Inhoud
1 Met de fiets naar school? SEI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 WW
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
13
2 Met de auto naar het werk SEI
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
22
WW . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
3 Te land, ter zee en in de lucht SEI
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WW
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
31
36
In de onderstaande woordzoeker zitten 40 woorden verborgen die iets te maken hebben met het thema van deze projectbundel. Kan je ze allemaal terugvinden?
SEI
t
achterlicht afstand auto autobus automobilist binnenvaart boten bromfiets busabonnement buzzypazz carpoolparking
v
1
chauffeur fiets files goederenvervoer gps herstellingen lekkeband metro mobiliteitsplan openbaarvervoer passagiersvervoer
pijpleiding reizen remmen rijstroken routeplanner snelwegen tram trein veiligheid verkeersagressie verkeerspolitie
vervoermiddel vliegtuig voetgangers vrachtwagen verkeersongevallen wegenwerken zeevaart
Met de fiets naar school? 1
Hoe ga jij naar school?
Het is je zeker al opgevallen dat het weer veel drukker is op de weg nu de school opnieuw is begonnen. Dat heeft voor een groot gedeelte te maken met het verkeer in de buurt van de schoolpoorten. Steeds meer ouders brengen hun kinderen met de auto naar school, omdat het steeds onveiliger wordt. Daardoor wordt het verkeer steeds drukker en gevaarlijker en de chaos aan de schoolpoort steeds groter. Een vierde van het verkeer tijdens de ochtendspits is woon-schoolverkeer. Eén op vier kinderen komt met het openbaar vervoer. Slechts één op vijf leerlingen fietst van en naar school, ongeveer 14 procent gaat te voet. Hoe zit het in jouw klas? Vul de tabel op de volgende bladzijde in voor alle leerlingen van de klas. MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
3
3
Eigen antwoord van de leerling
SEI
Leerling 1
Leerling 14
Leerling 2
Leerling 15
Leerling 3
Leerling 16
Leerling 4
Leerling 17
Leerling 5
Leerling 18
Leerling 6
Leerling 19
Leerling 7
Leerling 20
Leerling 8
Leerling 21
Leerling 9
Leerling 22
Leerling 10
Leerling 23
Leerling 11
Leerling 24
Leerling 12
Leerling 25
Leerling 13
Leerling 26
Totaal
Totaal
Afstand thuis school
Auto
Openbaar vervoer
Fiets
Te voet
Hoe ga ik naar school?
Afstand thuis school
Auto
Openbaar vervoer
Fiets
Te voet
Hoe ga ik naar school?
Indien je de afstand van je thuisadres naar school niet goed kunt schatten, kun je gebruik maken van een van deze routeplanners: www.mappy.be – http://maps.google.be/ – www.myrouteplanner.be Welke factoren bepalen met welk vervoermiddel je naar school komt? Eigen antwoord van de leerling De gemeente of stad waarin de school gevestigd is
Afstand thuis - school Aanwezigheid van bepaalde vervoermiddelen zoals trein, tram, bus De wijze waarop vrienden/ vriendinnen naar school gaan
4
Factoren die het vervoermiddel bepalen De leeftijd van de leerlingen De weersomstandigheden
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
2 Hoe gaan je klasgenoten naar school? 61 % van de Vlaamse kinderen die naar de kleuterschool gaat woont op hoogstens 1 km van de school. 34 % woont op 1 tot 5 km. Bij de kinderen die naar de lagere school gaan is dat respectievelijk 46 en 42 %. Ondanks die korte afstand zit 63 % van de kleuters en de helft van de kinderen die naar de lagere school gaat elke ochtend op de achterbank van de auto. We noemen ze ‘de achterbankgeneratie’. Hopelijk kunnen we hen heel binnenkort weer ‘de fietsgeneratie’ noemen.
SEI
Plaats alle leerlingen in het onderstaande cirkeldiagram. • Indien de leerling op minder dan 1 km van de school woont, zet je het cijfer in de kleinste cirkel. • Woont de leerling op meer dan 1 km maar minder dan 4 km van de school, dan zet je het cijfer in de tweede cirkel. • Woont de leerling op meer dan 4 km van de school, dan zet je het cijfer in de buitenste cirkel.
Ga nu eens voor alle leerlingen van de klas na of ze het juiste vervoermiddel gebruiken. Indien dat zo is, omcirkel je hun cijfer met groen; gebruiken ze het verkeerde vervoersmiddel, dan omcirkel je hun cijfer met rood.
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
5
3 Hoe gaan Vlaamse jongeren naar school? In Vlaanderen heeft men onderzocht hoe jongeren naar school gaan. Hieronder vind je de resultaten.
SEI
Te voet Fiets Openbaar vervoer Auto Overige
Hoe gaan jongeren naar school? (in procenten) 6-9 jaar 10-12 jaar 13-15 jaar 16-18 jaar 19 9 3 9 22 29 54 37
19-25 jaar 10 28
6
13,5
20
42
30
52 1
44 4,5
22 1
8 4
28 4
Hoe gaan jongeren uit het lager onderwijs vooral naar school? Wat zou daarvoor een verklaJongeren uit het lager onderwijs gaan vooral met de auto ring kunnen zijn? naar school. Op de tweede plaats komt de fiets, op de derde plaats te voet. Dat is te verklaren omdat jongeren op die leeftijd nog te jong zijn om zich alleen met het openbaar vervoer te verplaatsen. Ouders willen ook nog heel graag kinderen van die leeftijd begeleiden en dan is de auto voor de hand liggend. Vergelijk de cijfers van de Vlaamse leeftijdsgenoten eens met die van je klas. Eigen antwoord van de leerling Vlaamse jongeren Jouw klas 13-15 jaar Te voet
3%
Fiets
54 %
Openbaar vervoer
20 %
Auto
22 %
Overige Totaal
Absolute cijfers
In %
1% 100 %
Je hebt waarschijnlijk al wel gemerkt dat het heel druk kan zijn aan de schoolpoort en op weg naar huis of school. De klas wordt ingedeeld in vier groepen. Elke groep gaat een poster ontwerpen waarin er telkens minstens vijf tips worden gegeven hoe je veilig op school kan geraken wanneer je te voet, met de fiets, met het openbaar vervoer of met de auto naar school komt. Eigen notities van de leerlingen.
6
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
4 Vervoerskosten Naar school gaan zou gratis moeten zijn, maar dat is zeker niet het geval. ‘Schooldirect’ (een website voor schooldirecties) heeft een onderzoek gedaan naar de samenstelling van de studiekosten. Hieronder vind je een samenvatting van hun resultaten:
Schoolreizen 101,81 EUR – 13 %
Schoolactiviteiten 53,74 EUR – 7 %
SEI
Steunactiviteiten 19,29 EUR – 2 %
Vervoerskosten 120,30 EUR – ? %
-
Schooluitrusting 500,22 EUR – 63 % Schooluitrusting 500,22 EUR - 63 %
Wat is de gemiddelde totale kostprijs van een leerling in Vlaanderen? De totale kostprijs = 19,29 + 120,20 + 500,22 + 53,74 + 101,81 = 795,26 EUR
-
Bereken het procentuele aandeel van de vervoerskosten in de totale studiekost. Het procentueel aandeel = 120,30 / 795,26 * 100 = 15,13 %
Bij de vervoerskosten is alleen rekening gehouden met de vervoerskosten van het openbaar vervoer en het vervoer per auto. Welke andere kosten zouden er nog kunnen zijn wanneer je op een andere manier naar school komt? Aankoop en onderhoud fiets, bromfiets, aankoop stapschoenen, kledij …
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
7
5 Openbaar vervoer Kinderen en jongeren die met het openbaar vervoer naar school gaan, reizen vaak gratis of in ieder geval tegen speciale tarieven. Ga naar de website van De Lijn om de ontbrekende gegevens in verband met de tarieven op te zoeken. Vul nadien de tabel verder aan. prijzen van februari 2012 0-5 jaar
6 - 24 jaar Buzzy Pazz
Tarief van De Lijn (heel Vlaanderen)
SEI
gratis
1 maand: 23 euro
BELANGRIJK: Als je 12 jaar of ouder bent, mag je als abonnee bovendien maximaal 4 kinderen van 6 tot en met 11 jaar gratis meenemen.
