Informatiebrochure Opleiding Verpleegkundig Endoscopist
© St. Antonius Academie, Nieuwegein Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze (hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enig andere manier) zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de St. Antonius Academie te Nieuwegein.
Inhoudsopgave
1. Inleiding
4
2. Uitgangspunten
4
3. Eindtermen van de opleiding: competenties
6
4. Structuur en inhoud van de opleiding 4.1 Competentie- en Themastructuur 4.2 Didactiek en Opleidingsactiviteiten 4.3 Zelfsturing student en supervisie door opleiders 4.4 Eisen praktijkleerplaats 4.5 Opleidingsplanning
8 8 9 11 11 12
5. Toelatingseisen
13
6. Aanvang en duur
13
7. Vrijstellingenbeleid en eerder verworven competenties
13
8. Organisatieafspraken
14
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
1. INLEIDING In deze informatiebrochure wordt u geïnformeerd over de uitgangspunten, inhoud, opzet en structuur van de opleiding Verpleegkundig Endoscopist, zoals deze wordt aangeboden en verzorgd door de St. Antonius Academie. De inhoud van de opleiding is tot stand gekomen in nauw overleg met vertegenwoordigers van de Nederlandse Vereniging van Maag-DarmLeverartsen (NVMDL) en Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland afdeling Maag Darm Lever. De opleiding wordt uitgevoerd voor endoscopieverpleegkundigen. In deze informatiebrochure wordt ingegaan op een aantal organisatorische aspecten zoals toelatingsvoorwaarden, vrijstellingenbeleid, kosten en betalingsvoorwaarden. De brochure wordt gepubliceerd op de website www.antoniusacademie.nl. Mocht u na het lezen van deze brochure nog vragen hebben over de opleiding Verpleegkundig Endoscopist dan kunt u contact opnemen met de St. Antonius Academie. 2. UITGANGSPUNTEN In de opleiding tot verpleegkundig endoscopist staan de volgende uitgangspunten centraal: 1. De beroepspraktijk als begin en eindpunt voor de opleiding. 2. Competentiegericht onderwijs en leren: • verwerving van kennis, vaardigheden en een professionele attitude; • toenemende complexiteit; • authentieke beroepssituaties; • reflectie en feedback; • klinisch redeneren; • individueel en samen; • actief en zelfsturend. 3. Persoonlijke ontwikkeling van de student. Ad 1 De beroepspraktijk als begin en eindpunt voor de opleiding Het leerplan richt zich primair op de beroepspraktijk van de verpleegkundig endoscopist die werkzaam is in een nederlands ziekenhuis. Het onderwijs en het leren vindt voor het grootste gedeelte van de opleiding op een endoscopieafdeling plaats. De student bevindt zich in een omgeving met veel dynamiek en aandacht voor onderwijs en ontwikkeling waarin zij in staat is alle benodigde professionele competenties te verwerven en zich persoonlijk te ontwikkelen. Onderwijs dat niet in de praktijk plaats vindt wordt zo authentiek mogelijk ingericht. Er wordt veel geleerd aan de hand van praktijkcasuïstiek en simulatie. De uitvoering van dit onderwijs wordt zoveel mogelijk door experts uit de beroepspraktijk verzorgd. Ad 2. Competentiegericht onderwijs en leren De structuur, inhoud en uitvoering van de opleiding is geheel gebaseerd op competentiegericht onderwijs en leren. De eindtermen van de opleiding bestaan uit het verwerven van zeven beroepscompetenties voor de verpleegkundig endoscopist. Deze competenties zijn afgeleid van de CanMeds1-rollen. Het betreft de competenties: klinisch handelen, communiceren, samenwerken, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organiseren en professionaliteit. 1 In de jaren negentig in Canada ontwikkeld model dat uitgaat van zeven ‘compententiegebieden’ voor klinische professionals: klinisch handelen, communiceren, samenwerken, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit. St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
4
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
De zeven competenties kunnen worden weergegeven in een diagram waarin de samenhang van de competenties van de beroepsuitoefening in beeld gebracht worden. Rondom de centrale competentie Klinisch Handelen komen alle competenties samen.
