B a
In samenwerking met:
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Januari 2016, versie ontwerp
[email protected] www.pasmaat.com
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. 1.2. 1.3 1.4.
Algemeen Ligging van het plangebied Vigerend bestemmingsplan Inhoud van de toelichting
2. Beleidskaders 2.1 2.2 2.3 2.4
Rijksbeleid Provinciaal en regionaal beleid Gemeentelijk beleid Conclusie
3. Nieuwe inrichting 4. Milieugegevens en onderzoek 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
5.
Hinder bedrijvigheid Luchtkwaliteit Bodemonderzoek Waterparagraaf Flora en fauna Archeologie Externe veiligheid Kabels en leidingen Wet geluidhinder
3 3 3 5 5
5 6 8 9 9
10 11 11 11 12 12 12 13 13 13 14
Uitvoerbaarheid
15
5.1 5.2 5.3
15 15 15
Inleiding Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
2
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
1.
Inleiding
1.1
Algemeen
Aan de Bergseweg 71 te Voerendaal is een landgoed gelegen van ruim 13 hectare, bestaande uit natuur/bosgebied, dat openbaar toegankelijk is (en blijft). Binnen dit gebied is een waterberging aanwezig en een padenstructuur waarover kan worden gewandeld. Het plangebied wordt middels dit bestemmingsplan omgezet naar een landgoed, waarbij de openbaarheid wordt gewaarborgd en waarbij een woning wordt opgericht met zwembad en tennisbaan (privé) met bijgebouwen. Ten behoeve van het onderhoud van het landgoed worden ook gebouwen opgericht. Deze bouwwerken worden landschappelijk ingepast, waarbij reeds een landschapsinrichtingsplan is ingediend en goedgekeurd. Dit landschapsinrichtingsplan is aangegeven in Hoofstuk 3 en maakt deel uit van de voorschriften als bijlage 2. De openbaar toegankelijkheid van het landgoed wordt geborgd door vanaf de Bergseweg een pad te realiseren die ook als zodanig is bestemd.
1.2
Ligging van het plangebied
In onderstaand figuur is aangegeven waar het plangebied is gelegen. Daarbij is ook aangegeven hoe de opgerichte bebouwing zich verhoudt tot het vastgestelde bestemmingsplan. . Op de volgende afbeeldingen wordt aangeduid waar het plangebied is gelegen.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
3
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal Figuur 1: Ligging plangebied met aanduiding gerealiseerd bouwplan
Figuur 2: Verhouding gerealiseerde bouwplan met geldende bestemmingsplan
Ook zijn en worden nog bijgebouwen opgericht, die –onder andere- ook nodig zijn ten behoeve van het onderhoud van het natuurgebied. Werktuigen Voor het droog stallen van diverse werktuigen (zoals een tractor, houtklover, houtversnipperaar enzovoort) is een stalling nodig van minimaal 30m2. Haardhout Heden ten dage wordt duurzaam bouwen sterk geprefereerd. Hieraan wordt gehoor gegeven door een boven norm isolatiepakket en het gebruik van verantwoorde energie zoals zonnecollectoren en aardwarmte. Een andere belangrijke energiebron is hout. Er is fiks geinvesteerd in zogenaamde CV haarden. Dit zijn houthaarden die voorzien zijn van een warmtewisselaar en die de vrijgekomen energie van het haardvuur toevoegen aan het centrale verwarmingssysteem dat het huis en het zwembad verwarmd. Warmtecapaciteiten zijn zo berekend dat alleen het gebruik van de haarden en de zonnecollectoren voldoende verwarminsenergie leveren voor de woning en het zwembad. Hiervoor is echter wel een hoeveelheid droog hout van ca 30 – 40 m3 per jaar nodig. Het bos kan ruimschoots in deze behoefte blijven voorzien. Alleen al de robinias zijn goed voor zeker 350m3 haardhout. Daarna zal verdere noodzakelijke uitdunning en nieuwe aanplant blijvend voorzien in de houtbehoefte. Voor het verwerken en opslaan van haardhout zijn de volgende overkapte oppervlakken nodig : Droog opslaan van ca 30 m3 vers gekapt hout in stammen : ca 25m2 Droog opslaan van ca 30 m3 gezaagd en gekloofd hout : ca 25m2 Werkplek voor het zagen en kloven van stammen in haardhout : ca 20m2 Totaal
: ca 70m2
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
4
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Overige benodigde faciliteiten In de Bergseweg ligt geen gasleiding. Om aan de gasbehoefte te kunnen voorzien dient een gastank te worden gevuld vanaf een door een vrachtwagen bereikbare plek. Voor het opstellen van de gastank is een betonplaat nodig van ca 6 m2, zonder dak maar wel met omheining. Omdat deze faciliteit geen dak heeft is sprake van een bouwwerk, geen gebouw zijnde. Bij de woning worden bijgebouwen toegestaan tot maximaal 100m2, waarvoor een zone is opgenomen (‘bijgebouwen’). Voorts wordt 60m2 aan verharding toegestaan. Deze bijgebouwen en verhardingen passen binnen het goedgekeurde landschapsinrichtingsplan. Omdat de waterberging wordt opgenomen als compensatie van waterberging, kan de verharding worden aangebracht zonder dat de waterberging in het gebied in het gedrang komt. Dit geldt ook voor de bijgebouwen bij de woning.
