Infokrant doelgericht editie 4 - 2008
bestrijden
Bewust
omgaan met belagers van
home • garden • pet
Algen en wieren,
ongevraagd komen ze elk jaar terug. We kennen het allemaal: gladde terrassen na de winterperiode, een gevaarlijke toestand! Algen en wieren zijn hiervan de oorzaak en worden best verwijderd om gevaarlijke slippartijen te vermijden. Ook groen geworden tuinmeubelen zijn niet gewenst, en zien we dan ook graag terugkeren in hun oorspronkelijke zuivere toestand.
Groenreiniger pro Edialux ontwikkelde hiertoe het product GROENREINIGER PRO. Deze groenvreter verdelgt in een mum van tijd algen en wieren, en werkt maandenlang na tegen hergroei. GROENREINIGER PRO is voordelig in gebruik door de hoge concentratie aan werkzame bestanddelen. Voor toepassing : één liter GROENREINIGER PRO verdunnen met 20 liter water, voor 200 m² oppervlakte ! Aanbrengen met spuittoestel of gieter met fijne broeskop (of sproeiboom). Een fijne verdeling verhoogt de efficiëntie, voorkomt overmatige afvloei en vermijdt verlies van product. Afvloeiing veroorzaakt echter geen schade aan grasboorden of beplanting. Handig om weten! Groenreiniger pro Samenstelling: 45 g/l didecyldimethylammoniumchloride Dosis: 1 l/20 liter water/100 - 200 m²
8807/B SL
Groenreiniger rtu Voor toepassing op kleinere oppervlakken is er de gebruiksklare spray GROENREINIGER RTU. Revolutionair is de 5 liter bus met spuitrevolver op batterijen (batterijen inbegrepen). In een mum van tijd verwijdert u groene aanslag op tuinmeubilair, bloempotten, terrassen, … Niet meer zoeken naar spuittoestel of gieter, geen verkeerde doseringen, eenvoudiger kan het niet…. Groenreiniger rtu Samenstelling: 21 g/l alkyldimethylbenzylammoniumchloride Dosis: gebruiksklaar
5598/B
Bayer Cropsience NV/SA
AL
Tip ? GROENREINIGER PRO en GROENREINIGER RTU kunnen toegepast worden op alle materialen: hout, steen, plastic, metaal, …en dit zonder enige schade! Door de lange nawerking volstaan twee behandelingen per jaar: één in de lente en één in de herfst. Het waarschuwingssysteem van Edialux houdt u op de hoogte!
Te z i e n b i j . . .
Op zoek naar een geschikte manier voor een
onkruidvrije siertuin ? Onkruid het jaarrond verwijderen onder hagen, bomen en struiken is niet het meest aangename karwei. Veel tuinliefhebbers hebben dan ook vaak een dubbel gevoel als ze de groei en bloei in hun tuin evalueren.
Oplossing voorhanden ? Als in het voorjaar alle planten in de tuin ontluiken, is het ideale moment aangebroken om actie te ondernemen. Edialux heeft de oplossing voorhanden : door aanwezige onkruiden eenmalig op te ruimen en dan CASORON® GR te strooien kan men weken tot zelfs maanden het kiemen van onkruiden onder hagen, bomen en struiken voorkomen.
Hoe start men ? Lees aandachtig het etiket om te bepalen welke dosering er past bij het type haag, boom of struik waar u het onkruidvrij wil houden. Kijk vervolgens op de binnenkant van het etiket op de strooibus naar de intensiteit van de dosering. De stippen op de tekening stellen de uit te strooien korrels voor.
Hoe gaat men verder tewerk in de tuin ? CASORON® GR is een perfect middel tegen zowel nog op te komen onkruiden, als reeds aanwezige met maximaal 2 kleine blaadjes. Grotere onkruiden dienen eerst handmatig verwijderd te worden. Voor een optimaal resultaat onmiddellijk na het wieden de grond effen harken. Even laten rusten en dan de correcte dosis CASORON® GR aanbrengen. Net dàt correct doseren baart heel wat tuinliefhebbers zorgen. Edialux ontwikkelde hiervoor een handige strooikoker. Na uitstrooien zullen de korreltjes door regen en bodemvocht langzaam oplossen en uitvloeien in het toplaagje van de bodem. Dit dunne laagje CASORON® GR zorgt ervoor dat u de strijdbijl tegen opkomend onkruid meerdere maanden kan begraven. En zo maakt wieden plaats voor meer genieten van de tuin! CASORON® GR 5312/B GR
Samenstelling: 6,75 % dichlobenil Dosis: maximum 800 g/100 m²
Heermoes, in de volksmond ook
kattenstaart of paardenstaart genoemd. Heermoes (Equisetum arvense) is een echte relikwie uit de oertijd. Dat een plant het reeds zolang uithoudt, zegt wel iets over zijn overlevingskracht.
Hoe te herkennen ? De groene stengels, uitgroeiend tot mini ‘kerstboompjes’, komen pas vanaf april mei uit de ondergrondse wortelstokken naar boven. Door de vele wortelstokken heeft heermoes een zeer sterk regeneratievermogen.
Hoe gaat men verder tewerk in de tuin ? Bestrijding behelst het continu uitputten van de plant. Zodra de stengels bovenkomen om energie op te doen, moeten ze worden afgehakt of doodgespoten. Zo kan de plant geen nieuwe voedselreserves aanleggen en zal hij na verloop van tijd (verscheidene maanden) volledig verdwijnen. Aanbevolen product is SILVANET van Edialux. SILVANET is een systemische onkruidbestrijder, wat betekent dat het product na opname naar alle groeiende delen wordt getransporteerd, inclusief de wortelstokken. Dit put de plant nog sneller uit dan afhakken. SILVANET steeds toepassen op frisgroen heermoes in volle groei en niet op oude onkruidstengels. Oude stengels (= bij het vastnemen kun je ze afkraken zoals een dood takje) eerst afmaaien en enkele weken wachten tot de plant weer frisgroen is uitgelopen. En dan pas spuiten. Voer de bespuiting uit tijdens weersomstandigheden die zoveel mogelijk de op het etiket vermelde situatie benaderen : hoge luchtvochtigheid, bewolkt weer, geen oosten- of noordenwind, temperatuur tussen 10 en 25 °C. Dit komt de opname en de doeltreffendheid van het bestrijdingsmiddel ten goede! Na de behandeling verschijnen meestal toch nog nieuwe scheuten, evenwel in veel mindere mate dan voorheen. Het is echt een voorwaarde ook deze nieuwe jonge scheuten te bespuiten, en dit vol te houden tot er nergens meer nieuwe scheuten ontstaan. Afhankelijk van het aantal ondergrondse wortelstokken kan dat uiteenlopen van één tot drie, en zelfs vier, bespuitingen. Silvanet mag bij de bespuiting de sierplanten niet raken, want het product doodt ook vaste planten en struiken. Werk dus met een spuitkap of pas het product toe met een spons of een borstel.
Silvanet Samenstelling: 60 g/l triclopyr, 20 g/l fluroxypyr Dosis: 100 - 150 ml/5 liter water/100 m² te behandelen bladoppervlakte (plaatselijke toepassing)
8629/B EC
Tuintips voor elk seizoen:
www.edialux.com
Tip ? SILVANET spaart alle grassen. SILVANET kan dan ook veilig worden toegepast op bestaande gazons om hardnekkige onkruiden zoals hondsdraf, ooievaarsbek, biggekruid, klaverzuring, ... op te ruimen. Een product met vele toepassingsmogelijkheden.
