����������������
��������������������� ���������� ��������������� �������������� ������������ ���������
������������������ ���������������������� ������������������� ����������������������� ������������
���������� ������������ ��������
����������������� ���������������� ��������������� ��������
SGJ Toegang SGJ Toegang is het loket, de voordeur naar christelijke jeugdzorg. SGJ Toegang is daarnaast uitvoerder van kortdurende ambulante vrijwillige hulpverlening en
Informatie
ondersteunt zorgstructuren in het reformatorisch en
De SGJ is in 1993 ontstaan door een fusie van de Christelijke Gereformeerde Vereniging voor Jeugdwelzijn en de Jeugdzorgafdeling van Stichting De Driehoek (Gereformeerd Vrijgemaakt). Sinds 1 januari 1999 participeert ook de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland in het bestuur.
voogdij en gezinsvoogdij vallen onder deze afdeling.
Postadres SGJ Postbus 1564, 3800 BN Amersfoort Bezoekadres Puntenburgerlaan 91, Amersfoort T 033 422 69 00 F 033 422 69 01 E
[email protected] I www.sgj.nl Regiokantoren Groningen, Zwolle en Dordrecht Regiobureaus SGJ Toegang Groningen, Kampen, Zwolle, Amersfoort, Apeldoorn, Woerden, Dordrecht en Goes Bestuur drs. G.J.A. Toonen, voorzitter mr. H. Th. Pos, tweede voorzitter mw. drs. E.J. van Dijk, secretaris drs. K.P. Steendam, penningmeester dr. G. van Hardeveld ds. G. Herwig B. van Putten jaarverslag 2005
gereformeerd onderwijs. Ook de jeugdbeschermingstaken Medewerkers van voorliggende voorzieningen verwijzen cliënten door naar dit loket, maar jeugdigen en ouders kunnen ook rechtstreeks contact opnemen met SGJ Toegang. Bertine Brouwer is casemanager bij SGJ Toegang “Mijn werk bij de SGJ Toegang is erg afwisselend. Voor een deel liggen mijn werkzaamheden vast, maar voor een deel is het ’s morgens maar de vraag welk werk de dag mij brengt. Wanneer een hulpvrager zich bij de SGJ meldt, wordt er door een secretariaatsmedewerker een afspraak gemaakt voor een screening met een medewerker van de SGJ Toegang. Meestal doe ik een aantal screeningen per maand. Aan het eind van het screeningsproces wordt vastgesteld welke vorm van hulp de cliënt nodig heeft. Afhankelijk van de uitkomst hiervan, blijf ik wel of niet verantwoordelijk om zorg te verlenen aan de betreffende cliënt. Wanneer de benodigde hulp niet door de SGJ geboden kan worden, volgt er na het screeningsproces een verwijzing naar een andere instelling. Sommige cliënten hebben voldoende aan vijf hulpverleningsgesprekken. In deze gesprekken probeer ik, samen met de cliënt, zo doelgericht en praktisch mogelijk een oplossing te vinden voor het probleem van de cliënt. Als er geïndiceerde zorg nodig is, bijvoorbeeld begeleiding in de thuissituatie, word ik na het screeningsproces de casemanager van een cliënt. Dat houdt in dat ik verantwoordelijk ben voor het aanvragen van een indicatie voor de benodigde zorg en dat ik help bij de verzilvering van de indicatie. Daarnaast ben ik contactpersoon van twee scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs en van een schoolbegeleidingsdienst. Dit houdt in dat ik het aanspreekpunt ben wanneer er vragen zijn met betrekking tot het vinden van de juiste zorg voor een leerling.