1.3
Vigerend bestemmingsplan
Het plangebied is gelegen binnen het bestemmingsplan “Buitengebied 2013” (11 april 2013 vastgesteld) waarin het perceel - vanaf de weg bezien - op het voorterrein de enkelbestemming “Tuin” hebben en op het achterterrein de bestemming “Natuur”. Voor de oorspronkelijk vergunde woning was een bestemmingsvlak “Wonen” opgenomen met een bebouwingsvlak. Voorts heeft het gehele plangebied de mede-bestemmingen “Waarde-Archeologie” en “Bodembeschermingsgebied”.
Uitsnede plankaart
Het nieuwe bestemmingsplan zal uitgaan van een bestemming ‘Nieuw-Landgoed’, waarin de diverse functies met aanduidingen en aanduidingsvlakken worden aangeven.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
5
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
1.4
Inhoud van de toelichting
Deze toelichting beschrijft in hoofdstuk 1 de inleiding, de ligging van het projectgebied en het geldende bestemmingsplan. In hoofdstuk 2 wordt het beleidskader beschreven, voor zover dit relevant is voor onderhavig plan. Hoofdstuk 3 gaat in op de nieuwe inrichting van het project. Hoofdstuk 4 geeft de uitgangspunten en randvoorwaarden van het project weer en hoofdstuk 5 beschrijft de haalbaarheid op het gebied van milieuaspecten en planschade.
2.
Beleid
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het Rijks-, provinciale en gemeentelijke beleid.
2.1
Rijksbeleid
2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Op 13 maart 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Ruimte haar definitieve Structuurvisie vastgestel zodat deze van kracht is geworden. Deze Structuurvisie is de vervanger van de Nota Ruimte en de Nota mobiliteit. Het Rijk kiest drie doelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): • Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland; • Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Het Rijk benoemt 13 nationale belangen; hiervoor is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Deze belangen zijn gelijkwaardig aan elkaar en beïnvloeden elkaar onderling. In de SVIR is een eerste integrale afweging gemaakt van deze belangen. Dit heeft als gevolg dat het Rijk in gebieden of projecten een gebieds- of projectspecifieke afweging zal maken. Indien nodig maakt het Rijk duidelijk welke nationale belangen voorgaan. In het MIRT wordt ook de samenhang met decentrale belangen en regionale opgaven besproken. Het onderhavige initiatief is verder op geen enkele wijze in strijd met het rijksbeleid. Het betreft het gewijzigd realiseren van een woning met bijgebouwen binnen een reeds bestaand en bestemd landgoed, dat is gerealiseerd door middel van de Rood-voor-Groen-regeling.