Het HOME & GARDEN Assortiment Naast toppers zoals Dinet, Conserve, Groenreiniger, Moscide, Bio-Pyretrex, Rosabel, Sorkil, Storm, de Aeroxon producten en de spuitapparaten Birchmeier, bevat het gamma talrijke andere specialiteiten. Alle bieden ze een geschikte oplossing voor elk probleem. HOME & GARDEN Problemen U vindt er een overzicht van de meest voorkomende problemen in je huis en tuin, met een efficiënte manier van oplossen. HOME & GARDEN Tips & info
Ooievaarsbek
Hondsdraf
Tuinieren hoeft niet moeilijk te zijn en iedereen kan groene vingers krijgen. We houden u op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. NIEUW Deze afscheurbon met unieke code vindt u in de tuinspeciaalzaak in uw buurt. Het is voldoende om u met de unieke code in te loggen op www.edialux.be/ waarschuwingssysteem. Dan wordt u op regelmatige basis op de hoogte gehouden van naderende ziekten en plagen.
Biggekruid
Klaverzuring
Duizendblad
Winde
Meer informatie hierover op pagina 24
Gazonvernieuwing ...
moet doordacht gebeuren.
Onkruid en grassen afdoden vóór de aanleg Gezien onze belgische weersomstandigheden gebeurt het herzaaien van gazon best in het voorjaar (maart-mei) of in het najaar (sept-okt), om de vlotste uitgroei te verzekeren. In de zomermaanden is het, door de drogere periodes, veel risicovoller. De wintermaanden zijn dan weer te koud. Om met een schone lei te starten is het raadzaam om de aanwezige vegetatie (breedbladige onkruiden, onkruidgrassen en gazon) eerst dood te spuiten. Ideaal middel is PANIC GLYFOSAAT, een product met zeer breed werkingsspectrum maar zonder nawerking. Na 2 weken is het reeds mogelijk om het dorre afgestorven materiaal onder te werken en een nieuw gazon in te zaaien.
Glyfosaat Panic Samenstelling: 360 g/l glyfosaat Dosis: 20 - 100 ml/5 liter water/100 m²
9155/B SL
Onkruid bestrijden in jonge gazons Na inzaai van nieuw gazon, is de zode uiteraard niet onmiddellijk dichtgegroeid. Hierdoor krijgen onkruiden volop kans om er tussendoor uit te groeien. In sommige bodems zitten er daarenboven erg veel onkruidzaden, waarvan de snelgroeiende soms het gras dreigen te overwoekeren. In dat geval kunt u spuiten met DINET van Edialux, speciaal ontwikkeld om onkruiden in jonge gazons selectief te doden. Onder “jong” gazon verstaat men piepjonge grasplantjes met nog maar een 4-tal (of meer) bladsprietjes. De gebruiksdosis is lager dan voor bestaand gazon (zie etiket product) omdat de nog jonge onkruiden uiterst gevoelig zijn voor deze onkruidverdelger. Gebruik nooit meer dan de voorgeschreven dosis. Dinet Samenstelling: 40 g/l fluroxypyr, 20 g/l clopyralid, 200 g/l MCPA Dosis: 40 ml/10 liter water/100 m² (jonge gazons) en 60 ml/10 liter water/100 m² (bestaande gazons)
8309/B EW
Tip ? Dinet kan niet alleen in zeer jong gazon gebruikt worden. Ook op bestaande gazons kan DINET ingezet worden tegen ongewenste onkruiden.
Een mooi gazon vergt ...
onderhoud en zorg.
Veel problemen kunnen op de loer liggen, en mos is daar één van de belangrijkste van. Door zijn dichte groeiwijze verdringt mos immers de grassen. Het produceert
Moscide Samenstelling: 44 % dinatrium-EDTA, 30 % watervrij ijzersulfaat Dosis: 200 g/10 liter water/100 m²
veel sporen die in de viltlaag achterblijven en tussen zwak groeiend gras voor vele nakomelingen kunnen zorgen.
Wat zijn de voordelen van MOSCIDE ? In tegenstelling tot zuiver ijzersulfaat heeft MOSCIDE (een ijzerchelaat mengsel) een aantal zeer belangrijke voordelen!
• MOSCIDE veroorzaakt na betreding van het behandeld gazon geen roest-
• MOSCIDE werkt niet verzurend, en pakt zo het mosprobleem op langere
termijn aan.
• Met MOSCIDE kleurt het gazon mooi donkergroen, want Moscide is tevens
8299/B SP
vlekken op beton of betegeling.
een ijzermeststof voor het gras.
• MOSCIDE laat het microbieel bodemleven ongemoeid
Hoe MOSCIDE toepassen ? MOSCIDE toepassen wanneer er de eerste uren geen regen wordt verwacht. Steeds toepassen met zeer veel water voor een goede contactwerking : 10 tot 15 liter water per 100m² gazon, waarbij MOSCIDE wordt gemengd.
Wat kunt u doen in het voorjaar ? Vanaf half maart, en liefst niet vroeger, kunnen we behandelen met MOSCIDE. De werking ervan wordt namelijk beïnvloed door de combinatie van temperatuur en bodemvocht. Zo werkt MOSCIDE sneller bij 15 °C dan bij 10 °C. Hoe vochtiger de bodem, hoe beter de afdoding. Door uitkammen of verticuteren een 14-tal dagen na de behandeling verwijdert men naast afgestorven mos ook onverteerde tot halfverteerde grasresten. De beste periode hiervoor situeert zich omstreeks half maart tot eind april. Enkele dagen na het verticuteren wat organische meststoffen strooien stimuleert de groei van het gras en brengt de grasmat terug in optimale conditie. Daar MOSCIDE het microbieel leven ongemoeid laat is het gebruik van organische meststoffen perfect met MOSCIDE verzoenbaar. Het extra microbieel leven dat zo in het gazon terechtkomt zorgt ervoor dat restanten van de viltlaag vlugger verteerd worden waardoor mos het op termijn nog moeilijker krijgt om opnieuw te gaan woekeren.
Tip ? In herfst en winter valt de grasgroei stil, terwijl de mosgroei onverminderd doorgaat. In de herfst kan een mosbestrijding dus ook nuttig zijn om met een schone lei de winter in te gaan. Dagen in september of oktober met voldoende hoge temperatuur lenen zich perfect tot een behandeling met MOSCIDE.
KID® LIQUID,
onkruid- en mos bestrijder!
KID® LIQUID bestaat uit een mengsel van 3 werkzame stoffen. Deze combinatie zorgt ervoor dat u met 1 product zowat alle onkruidproblemen in de tuin en rond de woning kunt oplossen. KID® LIQUID is vloeibaar en daardoor gemakkelijk te doseren.