Communiceren
Samenwerken Professionaliteit
Klinisch Handelen
Maatschappelijk Organiseren
Kennis en Wetenschap
Fig: Diagram competenties
Competenties zijn te definiëren aan de hand van een aantal criteria, waarvan één van de belangrijkste is dat het elementen bevat van zowel kennis als vaardigheden als attitude. Definitie: ‘Een competentie is een geheel van kennis, inzicht, vaardigheden, attitudes en persoonlijke eigenschappen waarmee adequate resultaten kunnen worden behaald in een beroepscontext’. Ad 3. Persoonlijke ontwikkeling van de student. De student verpleegkundig endoscopist heeft een kortdurende maar intensieve zorgrelatie met de patiënt en een samenwerkingsrelatie met de MDL-arts en andere collega’s. De kwaliteit en intensiteit van deze relaties wordt in belangrijke mate bepaald door het zelfbewustzijn van de student. Dit bewustzijn is ook essentieel voor de persoonlijke groei in de nieuwe functie en rol als verpleegkundig endoscopist. Tijdens de opleiding staat de student regelmatig stil bij haar persoonlijke ontwikkeling. Zo werkt de student aan bewustwording van de eigen kwaliteiten en competenties en de manier waarop zij leert en zichzelf ontwikkelt. Hierbij worden verschillende methodieken en instrumenten als hulpmiddel ingezet.
St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
5
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
3. EINDTERMEN VAN DE OPLEIDING: COMPETENTIES De eindtermen van de opleiding zijn de zeven geoperationaliseerde competenties van de verpleegkundig endoscopist: Competentie Klinisch Handelen
Communiceren
Samenwerken
Beschrijving van de competentie De verpleegkundig endoscopist: • bezit diepgaande en relevante kennis op het gebied van de maag-darm-lever endoscopische verrichtingen en pathofysiologie van het colon en abdomen; • voert in opdracht van de MDL-arts diagnostische coloscopieën en poliectomieën tot 10 mm uit; • sedeert in opdracht van de MDL-arts de patiënt volgens de richtlijn en dient antidota toe; • bewaakt de gesedeerde patiënt en handelt adequaat bij complicaties; • past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal toe conform de standaarden en richtlijnen. Hierbij maakt zij gebruik van een combinatie van verpleegkundige en medische methodieken; • herkent complicaties, handelt daarop adequaat en rapporteert daarover; • levert effectieve, efficiënte en ethisch verantwoorde zorg. De verpleegkundig endoscopist: • bouwt een relatie op met de patiënt gericht op de voorbereiding, uitvoering en nazorg rondom de coloscopie; • communiceert vanuit het perspectief van de patiënt en interpreteert informatie in de juiste context; • informeert de patiënt en zijn naasten over de voorbereiding, uitvoering en nazorg rondom de coloscopie en checkt of de patiënt voldoende is voorgelicht conform de WGBO; • rapporteert de bevindingen schriftelijk conform de medische standaard en met behulp van de templates uit het EPD; • registreert complicaties; • rapporteert mondeling; • consulteert zonodig de supervisor; • informeert de patiënt over de uitslag; • geeft volgens richtlijn akkoord voor ontslag. De verpleegkundig endoscopist: • werkt in een team samen met verpleegkundigen en andere medewerkers van de endoscopiekamer; • overlegt en maakt duidelijke werkafspraken; • participeert in MDL-besprekingen (complicatiebesprekingen en/of refereerbijeenkomsten); • handelt binnen de grenzen van haar eigen deskundigheid; • geeft invulling aan haar veranderde rol binnen het team van de endoscopie; • herkent eigen rolconflicten en lost deze op.
Organiseren
De verpleegkundig endoscopist: • organiseert haar werk efficiënt en effectief; • stelt verbeteringen voor om de organisatie van haar zorg te optimaliseren, waardoor winst wordt behaald (geld, tijd, kwaliteit); • participeert in de besluitvorming rondom gebruik van middelen; • besteedt beschikbare middelen verantwoord; • past relevante informatie- en communicatietechnologie toe.
Kennis en Wetenschap
De verpleegkundig endoscopist: • beschikt over actuele deskundigheid op het gebied van coloscopische diagnostiek en behandeling; • geeft op proactieve wijze invulling aan haar deskundigheidsbevordering en ontwikkeling (congressen).
