INFORMATIE GROEP 4 2015 - 2016 REKENEN Vanaf het schooljaar 2012-2013 zijn alle groepen op onze school aan de slag met de methode “Wereld in getallen” . De methode kent een zorgvuldige opbouw van de leerlijnen. De leerlijnen zijn opgebouwd volgens een beproefde dakpanconstructie: 1. Oriëntatie 2. Begripsvorming 3. Oefenen 4. Automatiseren Elk onderwerp wordt eerst tijdens de instructie behandeld, net zo vaak als voor oriëntatie en begripsvorming nodig is. Daarna komt het onderwerp terug bij het zelfstandig oefenen en wordt het uiteindelijk door de kinderen ingeoefend en toegepast. Niet ieder kind leert even gemakkelijk en snel. De methode houdt daar rekening mee. Eerst krijgen alle kinderen centrale instructie met behulp van het lesboek. Daarnaast is voor de zwakkere rekenaars in elke les een verlengde instructie uitgewerkt. Desgewenst werken de zwakkere rekenaars in een apart bijwerkboek. Vervolgens oefent ieder kind zelfstandig in de weektaak op zijn of haar niveau. In die weektaak staan oefeningen op drie niveaus: minimum-basis-plusniveau. Dit komt dus overeen met de werkwijze van Veilig Leren Lezen (ster-maanzonkinderen). Kinderen kunnen echter gemakkelijk doorschuiven van het ene naar het volgende niveau. Elke les is op dezelfde manier opgebouwd: de eerste helft van de les is bestemd voor instructie en de tweede helft werken de kinderen zelfstandig. Het aantal boeken is beperkt en overzichtelijk. Wereld in getallen heeft veel aandacht voor het automatiseren, waarbij de kinderen op verschillende manieren oefenen: mondeling, schriftelijk, op de computer en in spelvorm. Met tempotoetsen brengen we het automatiseringsniveau van de kinderen in beeld. Alle opgaven voor zelfstandig werken zijn ondergebracht in een weektaak. Ieder kind zorgt er voor dat de eigen weektaak wordt afgerond door daar dagelijks aan te werken. In de weektaak komt alleen reeds behandelde stof aan de orde. Zo leren de kinderen om zelf problemen op te lossen en hun werk te plannen. Een vast onderdeel van de weektaak zijn de opdrachten op de computer. Vanuit de weektaak wordt ernaar verwezen. Kinderen die op het eind van de week hun weektaak niet af hebben, zal gevraagd worden dit als “huiswerk” thuis af te maken. In elk leerjaar en elk blok wordt nauwkeurig aangegeven wat de kinderen minimaal moeten beheersen willen ze veranwoord de volgende stap in het leerproces kunnen zetten. Door middel van toetsen op niveau wordt de voortgang bewaakt. De methode wil kinderen flexibiliteit in rekenen bijbrengen en ze dus, min of meer, vrijlaten in de manier waarop ze sommen oplossen. Een som als 25+18 kan op
1
verschillende manieren worden opgelost. Voor zwakke rekenaars, die problemen hebben met deze flexibiliteit, wordt één oplossingsmanier aangeboden. In dit geval de strategie van “het eerste getal heelhouden”(25+10+8) De “Wereld in getallen” biedt stof voor 36 lesweken, opgedeeld in 8 blokken van vier of vijf weken. In een schooljaar van 40 weken is er dus een marge van vier weken. Elk blok wordt afgerond met een toets. De toets geeft aan welke onderdelen ieder kind goed beheerst en welke onderdelen het kind nog extra moet oefenen. De week na de toets is speciaal bedoeld voor herhaling en verrijking. Leerstofoverzicht van groep 4: In groep 4 komen onder meer de volgende rekenonderdelen aan de orde: De telrij tm. 100 – tellen met sprongen van 10, 5 en 1 De opbouw van de getallen tm. 100 in tientallen en lossen De schrijfwijze van de getallen tm. 100 Getallen plaatsen tussen tientallen Automatiseren van optellen, aftrekken en splitsen tm. 10 Optellen en aftrekken tussen tm. 20 en later tm. 100 Optellen en aftrekken over het tiental Optellen en aftrekken met tientallen De tafels van 10, 5, 2 en 3 en later 4 en 6. Voorbereiding van het delen. Rekenen met geld: gepast betalen en teruggeven Klokkijken: hele en halve uren analoog en digitaal. Introductie van het kwartier. Maandkalender en jaarkalender. Introductie van standaardmaten meter en centimeter Introductie van de standaardmaat kilogram Introductie van de standaardmaat liter Inhoud (van een doos bv.) kunnen bepalen Verkenning van het begrip oppervlakte Bouwen met blokken – spiegelen – plattegronden – hoogtegetallen Tangrampuzzels .