. . . W U E NI
… omdat KID® LIQUID alle aanwezige onkruiden tot diep in de wortels vernietigt. De werkzame stof glyfosaat wordt door het blad opgenomen en naar de wortels getransporteerd. Op deze wijze doodt het bestaande grassen en onkruiden, zelfs de diepwortelende. Bij groeizaam weer, dit is meestal in de lente en vroege zomer, gaat het transport en de bestrijding des te sneller. In volle zomer en bij hitte kan het resultaat iets langer op zich laten wachten. … omdat KID® LIQUID de kieming van onkruidzaden maandenlang verhindert. De 2 werkzame stoffen oxadiazon en diflufenican versterken elkaar en onderdrukken naast de kieming van grassen ook die van andere onkruiden. Bij voorkeur behandelen bij licht vochtige grond zodat de componenten mooi en gelijkmatig verdeeld worden. … omdat KID® LIQUID ook mos langdurig bestrijdt. De werkzame stof oxadiazon zorgt er bovendien voor dat ook bladmossen traag maar zeker afsterven. … omdat KID® LIQUID ook onder bomen, struiken en hagen kan ingezet worden. De werkzame stoffen binden zich zeer sterk aan de grond en lossen zeer weinig op in water waardoor ze niet uitspoelen en in het bovenste grondlaagje blijven zitten. Daar zorgen ze maandenlang voor een gegarandeerde onkruidvrije omgeving. Het uiterst gering doorsijpelen maakt KID® LIQUID ook bruikbaar als selectieve onkruidbestrijder. Het product kan gerust ingezet worden tussen struiken, onder bomen, langs hagen, enz. Het is echter niet geschikt voor vaste planten en bloemen omdat deze te oppervlakkig wortelen. Let op dat u bij de toepassing de bladeren of de schors van de planten die u wenst te behouden, niet raakt! Voorzie daarom bij voorkeur uw sproeier van een spuitkap of voer op zijn minst de bestrijding uit bij windstil weer.
Te z i e n b i j . . .
KID® LIQUID Samenstelling: 148 g/l glyfosaat, 15 g/l diflufenican, 200 g/l oxadiazon Dosis: 120 ml/10 liter water/100 m²
9531/B
Bayer Cropscience N.V./S.A.
SC
Lange nawerking, veilig onder bomen en struiken
Bloedluizen bij gevogelte hoeven voortaan geen probleem meer te zijn !
Jeuk op armen, benen, gezicht … bij het uitkuisen van het kippenhok zijn het gevolg van beten van de “bloedluis”. Ernstiger problemen veroorzaakt ze echter bij het gevogelte.Via de mond met zuignapjes voedt ze zich met het bloed van kippen, duiven, parkieten, kanaries, .. Dit leidt tot bloedarmoede, verminderde eiproductie, verhoogde vatbaarheid voor ziekten en zelfs sterfte
Is het een luis, zoals de bekende bladluizen ? = 0,8 - 1 mm
Neen... de algemeen gebruikte naam “bloedluis” is zeer slecht gekozen. Het is immers géén luis, maar een zeer kleine spinachtige (0,8 - 1 mm) met als officiële naam “rode vogelmijt” (Dermanyssus gallinae). Ongevoed is ze grijsachtig. Na opname van bloed kleurt ze rood. Zoals alle spinachtige heeft ze 4 paar poten, terwijl insecten maar 3 paar hebben.
“beter voorkomen dan genezen” ! Zorg ervoor dat kooien en hokken volledig vrij zijn van bloedluis en –eieren voor het stallen van nieuwe dieren. Grondig reinigen met heet water en ontsmetten met DECIMITE of SOLFAC® WP10 vernietigt aanwezige of nog te ontluiken vogelmijten. Daar ze door te hongeren namelijk tot 6 maanden kunnen leven, zijn DECIMITE en SOLFAC® WP10 de ideale preventieve bestrijding voor langere periode. DECIMITE wordt gesproeid op alle oppervlakken, spleten en holten waar mijten zich kunnen bevinden. Het laagje fijn wit poeder dat na verdamping van het water achterblijft en zich vasthecht aan de poten van de mijten immobiliseert ze, waardoor ze het pluimvee niet meer kunnen bereiken en sterven. DECIMITE is gifvrij en ongevaarlijk voor mens en dier. SOLFAC® WP 10 is een chemisch bestrijdingsmiddel dat na oplossing in water (1 zakje van 20 g/5 liter water) wordt verspoten op alle plaatsen waar bloedluizen zich mogelijk ophouden. Het is veilig voor groter gevogelte zoals kippen en duiven. Beide middelen hoeven niet altijd preventief gebruikt te worden. Ze zijn ook inzetbaar wanneer een bloedluisexplosie zich voordoet, hoewel het beheersen van de plaag dan toch wel wat moeilijker zal verlopen… ZEROX®-P veeluispoeder, aangebracht op het gevogelte, ontdoet ze onmiddellijk van bloedluizen en kan dan ook best bij het uitbreken van de populatie gecombineerd met hokontsmetting worden ingezet.
Solfac® WP 10 Samenstelling: 10 % cyfluthrin Dosis: 20 g/5 liter water
6184/B
Bayer Cropscience N.V./S.A.
WP
Zerox® -P Samenstelling: 0,2 % pyrethrinen, 2 % piperonyl butoxide Dosis: 5 - 10 g/kat, 10 - 20 g/hond en 100 - 200 g/dier (grootvee)
4383/B DP
eco eco
Decimite Dosis: 100 ml/1 - 2 m²
Decimite aërosol Dosis: 500 ml/ 6 m²
Leliehaantje,
een kever met ongebreidelde vraatzucht ! De echte lelie, Lilium spp., hoort tot de meest geliefde bolgewassen. Hoewel haar langdurige en uitbundige bloei vele tuinliefhebbers bekoort wordt ze steeds minder aangeplant. Hoofdoorzaak is de ongebreidelde vraat van het leliehaantje (Lilioceris lilii), en vooral van zijn larven. Maar Edialux biedt u oplossingen om deze plaag doelgericht te bestrijden!
Welke planten worden aangevreten ? Het leliehaantje is een vraatzuchtig kevertje, nauw verwant aan de gevreesde coloradokever. Bijna uitsluitend te vinden op echte lelies, maar ook kievitsbloemen (Fritillaria spp.) worden wel eens bezocht. Slechts sporadisch vertoeft het op andere planten.
Hoe herkennen ? De kever is net geen 1 cm groot en heeft een felrode rug. De andere lichaamsdelen (buik, poten, kop en sprieten) zijn zwart. De rode rug maakt hem goed zichtbaar op groene plantendelen. Bij aanraking van de plant voelt hij zich echter bedreigd, laat zich vallen en ligt zowat altijd met de rug naar beneden op de grond. Doordat de zwarte buikkleur niet contrasteert met de bodem is hij perfect gecamoufleerd voor de mens. Onvindbaar … Is het gevaar geweken dan draait het leliehaantje zich om, klimt omhoog en zet zijn vraattocht verder. Deze kevers wegvangen met de hand is dan ook slechts ten dele mogelijk.
Waarom is het zo’n moeilijk te beheersen plaag ? De volwassen leliehaantjes zetten in de lente hun eitjes af aan de onderzijde van de lelieblaadjes. Dit kan tot de zomer doorgaan. De keverlarven die ontluiken zijn na twee tot drie weken volgroeid, verpoppen vervolgens in de grond, en na enkele weken komen nieuwe volwassen exemplaren tevoorschijn. Deze blijven ter plaatse of vliegen uit naar andere tuinen op zoek naar lelies of kievitsbloemen. Deze maanden durende ei-afleg en continue aanvoer van larven maakt ze als plaag moeilijk te bestrijden. De larven zijn zelfs nog vraatzuchtiger dan de volwassen kevers. Bovendien zijn ze goed gecamoufleerd : hun eigen slijmerige ontlasting wordt op hun rug uitgesmeerd en maakt dat ze op een hoopje vogelpoep lijken. Veel natuurlijke vijanden heeft deze larve daardoor niet…
Larven 10
leliehaantje
Wat kan men doen om deze plaag te bestrijden ? Veel natuurlijke vijanden heeft het volwassen leliehaantje al evenmin. Vogels mijden deze kevers, net als hun larven, als de pest. Actief ingrijpen met een geschikt middel is de enige manier om de plaag definitief de kop in te drukken.Volgende middelen hebben hun deugdelijkheid volop bewezen : FORMUSECT, TALSTAR® 2.5 TB of BIO-PYRETREX . Spuiten tegen de avond is het meest effectief, dan zijn de leliehaantjes het actiefst, en ook makkelijkst te raken. Even de bodem net onder de lelies bespuiten om naar beneden gevallen exemplaren te raken verdient aanbeveling. Zeer belangrijk is de eerste bespuiting uit te voeren vanaf het moment dat de lelies zo’n 15 cm hoog staan. Zo ruimt men de eerste overwinterde leliehaantjes onmiddellijk op en verhindert men een nieuwe populatieopbouw. Houd uw lelies goed in observatie tot en met de bloei. Komen er plotseling nieuwe kevers tevoorschijn, herhaal dan de bespuiting. En afhankelijk van de populatiedruk (bv door invliegen van nieuwe kevers) kan het zelfs nodig zijn deze bespuiting een derde maal uit te voeren. Formusect
Talstar® 2,5 TB
Samenstelling: 3 g/l bifenthrin Dosis: 10 - 20 ml/1,5 liter water
Samenstelling: 2,5 % bifenthrin Dosis: tegen bladluizen 1 tablet/5 liter water. Tegen rupsen en kevers 3 tabletten/10 liter water. Tegen witte vliegen en spintmijten 2 tabletten/4 liter water.