1 Directeur Z.B. Nitrauw MLD Management H. Schreurs, sectormanager SGJ Toegang T.L. Hettema, sectormanager SGJ Zorgaanbod W.L. van Oostende, manager bedrijfsbureau
Eindredactie: Afdeling Communicatie en fondswerving Vormgeving: Douglas Design Fotografie: Afdeling Communicatie en fondswerving Oplage: 1000 exemplaren Juni 2006
Inhoudsopgave Informatie Inleiding Cijfers Personeel Financieel overzicht Kwaliteitszorg Communicatie Klachtenbehandeling
1 2 3 3 4 5 5 5
In het begin van mijn loopbaan als hulpverlener heb ik moeten leren om voldoening te vinden in kleine resultaten. Het is niet reëel om te verwachten dat een ernstige situatie in korte tijd kan worden opgelost. Ik heb moeten leren blij te zijn met kleine vooruitgangen. Of zelfs al tevreden te zijn wanneer een situatie stabiel blijft in plaats van slechter wordt. Ook geniet ik ervan wanneer cliënten enigszins opgelucht naar huis gaan na een gesprek. Dat wil nog niet zeggen dat de problemen dan zijn opgelost, maar ze kunnen wel weer even verder. Ik kan me best voorstellen dat mensen zich soms afvragen wat er leuk aan is om hele dagen bezig te zijn met de problemen van anderen. Maar toch: het is echt geweldig om mensen, die in hun eigen situatie alleen nog maar negatieve dingen zien, te vertellen dat er ook nog positieve punten zijn. Dat er nog verbetering mogelijk is. Natuurlijk is dat niet altijd direct zichtbaar voor de cliënten zelf, maar het kan hen net dat beetje moed geven dat ze nodig hebben om er weer voor te gaan vechten. Ik vind het dan ook fijn om van cliënten te mogen horen hoe zij, juist ook in moeilijke situaties, steun kunnen hebben aan het geloof. Zonder Gods hulp zou er niets van terechtkomen, al zouden alle hulpverleners van de SGJ zich voor één cliënt inzetten. Daarom vind ik mijn werk als hulpverlener juist ook zo mooi: het geeft mij de mogelijkheid om vorm te geven aan de opdracht van God om mijn naaste lief te hebben als mijzelf. Een opdracht die door Gods liefde uitvoerbaar is. Als ik eens terugblader in mijn agenda van 2005, zie ik ontzettend veel namen langskomen. Namen van cliënten met wie ik een gesprek heb gehad. Namen van cliënten die soms nogal moedeloos binnenkwamen, maar die aan het eind van de hulpverlening weer vol goede moed vertrokken. Natuurlijk zijn er ook situaties waarin het anders ging. Situaties waarin de kinderen uit huis geplaatst moesten worden. Of situaties waarin cliënten moesten worden doorgestuurd naar een andere instelling, omdat de SGJ hen niet de juiste hulp kon bieden. Maar als cliënten wel met nieuwe moed vertrekken, dan heb ik een gevoel van trots en tevredenheid. En dat niet alleen om mijn aandeel hierin, maar vaak ook om de manier waarop ik de cliënt heb zien vechten om zijn/ haar probleem te overwinnen. Hier kan ik echt van genieten. “
Inleiding De SGJ heeft het eerste jaar onder de Wet op de jeugdzorg goed doorstaan. Vanzelfsprekend was dat allerminst. Hebben de Bureaus Jeugdzorg ons zorgaanbod (jeugdhulp, verblijf) voldoende in het vizier of verwijzen ze naar de eigen regionale zorgaanbieders? En hoe gaat het met de uitvoering van de ondertoezichtstellingen (gezinsvoogdij) en de voogdij? De mandaatregeling bleek goed te werken. Het aantal nieuwe cliënten voor (gezins)voogdij is niet gedaald. Datzelfde geldt voor de Toegang, waar zich 500 cliënten hebben gemeld. De samenwerking met de Bureaus Jeugdzorg is uitstekend en de bezetting van onze 24-uurszorgcapaciteit is hoger dan in 2004. In het eerste jaar onder de nieuwe wet is ons werk dus gewoon doorgegaan. We hebben onze organisatie aan de wet aangepast. Het primaire proces van de SGJ is opgedeeld in twee sectoren. SGJ Toegang verzorgt Bureau Jeugdzorgtaken: aanmelding, diagnose, casemanagement, kortdurende ambulante hulp, gezinsvoogdij en voogdij. SGJ Zorgaanbod houdt zich bezig met pleegzorg, residentiële zorg (leefgroepen en gezinshuizen) en intensieve ambulante zorg. Samenwerking met het onderwijs In het verslagjaar is de aansluiting met de zorgstructuur van het gereformeerde en reformatorische onderwijs tot stand gebracht. Aan alle vijftien VO-scholengemeenschappen en tien WSNS-verbanden is een SGJ-medewerker (aansluitingsfunctie) toegewezen. De communicatie tussen de scholen (waaronder ook de evangelische scholengemeenschap De Passie), de Bureau Jeugdzorgafdeling van de SGJ én het zorgaanbod van SGJ en Eleos is vastgelegd in een protocol/stroomschema, waardoor de zorgketen vaste vorm heeft gekregen. Een prachtig resultaat. Zorgaanbod De pleegzorg kampte met wachtlijsten, waarvan een deel kon worden weggewerkt door inzet van eigen middelen en een extra bijdrage van VWS. De bezetting van de accommodaties voor 24-uurszorg nam ten opzichte van 2004 verder toe tot 89%. In 2005 is het zorgaanbod uitgebreid met intensieve ambulante gezinsondersteuning. Deze vorm van pedagogische thuiszorg blijkt aan te slaan: er is een enorme vraag op gang gekomen en de eerste resultaten zijn veelbelovend. Eind 2005 is begonnen met het leveren van soortgelijke zorg, gekoppeld aan logeeropvang, aan gezinnen ten behoeve van hun licht verstandelijk gehandicapte (lvg-) kind(eren). Uit eigen onderzoek naar de behoefte aan christelijke zorg voor deze categorie jeugdigen bleek een enorme vraag. Deze activiteiten worden vooralsnog bekostigd uit persoonsgebonden budgetten. Het is de bedoeling dat ze op jaarverslag 2005