St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
6
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
Maatschappelijk Handelen
De verpleegkundig endoscopist: • draagt bij aan patiëntveiligheid rondom de voorbereiding, uitvoering en nazorg van de colosopie • bevordert de gezondheid van patiënten en gemeenschap als geheel • handelt volgens relevante wettelijke bepalingen en (landelijke) richtlijnen
Professionaliteit
De verpleegkundig endoscopist: • verleent zorg op integere, oprechte en betrokken wijze. Gaat hierbij uit van de autonomie van de patiënt en zelfbeschikkingsrecht. • vertoont professioneel gedrag • neemt verantwoordelijkheid voor en is aanspreekbaar op haar eigen professioneel handelen. • kent de grenzen van haar eigen competentie en handelt daarbinnen • draagt bij aan de ontwikkeling van het vakgebied
St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
7
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
4. STRUCTUUR EN INHOUD VAN DE OPLEIDING De structuur en inhoud van de opleiding zijn achtereenvolgens uitgewerkt met de volgende onderwerpen: • Competentie- en Themastructuur. • Didactiek en Opleidingsactiviteiten. • Zelfsturing student en supervisie door opleiders. • Eisen praktijkleerplaats. • Opleidingsplanning. 4.1 Competentie- en Themastructuur De leerinhoud van de opleiding tot Verpleegkundig Endoscopist bestaat uit zeven competenties en drie thema’s die de beroepspraktijk van de verpleegkundig endoscopist kenmerken. Kernmerkende Beroepsthema’s 1
Sederen bij coloscopie
2
Diagnostische coloscopie
3
Therapeutische coloscopie: Poliepectomie tot 10 mm
De thema’s twee en drie zijn inhoudelijk wel van elkaar te onderscheiden, maar worden in de beroepspraktijk achtereenvolgens uitgevoerd. Vanuit de diagnostische coloscopie zal deze bij poliepen kleiner dan 10 mm automatisch overgaan in een therapeutische coloscopie. Daar waar op voorhand bekend is dat er sprake is van een therapeutische coloscopie zal deze door de MDL-arts worden uitgevoerd en niet door de verpleegkundig endoscopist. Tijdens de stages en onderwijsmomenten komen beide beroepsthema’s tegelijkertijd aan de orde. De beide thema’s worden dan ook lineair gepland. Ieder beroepsthema is uitgewerkt in kernmerkende beroepsactiviteiten en beroepssituaties. Kenmerkende beroepsactiviteiten zijn de taken en activiteiten die in de beroepspraktijk kenmerkend zijn voor het betreffende thema. Het leren uitvoeren van deze beroepsactiviteiten draagt bij aan een deskundige en professionele uitvoering van coloscopieën en het verwerven van de zeven competenties. Ook is voor ieder thema vastgesteld welke beroepssituaties kenmerkend zijn. Dat betekent: veelvuldig aan de orde zijn tijdens de uitvoering van de beroepsactiviteiten. De beroepssituaties zijn zeer geschikt om als werk/leer-situatie centraal te stellen bij het leren uitvoeren van de bij dat thema behorende beroepsactiviteiten. Ook is aangegeven welke toetsinstrument tijdens welke beroepssituaties ingezet kan worden om de student gericht te laten reflecteren op de uitgevoerde beroepsactiviteiten en om concrete feedback te kunnen ontvangen. Bij iedere beroepsactiviteit is aangegeven welke competenties op dat moment toegepast en geleerd worden. Ten slotte wordt ook aangegeven welke toetsen per thema worden afgenomen. Dit kunnen de volgende toetsen zijn: • KPB: Korte Praktijk Beoordeling. • OSATS: Objective Structured Assessment of Technicall Skills. • KT: Kennistoets. • VTS: Vaardigheidstoets Simulatie. • PE: Praktijkexamen. St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
8
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
