Infosessie postgraduaat ouderenzorg Gestelde vragen aan Prof. Anita Simoens Desmet, Dhr. Peter Lambers, Mw. Leen Stevens

1

KaHo Sint‐Lieven    Dienst Voortgezette Opleidingen  Studiegebied gezondheidszorg    Technologiecampus Gent  Gebr. Desmetstraat 1  9000 Gent  +32(0)9 265 87 19  [email protected]   

Campus Waas  Hospitaalstraat 23  B‐9100 Sint‐Niklaas  Tel.: +32 (0)3 776 43 48    Campus Dirk Martens  Kwalestraat 154  B‐9320 Aalst  Tel.: + 32 (0)53 72 71 70 

  Infosessie postgraduaat ouderenzorg  Gestelde vragen aan Prof. Anita Simoens –Desmet,   Dhr. Peter Lambers, Mw. Leen Stevens      1  Vragen over de noodzaak van een BBT/BBK    1.1  Hoeveel personeel van een afdeling met > 5 jaar ervaring, kan worden gelijkgesteld ?     A:  Artikel 37 van het BS van 29.01.2007 houdende vaststelling van de normen waaraan het  zorgprogramma voor de geriatrische patiënt moet voldoen om te worden erkend, stelt dat :“de  verpleegkundigen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit (=7.09.2007)gedurende  minstens 5 jaar als voltijds equivalent in een dienst voor geriatrie (kenletter G), in een dagziekenhuis  voor de geriatrische patiënt of in een dienst Sp psychogeriatrische aandoeningen hebben gewerkt,  komen in aanmerking voor de functies bedoeld in punt 3° van het punt 3° van subrubriek  van de rubriek  van de  bijlage van het KB van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en de  diensten moeten worden nageleefd.” *  * Dwz: een afdeling die erkend is onder de kenletter G, moet op het vlak van de verpleegkundigen  beschikken over minstens “4 voltijdse equivalenten verpleegkundigen, houders van een bijzondere  beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de geriatrie, of van de bijzondere bekwaamheid  in de geriatrie, per 24 G‐bedden.”    1.2   Hoeveel personeelsleden van een afdeling dienen te beschikken over een BBT ?     A: Zie 1.1    1.3  Hoeveel personeelsleden van een afdeling dienen te beschikken over een BBK ?    A: Zie 1.1    1.4  Zijn er nog andere criteria waarmee het ziekenhuis moet rekening houden om in orde te  zijn ?    A: Om erkend te worden moet het ziekenhuis voldoen aan alle reglementair vastgelegde  erkenningsnormen voor de betrokken diensten op algemeen en specifiek (architectonisch,  functioneel en organisatorisch) vlak . Zie de KB’s met betrekking tot de respectievelijke  erkenningsnormen.    1  Vragen en antwoorden uit informatienamiddag BBT/BBK geriatrie op 16 september 2010 in KaHo Sint‐Lieven, dVo, Gent   