9299/B EW
9267/B EW
Bio-Pyretrex 9119/B TB
9300/B AL Formusect RTU
Samenstelling: 20 g/l pyrethrinen, 255 g/l piperonyl butoxide Dosis: 50 ml/10 liter water/100 m²
Samenstelling: 0,03 g/l bifenthrin Dosis: bespuiten tot afdruipen
Stelt voor ...
.. . n i u t w u ] t [ Plan ner in je tuin
ze tuinplan
l je met de Elke dag za
en
nieuwe ding
ontdekken.
llijk aan de je onmidde s waarmee tip l het vo de or aanleg en Hij staat bo maakt in de wegwijs ge rdt bo , or w en nt Je sierpla slag kunt. groentetuin, t gazon, de he n va d onderhou ngen. n s en afsluiti herming va ders, vijver ook de besc igids komt oe r sn de e en ig nd erkkal Naast een ha bod. In de w ebreid aan tg t ui n he te n va an pl ke maand je lievelings ken voor el kste tuinta rij ng la be vind je de kert je nnis en wak jaar. r voedt je ke e tuinplanne aan de il ch w tis en ak pr en Deze s jeuk t de vinger el vo Je n. e aa enthousiasm slag.
tuinplezier. Veel lees- en
uin. t je in g la s e d Meteen aan
11
Takluizen
vijand nummer 1 van coniferenhagen! Steeds vaker zien we coniferenhagen waarin op vrij korte termijn grote bruine plekken ontstaan. Takken verdrogen en kleuren bruin en leiden soms tot een ware ravage. Vaak gaat het om oudere hagen. De oorzaak wordt door zowel professionele tuinaannemers als tuinliefhebbers nog te vaak toegeschreven aan ‘spint’. Zeker bij Leylandii hagen, Cupressocyparis leylandii, is dit niet het geval. Takluizen, Cinara spp., zijn hiervan de oorzaak. Ze zuigen op de twijgen en maken zo de sapgeleiding binnenin de tak helemaal kapot, met verdroging als gevolg. Naast leylandii worden ook Chamaecyparis lawsoniana hagen steeds vaker door deze takluizen belaagd. Omstreeks 1980 kwamen uit Zuid-England de eerste meldingen van grote schade die deze Cinara takluizen veroorzaken. Sinds 2003 vinden we ze ook met grotere regelmaat in onze Belgische tuinen. De takluis is slechts 2.5 tot max. 4 mm groot en door haar camouflagekleur moeilijk waarneembaar bij een oppervlakkige inspectie. Ze is grijsachtig bruin, net als de twijgen in de haag. De grijze schijn op het lichaam wordt veroorzaakt door een dikke waslaag die haar beschermt tegen uitdroging. Grotere kolonies zijn zeldzaam, meestal zijn er maar enkele individuen op de afstervende plekken te vinden. De periode waarin takluizen actief zijn loopt normaal van maart tot november. Van mei tot oktober zijn de volwassen takluizen levendbarend (= brengen rechtstreeks jongen voort). Vanaf eind oktober leggen ze eitjes af die overwinteren om het jaar nadien de populatie terug op te bouwen. Bij extreem zachte winters zoals in de jongste jaren, overwinteren ook de volwassen luizen die zo bijna het hele jaar blijven sap zuigen en de takken structureel kapotmaken. Dit verklaart waarom we de voorbije 2 jaar vaak in het voorjaar, bij de hergroei van de hagen, de meeste takverkleuring zien. De takken worden op korte termijn geel, vervolgens bruin en verdrogen uiteindelijk. Ook kleine populaties takluizen kunnen heel veel schade veroorzaken, tot zelfs het volledig afsterven van de coniferen. Daarnaast bevuilen ze de twijgen met een suikerachtige uitscheiding, honingdauw, waarop zwarte roetdauw schimmels gaan groeien.
12
Aangetaste hagen kunnen zich soms herstellen, maar het is een zeer traag proces en afhankelijk van de graad van aan-
Formusect Samenstelling: 3 g/l bifenthrin Dosis: 10 - 20 ml/1,5 liter water
tasting. Bij coniferen komt immers weinig hergroei vanuit het oudere hout. 9299/B EW
Er is gelukkig géén wisseling van waardplant in de siertuin tijdens hun ontwikkelingscyclus zodat andere planten dan coniferen en sparren niets te vrezen hebben van deze vernielers. Omwille van de agressiviteit van deze takluizen komt een
Okapi® Samenstelling: 5 g/l lambdacyhalothrin, 100 g/l pirimicarb Dosis: 12 - 15 ml/10 liter water/100 m²
bestrijding van de plaag vaak te laat. Reeds bij de eerste
7978/B EC
waarnemingen moet men behandelen. Geschikte middelen zijn enerzijds FORMUSECT of OKAPI® gecombineerd met anderzijds DIMETHOAAT, GAZELLE® of PROVADO® ULTRA. Dus steeds een mengeling van een contactinsecticide (FORMUSECT of OKAPI®) met een
Dimethoaat 400 Samenstelling: 400 g/l dimethoaat Erkende naam: Dimistar Progress 400 EC Dosis: 5 - 7,5 ml/10 liter water/100 m²
systemisch insecticide (DIMETHOAAT, GAZELLE® of PROVADO® ULTRA). Er dient daarenboven met zeer
8165/B EC
veel water binnenin de haag gespoten te worden zodat takken en twijgjes waar de takluizen zich ophouden goed geraakt worden.
Gazelle®
Het afsterven van gekoloniseerde plekken kan nog even-
Samenstelling: 20 % acetamiprid Dosis: 2,5 - 5 g/10 liter water
tjes blijven doorgaan nà de behandeling. De zuigschade leidt namelijk maar na enige tijd tot verbruining omdat de twijg nog even verder leefde op zijn reserves.
9374/B SP
In de winter is een behandeling van uw hagen met de insec-
Provado® Ultra
tendodende olie ELEFANT SOMMERÖL aangeraden
Samenstelling: 10 g/l imidacloprid Dosis: 10 - 15 ml/1 liter water
om de wintereitjes, en eventueel overwinterende luizen, zoveel mogelijk te vernietigen. Ook hier de twijgen binnenin zeer goed bevochtigen. De beste werking is bij dag-
8967/B
temperaturen van ongeveer 7 °C (of hoger). Niet spuiten
PR
Bayer Cropscience N.V./S.A.
bij vriesweer, of als er vorst wordt verwacht onmiddellijk Elefant Sommeröl
na de bespuiting.
