Industrie Leidraad no. 16
Richtlijnen voor omgang met natuurlijke radioactieve stoffen (NORM)
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
1 van 61
Document Control Sheet
Revision History Rev
Date
Description
Author
0
1/8/1994
Issued for implementation
Ruud Janssen
1
1/5/2009
Update
Ruud Janssen
Reviewed H&S Committee H&S Committee
Approved Executive Committee Executive Committee
This document will be controlled by the NOGEPA Secretary. This document will be sent to the NOGEPA Executive Committee for approval if: - A new Guideline is issued. - Significant changes are made to the content of the Guideline. All other changes and revisions will be approved by the Health and Safety Committee. Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
2 van 61
Lijst van afkortingen A
Activiteit
AI
Arbeidsinspectie
ADR
Accord européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route
ALARA
As Low As Reasonably Achievable
BeSD
Begeleidend stralingsdeskundige
Bi
Bismuth
Bq
Becquerel
BS
Besluit stralingsbescherming
E&P
Exploratie en Productie
IAEA
International Atomic Energy Agency
ICRP
International Commission on Radiological Protection
IGM
Inspecteur Generaal der Mijnen
IMDG
International Maritime Dangerous Good
IMO
International Maritime Organisation
KEW
Kernenergiewet
LSA
Lage Specifieke Activiteit
NABIS
Natuurlijke bronnen van ioniserende straling
NORM
Naturally Occurring Radioactive Material
Pb
Lood
Po
Polonium
Ra
Radium
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
3 van 61
Rn
Radon
SBO
Stralingsbeschermingsoperator
SCO
Surface Contaminated Object
SodM
Staatstoezicht op de Mijnen
Th
Thorium
U
Uranium
VSD
Verantwoordelijk stralingsdeskundige
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
4 van 61
INHOUDSOPGAVE
Lijst van afkortingen
2
Inhoudsopgave
4
1.
Inleiding
5
2.
Doel
5
3.
Nationale en internationale regelgeving
6
3.1 De aanbevelingen van de ICRP 3.2 De Euratom richtlijnen 3.3 De Nederlandse wetgeving
6 6 6
Beleidsstandpunten van NOGEPA
8
4.1 Rechtvaardiging 4.2 ALARA 4.3 Dosislimieten 4.4 Meldings- en vergunninggrenzen 4.5 Vergunningprocedures 4.6 Controle op radioactiviteit in de productie-installaties 4.7 Melden aan de overheid
8 8 8 9 9 9 10
Organisatie van de stralingsbescherming
10
5.1 Algemeen 5.2 De ondernemer 5.3 De verantwoordelijk stralingsdeskundige (VSD) 5.4 De begeleidend stralingsdeskundige (BeSD)
10 11 11 12
6.
Referenties
13
7.
Appendices
15
Leeswijzer I. Herkomst en begrip van NORM II. Grenswaarden radioactiviteit en meetmethoden III. Generieke stappenplannen voor kritische werkzaamheden IV. Formulieren & standaarden V. Procedures
14 16 18 21 25 52
4.
5.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
5 van 61
1
INLEIDING
De mogelijke aanwezigheid van verhoogde concentraties natuurlijke radioactieve stoffen (NORM) in productie-installaties en rest- en afvalstoffen is in de Nederlandse Exploratie & Productie industrie (E&P) inmiddels een bekend en geaccepteerd verschijnsel (zie appendix I). Voor de omgang met deze stoffen is in 1994 al een industrie-overkoepelende richtlijn opgesteld (ref. 1). Sindsdien is veel praktische ervaring opgedaan. Dit document verwerkt de opgedane inzichten en de nieuwe regelgeving in een nieuwe richtlijn voor de E&P industrie. In het Besluit stralingsbescherming (BS, ref. 2) is de ondernemer verregaand verantwoordelijk voor de omgang met radioactieve stoffen. De ondernemer kan echter de aan hem toebedeelde taken naar andere functionarissen delegeren . De invulling die in deze richtlijn gegeven wordt, beoogt in algemene zin deskundigheid te koppelen aan het behoud van overzicht, maar is niet normatief. De operationele invulling in deze richtlijn is globaal van opzet. Van de diverse kritische processen worden alleen de noodzakelijke stappen beschreven. Een Mijnbouwonderneming kan van deze richtlijn afwijken teneinde deze meer in overeenstemming te brengen met de specifieke eisen van haar organisatie en/of bestaande procedures binnen die Mijnbouwonderneming. Echter, in alle gevallen zullen de verplichtingen en verantwoordelijkheden m.b.t. de organisatie van de stralingsbescherming zoals neergelegd in deze richtlijn duidelijk herkenbaar en toegewezen dienen te zijn. Een aantal aspecten uit het BS komen in deze richtlijn niet aan de orde. Sommige vallen buiten de doelstelling van deze richtlijn (bijv. de omgang met ingekapselde bronnen), terwijl andere niet of zo zelden voorkomen dat het weinig zinvol is om er in deze richtlijn aandacht aan te besteden (bijv. blootgestelde werkers, blootstelling van zwangere vrouwen, etc.).
2
DOEL
Het doel van deze richtlijn is te voorzien in een geaccepteerd raamwerk teneinde uniformiteit op hoofdlijnen en eenduidigheid met betrekking tot aan NORM gerelateerde E&P activiteiten te bewerkstelligen. Er wordt beoogd een structuur voor de uit te voeren taken met betrekking tot de stralingsveiligheid aan te bieden, waarbinnen de individuele Mijnbouwondernemingen de specifieke kenmerken van hun bedrijfsvoering kunnen verwerken. De richtlijn is bedoeld om offshore en onshore Mijnbouwondernemingen behulpzaam te zijn bij het veilig bedrijven van de installatie, indien het risico van NORM besmetting aanwezig mocht zijn en om gezondheids- en milieurisico's te minimaliseren, in overeenstemming met het Nederlandse stralingsbeschermingsbeleid en de wet- en regelgeving.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
6 van 61
3
NATIONALE EN INTERNATIONALE REGELGEVING
3.1
De aanbevelingen van de ICRP
De regelgeving met betrekking tot ioniserende straling is gebaseerd op internationaal geaccepteerde grondbeginselen van de stralingsbescherming. Deze grondbeginselen worden sedert decennia geformuleerd door de "International Commission on Radiological Protection" (ICRP). Bijna alle nationale en internationale regelgevende instanties, waaronder Euratom en die van EG lidstaten, gebruiken de ICRP aanbevelingen als basis voor hun regelgeving. Van tijd tot tijd herziet de ICRP zijn aanbevelingen, om ze in overeenstemming te houden met de nieuwste wetenschappelijke inzichten betreffende de risico’s van ioniserende straling. In 1990 is de basisfilosofie in de ICRP aanbevelingen voor het laatst herzien (ref. 4), hetgeen geresulteerd heeft in lagere dosislimieten voor werkers en voor leden van de bevolking. Deze limieten zijn voor blootgestelde werkers gesteld op 20 mSv per jaar, gemiddeld over 5 achtereenvolgende jaren, met een maximum van 50 mSv per jaar. Voor leden van de bevolking en niet-blootgestelde werknemers is de dosislimiet gesteld op 1 mSv per jaar.
3.2
De Euratom richtlijnen
De stralingsbeschermingsaanbevelingen uit ICRP-60 zijn uitgewerkt door de Europese Gemeenschap in de richtlijn 96/29/Euratom (ref. 5). De richtlijn 96/29/Euratom bevat ten opzichte van de vorige richtlijn onder meer strengere dosislimieten voor werknemers en bevolking, nuclidespecifieke meldings- en vergunninglimieten, de verplichting tot risico-inventarisatie, meer eisen ten aanzien van de beginselen rechtvaardiging en optimalisatie. Daarnaast bevat het de mogelijkheid tot het stellen van vrijgavegrenzen en dosisbeperkingen en de uitbreiding van de werkingssfeer tot werkzaamheden met natuurlijke radioactiviteit. Tot slot wordt aandacht besteed aan potentiële blootstelling en interventie.
3.3
De Nederlandse Wetgeving
De KEW vormt de basis van de Nederlandse wetgeving voor het omgaan met ioniserende straling en radioactieve stoffen. De wet is een raamwet, hetgeen inhoudt dat een uitwerking van de in de wet genoemde onderwerpen wordt gegeven in besluiten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. De voor de E&P-industrie meest relevante besluiten zijn: 1) Besluit stralingsbescherming (BS, ref. 2). 2) Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen (Bvser, ref. 6). 3) Regeling natuurlijke bronnen van ioniserende straling (ref. 7). 4) Besluit in-, uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen (ref. 9)
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
7 van 61
3.3.1
HET BESLUIT STRALINGSBESCHERMING
De Euratom richtlijn 96/29/Euratom wordt geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving door middel van het Besluit Stralingsbescherming (BS). Het BS regelt de bescherming van werkers en leden van de bevolking tegen de risico's van blootstelling voor alle toepassingen/werkzaamheden met straling en radioactieve stoffen. In het BS wordt o.a. expliciet onderscheid gemaakt tussen handelingen en werkzaamheden. Er worden strengere eisen gesteld aan de deskundigheid. Tevens wordt expliciet vermeld dat het niet verboden is productiewater in de bodem te lozen, mits dit gebeurt middels injectie in een soortgelijke bodemformatie en diepte als waaruit het water afkomstig is en op zodanige wijze dat het water niet in andere watervoerende lagen komt.
3.3.2
HET BESLUIT VERVOER SPLIJTSTOFFEN, ERTSEN EN RADIOACTIEVE STOFFEN
In de eerste plaats dient het transport van radioactieve materialen te voldoen aan de internationale transportvoorschriften (o.a. Richtlijn 96/29/Euratom en het ADR). De transportregels voor radioactieve stoffen zijn gespecificeerd in het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen (Bvser). In het Bvser wordt gerefereerd aan transportregels over land (VLG), over het spoor (VSG) en over de binnenwateren (VBG) van gevaarlijke stoffen. Radioactieve stoffen met een activiteitsconcentratie beneden de vrijstellingswaarde uit deze transportwetgeving zijn vrijgesteld van de internationale transportvoorschriften. De wijziging van het Bvser in 2004 en de daarop volgende versies brengen dit besluit in overeenstemming met de van kracht zijnde nationale en internationale wet- en regelgeving. Voor het continentaal plat zijn de regels gespecificeerd in het International Maritime Dangerous Goods Code (IMDG-code). De internationale regels voor luchttransport zijn buiten beschouwing gelaten.
3.3.3
REGELINGEN
In het BS wordt voor de uitwerking van deelaspecten verwezen naar regelingen. Deze zijn onderdeel van de stralingswetgeving en zijn, voor zover relevant, verwerkt in deze NOGEPA-richtlijn. De voor de E&Pindustrie meest relevante regeling is de Regeling natuurlijke bronnen van ioniserende straling (NABIS2008). Hierin wordt o.a. een nadere uitwerking gegeven van die situaties, waarin "de schade ten gevolge van werkzaamheden" bepaald kan/moet worden door middel van oppervlaktebesmettingsmetingen, onder welke voorwaarden het mengen van radioactieve reststoffen is toegestaan en op welke wijze een melding dient te worden gedaan of een vergunning dient te worden aangevraagd.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
8 van 61
4
BELEIDSSTANDPUNTEN VAN NOGEPA
Het beleid van NOGEPA is het bevorderen van een samenhangend en eenduidig systeem van stralingsbescherming binnen alle deelnemende Mijnbouwondernemingen in overeenstemming met de bestaande wetgeving, het anticiperen op en het ontwikkelen van regelgeving in lijn met de nationale, Europese en internationale praktijk. De belangrijkste standpunten worden hieronder uiteengezet.
4.1
Rechtvaardiging
Alleen die handelingen en werkzaamheden zijn toegestaan, die door het bevoegd gezag gerechtvaardigd zijn. Omdat olie- en gaswinning als gerechtvaardigde werkzaamheid is opgenomen in de Regeling bekendmaking rechtvaardiging gebruik van ioniserende straling (ref. 8), kan bij toekomstige vergunningaanvragen hier direct naar verwezen worden.
4.2
ALARA
De werkzaamheden in de E&P industrie worden op een dusdanige wijze uitgevoerd, dat blootstelling aan straling van werkers en leden van de bevolking (zowel persoonlijk als collectief) zo laag als rederlijkerwijs mogelijk zal zijn, waarbij sociale en economische factoren in rekening zijn gebracht. Daarnaast worden de werkzaamheden zodanig uitgevoerd dat de kans op potentiële blootstelling en de dosis bij die blootstelling zo laag als redelijkerwijs mogelijk is. De wijze van optimalisatie dient te worden aangegeven in de van toepassing zijnde procedures en werkvoorschriften.