2.2 2.2.1
Provinciaal en gemeentelijk beleid Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening met de daarbij behorende Invoeringswet in werking getreden. De wet voorziet in een stelsel van verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk, provincies en gemeenten. Voor het provinciale beleid wordt verwezen naar het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL 2014) dat op 12 december 2014 is vastgesteld. In het POL 2014 is het plangebied binnen het Landelijk gebied gelegen, waarbij de verschillende plandelen zijn gelegen binnen het Buitengebied, de Bronsgroene landschapszone en de Goudgroene natuurzone.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
6
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Uitsnede POL2014 met legenda
Hierbij dient te worden beschouwd dat de huidige bestemming reeds een woning met bijgebouwen toestaat en is slechts de gewijzigde plaatsing van de woning de reden dat een nieuw bestemmingsplan wordt gemaakt. Hierdoor kan worden volstaan met een globale toetsing aan het provinciale beleid. De initiatiefnemer heeft een perceel van 13,5 ha, waarvan hij 1 ha gebruikt als privéwoning met faciliteiten. Het overige gebied heeft hij ingericht en wordt gebruikt als openbaar toegankelijk natuurgebied/landgoed. Hierdoor is en wordt ruim voldaan aan de provinciale normen. Het provinciale beleid geeft voor de Bronsgroene zone weer dat binnen dit gebied aandacht moet worden gegeven aan de kwaliteit en het functioneren van het regionaal watersysteem. Door het in standhouden van de waterberging wordt hieraan voldaan. Daarnaast zijn recreatief medegebruik en het versterken van de kernkwaliteiten van het landschap geborgd door het vastleggen van de kenmerkende padenstructuur en het openbaar houden van het gebied. De Goudgroene landschapzone geeft weer dat sprake moet zijn van het behouden en versterken van de natuur en de ecologie, hetgeen gebeurt door op te nemen dat het goedgekeurde inrichtingsplan wordt uitgevoerd en in stand wordt gehouden. Ook hier dient sprake te zijn van recreatief medegebruik, waar aan wordt voldaan. De zone Buitengebied is gericht op het terugdringen van milieubelastende landbouw. Door onderhavig plan wijzigt de milieubelasting niet maar deze neemt ook niet toe. Er komt immers geen landbouw bij. Gelet op het in onderhavige paragraaf uiteengezette provinciale beleid wordt geconcludeerd dat voorliggende planontwikkeling niet in strijd is met het provinciale beleid.
2.2.2
Gemeentelijk beleid
In het kader van de vergunningsprocedure is het plan ruim getoetst aan het gemeentelijke beleid. Hieraan werd voldaan. De gewijzigde uitvoering van het bouwplan is niet relevant voor het gemeentelijke beleid, behoudens de welstandsnota. Hieraan is inmiddels getoetst en het bouwplan is akkoord bevonden.
2.3
Conclusie Beleidskader
Het initiatief is getoetst aan het rijksbeleid, het provinciale beleid en regionale beleid. Uit de deelconclusies blijkt reeds dat het plan niet in strijd is met het beleidskader.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
7
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
3.
Stedenbouwkundige voorwaarden en inrichting
Voor het plangebied is een inrichtingsplan opgesteld, waarin de reeds aangebrachte groene inrichting is opgenomen met daarbij een nieuwe investering in groene buffers, beplanting en bomen. Bij de woning zelf is groen aangeplant, zijn bomen geplant en is een boomgaard aangelegd. Onderhavige afbeeldingen komen uit het begeleidende projectplan van Pieter Kromwijk Architecten dat als bijlage bij dit bestemmingsplan is gevoegd.
Bij het opstellen van het ontwerp buitenruimte villa Verbeek is het uitgangspunt geweest om zoveel mogelijk het gebouw te integreren met het achterliggende bestaande bos.in plaats van een los gebouw voor het bos. De boomgroepen zijn zodanig gesitueerd dat gezien vanuit de woning zichtlijnen en uitzichtpunten worden versterkt. Het bestaande hoogteverschil in het terrein is gebruikt om de tennisbaan en het zwembad op een logische manier in te bedden in het terrein en optimaal aan te sluiten op het peil van het gebouw. De keuze van de beplanting van de boomgroepen is een voortzetting van de bestaande bosbeplanting . Ook is er een boomgaard voorzien met hoogstam fruitbomen , eigen aan het Zuid Limburgs landschap. Op het landgoed zelf zijn loofbomen aangeplant en zijn diverse voorzieningen aangebracht om het landgoed helemaal het karakter van een landgoed te geven door de aanleg van wandelpaden, watergangen en voorzieningen in de vorm van rustplaatsen. De openbaarheid van het landgoed wordt geborgd door een pad aan te leggen en te bestemmen vanaf de Bergseweg. Bij de woning worden diverse bijgebouwen opgericht (tot maximaal 100m2). Het bestemmingsplan ziet in een uitbreiding van de aanduiding ‘natuur’ en er wordt verplicht om het inrichtingsplan uit te voeren en in stand te houden, als compensatie van onder andere deze bijgebouwen.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
8
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Buffercapaciteit Uitgaande van T=100 (84mm regen /m2/ 27 uur). De te bufferen hoeveelheid regenwater is het water wat op het dak en de verharding valt; d.w.z. dat 100% van dat regenwater moet worden gebufferd. Dan is er nog de hoeveelheid regen wat op de halfverharding en de tennisbaan valt; dat iniltreert voor 15% dus moet daarvan nog 85% worden gebufferd. Daken + verharding: 1230m2 x 0,084m. = 103.5 m3 Tennisbaan + halfverharding : 2040m2 x 0,084m. x 0,85 = 145.5 m3 Het toekomstige bosven moet dus minimaal 250 m3 water kunnen bufferen. In de bijlage, behorende bij deze toelichting is de omgevingsvergunning voor het aanleggen van de watervergunning (Gemeente Voerendaal, 8 april 2014) bijgevoegd.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
9
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
4.