2

1.5  Dienen hoofdverpleegkundigen in  geriatrische settings  te beschikken over BBT/BBK ?  Wordt dit van hen in de toekomst verwacht ?    A: De van kracht zijnde erkenningsnormen bepalen het volgende voor de hierna vermelde  diensten/zorgprogramma’s:  ‐ erkenningsnormen G diensten: “per eenheid (24 bedden) zal er één hoofdverpleegkundige  aangesteld worden, houder van de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige  gespecialiseerd in de geriatrie”  ‐ erkenningsnormen zorgprogramma voor de geriatrische patiënt: “de hoofdverpleegkundige  van het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt is eveneens hoofdverpleegkundige van  één van de in artikel 6 bedoelde onderdelen van het zorgprogramma (=Gdienst, geriatrisch  consult, dagziekenhuis,interne‐ en externe liaison). Hij moet drager zijn van de bijzondere  beroepstitel gespecialiseerde verpleegkundige in de geriatrie.”   ‐ Art. 37 van het KB mbt het zorgprogramma geriatrie stelt dat “de verpleegkundigen die op de  datum van inwerkingtreding van dit besluit (=7.9.2007) reeds de functie van  hoofdverpleegkundige uitoefenden, mogen hun functie blijven uitoefenen in een dienst voor  geriatrie (kenletter G).”    1.6  Het is een uitdaging voor het ziekenhuis om nà de overgangsmaatregel aan de  erkenningsnormen te beantwoorden ! Hoe moeten we dit aanpakken ?    A: een ziekenhuisdirectie moet voldoen aan de erkenningsnormen en zal de nodige inspanningen  moeten doen om te kunnen beschikken over voldoende personeel met de vereiste kwalificatie.  Zij  kunnen rekening houden met de overgangsmaatregelen. Overgangsmaatregelen hebben per  definitie diverse doelstellingen o.m.:  ‐ het respecteren van nuttige ervaring van personeelsleden in hun functie  ‐ het aanreiken van een tijdskader om personeelsleden die niet kunnen genieten van de  overgangsmaatregelen de kans te bieden de BBT of BBB te behalen, zodat ook zij in  aanmerking komen voor de aanstelling in de functie van gespecialiseerde geriatrische  verpleegkundige    1.7  Kan een verpleegkundige middenkader, die werkt binnen het zorgprogramma geriatrie,  verplicht worden om een opleiding te volgen om de BBT te behalen ? Kan men de BBT verwerven als  men niet effectief 2 jaar heeft gewerkt op geriatrie ?    A: Artikel 10 van het KB van 29.01.2007 houdende vaststelling van de normen voor het  zorgprogramma van de geriatrische patiënt bepaalt dat: “de functie van het hoofdverpleegkundige  van het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt eveneens mag waargenomen worden door een  middenkader zoals bedoeld in punt 2° van rubriek organisatorische normen van het onderdeel  algemene normen‐bijlage KB van 23.10.1964 (= Ter ondersteuning van de organisatorische en  inhoudelijke aspecten van de verpleegkundige zorgverlening, dient in de algemene ziekenhuizen een  middenkader, bestaande uit verpleegkundigen‐diensthoofden, te worden voorzien. Het middenkader  wordt er, per 150 bedden, gevormd door tenminste één gegradueerde verpleegkundige of  vroedvrouw of één bachelor in de verpleegkunde of de vroedkunde die bovendien een bijkomende  opleiding heeft gevolgd van universitair niveau, master in de verpleegkunde en de vroedkunde,  master in het management en beleid van gezondheidszorg of master in de gezondheidsvoorlichting  en –bevordering)    Het MB van 19.04.2007 voorziet dat een bachelor of houder van de titel of graad van gegradueerde  verpleegkundige, die met vrucht de aanvullende opleiding zal volgen, de erkenning kan bekomen om  de bijzondere beroepstitel van verpleegkundige gespecialiseerd in de geriatrie te dragen. Deze  2  Vragen en antwoorden uit informatienamiddag BBT/BBK geriatrie op 16 september 2010 in KaHo Sint‐Lieven, dVo, Gent   

3

opleiding omvat een theoretisch (min 450u)en een praktisch gedeelte (min 450u) zoals omschreven  wordt in het besluit.  Datzelfde MB bepaalt dat bij overgangsmaatregel (dus beperkt in de tijd) deze verpleegkundigen op  basis van minstens 2 jaren voltijds equivalent functie uitoefening in een G‐dienst, een dagziekenhuis  voor geriatrische patiënten of een erkende Sp‐dienst psycho‐geriatrie en mits het met vrucht volgen  van een aanvullende opleiding van min 150u , tegen 30.09.2010 ook de erkenning kunnen bekomen  van de BBT geriatrische zorg.  De datum van 30.09.2010 zal verlengd worden tot 30.09.2012 (zie verder)      1.8  Zijn er beperkingen naar het aantal verpleegkundigen die binnen een bepaalde instelling de  bekwaamheid of titel kunnen behalen ?    A: Het behoort tot de vrijheid van elk individu om de titel of de bekwaamheid te behalen die  zijn/haar interesse draagt. Het is aan het hoofd van het verpleegkundig personeel het aantal en de  verpleegkundigen in het bezit van de BBT/BBB op te nemen in het kader voor de uitoefening van de  functies waarvoor deze titel/bekwaamheden vereist zijn. Hetzelfde geldt voor de personen die  kunnen genieten van de overgangsmaatregelen. Verpleegkundigen die in deze functies aangesteld  worden en een BBT/BBB hebben, komen in aanmerking voor de uitbetaling van de premies zoals  recentelijk vastgelegd door de bevoegde overheid.      2.   Vragen over de overgangsbepalingen: algemeen    2.1  Voor wie zijn de overgangsbepalingen bedoeld?    A:   ‐ wat de BBT betreft zijn de overgangsbepalingen van toepassing op:  o de bachelor in de verpleegkunde,  o de gegradueerde verpleegkundigen  ‐ wat de BBK betreft zijn de overgangsbepalingen van toepassing op:  o de gebrevetteerde, gediplomeerde verpleegkundigen  o de gegradueerde en de bachelors in de verpleegkunde    2.2  Gelden de overgangsbepalingen BBT/BBK ook voor de verpleegkundigen in WZC/RVT ?    A: Recentelijk werd er een officiële mededeling gepubliceerd die als volgt luidt: 