4.3
Dosislimieten
4.3.1
DOSISLIMIETEN VOOR WERKERS
Het is het uitgangspunt van NOGEPA's stralingsbeschermingsbeleid dat de werkzaamheden zodanig worden verricht, dat de blootstelling van werkers in de E&P industrie beneden de 1 mSv per jaar (of de relevante orgaandosis) blijft en dat de werkers kunnen worden geclassificeerd als niet-blootgestelde werkers. 4.3.2
DOSISLIMIETEN VOOR DE BEVOLKING
De werkzaamheden van de E&P industrie zullen op een zodanige wijze ondernomen worden, dat: - leden van de bevolking, die zich buiten de locatie bevinden, niet zullen worden blootgesteld aan stralingsdoses van meer dan 0,1 mSv per jaar per bron Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
9 van 61
-
4.4
leden van de bevolking, die zich op de locatie bevinden, niet zullen worden blootgesteld aan stralingsdoses van meer dan 1 mSv per jaar of de relevante orgaandosis.
Meldings- en vergunninggrenzen
In het BS worden nuclidespecifieke vrijstellingswaarden vermeld, zowel voor de specifieke activiteit per nuclide als voor de totale activiteit. Bij de aanwezigheid van meerdere nucliden dient een sommatieregel (zie Appendix III) te worden toegepast. Indien de activiteitsconcentratie hoger is dan de vrijstellingswaarde, maar lager dan 10x de vrijstellingswaarde is er sprake van meldingsplicht. Stoffen met een activiteitsconcentratie groter dan 10x de vrijstellingswaarde zijn vergunningplichtig. Voor lozingen van natuurlijke radionucliden in water en lucht zijn in het BS aparte vrijstellingsgrenzen gegeven. In appendix 3 worden voor de belangrijkste nucliden uit de E&P-industrie de diverse meldings- en vergunninglimieten opgesomd.
4.5
Vergunningprocedures
Mijnbouwondernemingen dienen een vergunning aan te vragen voor werkzaamheden met of lozingen van natuurlijke radioactieve stoffen, waarvan de specifieke en totale activiteit de in BS vermelde waarden voor vergunningplicht overschrijdt. Indien alleen de waarden voor meldingsplicht overschreden worden, kan worden volstaan met het uitvoeren van een melding. Indien in een vergunningaanvraag ook alle vereiste gegevens van de meldingsplichtige stoffen worden vermeld, hoeven deze niet apart gemeld te worden. Het BS is niet van toepassing op het vervoeren van radioactieve stoffen en het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen van deze stoffen. Daar is het Bvser op van toepassing, dat een meldingsplicht kent voor natuurlijke radioactieve stoffen. Voor het exporteren van vergunningplichtige radioactieve afvalstoffen, dient een vergunning op basis van het Besluit in-, uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen (ref. 9) aangevraagd te worden.
4.6
Controle op radioactiviteit in de productie-installaties
Niet vergunningplichtige installaties Productie-installaties die niet geclassificeerd zijn als meldings- of vergunningsplichtig dienen periodiek gecontroleerd te worden op de aanwezigheid van radioactieve stoffen. Het tijdstip van een volgende controle is afhankelijk van de resultaten van de laatste controle, waarbij in het algemeen een periode van 4 jaar (of bij de eerstvolgende opening daarna) aangehouden kan worden. Ervaring leert dat ook kort na het in gebruik nemen van nieuwe putten al radioactieve afzettingen kunnen worden aangetroffen. Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
10 van 61
Meldings-/vergunningplichtige installaties Het wordt aanbevolen om bij alle werkzaamheden, waarbij productvoerende of producthoudende installaties of installatiedelen geopend worden, controlemetingen uit te voeren. Indien in een vergunning de verplichting tot een meetprogramma is opgenomen, dan dient voor de controle van deze installaties en de monstername minimaal het meetprogramma gevolgd te worden (zie Appendix V). Het nemen van monsters voor gammaspectrometrische analyses wordt zinvol geacht voor de classificatie van installaties, reststoffen, het voldoen aan vergunningverplichtingen en/of ter informatie van ver/bewerkers van radioactieve reststoffen. De controles moeten uitgevoerd worden door goed opgeleide, getrainde en ervaren medewerkers, die door de VSD van de Mijnbouwonderneming geaccepteerd zijn.
4.7
Melden aan de Overheid
Met de introductie van het begrip ‘melding’ in het BS krijgt het melden aan het bevoegd gezag een tweevoudige betekenis. Enerzijds betreft het het melden zoals bedoeld in Besluiten en Regelingen, anderzijds betreft het het verstrekken van bepaalde specifieke informatie. Melden in de tweede betekenis wordt vaak als voorschrift opgenomen in een vergunning. Zowel in het BS als in het Bvser en de vergunningen staat gespecificeerd welke informatie ter beschikking van het bevoegd gezag gesteld moet worden. In appendix III wordt een overzicht gegeven van de diverse uit te voeren meldingen, het tijdstip van melding en de instantie waaraan de melding gericht moet worden. Voor de inhoud van de melding wordt een referentie opgegeven. De tijdstippen van melding dienen binnen de organisatie bekend gemaakt te worden, omdat de planning en voortgang van andere werkzaamheden afhankelijk zijn van een tijdige melding aan het bevoegd gezag.
5
ORGANISATIE VAN DE STRALINGSBESCHERMING
5.1
Algemeen
In het BS is de ondernemer de primair verantwoordelijke persoon. Hij heeft de zorgplicht voor de organisatie van verantwoordelijkheden. Een beperkt aantal specifieke taken zijn in het BS aan andere functionarissen binnen de Mijnbouwonderneming toegewezen. De ondernemer draagt er zorg voor dat de werkzaamheden uitgevoerd worden onder leiding of toezicht van een daartoe door hem aangewezen persoon die als deskundige voor die werkzaamheden is ingeschreven in een door het bevoegd gezag aangewezen register. Aan de deskundigheid van deze persoon kan het bevoegd gezag nadere eisen stellen.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
11 van 61
De personen die werkzaamheden verrichten met NORM en/of NORM-besmette apparatuur moeten een passende instructie hebben ontvangen met betrekking tot de werkzaamheden gerelateerde stralingsrisico's en de bescherming daartegen. Veilig werk moet verzekerd zijn door effectieve mondelinge en schriftelijke instructie. In de volgende paragrafen zijn de belangrijkste verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden beschreven van de voornaamste functionarissen binnen een Mijnbouwonderneming, voor zover het de stralingsveiligheid betreft.
5.2
De ondernemer
De ondernemer wordt gedefinieerd als degene onder wiens verantwoordelijkheid een werkzaamheid wordt verricht. Conform het BS draagt de ondernemer in algemene zin zorg voor: - het melden van meldingsplichtige werkzaamheden of het aanvragen van een vergunning voor vergunningplichtige werkzaamheden - het invulling geven aan ALARA (optimalisatie) en het beperken van de blootstelling tot beneden de dosislimieten. - het aanwijzen en mandateren van de deskundige(n) - het vooraf inschatten van de risico’s van werkzaamheden en het nemen van preventieve maatregelen - voorlichting en instructie - het classificeren van werknemers - het opstellen van voorschriften voor de werkplekken - het bepalen van de blootstelling - het bijhouden van de registratie van blootstellingsgegevens - het voorzien in medisch toezicht - de administratie m.b.t. de werkzaamheden - het nemen van maatregelen bij radiologische noodsituaties In appendix II is een voorstel opgenomen voor de taakverdeling met betrekking tot de omgang met natuurlijke radioactieve stoffen. Dit voorstel is gebaseerd op een taakanalyse op basis van het Besluit Stralingsbescherming (zie appendix II). Anders dan een gedetailleerde lijst van bijbehorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden toe te voegen, wordt aanbevolen om de betreffende functionarissen een generieke verantwoordelijkheid en bevoegdheid voor de hen toebedeelde taken te geven.
5.3
De Verantwoordelijke Stralingsdeskundige (VSD)
Volgens het BS dient door of onder toezicht van de deskundige: - de werkzaamheden te worden uitgevoerd Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
12 van 61
de plannen voor werkzaamheden te worden beoordeeld en indien accoord vooraf toestemming te worden verleend - te worden geadviseerd over en gecontroleerd op de effectiviteit van de beveiligingsmiddelen en meetapparatuur - de ondernemer geadviseerd te worden m.b.t. de bescherming tegen ioniserende straling. Zonder toestemming van de deskundige mogen werkzaamheden niet uitgevoerd worden. Door het bevoegd gezag kunnen nadere eisen aan de deskundigheid van de deskundige worden gesteld. De deskundige voor de werkzaamheden met natuurlijke radioactieve stoffen dient tenminste in bezit te zijn 1 van het diploma ioniserende straling niveau 3 . -
De Mijnbouwonderneming kan naar behoefte meerdere personen aanwijzen, mits deze ingeschreven zijn in het register en een schriftelijke aanwijzing van de ondernemer hebben gekregen. Ten behoeve van de communicatie en coördinatie wordt aanbevolen om de taken van de deskundige wel door één deskundige te laten uitvoeren. Deze wordt in de rest van de richtlijn de Verantwoordelijk Stralingsdeskundige (VSD) genoemd. De ondernemer zal bij voorkeur de rol van de VSD toewijzen aan een bestaande, onafhankelijke funktie binnen de organisatie van de Mijnbouwonderneming. Een Mijnbouwonderneming, die niet de beschikking heeft over de vereiste kwalificaties binnen zijn eigen organisatie, dient een VSD aan te trekken van buiten de organisatie. Een dergelijke VSD heeft dezelfde verantwoordelijkheden als een VSD in dienst van de Mijnbouwonderneming en dient dus ook een equivalente bevoegdheid te hebben. In een overeenkomst tussen de Mijnbouwonderneming en de serviceverlenende onderneming dienen de betreffende verantwoordelijkheden en de bevoegdheden gespecificeerd te worden. In zulke gevallen rust er een verantwoordelijkheid op de Mijnbouwonderneming de externe VSD te informeren over alle zaken/aspecten waarvan hij op de hoogte dient te zijn voor het effectief kunnen uitoefenen van zijn funktie.
5.4
De Begeleidend Stralingsdeskundige (BeSD)
De BeSD is de persoon op de werkvloer die aangewezen is om toezicht te houden op de werkzaamheden met NORM, opdat de betreffende stralingsbeschermingsprocedures in acht genomen worden. De BeSD rapporteert aan de VSD m.b.t. alle NORM zaken. De VSD kan besluiten om zelf op te treden als BeSD. In overleg met de lijnfunktie die toezicht houdt op de betreffende installatie kan de VSD een gekwalificeerde operator aanwijzen als BeSD, die in zulke gevallen optreedt namens de VSD op de werkvloer. De BeSD heeft onder alle omstandigheden direct toegang tot de VSD. Hij dient geïnformeerd te worden over alle zaken/aspecten waarvan hij op de hoogte dient te zijn voor het effectief kunnen uitoefenen van zijn funktie. De verantwoordelijkheden van de BeSD omvatten: inspecteren en toezichthouden bij werkzaamheden m.b.t. NORM 1
Zodra de regeling voor de registratie van deskundigheid gereed is, dient deze deskundige ook geregistreerd te zijn.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
13 van 61
-
kwaliteitsborging van de stralingsbescherming monstername van NORM en het verzenden van monsters voor analyse het (pre-)kwalificeren van radioactieve reststoffen het (laten) kenmerken van radioactieve reststoffen en NORM-besmette (installatie)onderdelen en gereedschappen het (laten) opslaan, verpakken en verzenden van de bovengenoemde materialen in overeenstemming met de regelingen en procedures completeren van de registratie onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden communiceren en rapporteren aan de VSD.
De BeSD heeft minimaal deskundigheidsniveau 5B. Echter, afhankelijk van de omstandigheden kan een deskundigheidsniveau 3 door de VSD worden voorgeschreven. De BeSD kan ook optreden als of geassisteerd worden door één of meerdere stralingsbeschermingsoperator(s) (zie par. 5.5). De BeSD kan afkomstig zijn uit de lijnorganisatie, maar zodra hij als BeSD functioneert maakt hij onderdeel uit van de stralingsbeschermingsorganisatie en niet van de lijnorganisatie. Dit houdt in dat de BeSD-taak voorrang heeft op de lijntaak.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
14 van 61
6
REFERENTIES
1.
'Guidelines for offshore and onshore operators dealing with naturally occurring radioactive materials (NORM) and NORM-contaminated equipment, NOGEPA, August 1994' en latere versies. Besluit stralingsbescherming, Staatsblad 2002, nr. 397 en latere versies. Kernenergiewet; Staatsblad 1963, nr. 82 en latere versies. ICRP Publication 60: Recommandations of the International Commission on Radiological Protection. Richtlijn van de Raad van van de Europese Unie van 13 mei 1996 inzake de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren. Richtlijn 96/29/Euratom; Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen L 159. Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen; Staatsblad 1983, nr. 404 en latere versies. Regeling natuurlijke bronnen van ioniserende straling; Staatscourant 2004, nr. 184 en latere versies Regeling bekendmaking rechtvaardiging gebruik van ioniserende straling; Staatscourant 2004, nr. 181 Besluit in-, uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen, Staatsblad 1993, nr. 626 en latere versies.
2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
15 van 61
7
APPENDICES
LEESWIJZER I
Herkomst en begrip van NORM
II
Grenswaarden radioactiviteit en meetmethoden.
III
Generieke stappenplannen voor kritische werkzaamheden.