Milieugegevens en onderzoek
Voor de milieugevolgen wordt uitgegaan van de gewijzigde situatie ten opzichte van de reeds vergunde situatie. Omwille van de volledigheid zijn wel alle aspecten beschreven en beschouwd maar zal veelal de conclusie zijn gerechtvaardigd dat de verschillende onderdelen meestal niet relevant zijn voor de gewijzigde situatie.
4.1
Hinder bedrijvigheid
4.1.1
Inleiding
Een goede ruimtelijke ordening beoogt het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen. Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt getoetst conform: • VNG handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’(editie 2009); • Wet milieubeheer. VNG handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’ De Vereniging van Nederlandse Gemeente doet in de publicatie ’Bedrijven en milieuzonering’ (editie 2009), een handreiking ten behoeve van de afstemming tussen ruimtelijke ordening en milieu op lokaal niveau. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven gesitueerd worden en dat nieuwe bedrijven een passende locatie ten opzichte van woningen krijgen. De publicatie heeft bedrijven ingedeeld in categorieën met bijbehorende gewenste afstand tot milieugevoelige functies. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de bestemmingsgrens van de bedrijven en anderzijds de gevel van een woning. De adviesafstanden hangen samen met gebiedskenmerken. Naast het omgevingstype rustige woonwijk kent de VNG-handreiking ook het omgevingstype gemengd gebied. Wanneer sprake is van het omgevingstype gemengd gebied kunnen de richtafstanden tussen milieubelastende en milieugevoelige functies, voor met name het aspect geluid, met één afstandsstap verlaagd worden, zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat. Het aspect geluid is veelal het maatgevende aspect. Een gemengd gebied is een gebied met een variatie aan functies.
4.1.2
Beoordeling
De woning is op voldoende afstand van de bedrijvigheid in de omgeving. Weliswaar is de woning enigszins verschoven richting het agrarische bedrijf op nummer 75, deze afstand blijft groot genoeg. het bedrijfsgebouw gelegen.
Conclusie Op grond van bedrijfszonering zijn geen bezwaren tegen het gewijzigde bouwplan.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
10
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
4.2
Luchtkwaliteit Inleiding
Voor luchtkwaliteit is de Wet luchtkwaliteit van toepassing. Deze wet is onder meer verder uitgewerkt in het Besluit niet in betekenende mate en de Regeling niet in betekenende mate. In het Besluit niet in betekenende mate is vastgelegd dat wanneer een ontwikkeling niet meer bijdraagt dan 3% aan de grenswaarde, deze niet getoetst hoeft te worden aan de wettelijke grenswaarden. Hierin staat dat meer dan 1,2 microgram stikstofdioxide en/of fijnstof per m3 wordt aangemerkt als in betekenende mate.
Beoordeling In de Regeling niet in betekenende mate is dit doorvertaald naar 1.500 woningen, ofwel 7.500 verkeersbewegingen (uitgaande van 5 verkeersbewegingen per woning, conservatieve aanname conform de ASVV 2004). Het wijzigen van een maatschappelijke stedelijke functie in enkele wooneenheden valt onder de NIBM-regeling. Door onderhavige ontwikkelingen zal de luchtkwaliteit niet wijzigen. Er komt immers geen nieuwe functie bij.
Conclusie De ontwikkeling voldoet aan het wetgevende kader voor luchtkwaliteit, zoals vastgelegd in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer.
4.3
Bodemonderzoek Inleiding
Het is wettelijk geregeld (Wbb en bouwverordening) dat bouw pas kan plaatsvinden als de bodem geschikt is (of geschikt is gemaakt) voor het beoogde doel. Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen, als is aangetoond dat de bodem geschikt (of geschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming. Indien sprake is van een verdachte locatie dient onderzocht te worden in welke mate de bodem verontreinigd is en wat voor gevolgen een eventuele bodemverontreiniging heeft voor de uitvoerbaarheid van het plan.