3 maanden: 65 euro 1 jaar: 178 euro 2de Buzzy Pazz binnen één gezin: 20 % korting 3de en volgende Buzzy Pazz binnen één gezin: gratis % korting Als je 12 jaar of ouder bent, mag je als abonnee bovendien maximaal 4 kinderen van 6 tot en met 11 jaar gratis meenemen.
Het gezin Vesters heeft 3 kinderen. Ze gaan alle drie met de bus naar school: - Fleur is 8 jaar - Pieter is 15 jaar - Maarten is 19 jaar Bereken de totale kostprijs (op jaarbasis) van het schoolabonnement voor dit gezin. Evelien: gratis want zij is jonger dan 11 jaar Pieter: 178 euro
Maarten: 178 euro – (20 % van 178 euro) = 142,40 euro
Dit geeft een totale kostprijs op jaarbasis van 320,40 euro Bekijk het instructiefilmpje in verband met het online bestellen van een busabonnement. Noteer nadien de vijf stappen in eigen woorden op een overzichtelijke manier. • stap 1: je computer controleren • stap 2: je kaartlezer installeren • stap 3: je elektronische identiteitskaart gebruiksklaar maken voor online toepassingen • stap 4: online bestellen • stap 5: betalen Url: http://www.delijn.be/vervoerbewijzen/online_abonnementen/werking.htm 6 Met de fiets naar school
8
57 % van de Vlaamse jongeren (13-15 jaar) gaat met de fiets en/of te voet naar school; voor die vervoersmiddelen hebben de onderzoekers geen kosten geteld. Nochtans betekenen de aankoop van een fiets en het onderhoud ervan ook een behoorlijke kost. Op het moment dat je naar de secundaire school ging, had je waarschijnlijk een nieuwe fiets nodig omdat je de vorige ontgroeid was … MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
Hieronder vind je een aantal promoties i.v.m. fietsen:
• • • •
Jungler Lady 26
SEI
nn
21 versnellingen velgen: Alu kleuren: Matt blanc maten: 26”
prijs: 275 EUR (incl. btw)
nn
MTB AL 150Dame
• • • •
21 versnellingen versnellingen: Shimano Altus 21v spaken: 14 G roestvrij kleuren: sand blue / sand dark grey - sand black / sand white - white-purple • maten: 18” - 20”
prijs: 380 EUR (incl. btw)
-
Welke factoren bepalen de kostprijs van een fiets? De aard van de fiets (mountain bike, stadsfiets ....) De maat van de fiets De toebehoren (versnellingen, ...) Het materiaal Het merk De winkel waar je de fiets koopt
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
9
Maar niet alleen de aankoop van een fiets is duur, ook het herstellen van bijvoorbeeld een lekke band kost veel geld.
FIETSEN VÉLEAU VERKOOP EN HERSTELLINGEN Walenstraat 29 2060 Antwerpen
SEI
Herstellen spaken voorband Afstellen voorrem Herstellen achterlicht TOTAAL incl. 21 % btw
-
7,40 EUR 5,00 EUR 2,45 EUR 14,85 EUR
Welke herstellingen heeft de fietsenhandelaar uitgevoerd? De spaken van de voorband en het achterlicht zijn hersteld. De fietshandelaar heeft ook de voorrem afgesteld.
-
Welk btw-percentage werd er aangerekend? 21% btw
-
Hoeveel bedroeg de prijs voor de herstelling zonder btw? De prijs zonder btw = 14,85 * 100 / 121 = 12,27 EUR
7 Veilig naar school Elke dag zijn in België bijna veertig kinderen tussen 3 en 18 jaar betrokken bij een verkeersongeval. Op weekdagen gebeuren de meeste ongevallen op weg van of naar school: ’s morgens tussen 8 en 9 uur, na schooltijd tussen 16 en 18 uur. Op woensdagen is er een piek ’s middags tussen 12 en 13 uur. Daarmee staat België in de topvier van de onveiligste landen in de Europese Unie. Je hebt waarschijnlijk zelf al gemerkt dat het heel druk kan zijn aan de schoolpoort en op weg naar huis of naar school.
10
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
-
Welke maatregelen treft de school om het verkeer aan de schoolpoort veiliger te maken? Eigen antwoord van de leerling
-
Wat doet de overheid om ervoor te zorgen dat je veilig op school kunt geraken?
SEI
De overheid heeft o.a. een maximum snelheid van 30 km per uur ingevoerd. Zij organiseren ook campagnes waarbij ze de kinderen willen stimuleren om bijvoorbeeld een fluoriserend vestje en een fietshelm te dragen. Zij zorgen er voor meer veiligheid door bijvoorbeeld verkeersdrempels, verkeerslichten ... te plaatsen in de omgeving van de school. -
Welke redenen zou de overheid hebben om te investeren in verkeersveiligheid? Op de eerste plaats omdat de overheid verkeersslachtoffers wil vermijden maar er is ook een economische reden. Wanneer kinderen gewond geraken op weg naar school, brengt dat kosten met zich mee die gedeeltelijk door de overheid moeten gedragen worden. Volwassenen kunnen ook arbeidsongeschikt geraken ...
-
Ga eens met drie leerlingen samen zitten en dokter een voorstel uit om het verkeer aan de schoolpoort veiliger te maken. Eigen antwoord van de leerling
8 Een veilige fiets? Veilig naar school geraken met de fiets is ook jouw verantwoordelijkheid. Controleer aan de hand van deze lijst of je fiets uitgerust is zoals het hoort. Zet een vinkje als het onderdeel in orde is. Zet een kruisje als het onderdeel controle vraagt. Zet twee kruisjes als het onderdeel dringend hersteld moet worden.
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
11
Rem achteraan Rem vooraan Licht achteraan Licht vooraan Reflector achteraan Reflector vooraan Zijdelingse reflectie achteraan Zijdelingse reflectie vooraan Reflector pedaal links
SEI
Reflector pedaal rechts Bel Frame Stuurstang/vork Speling voorwiel Speling achterwiel Velg achter Velg voor Band vooraan afgesleten Band vooraan te weinig lucht Band achteraan afgesleten Band achteraan te weinig lucht Zadel Ketting Pedaal links speling Pedaal rechts speling As pedalen speling Spatbord vooraan Spatbord achteraan Ga eens langs op het politiekantoor of nodig een politieagent uit in de klas en informeer waaraan een veilige fiets moet voldoen. Maak hieronder een kort verslag. Eigen antwoord van de leerling
12
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (SEI)
1
Met de fiets naar school? 1
Geschiedenis van de fiets in een notendop
De eerste fiets is een primitieve houten loopfiets zonder trappers. Karakteristiek aan het voertuig is dat de fietser zich ermee zittend kan voortbewegen, maar zich met de voeten moet vooruitduwen.
WW
In 1816 ontwikkelt baron Karl von Drais een bestuurbare loopfiets: de draisine. Wat werd er op de fiets gemonteerd zodat hij bestuurd kon worden?
