info voor de patiënt
Hormoontherapie bij prostaatkanker UZ Gent, Uro-oncologische groep
Hormoontherapie bij prostaatkanker
Hormoontherapie
Beste mijnheer, Uw arts heeft u een behandeling met hormonen voorgeschreven voor de behandeling van prostaatkanker of om gevorderde prostaatkanker onder controle te krijgen. Deze brochure wil u wegwijs maken in de hormoontherapie. Misschien zijn niet al de thema’s die in deze brochure aan bod komen, op u van toepassing. Uw arts zal u vertellen welke voor u belangrijk zijn. Hebt u nog bijkomende vragen, dan kan u hievoor uiteraard terecht bij uw behandelende arts en de verpleegkundig consulent uro-oncologie.
Inhoud
Hormonen De prostaatcellen, en ook prostaatkankercellen, zijn afhankelijk van het geslachtshormoon testosteron om te kunnen groeien, functioneren en toenemen in aantal. Dit hormoon veroorzaakt geen prostaatkanker, maar zorgt ervoor dat de prostaatkankercellen kunnen overleven. De grootste leverancier van deze hormonen zijn de teelballen (= testis). Slechts een klein deel van het testosteron wordt aangemaakt vanuit de bijnieren. De regulatie van de aanmaak van het testosteron gebeurt in de hersenen. De hersenen sturen signalen door naar de teelballen en bijnieren om al dan niet testosteron aan te maken. Wanneer de prostaatcellen geen contact hebben met androgenen (= geslachtshormonen), onder andere testosteron, dan treedt er celdood op (=apoptose).
Hormoontherapie
3
Soorten hormoontherapie
5
Normale bijwerkingen
8
Praktisch
12
Contactgegevens
16
Doel Door u hormoontherapie te geven, tracht de arts prostaatkankercellen te doden. Hormoontherapie wordt voornamelijk bij twee verschillende behandelingen gegeven. • Voor de behandeling van gelokaliseerde prostaatkanker1 met agressieve groeikenmerken of lokaal geavanceerde prostaattumoren die bijvoorbeeld door het kapsel of in de zaadblaasjes zijn gegroeid, kan hormoontherapie gecombineerd worden met uitwendige bestraling (= externe radiotherapie). De bedoeling is om de genezings- en overlevingskansen te verhogen in vergelijking met bestraling alleen. De radiotherapeut (=arts gespecialiseerd in bestralingstherapie) zal bij elke patiënt individueel beoordelen of hij al dan
1 Gelokaliseerde prostaatkanker is kanker beperkt tot de prostaat. Onderzoeken hebben nog niet kunnen aantonen dat de kanker verspreid is over andere delen van het lichaam. 2 Hormoontherapie bij prostaatkanker
Hormoontherapie bij prostaatkanker 3
niet baat zou kunnen hebben bij bijkomende hormoontherapie. De hormoontherapie wordt gedurende minimum 6 maanden tot 2 à 3 jaar gegeven. Vaak wordt hormoontherapie gegeven bij uitgebreide ziekte, dit wil zeggen dat er niet alleen kanker is ter hoogte van de prostaat, maar ook in andere delen van het lichaam. Wanneer lymfeklieren in het kleine bekken ingenomen zijn door tumorcellen, dan blijft genezing het doel van de hormoontherapie. Zijn er prostaatkankercellen vastgesteld in het bot (=botmetastase) dan heeft de hormoontherapie als doel de kanker langdurig onder controle te krijgen én het risico op ernstige verwikkelingen te verminderen (vb. druk op het ruggenmerg, breuken, niet meer kunnen plassen). Met onder controle krijgen, bedoelen we de groei van prostaatkankercellen te stoppen voor lange tijd. De hormoontherapie wordt in dit geval levenslang gegeven.
Controle Enkele weken na de start van de hormoontherapie zal uw arts het testosterongehalte in uw bloed bepalen. De bedoeling is dat er nauwelijks nog testosteron in het bloed gemeten wordt. De arts noemt dit het castratieniveau. Wanneer de hormoontherapie aanslaat, met andere woorden als de prostaatkanker hormoongevoelig is, zal ook de PSA2 dalen.
Soorten hormoontherapie Hormoontherapie kan op twee manieren werken. De eerste vorm van hormoontherapie zorgt ervoor dat de teelballen geen testosteron meer kunnen aanmaken. De tweede vorm blokkeert de toegang van testosteron tot de prostaat(kanker) cellen, waardoor deze cellen hun voedingsstoffen, met name testosteron, niet meer kunnen opnemen.