“Aan de hand van dit bericht willen wij u meedelen dat een Ministerieel Besluit betreffende een aanvulling voor de rust- en verzorgingstehuizen en de verlening van de overgangsbepaling voor de bijzondere beroepstitel of bekwaamheid richting het kabinet is van de minister ter ondertekening. Het betreft hier een aanpassing van het jaartal “2010” naar “2012”. Hierdoor wordt de overgangsbepaling verlengd met 2 jaar en bijkomend krijgen verpleegkundigen, werkende in een rust- en verzorgingstehuis die op zijn minst 25 patiënten telt die aan de criteria B of C van de Katz-schaal beantwoorden, ook het recht om hun BBT en BBK te behalen en te behouden.”

3  Vragen en antwoorden uit informatienamiddag BBT/BBK geriatrie op 16 september 2010 in KaHo Sint‐Lieven, dVo, Gent   

4

2.3  Kunnen wij de verlenging van de overgangsmaatregelen communiceren in de ziekenhuizen ?     A: Via een officiële mededeling (zie hierboven) en diverse kanalen zoals beroepsverenigingen,  ziekenhuisverenigingen werd daaromtrent reeds heel wat gepubliceerd zodat deze informatie geen  “top secret” meer is, maar het is toch afwachten tot de officiële teksten zullen gepubliceerd zijn.    2.4  In welke mate is de overheid bereid de overgangsbepalingen nogmaals te verlengen ?    A: Aanvankelijk was er informatie over een verlenging tot 30.09.2011 en nu wordt er reeds door de  FOD Volkgezondheid via een officiële mededeling bericht dat er een ontwerpbesluit in procedure  gezet werd met als einddatum voor de overgangsmaatregel “tot 30.09.2012”.   De publicatie van het besluit zal dit rechtsgeldig maken.      3  Vragen over de duur en plaats van tewerkstelling als verpleegkundige tijdens de  overgangsbepalingen    3.1  Telt een tewerkstelling in RVT mee om vereiste aantal gewerkte uren aan te tonen?    A: Zie 2.2    3.2  Ik werkte 6 jaar als gediplomeerd verpleegkundige op een geriatrische afdeling. Ik volgde  ondertussen de brugopleiding en behaalde in juli 2010 de bachelor verpleegkunde.  Telt de 6 jaar ervaring als gediplomeerde verpleegkundige mee ?    A: In het MB houdende de criteria voor erkenning van een BBT of BBB wordt vermeld in de  overgangsmaatregelen: “de functie van verpleegkundige” hetgeen in brede zin kan geïnterpreteerd  worden.    3.3  Telt  het jaar 2010‐2011 mee om 2jaar ervaring geriatrie te hebben ?    A: Gelet op de officiële mededeling dat de ervaring in de vermelde diensten moet voorgelegd   worden, samen met het bewijs van de met vrucht gevolgde aanvullende opleiding ten laatste op  30.09.2012, zullen de 2 jaren ervaring uitgedrukt in equivalenten zich moeten situeren in de periode  voor 30.09.2012    3.4  Hoe moet ik de voorwaarde interpreteren in de overgangsbepalingen aangaande de min. 2  jaar VTE gewerkt hebben ? Is dit minstens 750 u  per jaar ? Wat doe ik met ½ FTE, verpleegkundigen  met ouderschapsverlof e.a. afwezigheidstelsels… ?    A: De regelgever spreekt over “minstens 2 jaar voltijds equivalent uitoefening” . De kandidaat zal  moeten, aan de hand van attesten afgeleverd door de werkgever(s) bewijzen dat hij/zij de functie  heeft vervuld in de vermelde geriatrische diensten gelijk aan de prestaties van een personeelslid dat  voltijds werkt gedurende 2 werkjaren. ½ FTE aanstelling betekent dat de functie dan minstens 4 jaren  zal moeten uitgeoefend worden. Afwezigheden zoals ouderschapsverlof en andere kunnen  bezwaarlijk beschouwd worden als volwaardige uitoefening van de functie. 