IV
Formulieren & standaarden
V
Procedures
LEESWIJZER APPENDICES De appendices maken deel uit van de richtlijn en zijn bedoeld als toelichting en als hulpmiddel om de NORM-gerelateerde werkzaamheden op een stralingshygiënisch verantwoorde wijze, in overeenstemming met de geldende nationale en internationale regelgeving, te kunnen uitvoeren. De appendices zijn niet bedoeld als absoluut voorschrift maar als leidraad bij het uitvoeren van werkzaamheden. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de genoemde functionarissen voldoende kennis bezitten om tijdens het werk adequate maatregelen te kunnen nemen. Onderstaand wordt per appendix een korte samenvatting van de inhoud gegeven. Appendix I "Herkomst en begrip van NORM" Deze appendix geeft een beschrijving van het ontstaan van radioactiviteit in productie-installaties en geeft een toelichting op het begrip NORM. Appendix II "Grenswaarden, Radioactiviteit en Meetmethoden" De Nederlandse wet- en regelgeving kent grenswaarden ten aanzien van meldings- en vergunningplicht. In deze appendix worden de grenswaarden weergegeven ten aanzien van meldings- en vergunningplichtige radioactieve stoffen, transportnormen, oppervlaktebesmetting en lozingen in lucht en water. Vervolgens wordt uitvoerig ingegaan op de meetmethoden, zoals het meten van dosistempi en besmetting. Appendix III "Generieke stappenplannen voor kritische werkzaamheden" Bij de omgang met natuurlijke radioactieve stoffen zijn in het algemeen twee hoofdgroepen van werkzaamheden te onderscheiden: Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
16 van 61
-
de voor een Mijnbouwonderneming standaard operationele werkzaamheden, waarbij contact met natuurlijke radioactieve stoffen mogelijk is (denk aan shutdowns, workovers). werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de bij de operationele werkzaamheden vrijkomende reststromen op een juiste wijze te verwerken (denk aan opslag en transport van radioactief besmette reststromen). Voor beide typen werkzaamheden zijn de voor de stralingshygiëne noodzakelijke stappen geïdentificeerd, waarbij de eerste categorie werkzaamheden generiek behandeld is. Per type werkzaamheid is per stap aangeven welke functionaris een taak heeft. Bij deze taakverdeling is alleen een splitsing gemaakt tussen stralingshygiënische functionarissen en operationele functionarissen. Appendix IV "Formulieren & standaarden" In deze appendix zijn voorbeelden gegeven van de formulieren, die voor de omgang met natuurlijke radioactieve stoffen, binnen een Mijnbouwonderneming gebruikt kunnen c.q. moeten worden. Ook zijn voorbeelden toegevoegd van algemene documenten (mandaat, voorlichtingsbrochure, werkplan). Appendix V “Procedures” In deze appendix zijn een aantal procedures opgenomen, die als standaard door de leden zijn geaccepteerd.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
17 van 61
Appendix I HERKOMST EN BEGRIP VAN NORM De radioactieve stoffen die aanwezig zijn in de installaties van de E&P industrie worden aangeduid met het acronym NORM. Dit staat voor Naturally Occurring Radioactive Materials en is een algemene uitdrukking voor stoffen die bestaan uit elementen of samenstellingen die in de natuur voorkomen en ioniserende straling uitzenden als onderdeel van hun natuurlijk gedrag. Deze uitdrukking wordt gebruikt om onderscheid te maken met stoffen die kunstmatig radioactief gemaakt zijn. Een ander acronym dat veel gebruikt wordt is LSA, hetgeen staat voor Lage Specifieke Activiteit. Als gevolg van de extreem lange halveringstijd van sommige natuurlijk voorkomende radionucliden, in 9 de orde van 10 jaar, zijn deze nucliden sinds het ontstaan van de aarde nog niet geheel vervallen. Deze 238 232 nucliden, met name U en Th en hun respectievelijke dochterproducten, zijn overal in de aardkorst in verschillende concentraties aanwezig en dragen bij aan de natuurlijke stralingsdosis waaraan elk organisme wordt blootgesteld. Ze komen ook voor in olie- en gashoudende geologische formaties. De dochternucliden radium, radon en lood worden door hun chemische eigenschappen gedurende de exploitatie van aardgas en aardolie in kleine hoeveelheden meegevoerd, hoofdzakelijk als opgeloste minerale zouten in productiewater of als radioactief edelgas (radon) in de gasstroom. De vervalprodukten radium, radon en lood en de in water opgeloste minerale zouten van die radionucliden kunnen neerslaan in delen van de installatie, zoals pijpen, leidingen, pompen en vaten, en aldus aanleiding geven tot scales en sludges met een verhoogde natuurlijke radioactiviteit. Indien sprake is van scale afzettingen en/of sludges die gedomineerd worden door het radionuclide Pb-210 zal de stralingsbelasting ten gevolge van externe straling in de meeste gevallen gering zijn. Indien sprake is van scales en sludges die door radium worden gedomineerd kan ook aan de buitenkant van gesloten installatieonderdelen sprake zijn van een significante verhoging van het dosistempo. Als installaties gesloten zijn, leveren de stralingsniveaus aan de buitenkant van de apparatuur in het algemeen geen probleem op. Als apparatuur geopend wordt voor schoonmaakwerk-zaamheden, onderhoud, inspectie of reparatie kunnen medewerkers blootgesteld worden aan hogere stralingsniveaus, maar vooral ook aan inwendige besmetting door het inademen of inslikken van NORM besmette stoffen. Het is van belang dat met NORM besmette reststoffen en apparatuur op een zodanige wijze wordt omgegaan dat het personeel, leden van de bevolking en het milieu worden beschermd tegen onnodige blootstelling. Daarom zijn er speciale stralingsbeschermingsvoorschriften nodig om op een veilige manier met deze materialen om te gaan. In de aardgas reservoirs wordt de diffusie van gassen naar het aardoppervlak door een afsluitende formatielaag tegen gegaan. Het dynamisch gedrag van het edelgas radon is identiek aan dat van aardgas. Daardoor bevat aardgas ook sporen van radon. Radon gas vervalt met een halfwaardetijd van 3,8 dagen via een aantal zeer kort levende dochters naar de langlevende radionucliden Pb-210 (halfwaardetijd 22,3 jaar) en Po-210 (halfwaardetijd 138 dagen). Daarom komen deze vervalprodukten ook voor in gashoudende formaties en in formatiewater. Radondochters die tijdens de gasproductie uit
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
18 van 61
verval van radon ontstaan binden zich aan aerosolen en kunnen vervolgens aan de binnenzijde van installatieonderdelen afgezet worden. In aardgasproductie velden wordt Radongas samen met het aardgas naar boven gebracht. Vanwege Radon's fysische overeenkomt met ethaan en propaan (het kook- (condensatie)punt van Radon ligt tussen dat van ethaan en propaan), heeft het de neiging om bij voorkeur op te lossen in de condensaatstroom. In het condensaatsysteem is de aanwezigheid van de vaste deeltjes polonium (Po210) en lood (Pb-210) aangetoond als een dunne film op bijv. de binnenwand van pijpen, waaiers van pompen en de ‘produced water’ systemen. Deze films zijn niet zichtbaar. Behalve radon kan ook radium (Ra-226 en Ra-228) bij de productie van aardgas en aardolie, gemobiliseerd worden. Radium kan zich opgelost in water, verplaatsen door de aardkorst. Vandaar dat formatiewater in olie- en gasvelden opgeloste isotopen bevat, zoals radium en zijn vervalprodukten. Hoe zouter het water des te groter zal de NORM concentratie zijn. Radium gedraagt zich chemisch gelijkwaardig aan de andere elementen van groep II van het periodiek systeem, zoals magnesium, calcium, strontium en barium. Verhoogde stralingniveaus zijn gevonden aan de binnenzijde van installatiedelen, zoals tubings door neerslag van carbonaten en sulfaten van magnesium, calcium, strontium en barium, welke ook sporen van radium bevatten In olievelden wordt NORM gedomineerd door radium dat opgelost in het productiewater met de olie wordt meegeproduceerd. Vooral wanneer sulfaatrijk zeewater wordt geinjecteerd in velden waar het formatiewater een relatief hoge barium concentratie bevat is de kans op radioactieve besmetting van de installaties groot.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
19 van 61
Appendix II GRENSWAARDEN RADIOACTIVITEIT EN MEETMETHODEN Werkzaamheden Met de introductie van het BS en daarmee gepaard gaande nuclidespecifieke grenswaarden, vervalt de conventie om een totale specifieke activiteit te berekenen. Voortaan kan per te analyseren nuclide rechtstreeks een vergelijking worden gemaakt met de in het BS getabelleerde waarden. Aanvullend moet wel ook nog gekeken worden of door toepassing van de sommatieregel geen overschrijding van de wettelijke limieten plaatsvindt. In tabel B3.1 en B3.2 worden voor de belangrijkste nucliden de waarden uit de tabellen van het BS samengevat. Tabel B3.1: Meldings- en vergunninglimieten voor werkzaamheden (anders dan lozingen) Nuclide
Meldingsplicht
Vergunningplicht
Specifieke activiteit Totale activiteit (Bq/g) (Bq)
Specifieke activiteit Totale activiteit (Bq/g) (Bq)
Ra-226+
1
10000
10
10000
Pb-210+
100
10000
1000
10000
Ra-228+
1
100000
10
100000
Th-228+
1
10000
10
10000
Tabel B3.2: Vergunninglimieten voor lozingen Nuclide
Vergunningplicht Waterlozingen in GBq/jr
Luchtlozingen in GBq/jr
Ra-226
10
10
Pb-210
10
10
Ra-228
100
1
Th-228
1000
1
De sommatieregel luidt: Σi (Ai/Av,i) ≤ 1 waarin: Ai de totale of specifieke activiteit is voor nuclide i, Av,i de vrijstellings- of vrijgavewaarde voor de totale of specifieke activiteit voor nuclide i is. Per nuclide wordt dus de actuele activiteit gedeeld door de vrijstellingswaarde, waarna de breuken over alle nucliden gesommeerd worden. Deze som dient kleiner danwel gelijk aan 1 te zijn. Voor de olie- en gasindustrie wordt de sommatieregel als volgt ingevuld: Bs-waarde = [Ra-226] + max[Pb-210 – Ra-226, 0]/100 + max[Ra-228, Th-228] Indien gebruik gemaakt wordt van de toetsing van de schade d.m.v. oppervlaktebesmettings-metingen dan is er sprake van vergunningsplicht indien de oppervlaktebesmetting (gemiddeld over het voor het betreffende object relevante oppervlak) een totale beta-activiteit heeft die groter of gelijk is dan 4 Bq/cm2. Daar beneden kunnen voorwerpen (juridisch) vrijgegeven worden.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
20 van 61
Transport Het Bvser is van toepassing indien de activiteitsconcentraties vermeld in tabel B3.3 overschreden worden: Tabel B3.3: Vrijstellingslimieten voor transport Nuclide
Specifieke activiteit in Bq/g
Ra-226
100
Pb-210
100
Ra-228
100
Th-228
10
Indien het Bvser van toepassing is, dan zijn de belangrijkste normen: 2 1. 0,4 en 4 Bq/cm : maximaal afwrijfbaar besmettingsniveau voor resp. α- en β/γ-stralers voor klasse SCO-I. 2 2. 40 en 400 Bq/cm : maximaal afwrijfbaar besmettingsniveau voor resp. α- en β/γ-stralers voor klasse SCO-II. 3. 5 µSv/uur: maximaal dosistempo voor colli met etiket ‘I-wit’. Daarnaast kunnen ook de A2-waarden en de afmetingen van de te vervoeren materialen kritische grootheden zijn.
Meetmethoden In de praktijk worden 3 soorten stralingsmetingen onderscheiden, waarvan er de laatste meestal in het laboratorium wordt uitgevoerd. besmettingsmetingen dosistempometingen gammaspectrometrie Besmettingsmetingen In principe kan men op 2 manieren besmettingsmetingen uitvoeren, namelijk een directe meting met behulp van een besmettingsmonitor en een indirecte meting door middel van een veegproef. In de E&P industrie wordt vrijwel alleen de directe methode toegepast. De indirecte methode, door middel van veegproeven, wordt nauwelijks toegepast. Daarvoor zijn in het algemeen de te onderzoeken oppervlakken te ruw, zodat de veegtest kapot gaat en ook is de specifieke activiteit vaak zo laag dat m.b.v. een handmonitor geen activiteit op de veegtest aangetoond kan worden. Echter ook de directe methode kent beperkingen. De voornaamste beperking onder het oude Besluit Stralenbescherming Kernenergiewet was dat vergunningplicht alleen was gedefinieerd in termen van overschrijding van een criterium voor de massieke activiteitsconcentratie (Bq/g) en totale activiteit. Omdat het niet mogelijk is van ieder voorwerp een monster te nemen ten behoeve van een gammaspectrometrische analyse wordt in de praktijk als criterium voor de verdenking van aanwezigheid van vergunningplichtig materiaal een waarde van 3x (offshore; onshore: 2x) de achtergrond gehanteerd. Indien de schade door werkzaamheden niet bepaald kan worden aan de hand de nuclide specifieke activiteiten, biedt de regeling NABIS de mogelijkheid om de schade te bepalen met behulp van oppervlaktebesmettingsmetingen. Daartoe dient een, hetzij voor NORM en anders voor Cl-36,
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
21 van 61
gecalibreerde monitor gebruikt te worden. Met behulp van de voor de ijkbron bepaalde calibratiewaarde kunnen de counts per second omgerekend worden naar een oppervlaktebesmetting 2 2 in Bq/cm , die rechtstreeks getoetst kan worden aan de grenswaarde 4 Bq/cm . Daarboven geldt vergunningplicht, daarbeneden kan het betreffende object (juridisch) vrijgegeven worden. Dit betekent in de praktijk, dat materialen met oppervlaktebesmetting getoetst worden m.b.v. besmettingsmetingen en alleen indien de scaledikte meer dan 5 mm bedraagt een classificatie op basis van nuclide specifieke activiteit (actueel of historisch gemiddelde) plaatsvindt.