Beoordeling en conclusie Wanneer (een deel van) de bodem in het plangebied verontreinigd is, moet worden aangetoond dat het bestemmingsplan, rekening houdend met de kosten van sanering, financieel uitvoerbaar is. Een bodemonderzoek mag niet meer dan vijf jaar oud zijn en moet een vastgestelde informatiekwaliteit bieden. Indien aan die voorwaarden niet kan worden voldaan, dient aanvullend onderzoek plaats te vinden. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel, dient vóór aanvang van de bouwwerkzaamheden een bodemsanering te worden uitgevoerd om de bodem wel geschikt te maken, of dient de aanvraag te worden geweigerd.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
11
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
De bodem is reeds onderzocht (Econsultancy, 12011040, dd 9 maart 2012) waaruit bleek dat de bodem geschikt is voor wonen en tuin.
4.4
Waterparagraaf Inleiding
Sinds 2003 is bij ruimtelijke plannen een zogenaamde watertoets wettelijk verplicht. Het doel van de watertoets is de effecten van de voorgenomen ontwikkeling op het watersysteem in beeld te brengen en eventuele negatieve effecten zoveel mogelijk te beperken door het nemen van maatregelen.
Beoordeling De gemeente is niet primair verantwoordelijk voor alle watertaken, maar moet de waterbelangen wel goed beschrijven en afwegen binnen de ruimtelijke ordening. De voor de gemeente en waterschap van belang zijnde wateraspecten zijn hieronder beschreven. Volgens de Wet gemeentelijke watertaken (2008) is de gemeente verantwoordelijk voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater en hemelwater. De gemeente mag vervolgens zelf bepalen op welke wijze het ingezamelde hemelwater wordt verwerkt. Verder heeft de gemeente de zorgplicht om structurele problemen als gevolg van een voor de gebruiksfunctie nadelige grondwaterstand in openbaar bebouwd gebied te voorkomen of te beperken. Vanaf 1 november 2003 zijn de overheden wettelijk verplicht om alle ruimtelijke plannen, die van invloed zijn op de waterhuishouding, voor advies voor te leggen aan de waterbeheerders. In december 2009 heeft het kabinet het Nationaal Waterplan vastgesteld als opvolger van de Vierde nota Waterhuishouding uit 1998 en op basis van de Waterwet die met ingang van 22 december 2009 van kracht is geworden. Het Nationaal Waterplan heeft de status van structuurvisie.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
12
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Het Nationaal Waterplan is een algemeen plan voor het op nationaal niveau te voeren waterhuishoudkundig beleid en geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot duurzaam waterbeheer. Uit bijgaande berekening van Pieter Kromhout architecten blijkt dat voldoende waterberging wordt gerealiseerd binnen het landgoed. Deze compensatie bedraagt 254m3 en is wordt gerealiseerd middels een watergang en het realiseren van een waterberging die ook in stand moet worden gehouden.
Conclusie Gelet op vorenstaande vormt het onderdeel Water geen belemmering voor onderhavig initiatief.
4.5
Flora en fauna Inleiding
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient te worden beoordeeld of het plan natuurwaarden kan verstoren die in strijd is met de natuurwetgeving zoals de Flora-en Faunawet.
Beoordeling De belangrijkste natuurwaarden zijn vastgelegd in de gebiedsgericht beleid. Hiervoor zijn Natuurbeschermingsgebieden, Habitatrichtlijngebieden en Vogelrichtlijngebieden aangewezen. Bij ieder ruimtelijk initiatief dient te worden gekeken naar flora- en fauna aspecten. Gebiedsbescherming Voor de gebiedsbescherming zijn in het kader van de Europese richtlijnen in Nederland speciale beschermingszones aangewezen met een hoge wettelijke bescherming. Hiervoor zijn Natura 2000gebieden en gebieden onderdeel uitmakend van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) opgenomen. Soortbescherming Op basis van de Flora- en faunawet zijn gebieden aangewezen voor de bescherming van dier- en plantensoorten. De werkingssfeer van de Flora- en faunawet is niet beperkt tot of gerelateerd aan speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. Op grond van de Flora- en faunawet gelden algemene verboden tot het verwijderen van groeiplaatsen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten. Zorgplicht De zorgplicht Flora- en faunawet is mede van toepassing op de beschermde soorten waarvoor geen ontheffing hoeft te worden verkregen. Dit houdt in, dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild levende dieren en planten (inclusief hun leefomgeving). Concreet betekent dit dat bij een ruimtelijke ingreep rekening moet worden gehouden met alle aanwezige dieren en planten door middel van planning en uitvoering. Voor alle grondgebonden zoogdieren en amfibieën in het plangebied geldt de zorgplicht. Dit houdt in dat deze dieren gedurende de werkzaamheden zoveel mogelijk moeten worden ontzien.
