Provincie Zeeland
Informatiebrochure Afvalstoffen MEI 2004
Informatie over beleid en regels betreffende afvalstoffen Leeswijzer
1
Beleid en regels over afvalstoffen zijn gewijzigd. Met deze brochure informeren wij de aanbieder van afval hierover. In het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) staat het beleid over afvalstoffen. De afvalregels staan in de Wet milieubeheer en de hierop tot stand gekomen uitvoeringsbesluiten en uitvoeringsregelingen. U hebt een vergunning van de gemeente of voor u gelden algemene maatregelen van bestuur waarop de gemeente toezicht houdt. De hierin gestelde regels over afvalstoffen zijn direct voor u van toepassing. Daarnaast gelden er nog andere eisen, die we in deze brochure deels noemen. Regelmatig wordt in deze brochure de naam van de desbetreffende regelgeving genoemd. De tekst hiervan kunt u vinden via de website: www.overheid.nl. Deze brochure geeft informatie over de volgende onderwerpen: • wat is afval, • welke eisen volgen rechtstreeks uit de Wet milieubeheer, • Europese afvalstoffenlijst, • onderscheid tussen gevaarlijk afval en niet-gevaarlijk afval, • preventie van afval, • gescheiden houden van afval, • eisen aan opslagvoorzieningen, • aan wie mag u de afvalstoffen afgeven en wie mag u hiervoor inschakelen, • welke administratieve regels gelden er? Deze brochure beschrijft niet alles wat voor u belangrijk is over afvalstoffen. We helpen u met deze informatie op weg.
Wat is afval?
2
U weet zelf wel wanneer er bij u afval ontstaat. U kunt er niets meer mee en u wilt er vanaf. In juridische termen: u ontdoet zich ervan, u hebt het voornemen om zich ervan te ontdoen of u moet zich ervan ontdoen. Bijna altijd is het wel duidelijk. Soms niet. Dan kunnen discussies met de overheid ontstaan. De overheid gebruikt een aantal aanwijzigingen om tot een oordeel te komen. Soms is het meningsverschil zo groot dat de vraag uiteindelijk wordt beantwoord door de Raad van State of zelfs het Europese Hof van Justitie. Op de website van het Afval Overleg Orgaan is meer informatie te vinden: www.aoo.nl. Hierop staan de criteria (aanwijzigingen) die overheden hanteren. Standpunten van het ministerie van VROM en diverse provincies over specifieke gevallen kunt u op de website bekijken. Recente uitspraken uit de jurisprudentie over uitleg van het begrip afval zijn hier ook te vinden, het betreft hier met name uitspraken van de Raad van State en het Europese Hof van Justitie. De standpunten en uitspraken gelden alleen voor de desbetreffende situatie. Elke situatie moet worden beoordeeld met de bijbehorende omstandigheden.
Eisen uit de Wet milieubeheer
3
De Wet milieubeheer bevat regels over afvalstoffen. Een aantal zaken zijn direct in de wet geregeld: • verplichting zorg te dragen voor het milieu door een goede omgang met afvalstoffen, • verbod afvalstoffen buiten een inrichting te storten of te verbranden, • verbod gevaarlijke afvalstoffen buiten een inrichting nuttig toe te passen of te verwijderen, • verplichting afvalstoffen aan een bevoegde inzamelaar of vergunninghouder af te geven, • verplichting de ontvanger van de afvalstoffen te informeren over aard, eigenschappen en samenstelling van de afvalstoffen, • verplichting de vervoerder van het afval een begeleidingsbrief te geven, • verplichting de afgifte van afvalstoffen te registreren, • verplichting geregistreerde gegevens tenminste 5 jaar te bewaren. Op de meeste zaken zijn uitzonderingen mogelijk, een aantal hiervan wordt later in de brochure besproken.