Dosistempometingen Deze metingen worden uitgevoerd om te toetsen of op de locatie de noodzaak bestaat om gebieden met beperkte toegang in te stellen en om de vervoersclassificatie te bepalen. De metingen worden uitgevoerd met dosistempomonitoren, waarvan vele varianten in de markt beschikbaar zijn. In de praktijk komt het maar zelden voor dat een significant dosistempo gemeten wordt. Het betreft dan met name olieproducerende locaties en locaties waar waterinjectie plaatsvindt. Het dosistempo wordt dan voornamelijk veroorzaakt door het aanwezige radium. Op locaties waar de besmetting voornamelijk veroorzaakt wordt door Pb-210 is geen verhoging van het dosistempo meetbaar, omdat Pb-210 en de dochternucliden Bi-210 en Po-210 alleen laag energetische gammastraling uitzenden. Gammaspectrometrische analyses Door middel van gammaspectrometrische analyse van een monster kan bepaald worden welke nucliden in welke concentratie aanwezig zijn in dat monster De resultaten kunnen direct getoetst worden aan de wettelijke normen. Gammaspectrometrische metingen kunnen zowel on site als in een laboratorium uitgevoerd worden. Voor de on-site analyses geldt dat de resultaten minder betrouwbaar zijn dan de resultaten van de laboratoriumanalyses. Ze zijn daarom in principe alleen geschikt om vast te stellen dat een monster zeker vergunningplichtig is of om vast te stellen dat er helemaal geen activiteit in het monster zit. In de overige gevallen zal voor een verantwoorde omgang met de radioactieve stoffen een laboratoriumanalyse de voorkeur verdienen.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
22 van 61
Appendix III GENERIEKE STAPPENPLANNEN VOOR KRITISCHE WERKZAAMHEDEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1)
2)
3)
Staf
Lijn
VSD
Opstellen van werkplan Goedkeuren en tekenen van werkplan Regelen van stralingshygiënische begeleiding en NORMhulpmiddelen Voorlichting (incl. registratie) Voorbereidende werkzaamheden Meten van, van extern afkomstige, te gebruiken apparatuur Inrichten werkgebied Uitvoering van werkzaamheden Stralingshygiënisch toezicht op werkzaamheden Controle van personeel, equipment en reststromen Reststofverwerking (zie apart blok) Vrijgave van werkplek Registratie + interne distributie (zie ook apart blok)
BeSD
1)
Taak
Nr.
UITVOERING VAN GEPLANDE NORM-WERKZAAMHEDEN
2)
✔ ✔ ✔ ✔
3)
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
Bij werkzaamheden aan installaties waarin nog niet eerder (meldings- of vergunningplichtig) NORM is aangetoond, is het aan te bevelen om controlemetingen uit te voeren. Indien stralingsniveaus boven de actiegrens van 2x de achtergrondwaarde gemeten worden, kan alsnog dit stappenplan vanaf punt 3 gevolgd worden. Ook bij niet geplande werkzaamheden aan bekende NORM-installaties wordt het stappenplan vanaf punt 3 gevolgd. De lijnorganisatie beschrijft de uit te voeren werkzaamheden en de planning. Voor de stralingshygiënische aspecten is het aan te bevelen de assistentie van een deskundige in te schakelen. Als startpunt wordt een periode van minimaal 1 maand voor aanvang van de werkzaamheden geadviseerd. Deze werkzaamheden omvatten al die werkzaamheden waarbij/voor de installatie niet geopend hoeft te worden. Denk aan drukvrij maken, doorspoelen, steigers bouwen, gereed leggen van benodigd gereedschap.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
23 van 61
✔ 1) ✔ ✔ ✔
✔
✔
✔
Staf
Lijn
Meting van besmettings- en dosistemponiveau Monstername en verzending naar lab Registratie op meet- en opslagformulier Verpakking- en opslag Registratie analyseresultaten + interne distributie Samenvoegen van reststromen Definitieve classificatie van reststromen Inventarisatie van ver-/bewerkers, incl. contracten Transport (zie apart blok) Registratie van afvoer
BeSD
Taak
1 2 3 4 5 6 6 7 8 9
VSD
Nr.
RESTSTOFVERWERKING
2)
✔ 3)
4)
✔
✔ ✔
5)
✔
1) De BeSD of ieder ander die een monster neemt voor analyse dient het monster eenduidig te kenmerken. Indien geen monster genomen kan worden en geen historische gegevens beschikbaar zijn van het betreffende object, vindt classificatie van de reststroom plaats op basis van oppervlaktebesmettingsmetingen. 2) De lijnorganisatie voert uit op aanwijzing van de BeSD. 3) Het samenvoegen (mengen) van reststromen is alleen toegestaan indien dit redelijkerwijs geen significant groter gevaar oplevert. Dit dient d.m.v. een (generieke) berekening vastgesteld te worden. 4) De VSD deelt het materiaal in als niet-radioactief, meldingsplichtig of vergunningplichtig (eventueel geautomatiseerd). De classificatie t.b.v. transport wordt verzorgd door de BeSD. 5) De BeSD werkt de NORM-registratie bij op locatie.
TRANSPORT Zie Appendix VI: Procedure ‘Vervoer van NORM-materiaal’
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
24 van 61
1)
2) 3) 4)
5)
6)
✔ 4) ✔ 4) ✔
Staf
3)
✔ ✔ ✔ 5) ✔ 5) ✔ ✔ ✔
Lijn
Meetformulieren Opslagformulier Voorlichtingsregistratieformulier Analyseresultaten Vrijgaveformulieren COVRA-formulieren Transportformulieren
BeSD
1 2 3 4 5 6 7
VSD
Taak
2)
1)
Nr.
REGISTRATIE
4)
✔ ✔ 4)
✔ ✔
6)
✔
Met uitzondering van het COVRA-formulier en het IMO-formulier zijn de andere formulieren naar eigen inzicht in te delen. Analyseresultaten en vrijgaveformulieren worden door derden aangeleverd volgens de daar gebruikelijke formats. De VSD houdt een centrale registratie bij. Deze dient minimaal 5 jaar bewaard te worden. De BeSD en de lijn houden gezamenlijk de locale registratie bij. Deze dient minimaal 2 jaar bewaard te worden. De BeSD vult deze formulieren ter plekke in voor de registratie die op de locatie wordt bijgehouden. Hij stuurt een kopie naar de VSD en evt. andere per Mijnbouwonderneming aan te wijzen functionarissen. De VSD ontvangt de formulieren en verwerkt ze in de centrale registratie. Hij stuurt een kopie naar de locatie van herkomst en naar evt. andere per Mijnbouwonderneming aan te wijzen functionarissen. De staffunctionaris stelt de formulieren op. De originelen gaan mee met transport. Hij stuurt een kopie naar de VSD, de locatie van herkomst en naar evt. andere per Mijnbouwonderneming aan te wijzen functionarissen.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
25 van 61
1)
Zoekraken, ontvreemding of ongewilde verspreiding van een bron
Onmiddellijk
5
Opgetreden wijzigingen na een gedane melding of vergunningaanvraag in een der daarbij vermelde gegevens 3) Vervoer van radioactieve stoffen
-
6
7
1)
Wijziging in de gegevens van eerdere melding van het 3) tranport van radioactieve stoffen
3 weken transport
voor
3 werkdagen voor transport
BS, art. 103 BS, art. 104
Regiodirecteur, IGM Hoofdinspecteur Milieuhygiëne, Regiodirecteur, IGM Minister VROM Minister SZW Minister VROM Minister SZW Minister V&W Minister VROM Minister SZW Minister V&W
BS, art. 87.5
✔ ✔ ✔ ✔
BS, art. 14.2
BS, art. 41.5 en 44.7 Bvser, art. 4c
Staf
4
Ministerie SZW Ministerie SZW
Lijn
Overbestraling van een werknemer
Voor aanvang Binnen 4 weken na einde Onmiddellijk
BeSD
3
2)
VSD
Het starten van meldingsplichtige werkzaamheden 2) Het beëindigen van meldingsplichtige werkzaamheden
Referentie inhoudseisen
Taak
1 2
Instantie
Nr.
Tijdstip
MELDINGEN AAN DE OVERHEID
✔
Bvser, art. 4d
✔ ✔
✔
De melding is daar neergelegd waar het eerst de feiten bekend zijn, die meldingsplichtig zijn. Indien de verantwoordelijke persoon afwezig is, verzorgt een andere functionaris de melding. Er wordt van uitgegaan dat de melding ook intern naar de betrokken functionarissen wordt gestuurd. Indien een onderneming specifieke werkzaamheden heeft aangevraagd, die gemeld dienen te worden, dient dit aan deze lijst toegevoegd te worden. Indien vergunningen andere bepalingen m.b.t. melding bevatten, dan dienen die gevolgd te worden.
Versie 1 (1 mei 2009)
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn 26 van 61
Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
2) 3)
Alleen relevant indien er geen vergunningplicht bestaat. In plaats van de combinatie van een melding 3 weken voorafgaand aan het transport met een melding van eventuele wijzigingen 3 dagen voorafgaand aan het transport, kan ook aan de meldingsplicht worden voldaan door een melding aan het begin van het kalenderjaar met daarin de verwacht hoeveelheden te transporteren materiaal in combinatie met meldingen 3 dagen voorafgaand aan een transport met daarin een exacte specificatie van de te transporteren hoeveelheden radioactief materiaal. De meldingen dienen naar de 3 genoemde ministeries en een nog nader aan te wijzen instantie gestuurd te worden.
Contactgegevens SenterNovem Team Stralingsbescherming Postbus 93144 2509 AC Den Haag tel.: 070-3735000 fax.: 070-3735100
Ministerie van VROM Inspectie Regio Zuid-West Postbus 29036 3001 GA Rotterdam tel.: 010-2244491 fax: 010-2244485
Ministerie van Economische Zaken Staatstoezicht op de Mijnen Postbus 24037 2490 AA Den Haag tel.: 070-3798400 fax.: 070-3798455
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Postbus 20901 2500 EX Den Haag tel.: 070-3516171 fax.: 070-3517895
Alarmincidentnummer: 070-3832425
Versie 1 (1 mei 2009)
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn 27 van 61
Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
Appendix IV FORMULIEREN EN STANDAARDDOCUMENTEN Meetformulier Opslagformulieren Voorlichtingsregistratieformulier COVRA-formulier Voorlichtingsbrochure Mandaat voor deskundige Meetprogramma Werkplan Standaardoppervlakken
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
28 van 61
MEETFORMULIER
bladnummer: _____
Lokatie:
OIM:
Datum:
Installatieonderdeel:
Naam stralingsdeskundige (BeSD): Aantal medewerkers:
Niveau 3 / 4 / 5
Omschrijving van de werkzaamheden:
Achtergrondmeting:
Besmettingsmonitor
cps
Dosistempomonitor μSv / hr
Geopende installatie: Besmettingsmonitor
cps
Dosistempomonitor μSv / hr
Plaats Opslag gecontamineerd materiaalsoort / plaats Monsters genomen:
Datum:
ja / nee
Monsters verstuurd naar:
Datum:
Werkplek na beeïndiging werkzaamheden: Teltempo Dosistempo
cps μSv / hr
Toegepaste beschermingsmiddelen (werkvergunning aanvragen!): Kleding: Adembescherming: ja / nee / stoffilterbus / perslucht Bijzonderheden: (BeSD)
Handtekening BeSD
Kopieën naar: Hoofd Mijnbouwinstallatie (2 jaar bewaren), OIM, HSE-afdeling, VSD
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
29 van 61
OPSLAGFORMULIER (RADIOACTIEVE RESTSTOFFEN) Platform/ locatie: _____________________
Datum
bladnummer: _____ (Covra) vat-nummer: __________
Omschrijving reststof
Aktiviteit (CPS)
Naam stralingsdeskundige BeSD
Afkomstig van:
Vat tot max 75 kg gevuld
Ja / nee (aankruisen)
Vat gecontroleerd op uitwendige contaminatie
Ja / nee
Datum op transport: Vat mee op transport
Ja / nee
Nummer transportdocument Naam bevoegde transporteur
Offshore
Onshore
Kopieën naar: Hoofd Mijnbouwinstallatie (2 jaar bewaren), OIM, HSE-afdeling, VSD
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
30 van 61
OPSLAGFORMULIER (RADIOACTIEF BESMET ONDERDEEL) Locatie: ________________
bladnummer: _____
Nummer onderdeel: ________________
Onderdeel
Datum van opslag Afkomstig van: Nr opslagcontainer Monster verstuurd
Ja / nee
Analyse-resultaat
Ja / nee toevoegen analyse Verklaring Stralingsdeskundige
Genomen maatregelen Extra maatregelen Controle uitwendige contaminatie
Ja / nee resultaten
Naam stralingsdeskundige
Transport Datum van afvoer Nummer transportdocument Naam vervoerder Onderdeel verstuurd naar
Bijzonderheden
Kopieën naar: Hoofd Mijnbouwinstallatie (2 jaar bewaren), OIM, HSE-afdeling, VSD
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
31 van 61
VOORLICHTINGSREGISTRATIEFORMULIER
bladnummer: _____
Locatie/platform: _____________________________
Datum: __ . __.__
Naam Stralingsdeskundige (BeSD): _______________
Duur: __________
Behandelde onderwerpen:
Naam
Firma
Aard werkzaamheden
Bijzonderheden
Kopieën naar: Hoofd Mijnbouwinstallatie (2 jaar bewaren), OIM, HSE-afdeling, VSD
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
32 van 61
COVRA Formulier
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
33 van 61
Siempelkamp NORM-delivery form
NORM Delivery
Delivery-No.: filled by SNT
to be completed by customer Customer :
Contact Person
Short description of material: (form, origin, for example previous use, etc.)