Het waarschuwingssysteem van Edialux houdt u op de hoogte!
eco eco
Samenstelling: 820 g/l paraffineolie (hoge sulf. index, INAC) Dosis: 100 ml/10 liter water
5703/B EC
13
Witte vlieg :
onschuldig uiterlijk, maar schadeverwekker eerste klas! In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden is de witte vlieg niet verwant met vliegen, wél met bladluizen.
Op welke gewassen komt witte vlieg voor? Bij normale weersomstandigheden komt dit insect weinig voor in open lucht. Enkel koolwittevlieg (Aleyrodes proletella) berokkent in de moestuin schade. In warme zomers veroorzaken echter ook andere soorten problemen in open lucht. Zowel de kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) als de tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) treft men dan aan op diverse sierplanten, zowel in volle grond als bij potplanten. Slachtoffers zijn Begonia, Brugmansia, Datura, Fuchsia, Lavatera, … Een warme en lange zomer creëert namelijk ideale omstandigheden voor het insect. De perfecte leefomgeving situeert zich onder glas. De witte vlieg komt de serre binnen via de luchtramen of openstaande deuren, of is achtergebleven uit vroegere teelten. Tomaat, paprika, komkommer, …. worden het vaakst belaagd. Zowel de kas- als de tabakswittevlieg komen in serres frequent voor.
Waar vindt men witte vlieg op een plant terug? De volwassen exemplaren situeren zich aan de bladonderzijde. Meestal zitten ze stil, enkel bij wind of beweging van het gewas vliegen ze soms op. Door hun onopvallende aanwezigheid ontstaan er meestal onverwacht vrij grote kolonies.
Welke schade veroorzaken ze ? Larven van witte vlieg scheiden ‘honingdauw’ af. Deze bevuilt op sterke wijze het gewas en de vruchten, waar secundair zwarte roetdauwschimmels op groeien. Dit beperkt de fotosynthese en remt daardoor de groei van de plant. Het volwassen insect brengt ook plantenvirussen over. Dat kan de groei en de vruchtproductie zeer negatief beïnvloeden.
Wanneer starten met de bestrijding? Het is van belang zo vlug mogelijk in te grijpen. De AEROXON GELE LIJMVAL helpt de witte vlieg snel te signaleren. Door de grote schade die ze kan aanrichten is de schadedrempel namelijk erg laag. Spuiten bij beginnende aanwezigheid is de boodschap. In de zomer kunnen nieuwe witte vliegen het gewas opnieuw belagen. Belangrijk is de vangsten op de AEROXON GELE LIJMVALLEN te blijven opvolgen. 14
Welke bestrijdingsmiddelen ? Geschikte producten zijn TALSTAR® 2.5TB, FORMUSECT, BIO-PYRETREX en GAZELLE®. • Op groenten en andere eetbare gewassen hebben TAL
STAR® 2.5TB, FORMUSECT of BIO-PYRETREX
de voorkeur.
• Op sierplanten kan ook GAZELLE® ingezet worden.
GAZELLE® is een systemisch middel en uitermate
geschikt om in combinatie met contactmiddelen zoals
TALSTAR® 2.5TB of FORMUSECT op kuip-, balkon- of
sierplanten te spuiten. Deze combinatie vergroot nog het
effect.
Hoe de witte vlieg volledig uitroeien? Uit de in een cirkeltje afgelegde eitjes op de bladonderzijde komen larven. Deze evolueren tot schijnpop, waaruit nieuwe witte vliegen ontstaan. Eieren, larven en schijnpoppen zijn maar net met het blote oog zichtbaar, de volwassen witte vliegen vallen wel sterk op. Er zijn dus vier verschillende levensstadia : ei, larve, schijnpop en volwassen insect. Ei en schijnpop zijn ongevoelig aan bestrijdingsmiddelen, enkel larven en volwassen exemplaren kunnen worden afgedood. Eén bespuiting heeft dus weinig zin, want kort na de behandeling komen opnieuw larven (uit het ei) en volwassen witte vliegen (uit de schijnpoppen) tevoorschijn. Een herhaling is nodig na 7 tot 10 dagen. Een zware aantasting vereist tot 4 bespuitingen, met 7 dagen tussentijd. Het aantal behandelingen hangt dus af van de omvang en het verloop van de aantasting. Houd er rekening mee dat de witte vlieg leeft aan de onderzijde van de bladeren en dus vooral daar behandeld moet worden! Talstar® 2,5 TB
Formusect Samenstelling: 3 g/l bifenthrin Dosis: 10 - 20 ml/1,5 liter water
Samenstelling: 2,5 % bifenthrin Dosis: tegen bladluizen 1 tablet/5 liter water. Tegen rupsen en kevers 3 tabletten/10 liter water. Tegen witte vliegen en spintmijten 2 tabletten/4 liter water.
9299/B EW
Bio-Pyretrex
Gazelle® Samenstelling: 20 % acetamiprid Dosis: 2,5 - 5 g/10 liter water
Aeroxon Gele Lijmvallen
9119/B TB
9374/B SP
Samenstelling: 20 g/l pyrethrinen, 255 g/l piperonyl butoxide Dosis: 50 ml/10 liter water/100 m²
9267/B EW
15
CONSERVE®,
veelzijdig eco- insecticide
Wat moet u weten over de oorsprong van CONSERVE ®? CONSERVE® is een nieuw insecticide met als werkzame stof spinosad. Spinosad wordt biologisch geproduceerd door de in de natuur voorkomende bodembacterie Saccharopolyspora spinosa te fermenteren. Hieruit ontstaat na formuleren het ecologisch insecticide CONSERVE®.
Hoe werkt CONSERVE ®? CONSERVE® heeft een contact- en maagwerking en werkt hierdoor zeer snel waardoor vraat- of zuigschade direct gestopt wordt. Zowel de larven als de volwassen insecten die tijdens de bespuiting rechtstreeks geraakt worden, sterven kort na de behandeling door de contactwerking. Verscholen levende insecten worden gedood door maagwerking, na opname van stukje blad of plantensap uit de behandelde plant. CONSERVE® wordt zeer snel opgenomen in de waslaag van het blad. Daarna verspreidt het product zich in het gehele blad. Het blijft daar makkelijk een 10-tal dagen werkzaam. Insecten die gedurende deze periode van het blad eten of sap zuigen, worden gedood binnen 1 - 2 dagen. Door de opname in het blad bestrijdt CONSERVE® ook verscholen insecten of minerende rupsen. Bovendien is het na opname in het blad ongevoelig aan regen, het kan niet meer afspoelen. Handig toch !
Op welke insecten werkt CONSERVE ®? Insecten zoals rupsen, bladvlooien, tripsen, mineervlieglarven, .. zijn zeer gevoelig aan CONSERVE® en worden in een mum van tijd afgedood. Bladluizen daarentegen worden niet bestreden. Het is niet alleen belangrijk dat een toegepast insecticide efficiënt is, het moet het insect ook snél afdoden evenals een korte wachttermijn voor de oogst bezitten. CONSERVE® bezit alle drie deze eigenschappen!
16
IL
O
V
E
R
Te z i e n b i j . . .
I G VO
Op welke gewassen mag CONSERVE ® gebruikt worden? Groenten als prei, tomaat, allerlei koolsoorten, uien, courgette, paprika, .. kunnen worden beschermd met CONSERVE®. Ook op planten in de siertuin, op appel- en perenbomen alsook op aardbei mag CONSERVE® ingezet worden bij insectenschade. Dit ongeacht de heersende temperatuur of regenval.