4
Europese afvalstoffenlijst (Eural)
Afvalstoffen zijn opgenomen op de Europese afvalstoffenlijst (Eural). Dit is een uniforme lijst binnen de Europese Unie. De lijst bepaalt enerzijds het onderscheid tussen een gevaarlijke afvalstof en een
niet-gevaarlijke afvalstof. Anderzijds geeft het aan het afval een codering die moet worden gebruikt. Voor gebruik in de administratie wordt gedurende een overgangssituatie tot 2005 tijdelijk nog de Nederlandse afvalstofcodelijst gehanteerd. Nadat nieuwe regelgeving van kracht is (het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen), wordt de Europese afvalstoffenlijst ook voor de codering in de administratie gebruikt. De volledige lijst kunt u inzien of downloaden op de website van het ministerie van VROM: www.vrom.nl.
5
Onderscheid tussen gevaarlijk afval en niet-gevaarlijk afval Het onderscheid tussen gevaarlijke afvalstoffen en niet-gevaarlijke afvalstoffen is belangrijk omdat er voor gevaarlijke afvalstoffen strengere eisen gelden. Jarenlang bepaalde het Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen het onderscheid. Sinds 8 mei 2002 bepaalt de Regeling Europese afvalstoffenlijst het onderscheid. In de Europese afvalstoffenlijst zijn afvalstoffen gekarakteriseerd door een 6-cijferige code. Voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk afval of niet-gevaarlijk afval zijn de toevoegingen achter de 6-cijferige code belangrijk: “*” en “c”. • Staat er geen “*” achter de code bij het afval dan is er sprake van een niet-gevaarlijke afvalstof. • Staat er wel een “*” achter de code bij het afval dan is er sprake van een gevaarlijke afvalstof. • Staat er een “c” achter de code bij het afval dan betekent dit feitelijk dat voor dezelfde afvalstof meerdere afvalcodes van toepassing kunnen zijn. De “c” staat voor complementair. Extra informatie over het afval is nodig. Toekenning van de juiste code is afhankelijk van de concentratie van gevaarlijke stoffen in de afvalstof. Hoe weet u nu of u te maken hebt met gevaarlijke stoffen? Kijk hiervoor op de productinformatie. Vaak is het ook te herkennen doordat op de verpakking van het product vierkante oranje veiligheidsetiketten met daarop een symbool met gevaarsaanduiding staat. U kunt ook de leverancier van het product raadplegen. Afval betreft niet altijd restanten van ingekochte producten. Wanneer de afvalstoffen ontstaan als gevolg van de eigen activiteiten moet men de concentratie van gevaarlijke stoffen in het afval zelf nagaan, indien nodig via analyse van het afval. Vaak kan u informatie verkrijgen via een branchevereniging, via de overheid of via een inzamelaar van (gevaarlijke) afvalstoffen voor een indicatie. In de praktijk zal vaak de ontvanger van het afval op basis van de informatie die u geeft de juiste afvalcode bepalen. U bent echter zelf verantwoordelijk voor het toekennen van de juiste codering.
6
Preventie van afval In de Wet milieubeheer en in navolging daarvan ook in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) staat de gewenste voorkeursvolgorde van afvalbeheer opgenomen. Bovenaan de voorkeursvolgorde staat preventie gevolgd door producthergebruik, materiaalhergebruik, energieopwekking, verbranden en tenslotte storten. Afvalpreventie richt zich op het voorkomen dan wel het beperken van het ontstaan van afvalstoffen en emissies (kwantitatieve preventie) of het verminderen van de milieuschadelijkheid van afvalstoffen (kwalitatieve preventie). Preventie draagt bij aan een efficiëntere productie, wat kan resulteren in lagere productiekosten en betere arbeidsomstandigheden. Afvalpreventie maakt onderdeel uit van duurzaam ondernemen, een integrale aanpak waarbij naar het gehele productieproces wordt gekeken. Er zijn al vele projecten uitgevoerd met schoner produceren als doel. Meer dan 800 mogelijkheden en praktijkvoorbeelden staan uitgebreid beschreven op de website www.milieuwinst.nl, zoals voor de betonindustrie, bouwbedrijven, brood- en banketbakkerijen, detailhandel, fijnchemie, garages en autoschadeherstelbedrijven, glastuinbouw, groenten- en fruitverwerking, horeca, sport en recreatie, hout- en meubelindustrie, intensieve veehouderij, melkveehouderij, metalelektro, natuursteenbewerking, open- en vollegrond teelt, textielveredeling en verf-, lak- en drukinktproductie.