TAAL - SPELLING Vanaf het schooljaar 2014 – 2015 werken we voor taal en spelling met de methodes “Taal op Maat” en “Spelling op Maat” . Waar we bij de vorige methode nog een apart onderdeel “Woordenschat” kenden, is dit onderdeel bij de nieuwe methode volledig geïntegreerd. De methode sluit erg goed aan op het Voortgezet Onderwijs. In het V.O. is de uitgever van de methode de meest voorkomende. De methode is gebaseerd op het Referentiekader Taal, dat vanaf 2010 verplicht is geworden voor het Nederlands onderwijs. In dit Referentiekader staat precies beschreven wat leerlingen in verschillende fasen van hun schoolcarrière moeten weten en kunnen. Daarnaast biedt de methode ook extra lesdoelen aan die niet in dit Referentiekader staan, maar wel bijdragen aan de niveauverhoging van alle leerlingen.
2
Het niveau van de methode wordt niet alleen bepaald door de taal- en werkboeken, maar door het totale aanbod aan lesmateriaal. Daarom zijn er pluswerkboeken voor de taalsterke leerlingen en schaduwlessen voor taalzwakke leerlingen. Ook zijn er differentiërende toetsen voor verschillende niveaus. Zo behaalt iedere leerling het hoogst haalbare resultaat. Alle leerjaren hebben dezelfde opbouw: per leerjaar 8 thema’s van 4 weken. In totaal dus 32 weken. Door gebruik te maken van de 4 projecten in de taalboeken. Kom je tot een totaal van 36 weken. In de vierde week van het thema is er een toets, gevolgd door extra lessen herhaling en verrijking. Een les duurt ongeveer 45 minuten, waarbij de oneven lessen leerkrachtgestuurd zijn en de even lessen bedoeld zijn voor zelfstandig werken. De oneven lessen staan in een taalboek en de even lessen in een werkboek. In het Referentiekader wordt veel aandacht besteed aan de vaardigheden Luisteren en Schrijven. Daarom zijn er in de methode speciale domeintoetsen opgenomen. Ook voor Woordenschat zijn er domeintoetsen, vanwege het belang van een goede woordenschat voor het begrijpend lezen. De domeintoetsen moeten worden gezien als voorbereiding op de CITO toetsen. Spelling op Maat bestaat per jaar uit 8 blokken van 4 weken. Per week zijn er 4 lesmomenten van 20 minuten. In ieder blok zijn er 3 basisweken en is er 1 week van controle en herhaling. De opbouw van de lessen verloopt volgens het model van de directe instructie. Eerst herhalen leerlingen met een 5 woordendictee eerder behandelde spellingcategorieën. Daarna wordt de nieuwe categorie geïntroduceerd en geïnstrueerd. De leerlingen oefenen samen en in tweetallen, waarbij zwakke spellers extra aandacht krijgen van de leerkracht. Werkwoordspelling komt vanaf groep 5 aan bod. De onveranderlijke woorden zijn verdeeld in categorieën en worden in groep 4 tot en met 8 systematisch aangeboden: a. Luisterwoorden (bv. kip) b. Luisterwoorden met vaste klankgroep (bv. beer – haai) c. Weetwoorden (bv. geit – pauw) d. Regelwoorden (bv. circus) Per categorie hanteert Spelling op Maat een stappenplan om de woorden aan te leren. Aan het begin van iedere vierde week maken de leerlingen een controledictee, zodat de leerkracht kan bepalen welke leerlingen extra moeten herhalen. Voor de herhaling zijn er kopieerbladen beschikbaar. Alle leerlingen maken daarna weer een gezamenlijke start met het nieuwe blok. In het spellingprogramma op de computer oefenen leerlingen zelfstandig met de spellingcategorieën.