Hoe CONSERVE ® toepassen als bodeminsecticide in de moestuin? CONSERVE® kan als plantvoetbehandeling tegen de larven van de groentevlieg worden toegepast door het aan te gieten rondom de stambasis van de plant. CONSERVE® wordt door de wortels opgenomen en verspreidt zich in heel de plant. Hierdoor worden zowel de wortels als de plantvoet beschermd gedurende 1 maand. Bovendien wordt aantasting door bovengrondse bladvretende rupsen, door zijn opwaarts systemische werking, gedurende 3 tot 4 weken voorkomen.
Interessante weetjes over CONSERVE® • CONSERVE® kan gebruikt worden als ondergronds én bovengronds insectendodend ecologisch middel. • CONSERVE® werkt zowel bij normale, als bij zeer hoge en zeer lage temperaturen. Dat is een unicum! CONSERVE® behoudt bij hogere temperaturen een nawerking van minimum een week. Bij lagere tem peraturen bedraagt de nawerking 10 tot 14 dagen. • CONSERVE® is veilig voor veel nuttige insecten zoals lieveheers beestjes, oorwormen, enz. Hierdoor verstoort CONSERVE® het
eco
9557/B SC
natuurlijk evenwicht rondom de behandelde gewassen nauwelijks. • Om bijen en andere bestuivende insecten te beschermen spuit men overdag best niet op in bloei staande planten. Dat is vooral van belang bij fruitbomen en kleinfruit. Eens CONSERVE® is opgedroogd is het
eco
nochtans ongevaarlijk voor bijen en andere bestuivers. Spuit daarom best tegen de valavond op in bloei staande planten. Dan zijn de bijen niet meer actief. Tegen de morgen is alles opgedroogd en kan het bijen en andere bestuivers niet meer schaden. • CONSERVE® is tevens veilig voor mens en (huis)dier; het product draagt dan ook geen gevaarsymbolen op het etiket. CONSERVE® bezit een korte wachttijd en is aldus inzetbaar tot kort voor de oogst van groenten of fruit. Bij sierplanten, waar een veiligheidstermijn niet nodig is omdat we er niet van consumeren, kan het uiteraard ten allen tijde worden ingezet. Conserve® Samenstelling: 120 g/l spinosad Dosis: - bladbehandeling: 2 - 6 ml/5 liter water. - plantvoetbehandeling (50 planten): de voet van de koolplanten aangieten met 100 ml van een verdunning van 4 ml/5 liter water.
17
Mediterrane planten zorgen voor een face-lift van het terras. In de zomer fleuren mediterrane planten terrassen en balkons op, en brengen zo het zuiderse vakantiegevoel tot dicht bij ons. De soortenrijkdom is uitgebreid, en bijgevolg moeilijk om in enkele lijnen te beschrijven. Er zijn zowel kruidachtige als verhoute soorten, maar één ding hebben ze gemeen .. het zijn echte zonnekloppers. Winterhard zijn ze niet, plaats ze daarom tijdig in een overwinteringruimte die vorstvrij is en waar er voldoende licht binnenkomt. Een juist afgestemde watergift en bemesting houdt deze planten optimaal in conditie. Zo zijn ze minder vatbaar voor ziekten en plagen die in onze contreien voorkomen. Dat lukt echter niet altijd. Plagen krijgen wel eens de bovenhand. Denken we maar aan spint op oleander, witte vlieg op Brugmansia (Datura), schildluis op citrusboompjes en olijf, bladluis op Fuchsia, ... Het be-
bladluis
schildluis
strijdingsmiddel die men gaat gebruiken, hangt af van de plaag. FORMUSECT is een product op waterbasis dat veilig toepasbaar is op alle plantentypes. Het doodt niet alleen insecten zoals bladluis, witte vlieg, rupsen,.. maar ook het gevreesde ‘spint’. FORMUSECT is dus een tweevoudig product dat tegen alle courante plagen kan ingezet worden. De enige uitzondering hierop zijn dop- en schildluizen. Voor de bestrijding hiervan kiest men beter voor het systemisch product GAZELLE®, of voor het nieuw ecologisch product ELEFANT SOMMERÖL. Dit werkt zuiver door verstikking. De takjes
spint
witte vlie
g
waar de dop- of schildluizen voorkomen goed raken is dan ook een vereiste. Schimmelziekten vestigen zich ook wel eens op ‘onze’ mediterrane planten. Hun aanwezigheid is heel vaak gerelateerd aan weersomstandigheden. Witziekte breekt makkelijk door indien het voldoende warm is met lange bladnatstand, bijvoorbeeld een periode van dauw die tot lang in de voormiddag op
Sporgon® Samenstelling: 46 % prochloraz Dosis: 5 - 20 g/10 liter water/m² (gieter) en 5 - 40 g/10 liter water (sproeier)
de planten blijft hangen. Dauw is zelfs meer bevorderlijk voor witziekte dan een dag vol met regen. Voor andere schimmelziekten is het dan weer net anders. Valse meeldauwschimmels en vele andere bladvlekkenziekten verlangen
7444/B WP
eerder regenrijke dagen en zetten vaak over van het ene naar het andere blad door opspattende regendruppels. Ook hier is het belangrijk om een juiste diagnose te stellen, en zo het gepaste bestrijdingsmiddel te kunnen inzetten. SPORGON® ruimt allerlei bladvlekkenziekten op. Ook takverwelking kan ermee behandeld worden.
Cosavet Samenstelling: 80 % zwavel Dosis: 30 - 80 g/10 liter water
COSAVET is een biologisch middel dat witziekte bestrijdt. ANTI SCHIMMELPAP is dan weer een geschikt middel tegen valse meeldauwschimmels en bacterieziekten.
Het waarschuwingssysteem van Edialux houdt u op de hoogte! 18
8775/B WG
Druivelaar, trendy tuinplant met zuiderse allures. Druiventrosjes zien uitgroeien tot clusters van sappige bessen is pas echt tuinplezier! Van oudsher worden er in België heel wat druiven gekweekt in diverse types van serres. Maar ook in de tuin kunnen geselecteerde variëteiten een overvloed aan vruchten geven. De druivelaar dient dan wel geplant te worden op een zonnige en beschutte plaats, zoals een muur gericht op het zuiden. Door tijdig uw druivelaar te controleren op bladverkleuringen kunnen ziekten vroeg opgespoord worden, zonder dat de vruchttrossen aangetast raken. De ‘valse meeldauw’ schimmel Plasmopara viticola is de grootste bedreiging van de druivelaar want hij tast vrijwel alle groene plantendelen aan. Aan de bladbovenzijde verschijnt er een gelig, olieachtige vlek. De volgende dag ziet men
valse me
aan de onderzijde op dezelfde plaats lichtgrijs schimmelweefsel, dat zich snel
eldauw
uitbreidt.Vrij vlug worden deze vlekken helemaal bruin doordat het bladweefsel begint af te sterven. Vooral slecht weer tijdens de bloei vergroot de kans op besmetting van de vruchttrossen. Bestrijding van deze schimmel gebeurt met ANTISCHIMMEL PAP of DITHANE WG. Het aantal herhalingen hangt af van de ziektedruk en de weersomstandigheden, vooral voor druivelaars in open lucht. De afgevallen bladeren van het vorige jaar verwijderen helpt een vroege aantasting in het nieuwe groeiseizoen te voorkomen !