7
Verplichtingen en richtlijnen voor het gescheiden houden van afval Het gescheiden houden van afvalstoffen maakt het mogelijk dat deze afvalstoffen worden hergebruikt. Op de website www.bedrijfsafvalscheiding.nl staat veel praktische informatie over het scheiden van afvalstoffen. Voor u gelden de scheidingsregels zoals opgenomen in uw vergunning of in het voor u geldende besluit (algemene maatregel van bestuur). Bij het opstellen van de scheidingsregels houdt de overheid rekening met de in het Landelijk afvalbeheerplan opgenomen verplichtingen en richtlijnen voor afvalscheiding door bedrijven. De verplichtingen gelden altijd. Tabel: Verplichtingen voor afvalscheiding door bedrijven Afvalstoffen die altijd gescheiden dienen te worden gehouden, onafhankelijk van de bedrijfssituatie De verschillende categorieën gevaarlijke afvalstoffen Asbest Papier en karton Wit- en bruingoed
Informatiebrochure Afvalstoffen In de tabel met richtlijnen is voor de meest voorkomende afvalstoffen weergegeven boven welke hoeveelheid per week (zie tweede kolom) het scheiden van dit afval redelijk is. Afvalscheiding kan ook bij lagere hoeveelheden aantrekkelijk zijn als de afvalstroom geconcentreerd vrijkomt en eenvoudig te scheiden en gescheiden af te voeren is. Als de kosten voor afvoer van de betreffende gescheiden afvalstof meer dan 45 euro/ton hoger liggen dan de kosten voor afvoer van het ongescheiden (rest)afval dan is afvalscheiding niet redelijk. U dient zelf aan de gemeente aan te tonen wanneer het voor u niet redelijk is bepaalde afvalstoffen te scheiden. Tabel: Richtlijnen voor afvalscheiding door bedrijven Afvalstoffen met richtlijn voor afvalscheiding Afvalstof
Richtlijn afvalscheiding (maximale herbruikbare hoeveelheid per week in het restafval)
8
Folie
0 kg
EPS (piepschuim)
1 rolcontainer van 240 liter (ca. 3 kg)
Plastic bekertjes
Ca. 500 bekertjes
Overige kunststoffen
25 kg
Autobanden
5 banden
GFT/Swill
200 kg
Groenafval
200 kg
Houten pallets
2 pallets (ca. 40 kg)
Overige houtafval
40 kg
Glazen verpakkingen
1
/2 rolcontainer van 240 liter (ca. 30 kg)
Metalen
40 kg
Steenachtig materiaal/Puin
0 kg; bij incidentele hoeveelheden 1 m3
Textiel
40 kg
Glas- en steenwol
25 kg
Bedrijfsspecifieke afvalstoffen, zoals productuitval (broodafval bij de broodindustrie, visafval bij de visindustrie), bouw- en sloopafval, procesafval van industriële sectoren, incontinentiemateriaal bij ziekenhuizen enz.
Dit zijn vaak relatief homogene en schone afvalstoffen, die in grotere hoeveelheden en geconcentreerd vrijkomen. In die gevallen is afvalscheiding redelijk.