Radiological data : Uranium decay series
Principal NORM-decay series Method of activity determination (cross applicable)
Radium decay series
Thorium decay series
calculated using dose rate and Radium faktor Nuclide specific analysis (e.g. gammaspectrometry) (Please enclose analysis report)
Short description of used measuring equipment Dose rate of package :
surface contamination
β, γ < 0,4 Bq/cm2 α < 0,04 Bq/cm2
of packaging or of large single parts :
surface
µSv/h
0,1 m distance
µSv/h
1 m distance
µSv/h Net weight
(The undersigned guarantees for the following values)
Date of measurement kg
The undersigned guarantees to tak e back , if necessary, or commission permitted disposal all of the material that cannot be melted and the waste resulting out of the melting campaign, that cannot be utilized.
Date
Stamp/ Signatur
Customer
Return this formulare to SNT at least 2 week before delivery !
to be completed by SNT Detected specific activity
Bq/g
Detected total activity
Bq /kBq / MBq
Additional remarks :
Acceptance limits - SNT licence yes
no
Date
Stamp / Signature
SNT-radiation protection Formblatt NORM-Anlieferung englisch Rev0
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
34 van 61
VOORLICHTINGSBROCHURE Wat betekent LSA? LSA betekent Lage Specifieke Activiteit en het is de verzamelnaam die gegeven is aan natuurlijke radioactieve stoffen die in gas- en oliebehandelingsinstallaties aanwezig kunnen zijn. Waar komt LSA vandaan? Sporen van natuurlijke radioactieve stoffen zitten vanaf het ontstaan van de aarde in de aardkorst en dus ook in de formatie en worden meegeproduceerd met het gas, de olie en vooral het water. Waar zit LSA? LSA zit aan de binnenzijde van de installaties als scale op de wanden, als stof tussen de flenzen en in de sludges op de bodem van vaten en tanks. Gesloten installatie. LSA zit aan de binnenkant en niet aan de buitenkant. Er is geen stralingsgevaar op een gesloten installatie. Is LSA gevaarlijk bij een geopende installatie? LSA zijn radioactieve stoffen en bij het werken hiermee is er dus sprake van een zeker risico. Bij LSA is er vrijwel geen stralingsrisico als wel van een risico voor (interne) besmetting. Dit risico is er vooral wanneer LSA als stof in de lucht kan komen en ingeademd kan worden. Wat doen we hier aan? Bij werkzaamheden aan geopende installaties nemen we speciale maatregelen, zoals het dragen van wegwerpoveralls, laarzen, handschoenen en indien nodig gebruiken we adembescherming. Verder is er bij LSA-werkzaamheden altijd een begeleidende stralingsdeskundige, die voorlichting geeft, toezicht houdt en controlemetingen doet.
ENKELE BELANGRIJKE TIPS BIJ EEN GEOPENDE (LSA) INSTALLATIE. • • • • • • • • • • •
Wat je niet ziet en niet kent roept vraagtekens op. De begeleidende stralingsdeskundige geeft vooraf voorlichting. Stel gerust vragen als er onduidelijkheden blijven. Maak vooraf goede en duidelijke werkafspraken. Condities en maatregelen staan op de werkvergunning en de bijbehorende checklists. Meten is weten. Metingen worden gedaan door de begeleidende stralingsdeskundige (BeSD). Werk hygiënisch. Radioactiviteit en straling is een natuurlijk gegeven, maar overdaad schaadt. Niet eten, roken en drinken op de werkplek. Voorkom morsen en leg plastic op de vloer of gebruik een opvangbak. Voorkom stuiven, dus niet borstelen of slijpen. Houdt het oppervlak nat. Baken de werkplek af, zodat anderen kunnen zien waar u bezig bent. Volg de aanwijzingen op van de begeleidende stralingsdeskundige. Houden wij ons allen aan de regels, dan is er geen verhoogd risico.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
35 van 61
MANDAAT STRALINGSDESKUNDIGE
Teneinde alle werkzaamheden conform de wettelijke voorschriften en conform de bepalingen opgenomen in de vergunning te doen plaatsvinden, bepalen wij hierbij: -
de locatiebeheerder, die door de directie belast is met de bedrijfsvoering cq. uitvoering van werkzaamheden op de installaties, is met inachtneming van het hierna volgende verantwoordelijk voor de veilige, milieuhygiënisch verantwoorde, uitvoering van de werkzaamheden.
-
de verantwoordelijk stralingsdeskundige is direct aanspreekbaar voor de stralingshygiënische aspecten bij de werkzaamheden met radioactieve stoffen en voor de implementatie van de vergunningvoorwaarden.
-
de verantwoordelijk stralingsdeskundige is in het bijzonder aangewezen voor afstemming van de uitvoerende werkzaamheden met de door de directie aangewezen vertegenwoordiger van de Mijnbouwonderneming.
-
de verantwoordelijk stralingsdeskundige is voor wat betreft stralingsveiligheid en stralingshygiëne in het algemeen en voor wat betreft vergunningplichtige ioniserende stralingsbronnen in het bijzonder aangewezen voor beleidsmatige afstemming met externe partijen, als overheid, industrie e.d.;
-
de verantwoordelijk stralingsdeskundige is gemachtigd instructies te geven, maatregelen te nemen en controles uit te (doen) voeren, die voor de naleving van de wettelijke bepalingen en de bepalingen in de vergunning zijn vereist cq. in de toekomst vereist worden, danwel in verband met het verwerven, de opslag, de toepassing en het beheer van radioactieve stoffen en de toepassing en het beheer van ioniserende straling uitzendende bronnen of toestellen op alle onder het beheer van de Mijnbouwonderneming vallende installaties voor de veiligheid van het betrokken personeel en voor de bescherming van het milieu noodzakelijk wordt geacht.
-
bij verschil van mening tussen een locatiebeheerder of een vertegenwoordiger van de Mijnbouwonderneming en de verantwoordelijk stralingsdeskundige, is de verantwoordelijk stralingsdeskundige verplicht het meningsverschil rechtstreeks aan de directie voor te leggen. De directie verplicht zich zonodig overleg te plegen met het bevoegd gezag.
-
de verantwoordelijk stralingsdeskundige kan zich, met kennisgeving aan de directie, ter zake direct wenden tot het bevoegd gezag..
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
36 van 61
MEETPROGRAMMA In de vergunning voor het voorhanden hebben van natuurlijke radioactieve stoffen is de bepaling opgenomen, dat als bijlage van het jaarrapport een geactualiseerd meetprogramma voor het lopende jaar toegevoegd moet worden. Bij [Naam maatschappij] wordt onderscheid gemaakt tussen LSA en nietLSA installaties. Van LSA installaties is bekend dat daarin meldings- danwel vergunningplichtige radioactieve stoffen voorkomen. Bij werkzaamheden aan LSA-installaties vinden altijd controlemetingen plaats. Voor de in productie zijnde, niet-LSA installaties is de bovenstaande bepaling ingevuld door een meetprogramma van interne controlemetingen, dat qua planning gebaseerd is op het onderhouds- en inspectieprogramma, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de meetresultaten uit voorgaande jaren. Het jaarlijkse meetprogramma bestaat uit 4 onderdelen: 1. Metingen tijdens (on)geplande activiteiten. Deze metingen worden uitgevoerd om het overzicht m.b.t. het eventueel aanwezig zijn van radioactieve stoffen actueel te houden. 2. Metingen aan apparatuur, die de locatie binnenkomt cq. verlaat. Het betreft controlemetingen, om installatiedelen te onderscheppen, waarvoor geen indicatie van besmetting bestaat. Hiermee wordt voorkomen, dat onbedoeld radioactief besmette installatiedelen worden ingezet of bij derden wordt aangeleverd. 3. Metingen tijdens workover en wireline Deze metingen worden uitgevoerd om in een zo vroeg mogelijk stadium te onderkennen of er sprake is van aanwezigheid van radioactieve stoffen. 4. Monstername Monsters worden alleen genomen indien nieuwe nuclide specifieke gegevens noodzakelijk zijn voor de classificatie en/of het transport van radioactieve materialen.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
37 van 61
WERKPLAN
NORM Werkplan
Verantwoordelijk Stralingsdeskundige
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
38 van 61
Introductie Dit plan beschrijft de stralingsveiligheidsmaatregelen die bij de werkzaamheden aan de besmette installatiedelen van kracht zijn in aanvulling op en als toelichting bij de procedures …. Radiologische gegevens Tijdens een survey in … zijn de betreffende installatiedelen gemeten m.b.v. een besmettings/dosistempomonitor. Daarbij zijn aan de …. verhoogde stralingsniveaus gemeten (max. … cps / … nSv/uur). Op basis van de aangetoonde nucliden, is de verwachting dat de andere installatiedelen [ook/niet] besmet zijn. Echter, uitsluitsel hierover kan alleen aan de hand van interne metingen worden gegeven, zonodig aangevuld door gammaspectrometrische analyses van representatieve monsters. De bovenstaande informatie is de basis voor de risico-evaluatie van de werkers aan boord van …. Het doel van het NORM-toezicht is om afdoende veiligheidstoezicht te garanderen tijdens de werkzaamheden, waarbij blootstelling aan straling mogelijk is, en het voorkomen van ongewenste verspreiding van radioactieve stoffen in het milieu. Werkprogramma De NORM-werkzaamheden zullen in de periode ….. 200. uitgevoerd worden. De werkzaamheden zullen worden begeleid door minimaal een stralingsdeskundige niveau 5B, die door de VSD van geaccepteerd is. Deze deskundige zal, indien de werkzaamheden gedurende 24 uur per dag zullen plaatsvinden, bijgestaan worden door een begeleidend stralingsdeskundige van minimaal niveau 5B, die eveneens door de VSD is geaccepteerd. Projectorganisatie Functie
Naam
Telefoon
Locatie
Project manager Contactpersoon maatschappij>
OIM Platform BeSD niv. 3 BeSD niv. 5B VSD Zie ook bijlage 1
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
39 van 61
Het project zal uitgevoerd worden onder verantwoordelijkheid van een projectmanager, die ook als contactpersoon voor zal fungeren. De verantwoordelijkheid betreft tevens alle veiligheids- en milieuaspecten. Een stralingsdeskundige niveau 5B (BeSD niv.5B) zal verantwoordelijk zijn voor de stralingsveilighiedsaspecten van de werkzaamheden. Zijn taken en bevoegdheden staan vermeld in de procedure … en worden in hoofdstuk .. nog kort weergegeven. Met betrekking tot de stralingsveiligheid rapporteert hij aan de VSD van en aan de projectmanager. Kopiën van alle registratieformulieren (evenals documenten m.b.t. het transport van radioactieve stoffen, vrijgavedocumenten van verwerkers etc.) worden naar de VSD gestuurd. De stralingsveiligheidsmaatregelen die door de BeSD niv. 5B worden voorgesteld zullen strikt opgevolgd worden. Indien dit niet het geval is, rapporteert de BeSD niv.5B dit direct aan de projectmanager en aan de VSD. Beschrijving van de werkzaamheden Voorafgaand aan de werkzaamheden richt de BeSD niv. 5B een gecontroleerd gebied in, zodanig dat hij een goed overzicht heeft op het personeel dat binnen het gecontroleerd gebied werkzaamheden verricht, maar ook zodanig dat eventuele andere werkzaamheden een minimale verstoring ondervinden van de NORM-werkzaamheden. De werkzaamheden zelf bestaan uit ….. Andere installatiedelen, die geopend worden en waar productstroom is doorgegaan, zullen door de BeSD niv. 5B aan de binnenkant gecontroleerd moeten worden, om zeker te stellen dat er geen activiteit in aanwezig is. Indien bij deze metingen blijkt dat het teltempo aan dergelijke installatiedelen meer dan 3x het achtergrondniveau bedraagt, dan zullen ze als besmette installatiedelen behandeld worden. De BeSD niv. 5B controleert ook steeksproefgewijs of de buitenzijde van de installatiedelen niet besmet is. Voor zover mogelijk zal het verwijderen van besmette installatiedelen gebeuren door het ontkoppelen van de installatiedelen zonder dat daar handelingen aan plaatsvinden waarbij stof gevormd wordt. De ontkoppelde installatiedelen worden afgedicht en in een transportcontainer gelegd. Installatiedelen, die niet op bovenstaande wijze ontkoppeld kunnen worden of niet in de container passen, worden nat doorgezaagd om verspreiding van radioactief besmet stof te voorkomen. Voor de opslag van de besmette installatiedelen zal gebruik gemaakt worden van een gesloten container. De container wordt van binnen bekleed met plastic (tot 1 m. hoogte) om te voorkomen dat de binnenkant besmet wordt. Van alle installatiedelen, die in de container terecht komen, zijn van tevoren alle gaten gedicht (bij voorkeur met blindplaten of blindflenzen, maar anders met stevig plastic). Indien installatiedelen ook aan de buitenkant besmet zijn en deze besmetting niet met eenvoudige schoonmaakacties (d.w.z. wrijven met een doek), wordt het betreffende installatiedeel helemaal ingepakt in plastic en zo in de opslagcontainer geplaatst.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