Operatie De arts kan u voorstellen om door een kleine ingreep uw testosteron te doen verminderen. De ingreep wordt uitgevoerd door een uroloog (=arts gespecialiseerd in prostaat-, blaas- en nierziekten). De uroloog zal het deel van de teelballen dat het testosteron aanmaakt, verwijderen (=intratunicale orchiectomie). De operatie kan onder plaatselijke verdoving gebeuren, u wordt dus niet in slaap gebracht. Deze vorm van hormoontherapie is de snelste manier om het castratieniveau te bereiken (gewoonlijk al in minder dan 12 uur). Het nadeel is dat deze ingreep definitief is en dat sommige mannen het psychologisch moeilijk hebben met het verwijderen van een gedeelte van de teelballen.
Medicijnen 2 PSA: ProstaatSpecifiek Antigen is een stof die door de prostaat afgescheiden wordt in het bloed.
LHRH-agonisten LHRH3-agonisten zijn medicijnen die inwerken op het regulatiemechanisme in de hersenen dat de teelballen aanzet tot het produceren van testosteron. Het doel is dat de teelballen geen testosteron meer aanmaken. De eerste week nadat u de LHRH-agonist kreeg, zal er echter meer testosteron aangemaakt worden. Dit wordt het ‘flare up’-fenomeen genoemd. Twee tot vier weken na de eerste keer dat u het medicijn kreeg, wordt het castratieniveau bereikt. Bij
3 LHRH: luteïniserend hormoon releasing hormoon 4 Hormoontherapie bij prostaatkanker
Hormoontherapie bij prostaatkanker 5
ongeveer negen op de tien patiënten die behandeld worden, wordt het castratieniveau bereikt. Dit medicijn bestaat enkel in een inspuitbare vorm. De arts geeft u een spuit in het onderhuids weefsel van de buik, dij of arm. Het medicijn zal daar een depot vormen. Dit wil zeggen dat het product geleidelijk aan zal vrijgegeven worden. Merknamen van LHRH-agonisten zijn: Zoladex®, Lucrin®, Decapeptyl® en DepoEligard®. Nadeel van deze therapie is het ‘flare up’-fenomeen. Vooral bij patiënten met uitgebreide ziekte kan dit betekenen dat de klachten tijdelijk nog verergeren, zoals botpijn en moeilijker of niet meer kunnen plassen. De arts zal om die reden eerst starten met anti-androgenen om dit ‘flare up’-fenomeen te onderdrukken. Anti-androgenen Anti-androgenen zijn medicijnen die de toegang van testosteron tot de prostaat(kanker)cellen blokkeren. In de anti-androgenen zijn twee groepen te onderscheiden: de steroïdale en de niet-steroïdale anti-androgenen. Ze verschillen op het gebied van nevenwerkingen en ziektecontrole. Anti-androgenen worden in pilvorm toegediend. U neemt dagelijks, gedurende de periode die de arts u voorschrijft, de pillen in. Merknamen van niet-steroïdale anti-androgenen zijn: Casodex® en Eulexin®. Androcur® is de merknaam van een steroïdaal anti-androgeen. LHRH-antagonisten LHRH-antagonisten werken net zoals LHRH-agonisten in op het regulatiemechanisme in de hersenen dat de teelballen aanzet tot het produceren van testosteron. Net zoals bij de LHRH-agonisten wordt het medicijn onderhuids ingespoten en geleidelijk aan vrijgegeven. Verschillend met de LHRH-agonisten is dat er hier geen ‘flare-up’ fenomeen optreedt.
Combinatietherapie De hormoontherapie kan uit enkel LHRH-agonisten, voorafgegaan door een korte kuur met anti-androgenen, bestaan. Er zijn ook combinaties en toedieningsschema’s van verschillende medicijnen mogelijk. Uw arts zal, afhankelijk van uw ziekteproces, uw voorkeur en de te verwachten nevenwerkingen, bepalen voor welke therapie u in aanmerking komt. Twee vormen van combinatietherapie zijn maximale androgeenblokkade en intermittente hormoontherapie. Maximale androgeenblokkade Bij maximale androgeenblokkade wordt de productie van het testosteron door de teelballen stopgezet (door operatie of medicijnen). Daarnaast wordt de kleine hoeveelheid testosteron die door de bijnier aangemaakt wordt, de toegang tot de prostaat(kanker)cel ontzegd. De maximale androgeenblokkade kan bereikt worden door de combinatie van een LHRH-agonist en een bij voorkeur nietsteroïdaal anti-androgeen. U neemt in dit geval pillen en u krijgt inspuitingen. Intermittente hormoontherapie Bij intermittente hormoontherapie wordt de behandeling tijdelijk onderbroken als het PSA onder een bepaald niveau blijft en er geen tekenen zijn van het voortschrijden van de ziekte. Als het PSA weer stijgt of er klachten zijn die te wijten zijn aan de ziekte, dan wordt de hormoontherapie weer opgestart. Wanneer de behandeling onderbroken is, volgt de arts u strikt op om te bepalen of de behandeling onderbroken mag blijven of weer opgestart moet worden.