3
LEZEN: Bij lezen dient een onderscheid te worden gemaakt in: a. Technisch lezen b. Begrijpend lezen Met ingang van het schooljaar 2011 – 2012 heeft het “vroegere” BAVI lezen plaats gemaakt voor de methode ESTAFETTE. In navolging van de methode Veilig Leren Lezen, werkt deze methode middels de aanpak van ster-maan-zon lezers. Estafette gebruikt hiervoor de benaming van Aanpak 1 – 2 of 3. De goede (zonkinderen) lezen relatief vrij. De maan en ster-lezers krijgen intensievere instructie en meer oefentijd. De maan-lezers (In de methode Estafette “Aanpak 2”) krijgen weer iets meer tijd voor zelfstandig lezen dan de ster-lezers (In de methode Estafette “Aanpak 1” leerlingen genoemd). Laatstgenoemden lezen en oefenen dus altijd onder begeleiding van de leerkracht. Gedurende het schooljaar zijn er 4 periodes aangemerkt waarin we werken met de methode ESTAFETTE. In elke periode, de tijdsduur is steeds 8 weken, komen er 24 lessen aan de orde. Per week zijn dit steeds 3 lessen + 1 toepassingsles. De “leesperiodes” voor dit schooljaar zijn: a. Week 1 tm. 9 (INCLUSIEF KINDERBOEKENWEEK) b. Week 10 tm. 18 c. Week 23 tm. 31 d. Week 33 tm. 41 De niet genoemde weken zijn toepassingsweken. Deze weken zijn bedoeld om het geleerde toe te passen, maar ook om de kinderen vooral plezier in het lezen te laten hebben. Boekpromotie en voorlezen (ook voor elkaar) zijn hierin erg belangrijk. Dit schooljaar zijn er ook een aantal zelfstandig lezen momenten ingeroosterd. In deze momenten van zo’n 15 minuten lezen de kinderen zelfstandig in een eigen boek. De zwakkere lezers lezen samen met de leerkracht in de boekjes van Vloeiend & Vlot. Op het eind van het vorige schooljaar is de leesvaardigheid van de kinderen vastgesteld (door leerkrachten groep 3 + r.t-ers). Bij het begin van het nieuwe schooljaar is dus bekend wie volgens welke aanpak moet gaan werken. Tussentijdse leestoetsen, zowel van de methode als van CITO, in januari/februari bepalen de vorderingen van de kinderen en de te kiezen aanpak voor de periode E4 (Dit is de tweede helft van het schooljaar) Net als in groep 3 maken we gebruik van de Leerkracht-assistent. Net als in groep 3 kan de leerkracht van groep 4 gebruik maken van leesmateriaal voor het digitale schoolbord.
4
Begrijpend lezen: Voor het Begrijpend Lezen maken we geen gebruik meer van een specifieke methode. Het begrijpend lezen komt uiteraard ook aan de orde in de methode Estafette en om de kinderen specifiek voor te bereiden op de CITO Toetsing, maken we gebruik van het CITO HULPBOEK. In 24 lessen maken de kinderen kennis met de wijze waarop CITO het begrijpend lezen toetst. Te denken valt bijvoorbeeld aan: zoek de beginzin van een verhaal, welk woord past het best in de tekst e.d. In de weken dat het CITO HULPBOEK niet op de agenda staat, werken we met NIEUWSBEGRIP. Hierin wordt een actueel onderwerp met de kinderen behandeld, middels een aantal vragen en opdrachten.
