Inhoud: 1.Puck 2.Meester pesten 3.Watje 4.Dromen 5.Een list 6.Meester Mail 7.Christmas met Kiek 8.Oud en Nieuw
Geschreven door: Danique bouman Geïllustreerd door: Danique bouman
Puck Kiki, opstaan! Het is ochtend, je moet naar je nieuwe school! Wat? Hoe laat is het? Shit, 8 uur. Ik heb nog maar een kwartier! Die broek met dat shirt, ja snel aan doen! Mam waar is mijn tandenborstel? In de doos in de badkamer! Aah, ik heb hem! Wat wil je op je boterham schat? Kaas! Grr, waar is die borstel nu? Oo daar! Shit, ik moet weg! Ik eet mijn boterham onderweg wel op! Tot later mam! Pff, net op tijd! Waar moet ik in de rij gaan staan? O, daar is een meisje, die kan me vast wel helpen. Heey! Ja, wat is er? Ik ben Kiki, ik ben hier nieuw. Weet je welke rij groep 8a is? Nou dan sta je hier goed, trouwens ik ben Puck. Oo, ik kan goed gokken. Is dat trouwens de meester? Ja meester Zuurpruim. Wat een rare achternaam zeg. Nee, nee, hij heet meester van der Sloot, maar hij zeikt erg vaak, lacht Puck. O. Ondertussen lopen ze naar binnen. Iedereen zitten. Jij mag hier zitten Kiki, zegt de meester. Moet je haar niet even voorstellen, zegt Daan. Nee, dat is voor kleuters. Zo, zo, meester. Max, naar de gang! Zie je dat hij irritant is, zegt Puck, die blijkbaar naast Kiki zit. Je hebt gelijk. Stil gaan rekenen! eist de meester. M-meester! Ja! Ik snap de som niet. Vraag het maar aan Puck, snauwt de meester. Oké. Tring. De bel gaat. Koud! gilt Kiki als ze buiten komt. Heey Kiek, wil je mijn bff zijn? Tuurlijk, wat dacht je anders? Dat je me…, nou laat maar. Gekkerd. Oké, nu ben jij mijn eerste bff. Kom je vandaag bij mij thuis? Dan kun je
helpen met uitpakken, zegt Kiki. Ja, dan kan ik je kamer zien. Goed idee. Ja, en dan kan je vrijdag bij mij logeren. Dan moeten we wel op schieten, het is namelijk al donderdag. O ja, snel naar huis. Spring maar achter op mijn fiets, zegt Puck. Die straat in! commandeert Kiki. Wow! Jou huis is groot. Dan heb je mijn kamer nog niet gezien. Heb ik ook nog niet. Op welke verdieping is hij. Op de 3de verdieping. Hoeveel verdiepingen hebben jullie dan. 4 verdiepingen, zegt Kiki . Wow, dat zijn er veel. En dit is mijn kamer, zegt Kiki. Pff, gelukkig is het meeste al uitgepakt. Ja goed hè? Zeker. Muziekje op en het gaat veel sneller. Zeker, je hebt mooie spullen, zeg. Ik vind ze ook mooi, Kijk bff hangers. Wow, die zijn mooi. Ja en ook van echt goud, zegt Kiki. Jullie zijn echt rijk. Tja.. O het is al 5 uur, je moet naar huis. Je hebt gelijk. Tot morgen. Doei Puck.