Merknamen van LHRH-antagonisten zijn Plenaxis® en Firmagon®.
6 Hormoontherapie bij prostaatkanker
Hormoontherapie bij prostaatkanker 7
Normale bijwerkingen Hormoontherapie heeft zoals de meeste medicijnen een aantal nevenwerkingen. Laat u niet afschrikken door deze opsomming. U zal hoogstwaarschijnlijk niet van alle nevenwerkingen last hebben. De ernst van de nevenwerkingen verschilt van persoon tot persoon en is onvoorspelbaar. Als u last heeft van één of meerdere nevenwerkingen, spreek er dan over met uw arts. De meest voorkomende bijwerkingen van hormoontherapie zijn opvliegers, osteoporose, vermindering van het libido en erectiestoornissen. Minder voorkomende nevenwerkingen zijn borstontwikkeling, gewichtstoename, vermindering van de spiermassa, haarveranderingen, veranderingen in het bloed en bloedarmoede. Mogelijk kan u ook last krijgen van vermoeidheid en stemmingsveranderingen.
Meest voorkomende bijwerkingen Opvliegers Opvliegers of warmteopwellingen zijn een plots, sterk gevoel van warmte. U begint spontaan te transpireren en uw gezicht kan rood aanlopen. Deze nevenwerking komt meestal pas drie maanden na de start van de behandeling voor. Ongeveer 50% tot 80% van de mannen onder hormoontherapie heeft hier in meer of mindere mate last van.
Osteoporose Bij osteoporose of botontkalking treedt een verminderde botdichtheid en verstoring van de samenhang op. Dit leidt tot een hogere kans op breuken. De botontkalking start bij het begin van de hormoontherapie. Uw arts zal daarom vaak bij start van de therapie al beschermende middelen voorschrijven zoals calcium en vitamine D. Wat u zelf kan doen om de osteoporose te remmen is stoppen met roken, alcolholinname verminderen, overgewicht tegengaan en zorgen voor lichaamsbeweging (zoals wandelen en joggen). Verminderd libido Doordat het testosteron in het bloed sterk verlaagd wordt, vermindert uw zin in seks. Dit kan uw levenskwaliteit en die van uw partner beïnvloeden. Het is daarom erg belangrijk om uw partner hiervan op de hoogte te brengen. Praat er ook over met uw arts als u dit wenst. Erectiestoornissen Bij een erectiestoornis lukt het regelmatig niet om een erectie te krijgen of te behouden die voldoende is voor seksuele betrekkingen. De ernst van de erectiestoornis hangt af van de kwaliteit van de erecties die u had voor u met de hormoontherapie startte én de mate waarin u last hebt van verminderd libido door de hormoontherapie. Praat er ook over met uw arts. Die kan u helpen en medicijnen of een andere therapie opstarten.
Hebt u last van opvliegers, dan kan u zelf al een aantal zaken ondernemen. U kan bepaalde uitlokkende factoren vermijden, zoals een plotse overgang van een koude naar een warme omgeving, roken, hete dranken, alcohol, cafeïne en sterk gekruid voedsel. Sommige mannen hebben helemaal geen last bij één of meerdere van deze uitlokkende factoren. Om een vochtige huid te vermijden, raden we aan om katoenen kledij te dragen en vochtige kledij en beddengoed regelmatig te verschonen. Een goede lichaamshygiëne blijft belangrijk. Als de opvliegers de kwaliteit van uw leven te erg verstoren, spreek er dan over met uw arts.
8 Hormoontherapie bij prostaatkanker
Hormoontherapie bij prostaatkanker 9
Minder voorkomende bijwerkingen Borstontwikkeling Borstontwikkeling of een (soms pijnlijke) toename van het klierweefsel in de borststreek kan ook een nevenwerking zijn van hormoontherapie. Deze bijwerking hangt meestal samen met de soort hormoontherapie (anti-androgenen) die gegeven wordt. Als uw borst of tepels pijnlijk zijn, dan draagt u best een onderhemdje onder uw kledij, zodat schuren vermeden wordt.