4  Vragen en antwoorden uit informatienamiddag BBT/BBK geriatrie op 16 september 2010 in KaHo Sint‐Lieven, dVo, Gent   

5

  4  Vragen over de opleidingscriteria voor verwerven van BBT    4.1  Komen opleidingen/vormingen in geriatrie vóór 2007 ook in aanmerking om een erkenning  te kunnen bekomen ? Of gelden de specifieke opleidingen vanaf 2007 ?    A: De overgangsbepalingen in het M.B. van 19 april 2007 vermelden geen limietdatum bij de gestelde  vormingscriteria. Bijgevolg komen ook bijkomende opleidingen van voor 2007 in aanmerking, op  voorwaarde dat ze beantwoorden aan de vereisten vermeld in artikel 3, §2 van het betreffende M.B.  4.2  Ik volgde een volwaardige opleiding gezondheidszorg voor bejaarden in 1999‐2001 (Centr.  Vr. Volw. Onderwijs St. Vincentius – Gent). Is dit voldoende voor de 150 effectieve uren  om een  BBTaanvraag te doen ?  Wie kan dit met zekerheid bevestigen ?     A: Met zekerheid kan alleen de Erkenningscommissie uw vraag beantwoorden. Ze zullen dit doen op  basis van het attest/getuigschrift dat u hen voorlegt. Wanneer dit attest/getuigschrift beantwoordt  aan de vormingscriterium uit het M.B. van 19 april 2007, maw gevolgd nà het behalen van uw  bachelor (of gelijkgesteld) in de verpleegkunde, en uit minimum 150 effectieve uren in de drie  domeinen van de ouderenzorg bestaat, dan zal dit vermoedelijk aanvaard worden en heeft u verder  geen bijkomende vorming nodig.  Cfr. de andere criteria dient u bij de aanvraag ook nog een attest van werkgever en een kopie van uw  basisdiploma verpleegkunde toe te voegen. Zie ook 3.3    4.3  Kan men vrijstelling krijgen voor de verworven kennis uit een basisopleiding geriatrische   verpleegkunde?    Neen. De wetgever vraagt aanvullende vorming, aanvullend op een basisopleiding verpleegkunde.  Basisvorming is van een ander niveau dan voortgezette, specialistische vorming, en kan daarom geen   vrijstellingen genereren voor een specialistische vorming.    4.4  Is de BBT voor bachelor verpleegkundigen van om het even welke optie ?    A: Cfr  M.B. van 19 april 2007, artikel 2: “wie erkend wenst te worden om de bijzondere beroepstitel  van verpleegkundige gespecialiseerd in de geriatrie te dragen:   ‐ is houder van het diploma, de graad of de titel van gegradueerde verpleegkundige of van Bachelor  in de verpleegkunde….”    Maw. de BBT is voorbehouden voor bachelor verpleegkundigen of gelijkgestelden, van om het even  welke optie.    4.5  Er zijn verpleegkundigen die de opleiding geriatrisch verpleegkundige volgen. Welke  maatregelen gelden voor hen om een titel te bekomen ? Als je het aanbod ziet van de voortgezette  opleiding is dat praktisch identiek aan wat ze in de basisopleiding hebben gekregen.    A: Thema’s kunnen in verschillende niveaus worden uitgewerkt. Het is dus inderdaad mogelijk dat  een thema uit een basisopleiding, ook terug te vinden is in een specialistische vervolgopleiding. Het  zou echter onlogisch zijn wanneer een thema op dezelfde manier wordt uitgewerkt in verschillende  niveaus. Net daar zit hem het niveauverschil én de kwaliteit van de aangeboden vorming!    4.6  Welke zin heeft de opleiding geriatrisch verpleegkundige als je toch een postgraduaat moet  volgen om een titel of bekwaming te bekomen ?    A: zie 4.5  5  Vragen en antwoorden uit informatienamiddag BBT/BBK geriatrie op 16 september 2010 in KaHo Sint‐Lieven, dVo, Gent   