Deze en andere binnen de opleiding gebruikte toetsen, worden in hoofdstuk 8 van het opleidingsplan uitgebreider beschreven. Alle bovenstaande informatie over de beroepsinhoud, de leerdoelen en toetsen voor de student is per thema verwerkt op een themakaart. Op de volgende pagina’s zijn de twee uitgewerkte themakaarten opgenomen. De zeven competenties en de drie beroepsthema’s vormen gezamenlijk het onderwijskundig ontwerp voor het onderwijs. De gehele inhoud en een groot deel van de structuur van de opleiding worden hierdoor bepaald. De themakaarten zijn bij uitstek het middel voor de student om haar onderwijs te plannen en deze planning vast te leggen in een Persoonlijk OpleidingsPlan (POP). Daarnaast zijn de thema’s ook het leermiddel bij uitstek voor reflectie, feedback, toetsing en beoordeling (met verslaglegging in het Portfolio). 4.2 Didactiek en Opleidingsactiviteiten In het verpleegkundig onderwijs van de Opleiding tot Verpleegkundig Endoscopist worden vier onderwijsmethoden toegepast: 1. Praktijkleren. 2. Vaardigheidstraining. 3. E-learning. 4. Contactonderwijs. De vier methoden worden vrijwel altijd in combinatie met elkaar of zelfs tegelijkertijd toegepast. Om een optimaal leerrendement te bereiken is het aanbieden van een verscheidenheid aan onderwijsmethodieken noodzakelijk. Vanuit alle vier onderwijsmethoden worden geschikte werkvormen gekozen. Leermethoden die binnen het onderwijs veelvuldig worden toegepast zijn: Feedback, Reflectie en Intervisie. Intervisie wordt als leermethode gericht ingezet bij persoonlijke ontwikkeling en beroepsontwikkeling. Gestructureerde intervisie vindt binnen de Opleiding tot Verpleegkundig Endoscopist plaats in een intervisiegroep. De student doet een beroep op de andere deelnemende studenten om mee te denken over persoons- en beroepsgebonden vraagstukken en knelpunten uit de eigen werk/leer-situatie. Door het uitwisselen van ervaringen wordt de student meer bewust van eigen emoties, normen en waarden en (voor)oordelen. Door de herkenning van ervaringen kunnen studenten elkaar steunen en van elkaar leren en worden communicatieve vaardigheden verder ontwikkeld. Reflectie en bewustwording vindt vooral plaats door het stellen van vragen. Door bewustwording is de student in staat tot het maken van keuzes t.b.v. de persoonlijke ontwikkeling en de beroepsontwikkeling. De vier onderwijsmethoden en drie leermethoden zijn ondergebracht in het Leermodel Beroepsopleidingen van de St. Antonius Academie.
St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
9
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
Fig. Leermodel Beroepsopleidingen St. Antonius Academie
ad 1 Praktijkleren De beroepsopleiding tot Verpleegkundig Endoscopist is sterk praktijkgericht en vindt primair plaats binnen de werksetting van de student. Het leren is grotendeels gerelateerd aan activiteiten tijdens het dagelijkse werk van de verpleegkundig endoscopist. De student leert al deze werkzaamheden eerst begeleid en later zelfstandig, vanuit een toenemende mate van complexiteit vakkundig uit te voeren. De student wordt hierbij opgeleid en gecoacht door een MDL-arts vanuit het meester/gezel-principe Het leren in de praktijk vindt voor een deel met behulp van taak- of projectgerichte leeropdrachten plaats. De student gaat op basis van deze opdrachten én afspraken die gemaakt zijn in voortgangsgesprekken actief op zoek naar leermomenten waarbij de gestelde leerdoelen gerealiseerd kunnen worden. De student en de opleider in de praktijk benutten daarnaast ook vele informele leersituaties die in het dagelijkse werk voorkomen. Het ontvangen van feedback tijdens en/of na deze activiteiten en het reflecteren op het geleerde is essentieel. Het praktijkleren staat binnen het onderwijs centraal en zal in belang toenemen. Op de werkplek bevinden zich namelijk de meest authentieke en krachtige leeromgevingen. Hier gaat het werken en leren hand in hand.
ad 2 Vaardigheidstraining Het trainen van vaardigheden wordt vooral gekenmerkt door het inoefenen van vaardigheden. Dit vindt plaats in de praktijk en tijdens simulaties (veelal in een skillslab). Binnen het vaardigheidsonderwijs worden drie leerfasen doorlopen: oriëntatiefase, oefenfase en beheersingsfase. Bij de uitvoering van vaardigheidsonderwijs worden verschillende stappenplannen gebruikt. Toetsing vindt plaats aan de hand van OSATS.
ad 3. E-learning E-learning is een onderwijsmethode waarbij de leeractiviteiten worden ondersteund en/of uitgevoerd met digitale leermiddelen, zoals: computer, internet en multimedia. De (werk)vormen waarin e-learning plaatsvindt kunnen sterk variëren. E-learning kan geheel zelfstandig, maar ook samen met anderen worden uitgevoerd.