Meester pesten Kiek! Uh.. o hoi, Puck. Ik heb een super plan. Wat? Ik lag in mijn bed toen... Zeg het gewoon. Oké, ik weet hoe we de meester weg krijgen, want het is een slechte leraar. Hoe? We moeten alles wat hij zegt negeren. Ja, kom, we gaan het aan iedereen vertellen, zegt Kiki. Kom snel. Pff, we hebben het verteld. Ja, alleen Josefien doet niet mee. Logisch, zij is een zeurpiet. Ik denk eerder pietjesprecies. Ja, wat jij wil, Kom naar binnen. Iedereen lezen en stil zijn, eist de meester. Daar gaat ie, nu gaan we kletsen, fluistert Kiki. Ja, dus jij had een 10 Daan, zegt Puck. Ja goed hè. Hé, dat groepje: stil zijn! Ah, gaat de meester weer zeuren, zegt Cindy. Pardon, zegt de meester. Wat zei jij? Ik zei: Meester Zuurpruim. Ja, roept de groep:
Meester Zuurpruim!!! Stil, hou op, stt! Ah, ik word gek! O, nu rent de meester weg. Wat betekent dat? Dat hij weg is! gilt Puck. Of niet, daar is hij weer! zegt Daan. Sorry meester, zegt de helft van de groep. Wat krijgen we nou? sist Puck. Sorry, dat ik zo aan het zeiken ben. Sinds mijn vrouw overleden is, ben ik zo. Ik moet er gewoon over heen stappen, zegt de meester. O, nu snappen we het! schreeuwt de groep. Goed, laten we veder gaan. Hop, hop. Tring. De bel gaat. Ja, vrijheid! schreeuwt Puck. Ja, maar het plan is mislukt. Half. Hij doet nu wel aardiger, hè? Ja, dat is waar.
Maar zullen we mijn hond uit laten? Heb jij een hond? Hoe heet zij of hij? Pupz. Kom mee, dan laat ik haar zien. Ja, mag ik weer achterop je fiets? Zeker weten. Vind jij de klas leuk? Ja, eigenlijk super gezellig. Dat is nou eens goed, hè? Ja heel erg goed. We moeten die straat in en dan is daar mijn huis. O, dat huis is wel kleiner, maar wel mooi hoor, zegt Kiki. Dank je. Dit is Pupz. Wat is ze lief. Maar waar is jou kamer? Daar! In die schuur? Ja, dan heb ik mijn eigen huisje. Wow, jou kamer is erg mooi. Dank je. Zullen we Pupz maar gaan uit laten? Ja. Waar gaan we heen? Het park. Leuk. En groot.
Watje Wow, wat een mooi park, zegt Kiki. Nou, minder mooi dan het park waar jij bij woonde, of niet soms? Nee, je mocht er niet op het gras, er was geen skatingbaan en er mochten geen honden komen. Echt niet? Dat is saai, zeg. Daar ben ik het helemaal mee eens. Op de skatingbaan? vraagt Puck. Nee ik heb witte kleren aan. Goed, ik ga er even op. Wacht jij even hier met Pupz? Hé, ik loop wel mee hoor. Goed. Kom. Is het hier? Ja, moet je kijken: ik kom er in 1 keer op. Ja ja. Kijk dan. Wow, goed zo. Hihi. Wat is er? Je praatte net een beetje met een Limburgs accent. Had ik je nog niet verteld, dat ik in Limburg woonde. Nee. Hé! Ja jij daar! Kom er eens op of ben je bang? zegt Thomas. Heey Thomas,doe eens aardig. Ze durft zeker niet hè? Tok tok. Ik durf wel maar ik heb witte kleren aan. Watje! Tok tok. Watje! Heey Thomas, je ben een vervloekte kippenbout. Goede, Puck! Hou je kop, Belg. Kom Kiek we gaan. Moment, Heey Thomas, ik kom uit Limburg! Trut! Kom Kiek, anders gaat het echt mis. Wie is die Thomas eigenlijk? Dat is Thomas Jansen, hij zit in de 1ste van het Watjes College. O, daar wil ik echt niet heen! Hoezo niet? Nou, Watjes College spreekt mij niet aan. Gekkerd, het is niet het Watjes College, maar ja, het Jansen College. Hihi, maak je er weer een grapje van? lacht Kiki. Maar nu even echt, het is echt een watje. Dat weet ik wel zeker. Kijk daar komt hij weer, niet naar kijken. Au!!! Kiek! Gaat
het? Idioot kijk uit waar je rijdt, O, dit meen je niet! Gaat ie zijn tong nog uitsteken ook, hè. Kom Kiek, ik help je wel overeind, leun maar op mij. Au! En dan nog precies over mijn enkel rijden! zegt Kiki. Wat is er dan met je enkel? Nou, mijn enkel is ooit gebroken en is dus wat zwakker. Oei, kom ik breng je naar huis. We gaan nog wel logeren, hè? Zeker, deze straat in hè? Ja, kom laten we naar binnen gaan. Hoi Kiki’s moeder. Hoi meiden, Heey Kiki wat is er! O gevallen,maar Puck komt logeren, oké? Goed Puck, bel je moeder maar even. Goed. Mmmmm, hoi mam, ik blijf bij kiki logeren, breng je mijn spullen even, kus. Ze komt er aan. Kom dan gaan wij alvast naar boven, zegt Kiki. Nee Kiki, even op de moeder van Puck wachten. A, plzz. Nee! Tring. Daar zal je haar al hebben Kiki. Heey mam, Dank je. Kus. Doeg. Zo, jou moeder is makkelijk, mijn moeder blijft altijd heel lang kletsen, zegt Kiki. Meiden, wat willen jullie eten? Chips, cola en ijs, want we willen met zijn tweeën een meiden party houden. Oké voor deze ene keer.