Verloop cliënten in zorg loket SGJ Toegang Aanvang Instroom Uitstroom Einde
2005 261 503 369 395
+ 51%
Herman Schreurs, manager SGJ Toegang Het jaar 2005 was voor SGJ Toegang een bijzonder jaar. Op 1 januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg in werking getreden. Dat zal aan velen geruisloos voorbij zijn gegaan. Maar niet voor de SGJ. Want deze wet heeft ingrijpende gevolgen voor de positie van de SGJ als landelijk werkende instelling binnen de jeugdzorg. Door een mandaatconstructie kan de SGJ blijvend ouders en jongeren vanaf het begin helpen die bewust naar christelijke jeugdzorg vragen. Vele gezinsvoogden hebben zich het afgelopen jaar ingezet om in opdracht van de kinderrechter zorg en bescherming te bieden aan kinderen en jongeren die in een bedreigde of onveilige thuissituatie verkeerden. Geen gemakkelijke taak. De gezinsvoogden werden geconfronteerd met ingrijpende problemen waarbij sprake was van tegenstrijdige belangen en conflicten. In het afgelopen jaar is het werk van de gezinsvoogdij meerdere keren in de publiciteit geweest. Dit is een gegeven waarmee ook de SGJ in toenemende mate mee te maken krijgt: het verhoogt de druk op het werk van de gezinsvoogd. Verloop cliënten in zorg Jeugdbescherming Aanvang Instroom Uitstroom Einde
2005 380 101 85 396
+ 4%
2 termijn via de AWBZ worden gefinancierd. Al jaren geleden is deze ‘witte vlek’ geconstateerd. Het is fijn dat er nu daadwerkelijk hulpaanbod ontwikkeld wordt. Plannen om 24-uurszorg voor lvg-jeugdigen te gaan aanbieden zijn in ontwikkeling. Toegang De SGJ ontving in 2005 voor het eerst subsidie voor de Toegang, waarin overigens ook een team van De Vluchtheuvel meewerkt. Het is gebleven bij het bescheiden bedrag van € 200.000, waarmee 20% van de kosten zijn gedekt. Gesprekken over de totale financiering zijn tot dusverre zonder resultaat gebleven. Het departement van VWS verwees daarvoor naar de provincies. Op hun beurt verwezen de provincies ons naar de Bureaus Jeugdzorg of terug naar VWS. De SGJ heeft de staatssecretaris gevraagd aan deze pendel een eind te maken en de kwestie afdoende op te lossen, onder verwijzing naar de motie Rouvoet van 2000. Opzet jaarverslag We hebben het jaarverslag 2005 wat ruimer opgezet. Bijdragen van een aantal van onze hulpverleners geven een beeld van de praktijk van het werk. De gereformeerde identiteit onderscheidt de SGJ van alle andere jeugdzorgorganisaties. De groei van ambulante zorg en pleegzorg is een goed teken, omdat deze hulpvormen van zorg in velerlei opzicht maatwerkoplossingen bieden en in letterlijke zin dicht bij huis plaatsvinden. In allerlei opzicht was anno Domini 2005 opnieuw een gezegend jaar. Bart Nitrauw, directeur
Eefje Brandsen is jeugdbeschermer bij SGJ Toegang “Het eigene aan het jeugdbeschermingswerk is toch wel dat het gaat om gedwongen hulpverlening. Als hulpverlener heb je de medeverantwoordelijkheid om bepaalde zaken rond kinderen en jongeren te regelen, ook als ouders het er niet mee eens zijn. Kortweg gaat het om het uitvoering geven aan een ondertoezichtstelling of voogdij. Dit kan veel inhouden. Ik heb zelf contacten met ouders, kinderen en andere betrokkenen. Maar als het nodig is, zet ik ook andere hulpverleners in, waarbij ik dan meer als casemanager te werk ga. Dit werk heeft ook een juridische kant: wetgeving, het bijwonen van rechtszittingen en je inzet als jeugdbeschermer daar verantwoorden. Of wanneer een uithuisplaatsing van kinderen nodig is, alle zaken rondom een plaatsing regelen. Er komt heel wat schriftelijk werk bij kijken, bijvoorbeeld de jaarlijkse verzoekschriften en rapportages, indicatieaanvragen voor de nodige hulp en het registreren van de contacten die je hebt in het contactjournaal. Het geeft me veel voldoening om met de jongeren zelf te werken. Als je ze daadwerkelijk verder kunt helpen en ziet dat een bepaalde door jou ingezette behandeling/aanpak baat heeft. Maar ook al als een jongere dat vertrouwen in je heeft dat hij/zij ook voor hulp bij je aanklopt. Soms bereik je voor je gevoel bijna niks en willen zowel ouders als jongeren niet me je in zee... Afgelopen jaar heb ik een jongen uit huis geplaatst wat erg goed uitpakte: de jongen bloeide op, kreeg in de opvang de steun die hij nodig had en door de afstand met ouders werd de relatie met ouders ook weer wat positiever... Een positieve spiraal waar ik dan toch mijn steentje aan heb kunnen bijdragen.”