Een soort hendel om het voorwiel mee te doen draaien
Verder is de draisine, net als de houten fiets, log en zwaar (25 kg), en heeft hij een houten zitbalk. Een belangrijke vooruitgang wordt geboekt wanneer de loopfiets een trapfiets wordt. Die evolutie is vooral te danken aan Ernest Michaux, die een fiets met pedalen ontwerpt: de vélocipède. Waar werden de pedalen gemonteerd? Op het voorwiel Waardoor is de houten zitbalk vervangen? Door een zadel op een frame Hoe is het voorwiel ten opzichte van het achterwiel? Groter Een spectaculaire ontwikkeling in de geschiedenis van de fiets doet zich voor in 1871, wanneer James Starley zijn befaamde hoge bi voorstelt. Je kunt deze fiets bezwaarlijk gebruiksvriendelijk noemen; het bestijgen van het voertuig is al een hachelijke onderneming en gebeurt via een step boven het achterwiel. Ook het rijden is niet evident: de bestuurder moet zich erg concentreren op het bewaren van zijn evenwicht. Remmen gebeurt via een remsysteem dat met een koordje bediend wordt. Wat is er zo speciaal aan deze fiets? Het heeft een heel groot voorwiel met een opstapje Waarom was het voorwiel op die manier geconstrueerd? Om een grote afstand te over-
bruggen met één trapbeweging
Omdat er zoveel ongevallen gebeurden met die fiets, werd er een rijbewijs ingevoerd. Zonder dat rijbewijs mocht men niet fietsen op de openbare weg. In 1885 komt John Kemp Starley, de neef van James Starley, aandraven met de zogenaamde veiligheidsfiets: de Rover. Hoe zijn de wielen ten opzichte van elkaar? De wielen zijn ongeveer even groot.
Waarom was die fiets zoveel veiliger? Hij bevindt zich lager bij de grond en is dus stabieler
Hoe gebeurt de krachtoverbrenging op het achterwiel? Met behulp van een ketting
Wat is er veranderd aan de pedalen? De krachtoverbrenging is niet meer rechtstreeks op het wiel
We kunnen de Rover beschouwen als het prototype van de gewone hedendaagse fiets.
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (WW)
13
2 Afstand en tijd HET EXPERIMENT Wie komt er met de fiets naar school? Schrijf de namen van de fietsers uit je klas in de linkerkolom van onderstaande tabel. Eigen antwoord van de leerlingen Naam leerling
Tijd
Naam leering
Tijd
WW Eind 2009 organiseerde het weekblad Humo samen met de VRT een enquête waarbij ruim duizend jongeren tussen twaalf en achttien bevraagd werden over hun fietsgedrag. Bij het onderzoek werden 1004 jongeren betrokken (de helft jongens, de helft meisjes) uit de vijf Vlaamse provincies. Uit het onderzoek blijkt meteen dat ongeveer drie vierden van de jongeren dagelijks de fiets gebruikt; het overige kwart gebruikt de fiets slechts af en toe. totaal
geslacht
leeftijd
man
vrouw
12-13 jaar
14-15 jaar
16-18 jaar
dagelijks
74 %
77 %
71 %
78 %
76 %
69 %
af en toe
26 %
23 %
29 %
22 %
24 %
31 %
Klopt dat ook voor jouw klas? Eigen antwoord van de leerlingen
Hoeveel tijd hebben de fietsers uit de klas nodig voor de verplaatsing van thuis naar school? Noteer alle tijden in de tabel hierboven. Hoe komt het dat er zo’n grote verschillen zijn in de opgenoemde tijden? De reflex van de drie leerlingen verschilt, zodra ze op verschillende tijden de chronometer uit drukken.
14
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (WW)
Je merkt dat, als we over een verplaatsing spreken, afstand en tijd heel belangrijk zijn. Om een wetenschappelijk correct verband te leggen tussen beide begrippen, voeren we een experiment uit. Bij zo’n experiment voeren we metingen uit met welbepaalde meetinstrumenten.
WW
Een goede voorbereiding van het experiment is een absolute noodzaak. Let daarbij op de volgende punten. 1 Heb je de opdracht goed gelezen? 2 Beschik je over de nodige meettoestellen en weet je hoe ze werken? Alleen nauwkeurige meetresultaten kunnen immers leiden tot een correcte besluitvorming. 3 Heb je al het andere materiaal verzameld? 4 Heb je pen en papier bij de hand om de meetresultaten te noteren? Schrijf de resultaten in een tabel; op die manier kun je ze gemakkelijk verwerken en voorkom je overbodig schrijfwerk.
EXPERIMENT 1 We willen de tijd meten die nodig is om een afstand van 100 m al fietsend af te leggen. Om een afstand van 100 m te meten, gebruik je bij voorkeur • een lat van 50 cm • een rolmeter van 2 m • een rolmeter van 5 m • een landmeter. Waarom heb je voor dat meetinstrument gekozen? Een landmeter heeft een lengte van 50 m, en is daarmee het meest handige en nauwkeurige meetinstrument om een afstand van 100 m te meten. Om de tijd te meten, gebruik je • een gewoon uurwerk • een uurwerk met secondewijzer • een chronometer. Waarom heb je voor dat meetinstrument gekozen? Een chronometer is het meest nauwkeurige instrument om de tijd op te meten
Materiaal n Krijt n Een landmeter n Drie chronometers n Leerling met fiets Werkwijze 1 We tekenen met het krijt een streep op de speelplaats. Dat is de startstreep. 2 Met de landmeter passen we 100 m af en tekenen op die plaats een tweede streep. Dat is de eindstreep. 3 We plaatsen een leerling aan de startstreep; het voorwiel van de fiets moet de startstreep raken.
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (WW)
15
4 Drie andere leerlingen staan met een chronometer aan de eindstreep. 5 Bij het startsignaal van de leerkracht begint de leerling te fietsen en drukken de leerlingen hun chronometer in. 6 De leerling fietst zo snel mogelijk naar de eindstreep. Op het moment dat de fietser met het voorwiel de eindstreep raakt, drukken de leerlingen hun chronometer uit. 7 De chronometers worden afgelezen en de tijden worden neergeschreven in de tabel. Waarneming tijd
seconde
leerling 1
WW
leerling 2 leerling 3 Bespreking Hoe komt het dat de opgenomen tijden verschillen? De leerlingen starten en stoppen hun metingen (met de chronometers) niet op exact dezelfde momenten.
Besluit Om tot een correct resultaat te komen, is het erg belangrijk dat metingen heel nauwkeurig uitgevoerd worden.
METEN, GROOTHEDEN EN EENHEDEN Afstand en tijd zijn twee voorbeelden van zaken die we in de natuurwetenschappen meten. We noemen ze grootheden. Een grootheid heeft een welbepaald symbool en wordt gemeten met een passend meettoestel. – Met de landmeter hebben we een afstand van 100 m gemeten. Afstand is een voorbeeld van de grootheid lengte; ze wordt voorgesteld met het symbool l. – Met een chronometer hebben we de grootheid tijd gemeten. Tijd heeft als symbool t. Een grootheid wordt uitgedrukt in een welbepaalde eenheid. – De grootheid lengte wordt uitgedrukt in de eenheid meter (symbool m). – Tijd wordt gemeten in seconde (symbool s). Een meetresultaat is de combinatie van het maatgetal van de grootheid, gevolgd door het symbool van de eenheid: – een afstand van 100 m – een tijd van 12 s. Besluit
16
grootheid
symbool
eenheid
symbool
voorbeeld van meettoestel
lengte
l
meter
m
rolmeter
tijd
t
seconde
s
chronometer
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (WW)
3 Meer over afstand en tijd WE VERFIJNEN ONS EXPERIMENT Voor het eerste experiment heeft de leerling een afstand van 100 m afgelegd in een bepaalde tijd. Heeft hij heel de tijd constant gereden? Neen
WW
Hoe reed hij direct na het starten? Traag. Hoe evolueerde zijn rijgedrag tijdens de rit? De fietser rijdt steeds sneller, tot hij een bepaalde maximale snelheid bereikt. Hoe reed hij op het moment dat hij over de eindstreep bolde? Aan de maximale snelheid. Om meer te weten te komen over het verloop van de rit, moeten we de nauwkeurigheid van het experiment opdrijven. Hoe kunnen we dat doen? Door op meerdere afstanden metingen uit te voeren en tussentijden op te meten.