6

  4.7  Moeten de gevolgde opleidingen een examen inhouden ?    A: Cfr  M.B. van 19 april 2007, artikel 2: “wie erkend wenst te worden om de bijzondere beroepstitel  van verpleegkundige gespecialiseerd in de geriatrie te dragen:   ‐(…)  ‐ heeft met vrucht een aanvullende opleiding of specialisatie in de geriatrie gevolgd…”    M.a.w. met vrucht wil zeggen dat er een toetsing is naar het inzicht in de leerinhouden. Deze toetsing  kan een klassiek schriftelijk of mondeling examen zijn. Men heeft ook andere evaluatiemethodieken.  Het postgraduaat ouderenzorg, uitgewerkt door dVo in KaHo Sint‐Lieven heeft per module een  aangepaste evaluatiemethodiek. Meer informatie hierover vindt u in de folder ‘postgraduaat  ouderenzorg’ op http://dvo.kahosl.be      4.8  Hoe kan je als organisatie weten welke opleidingen/vormingen in aanmerking komen voor  het verwerven van een BBT/BBK?    A: Als organisatie is het belangrijk om het programma van de aangeboden vorming van de  hogescholen na te kijken. Een vorming die beantwoordt aan de vormingsvereisten van het MB,  vermeldt dit in zijn folder.    4.9  Kan de vorming van 150 u (basismodules in KaHo Sint‐Lieven) gebruikt worden binnen de  theoretisch verplichte vorming van 450 u. om een BBT te verwerven ? Binnen welke termijn ?    A: Ja, want de basismodules (150 u) vormen samen het A‐niveau van het postgraduaat ouderenzorg  dat dVo in KaHo Sint‐Lieven aanbiedt. Niveau B van het postgraduaat voorziet 300 u aanvullende  verdieping. Niveau A+B voldoen samen aan de theoretische vormingsvereiste om NA de  overgangsmaatregelen een BBT te verwerven. Aangezien de wetgever geen termijn heeft gesteld  waarbinnen een opleiding moet zijn gevolgd, stellen we als hogeschool ook geen limietdatum.    4.10  Moeten verpleegkundigen met 20 jaar ervaring (in een RVT) ook nog 450 u. praktijk volgen ?    A: Neen, aangezien niet iedereen van een afdeling over een BBT/BBK moet beschikken. Zie hiervoor  ook hoger. En er zijn ook nog de overgangsmaatregelen. De praktijk van 450 u. zal maar noodzakelijk  worden wanneer de overgangsmaatregelen zijn afgelopen, dus na 30 september 2012.    4.11  Kan ik als hoofdverpleegkundige van een rusthuis , met een diploma van gegradueerde in de  gezondheidszorg voor bejaarden’ een BBT aanvragen ? Wat moet ik hiervoor doen ?    A: U dient als hoofdverpleegkundige van een rusthuis eerst na te gaan of u minstens 25 patiënten  heeft die beantwoorden  aan de gestelde norm. Zie ook 2.2   Verder dient u na te gaan of uw ‘diploma van gegradueerde in de gezondheidszorg voor bejaarden’  beantwoordt aan de gestelde vormingscriteria. Als dit diploma een basisdiploma is, dan zal het niet  volstaan en dient u nog een aanvullende opleiding van 150 u te volgen. Indien u kan aantonen dat dit  een aanvullend diploma is, bovenop uw basisdiploma bachelor in de verpleegkunde, dan volstaat dit.  U kan dan een aanvraagdossier indienen bij de Erkenningscommissie en de gevraagde documenten  toevoegen.  Zie ook antwoorden bij de eerder gestelde vragen. 