Dromen Kiek, waar mag ik slapen? Naast mijn bed. Oké, maar wat is jou grootste droom? Tja, de droom die ik snel in vervulling wil laten gaan, is dat wij samen naar dezelfde middelbare school gaan. Mijn droom is dat wij altijd bff’s blijven, zegt Puck. Heey Puck, wat wil jij eigenlijk worden? In een super goede band spelen. Speel jij een instrument dan? Ja, ik speel drum. Waarom richt je dan geen band op? Nou ik vind dat ik het nu nog te druk heb met school. O. Maar wat wil jij worden? Zangeres. Leuk, maar heb jij een discobol? Nee, maar ik heb wel een partyzaal. Ja< naar de partyzaal. Oké, kom. Wow, dat is een echte partyzaal. Ja, ik weet het, laten we dansen. Welke muziek wil je? Heb je rock? Ja. Woehoe. Meiden! Tijd om te slapen! roept Kiki’s moeder. Oké Mam. Kom Puck. Goed, ik kom al. Even op mijn mail kijken. Laat zien. Hé, je hebt een mailtje, zegt Puck. Ja, ik ga hem even lezen. - Beste Watje. Als je je Cito goed maakt, breek ik je been. En doe aardig tegen mijn broertje. Groetjes. Thomas. Dit is niet normaal! Ik maak een grapje en nu pakt hij jou! Hier moeten we een stokje voor steken, zegt Puck. Later. We gaan slapen. Welterusten. Welterusten.
Een list. Aah!! Kiek, wat is er Kiek? Wordt wakker! Hu! Wat? Je gilde in je slaap. O, echt? Ja. Wat was er? Nou, hij reed over mijn been. Toen gilde ik van de pijn en toen zag ik zijn broertje staan. Wie is zijn broertje? Zeg het Kiek. Denk goed na. Het is Max! Wat?! Wat een vuilerd! roept Puck. Sst, mijn moeder hoeft niet wakker te worden, hoor. Ja, ja. Nu moeten we iets verzinnen. Nu? Oké. Wat dacht je van een list. Wat voor list? Nog geen idee. Alleen, één ding weet ik al. We moeten uitvinden waar hij woont. Makkelijk, we zoeken zijn broertje Max. En als het dan niet waar is? Wat dan? Nog geen idee. Maar laten we het wel gaan proberen. Oké. Goed. Laten we maar gaan slapen. Het is al vijf uur, hoor, zegt Puck. Word jij dan altijd zo vroeg wakker? Eh, nee. Ja, wel als ik naar school moet. O, slaap lekker. Sst.