De cijfers Leefgroepen / gezinshuizen
Pleegzorg
Intensieve ambulante zorg
Jeugdbescherming
SGJ Toegang (bureau-jeugdzorgtaken )
SGJ Zorgaanbod SGJ Zorgaanbod biedt intensieve ambulante zorg, pleegzorg en residentiële zorg. Op basis van een persoonsgebonden budget biedt deze sector ook intensieve ambulante gezinsbegeleiding en logeeropvang aan gezinnen met kinderen met een licht verstandelijke beperking én gedragsproblemen. 2005
Verloop cliënten in zorg Per 1 januari Bij Af Per 31 december
261 503 369 395
2004 2005
361 102 90 375
380 101 85 396
2005
0 44 4 40
Bezettingsoverzicht pleegzorg vrijwillig (%) Bezettingsoverzicht pleegzorg justitieel (%) Bezettingsoverzicht gezinshuizen (%) Bezettingsoverzicht leefgroepen 11-15 jaar (%) Bezettingsoverzicht leefgroepen 16+ (%)
jaarverslag 2005
2004 2005
163 144 127 180
180 120 114 186
86 121
84 119
2004 2005
62 30 48 44
44 42 32 54
18 79 88
86 84 91
Willemijn van den Hoek is ambulante hulpverlener bij SGJ Zorgaanbod
Aanmeldingen per leeftijd 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 14 jaar 15 t/m 17 jaar 18 jaar en ouder
35 153 119 186 10
19 39 27 17 -
18 33 18 32 -
Aanmelding naar kerkgenootschap Christelijk Gereformeerd Gereformeerd vrijgemaakt Hervormde Gemeente (PKN en HHK) (Oud) Gereformeerde Gemeente Evangelisch/Pinstergemeente Overig/onbekend
32 87 89 178 30 87
2 15 16 23 29 17
3 9 11 31 21 26
4 10 17 12 1
12 19 14 34 36 26
4 7 4 11 1 7
6 6 13 9 4
“Een ambulante hulpverlener werkt gedurende een langere tijd in een gezinssituatie. Afhankelijk van de indicatie ga je een à twee keer per week bij een gezin op huisbezoek. Door middel van o.a. observaties (soms ook tijdens maaltijden), video-opnamen, gezinsgesprekken, oudergesprekken en spelvormen probeer ik samen met ouders en kinderen/ jongeren negatieve gedragspatronen om te buigen naar gezonde gezinspatronen, waarbinnen kinderen voldoende mogelijkheden krijgen om zich te kunnen ontwikkelen tot verantwoordelijke volwassenen. Ouders voelen zich vaak heel schuldig en ontmoedigd rondom hun opvoedersrol. Ik werk graag met de KOT-methode (Kort Oplossingsgerichte Therapie). Daarbij steek je in op de krachten/positieve punten die er zijn bij een persoon en in een gezin. Van daaruit probeer je dit uit te
3 Aanmelding naar provincie Noord-Brabant Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Noord-Holland (incl. stadsregio) Zuid-Holland (incl. stadsregio’s) Limburg Overijssel Utrecht Zeeland Onbekend/niet
18 11 24 9 109 30 50 106 62 57 27
5
2
6 3 28
5 4 38 1 3 17
4 33 2 1 19 1
8 23
Personeel Man/vrouw verhouding M/V verhouding 2004 M/V verhouding 2005
46 47
119 122
Leeftijdsopbouw Jonger dan 30 jaar 30 t/m 34 jaar 35 t/m 39 jaar 40 t/m 44 jaar 45 t/m 49 jaar 50 t/m 54 jaar 55 jaar en ouder
2004 60 28 21 18 19 12 7
2005 63 23 24 16 23 12 8
Personeelsverloop Aantal werknemers per 1 januari In dienst Uit dienst Aantal werknemers per 31 december
2004 157 24 16 165
2005 165 35 31 169
Ziekteverzuim Verzuimpercentage inclusief vangnet Verzuimpercentage exclusief vangnet
2004 6.9 5.5
2005 5.2 4.0
1 12
3 7 2 3 71 5 1 26
4 3 1 3
11 12 5 8
3 17
7 3 3 2 53 11 12 14 12 6 10 2 6
1
7
1 1 2
8
6 3 5 10
9 5
5 9