Vermoeidheid en stemmingsveranderingen Vermoeidheid Vermoeidheid of gebrek aan energie is een bijwerking die kan wegen op uw levenskwaliteit. Om de vermoeidheid voor een stuk onder controle te krijgen, kan u een informatiesessie volgen in het ziekenhuis. Uw uro-oncologie verpleegkundige geeft hierover graag meer uitleg. Stemmingsveranderingen
Gewichtstoename en vermindering van de spiermassa De meeste mannen die hormoontherapie krijgen, zullen enkele kilo’s zwaarder worden. De hoeveelheid lichaamsvet neemt met ongeveer 10% toe en de spiermassa neemt af.
Onder stemmingsveranderingen verstaan we zwaarmoedigheid, zich emotioneel voelen (sneller huilen), depressieve klachten of angstig zijn. Als u of uw naasten merken dat u depressieklachten hebt of zich angstig voelt, dan verwittigt u best uw arts.
Ter preventie is het goed om aan lichaamsbeweging te doen en gezond te eten. Haarveranderingen Het is mogelijk dat er ook veranderingen zijn in uw hoofdhaar en lichaamsbeharing als gevolg van de hormoontherapie. Sommige mannen krijgen meer hoofdhaar, het lichaamshaar op andere plaatsen vermindert en de baard wordt zachter. Veranderingen in het bloed Ten gevolgen van de therapie kunnen er veranderingen optreden in het bloed. U kan last krijgen van een verhoogde bloedsuikerspiegel (=glycemie), verhoging van de bloedvetten en veranderingen in de cholestrol. Als u risico’s loopt, zal uw arts u extra opvolgen. Bloedarmoede Bij bloedarmoede (=anemie) hebt u een lage hoeveelheid rode bloedcellen. Dit kan ervoor zorgen dat u zich erg moe voelt en geen energie meer hebt. Indien nodig zal uw arts een bloedonderzoek laten doen en u een behandeling voorstellen. 10 Hormoontherapie bij prostaatkanker
Hormoontherapie bij prostaatkanker 11
Praktisch
Wanneer u de inspuiting door de huisarts laat doen, zal hij of zij samen met u opvolgen wanneer u de volgende inspuiting moet krijgen. Maak meteen een afspraak voor de volgende inspuiting.
Kostprijs
U kan de spuit ook laten toedienen door de radiotherapeut of uroloog. De keuze is vrij, maar het is eenvoudiger dat telkens dezelfde arts de inspuiting geeft, zodat hij of zij mee kan opvolgen of u wel tijdig de inspuitingen krijgt.
Deze medicijnen zijn volledig terugebetaald door uw mutaliteit. Hiervoor hebt u wel een attest nodig van de arts. Hij kan dit attest enkel schrijven als hij ‘bewijs’ heeft dat u voor deze therapie in aanmerking komt. Dit wil zeggen dat er een prostaatbiopsie4 moet genomen worden om tumorcellen in de prostaat aan te tonen. Het is best mogelijk dat u deze biopsie al eerder kreeg en dat er toen tumorcellen aanwezig waren. In dat geval moet u niet nog eens de biopsie ondergaan.
Attest Het attest voor de medicijnen geeft u af bij de mutualiteit. Zij zorgen ervoor dat het attest bij de adviserend geneesheer terecht komt. U hoeft niet te wachten tot u een goedkeuring gekregen hebt tot terugbetaling voor u de medicijnen gaat kopen. De goedkeuring kan verschillende weken op zich laten wachten. Het attest moet jaarlijks hernieuwd worden.
Toediening medicijn De medicatie in pilvorm neemt u bij voorkeur telkens op hetzelfde moment van de dag in, bijvoorbeeld bij het ontbijt. Al deze pillen mogen bij of onafhankelijk van de maaltijd ingenomen worden. De medicatie in spuitvorm moet door een arts toegediend worden. De arts geeft u een voorschrift mee voor deze spuiten. U haalt de spuit bij de apotheker en brengt deze mee naar de consultatie.
4 Prostaatbiopsie: tijdens dit onderzoek worden kleine stukjes weefsel weggenomen in de prostaat. 12 Hormoontherapie bij prostaatkanker
Hormoontherapie bij prostaatkanker 13
Naam medicijn
Startdatum
Hoeveelheid
Opmerking
Vragen? Noteer ze hier
14 Hormoontherapie bij prostaatkanker
Hormoontherapie bij prostaatkanker 15
Polikliniek Urologie Tel. 09 332 22 78
v.u.: J. Peeters, afgevaardigd bestuurder UZ Gent, De Pintelaan 185, 9000 Gent
Polikliniek Radiotherapie Tel. 09 332 30 15
Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185 - 9000 Gent Tel. +32 (0)9 332 21 11 - Fax +32 (0)9 332 38 00
[email protected] - www.uzgent.be
MODULO.be 118542
Mei 2011
Deze brochure werd enkel ontwikkeld voor gebruik binnen het UZ Gent. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het UZ Gent.