St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
10
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
In het verpleegkundig onderwijs wordt e-learning vrijwel altijd complementair aan de andere onderwijsmethoden toegepast. De combinatie van e-learning met andere onderwijsmethoden wordt b-learning2 genoemd. Verwacht wordt dat over enkele jaren een belangrijk deel van het zorgonderwijs middels elearning zal plaatsvinden. De technische mogelijkheden en toepassingen van e-learning binnen de zorg zijn sterk in ontwikkeling. Naast informatie, instructie, demonstratie en toetsing zal elearning steeds meer toepassingen krijgen met multimedia, serious gaming, simulatie met virtual reality en social media.
ad 4. Contactonderwijs Met contactonderwijs worden de meer traditionele onderwijsvormen bedoeld, zoals colleges, onderwijsleergesprekken en face to face-bijeenkomsten met studiegroepen. Tijdens deze methode staat het samenwerkend leren van kleinere of grotere studiegroepen centraal. Voor deze, op dit moment nog vrij dominant, toegepaste onderwijsmethode zal bij het ontwikkelen van nieuw onderwijs minder frequent gekozen worden. Naast het praktijkonderwijs zal vaker de voorkeur uitgaan naar e-learning en vaardigheidstraining. 4.3 Zelfsturing student en supervisie door opleiders Zelfsturing student De studenten van de opleiding tot Verpleegkundig Endoscopist zijn ervaren verpleegkundigen die eerder ook de vervolgopleiding tot endoscopieverpleegkundige hebben gevolgd. Van hen wordt verwacht dat zij in relatief korte tijd in staat zijn de regie over hun eigen leren te voeren. Supervisie door opleiders Supervisie van de studenten dient plaats te vinden door een opleider en een plaatsvervanger. Dit zijn MDL-artsen die beschikken over minimaal vijf jaar ervaring en deskundigheid met betrekking tot het uitvoeren van coloscopieën. Daarnaast moeten deze MDL-artsen in staat zijn om zijn of haar deskundigheid over te brengen op een ander. Verder dienen de opleiders te beschikken over begeleidingsvaardigheden en moeten zij de training ‘train-de-trainer’ gevolgd hebben. De begeleiding door de opleiders richt zich op één of meer van de volgende aspecten: • Opleidingsplan: De opleiders begeleiden de student bij het expliciteren van de formele opleidingseisen en de persoonlijke leerdoelen (wat en hoe leren en toetsen) en dit vast te leggen in een persoonlijk opleidingsplan. • Rolmodelling: De opleiders zijn voor de student rolmodellen waaraan de student zich als professionele beroepsbeoefenaar kan meten en vormen. • Onderwijs, Coaching en Toetsing: Het onderwijs en de coaching richten zich op het verwerven van de competenties en het leren beheersen van de drie beroepsthema’s. Hierbij gaat het om instructie en oefening, feedback, reflectie, toetsing én ondersteuning bij het leerproces. Tot slot moet de opleider bereid zijn, zeker bij aanvang van de opleiding, input te leveren aan de verdere totstandkoming van het curriculum door deel te nemen aan evaluaties, suggesties te doen voor verbetering en dergelijke.