EXPERIMENT 2 Om het rijpatroon van de leerling beter te kennen, gaan we een aantal merktekens plaatsen tussen 0 m en 100 m, zodat we ook tussentijden kunnen opmeten. Materiaal n Krijt n Een landmeter n Vijf chronometers n Leerling met fiets Werkwijze 1 We plaatsen op het parcours van 100 m een duidelijke merkstreep om de 20 m. 2 Bij elke merkstreep staat een leerling met een chronometer. 3 Een leerling stelt zich klaar aan de startstreep om de 100 m te fietsen. 4 Bij het startsignaal van de leerkracht begint de leerling te fietsen en drukken de vijf leerlingen hun chronometer in. 5 De leerling fietst zo snel mogelijk naar de eindstreep. Telkens wanneer het voorwiel van de fiets een merkstreep raakt, drukt de leerling aan de streep de chronometer uit. 6 De chronometers worden afgelezen en de tijden worden neergeschreven in de tabel.
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (WW)
17
Waarneming lengte (m)
tijd (s)
lengte (m)
20 m
80 m
40 m
100 m
tijd (s)
60 m
WW
Bespreking Hoe evolueren de tijden om een afstand van 20 m af te leggen in de loop van het experiment? De tijden evolueren van groot naar klein.
WE VERWERKEN DE MEETRESULTATEN IN EEN GRAFIEK Tijdens het experiment hebben we alle meetwaarden van de grootheden in een tabel genoteerd. Toch zeggen die cijfergegevens ons niet veel. Om een wiskundig verband tussen de grootheden aan te tonen, en om gelijktijdig een beter visueel beeld te krijgen op het experiment, maken we een grafische voorstelling. Daarvoor maken we eerst een roostervoorstelling. – Op de horizontale as plaatsen we de grootheid die we voor het experiment vastgelegd hebben. Welke grootheid is dat bij ons experiment? De afstand. Welke waarden moeten we op die horizontale as uitzetten? Noem ze allemaal. 0 m, 20 m, 40 m, 60 m, 80 m en 100 m Bij de pijl van de as noteren we het symbool van de grootheid, gevolgd door het symbool van de eenheid tussen haakjes. Notatie: l(m) – Op de verticale as wordt de grootheid uitgezet die we meten tijdens het experiment. Welke grootheid is dat bij ons experiment? De tijd. Welke waarden moeten we op die verticale as uitzetten? Noem ze allemaal. Dit zijn de waarden uit de tabel op p.16 Bij de pijl van de as noteren we het symbool van de grootheid, gevolgd door het symbool van de eenheid tussen haakjes. Notatie: t(s)
18
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (WW)
– Op de beide assen kiezen we een schaalwaarde, zodat we minstens de helft van de assen gebruiken. – We plaatsen nu de punten in het rooster door de gegevens uit de tabel te combineren. Voorbeeld: de afstand van 20 m wordt afgelegd in 4,2 s. Beide gegevens bepalen de positie van dat punt in het rooster. Nu kunnen we de grafische voorstelling tekenen. Daarvoor verbinden we alle roosterpunten met een vloeiende lijn. Die lijn is de grafiek bij het experiment.
WW
Teken de grafiek bij het experiment op het onderstaande rooster.
Grafiek afhankelijk van de bovenstaande resultaten.
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (WW)
19
4 Afstand gedeeld door tijd? Schrijf je meetresultaten uit de vorige tabel over in de onderstaande tabel en bereken in de lengte derde kolom de verhouding: . tijd lengte (m)
lengte tijd
tijd (s)
20 m 40 m
WW
60 m 80 m 100 m Wanneer fietst de fietser het snelst? Aan het einde. Wanneer fietst de fietser het traagst? Aan het begin. Kun je dat ook aflezen in de grafiek? De grafiek is een parabool die afvlakt. Daardoor zie je dat er steeds minder tijd nodig is om een afstand van 20 m af te leggen. Als je weet dat wij de verhouding uit de derde kolom ook uitdrukken in km/h, over welke nieuwe grootheid hebben we het dan? Over snelheid l Het symbool voor die nieuwe grootheid is v. We kunnen die berekenen met de formule: v = . t Welke eenheid hoort bij deze nieuwe grootheid? m/s Besluit grootheid
symbool
eenheid
symbool
formule
snelheid
v
meter seconde
m s
v=
l t
5 Nog enkele bedenkingen … Veronderstel dat we ons experiment op een andere dag zouden herhalen met een andere groep leerlingen. Zouden we dan exact hetzelfde resultaat verkrijgen? Neen. Geef daarvoor drie mogelijke oorzaken. • Geslacht: is de fietser een jongen of een meisje? • Weersomstandigheden: Staat er (tegen)wind? • Ondergrond: bij een natte ondergrond zal de fietser meer voorzichtigheid moeten inbouwen.
20
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (WW)
Bij sportwedstrijden wordt ook heel vaak de snelheid van renners gecontroleerd. Gaat men dan op dezelfde manier tewerk als bij ons experiment – om de lengte te meten? Neen. Naargelang de afstand, bestaan er diverse methoden om de afstand te meten: gps, fietscomputers … – om de totaaltijd te meten? Ja. Wanneer de atleten starten, wordt de chrono ingeduwd; bij de aankomst
WW
wordt die terug afgeduwd. Bij een wedstrijdloop over een afstand van 100 m moet de aankomst zeer nauwkeurig vastgelegd worden. Hoe gebeurt dat? Omdat het tijdsverschil bij sportwedstrijden vaak miniem is, wordt er gebruik gemaakt van de fotofinish. Een fotocamera, opgesteld aan de finish, maakt daarbij tot 1600 beelden per seconde van de eindstreep (ca. 5 cm). De computer plakt die verschillende foto’s aan mekaar, met als resultaat de finishfilm. Wetenschappelijk onderzoek en sport gaan vaak hand in hand. Zo zijn bijvoorbeeld kunststoffen in het huidige sportgebeuren niet meer weg te denken. Ze zitten verwerkt in bijzondere kledij, in het materiaal en in alle mogelijke sportattributen. Ter illustratie geven we enkele voorbeelden. – Staal en aluminium verliezen terrein tegenover composietmaterialen zoals de para-aramidevezel. Die maken het frame van de fiets lichter en sterker. – De binnenband is vervaardigd uit synthetisch materiaal, zodat hij veel minder snel lucht verliest. – Zadels worden voorzien van een gel op basis van een elastomeer dat de zadelpijn aanzienlijk vermindert door de lichaamsmassa beter te verdelen. – De fietshelm wordt gemaakt uit een lichte maar stevige kunststof die optimale veiligheid garandeert.
Noem op de foto nog drie andere sportattributen die van kunststof vervaardigd zijn. • helm • handschoenen • schoeisel
MOBILITEIT I MET DE FIETS NAAR SCHOOL? (WW)
21
2
Met de auto naar het werk 1
Files
Je hebt het waarschijnlijk ook al meegemaakt dat je met je ouders of vrienden in de file zat. Vele mensen maken dat dagelijks mee op weg van en naar het werk.
¡ 4
SEI
¿
2 3
Verkeersongeval op de E40 Luik Brussel ter hoogte van Haasrode richting Brussel. Linkerrijstrook versperd.