6  Vragen en antwoorden uit informatienamiddag BBT/BBK geriatrie op 16 september 2010 in KaHo Sint‐Lieven, dVo, Gent   

7

    5  Vragen over de opleidingscriteria  tijdens de overgangsregeling voor verwerven van BBK    5.1  Tijdens de overgangsmaatregelen is een bijkomende opleiding van 50 u  nodig om een BBK  aan te kunnen vragen. Wat is het verschil met de 150 uren opleiding die na de overgangsmaatregelen  wordt gevraagd?    A: In 150 u kan je meer  thema’s behandelen dan in 50 u. De thema’s in module 1 handelen over  ‘ouderen in de samenleving’. De thema’s in module 2 handelen over ouderen met een fysisch  invaliderend geriatrisch profiel, de thema’s in module 3 handelen over ouderen met een psychisch  invaliderend profiel. Meer info over lesthema’s, lesdata, e.a. op http://dvo.kahosl.be    5.2  Welke module van 50 u is nodig om binnen de overgansbepalingen de BBK te kunnen  aanvragen ?    A: We raden geïnteresseerde verpleegkundigen aan om module 1 (50 u.) van het postgraduaat  ouderenzorg te volgen, in het kader van een BBK‐aanvraag. De leerinhoud van Module 1 handelt  over  ‘ ouderen in de samenleving’ en schetst een algemeen beeld en visie op de geriatrische  zorgvrager.  Zie ook 5.1      6  Vragen over het behouden van de BBT    6.1  Kan men als de hoofdverpleegkundige zorgprogramma en als middenkader de titel   behouden op voorwaarde van de 60 uren bijscholing  per 4 jaar ?    A: Alle houd(st)ers van de BBT kunnen de titel behouden op voorwaarde dat “hij/zij het bewijs  kunnen leveren van het volgen van een permanente vorming met betrekking tot de geriatrische zorg  teneinde de verpleegkundige zorg te kunnen verstrekken overeenkomstig de huidige evolutie van de  verpleegkundige wetenschap en aldus zijn kennis en bekwaamheid te onderhouden en te ontwikkelen  in de 3 domeinen vermeld in het MB”  Het spreekt vanzelf dat deze permanente vorming in dit kader verband moet houden met de  geriatrische zorg.    6.2  Worden opleidingen, symposia, gespreksavonden intern in het ziekenhuis georganiseerd, ook  erkend als opleidingsuren voor het behoud van de BBT ?    A: Elke opleiding en alle symposia kunnen worden opgenomen in de portfolio die de betrokken  verpleegkundigen dienen bij te houden, voor zover de inhoud verband houdt met de huidige evolutie  van de geriatrische verpleegkundige zorg.    6.3  Wat zijn de voorwaarden met betrekking tot praktijkervaring om de BBT te behouden?    A: Het MB van 19.04.2007 stelt in artikel 4 dat “hij/zij (reeds in het bezit van de specifieke BBT) het  bewijs kunnen leveren van het volgen van een permanente vorming met betrekking tot de  geriatrische zorg teneinde de verpleegkundige zorg te kunnen verstrekken overeenkomstig de huidige  evolutie van de verpleegkundige wetenschap en aldus zijn kennis en bekwaamheid te onderhouden en  te ontwikkelen in de 3 domeinen vermeld in het MB. Bovendien zal het bewijs moeten geleverd  worden van minimum 1500 uren functie uitoefening in een erkende dienst voor geriatrie en/of in de  zorgdomeinen al dan niet specifiek gericht tot ouderen. Deze documentatie moet door de houd(st)er  7  Vragen en antwoorden uit informatienamiddag BBT/BBK geriatrie op 16 september 2010 in KaHo Sint‐Lieven, dVo, Gent   