witziekte
‘Witziekte’ of ‘echte meeldauw’ (Uncinula necator) is bij druivelaars eveneens
Antischimmel pap Samenstelling: 50 % koperhydroxide Erkende naam: Belchim Hydro Dosis: 40 - 80 g/10 liter water/100 m²
een frequent voorkomende ziekte. Deze schimmel is herkenbaar aan witte, op meel lijkende plekjes, die op alle groene delen van de plant kunnen voorkomen. Ze verschijnen eerst op de groeipunten en het jonge blad, later ook
eco 9271/B WG
eco
op volgroeide bladeren en op de druiven. De schimmel overwintert tussen de schubben van de bladknoppen. Zodra deze uitlopen in het voorjaar wordt de schimmel actief en tast de groeipunten aan.Vooral in een vrij warm en vochtig voorjaar is een uitgebreide besmetting te verwachten. Bestrijding gebeurt met 5 gram COSAVET per liter water als de eerste drie blaadjes ontvouwen zijn. Bij buitendruiven herhalen om de twee tot drie we-
Dithane WG Samenstelling: 75 % mancozeb Dosis: 20 - 37 g/10 liter water/100 m²
ken, afhankelijk van de ziektedruk en weersomstandigheden. Bij serredruiven zijn minder herhalingen nodig omdat de spuitzwavel daar niet afregent. Is er de vorige zomer een zeer hevige aantasting geweest, dan kan direct na de wintersnoei (februari-maart) al gespoten worden. De spuitzwavel werkt zo vooral tegen de overwinterende schimmelsporen die op het hout en de
8055/B WG
ogen aanwezig zijn. Men gebruikt bij wintersnoei 8 gram COSAVET per liter water.
19
Roos, koningin van de tuin maar ook vaak belaagd ...
Rozen verdienen in zowat elke tuin een plaats, maar ziekten en plagen liggen voortdurend op de loer. Gelukkig bestaan er geschikte bestrijdingsmiddelen.
De ziekte ‘sterreroetdauw’ ... veroorzaakt vergelende bladeren met paarsbruine tot zwarte vlekken. De bestrijding dient zo vlug mogelijk te gebeuren na waarneming van de eerste symptomen. In regel is dit omstreeks half mei. ROSABEL EW en ROSABEL SPRAY werken zowel curatief als preventief. Een goede praktijk bestaat erin vóór de bespuiting zieke bladeren weg te knippen alsook afgevallen zieke bladeren op te ruimen. Sterreroetdauw ontwikkelt zicht vooral bij matige temperaturen en op vochtige bladeren. Regenrijke
Te z i e n b i j . . .
periodes in de zomer bevorderen de ziekte.
Witziekte, of ‘echte meeldauw’ ... is al even gevreesd. Het ziektebeeld bestaat uit een warrig, witbestoven uiterlijk waarbij alle groene delen kunnen zijn aangetast. De schimmel geeft de voorkeur aan warme, zonnige dagen met licht bedauwde morgenstonden. ROSABEL EW en ROSABEL SPRAY werken ook hier curatief en blijven bovendien na bespuiting dagenlang preventief werkzaam tegen nieuwe aantastingen.
Roest ... is een andere belangrijke ziekte, herkenbaar aan de felgekleurde oranje sporenhoopjes op de bladonderzijde die na enkele weken steeds donkerder worden. De ziekte treedt vooral op bij warm en vochtig weer. Nogmaals zijn ROSABEL EW en ROSABEL SPRAY de aangewezen middelen
insecten ... Onder de insecten zijn vooral de bladluizen beruchte belagers van rozen. Een zware aantasting heeft gedrongen groei en een slechte bloemkwaliteit tot gevolg. Bladeren worden kleverig door de uitscheiding van suikerhoudende ‘honingdauw’, waarop vervolgens zwarte roetdauwschimmels groeien die het blad een grauwe blik geven. Een behandeling met ROSABEL EW of ROSABEL SPRAY verlost u reeds na enkele uren van dit probleem. Rosabel EW
Rosabel Spray
Samenstelling: 15 g/l propiconazool, 3 g/l bifenthrin Dosis: 100 ml/10 liter water/100 m²
Samenstelling: 0,15 g/l propiconazool, 0,03 g/l bifenthrin Dosis: bespuiten tot afdruipen
®
®
9332/B EW
20
9333/B AL
Kort sam engevat : ROSAB EL EW en ROSAB EL SPR bestrijde AY n alle co urante z en plage iekten n op roz en. Met product één bent u in staat om gezonde rozen te kwek en!
De strijd tegen
slakken is een hardnekkige! Slakken behoren net als mossels, oesters, inktvissen, .. tot de weekdieren. Ze hebben geen enkele verwantschap met zoogdieren, insecten of mijten. Dat verklaart waarom slakken niet te bestrijden zijn met gekende insectendodende middelen of rattengiften. Hiervoor zijn speciaal ontwikkelde middelen nodig.
Het voedsel van naaktslakken bestaat hoofdzakelijk uit zachte plantendelen waardoor ze grote schade aanrichten in onze tuinen. Ze zijn te vinden op vochtige plaatsen zoals onder stenen, bloempotten, dichte beplanting, rottende bladeren en composthopen. Bij het uitstrooien van compost dus opletten dat u zo geen plaag over de hele tuin verspreid. Alertheid is geboden ! Slakken verplaatsen zich op de zoolvormige onderzijde van hun lichaam, en scheiden hierbij slijm af dat een spoor achterlaat en zo duidt op hun aanwezigheid. Natuurlijke vijanden van slakken zijn egels, loopkevers, padden, kraaien, lijsters, spreeuwen, .. Ook schoffelen helpt in de strijd, omdat het de bovenste grondlaag uitdroogt. Heeft men toch nog te kampen met een slakkenplaag, dan zijn er de speciaal ontwikkelde slakkenkorrels. Het product SLAKKENDOOD is een rode korrel, samengesteld uit voor slakken zeer aantrekkelijke zemelen. Door de professionele persing is de korrel goed regenbestendig, een enorm pluspunt voor gebruik in onze Belgische weersomstandigheden. Uitleggen van slakkenkorrels onder een plank, dakpan, .. kan eventuele impulsieve opname door warmbloedige dieren makkelijk verhinderen. Breedwerpig toepassen in open veld, zoals voorgeschreven op het etiket, voorkomt eigenlijk problemen
Te z i e n b i j . . .
omdat (huis)dieren dan onmogelijk grote hoeveelheden kunnen consumeren. De repellent bitrex in de slakkenkorrel SLAKKENDOOD ontmoedigt daarenboven bij (huis)dieren een verdere opname, na een eerste consumptie. Zodra slakken of slakkenschade wordt vastgesteld, en de weersomstandigheden gunstig zijn voor deze weekdieren, is bestrijden met SLAKKENDOOD zinvol. Er wordt geadviseerd om SLAKKENDOOD gelijkmatig over de gehele bodemoppervlakte te verdelen. De korrels kunnen zowel preventief als curatief ingezet worden. Preventief volstaat een toepassing van 50 gram per 100 m²; curatief gebruikt men tot 70 gram per 100 m². Herhaalde toepassing kan nodig zijn om een uit de hand gelopen plaag in te dijken. Een rationeel gebruik blijft echter de boodschap!
Slakkendood Samenstelling: 6 % metaldehyde Dosis: 20 - 25 korrels/m² of 50 - 70 g/100 m²
7123/B GB
21
Predator Eye Balloon, de meest praktische vogelverschrikker.