WERELDORIÉNTATIE: Dit bestaat uit de onderdelen: a. Aardrijkskunde: Geobas b. Geschiedenis: Eigentijds c. Biologie : Natuurlijk In 1 week behandelen we één vakgebied, dus de ene hele week geschiedenis en de andere week aardrijkskunde en dan weer biologie. Een thema bestaat meestal uit twee lessen per week. Vanwege de afwijkende werkwijze van de geschiedenismethode, kan het zijn dat we weleens 2 weken met geschiedenis bezig zijn. Over de werkwijze zegt Eigentijdszelf, het volgende: Een revolutionaire methode geschiedenis Eigentijds is de eerste digitale lesmethode geschiedenis voor het basisonderwijs waarin het bereiken van de leerling het uitgangspunt is. In de methode zijn de laatste inzichten uit hersenonderzoek verwerkt over hoe kinderen leren en zich optimaal ontwikkelen. Werkt vanuit principe ‘voelen is onthouden’
Eigentijds zet leerlingen aan om na te denken en zelf te ervaren en ontdekken.
Eigentijds brengt geschiedenis dichtbij met spannende verhalen die je als leerkracht zelf voorleest of vertelt, en met platen op het digibord waarin je steeds nieuwe dingen ontdekt.
Eigentijds zuigt leerlingen de geschiedenis in door de spannende verhalen en sprekende illustraties. Verschillende tijden worden bijna letterlijk ingeprent op het netvlies van de leerlingen. Ook de bijbehorende muziek, stemmen en geluiden helpen leerlingen om zich te verplaatsen in een andere tijd. Alsof Floris de Vijfde gisteren nog in zijn Muiderslot gevangen zat.
Kinderen begrijpen de leerstof sneller en onthouden het beter omdat ze met Eigentijds zelf zien, voelen en samen beleven.
5
d. Techniek; vanaf dit schooljaar 8 keer op een woensdagochtend in de aula. De tijd is voor groep 4b van 11.15 – 12.00 uur. De dagen waarop de technieklessen zijn, worden in de klas opgehangen. Mocht u graag komen helpen, om bv. een groepje te begeleiden, dan kunt u zich aanmelden op deze lijst. e. Verkeer: Klaar…over! De methode gaat uit van kinderen die aan het verkeer deelnemen als voetganger, fietser en passagier op bromfiets, in de auto en in het openbaar vervoer. Kleuters komen op een andere manier in aanraking met verkeer dan kinderen van groep 8. Leerlingen van groep 4 nemen steeds meer als fietser deel aan het verkeer. Daarom worden de veiligheidsaspecten van het fietsen grondig behandeld. Bij sommige lessen zijn foto’s toegevoegd uit hun eigen omgeving, dit om de herkenbaarheid te vergroten. Een les begint met een stukje introductie van het thema, gevolgd door instructie (begrippen, verkeersregels, afspraken e.d.). Hierna volgt verwerking in het werkboek. Een kopieerblad, dat kinderen mee naar huis mogen nemen, bevat ook informatie voor de ouders. Hierdoor bent u precies op de hoogte van hetgeen op school is behandeld. Er zijn 17 lessen per schooljaar en 3 toetsen per jaar.