Eisen aan opslagvoorzieningen Eisen aan opslagvoorzieningen zijn beschreven in uw vergunning of staan in algemene maatregelen van bestuur. Informatie over toereikende opslagvoorzieningen voor uw situatie kunt u verkrijgen bij de milieu-ambtenaar van uw gemeente. Voor elk afval zijn opslagsystemen beschikbaar. Deze kunt u huren of kopen bij gespecialiseerde bedrijven. Vaak kunt u deze ook huren bij de inzamelaar van uw afvalstoffen. Voor de opslag van gevaarlijke stoffen worden richtlijnen opgesteld door de Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen (CPR). Voor gevaarlijke afvalstoffen zijn vooral de richtlijnen in de CPR 9 serie over de opslag van vloeibare aardolieproducten en de CPR 15 serie over de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen van belang. Richtlijn CPR 15-1 geldt voor opslag van gevaarlijke stoffen in emballage van 0 - 10 ton. Richtlijn CPR 15-2 geldt voor opslag van gevaarlijke stoffen in emballage vanaf 10 ton. Richtlijn CPR 15-3 geldt voor opslag van bestrijdingsmiddelen vanaf 400 kg. Richtlijn CPR 15-1 geldt vanaf een opslag van 25 kg of liter. Afhankelijk van de omstandigheden kan dit minimum worden verlaagd. In richtlijn CPR 15-1 worden 5 mogelijkheden gegeven om gevaarlijke stoffen op te slaan. In een losse kast mag maximaal 150 liter of kg gevaarlijke stoffen worden opgeslagen. In een bouwkundige kast maximaal 250 liter of kg. In een kluis maximaal 500 liter of kg als het een gebouw met verdiepingen betreft en maximaal 2500 liter of kg als het een gebouw zonder verdiepingen betreft. Voor een uitpandig opslaggebouw of vatenpark geldt geen limiet. In de richtlijn zijn verder per mogelijkheid voorschriften opgenomen.
9
Aan wie mag u afval afgeven? Zoals blijkt uit de Wet milieubeheer hebt u de plicht om afvalstoffen aan een bevoegde inzamelaar of vergunninghouder af te geven. Hierbij bestaan een aantal mogelijkheden: • Inzamelaars die een vergunning hebben voor het innemen van klein gevaarlijk afval of afgewerkte olie. Zie verder in hoofdstuk 10. • Inzamelaars die op een landelijke lijst staan. Zie verder in hoofdstuk 11. • Inrichtingen die een vergunning hebben voor het opslaan en/of bewerken van de afvalstof. Zie verder in hoofdstuk 13 en hoofdstuk 14. De inzamelaars met een vergunning en inrichtingen die gevaarlijk afval in Nederland mogen ontvangen staan op de website van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen: www.lma.nl, waarbij kan worden gezocht op activiteit, afvalstof of bedrijfsnaam.
10
Vergunninghouders inzamelen afvalstoffen
Voor een beperkt aantal gevaarlijke afvalstoffen geldt dat een inzamelaar een vergunning nodig heeft om deze bij u te mogen ophalen. Dit geldt voor de in het Besluit inzamelen afvalstoffen opgenomen stromen klein gevaarlijk afval die in hoeveelheden minder dan 200 kg per afvalstof per afgifte worden aangeboden en dit geldt voor het inzamelen van afgewerkte olie. Elke inzamelaar in Nederland met een inzamelvergunning mag deze gevaarlijke afvalstoffen ophalen. De volledige lijst van vergunninghouders staat op de website van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen: www.lma.nl. Nederland is opgedeeld in gebieden. In elk gebied heeft één vergunninghouder de plicht om dit afval op te halen. U kunt dit afval dus altijd kwijt. Ten noorden van de Westerschelde heeft van Gansewinkel Zuidwest Nederland de plicht om klein gevaarlijk afval op te halen. In Zeeuws-Vlaanderen heeft Delta Milieu de plicht om klein gevaarlijk afval op te halen. In geheel Zeeland heeft Wubben Handelsmij de plicht om afgewerkte olie op te halen. Inzamelaars van klein gevaarlijk afval zijn verplicht hoeveelheden tot 200 kg per afvalstof per afgifte binnen één maand in te zamelen. De plicht geldt niet voor grotere partijen gevaarlijk afval, de inzamelaars mogen deze echter wel ontvangen. Men moet ook afgewerkte olie inzamelen die in vaten tot 200 liter worden aangeboden. Inzamelaars van afgewerkte olie zijn verplicht minimaal één maal per jaar afgewerkte olie in te zamelen ongeacht de hoeveelheid. Partijen groter dan 400 liter moeten binnen 30 dagen worden ingezameld. Naast afgewerkte olie in bulk uit opslagtanks wordt ook afgewerkte olie in opslagvaten ingezameld.