8

gedurende 4 jaren bewaard worden en op verzoek van de Erkenningcommissie of de persoon belast  met de controle van het dossier van de betrokkene, voorgelegd worden.”      7  Vragen over de erkenningcommissie    7.1  Als een aanvraag wordt ingediend bij de erkenningcommissie  moet men momenteel vijf  maanden wachten op het antwoord ? Hoe lang kan dit uitlopen?    A: Gelet op het feit dat op dit ogenblik de erkenningcommissie alle aanvragen met betrekking tot alle  BBT/BBB moet verwerken, kan vermoed worden dat in een beginfase er mogelijks vertragingen  zullen ontstaan.    7.2  Vanaf wanneer geldt een erkenning :  vanaf het moment dat ze toegekend wordt door de  erkenningscommissie of geldt de aanvraagdatum als begindatum van de erkenning ?   Wat gebeurt er als men door een laattijdig antwoord van de erkenningscommissie buiten de termijn  van de overgangsbepalingen valt ?     A: Het KB van 21.04.2007 bepaalt in artikel 12 op een zeer gedetailleerde wijze de diverse stappen  die moeten leiden tot het ondertekende attest dat de administratie (=FOD Volksgezondheid) moet  zenden aan de aanvrager met de vermelding op welke datum de erkenning is ingegaan. Bovendien is  er in dat artikel sprake van tijdslimieten waarover de Minister beschikt om het advies van de  Erkenningcommissie te solliciteren en de termijn waarover deze Commissie beschikt om het advies  uit te brengen.    8  Vragen over de premie    8.1  Wat moet de werknemer doen om te kunnen genieten van de premie TSTST als het gaat om  een gebrevetteerde verpleegkundige met attest geriatrische verpleging die werkzaam is in het RVT  sinds 1 augustus 2008 ?    A: Het KB van 22.06.2010 bepaalt dat het initiatief vooral ligt bij de werkgever die:  ‐ jaarlijks in de maand september de premie moet uitbetalen aan verpleegkundigen die in het  kader van de specialisatie geriatrische zorg  ‐ houd(st)er zijn van de BBT of BBB en  ‐ in een ziekenhuis effectief tewerkgesteld zijn in een dienst, in een functie of een  zorgprogramma die deze specialisatie voorziet of  ‐ in een rusthuis voor bejaarden en de rust‐ en verzorgingstehuizen effectief de functie  uitoefenen  ‐ pro rata hun arbeidsduurregeling en het aantal gewerkte maanden van 1 september van het  voorgaande jaar tot 31 augustus van het lopend  jaar.    8.2  Inzake premie voor houder van titel/ bekwaamheid werkzaam in RVT : komt  hoofdverpleegkundige die houder is (ROB/RVT belast met functie) in aanmerking voor een premie?      A: Ja, voor zover voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden van het KB    8.3  Gevaar voor loonspanning hoofdverpleegkunde met BBT  en  verpleegkundig  diensthoofden ? Hebben deze laatsten ook een premie te verwachten ?    A: De verpleegkundige diensthoofden genieten van barema’s die rekening houden met de vereiste  voorwaarden voor toelating tot deze functie.  8  Vragen en antwoorden uit informatienamiddag BBT/BBK geriatrie op 16 september 2010 in KaHo Sint‐Lieven, dVo, Gent   

9

    9  Vragen over het Betaald educatief verlof    9.1  Waarom kan men geen educatief verlof opnemen als men in een OCMW‐instelling werkt ?    A: omdat het recht voor educatief verlof toegekend is aan werknemers uit private instellingen. Zie  ook specifieke informatie op www.belgium.be/.../verlof.../betaald_educatief_verlof/ 

9  Vragen en antwoorden uit informatienamiddag BBT/BBK geriatrie op 16 september 2010 in KaHo Sint‐Lieven, dVo, Gent   

KaHo Sint-Lieven Dienst Voortgezette Opleidingen Studiegebied gezondheidszorg Technologiecampus Gebr. Desmetstraat 1 9000 Gent +32(0)9 265 86 18 [email protected]

Campus Waas Hospitaalstraat 23 B-9100 Sint-Niklaas Tel.: +32 (0)3 776 43 48 Campus Dirk Martens Kwalestraat 154 B-9320 Aalst Tel.: + 32 (0)53 72 71 70

Infosessie postgraduaat ouderenzorg

Interessante links Website van NVKVV http://www.nvkvv.be Ga naar juridisch advies, wetgeving, beroepsuitoefening Website van Belgische beroepsvereniging voor geriatrie en gerontologie http://www.geriatrie.be KB van 29 januari 2007 houdende vaststelling van de normen waaraan het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt moet voldoen om te worden erkend Via Google: zorgprogramma geriatrie BBK van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geriatrie (K.B. van 19.04.2007 – B.S. van 08.06.2007) Criteria BBK http://nvkvv.axoni.be/file?fle=493 BBT van verpleegkundige gespecialiseerd in geriatrie (K.B. van 19.04.2007 – B.S. van 08.06.2007) Criteria BBT http://nvkvv.axoni.be/file?fle=494

21 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de erkenningsprocedure waarbij beoefenaars van de verpleegkunde ertoe gemachtigd worden een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaamheid te beroepen Via: http://www.vvro.be/uploads/files/20090811_2007KBErkenningsprocedureBBT%5B1%5D.pdf

13 MAART 2009 - Woonzorgdecreet Via: http://www.zorg-en-gezondheid.be/

22 JUNI 2010. - Koninklijk besluit betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en onregelmatige prestaties Via: http://staatsbladclip.zita.be/staatsblad/wetten/2010/07/07/wet-2010024224-print.html 1  Interessante links infosessie PG ouderenzorg 16 september 2010