De PREDATOR EYE BALLOON
Een opgeblazen bal om vogels af te schrikken ?
wordt ingezet om schade, berokkend door
Het afschrikeffect is gebaseerd op heldere
Vogelschade is een belangrijk probleem
kleuren en een bijzonder ontwerp. De verschil-
bij afrijpend fruit (kersen, peren, bessen,
lende kleurvlakken simuleren dreigende ogen en een
...), in de moestuin (koolgewassen, jonge
opengesperde bek van een roofvogel. De lichtweerkaatsende stickers ter hoogte van de voorgetekende kleurvlakken versterken de afschrikking nog meer. De bewegende lintjes onderaan de ballon accentueren de dreiging van een levende roofvogel.
Hoe gewenning voorkomen ? Een verpakking bevat twee schrikballonnen met verschillende kleur. Ze worden afwisselend gebruikt op dezelfde plaats. Wissel de ballonnen na ongeveer 3 weken om gewenning bij de vogels te voorkomen. Gebruik de twee verschillende ballonnen dus nooit tegelijkertijd. Als je meer ballons wil ophangen om een grote oppervlakte te beschermen, koop dan best een extra doos aan. Zo kun je met meerdere ballons van dezelfde kleur werken gedurende 3 weken, en ze daarna gezamenlijk vervangen door de tweede kleur schrikballons. Na weer 3 weken terug de oorspronkelijke kleur, enz.
Hoeveel schrikballons heb ik nodig in mijn tuin ? • Bij visvijvers, kleinfruit, groenten, … Hang de schrikballon bovenaan vast aan een lange stok (hout, bamboe, PVC, ..), die stevig in de bodem wordt verankerd. Zorg ervoor dat de ballon vrij kan ronddraaien in de wind. De linten onderaan de ballon moeten zich ongeveer 30 cm boven het gewas of wateroppervlak bevinden. Per 15 m² te beschermen grondoppervlak wordt er één schrikballon geplaatst van dezelfde kleur. • Bij hoogstam fruitbomen Voor een optimale afschrikking hangt men één afschrikballon per boom. Vanaf meer dan 5 m kruindiameter hangt men twee stuks in tegenovergestelde windrichting, van dezelfde kleur. De linten onderaan de ballon moeten zich zo’n 30 cm boven de kruin bevinden. Maak de ballon vast aan een (zeer) lange stok in de grond of met een kortere aan de takken. Zorg ervoor dat de ballon vrij kan ronddraaien in de wind. Predator eye balloon
22
Diameter ballon: 50 cm. Aanbeveling: regelmatig van kleur wisselen.
kraaiachtigen, spreeuwen, (bos)duiven, fazanten, reigers, enz. te beperken.
erwten, ...) en bij vijvers (visroof).
Mol Mini, de énige klem
voor gebruik in molshopen én in gangen. Mollen kunnen op korte tijd een grasveld
Mollen zijn het hele jaar aanwezig maar in de late winter en het vroege voor-
of siertuin tot een waar slagveld omvor-
jaar ontstaan de meeste molshopen. Dat heeft te maken met hun graafacti-
men. Molshopen ontsieren op deze ma-
viteit. Mollen moeten immers het hele jaar door evenveel voedsel opnemen
nier onze tuinen, en de gevormde gangen
om in leven te blijven. Vanaf het late najaar lopen echter, door de stijgende
hollen de ondergrond uit.
grondwatertafel, vele voedselgangen onder water en zijn ze genoodzaakt om meer aan de oppervlakte extra gangen bij te graven om hun voedselaanbod op peil te houden. Er is echter nog een bijkomende factor : door de dalende bodemtemperatuur vanaf het late najaar worden regenwormen en bodeminsecten ook minder actief. Hierdoor vallen ze minder spontaan in de bestaande voedselgangen van de mol. Een bijkomende reden voor de mol om extra voedselgangen aan te maken. Dit alles verklaart waarom er in de winter en het vroege voorjaar plots extra veel molshopen en –gangen verschijnen. De meest efficiënte techniek bestaat erin de mollen definitief weg te vangen. Hiertoe ontwikkelde Edialux de mollenklem MOL MINI. Ze kan zowel
Te z i e n b i j . . .
rechtstreeks in een molshoop als op de klassieke manier in een gang worden geplaatst, want deze unieke mollenklem laat een dubbel gebruik toe.
Hoe gaat u tewerk ? Wanneer u een molshoop aantreft, ga dan als volgt te werk: Verwijder de bovengrondse hoop aarde. Centraal, waar vroeger de molshoop lag, kunt u een opening naar beneden zien. In deze open gang plaatst u de MOL MINI. Ga vervolgens tewerk zoals vermeld op de verpakking.
Wanneer u een gang bemerkt, ga dan als volgt te werk: Graaf met een schopje op de plaats waar de gang zich bevindt over een breedte van 20 tot 30 cm grond weg, tot u een horizontale gang ziet. Plaats een gesloten klem zo ver mogelijk in de linkergang. Ga verder zoals vermeld op de verpakking. Plaats vervolgens op dezelfde manier een tweede klem in de rechtergang, want in loopgangen gebruikt men twee MOL MINI klemmen tegelijkertijd.
Mol Mini - 1 stuk
23
V.U. ir. Koen Linskens
Uniek waarschuwingssysteem van Edialux Het bestrijden van ziekten en plagen in de tuin is niet altijd even makkelijk. Gebruik ik wel het juiste middel? Pas ik de behandeling toe op het juiste moment? Heb ik nu last van insecten of mijten?
Zovele vragen, zovele twijfels! Om aan deze vragen tegemoet te komen heeft Edialux een uniek waarschuwingssysteem voor de tuinliefhebber ontwikkeld. Dit waarschuwingssysteem is GRATIS en wordt u rechtstreeks thuis, via e-mail, op uw computer aangeleverd. Het systeem zal u enkel een e-mail sturen wanneer het tijdstip is aangebroken om een bepaalde ziekte of plaag aan te pakken. Dit systeem zal u dan ook niet overspoelen met overbodige e-mails in uw mailbox. Integendeel, slechts gemiddeld om de 14 dagen ontvangt u een nieuw waarschuwingsbericht. In het voorjaar kan de frequentie iets hoger zijn; in het najaar iets lager. Het zal u als tuinliefhebber in staat stellen om meer doelgericht en efficiënt ziekten en plagen in te dijken met een minimum aan behandelingen en product.
Mens en milieu varen er wel mee! Naast ziekten en plagen zal ook mosbestrijding, onkruidbestrijding op paden, in het gazon, enz. aan bod komen om u op die wijze te ondersteunen.
Wat moet u doen? Het waarschuwingssysteem wordt u gratis aangeboden door de tuinspeciaalzaak in uw buurt. Daar zal men u een inschrijvingsbon met persoonlijke code aanreiken. Of u kunt deze inschrijvingsbon meenemen aan het rek met sproeistoffen. Met uw persoonlijke code kan u zich inloggen op de website van Edialux. Vervolgens zal u via uw tuinspeciaalzaak, door middel van een e-mailbericht, op het juiste tijdstip worden “gewaarschuwd”, wanneer bepaalde ziekten en/of plagen uw tuin dreigen te overspoelen, of wanneer mos- en onkruidbestrijding dienen uitgevoerd te worden. Zo eenvoudig werkt het unieke waarschuwingssysteem van Edialux! Mocht u nog meer informatie wensen, gelieve u dan te wenden tot uw plaatselijke handelaar.
Edialux n.v. • Rijksweg 28 • B-2880 Bornem • Tel. +32 (0)3 8862211 • Fax +32 (0)3 8862460 • E-mail
[email protected]
w w w. e d i a l u x . c o m