Conclusie Er vinden geen werkzaamheden meer plaats die tot verstoring van natuurwaarden kunnen leiden.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
13
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
4.6
Archeologie Inleiding
In 1998 is door de betreffende landen het Verdrag van Malta gesloten, waarin de doelstelling is verankerd tot bescherming en het behoud van archeologische waarden. In het kader van de ruimtelijke ordening dient deze bescherming van archeologische waarden te worden meegewogen in de besluitvorming.
Beoordeling en conclusie Er komen geen bodemverstoringen meer waarvoor archeologisch onderzoek nodig is. Overigens is het gehele plangebied reeds onderzocht (ArcheoPro, nummer 12002, dd 27 januari 2012), waaruit bleek dat er geen sprake was van de kans op het aantreffen van bodemschatten. Aan de gemeente zal worden gevraagd om de bodem vrij te geven, zodat de archeologische dubbelbestemming van het perceel kan worden gehaald.
4.7
Externe Veiligheid Inleiding
Het aspect externe veiligheid kan relevant zijn vanwege bedrijven (inrichtingen) die met gevaarlijke stoffen werken en vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor en door buisleidingen. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Toetsingskader Het Bevi is gericht aan het bevoegd gezag inzake de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening en heeft onder meer tot doel om bij nieuwe situaties toetsing aan de risiconormen te waarborgen. In de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) zijn o.a. standaardafstanden opgenomen waarbij wordt voldaan aan de grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico. Het Bevi is van toepassing op vergunningplichtige risicovolle bedrijven en de nabijgelegen al dan niet geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten. In artikel 2, lid 1 van het Bevi is opgesomd wat wordt verstaan onder risicovolle bedrijven. Voor de toepassing van het Bevi, wordt een nieuw ruimtelijk besluit gezien als een nieuwe situatie.
Beoordeling Aanwezige Bevi-bedrijven Om te bepalen of er in de directe omgeving bedrijven zijn gelegen waarop het Bevi van toepassing is, is het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS) als ook de professionele risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat de ontwikkeling niet is gelegen binnen de risicocontour van een Beviinrichting. Transport en externe veiligheid Toetsingskader Beoordeling van de risico’s veroorzaakt door het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, het water en de weg dient plaats te vinden aan de hand van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, 31 juli 2012, waarin grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico en richtlijnen voor de toepassing van de rekenmethodiek en de verantwoording van het groepsrisico zijn opgenomen.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
14
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Beoordeling transport Om te bepalen of er in de directe omgeving van het plangebied risicorelevante transport-assen zijn gelegen is de professionele risicokaart geraadpleegd. De onderstaande transportassen zijn beoordeeld. Rijks-, vaar- en spoorwegen Het plangebied ligt op meer dan 200 meter van een rijks-, vaar- of spoorweg waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt (zoals opgenomen in bijlage 2, 3 en 4 van de circulaire). Gelet hierop zijn risicoberekeningen niet noodzakelijk en hoeven er geen beperkingen te worden gesteld aan het ruimtegebruik binnen het plangebied. Daarnaast leidt de ontwikkeling niet tot een toename van een dusdanige personendichtheid in het gebied die van invloed is voor het groepsrisico. De oriëntatiewaarde zal niet worden overschreden. Buisleidingen Om te bepalen of er in de directe omgeving buisleidingen zijn gelegen waarop de circulaire van toepassing is, is het RRGS geraadpleegd. Uit het RRGS blijkt dat er binnen en in de nabijheid van het plangebied geen hogedruk buisleidingen zijn gelegen.
Conclusie Er zijn geen risico’s aanwezig als gevolg van de opslag, productie of transport van gevaarlijke stoffen in de buurt van dit perceel. Het plangebied is niet gelegen binnen een zone van een weg voor gevaarlijk vervoer of in een zone van een buisleiding. Het initiatief is niet in strijd met de externe veiligheid.