40 van 61
Risico analyse van de werkzaamheden De volgende risico’s en daarbij behorende beschermingsmaatregelen zijn geïdenti-ficeerd: Algemeen De radioactieve besmetting zal aanwezig zijn in het inwendige van de installatie. Zover nu bekend is er geen sprake van uitwendige besmetting. Om de dosis t.g.v. externe bestraling zo laag als redelijkerwijs mogelijk te houden, dient de verblijfstijd in de buurt van de besmette installatiedelen zo beperkt mogelijk en de afstand zo groot mogelijk gehouden te worden. Het aan de buitenzijde meetbare stralingsniveau is van dien aard dat geen extra maatregelen nodig zijn om dit risico te reduceren. Alle andere maatregelen zijn er op gericht om verspreiding in het milieu of inwendige besmetting van personeel door radioactieve stoffen te voorkomen. Tijdens de werkzaamheden zijn m.b.t. stralingsveiligheid de procedures …. van toepassing. Veiligheidsbijeenkomsten Alle op het platform aanwezige werkers zullen door de BeSD niv. 5B voorgelicht en geinstrueerd worden over de aard en risico’s van NORM en de te nemen (veiligheids)maatregelen. Beginmetingen Al het gereedschap dat tijdens de werkzaamheden gebruikt gaat worden en dat ook elders in contact kan zijn geweest met productstroom, dient voorafgaand aan de werkzaamheden door de BeSD gecontroleerd te worden op radioactieve besmetting. Bescherming personeel Werkers zullen uitgerust worden met plastic wegwerpoveralls, handschoenen en rubber laarzen. Dit wordt voldoende geacht voor de uit te voeren werkzaamheden. Bij het doorzagen van installatiedelen kunnen stofkapjes gebruikt worden. Alleen indien andere methoden gebruikt worden om installatiedelen van elkaar te scheiden, dient mogelijk adembescherming in de vorm van P3-filters of onafhankelijke luchtvoorziening toegepast te worden. Dit ter beoordeling van de BeSD niv. 5B. Verspreiding van radioactiviteit Verspreiding van radioactiviteit wordt voorkomen door het gebruik van opvangbakken en door het inrichten van een gecontroleerd gebeid, dat alleen toegankelijk is voor geautoriseerd gebied (d.w.z. personeel dat instructie heeft ontvangen én dat voor de werkzaamheden aan de besmette installatiedelen noodzakelijk is). Pauzes en beëindiging van de werkzaamheden Alle besmette gereedschappen en kleding dient tijdens pauzes en/of ploegwisselingen binnen het gecontroleerde gebied te blijven. Besmette installatiedelen blijven ook binnen het gecontroleerde gebeid of worden overgebracht naar de opslagcontainer voor besmette installatiedelen. De BeSD is verantwoordelijk voor de controle van personeel en materieel met een besmettingsmonitor en voor het toezicht op de naleving van deze bepalingen.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
41 van 61
Taken en aanvullende informatie voor BESD niv. 5B Algemeen De BeSD niv. 5B werkt voor zover het stralingsveiligheidsaspecten betreft onder verantwoordelijkheid van de VSD van . Voor operationele zaken werken zij onder verantwoordelijkheid van de projectmanager. De BeSD niv. 5B houdt toezicht op de NORM-werkzaamheden en op de naleving van de van kracht zijnde procedures. Hij adviseert m.b.t. de te nemen maatregelen en de te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen. Hij draagt zorg voor alle noodzakelijke metingen aan personeel en materieel. Hij draagt zorg voor de classificatie van reststromen en voor een accurate registratie conform de richtlijnen van de VSD. Kick-off Voorafgaand aan de werkzaamheden zal een veiligheidsbijeenkomst worden georganiseerd waarin m.b.t. de stralingsveiligheid de projectorganisatie, de verantwoordelijkheden per functionaris, de verwachte risico’s en de beschermende maatregelen worden besproken. Al het personeel dat bij de NORM-werkzaamheden betrokken is zal deze bijeenkomst moeten bijwonen. Tijdens de bijeenkomst zal de BeSD niv. 5B: - algemene uitleg over NORM geven en de NORM-brochure overhandigen. - gedetailleerde informatie m.b.t. de te volgen procedures geven, m.n. over de gedragsregels binnen het gecontroleerde gebied. Ook zal de BeSD niv. 5B voorafgaand aan de werkzaamheden de aanwezigheid van alle noodzakelijke hulpmiddelen voor de omgang met NORM (zie checklist). Indien bepaalde hulpmiddelen niet aanwezig zijn, dienen die onmiddelijk te worden besteld en beschikbaar te zijn voordat de NORMwerkzaamheden starten. Meten Afhankelijk van de te meten objecten maakt de BeSD niv. 5B een keuze voor een meetinstrument. Hij dient minimaal de beschikking te hebben over een besmettingsmonitor, waarmee ook inwendig in buizen gemeten kan worden en een dosis(tempo)monitor.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
42 van 61
Monstername Voor de eerder genoemde besmette installatiedelen worden de eerder verkregen analyseresultaten gebruikt bij het transport en de verwerking van de hiervan vrijkomende delen. Van installatiedelen waaraan pas na het openen een teltempo groter dan 3x het achtergrondteltempo gemeten wordt, zal een monster genomen worden voor gammaspectrometrische analyse. Deze monsters worden gestuurd naar: Beëindiging van de werkzaamheden: De BeSD niv. 5B neemt bij het beëindigen van de werkzaamheden de volgende acties: Vrijgavemetingen van het gebruikte gereedschap en het gecontroleerde gebied. Etikettering van besmette installatiedelen en reststoffen voor transport. Hij stelt zeker dat geen transport van deze installatiedelen c.q. reststoffen plaatsvindt zonder toestemming van de VSD. Completering en distributie van de NORM-registratie. NB: Het gebruik van exact dezelfde benaming op alle formulieren is essentieel ter voorkoming van administratieve misinterpretaties. Incidenten Indien er zich een stralingsincident voordoet, draagt de BeSD niv. 5B zorg voor het nemen van alle noodzakelijke maatregelen om de stralingsbelasting voor mens en milieu tot een minimum te beperken. Hij informeert daarna direct de projectmanager en de VSD. De VSD draagt zorg voor de melding aan het bevoegd gezag. Vrijgavelimieten De vrijgavelimieten bedragen per 1 maart 2002: Ra-226 < 1 Bq/g Pb-210 < 100 Bq/g Ra-228 < 1 Bq/g en Th-228 < 1 Bq/g. De transportwetgeving is van toepassing indien: Ra-226 > 100 Bq/g of Pb-210 > 100 Bq/g of Ra-228 > 100 Bq/g of Th-228 > 10 Bq/g of Tijdelijke opslag Alle radioactieve reststoffen dienen in een speciaal daarvoor ingerichte faciliteit opgeslagen te worden. Voor grote objecten zal dit een 20” of 40” container zijn en kleine objecten dienen in een COVRA-vat opgeslagen te worden. Deze vaten dienen ook in een afsluitbare container gezet te worden. De opslagfaciliteit is alleen
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
43 van 61
toegankelijk voor de projectmanager, de BeSD-en en eventueel door hun gemandateerde personen. De BeSD niv. 5B zal richtlijnen geven voor het inrichten van de opslagfaciliteit en zorgdragen voor de etikettering van reststoffen en containers en voor de vereiste registratie. Risicoanalyse Interne dosis Omdat er geen verstoffende werkzaamheden gepland staan en het personeel verder beschermd is tegen besmetting van de huid en de handen wordt er geen inwendige dosis verwacht. Externe dosis Tijdens de metingen in … 200. bedroeg het hoogst gemeten dosistempo op 1 meter afstand van de installatie .. nSv/uur (t.o.v. een normale achtergrond van 35 nSv/uur). Indien wordt aangenomen dat de werkzaamheden .. weken duren, dan is een zeer conservatieve schatting van de dosis die een werker kan ontvangen gedurende deze werkzaamheden: .. (dagen) * 12 (uur/dag) * .. (nSv/uur) = … nSv = … μSv. Daarvoor dient hij wel gedurende .. dagen, 12 uur per dag, op minimaal 1 meter afstand van het sterktst stralende punt staan. In de praktijk zal de opgelopen dosis altijd minder zijn. Niet radiologisch werkers mogen per jaar een dosis van 1000 μSv ontvangen. Referentie Bijlagen Bijlage 0: Contactadressen Siempelkamp Nukleartechnik hr. Ullrich Quade Siempelkampstrasse 45 47803 Krefeld (D) tel.: +49 2151 894297 fax: +49 2151 894345
COVRA hr. A. van Soelen Postbus 202 4380 AE Vlissingen tel.: 0113-616640 fax.: 0113-616650
Peterson Supplylink hr. T. te Lindert Paleiskade 41 1781 AN Den Helder tel.: 0223-685100 fax.: 0223-685185
NRG (vergunningszaken) hr. R. Janssen (VSD) Utrechtseweg 310 6812 AR Arnhem tel.: 026-3568518 fax.: 026-3568538 [email protected]
NRG (ondersteuning) hr. S. van Tuinen Westerduinweg 3 1755 LE Petten tel.: 0224-568321 fax.: 0224-568491 [email protected]
NRG (decontaminatie) hr. R. Dekker Westerduinweg 3 1755 LE Petten tel.: 0224-568047 fax.: 0224-568600 [email protected]
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
44 van 61
Bijlage 1 bij WERKPLAN: Projectorganisatie.
Project manager
VSD
kantoor
BeSD niv. 5B
Operationeel personeel offshore
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
45 van 61
Bijlage 2 bij WERKPLAN: Checklist BeSD Werk gerelateerd Controleer hulpmiddelen (zie checklist) Registreer en rapporteer afwijkingen t.o.v. standaard lijst Geef stralingsveiligheidsinstructie Vul het registratieformulier NORM-instructie in Meet job equipment voor gebruik Vul meetrapport in Meet open installatie Vul meetrapport in Meet vrijkomende installatiedelen en reststromen tijdens werkzaamheden Scheid schoon en besmet equipment Vul meetrapport in Pak besmet equipment in en/of sluit openingen af Etiketteer en label besmet equipment Sla verpakte en geëtiketeerde onderdelen op in opslagfaciliteit Etiketteer containers die in gebruik zijn als opslagfaciliteit Vul het formulier ‘Opslag besmette installatiedelen’ in Vul het formulier ‘Opslag besmette reststromen’ in Meet werkplek en personeel na beëindiging van de werkzaamheden Completeer meetformulier Distribueer registratie Transport Maak stukslijst voor transport Assisteer Peterson bij het gereedmaken van de transportdocu-menten Voor Siempelkamp: maak ‘Declaration of transport & transfer contaminated materials’ gereed Vul ‘COVRA-formulier’ in voor radioactief afval Meet werkplek en personeel na beëindiging van de werkzaamheden Algemeen Controleer beschikbare stralingsmonitors en registreer type, probes, datum van calibratie Controleer beschikbare COVRA-vaten en registreer vatnummers Controleer NORM-logboek op volledigheid en traceerbaarheid en rapporteer afwijkingen Meet willekeurig spots aan dek om mogelijke uitwendige besmettingen de detecteren NB: Gebruik dezelfde terminologie in alle formulieren om misverstanden te voorkomen.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
46 van 61
Bijlage 3 bij WERKPLAN: NORM hulpmiddelenlijst Persoonlijke beschermingsmiddelen Voor het betreden van en gebruik in een gemarkeerd gebied zijn minimaal voorgeschreven: wegwerpoveralls veiligheidslaarzen handschoenen Overige persoonlijke bescherminsgmiddelen zijn afhankelijk van de aard van de werkzaamheden en worden op indicatie van de BeSD toegepast. Accessories/ equipment -
tape (minimaal 50 mm. breed); plastic folie op een rol (minimaal 2 m. breed); tie-wraps ca. 40 cm. lang afzetlint (geel/zwart) op een rol (bij voorkeur met stralingsteken 20 mm); stevige witte plastic zakken; tissue papier; 100 ltr. COVRA-vat voor vast radioactief afval; opvangbakken (2 stuks); tape met opdruk: "Gevaarlijk, Radioactief"; tape met opdruk: "Radioactief afval "; emmer (10 ltr); IP-2 container voor besmette installatiedelen; 200 Itr. drum / IP-2 container voor sludge; Radioactiviteitsstickers 7A-S en 7B-S; Radioactiviteitsstickers 7B-S 27; Radioactiviteitsstickers 297 x 297 mm. type TIR-6D. borstels, schrapers en syphon (0,5 ltr) besmettings- en dosistempomonitor; monsterpotjes.