11
Lijst van inzamelaars en lijst van vervoerders, handelaars en bemiddelaars
Een inzamelaar van niet-gevaarlijke afvalstoffen en van gevaarlijke afvalstoffen waarvoor geen inzamelvergunning nodig is moet op de lijst van inzamelaars staan. Deze wettelijke verplichting is uitgewerkt in het Besluit inzamelen afvalstoffen en de Regeling inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van afvalstoffen. De verplichting geldt niet voor het niet-beroepsmatig inzamelen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen. Het besluit en de regeling zijn per 1 mei 2004 in werking getreden. De Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) draagt zorg voor de centraal geregistreerde lijst van inzamelaars. Om op de lijst te komen moet de inzamelaar betrouwbaar, kredietwaardig en vakbekwaam zijn. Voor meer informatie zie de website: www.niwo.nl. De centrale lijst van inzamelaars vervangt de provinciale lijsten van inzamelaars. De inzamelaar moet tijdens het inzamelen een gewaarmerkte kopie van het certificaat aanwezig hebben, waaruit blijkt dat hij op de lijst van inzamelaars staat. Bij inzamelen gaat de verantwoordelijkheid voor de afvalstoffen over van de ontdoener naar de inzamelaar. Een vervoerder daarentegen vervoert de afvalstoffen voor een ander tegen vergoeding. Er is nu ook een lijst van vervoerders, handelaars en bemiddelaars van afvalstoffen. Voorheen was dit niet geregeld. Indien u een ander opdracht geeft afval te vervoeren dan moet de vervoerder op deze lijst staan. De Stichting NIWO verzorgt ook de centrale registratie van deze lijst waarbij voor de vervoerder eveneens de eisen van betrouwbaarheid, kredietwaardigheid en vakbekwaamheid gelden.
12
Vervoersregelgeving
Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg is aan regels gebonden. De Wet vervoer gevaarlijke stoffen stelt eisen aan het vervoeren van stoffen die tijdens het vervoer gevaar kunnen opleveren. Dit geldt ook als u zelf vervoert. De vervoersregelgeving maakt geen onderscheid tussen vervoer van grondstoffen en vervoer van afvalstoffen. De vervoersregelgeving is niet op alle gevaarlijke afvalstoffen van toepassing. De vervoersregelgeving geldt naast het vervoeren ook voor het laden, verladen, opslaan in het vervoermiddel en lossen. Onder bepaalde voorwaarden gelden vrijstellingen. U hoeft zich dan niet aan alle regels te houden. De vrijstellingen zijn afhankelijk van de wijze van vervoer, de te vervoeren stof en de hoeveelheid. Meer informatie over de vervoersregelgeving kunt u verkrijgen bij het Vervoerinformatiecentrum: tel. 070 - 3052444. Ook op de website http://vervoer.ivw.nl/zakelijk/Goederenvervoer/Weg/Gevaarlijke_stoffen/ kunt u nadere informatie vinden. De Regeling vervoer huishoudelijk gevaarlijk afval 2004 maakt het mogelijk dat u kleine hoeveelheden gevaarlijk afval, die vergelijkbaar zijn met klein chemisch afval van huishoudens, aan een chemokar kunt afgeven. Voor u geldt dat u dit moet aanbieden in een kga-box van ten hoogste 60 liter, ingericht om afvalstoffen op gevaarscategorie te scheiden. De naam van de stof moet op de verpakking worden aangegeven. Op basis van deze regeling is het mogelijk dat u als bedrijf een kga-box aanbiedt aan de bedrijfschemokar van een inzamelaar.