¬ ERRATUM in projectbundel Wegenwerken op de E314 Lummen-Leuven ter hoogte van Aarschot, richting Leuven
-
R4 ring om Gent tussen Ertvelde en Evergem richting Drongen. 1 rijstrook afgesloten.
1
√ E34 Eindhoven-Antwerpen bij Retie in 2 richtingen over versmalde rijstroken
Duid deze plaatsen aan op de bovenstaande kaart van België. Gebruik daarvoor eventueel je atlas.
Brussel horrorstad van de files Brussel is de meest filegevoelige stad van België. Bovendien is de hoofdstad ook de meest dichtgeslibde stad van Europa. Dat maakte navigatiespecialist TomTom bekend aan de hand van een studie. Wie dagelijks de wagen neemt naar Brussel heeft zich waarschijnlijk al bij de dagdagelijkse files neergelegd. Uit een recente studie van TomTom blijkt nu dat Brussel de meest filegevoelige stad van België is. Die studie is gebaseerd op de unieke IQRoutestechnologie die rijsnelheden van de afgelopen twee jaar verzamelde. Leuven en Aalst vervolledigen de top drie van de stadsassen die het hele jaar door aan sterke vertragingen worden blootgesteld. In Brussel is meer dan veertig procent van de stadsassen overbelast. Uit een meting van de gemiddelde snelheden in de ochtendspits blijkt dat Brussel elke ochtend muurvast staat. De gemiddelde snelheden komen er nauwelijks boven de 30 kilometer per uur uit op de hoofdwegen. Een automobilist doet er twee keer zo lang over om hetzelfde traject in de ochtendspits te volgen in vergelijking met de reistijd wanneer het rustig is op de weg. De studie heeft nog enkele opmerkelijke cijfers. Automobilisten die elke dag vanuit Leuven naar Brussel reizen en terug (goed voor zo'n zestig kilometer in totaal) staan gemiddeld 168 uur in de file. Ook op de Brusselse Ring (R0) staat het muurvast. Naar: Het Nieuwsblad, 7 januari 2011
22
MOBILITEIT I MET DE AUTO NAAR HET WERK (SEI)
Hoe kwam TomTom tot het besluit dat Brussel de meest filegevoelige stad van België is? Aan de hand van een speciale technologie die rijsnelheden verzamelt. De steden met stadsassen die het hele jaar door aan sterke vertragingen worden blootgesteld, zijn filegevoelig.
Files kosten fortuinen!
SEI
‘De files en de ongevallen op de E313 kosten de maatschappij jaarlijks zo’n 139 miljoen euro’, zegt Voka-Kamer van Koophandel Kempen. ‘De verbreding van de Boudewijnsnelweg zou 420 miljoen kosten.’ Een verantwoorde investering, vindt de kamer. De Voka-Kamers van Koophandel van Antwerpen-Waasland, Limburg en Kempen hebben de toestand op de E313 grondig geëvalueerd en getoetst aan economische studies. Zo kost een vrachtwagen die stilstaat 45 euro per uur, een personenwagen 8,25 euro per uur. Dagelijks maken zo’n 64 000 voertuigen gebruik van de E313, waarvan twintig procent vrachtwagens. Een auto die tijdens de ochtendspits van Laakdal naar Antwerpen rijdt, staat gemiddeld dertig minuten in de file. Er is berekend dat de structurele files en de files ten gevolge van incidenten op de E313 tussen Limburg en de stad Antwerpen jaarlijks 13 miljoen euro kosten. Daarbij komt dat - alle inspanningen om vervoer via kanaal en spoor te promoten ten spijt - de frequentie van het verkeer alleen maar zal toenemen. De grootste maatschappelijke kost blijven de ongevallen. Bovenop dit niet te becijferen menselijke leed komt nog eens een enorme economische kostprijs. Rekening houdend met materiële schadeposten, productieverlies, ziektekosten, revalidatiekosten, administratiekosten en zo meer, loopt de teller op tot zo’n 126 miljoen euro per jaar. Voka maakte bij die berekening gebruik van referentiecijfers die in de wetenschappelijke literatuur gehanteerd worden. Naar: Het Nieuwsblad, 18 oktober 2007
Bereken de kostprijs per dag van de files voor de vrachtwagens die op de E313 rijden. Aantal vrachtwagens per dag: 64 000/100*20 = 12 800; Kostprijs per vrachtwagen: 45 euro/uur = 22,50 euro/halfuur; Kostprijs voor alle vrachtwagens per dag: 12 800 x 22,50 = 288 000 euro/dag Bekijk het filmfragment 'De kostprijs van de files' op http://modernewetenschappen. deboeck.com. Leg het begrip 'economische kostprijs' uit door het onderstaande spindiagram in te vullen. Geef bij elk onderdeel een concreet voorbeeld. Ziektekosten bv. bv. bij lichamelijke schade
Materiële schade bv. herstellingskosten voertuigen Stilstand van de voertuigen vrachtwagen = bv. 45,00 euro/uur Productieverlies grondstoffen en/of bv. (halfafgewerkte) producten te laat in fabriek waardoor er niet geproduceerd kan worden MOBILITEIT I MET DE AUTO NAAR HET WERK (SEI)
ECONOMISCHE KOSTPRIJS
Revalidatiekosten sommige patiënten moeten na bv. ziekenhuisverblijf nog revalideren Administratieve kosten allerlei kosten bv. (telefoonkosten, porkosten …) om verzekeringsaangifte en dossier in orde te maken
23
Wat doen bedrijven om files te vermijden? Ze laten steeds vaker hun mensen gebruik maken van carpooling.
2 Verkeersagressie
SEI
Werkstraf voor verkeersagressie ZOTTEGEM/AALST - De Oudenaardse strafrechter heeft Matthias S. (29) uit Aalst veroordeeld tot een werkstraf van zestig uren en een boete van 275 euro met uitstel. Hij moest zich verantwoorden wegens het toebrengen van opzettelijke slagen en verwondingen met ongeschiktheid tot gevolg. Op 19 februari vorig jaar kreeg hij het op de N46 in Zottegem aan de stok met een bestuurder die
heel traag reed. Beiden stopten aan het Essobenzinestation in Zottegem en daar gingen de poppen aan het dansen. 'Ik voelde mij bedreigd en in paniek heb ik een klap uitgedeeld', verklaarde de beklaagde. Het slachtoffer hield aan de slag een gebroken oogkas over. Bron: Het Nieuwsblad – 18 oktober 2011
Wat vind je zelf storend gedrag in het verkeer? Eigen antwoord van de leerling.
Wat zouden voor automobilisten aanleidingen kunnen zijn voor verkeersagressie? Geef er 5. Eigen antwoord van de leerling.
Wat zouden voor fietsers aanleidingen kunnen zijn voor verkeersagressie? Geef er 5. Eigen antwoord van de leerling.
24
MOBILITEIT I MET DE AUTO NAAR HET WERK (SEI)
3 Mobiliteitsplan Om alles vlotter te laten verlopen, werken meer en meer steden een mobiliteitsplan uit. Er wordt niet alleen aan het vervoer met de wagen gedacht, maar ook aan de voetgangers, de fietsers, het openbaar vervoer en het goederenvervoer. Op de site www.mobielvlaanderen.be kan je nagaan of jouw stad of gemeente ook een mobiliteitsplan heeft uitgewerkt. Op de sites van heel wat steden en gemeenten kan je hun mobiliteitsplan downloaden.
