Project Dieren C- verrijking week 6
Info plus – Vogels Kenmerken Alle vogels hebben veren. Geen enkel ander dier heeft veren. De voornaamste functie van veren is dat ze goed beschermen. Tussen de veren wordt lucht vastgehouden en dat zorgt voor een beschermend (isolerend) laagje, waardoor er weinig warmte van het lichaam van de vogel verloren gaat. Voor watervogels vormen de veren vergroting van een pauwenveer samen met vet een waterdichte laag. Veren gaan niet een heel vogelleven mee, maar worden geregeld ‘ververst’. Dan zeggen we dat de vogel ‘in de rui’ is. Veel vogels ruien in de herfst, en soms ook nog een keer in het voorjaar. Zolang veren droog zijn, zijn ze licht genoeg om mee te vliegen. Daarom moeten sommige vogels, zoals een aalscholver, hun vleugels laten drogen na een duik in het water. Je ziet aalscholvers soms met de vleugels uitgespreid in de zon zitten. Zo drogen ze hun vleugels. Niet alle dieren die kunnen vliegen zijn vogels. Vleermuizen en insecten bijvoorbeeld. Vogels hebben lichte, voor een deel ook holle botten. De holle botten zijn lichter in gewicht. Zij hebben geen tanden, dat zou ze te zwaar maken. Kauwen kunnen ze dus niet, maar dat doet hun maag eigenlijk voor ze. Vogels hebben een gespierde maag. Die maag “kauwt” eigenlijk hun voedsel. In hoofdstuk vier heb je kunnen lezen dat de duif zelfs kleine steentjes eet om het een aalscholver die zijn vleugels droogt voedsel in zijn maag beter te kunnen “kauwen”. Ook hebben vogels speciale longen, omdat zij veel zuurstof nodig hebben voor de spieren in hun vleugels. Wanneer ze hoog vliegen, moeten zij geen probleem krijgen met de dunnere lucht. Hoe verder van de aarde, des te dunner wordt de lucht. Vogellongen zijn daar dan ook helemaal op gebouwd. De lucht stroomt er maar in één richting doorheen, dus niet er in en er weer uit zoals bij een mens.
Project Dieren C-verrijking week 6
1
De grote en de kleine borstspier zijn de spieren die hij gebruikt om te vliegen. De grote borstspieren worden gebruikt om de vleugels omlaag te slaan. De kleine borstspieren brengen de vleugel weer omhoog. De grote en de kleine borstspieren werken dus om de beurt tijdens het vliegen.
kolibri
Roofvogels Lees nu in je tekstboek de Extra Info over roofvogels (blz. 106-108 ). De mens is al heel lang onder de indruk van roofvogels. In veel culturen werden ze als symbool gebruikt voor kracht en moed, en soms zelfs als boodschapper van de goden. Toch is de mens lang de grootste vijand van de roofvogels geweest. Ze werden gezien als bedreiging bij de jacht en daarom werden ze doodgeschoten, hun eieren werden weggehaald en hun jongen gedood. De mens ging dorpen en steden bouwen, waardoor het leefgebied van de roofvogels steeds kleiner werd. Roofvogels staan aan het einde van de voedselketen. Veel roofvogels zijn dood gegaan omdat de mens gif gebruikte om onkruid te bestrijden. Er werd vooral van veel DDT gebruikt, een zeer giftig bestrijdingsmiddel. Als een gewas werd bespoten met DDT, en de muizen aten van het graan, dan bleef de DDT in de muis zitten. Als een roofvogel veel muizen at, kreeg hij zo veel te veel DDT binnen. De vogel stierf dan door het vele gif in zijn lijf. DDT mag gelukkig niet meer gebruikt worden. Nu worden roofvogels beschermd, omdat de mens gemerkt heeft dat ze belangrijk zijn voor het evenwicht in de natuur en eigenlijk geen bedreiging meer zijn bij de jacht. Alle roofvogels hebben een krop. De krop zit in de keel van de vogel Het is een soort opslagruimte voor voedsel. Het klinkt misschien raar, maar uilen en kraaien zijn geen roofvogels, omdat ze geen krop hebben. Het zijn wel vleeseters.
havik
Project Dieren C-verrijking week 6
buizerd die eet van een dood konijn
2
De valkerij Het jagen met roofvogels wordt valkerij genoemd. Let op! Het is dus niet jagen óp vogels, maar jagen mét vogels. Vroeger werd er in Europa veel met roofvogels gejaagd. Een keizer mocht jagen met een arend (of adelaar), een koning met een giervalk, een graaf met een slechtvalk, een jonkvrouw met een smelleken, een jonker met een havik en een priester met een sperwer. Je kon aan de vogel zien hoe belangrijk iemand was.