2 blended-learning St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
11
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
4.4 Eisen praktijkleerplaats De praktijkleerplaats van de student moet aan de volgende eisen voldoen: Erkende opleidingsplaats De praktijkleerplaats is een door de MSRC erkende leerplaats voor MDL-artsen. Indien de praktijkleerplaats niet erkend is moet de student een externe stage van vier weken lopen op een wel erkende praktijkleerplaats. Voor iedere student die een externe stage loopt wordt in het persoonlijk opleidingsplan beschreven welke beroepsthema’s (c.q. delen van thema’s) tijdens de stage centraal staan en welke KPB’s en OSATS worden afgenomen. Aanbevolen wordt om gedurende de opleiding, onafhankelijk van de leermogelijkheden van de praktijk, een oriënterende stage te lopen in een andere zorginstelling. Dit als verrijking voor de student. Aanwezigheid opleider Te allen tijde dient de opleider aanwezig te kunnen zijn voor supervisie gedurende het opleidingstraject van de verpleegkundig endoscopist. Na het behalen van het eindniveau van de opleiding is de verpleegkundig endoscopist zelfstandig inzetbaar, waarbij er een MDL-arts binnen enkele minuten aanwezig kan zijn. Aantal scopieën De verpleegkundig endoscopist moet minimaal 200 scopieën hebben uitgevoerd in de praktijk, waarna het succespercentage voor coecumintubatie >90% moet zijn. Als dit niet haalbaar blijkt, moeten er in ieder geval drie blokken van 10 scopieën met een succespercentage voor coecumintubatie van >90% overlegd kunnen worden. Slechts als aan deze eis is voldaan kan deelgenomen worden aan het eindexamen. Als aan deze eis niet kan worden voldaan kan de opleiding met maximaal een half jaar worden verlengd. Tijdens de eerste tien weken van de opleiding wordt er alleen in een gesimuleerde omgeving geoefend, waarna er eerst onder directe en daarna onder indirecte supervisie in de praktijk wordt geoefend. Dit komt neer op zo’n 7 tot 8 scopieën per week. In de beginfase zullen deze onder directe begeleiding moeten plaatsvinden. Om dit goed te kunnen begeleiden moet er extra tijd voor de scopie worden gereserveerd. Per week moeten er dus twee dagdelen begeleide scopieën worden georganiseerd. Deze aantallen coloscopieën moeten in de praktijk van de endoscopieafdeling behaald kunnen worden. 4.5 Opleidingsplanning De duur van de opleiding is minimaal een jaar en maximaal anderhalf jaar. Een student is tijdens dat jaar minimaal twee dagen per week student verpleegkundig endoscopist. Daarnaast kunnen de werkzaamheden van de endoscopieverpleegkundigen uitgevoerd blijven worden. Gezien de continuïteit van het leren wordt geadviseerd de studenten minimaal 24 uur per week te laten werken, waarbij het mogelijk moet zijn om periodiek maximaal vijf aaneengesloten dagen onderwijs te kunnen volgen. Het aantal lesdagen bedraagt 20 dagen, exclusief stagedagen. Tijdens de opleiding zullen er één maal drie en één maal twee dagen simulatie-onderwijs worden ingepland. Omdat de mogelijkheden voor simulatie beperkt zijn (apparatuur is zeer kostbaar) zal dit onderwijs zich concentreren rondom een beperkt aantal opleidingscentra die dit onderwijs kunnen faciliteren. Studenten moeten bereid zijn om deze dagen te plannen en daarvoor te reizen.
St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
12
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
5.
TOELATINGSEISEN
De student verpleegkundig endoscopist: • is een verpleegkundige en derhalve geregistreerd in het BIG-register; • staat ingeschreven in het Kwaliteitsregister V&V en voldoet derhalve aan de norm die de verpleegkundige beroepsgroep stelt aan deskundigheidsbevordering; • is een gediplomeerd endoscopieverpleegkundige; • heeft minimaal 2 jaar praktijkervaring als endoscopieverpleegkundige en heeft minimaal 2000 arbeidsuren in die periode gewerkt.