SEI
Groepswerk: ieder groepje krijgt de taak om het mobiliteitsplan van een bepaalde gemeente of stad voor te stellen aan de andere leerlingen van de klas. 4 Carpooling Meer en meer mensen maken gebruik van carpooling om op hun werk te geraken. Hoewel er geen vaste regels bestaan, adviseert men voor het carpoolen een richtprijs van 0,07 EUR per kilometer op basis van 4 personen in een wagen als je met iemand meerijdt naar het werk. Als je alle kosten voor een eigen wagen samentelt, kom je al gauw aan 0,28 EUR per kilometer. Dat is de richtprijs voor de vaste kost van een kleine familiewagen (diesel). Stel dat iemand 35 kilometer van zijn werk woont en gemiddeld 21 werkdagen per maand werkt. Hoeveel kan hij dan per maand besparen door aan carpooling te doen? Wanneer deze persoon met de eigen wagen naar het werk rijdt, kost hem dat: 35 * 2 * 21 * 0.28 = 411,60 EUR Wanneer hij daarentegen carpoolt, kost hem dit: 35 * 2 * 21 * 0,07 = 102,90 EUR Hij kan dus 411,60 - 102,90 = 308,70 EUR besparen.
Waarom is carpooling niet alleen gunstig voor de automobilist maar ook voor de bedrijven? Wanneer meer mensen zouden carpoolen, is het minder druk op de weg en hierdoor is de kans groter dat het personeel tijdig op het werk kan geraken zonder ongevallen. Er is ook minder parkeerplaats nodig voor het personeel.
MOBILITEIT I MET DE AUTO NAAR HET WERK (SEI)
25
2
Met de auto naar het werk 1
Remmen of botsen?
Heel wat mensen gaan met de auto naar het werk. Wel 25 % van de verplaatsingen op de Belgische wegen kan worden toegeschreven aan het woon-werkverkeer. Daardoor ontstaan, tot de frustratie van veel chauffeurs, vaak files op onze wegen. Ken je nog andere oorzaken voor files?
WW
• een grotere verkeersdichtheid • wegenwerken • botsingen Files nemen vervelende vertragingen met zich mee. In wat volgt, gaan we het wetenschappelijk begrip ‘vertraging’ onder de loep nemen. Je vindt op deze en de volgende pagina twee verschillende grafieken die het verloop van de snelheid van een auto geven in functie van de tijd. Welke van die twee grafieken wijst op een botsing? Grafiek 2 Waarom denk je dat? De tijd waarin de wagen tot stilstand komt, is heel klein.
Grafiek 1 snelheid van de wagen op het
v(km/h) 140
moment van het afremmen
120 100 80 60 40 20 0
5
10
15
tijdstip waarop het remmen begint
26
20
25
30
35
40
tijdstip waarop de auto stilstaat
MOBILITEIT I MET DE AUTO NAAR HET WERK (WW)
t(s)
Wat kun je allemaal aflezen op de grafiek? Wat kun je zeggen over de snelheid tussen 0 s en 5 s? De snelheid blijft constant bij 120 km/h. Wat gebeurt er op het tijdstip 5 s? De wagen begint te remmen. Hoe evolueert de snelheid tussen 5 s en 35 s?
WW
De snelheid daalt tot de wagen stilstaat. Lees de snelheid af bij 10 s en 20 s. De snelheid bij 10 s is 100 km/h. De snelheid bij 20 s is 60 km/h. Beschrijf de beweging van de auto na 35 s. Na 35 s staat de wagen stil. Vul de kadertjes in bij grafiek 1.
Grafiek 2
v(km/h) 140
snelheid van de wagen voor de botsing
120 100 80 60 40 20 0
1
2
3
4 t(s)
tijdstip waarop de wagen botst
tijdstip waarop de wagen stilstaat
MOBILITEIT I MET DE AUTO NAAR HET WERK (WW)
27
Wat gebeurt er op het tijdstip 2 s? De wagen botst. Hoelang duurt het voor de auto tot stilstand komt? ca. 0,3 s Vul de kadertjes in bij grafiek 2. Vergelijk grafiek 1 met grafiek 2 en leid daaruit af wat het grote verschil is tussen remmen en botsen.
WW
De tijd waarbij de auto tot stilstand komt bepaalt het verschil tussen remmen en botsen; bij een botsing is die tijd veel korter.
2 Wat maakt botsen zo erg? Om je op een zachte manier te laten ervaren wat een botsing is, gaan we een paar experimenten uitvoeren.
EXPERIMENT 3 Materiaal n Speelgoedoplegger n Speelgoedautootje of knikker Werkwijze 1 Zet het speelgoedautootje op de oplegger, zodat hij volledig los staat op het laaddek. 2 Rijd zo snel mogelijk met de oplegger. 3 Stop daarna heel bruusk. Je kunt de proef net zo goed uitvoeren met de knikker. Waarneming Het autootje botst tegen de cabine van de oplegger.
Net hetzelfde gebeurt er bij een botsing met de inzittenden van een auto. Wanneer een auto bruusk moet afremmen (zoals bij een botsing), vliegen alle passagiers naar voren. Gelukkig hebben autoconstructeurs deze reactie voorzien en hebben ze maatregelen getroffen om de gevolgen van die voorwaartse beweging te beperken. Over welke maatregelen gaat het? Veiligheidsgordels Airbag
28
MOBILITEIT I MET DE AUTO NAAR HET WERK (WW)
WW
Op de Vlaamse snelwegen kom je regelmatig advertenties tegen die het belang van die maatregelen onderstrepen.
EXPERIMENT 4 Materiaal n Een ongekookt ei Werkwijze 1 Gooi een ongekookt ei een drietal meter hoog boven een grasveld (bij voorkeur met vrij lang gras of mos). 2 Herhaal daarna de opgooi boven een geplaveid oppervlak.
Waarneming Het ei breekt niet.
Verklaring Het hoge gras is veerkrachtig, zodat het een beetje meegeeft als het ei op de grond terechtkomt.
Welke veiligheidsmaatregelen in auto’s maken gebruik van het principe dat je zonet in dit proefje hebt ondervonden? Kreukelzones
MOBILITEIT I MET DE AUTO NAAR HET WERK (WW)
29
EXPERIMENT 5 Materiaal n Krijt n Een fiets zonder en een fiets met bagagedrager. Bij beide fietsen moeten de remblokjes in een goede conditie zijn. n Twee snelheidsmeters voor op de fiets
WW
Werkwijze 1 Teken een krijtstreep op de speelplaats. 2 De twee fietsers nemen plaats op voldoende afstand van de krijtstreep. De ene fietser fietst onbelast, bij de andere fietser gaat er een leerling op de bagagedrager zitten. 3 Bij het startsignaal beginnen beide fietsers te fietsen en proberen om een snelheid van 15 km/h te bereiken. Eens ze die snelheid bereikt hebben, fietsen ze verder aan die snelheid. 4 Op het moment dat het voorwiel de krijtstreep raakt, remmen ze bruusk af zonder remmen en slippen en proberen ze zo snel mogelijk tot stilstand te komen. 5 Meet de remafstand bij de eerste fietser (onbelast) en daarna bij de twee fietser (belast). 6 Noteer de remafstanden in de tabel. Waarneming remafstand (m) fietser 1 (onbelast) fietser 2 (belast) Bespreking Wie heeft de langste remafstand? De fietser met de leerling op de bagagedrager. Heeft dit in het geval van ons experiment te maken met de toestand van de remmen? Neen. Wat is de oorzaak van het grote verschil in remafstand? De oorzaak van het verschil in remafstand is het verschil in massa.