OVERIGE VAKGEBIEDEN Voor schrijven maken we al vanaf het schooljaar 2010 - 2011 gebruik van de methode “Zwart op Wit”. De methode streeft er naar dat kinderen langdurig een tekst kan schrijven in een goed leesbaar handschrift, zonder pijn- of vermoeidheidsverschijnselen. Dit laatste aspect houdt in dat de methode veel aandacht heeft voor de zithouding van de leerling, alsmede de juiste pengreep en papierligging. Op de klassikale poster zijn deze aspecten zichtbaar gemaakt voor de kinderen. Deze pictogrammen vinden de kinderen ook steeds terug in hun schrijfschrift. De kinderen leren in groep 4 de hoofdletters, de kleine letter q en nog enkele bijzondere tekens (€ en @ ) schrijven. Er zijn 3 schrijflessen per week en na de herfstvakantie gaan de kinderen met vulpen schrijven. Een keer per week is er handenarbeid en tekenen. Hiervoor maken we o.a. gebruik van de methode “Uit de kunst” en ideetjes uit bijv. Kinderhanden. Buiten deze methode om zijn er extra opdrachten voor Sinterklaas, Kerstmis, moeder- en vaderdag en we hebben de kerstcreadag, voorafgaande aan het gebaar naar buiten. De les kan ook vaak een combinatie zijn van tekenen en handenarbeid. Dit schept voor de leerkrachten wat meer ruimte op het rooster. Er is een half uur muziek per week van een vakleerkracht: Dianne Proost. In dit schooljaar is dat op maandag van 14.45 – 15.15 uur
6
Gymnastiek: De kinderen hebben twee keer per week gymles. Meestal is er de ene keer een spelles en wordt het andere moment gevuld met toestellen. De “toestelles” kent een werkwijze van 3 vakken. In vak 1 wordt vaak iets nieuws aangeleerd, onder toezicht van de leerkracht. In vak 2 kunnen de kinderen zelfstandig een reeds bekende techniek herhalen of verder inoefenen. In het derde vak spelen de kinderen zelfstandig een simpel spelletje. Na ongeveer 10-12 minuten wisselen de kinderen van vak. In de les maken ze kennis met alle vakken en zijn ze dus gedurende de les vrij intensief bezig. Voor de katecheselessen gebruiken we de methode Trefwoord. In iedere groep hangt een kalender. Daarna volgt een verhaaltje, versje, spelletje, gesprekje of liedje. In groep 4 kunnen de kinderen ook hun Eerste Communie doen. Dit wordt verder geregeld door de parochie. Voor de sociaal – emotionele ontwikkeling van de kinderen is de methode Leefstijl bedoeld. Per schooljaar worden er 6 thema’s aangeboden. De hele school werkt steeds tegelijkertijd aan dezelfde thema’s. Bij de thema’s horen o.a. verhalen, een werkboekje, veel opdrachten en ook thuisopdrachten. Ouders kunnen dus de boekjes ook geregeld thuis inzien. Er staan ook goede tips voor ouders in. Het doel van de methode is o.a. de kinderen socialer te maken, door o.a. elkaar complimentjes te geven, maar ook weten wat je eigen sterke kanten zijn, hoort erbij! We laten zien dat iedereen er mag zijn, zoals hij/zij is! Verder werken we veel met Energizers. Dit zijn kleine ‘spelletjes’.
CITO – TOETSEN: In de loop van het jaar wordt er regelmatig een CITO-toets afgenomen bij de kinderen. Dit is om, geheel methode onafhankelijk, de vorderingen/ontwikkeling van een kind gedurende zijn hele schoolperiode tot en met groep 8 te kunnen volgen, middels de bekende grafiekenlijnen op de computer. Cito scoort in A , B, C, D en E. Bij A hoor je tot de betere van Nederland, bij C tot de gemiddelde en bij E tot de zwakkere.
Voor de kinderen van groep 4 betekent dit dat zij de volgende toetsen krijgen: a. b. c. d. e.