Documenten -
Procedure… Vergunningen (NORM) NORM-logboek; Registratieformulieren (instructie, opslag, meetformulier); Transportdocumenten, IMO-formulier, Declaration (Siempelkamp)
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
47 van 61
Bijlage 4 bij WERKPLAN: Lege registratieformulieren Presentielijst pre-job veiligheidsbijeenkomst NORM-werkzaamheden Locatie / platform:_____________________________ Naam BeSD _______________
Datum: ____ _____
Duur:________________
Behandelde onderwerpen:
Naam
Firma
Werkzaamheden
Opmerkingen
Kopie: VSD, HSE-afdeling ()
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
48 van 61
(TIJDELIJKE) OPSLAG RADIOACTIEF (BESMETTE) RESTSTOFFEN Platform/ locatie _____________________ Datum
(COVRA) vat no._______
Beschrijving reststof
Teltempo (cps)
Vat gevuld tot max 75 kg
Ja / nee
Vat gecontroleerd op uitwendige besmetting
Ja / nee
Naam BeSD
Datum van transport: Vat op transport
Ja / nee
Nummer transportdocument Naam transportfirma Kopie: VSD, HSE-afdeling ()
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
49 van 61
OPSLAG RADIOACTIEF BESMETTE INSTALLATIEDELEN Locatie: ________________
No. installatiedeel: _____________
Installatiedeel
Datum opslag Nr. opslagcontainer Monster
Ja / nee
Analyseresultaat
Ja / nee; voeg analyseresultaat toe Verklaring BeSD
Genomen maatregelen Aanvullende maatregelen Gecontroleerd op uitwendige besmetting
Ja / nee; resultaat
Naam BeSD
Transport Datum transport Nr. transportdocument Naam tranportfirma Ontvanger
Opmerkingen
Kopie: VSD, HSE-afdeling ()
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
50 van 61
Meetformulier Locatie:
OIM:
datum:
Installatiedeel: Naam BeSD: Aantal werkers:
Niveau 3 / 4 / 5
Beschrijving werkzaamheden:
Teltempo (cps / cpm) ….
Monitor Achtergrond
Dosistempo (nSv/ uur) ….
Opslag contaminated material type / place
Monsters:
datum:
ja/nee
Werkplek en personeel na beëindiging werkzaamheden: Teltempo
cps
Opmerkingen
Handtekening BeSD
Kopie: VSD, HSE-afdeling ()
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
51 van 61
Bijlage 5 bij WERKPLAN: Informatiebrochure NORM (NL/E) VOORLICHTING VOOR WERKZAAMHEDEN OP NORM-INSTALLATIES. Wat betekent NORM. NORM betekent Naturally Occurring Radioactive Materials en het is de verzamelnaam die gegeven is aan natuurlijke radioactieve stoffen die in gas- en oliebehandelingsinstallaties aanwezig kunnen zijn. Waar komt NORM vandaan. Sporen van natuurlijke radioactieve stoffen zitten vanaf het ontstaan van de aarde in de aardkorst en dus ook in de formatie en worden meegeproduceerd met het gas, de olie en vooral het water. Waar zit NORM. NORM zit aan de binnenzijde van de installaties als scale op de wanden, als stof tussen de flenzen en in de sludges op de bodem van vaten en tanks. Gesloten installatie. NORM zit aan de binnenkant en niet aan de buitenkant. Er is geen stralingsgevaar op een gesloten installatie. Is NORM gevaarlijk bij een geopende installatie?. NORM-stoffen zijn radioactieve stoffen en bij het werken hiermee is er dus sprake van een zeker risico. Bij NORM is er vrijwel geen stralingsrisico als wel van een risico voor (interne) besmetting. Dit risico is er vooral wanneer NORM als stof in de lucht kan komen en ingeademd kan worden. Wat doen we hier aan. Bij werkzaamheden aan geopende installaties nemen we speciale maatregelen, zoals het dragen van wegwerpoveralls, laarzen, handschoenen en indien nodig gebruiken we adembescherming. Verder is er bij NORM-werkzaamheden altijd een begeleidende stralingsdeskundige, die voorlichting geeft, toezicht houdt en controlemetingen doet. ENKELE BELANGRIJKE TIPS BIJ EEN GEOPENDE (NORM) INSTALLATIE. • • • • • • • • • • •
Wat je niet ziet en niet kent roept vraagtekens op. De begeleidende stralingsdeskundige geeft vooraf voorlichting. Stel gerust vragen als er onduidelijkheden blijven. Maak vooraf goede en duidelijke werkafspraken. Condities en maatregelen staan op de werkvergunning en de bijbehorende checklists. Meten is weten. Metingen worden gedaan door de begeleidende stralingsdeskundige (BeSD). Werk hygiënisch. Radioactiviteit en straling is een natuurlijk gegeven, maar overdaad schaadt: Niet eten, roken en drinken op de werkplek. Voorkom morsen en leg plastic op de vloer of gebruik een opvangbak. Voorkom stuiven, dus niet borstelen of slijpen. Houdt het oppervlak nat. Baken de werkplek af, zodat anderen kunnen zien waar u bezig bent. Volg de aanwijzingen op van de begeleidende stralingsdeskundige. Houden wij ons allen aan de regels, dan is er geen verhoogd risico.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
52 van 61
INFORMATION ABOUT WORKING ON NORM INSTALLATIONS What does NORM mean? NORM stands for Naturally Occurring Radioactive Materials, the general term for natural occurring radioactive substances, which can be present in gas- and oil treatment plants. Where does NORM come from? Traces of natural radioactive substances exist already from the beginning of the earth. Those traces are subsequently still present in gas and oil bearing formations and are nowadays brought to surface together with gas, oil and especially production water. Where can we find NORM? NORM may deposit inside installations as scale on the inside installation walls, or as dust between flanges and in the sludges on the bottom of vessels and tanks. Closed installation. NORM can be present on the inside but not on the outside so there is no radiation risk on any closed installation. Is NORM hazardous at an opened installation? NORM stands for radioactive substances, so working with it may introduce a certain risk, not being related to radiation but only to internal contamination. This risk is especially relevant when NORM is present in the air as dust and if it can be breathed in. How do we minimize any remaining risks? Special precautions are to be taken when working on opened installations, such as wearing dedicated coveralls, rubber boots, gloves and if necessary breathing protection. NORM work is carried out under stringent procedures. A certified Radiation Protection Supervisor (RPS) will supervise the work. He can give you any information about work practices, PPE, packing, etc.. He will also guide and monitor the work and perform radiation measurements as appropriate. IMPORTANT TIPS WHEN WORKING ON AN OPENED (NORM) INSTALLATION. • • • • • • • • • • •
Radiation is invisible, so in case of any doubt, the Radiation Protection Supervisor provides you with all necessary information. He will brief you prior starting the work. You are free to ask any question if things are not fully clear. Make sure the work plan is clear to all people involved. Conditions and preventive measures are mentioned on the work permit and pertaining NORMchecklist. Radiation measurements are taken by the Radiation Protection Supervisor (RPS). Work hygienically. Radioactivity and radiation is a natural fact but too much is harmful. Don’t eat, do not drink nor smoke on the workplace. Prevent spillages. Cover the floor under the work with plastic, or use a drip tray. Prevent from spreading dust, so don’t brush nor grind. Keep the surface wet. Mark the working area with barriers (black-yellow tape) so others can see what you are doing. Follow the instructions of the Radiation Protection Supervisor. If we all comply to the rules, there will be no increased risk at all.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
53 van 61
2
STANDAARD OPPERVLAKKEN VOOR INSTALLATIEDELEN IN M
Buizen en pijpen
Kleppen (Bolvormig)
Lengte in m 1 Interne diameter in inch 1 0.080 2 0.160 3 0.239 4 0.319 5 0.399 6 0.479 7 0.559 8 0.638 9 0.718 10 0.798
2
3
4
5
6
7
8
9
10
0.160 0.319 0.479 0.638 0.798 0.958 1.117 1.277 1.436 1.596
0.239 0.479 0.718 0.958 1.197 1.436 1.676 1.915 2.155 2.394
0.319 0.638 0.958 1.277 1.596 1.915 2.234 2.553 2.873 3.192
0.399 0.798 1.197 1.596 1.995 2.394 2.793 3.192 3.591 3.990
0.479 0.958 1.436 1.915 2.394 2.873 3.351 3.830 4.309 4.788
0.559 1.117 1.676 2.234 2.793 3.351 3.910 4.469 5.027 5.586
0.638 1.277 1.915 2.553 3.192 3.830 4.469 5.107 5.745 6.384
0.718 1.436 2.155 2.873 3.591 4.309 5.027 5.745 6.464 7.182
0.798 1.596 2.394 3.192 3.990 4.788 5.586 6.384 7.182 7.980
2
3
4
5
3.14 6.28 9.42 12.57 15.71
4.71 9.42 14.14 18.85 23.56
6.28 12.57 18.85 25.13 31.42
7.85 15.71 23.56 31.42 39.27
Tanks Lengte in m 1 Interne diameter in meter 0.5 1.57 1.0 3.14 1.5 4.71 2.0 6.28 2.5 7.85
De oppervlakken zijn als volgt berekend: Buizen / pijpen: 2*π*(d/2)*L 2 Kleppen: 4*π*(d/2) *2 2 Tanks: 2*π*(d/2)*L + 2*π*(d/2) met: d = interne diameter (in inch of meter, waarbij 1 inch = 0,0254 meter) L = lengte (in meter) Omdat (bol)kleppen aan de binnenzijde 2 keer een bijna even groot oppervlak hebben (bol en huis), is voor kleppen standaard 2 keer het oppervlak van een bol van de betreffende diameter genomen.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
54 van 61
0.00405 0.01621 0.03648 0.06486 0.10134 0.14593 0.19863 0.25943 0.32835 0.40537
Appendix V PROCEDURES -
Procedure ‘Verwerking van installatiedelen uit de productstroom van een olie- en/of gasinstallatie’ Procedure ‘Metingen aan installatiedelen bij contractors’ Procedure ‘Vervoer van NORM-materiaal’
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
55 van 61
PROCEDURE ‘VERWERKING VAN INSTALLATIEDELEN UIT DE PRODUCTSTROOM VAN EEN OLIE- EN/OF GASINSTALLATIE’. 1. 1.1 1.1.1
1.1.2 1.1.2.1
1.1.2.2
1.2
1.2.1
1.2.2
1.2.2.1 1.2.2.2
De BeSD meet het te transporteren installatiedeel (d.w.z. het installatiedeel is zo goed als mogelijk ontdaan van losse verontreiniging, maar is nog niet ingepakt). Het teltempo bedraagt meer dan 3x (offshore; 2x onshore) het achtergrondteltempo. De BeSD bepaalt of een monster genomen kan worden (scaledikte groter dan 5 mm). Er kan een monster worden genomen. Aan de hand van historische data of aan de hand van een nieuw analyseresultaat wordt bepaald of de radioactieve stoffen meldings- c.q. vergunningsplichtig zijn volgens het Besluit stralingsbescherming (Bs) en of de radioactieve stoffen meldingsplichtig zijn volgens het Bvser. Het besmette onderdeel wordt naar een voor de betreffende Bs-categorie erkend verwerker gestuurd volgens de procedure horende bij de indeling volgens het Bvser. Er kan geen monster worden genomen. De BeSD bepaalt het oppervlakte-besmettingsniveau (OBN). 2 Het OBN is kleiner dan 4 Bq/cm . Het betreffende onderdeel is niet vergunningsplichtig. Het besmette onderdeel wordt naar een voor de betreffende Bs-categorie erkend verwerker gestuurd volgens de procedure horende bij de indeling volgens het Bvser. 2 Het OBN is groter dan 4 Bq/cm . Het betreffende onderdeel is vergunningsplichtig. Het besmette onderdeel wordt naar een voor de betreffende Bs-categorie erkend verwerker gestuurd volgens de procedure horende bij de indeling volgens het Bvser. Het teltempo bedraagt minder dan 3x (offshore; 2x onshore) het achtergrondteltempo. Bij een dergelijk teltempo wordt aangenomen dat er geen sprake is van meldings- en/of 2 vergunningplicht en dat het OBN altijd minder is dan 4 Bq/cm . De BeSD bepaalt of het betreffende onderdeel afgevoerd wordt naar een verwerker, waar geen bewerking meer plaatsvindt aan het materiaal (bijv. schroothandel) of naar een verwerker, waar wel nog bewerkingen aan het materiaal plaatsvinden (bijv. onderhouds- en/of revisiecontractors). Het onderdeel gaat naar een verwerker, waar geen verdere bewerking plaatsvindt. De voor transport verantwoordelijke afdeling levert een kopie van het meetrapport of enig ander vrijgavedocument mee met het betreffende onderdeel. Het onderdeel gaat naar een verwerker, waar wel verdere bewerking plaatsvindt. De voor transport verantwoordelijke afdeling levert een kopie van het meetrapport of enig ander vrijgavedocument mee met het betreffende onderdeel. Op dit document wordt aangegeven of alle inwendige delen zijn gemeten. Van het betreffende onderdeel zijn alle inwendige oppervlakken gemeten. Geen aanvullende maatregelen. Van het betreffende onderdeel zijn niet alle inwendige oppervlakken gemeten. Aan de betreffende contractor wordt gevraagd om een aanvullende meting uit te (laten) voeren. Zie verder procedure ‘Metingen aan installatiedelen bij contractors’.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