bouwen. Ik geloof erg in deze manier van werken, en het geeft me veel voldoening als ouders die zichzelf helemaal waardeloos en hulpeloos voelden, weer gaan zien wat hun sterke kanten zijn als opvoeder. Mensen gaan weer ‘recht op hun voeten staan’ en weer mogelijkheden zien, ook bij hun kinderen, in plaats van alleen maar leeuwen en beren op de weg te zien. En ook als je merkt dat de doelen die gesteld zijn grotendeels behaald zijn aan het eind van een periode, en iedereen er vertrouwen in heeft dat men op deze ingeslagen weg verder kan! Dat is soms bijna een wonder, als je de situatie van een jaar eerder beschouwt. Het geeft me veel voldoening als ik zie hoeveel ouders er voor over hebben, om de opvoedingssituatie voor hun kinderen te verbeteren, want het is bepaald niet niks om een jaar lang iemand zo (soms letterlijk) in je keuken mee te laten kijken! In één gezin ben ik al een aantal maanden samen met de moeder aan het werk, om via een beloningssysteem de kinderen vooral te belonen voor goed gedrag. Zo proberen we het negatieve gedrag van met name de dochter van elf jaar oud om te buigen. Er zijn wel kleine successen geboekt, maar na de zomervakantie lijkt alles weer terug bij af te zijn. Moeder en kinderen lijken de moed wat op te geven. In overleg met moeder besluit ik het over een andere boeg te gaan gooien. We gaan iets leuks doen! Samen met moeder bereid ik een uitje voor naar een kinderboerderij bij hen in de buurt. Ik ga mee om het gezin te observeren, maar ook als steun in de rug voor moeder. Tijdens het uitje zoeken de kinderen steun bij hun moeder als een loslopend rund vlakbij het pad staat. Het meisje van elf vertelt over dingen van school en andere ervaringen terwijl ze anders vaak wat gesloten en afstandelijk overkomt, of de machtsstrijd aangaat. Ze hebben onverwachts een gezellige middag met elkaar en genieten zichtbaar.”
Verloop cliënten in zorg Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding Aanvang Instroom Uitstroom Einde
2005 0 44 4 40
Financieel overzicht Beknopte weergave van de jaarrekening van de SGJ(b)
Balans per 31 december 2005 31 december 2005 (€)
31 december 2004 (€)
Activa Vaste activa Vlottende activa Liquide middelen
6.724.539 899.806 47.910
6.856.399 730.341 43.801
Balanstotaal
7.672.255
7.630.541
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
3.424.318 188.501 2.174.364 1.885.072
3.339.352 182.867 2.239.742 1.868.580
Balanstotaal
7.672.255
7.630.541
Theo Hettema, manager SGJ Zorgaanbod In maart 2005 is SGJ Zorgaanbod gestart met het bieden van intensieve ambulante gezinsbegeleiding. Kenmerk van deze hulpvorm is het bieden van ondersteuning en begeleiding aan jongeren en hun gezinnen in hun eigen maatschappelijke en sociale leefwereld. Vanaf het begin is er veel vraag naar deze vorm van geïndiceerde intensieve gezinsbegeleiding. Een overweldigend aantal aanmeldingen veroorzaakte binnen twee maanden na start een wachtlijst die opliep naar een gemiddelde wachttijd van zes tot negen maanden. Op 1 januari 2005 startte de afdeling pleegzorg met een capaciteit van 182 plaatsen. Vanaf het tweede kwartaal zijn er herhaaldelijk acties ondernomen om de groeiende vraag naar pleegzorg onder de aandacht te brengen van de staatssecretaris, mw. drs. C.I.J.M. Ross-Van Dorp. Op 28 november 2005 kwam de toezegging van het ministerie van VWS, dat de pleegzorgcapaciteit met 24 plaatsen uitgebreid kon worden. De gemiddelde bezetting van de gezinshuizen en leefgroepen kwam net niet op 90% uit, veroorzaakt door een onderbezetting aan het begin van het jaar. De bezetting, van de 55 bedden in de leefgroepen en acht bedden in de gezinshuizen, was in 2005 het hoogst van de afgelopen vijf jaar. De vraag naar residentiële bedden voor jongeren in de leeftijd van 14 à 15 jaar, neemt jaar na jaar toe. De stijgende lijn van bezette plaatsen die sinds enkele jaren te constateren valt, zette zich ook door in 2005.