in januari en juni volgt een rekentoets in januari en juni de spellingtoets in januari en juni de woordenschattoets in januari en juni voor begrijpend lezen in januari en juni de leestempotoets
7
Zorgbreedte: Op de Borghoek werken we met adaptief onderwijs. Een van de zaken die daarbij hoort is dat we werken met gespreide instructie. Hierbij wordt eerst een korte instructie gegeven. Kinderen die de bedoeling begrepen hebben mogen beginnen, er volgt wat uitgebreidere uitleg voor de rest. Dan gaan ook zij aan de slag. Vervolgens wordt er aan de instructietafel verder gewerkt met kinderen die extra aandacht/instructie nodig hebben. De kinderen worden regelmatig getoetst, zowel met methodegebonden als onafhankelijke toetsen (bijv. CITO). Zijn er problemen dan worden de kinderen doorgesproken met de zorgleerkrachten (juf Liesbeth, juf Jacqueline of juf Hilde). Ze beoordelen het probleem en doen evt. nader onderzoek. Vervolgens wordt er, indien nodig, een handelingsplan(groot of klein) opgesteld. Hierin wordt beschreven wat de problemen zijn en wat we daaraan gaan doen. Dit plan wordt in de klas of individueel tijdens RT (Remedial Teaching) uitgevoerd en bijgesteld. Voor kinderen die met hetzelfde probleem kampen, werken we ook steeds meer met groepsplannen. We willen op deze manier van werken onze leerlingenresultaten verbeteren. Wij noemen dat op de Borghoek: Opbrengstgericht werken. Als een kind RT krijgt worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht. Aan de ouders van de kinderen die met een (individueel) handelingsplan werken, zal gevraagd worden om dit te ondertekenen. Ook de evaluatie van het plan dient ondertekend te worden. In de evaluatie wordt gekeken of het doel gehaald is en wat het vervolg moet zijn. Op de Borghoek vinden ook consultatiebesprekingen plaats. Hierbij krijgt het zorgteam advies van een extern adviseur (Edux). Soms moet er gekozen worden voor een extern onderzoek om de problemen van het kind beter in kaart te brengen. Een enkele keer komt het voor dat ouders, school en Edux in onderling overleg moeten besluiten dat plaatsing van het kind in het SBO beter is voor de ontwikkeling van het kind. We hebben een orthotheek met materialen, kopieerbladen, toetsen, etc. om kinderen extra te kunnen begeleiden. We proberen deze zo actueel mogelijk te houden. We hebben bijv. voor rekenen de methode ‘Maatwerk’ en voor de sociaalemotionele ontwikkeling de ‘Gedragsorthotheek’ aangeschaft.
8
BIJZONDERHEDEN: In dit schooljaar zal een beslissing genomen worden over een mogelijke middaginloop voor alle groepen. U zult hierover tijdig geïnformeerd worden via de Nieuwsbrief. Door de veranderingen binnen de Nederlandse Spoorwegen is het geen haalbare kaart meer om door te gaan met onze “uitstapjes” per trein. Er zal wel een groepsavond komen, maar die zal niet meer voorafgegaan worden door een treinreisje. We hopen gedurende dit schooljaar te komen tot een acceptabel alternatief voor het verdwijnen van dit uitje. Voor differentiatieopdrachten heeft groep 4 de beschikking over een kieskast. Hierin kunnen de kinderen extra opdrachten en spelletjes vinden om te doen, als ze met hun werk klaar zijn. Voor extra begaafde leerlingen is er ook speciaal materiaal aanwezig. Alle leerlingen hebben in hun laatje ook de beschikking over een werkboekje met extra opdrachten. Hierin kunnen de leerlingen werken als hun werk af is. De school heeft dit jaar de beschikking over een aantal tablets. Deze zullen regelmatig worden ingezet tijdens de lessen. Hierbij moet u denken aan: rekenopdrachten inoefenen, speurwerk verrichten binnen de methode Eigentijds, dicteewoorden oefenen en taaloefeningen uitvoeren.
Een aantal momenten per jaar hebben wij activiteiten omtrent Cumenu. Gedurende het schooljaar maken de kinderen op een andere manier kennis met muziek en/of met het theater. Tv kijken: 1 x in de week kijken we met de groep naar “De Buitendienst van Nieuws uit de Natuur”. Ter stimulering van de woordenschat kijken we tijdens het “fruitmoment” geregeld naar een aflevering van “Het Klokhuis”
Voor meer toelichting kunt u altijd contact opnemen met de leerkrachten van groep 4.
9