slechtvalk
smelleken
giervalk
De roofvogels werden meestal als kuiken uit het nest gehaald. Ze werden getraind door de valkenier. De vogel werd een aantal dagen verzorgd, gestreeld en gevoed, waardoor hij aan mensen gewend raakte. De ogen van de vogel werden afgedekt door het opzetten van een huif, een soort leren mutsje. Dat gebeurde om de vogel niet te veel te laten schrikken. Je ziet zo’n mutsje op de afbeelding hieronder. De vogels moesten ook wennen aan het zitten op de handschoen van de valkenier of van degene voor wie ze moesten jagen. Ook veel gewone mensen in de Middeleeuwen hadden een afgerichte roofvogel. Dit was namelijk een goede manier om wat vlees op tafel te krijgen. Ze lieten de vogel met huif vogel voor hen jagen. In de valkerij waren Nederland en België erg belangrijk. Ze lagen namelijk onder de trekroute van de slechtvalken, een heel populaire jachtvogel. Op een speciale manier wisten de boeren de slechtvalken te vangen, en dat leverde natuurlijk geld op. Een heel gezin kon vaak wel 3 maanden eten van de verkoop van één valk. Valkenswaard is een plaats in Nederland waar vroeger veel valken werden verkocht en waar veel valkeniers woonden. Na de Middeleeuwen is de valkerij erg afgenomen. Alle kennis uit die tijd over het africhten van valken is wel bewaard gebleven, vooral in Engeland. De valkerij bestaat nog steeds, al is er wel iets veranderd. De roofvogels die getraind worden komen niet meer uit het wild, maar worden gefokt. De valkeniers jagen niet alleen met hun vogels, maar geven ook demonstraties. Daarbij vertellen zij veel over de vogels, zodat het publiek vermaakt wordt en ook iets leert over roofvogels. Het publiek kan zien hoe mooi en bijzonder deze vogels zijn.
Project Dieren C-verrijking week 6
3
Naast de eigenlijke jacht helpen veel roofvogels mee om de overlast van andere vogels, zoals duiven en meeuwen te bestrijden, bijvoorbeeld bij een vliegveld. Die vogels zijn bang voor de roofvogels en blijven weg.
een roofvogel op de handschoen van de valkenier Valken hoog! is het afscheidswoord van valkeniers
Wist je dat…
Project Dieren C-verrijking week 6
bij de meeste roofvogels de vrouwtjes groter zijn dan de mannetjes? een steenarend van alle dieren de beste ogen heeft en een konijn kan zien van een afstand van 2 kilometer? een valk open terrein nodig heeft om te kunnen jagen omdat hij vanuit de lucht neerduikt op zijn prooi? een havik wel in een bos kan jagen? een moderne valkenier zijn vogels vaak uitrust met een bel en een zendertje aan zijn staartveren zodat hij hem gemakkelijker kan terugvinden?
4
Info plus – Opdrachten 1. Zoek in de atlas op waar Valkenswaard ligt. 2. Waarom is het niet onnatuurlijk voor een roofvogel om een groot deel van de dag stil te staan op een rek bij een valkenier? 3. Een valk krijgt vaker een huif op dan roofvogels. Schrijf op waarom dat is. 4. De valkerij kent heel veel vreemde woorden, zoals: een horst (nest), een loer (nepprooi), de muit (rui), roesten (zitten, rusten of slapen van een roofvogel), een sakreet (mannelijke sakervalk), smetsel (ontlasting van een roofvogel), zeeg zijn (‘tam zijn’ van een roofvogel, hoewel deze nooit echt tam wordt). Dit zijn vaak heel oude woorden. Leg eens uit waarom er in de valkerij zoveel oude woorden voorkomen. 5. Wat vind jij ervan dat roofvogels worden gebruikt om de overlast van duiven en meeuwen te bestrijden? Leg je antwoord uit. 6. In Nederland moet je een vergunning hebben om een roofvogel te mogen houden. En ook een vergunning om met een roofvogel te mogen jagen. Er mogen maar ongeveer 200 mensen in heel Nederland jagen met roofvogels. Dat is wel weinig. Waarom zou de overheid maar zo weinig vergunningen uitgeven?
Project Dieren C-verrijking week 6
5