Via dit experiment merk je heel duidelijk dat de remkracht voor een zware wagen of een vrachtwagen veel groter moet zijn om tot stilstand te komen. Ook de remafstand wordt daardoor veel langer. Welke factoren kunnen de remafstand ook nog beïnvloeden? • Wegdek: droog/nat • Toestand van de remmen • Reactietijd
30
MOBILITEIT I MET DE AUTO NAAR HET WERK (WW)
Te land, ter zee en in de lucht
3
1
Passagiersvervoer
Naast de fiets, de wagen en de bus zijn er nog andere manieren om je te verplaatsen.
2000 2010 2030
8,9 8,7 7,3
Openbaar wegvervoer
2000 2010 2030 2000 2010 2030 2000 2010 2030
SEI
Hieronder vind je een overzicht van het gebruik van vier soorten passagiersvervoer in de EU-25, in percentages van het totale passagiersvervoer, gemeten in passagierkilometers
77,8 76,6 74,7 7,3 7,8 7,7
Eigen auto
Spoor
5,4 6,3
Lucht 9,7
– Welk vervoermiddel kende in 2010 relatief gezien de grootste vooruitgang ten opzichte van 2000? Waarom? Het vliegtuig. Steeds meer mensen gaan met vakantie en vliegtuigvervoer wordt aangemoedigd. – Welke evolutie schat men in voor het jaar 2030 wat betreft de verschillende vervoermiddelen? Vliegtuigvervoer gaat verder toenemen en alle andere vervoermiddelen gaan afnemen. 2 Op reis Vliegvakantie naar Lloret de Mar voor slechts 550 EUR Het mooie en verzorgde Lloret-strand biedt ligstoelen, parasols, watersporten en mini-cruises naar romantische baaien. Tennis, squash, fitness, surfen, zeilen, paardrijden, parasailing, waterskiën en jetskiën zijn enkele van de mogelijke activiteiten. Hotel: Selvamar • Periode: 1 juli tot 8 juli Verblijf in een tweepersoonskamer
A
Autovakantie naar het zonnige Rosas voor slechts 217 EUR Hotel: Mediterraneo Dit hotel ligt in het rustige, residentiële deel van de Santa Margarita-wijk. Op 200 m van het fijnzandstrand en op zowel 300 m van het uitbundige uitgaanscentrum als van de leuke shoppingregio. Het sfeervolle Rosas ligt op ca. 2 km. Periode: 1 juli tot 8 juli Verblijf in een tweepersoonskamer B * prijs per persoon
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (SEI)
31
Busvakantie naar het onvergetelijke Lloret de Mar voor slechts 377,90 EUR Hotel: Mundial Club Het hotel is gelegen in de rustige zone op 1 minuut van het centrum en op 5 minuten van het strand. Dit hotel beschikt over twee liften, ruime salons met bar, TV-zaal, airco, tuin, zwembad, tuin, animatie en een restaurant met buffet. De kamers zijn ingericht met eigen badkamer, terras, telefoon, kluis en tv. Periode: 3 juli tot 10 juli • Verblijf in een tweepersoonskamer B * prijs per persoon
SEI
Welke advertentie spreekt je het meeste aan? Kijk daarbij ook naar het vervoermiddel. n A
n B
n C
Waarom? Eigen antwoord van de leerling
3 Goederentransport Niet alleen mensen verplaatsen zich, ook goederen moeten op de een of andere manier vervoerd worden. In de EU wordt 44 % van de goederen over de weg vervoerd, tegen 39 % via de kustvaart, 10 % over het spoor en 3 % via de binnenwateren. – Vul de onderstaande tabel aan door telkens twee voorbeelden te geven van goederen die hoofdzakelijk via de weg, met het schip of met de trein worden vervoerd. Vervoermiddel
Voorbeelden Auto's, staal, hout ...
Massaproducten zoals graan, zand ...
32
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (SEI)
Aardolie, aardgas ...
SEI
Elektrische apparaten, voedingsmiddelen
– De Europese Unie moedigt transportbedrijven aan om zo veel mogelijk vracht via het spoor, de binnenvaart of de zeevaart te vervoeren. Wat zou daarvoor een reden kunnen zijn? Het gaat om infrastructuur die al goed is uitgebouwd en milieuvriendelijk transport kan garanderen.
– De haven van Antwerpen vormt een belangrijk vertrek- of aankomstpunt voor heel wat goederen. Antwerpen ligt dan ook centraal. Niet alleen in België, maar ook in Europa en zelfs op wereldvlak. Duid Antwerpen aan op het onderstaande kaartje.
De haven van Antwerpen is de toegangspoort tot Europa. Jaarlijks worden er meer dan 180 miljoen goederen behandeld, een cijfer dat elk jaar toeneemt. Antwerpen is de op één na grootste haven van Europa en de vijfde haven van de wereld.
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (SEI)
33
De centrale ligging in Noordwest-Europa maakt van Antwerpen een belangrijke schakel in de internationale handel. De haven is veel meer dan een los- en laadplaats: goederen worden er opgeslagen, herverpakt, verdeeld en klaargemaakt voor transport naar hun eindbestemming. Dankzij haar enorme opslagcapaciteit fungeert de haven als de ‘supermarkt’ van Europa, waar alle producten een gespecialiseerde opvang en transport vinden.
SEI
Antwerpen is ook de perfecte haven voor de toekomst: het is de enige haven die miljoenen tonnen goederen zo ver landinwaarts kan ontvangen. De goederen worden met het milieuvriendelijkste vervoermiddel tot 80 km landinwaarts gebracht, een traject dat dus niet per vrachtwagen afgelegd moet worden. Vanuit Europees perspectief is de Antwerpse haven economisch en ecologisch de meest verantwoorde keuze. Zet op de onderstaande kaart van Europa de nummers van de havens van Rotterdam (1), Le Havre (2), Amsterdam (3), Hamburg (4), Bremen (5) en Antwerpen (6).
2
34
6
1
3
5
4
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (SEI)
Zoek via http://modernewetenschappen.deboeck.com welke plaats de haven van Antwerpen bekleedt op Europees vlak en op wereldvlak. Vermeld ook het aantal ton dat er verhandeld wordt.
SEI
Haven van Antwerpen Plaats: tweede grootste haven van Europa, vijfde van de wereld Aantal ton: 189,3 miljoen ton aan goederen. (Als prominente containerhaven verscheepte Antwerpen 8,6 miljoen TEU* in 2008.)
*TEU is de aanduiding voor de afmetingen van containers. De afkorting staat voor Twenty feet Equivalent Unit. 1 TEU is dus een container van 20 voet lang.
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (SEI)
35
3
Te land, ter zee en in de lucht Voor dit onderwerp willen we jullie meteen zelf aan het werk zetten. Veronderstel dat je op een dag het plan opvat om van Oostende naar Luik te reizen. Je kunt de sportieve toer opgaan en je fiets opspringen, of je kunt op zoek gaan naar een schipper die je via kanalen en rivieren tot in Luik brengt. Je kunt zelfs overwegen om met het vliegtuig te gaan, wat het voordeel zou hebben dat je erg snel je bestemming bereikt. Wij kiezen er echter voor dat het traject afgelegd wordt met de wagen of met de trein.
WW 1
Met de wagen
MET DE WEGENKAART Gebruik voor deze opdracht een voldoende gedetailleerde wegenkaart van België. Hoe kun je de lengte van het (kortste) traject snel berekenen? Door de afstand op de kaart te meten en vervolgens met de schaal uit te rekenen Hoeveel kilometer van dat traject leg je af via de autosnelweg? Bijna 100 % van het traject. En hoeveel kilometer van dat traject leg je af via de ‘gewone’ autoweg ? Bijna niets. Welke steden passeer je achtereenvolgens? Brugge, Gent, Brussel en Leuven.
Kun je berekenen hoe lang de rit zal duren? Hoe kom je tot dat resultaat? Op de autoweg mag je 120 km/h rijden. De afstand van Oostende naar Luik is ongeveer 212 km. Met de wagen ben je dus ongeveer 2 uur onderweg.