Pleegzorg Bezetting % Capaciteit
jaarverslag 2005
2005 103 187
4 Exploitatierekening 2005 Werkelijk 2005 (€)
Begroting 2005 (€)
Werkelijk 2004 (€)
Lasten Personeelskosten Kosten accommodaties Apparaatskosten Verzorgingskosten Financieringslasten Overige exploitatiekosten
5.312.481 598.559 575.297 1.333.034 151.065 83.221
4.974.845 571.053 622.249 1.316.556 137.000 158.823
4.980.397 562.663 961.408 1.246.385 170.661 58.151
Totaal lasten
8.053.657
7.780.526
7.979.665
Baten Subsidie V.W.S. Subsidie Justitie Bijdrage GKV Bijdrage CGK Bijdrage NHK Giften en NFK-collecte Overige baten
3.919.006 2.921.611 353.767 315.584 60.680 266.863 301.111
3.822.035 3.052.846 315.584 315.584 60.000 180.980 252.810
3.516.559 2.823.456 324.210 289.285 62.795 265.985 562.748
Totaal baten
8.138.622
7.999.839
7.845.039
84.965
219.313
-134.626
Mutatie kapitaal Mutatie risicoreserves Mutatie bestemmingsfondsen
-218.795 109.281 24.549
-119.430 -279.756 179.873
-107.578 47.925 194.279
Totaal verdeeld resultaat
-84.965
-219.313
134.626
Resultaat
Waarderingsgrondslagen De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de oorspronkelijke aanschafwaarde, verminderd met de gebruikelijke afschrijvingspercentages. De overige activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
Fina Schilthuis is pleegzorgwerker bij SGJ Zorgaanbod “Ik ondersteun pleeggezinnen in het omgaan met pleegkinderen. Pleegkinderen hebben altijd te maken met een breuk met hun eigen gezin en dat geeft vaak de nodige stress, verdriet en boosheid. Een pleegkind kan soms ook onderhuids reageren door druk gedrag of door grenzen op te zoeken. Ik help pleegouders met specifieke vragen over pleegzorg en leg aan pleegouders uit waar bepaald gedrag van hun pleegkind vandaan kan komen. In de begeleidingsgesprekken met pleegouders besteed ik daarom altijd veel tijd aan loyaliteit en hechting van pleegkinderen aan hun eigen ouders. Pleegouders moeten hiermee rekening houden en weten dat afwijkend gedrag te maken kan hebben met iets wat het pleegkind moet verwerken op het gebied van de breuk met zijn of haar eigen gezin. Daarnaast is een heel specifiek begeleidingsonderwerp hoe pleegouders naar de ouders van het pleegkind kijken en reageren. Het unieke aan pleegzorg is dat je met pleegouders samenwerkt die vrijwillig, niet betaald, een behoorlijke klus klaren voor andere mensen, namelijk andermans kind opvoeden. De taak voor een pleegzorgwerker is om deze vrijwillige ‘collega’s’ vanuit een dienstverlenende rol op emotioneel en sociaal gebied en vanuit financieel oogpunt zo goed mogelijk te ondersteunen. Het geeft mij veel voldoening wanneer pleegkinderen een plek krijgen waar ze kunnen opgroeien en kunnen leren omgaan met alles wat er gebeurd is en pleegouders groeien in hun rol van opvoeder. Afgelopen jaar werd in een pleeggezin dat ik begeleid een pleegkind geplaatst dat vanuit hulpverlenerperspectief in een leefgroep thuis hoort. Het is niet mijn verdienste, want er gebeurt zoveel tussen verschillende partijen, maar ik vond het, ook al waren er veel risico’s, toch de beste beslissing om dit kind in dit pleeggezin te plaatsen. Hij woont er nu een jaar en het gaat erg goed met hem. Dat vind ik echt gaaf.”
Kwaliteitszorg
Communicatie
Afronding van in 2004 ingezette ontwikkelingen Evenals in 2004 werden in 2005 de beschikbare middelen voor kwaliteitsontwikkeling overwegend ingezet voor het afronden van de implementatie van nieuwe werkprocessen, gebaseerd op het landelijk ingevoerde referentiewerkmodel bureau jeugdzorg. De opnieuw ontworpen werkprocessen werden in het voorjaar geïnstrueerd in de teams ambulante jeugdhulpverlening en jeugdbescherming. Deze teams voeren de toegangstaken uit die de SGJ onder mandaat van de bureaus jeugdzorg voor haar rekening neemt in het nieuwe stelsel (SGJ Toegang). Parallel aan dit traject verliep de ontwikkeling en implementatie van IJ, dit traject loopt door tot de zomer van 2006. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van een werkend kwaliteitshandboek voor SGJ Toegang.
In 2005 heeft in het communicatiebeleid het accent gelegen op het werven van naamsbekendheid. Nieuw foldermateriaal, afgestemd op de doelgroepen ‘jongeren’, ‘ouders’ en ‘professionals’, werd ontworpen en de nieuwe website werd operationeel. De SGJ was aanwezig op een aantal beurzen en conferenties, waaronder Wegwijsbeurs, JeugdzorgZo en de Landelijke diakenendag van de volgende kerkgenootschappen: NGK, GKV en PKN. Landelijke en regionale media benaderden regelmatig de SGJ. Er werd vooral geschreven over de lange wachtlijsten en capaciteitsproblemen van pleegzorg, de positie van gezinsvoogden n.a.v. de zaak Savannah en de uithuisplaatsing van vier kinderen van een gezin uit Zeist.