56 van 61
PROCEDURE ‘METINGEN AAN INSTALLATIEDELEN BIJ CONTRACTORS’ Inleiding Deze procedure is zowel bedoeld voor metingen aan installatiedelen die voorwaardelijk dan wel onvoorwaardelijk zijn vrijgegeven voor verdere bewerking. Aangenomen wordt dat de maatschappij de betreffende contractor heeft geïnformeerd over de potentiële radiologische risico’s van installatieonderdelen uit de olie- en gasindustrie (zie bijlage 1), dat de betreffende contractor in principe geen radioactieve stoffen op zijn terrein wil hebben en dat afstemming heeft plaatsgevonden over de te hanteren veiligheidsmaatregelen (zie bijlage 2) en de meetmethode. Metingen aan installatiedelen, die (on)voorwaardelijk zijn vrijgegeven 1. Een erkend stralingsdeskundige meet met een gecalibreerde besmettingsmonitor het te bewerken installatiedeel (hetzij een ingangscontrole, hetzij een meting aan het installatiedeel in gedemonteerde toestand). 1.1 Het teltempo bedraagt meer dan 2x het achtergrondteltempo, maar de oppervlaktebesmetting 2 bedraagt niet meer dan 4 Bq/cm . Het betreft géén incident. De erkend stralingsdeskundige informeert de contactpersoon van de maatschappij over de geconstateerde verhoging. Het betreffende onderdeel wordt, zonodig na opnieuw afdoend verpakt te zijn, direct getransporteerd naar een erkend verwerker. De contactpersoon van de maatschappij informeert de verantwoordelijk stralingsdeskundige van de maatschappij, die zonodig een evaluatie uitvoert. 2 1.2 De oppervlaktebesmetting bedraagt meer dan 4 Bq/cm . 1.2.1 De meting betreft een ingangscontrole. De situatie wordt geclassificeerd als een incident. De erkend stralingsdeskundige informeert de contactpersoon én de verantwoordelijk stralingsdeskundige van de maatschappij over de geconstateerde verhoging. Het betreffende onderdeel wordt, zonodig na opnieuw afdoend verpakt te zijn, direct getransporteerd naar een erkend verwerker. De verantwoordelijk stralingsdeskundige van de maatschappij meldt het incident direct, dan wel conform de bepalingen in de vergunning aan het bevoegd gezag. 1.2.2 De meting betreft een meting aan een installatiedeel in gedemonteerde toestand. De situatie wordt niet geclassificeerd als een incident. De erkend stralingsdeskundige informeert de contactpersoon én de verantwoordelijk stralingsdeskundige van de maatschappij over de geconstateerde verhoging. Het betreffende onderdeel wordt, na opnieuw afdoend verpakt te zijn, direct getransporteerd naar een erkend verwerker. De verantwoordelijk stralingsdeskundige van de maatschappij meldt het voorval direct, dan wel conform de bepalingen in de vergunning aan het bevoegd gezag.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
57 van 61
Bijlage 1 bij Procedure ‘Metingen aan installatiedelen bij contractors’: Informatie t.b.v. onderhoudsen servicecontractors, incl. enquete Geachte heer/mevrouw, Langs deze weg vragen wij uw aandacht voor het volgende: Bij de winning van aardolie en aardgas worden, naast het beoogde product ook ongewenste vaste stoffen en vloeistoffen uit de producthoudende formatielaag meegeproduceerd. Onder deze stoffen bevinden zich radioactieve stoffen, die worden aangeduid met NORM- (Naturally Occurring Radioactive Materials) of LSA- (Low Specific Activity)stoffen”. Door het productieproces kunnen deze radioactieve stoffen in geconcentreerde vorm in onze installaties aanwezig zijn, onder andere in de vorm van een soort ketelsteen (scale). heeft voor het omgaan met deze stoffen een vergunning op grond van de Kernenergiewet, waarin onder andere als voorwaarde is opgenomen, dat blootstelling aan deze stoffen, in welke vorm dan ook, dient te minimaliseren en ongecontroleerde verspreiding van deze stoffen dient te voorkomen. heeft daartoe een systeem opgezet, dat besmettingscontroles voorschrijft op installatieonderdelen die uit productie-installaties worden verwijderd om te worden gerepareerd of gereviseerd. Voordat de installatie-onderdelen worden overgedragen voor reparatie of revisie worden altijd de noodzakelijke schoonmaakacties uitgevoerd. Het systeem heeft de intentie om onbemerkt aanleveren van besmette installatiedelen aan uw bedrijf te voorkomen. Het zal echter duidelijk zijn, dat niet in alle gevallen een volledige besmettingscontrole op installatiedelen kan worden uitgevoerd omdat bepaalde plaatsen ten gevolge van de constructie niet toegankelijk zijn zonder (gedeeltelijke) demontage. Het is daarom niet geheel uit te sluiten, dat in deze installatiedelen aan de binnenzijde, ondanks de uitgevoerde schoonmaakacties, geringe hoeveelheden radioactieve afzettingen kunnen voorkomen. In deze situaties kan pas na (gedeeltelijke) demontage van het betreffende installatiedeel definitief uitsluitsel over de aanwezigheid van radioactieve stoffen worden gegeven. Omdat deze demontagewerkzaamheden op uw (werkplaats-) locatie worden uitgevoerd, zullen de noodzakelijke besmettingscontroles eveneens daar plaats moeten vinden. Ook door menselijk falen, waaronder wij mede verstaan het gebruik van niet goed functionerende meetapparatuur, is het mogelijk dat een besmet voorwerp bij u wordt aangeleverd. Om bovenstaande redenen stellen wij uit efficiency-overwegingen voor, dat wanneer frequent installatiedelen voor onderhoud of reparatie bij u aangeleverd worden, door een medewerker van uw bedrijf een ingangscontrole en/of een controlemeting na demontage wordt uitgevoerd. Bij het onverhoopt aantreffen van radioactieve stoffen (NORM-besmetting) dient in ieder geval de contactpersoon van te worden geïnformeerd. Indien de geconstateerde besmetting meer bedraagt dan 4 Bq/cm2 verzoeken wij u om ook de verantwoordelijk stralingsdeskundige van direct te informeren. Indien het een controlemeting na
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
58 van 61
demontage betreft dienen ook de werkzaamheden te worden gestopt. In overleg met de stralingsdeskundige van dienen verificatiemetingen te worden uitgevoerd. Wanneer deze verificatiemetingen de eerdere bevindingen bevestigen, worden in overleg met de installatiedelen (zonodig) opnieuw verpakt en naar een erkend verwerker gestuurd. Na decontaminatie kunnen de beoogde (revisie-)werkzaamheden alsnog plaatsvinden. is een intern onderzoek gestart naar de wijze waarop onderhouds- of revisiebedrijven omgaan met de hiervoor beschreven problematiek, met als doel een compleet overzicht te krijgen van de werkzaamheden die door deze bedrijven worden verricht en de wijze waarop dit wordt gedaan. Daartoe is een vragenlijst opgesteld die naar alle betrokken bedrijven, waaronder uw bedrijf, wordt gezonden. Wij verzoeken u deze vragen, die onderaan deze brief staan vermeld, te beantwoorden. Uitgaande van uw antwoorden zullen wij in overleg met u trachten vast te stellen of de betreffende werkzaamheden door uw bedrijf op een zorgvuldige wijze (kunnen) worden uitgevoerd, zodat negatieve effecten met betrekking tot veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu kunnen worden voorkomen. Indien noodzakelijk willen wij graag in gezamenlijk overleg vaststellen welke verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. Gezien het belang lijkt het ons zinvol dat uw ARBO-dienst in dit overleg wordt betrokken. Wij zeggen u bij voorbaat dank voor uw medewerking. Onderstaande vragen hebben alleen betrekking op werkzaamheden die u uitvoert in uw eigen bedrijf. Vragen: 1. Welke type en aantallen gebruikte installatiedelen worden voor onderhoud of reparatie in uw bedrijf bewerkt? 2. Welke bewerkingen voert u uit aan de betreffende installatiedelen? Zijn hierbij werkzaamheden aan de orde waarbij verhitting plaatsvindt, zoals lassen, warm stoken en/of verspanende bewerkingen? 3. Voert u zelf ingangscontroles en/of controlemetingen aan gedemonteerde installatieonderdelen uit? Zo ja, hoe en met welke meetapparatuur? 4. Zijn er in uw organisatie personen getraind in het omgaan met NORM? Zo ja, hoe? 5. Beschikt u over voorzorgsmaatregelen (bijv. afzuiging in de werkplaats, persoonlijke beschermingsmiddelen, lekbakken en dergelijke), waarmee bij eventueel vrijkomen van NORM, besmetting van personen en/of werkplek wordt voorkomen? 6. Is er een systeem van (periodiek) werkplekonderzoek om een lokale besmetting te constateren? 7. Worden door uw bedrijf werkzaamheden aan deze installatiedelen uitbesteed aan derden? Zo ja, welke werkzaamheden en aan welke derden? 8. Heeft u suggesties om het omgaan met NORM en NORM-verontreinigde materialen te verbeteren, zowel bij als ook in uw bedrijf? Zo ja, welke?
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
59 van 61
Wij verzoeken u de antwoorden voor te retourneren aan: Indien u vragen heeft kunt u contact opnemen met telefonnnummer: Hoogachtend,
Verantwoordelijk Stralingsdeskundige
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
60 van 61
Bijlage 2 bij Procedure ‘Metingen aan installatiedelen veiligheidsmaatregelen bij onderhouds- en servicecontractors
bij
contractors’:
Radiologische
Contractors, die werkzaamheden uitvoeren aan (on)voorwaardelijk vrijgegeven installatiedelen uit de olie- en gasindustrie kunnen de volgende preventieve veiligheidsmaatregelen nemen, zodat de radiologische risico’s van deze werkzaamheden tot een minimum beperkt blijven: rekening houden met de informatie, die meegeleverd wordt met het te bewerken installatiedeel uitvoeren van ingangs-, werkplek- en controlemetingen door een erkend stralingsdeskundige (minimaal niveau 5B) met een gecalibreerde stralingsmonitor up-to-date houden van contactgegevens van de aanleverende maatschappijen werkplaats (gedeeltelijk) inrichten voor ontvangst van besmette installatieonder-delen (toelichting te verkrijgen bij de verantwoordelijk stralingsdeskundige van een aanleverende maatschappij) beschikbaar hebben van een kleine werkvoorraad persoonlijke beschermingsmid-delen (papieren overalls, handschoenen) beschikbaar hebben van een voorraad plasticfolie en ander verpakkingsmateriaal voor het zonodig verpakken van gevonden besmette onderdelen. Het wordt de servicecontractor ten zeerste ontraden om werkzaamheden te verrichten aan installatieonderdelen, waarin radioactieve afzettingen zijn aangetoond.
PROCEDURE VERVOER VAN NORM-MATERIAAL
De procedure ‘Vervoer van NORM-materiaal’ is als bijlage in de NOGEPA-richtlijn opgenomen. De opgenomen procedure geeft de stand van zaken weer op het moment van verschijnen van de NOGEPA-richtlijn. Voor de meest actuele versie van deze procedure dient gebruik gemaakt te worden van de procedure zoals die beschikbaar is op de website van de SNS-pool: http://www.snspool.com/.
Industrie Leidraad nr. 16 NORM Richtlijn Versie 1 (1 mei 2009) Copyright NOGEPA. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze Leidraad mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt,in welke vorm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van NOGEPA
61 van 61