6. AANVANG EN DUUR De opleiding Verpleegkundig Endoscopist start twee maal per jaar (voorjaar en najaar). In oktober 2012 zal de opleiding voor de eerste keer starten. De duur van de praktijkleerperiode bedraagt minimaal 12 en maximaal 18 maanden. De leeractiviteiten in de Academie zijn gepland in 20 lesdagen. Dit is inclusief simulatieonderwijs, toetsing en exclusief stage, zelfstudie en praktijkuren. 7. VRIJSTELLINGENBELEID EN EERDER VERWORVEN COMPETENTIES (EVC) Vrijstelling De student kan voor onderdelen van de opleiding vrijstelling aanvragen. Vrijstelling kan verleend worden voor één of meerdere competenties of onderdelen daarvan. Vrijstelling wordt verleend op basis van eerder verworven competenties. De verantwoordelijk leidinggevende van de zorginstelling, de supervisor en de opleider/adviseur van de Academie, besluiten hierover. Bij het bepalen van de vrijstelling spelen de volgende vragen een rol: • Welke kennis en vaardigheden heeft de student paraat met betrekking tot de competentie? • Welke diploma’s, getuigschriften en (deel)certificaten heeft de student reeds in haar bezit? • Welke praktijkervaring heeft de student opgedaan? Procedure aanvragen vrijstellingen De student dient een gemotiveerd schriftelijk verzoek tot vrijstelling in bij de opleider/adviseur van de Academie en stuurt een kopie aan de verantwoordelijk leidinggevende en supervisor van de eigen zorginstelling. In dit verzoek moet weergegeven worden voor welke onderdelen van de opleiding vrijstelling wordt aangevraagd en op grond van welke argumenten dit gebeurt. 1. Het verzoek tot vrijstelling moet uiterlijk één maand voor de start van de opleiding ingediend zijn. 2. De opleider/adviseur van de Academie beoordeelt met de contactpersoon van de zorginstelling het verzoek aan de hand van bovenstaande vraagstelling. 3. De student wordt schriftelijk door de opleider/adviseur van de Academie geïnformeerd over de beoordeling van het verzoek. EVC Voor de groep verpleegkundig endoscopisten die voor oktober 2012 in deze functie werkzaam zijn, geldt dat zij voor 1 januari 2015 het diploma moeten hebben behaald. Afhankelijk van hun portfolio zal besloten worden op welke individuele wijze dit gehaald kan worden. In ieder geval moet er een eindexamen plaatsvinden en moet er aan de exameneisen worden voldaan.
St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
13
Informatiebrochure opleiding Verpleegkundig Endoscopist
8. ORGANISATIE AFSPRAKEN Reserveren van opleidingsplaatsen • Het is mogelijk tot uiterlijk 2½ maand voor de startdatum van de opleiding één of meerdere opleidingsplaatsen te reserveren. • Als de reservering tot één maand voor de start van de opleiding niet is omgezet in een inschrijving, dan vervalt de reservering automatisch. • Een reservering wordt een inschrijving op het moment dat de St. Antonius Academie een volledig ingevuld inschrijfformulier ontvangen heeft. Inschrijving • Inschrijving vindt plaats via de leidinggevende van de zorginstelling waar de student de opleiding gaat volgen. • Inschrijving vindt plaats op volgorde van ontvangst van de inschrijfformulieren. • Inschrijving is definitief als een volledig ingevuld inschrijfformulier (inclusief pasfoto en kopie BIG registratie) is ingeleverd. De inschrijfformulieren zijn te verkrijgen via de website van de Antonius Academie www.antoniusacademie.nl • Het maximum aantal studenten per startmoment bedraagt 15. Indien er nog plaats is op een bepaald startmoment, blijft inschrijving mogelijk tot aan de startdatum. Om de student zo goed mogelijk voor te bereiden op het volgen van de opleiding neemt de contactpersoon van de zorginstelling in het geval van late inschrijving telefonisch contact op met de St. Antonius Academie. De leidinggevende van de zorginstelling mailt de gegevens van de student altijd vóór de startdatum van de opleiding. Annuleringsvoorwaarden Er kunnen zich natuurlijk omstandigheden voordoen waardoor een reeds ingeschreven student toch niet aan de vervolgopleiding kan deelnemen. Hiervoor hanteert de St. Antonius Academie de volgende annuleringsregeling. Tot vier weken voor de aanvang van de opleiding kan er geannuleerd worden. Er worden dan alleen administratiekosten in rekening gebracht, te weten € 50,--. Na deze termijn worden de volledige opleidingskosten in rekening gebracht. Opleidingskosten De kosten van de opleiding Verpleegkundig Endoscopist staan vermeld op de website van de St. Antonius Academie. www.antoniusacademie.nl De opleidingskosten zijn exclusief de volgende zelf aan te schaffen leermiddelen:
St. Antonius Academie Nieuwegein, november 2012
14