Meester Mail Aah! Goede morgen, Puck. Puck, wat doe je? O, hoi, ik keek net op mijn mail en de meester mailde me dat we sneeuwvlokken moeten maken. Ik ook? Ja. Heel de klas. Leuk. Kom we gaan naar de knutselkamer. Goed idee. Hier is het. Wow! Ja, dat is al de zesde keer met je wow! Sorry hoor. Goed. Kijk, hier staan de glitters. Mooi hoor. Vind je ze niet mooi? Wel hoor, heel erg mooi. Oké. Kom zitten. Laten we kerstvlokken maken. Ja, we maken er dan een kleedje van. Kom op. Pff, we hebben er nu wel genoeg, zegt Puck. Ja, ik kijk nog even op mijn mail. Goed. Hé, van de meester mogen we ook een liedje zingen. Laten we dat doen. Oké. Goed. Kom, laten we er een schrijven. Oké. Ik mail de meester nog even. Ik begin alvast, zegt Puck. - We kennen elkaar nog maar net. Dat is eigenlijk… Dikke pech, zegt Kiki. Goede, Kiek, want jij en ik zijn dikke vrienden. Nee, niet van vet, maar van supergoede. Ja, dat is grappig. Zullen we wat gaan eten? Ik word een beetje misselijk. Goed. Wat wil je dan op je boterham? Kaas! Hé, dat neem ik ook altijd op mijn boterham. Dat is toevallig. Ja, mmm, lekker kaas! Superlekker, bedoel je. Ja. Mag het raam open? Hoezo? Ik heb het warm. Oké. Het is hier heel erg warm! Vind ik
niet. Puck, wat is er? Je doet ineens zo raar. O, heb het alleen warm en heb hoofdpijn. Meer niet. Zal ik je moeder bellen? zegt Kiki. Nee, hoeft niet. Echt wel! Je ziet er slecht uit. Nee! Wel! Ga in die tussentijd even onder de deken liggen. Ik meet je temperatuur op, oké? Ja, maar kan je ook een koud doekje pakken? Tuurlijk. Moment. Ja, met Kiki, Puck voelt zich niet lekker. Kan U haar even ophalen? Tuurlijk, ik kom er aan, zegt de moeder van Puck. Je moeder komt er aan. Ze is er zo. Als er iets met mij is, is ze er in tien seconden. Trrring! Daar zal je haar hebben. Kom binnen, Puck’s moeder. Puck is niet lekker, dus haal haar spullen later maar op.
Christmas met Kiek. Het is nu al donderdag en Puck is nog steeds ziek. Dus , waarschijnlijk is ze er met de Kerst niet, zegt de meester. Dat kan niet. Puck moet er bij zijn! zegt Kiki. Sorry, het kan nou eenmaal niet. En nu , hup, naar huis, want je moet over een uur weer op school zijn. Kiki loopt over straat naar huis. Ze huilt: Dit kan niet waar zijn. Ze is niet bij het Kerstfeest. Nu wil ik ook niet meer! Hoi meid. Hoe is ‘t, zegt Kiki’s moeder als Kiki binnenkomt. Prima. Ik moet zo weer naar school. Kiki rent naar boven, doet haar jurk aan en rent zo snel mogelijk weer terug. Naar school. Net op tijd. Ha, iedereen is er. Dan beginnen we met de kinderen die iets willen doen. Daan, jij begint. Goed gedaan die breakdance, Daan. Nu zijn Kiki en Pu.., is Kiki aan de beurt, zegt de meester. Kiki staat op, maar in plaats van naar de meester te lopen, rent ze de school uit naar Puck’s huis. Ze belt aan. De moeder van Puck doet open. Jij komt vast voor Puck. Ja, mag dat? Tuurlijk. Hé Kiek, je had toch Kerstfeest? Ik ben weggerent om met jou de Kerst te vieren. Dat is superlief van je! Dan vieren wij het hier. Oké. Goed!
Oud en Nieuw. Kiki is op vakantie geweest. Ze is weer terug. En vanavond is het Oudjaar. Doei Mam, ik ga naar Puck. Op tijd terug zijn, hè? Ja. Puck, ik ben er weer. Jeah! Toen jij weg was heeft mijn moeder jouw moeder gebeld en nu vieren we Oud en Nieuw samen! Echt? Ja, echt! Yes! Kom dan laat ik mijn vuurwerk zien. Goed. Kijk, mooi hè? Ja en best veel. Jep. Zullen we nu nog even een film kijken? Goed. Welke? Hotel 13? Ja, leuk. Meiden, het is 1 voor 12. Kom. Nu al? Kom snel Kiki! Pff. Nog tien tellen, nog 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2, 1. Vuurwerk! schreeuwt Kiki. Naar buiten! Mag ik als eerste? Tuurlijk, zegt Kiki’s moeder. Puck steekt het vuurwerk aan en dan staat er in de lucht: KIEK, JE BENT DE BESTE! O Puck, jij bent de beste! Pff, huilt Kiki. Jij ook Kiek!
Christmas met Kiek. Dit verhaal gaat over een meisje dat Kiki heet. Ze is nieuw en erg rijk. Op haar eerste schooldag ontmoet ze Puck. Ze worden beste vrienden. En samen doen ze van alles en nog wat.