De in 2004 in samenwerking met Collegio ontwikkelde rapportagetraining voor gezinsvoogdijwerkers en ambulante jeugdhulpverleners kon in 2005 volgens plan worden uitgevoerd. Centraal in deze training stonden de vaardigheden en attitude van medewerkers op het gebied van hulpverleningsplanning en rapportage. En verder het leren gebruiken van nieuwe planformulieren en andere rapportageformats. De cursus werd voor alle deelnemers in het najaar afgesloten met een follow-upbijeenkomst; daarbij werd geconcludeerd dat de training de beoogde resultaten had opgeleverd.
“Sinds 2002 werk ik in de leefgroep in Zwolle. Jongeren van 16 tot ongeveer 19 jaar bevolken het huis aan het Fonteinkruid in de nieuwe wijk Stadshagen. Vaak krijg ik de vraag wat ik doe tijdens een dienst. Mijn antwoord is dan dat ik eigenlijk een huishouding run voor een groep jongeren. Maar belangrijker nog, dat ik pedagogische begeleiding biedt. Dat begint bij de normale dingen. Je drinkt om een uur of vier wat met elkaar en er wordt door een van de bewoners een maaltijd gekookt. ’s Avonds heeft ieder zo zijn bezigheden. Computeren, huiswerk, sport, vrienden, net als in een gezin. Ieder heeft zijn dagbesteding, school, werk en soms vrijwilligerswerk. Er is 24 uur per dag groepsleiding aanwezig, dus ik draag mijn dienst over aan een collega en vertel hem of haar wat er speelt en hoe het met ieder is gegaan. De individuele begeleiding van elke bewoner en de wekelijkse teamvergadering vragen de nodige tijd. Het dagelijkse leven in de leefgroep en de constante begeleiding van de jongere in zijn individuele leerroute spelen zich tegelijkertijd af.
Cliëntenfeedback en -participatie Met de C-toets werd een nulmeting uitgevoerd. Ouders van de in de beide leefgroepen voor 11-15- jarigen opgenomen jeugdigen vulden de toets in. De resultaten van dit onderzoek werden verwerkt in een rapport dat besproken werd in het managementteam en de teams van beide leefgroepen. Het management besloot de C-toets vanaf 2006 structureel in te zetten als middel om de tevredenheid van cliënten in kaart te brengen. Hiertoe is een jaarrooster gemaakt. In 2006 zal de toets worden afgenomen bij (een deel van) de jeugdbeschermingscliënten en de jeugdigen die in de woongroepen voor gefaseerde zelfstandigheidontwikkeling verblijven.
Al deze gewone structuren hebben als doel het gewone leven voor de jongeren te herstellen. Ieder woont in de leefgroep vanwege een bepaalde problematiek. Die kan heel divers zijn. We werken daaraan met behulp van een hulpverleningsplan. Dit plan wordt om het half jaar geëvalueerd. We worden begeleid door een orthopedagoge die elke veertien dagen in de teamvergadering is en ons begeleidt in de aanpak van de jongeren. Het begeleiden van de bewoners houdt in dat er regelmatig contact is met school, maatschappelijk werk, de plaatser, het gezin van herkomst en anderen. Onverwachte wendingen in het leven van de jongeren kunnen veel extra regelwerk met zich meebrengen.
In het implementatietraject is bijzondere aandacht besteed aan de ontwikkeling van een handelingsprotocol ‘Vermoeden van kindermishandeling’, gebaseerd op de door NIZW ontwikkelde ‘meldcode’. In het eerste kwartaal van 2006 zal de invoering van dit protocol worden afgerond.
Eveneens zullen de resultaten van de genoemde nulmeting in 2006 verder worden uitgewerkt. Daarbij is gekozen voor een aanpak waarbij de respondenten zo jaarverslag 2005
Martin Kalle is pedagogisch medewerker bij SGJ Zorgaanbod
5 nauw mogelijk worden betrokken, bijvoorbeeld in de vorm van een cliëntenpanel. In het najaar besloot het management dat deze (meer alternatieve) vorm van cliëntenparticipatie het beste aansluit bij de visie en missie van de organisatie. Vanaf 2006 wordt begonnen met een ontwikkelingstraject waarin onderzocht wordt hoe vanuit de alternatieve vormen van cliëntenparticipatie kan worden toegewerkt naar de wettelijk voorgeschreven cliëntenraad. Het aanstellen van een cliëntvertrouwenspersoon moest worden uitgesteld wegens het ontbreken van daartoe door de provincie ter beschikking te stellen middelen. De Rond-de-tafel gesprekken in de leefgroepen (16+ jongeren) verlopen naar wens. Het draaiboek voor deze methode van cliëntenparticipatie is in 2005 herschreven voor toepassing in de leefgroepen voor 11-15-jarigen en de implementatie is gestart. Competentiemanagement In het najaar werd begonnen met het projectmatig uitwerken van competentieprofielen voor alle functies in