Informatiebrochure Afvalstoffen 13
Milieustraten
Een milieustraat is uitsluitend bedoeld voor afval uit huishoudens. Uitzondering geldt voor minder dan 50 kg gevaarlijk afval per afgifte afkomstig van bedrijven, voor zover dat vergelijkbaar is met klein chemisch afval van particulieren. Overig afval van bedrijven wordt geweigerd. Het gevaarlijk afval moet worden aangeboden in handzame, draagbare, vloeistofdichte verpakkingen met een inhoud van maximaal 25 kg of liter. Grotere verpakkingen worden geweigerd. De verpakkingen moeten zijn voorzien van een label of sticker met vermelding van het soort gevaarlijk afval. STORL-verpakkingen met restanten van landbouwbestrijdingsmiddelen afkomstig van een landbouwbedrijf met een volledig ingevuld STORL-formulier kunnen gratis worden aangeboden. Aangeboden verpakkingen van klein gevaarlijk afval met onbekende inhoud worden geweigerd. Geweigerd worden ook drukhouders (m.u.v. brandblussers niet zijnde halonblussers), explosieven, zelfontbrandbare en ontplofbare stoffen. Van bedrijven wordt tegen betaling klein gevaarlijk afval geaccepteerd. Voor klein gevaarlijk afval geldt een e 3,40 per liter/kg excl. BTW (prijspeil april 2004). Voor afgewerkte olie geldt een tarief voor e 0,68 per liter exclusief BTW. Batterijen die vallen onder Stibat-regeling en maximaal twee accu’s kunnen gratis worden ingeleverd. Van de afgifte van klein gevaarlijk afval ontvangt u een factuur, deze geldt als afgiftebewijs. Voor verdere informatie over adressen, openingstijden en telefoonnummers van de milieustraten kunt u terecht op de website van de Zeeuwse Reinigingsdienst: www.zrd.nl.
14
Bedrijven die afval van anderen mogen opslaan en/of verwerken
Bedrijven die afval van anderen op hun terrein ontvangen, opslaan en/of verwerken moeten een vergunning hebben van de provincie of de gemeente. Deze verlenen alleen een vergunning als het bedrijf een positieve bijdrage levert aan het beheren van afvalstoffen. Hiervoor wordt het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) gebruikt. In het LAP staat hoe de verschillende afvalstoffen minimaal moet worden verwerkt. Gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke voorkeursvolgorde (zie hoofdstuk 6: Preventie van afval). Per afvalstof kan dit echter anders uitpakken. Er zijn nu eenmaal afvalstoffen waar geen andere mogelijkheid voor bestaat dan storten. Bij het verlenen van vergunningen maken overheden gebruik van de expertise van InfoMil. Via de website www.infomil.nl kunt u hier ook informatie verkrijgen. Bij de provincie of gemeente die de vergunning behandelt kunt u informatie verkrijgen over de vergunning van het desbetreffende bedrijf.
15
Administratieve verplichtingen
Voor afval gelden administratieve verplichtingen. Hiermee verkrijgt de overheid een beter inzicht in de afvalstromen en kan de juiste verwerking worden gecontroleerd. In uitvoeringsbesluiten en uitvoeringsregelingen staan nadere regels over de administratieve verplichtingen. In 2004 geldt een overgangssituatie. Door de gewijzigde Wet milieubeheer, het nieuwe Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en de nieuwe Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen gelden in 2005 nieuwe regels voor het registreren en melden van afvalstoffen. Er zijn diverse uitzonderingssituaties. Daarom volstaan wij met een overzicht van relevante formulieren (zie hoofdstuk 17) en met de algemene werkwijze voor de afvoer van afval (zie hoofdstuk 18). Laat u adviseren over de administratieve verplichtingen die voor uw situatie van toepassing zijn. Deze zijn verschillend voor de afvoer van gevaarlijk afval en niet-gevaarlijk afval. U kunt voor informatie en advies terecht bij: • de provinciale afvalinformatielijn, telefoon 0118-631990, • uw gemeente, • ontvangers van uw afval.
16
Registratie verplicht
In de Wet milieubeheer is vastgelegd dat registratie van de afgifte van afvalstoffen moet plaatsvinden, waarbij wordt vermeld: • de datum van afgifte, • de naam en het adres van degene aan wie de afvalstoffen worden afgegeven, • de gebruikelijke benaming en de hoeveelheid van die afvalstoffen, • de plaats waar en de wijze waarop de afvalstoffen worden afgegeven, • de voorgenomen wijze van beheer van die afvalstoffen, • indien van toepassing ook de naam en het adres van de vervoerder en de opdrachtgever hiervoor. De geregistreerde gegevens moeten tenminste 5 jaar worden bewaard en ter beschikking worden gehouden van degenen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de wet (in uw geval de gemeente). Momenteel geldt er voor gevaarlijk afval altijd een registratieplicht. Voor niet-gevaarlijk afval geldt in een aantal gevallen een registratieplicht. In het nieuwe uitvoeringsbesluit kunnen uitzonderingen op de registratieplicht worden opgenomen.