Zijn er voordelen aan het werken met een landkaart? Je hebt een beter beeld van de af te leggen weg. De landkaart is altijd beschikbaar.
36
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (WW)
MET DE ROUTEPLANNER We raden aan om een keuze te maken uit de volgende routeplanners: – www.mappy.be – www.viamichelin.be – http://maps.google.be
WW
Voer de volgende opties in: ∏ traject: Oostende – Luik ∏ middelgrote wagen (type VW golf of gelijkaardig) ∏ snelste traject ∏ brandstof: benzine ∏ prijs van de benzine (om die te weten te komen, moet je eens een kijkje nemen in het dichtstbijzijnde benzinestation, of surfen naar www.voordeligtanken.be) Eens je deze informatie hebt ingevoerd, krijg je meteen antwoord op tal van vragen. Hoe lang is het traject? 212 km Hoeveel kilometer van dat traject wordt er afgelegd via de autosnelweg? 208 km Hoeveel kilometer van dat traject wordt er afgelegd langs de ‘gewone’ autoweg? 4 km Hoe lang duurt de rit? 2h02 Wat kost de rit (heen en terug) aan brandstof? ongeveer 43 €
De routeplanner kritisch bekeken Welke voordelen biedt een routeplanner? De routeplanner is een heel makkelijk en gebruiksvriendelijk instrument
Welke nadelen zijn er verbonden aan het werken met een routeplanner? Je moet de gegevens uitprinten. Je hebt geen beeld van de af te leggen weg. Bij onverwachte omstandigheden (bv. wegomlegging) kun je niet bijsturen. Waarom is de geplande tijdsduur niet altijd correct? De tijdsduur is berekend voor ideale omstandigheden.
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (WW)
37
Ook de berekening van de brandstofprijzen is dikwijls niet juist. Heb je daar een verklaring voor? De brandstofprijs wisselt. Bij lange files ligt het benzineverbruik van de wagen hoger. Eventuele omleidingen verlengen het traject.
MET DE GPS In totaal roteren er een 30-tal navigatiesatellieten rond de aarde die van Amerikaanse oorsprong zijn.
WW
Navigatiesatellieten sturen signalen uit, die door een gps-ontvanger kunnen geregistreerd worden, zodat men tot op een meter nauwkeurig kan bepalen waar een voorwerp zich bevindt. Wat betekent gps? Global Positioning System Noteer een goede Nederlandse vertaling. Satellietplaatsbepalingssysteem of wereldwijd plaatsbepalingssysteem Om op een nauwkeurige manier een plaats te bepalen, moet een gps-toestel de positie kennen van minstens drie satellieten. Bovendien moet hij de afstand kennen tussen de ontvanger en de satellieten. Bespreking Veronderstel dat je midden in de nacht op een bepaalde plaats afgezet wordt. De enige informatie waarover je kan beschikken is een kaart, waarop de positie van drie steden staat genoteerd. Je weet dat je vijf km verwijderd bent van stad 2, twee km van stad 3 en drie km van stad 1.
Stad 1
Stad 3 Stad 2
Om dit probleem op te lossen, hebben we gewerkt met een methode waarbij we cirkels trekken, met de steden in het centrum. Zo hebben we een eerste cirkel getrokken met een straal van 5 cm rond stad 2.
38
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (WW)
Stad 1
Stad 3
WW
Stad 2
Dan hebben we een cirkel met een straal van 3 cm getrokken rond stad 1.
Stad 1
Stad 3 Stad 2
Je ziet meteen dat de positie van twee steden kennen onvoldoende is om je exacte locatie te weten. Er zijn immers twee snijpunten van de cirkels die voldoen aan de voorwaarden. Pas als de drie cirkels getrokken zijn, kennen we exact de locatie waarop je je bevindt.
Stad 1
Stad 3 Stad 2
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (WW)
39
Een gps werkt precies op dezelfde manier. Dat wil zeggen dat hij op zijn minst gebruik moet maken van drie navigatiesatellieten om exact te situeren waar een voorwerp zich bevindt. Wat verschijnt er op het schermpje van je gps zodra je een adres ingevoerd hebt en je de gps de route laat zoeken? De gps zoekt naar satellieten.
WW
Zodra een gps ingeschakeld is, ontvangt hij radiosignalen die uitgezonden worden door de navigatiesatellieten. Op dat moment is de locatie van de gps exact bepaald. Tegelijkertijd wordt de tijd geregistreerd die nodig is om het signaal van de satelliet naar de gps te brengen. Deze tijd gebruikt de satelliet om afstanden te bepalen. Wat kan je nog allemaal aflezen op de gps in verband met de gevraagde route? De aankomsttijd De tijd die het duurt om het traject af te leggen Eventueel een alternatieve route
2 Met de trein Onder het motto ‘De trein is altijd een beetje reizen’ plannen we dezelfde trip ook met de trein. Stel: je reist op een weekdag. Omdat je een druk programma hebt in Luik (station LuikGuillemins) is het nodig dat je er al om 9h30 aanwezig bent. Waar ga je de informatie halen om de volgende vragen te beantwoorden? In het station, via de telefoon, op het internet. Hoe laat moet je vertrekken in Oostende? 7h12 Hoe laat kom je aan in Luik? 9h19 Zijn er tussenstops, en zo ja, hoe lang moet je telkens wachten op aansluiting? Noteer de overstapstations en bijbehorende wachttijden. Brugge: 7h26 – 7h31 Brussel-Zuid: 8h23 – 8h28 Wat is de kostprijs van de treinrit per persoon (kaartje heen en terug in tweede klasse)? 35,40 € Bestaat er een formule die een goedkopere reis met je klas mogelijk maakt? Go Pass, Rail Pass en schooltreinkaart.
40
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (WW)
Op welke manier(en) kun je het treinticket aankopen? In het station aan het loket of via de biljettenautomaat,
WW
op de trein (wat duurder is) of via het internet.
MOBILITEIT I TE LAND, TER ZEE EN IN DE LUCHT (WW)
41
1, 2 of 3?
Hou je van cijfers?
Ja
Ben je creatief?
Nee
Ja
Nee
Ben je een winnerstype?
Ja
Hou je van natuurdocumentaires?
Nee
Bij de aankoop van een trui let je op:
De mode
De prijs
1
2
Nee
Ja
3
1, 2 of 3? Om de groepssfeer in de klassen te bevorderen, mogen jullie een wandelzoektocht organiseren voor het eerste jaar. Afhankelijk van de uitkomst van de test krijg je een andere opdracht. Nochtans zal je niet helemaal op je eentje kunnen werken. Je hebt gegevens van de andere opdrachten nodig voor je eigen taak.
1
Het is de bedoeling dat de leerlingen tijdens het wandelen een aantal opdrachten krijgen. Het is aan jullie om 10 vragen op te stellen waarvoor zij de oplossing moeten zoeken. Probeer vragen op te stellen waarbij de cultuur en de eigenheid van de streek centraal staan. In minstens 4 vragen moet een foto verwerkt worden.
2
De wandelzoektocht moet ook bekend gemaakt worden bij de leerlingen van het eerste jaar. Het is aan jullie om hiervoor een affiche te ontwerpen. De affiche moet in zoveel exemplaren worden gedrukt als er klassen in het eerste jaar zijn. Vergeet zeker niet de juiste datum en het juiste tijdstip te vermelden. Voor deze opdracht krijgen jullie een budget van EUR. Hou daar rekening mee.
3
Het is aan jullie om een route uit te stippelen van exact 5 km. Houd er bij de keuze van het traject wel rekening mee dat de zoektocht maar 2 lesuren mag duren.