de organisatie. Per functiegroep wordt, in nauwe samenwerking met de medewerkers, een profiel gemaakt waarvan de kern bestaat uit acht kerncompetenties. Deze competenties vormen vanaf eind 2006 een belangrijk instrument voor de leidinggevenden om te sturen op de ontwikkeling van medewerkers. Eind 2005 waren de profielen voor management- en staffuncties gereed. Certificering zorgaanbod Eveneens werd in het najaar begonnen met het voorbereiden van het HKZ-certificeringstraject (Harmonisatie Kwaliteitsbeleid in de Zorg) voor SGJ Zorgaanbod. Beoogd wordt om dit kwaliteitskeurmerk in de tweede helft van 2007 te behalen. Daarnaast zal de SGJ zoveel mogelijk aansluiting zoeken bij het toekomstige certificeringstraject voor bureaus jeugdzorg. Een en ander is mede afhankelijk van de definitieve positionering van SGJ Toegang in het nieuwe stelsel. Overige ontwikkelingen In 2005 werd een bescheiden instrument voor het peilen van medewerkerstevredenheid (mto) ontwikkeld. Vanaf 2006 zal dit instrument worden gebruikt, als aanvulling op de functioneringsgesprekken. Daarnaast doet de organisatie mee in het op initiatief van de MOgroep te ontwikkelen mto-instrument voor zorgaanbieders. Ten slotte besloot het management in 2005 tot het instellen van een ethische commissie. De leden zullen in het voorjaar van 2006 worden geschoold. In de nabije toekomst zullen medewerkers zich tot deze commissie kunnen wenden met door hen ervaren ethische knelpunten in de hulpverleningspraktijk.
Klachtbehandeling De klachten in 2005 De klachtencommissie van de SGJ ontving in 2005 zeven klachten. Voor de afhandeling van twee klachten organiseerde de commissie een hoorzitting. Met instemming van de klagers werd voor de resterende vijf klachten een bemiddelingstraject gestart. Eén bemiddelingspoging leverde niet het gewenste resultaat op; de afhandeling van deze klacht door de klachtencommissie werd gepland in januari 2006. Twee andere bemiddelingstrajecten waren op 31 december 2005 nog niet afgerond. Tenslotte werd één klacht ingetrokken na een gesprek tussen klager en gezinsvoogdijwerker. In de jaarverantwoording 2004 werd gemeld dat een in 2003 door de klachtencommissie behandelde klacht tot een rechtszaak leidde, door de klagers aangespannen tegen de SGJ. Inzet van deze zaak was een door de klagers geëiste schadevergoeding. In 2005 wees de rechter deze eis af. Externe klachtencommissie Conform de op 1 januari 2005 in werking getreden Wet op de jeugdzorg werd in 2005 een nieuwe klachtencommissie geïnstalleerd, bestaande uit drie externe leden: • mr. T.J.Schutte, notaris • mevr. mr. M. Verhage-Van Kooten, docent recht • mr. J.W. Hoekzema, advocaat De commissie wordt ondersteund door twee ambtelijk secretarissen, beide als beleidsmedewerker aan de SGJ verbonden.
Ik haal voldoening uit het contact met de jongeren. Ieder heeft zijn eigenheid, ieder zijn sterke en zwakke kanten. Ik trek een deel van hun leven met ze op. Ik zie ze aan het ontbijt of zie ze ’s middags thuiskomen. Wanneer ze iets vervelends meemaken hebben ze je nodig, wanneer ze blij of verliefd zijn, kletsen ze tegen je aan. Ik vind het bijzonder om zo dichtbij jongeren te mogen zijn. Ik heb geleerd om oog te hebben voor kleine dingen. Processen gaan niet zo snel als de jongeren willen, soms slijten gewoontes even hard als marmer. Kleine momenten van groei, van vrolijkheid, een wijze beslissing of een dag in het juiste ritme betekenen veel. Terugkijkend naar 2005 vind ik het bijzonder dat jongeren in staat waren een gewoon leven te gaan leiden. Na hun tijd in de groep hebben ook dit jaar meerdere jongeren de weg naar zelfstandigheid gevonden. Diverse bewoners gingen afgelopen jaar op kamers wonen. De SGJ biedt hen een aantal maanden nabegeleiding zodat je ze nog kunt volgen. Met vallen en opstaan gaan ze het echte leven in. De een doet het beter dan de ander. Soms houd je je hart vast voor de toekomst en soms laat je ze in vertrouwen gaan. Voor alle jongeren in de groep geldt dat ze het normale leven herstelden. Dat levensritme vasthouden wanneer je op kamers woont, is een hele klus. Het is goed om te zien dat verschillende bewoners die kunst verstaan.”
Bezetting Gezinshuizen en leefgroepen Gezinshuizen % Leefgroepen 11-15 jaar % Leefgroepen 16-18 jaar %
2005 86 84 91
Capaciteit Gezinshuizen en leefgroepen Gezinshuizen Leefgroepen 11-15 jaar Leefgroepen 16-18 jaar
2005 8 20 25
������������������ �������������� ���������������� ��������������