17
Formulieren
Voor de administratieve verplichtingen bestaan een aantal formulieren. • Een omschrijvingsformulier, waarop de aanbieder/ontdoener gegevens over de afvalstof moet invullen. Deze gegevens worden eenmalig ingevuld voor dezelfde afvalstof. De ontvanger van het afval moet een omschrijving van aard, eigenschappen en samenstelling van die afvalstof krijgen. • Een begeleidingsbrief, die tijdens het vervoer van het afval aanwezig moet zijn. De ontdoener moet in een aantal gevallen zorgen dat bij het transport een begeleidingsbrief aanwezig is met informatie over ontdoener, vervoerder, geadresseerde en de afvalstoffen. • Een registratieformulier, waarmee bij een controle op het bedrijf de ontdoener kan aantonen dat afval op de juiste wijze is afgegeven. • Een meldformulier, waarmee de ontvangers van afval gegevens over de afgifte van afvalstoffen aan de overheid meldt. Op deze wijze krijgt de overheid ook over u informatie over de afgifte van afvalstoffen. Met het meldformulier zelf heeft u, als aanbieder van afval, dus niets te maken. De begeleidingsbrief en het registratieformulier zijn verschillende doorslagen van hetzelfde formulier. De ontvanger van afval kent een afvalstroomnummer toe. Dit nummer kenmerkt de afvalstroom, waarbij het een verband legt tussen u als aanbieder van het afval, de ontvanger van het afval en het soort afval. Hetzelfde afvalstroomnummer geldt ook voor alle overige transporten van dezelfde afvalstroom. Vaak worden formulieren als service door de inzamelaar of vergunninghouder ingevuld. U bent echter zelf verantwoordelijk voor de correctheid van de gegevens.
18
Werkwijze afvoer algemeen
De algemene werkwijze bij het afvoeren van afval is als volgt: • Neem contact op met inzamelaar of vergunninghouder die het afval mag ontvangen. • Geef een omschrijving van het afval. Soms zal de vergunninghouder nadere informatie vragen zoals een analytisch onderzoek. Bij de eerste keer dat een bepaalde afvalstof wordt afgegeven zal de inzamelaar of vergunninghouder indien nodig verzoeken een omschrijvingsformulier in te vullen. • Maak afspraken met inzamelaar of vergunninghouder over de wijze van aanbieden van het afval, de datum van afvoer en de prijs. • Vul zo nodig vooraf de begeleidingsbrief in, onderteken het, laat het door de vervoerder ondertekenen en geef het mee aan de vervoerder. U houdt een formulier voor u zelf, zodat u kan aantonen dat de afvalstof is afgevoerd. Indien afval wordt afgegeven aan een route-inzamelaar hoeft u geen begeleidingsbrief in te vullen. Van route-inzameling is sprake als een inzamelaar bij verschillende bedrijven gelijksoortige afvalstoffen inzamelt die tijdens het transport bijeen worden gevoegd. • Nadat de afvalstoffen zijn ontvangen door inzamelaar/vergunninghouder ontvangt u later een factuur. In een aantal gevallen verkrijgt u (vaak samen met de factuur) een bewijs van afgifte. Dit formulier is het feitelijke registratieformulier waarop alle handtekeningen horen te staan.
Colofon Ondanks al onze aandacht om dit onderwerp zorgvuldig te behandelen geldt dat op we op generlei wijze aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de gevolgen van het gebruik van de inhoud van deze brochure. U moet voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Aan deze uitgave kunnen daarom geen rechten worden ontleend. Uitgave van de provincie Zeeland en uw gemeente. Mei 2004 Grafische realisatie: LnO drukkerij/uitgeverij, Zierikzee