4.8
Kabels en Leidingen
Er zijn geen kabels of leidingen relevant voor onderhavig initiatief.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
15
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
4.9
Wet geluidhinder
4.9.1 Inleiding: Wet geluidhinder algemeen De Wet geluidhinder (Wgh) is aangegeven wanneer een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd en waar dit aan moet voldoen. Bij een voorgenomen wijziging van een planologisch regime binnen een geluidzone van een weg, spoorweg of gezoneerd industrieterrein is een akoestisch onderzoek noodzakelijk wanneer het een geluidsgevoelig object betreft dat mogelijk wordt gemaakt.
4.9.2 Beoordeling Het plan voorziet niet in het mogelijk maken van nieuwe geluidsgevoelige objecten. De woning is een geluidsgevoelig object waarvoor in beginsel geluidsonderzoek nodig is. In het voorgaande bouwplan is geluidsonderzoek uitgevoerd (Bureau Geluid, 20122000, dd 18 januari 2012). Hieruit bleek dat deze woning op geen enkel punt – na aftrek van 3dB- boven de voorkeursgrenswaarde uitkwam. De nieuwe woning is meer van de weg gelegen dan de reeds vergunde woning. Hierdoor valt aan te nemen dat de nieuwe woning ook onder de voorkeursgrenswaarde blijft. Geluidsonderzoek is verder niet nodig.
4.9.3 Conclusie Het aspect geluid vormt geen belemmering voor realisatie van het plan.
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
16
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
5. 5.1
Uitvoerbaarheid Inleiding
Naast het toetsen aan diverse aspecten op het gebied van beleid en milieu, die ook dienen als toets of een ruimtelijk plan uitvoerbaar is, dient een plan ook te worden getoetst aan economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
5.2
Economische uitvoerbaarheid
Op grond van de Grondexploitatiewet dient een exploitatieplan te worden vastgesteld bij het vaststellen van het bestemmingsplan of ander ruimtelijk plan, tenzij de economische uitvoerbaarheid anderszins is gegarandeerd, bijvoorbeeld door het afsluiten van een anterieure overeenkomst. De initiatiefnemers en de gemeente zullen een overeenkomst afsluiten waarin ook de eventuele planschade voor rekening van initiatiefnemer zal zijn. Hierdoor is de economische uitvoerbaarheid verzekerd.
5.2.1 Planschaderisicoanalyse Pasmaat advies heeft beoordeeld of kans bestaat op planschade. Dit is niet het geval.
5.3
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
In het kader van het voorontwerp-bestemmingsplan heeft de provincie enkele vragen gesteld over de wijze van bestemmen. Deze reactie is samengevat in een Nota van Inspraak die bij deze toelichting als bijlage is gevoegd. Kortheidshalve wordt verwezen naar deze bijlage. Het bestemmingsplan is aangepast in die zin dat de afwijkingsmogelijkheden worden beperkt tot een bedrijf- of beroep aan huis. Het ontwerp-bestemmingsplan zal gedurende zes weken ter inzage worden gelegd, zodat een ieder eventueel een zienswijze kan indienen tegen het plan. Overlegpartners zoals de Provincie, Waterschap en het Rijk kunnen eventueel ook een zienswijze indienen.
Batterijstraat 1 5396 0412
-48 48 22 info@ pasmaat.com
Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
17
NOTA VAN INSPRAAK Naam en adres
Inspraakreactie
Standpunt inzake inspraakreactie
Gedeputeerde Staten (GS) van de Met welke reden is gekozen voor de wijziging van de Door de keuze voor de bestemming Gemengd-Nieuw Landgoed kan Provincie Limburg bestemming `Wonen` naar `Gemengd-Nieuw Landgoed? worden uitgedrukt dat het woonhuis en de omliggende gronden één ruimtelijk geheel vormen. Het omliggende bos is namelijk gerealiseerd in het kader van Rood-voor-Groen, is opengesteld voor het publiek, wordt duurzaam onderhouden en samen met de woning is sprake van een (modern) landgoed. Deze wijze van bestemmen is eerder toegepast in Colmont (landgoed Borghans). Binnen de enkelbestemming Gemengd-Nieuw Landgoed worden de verschillende te onderscheiden functies nader gespecificeerd en met aanduidingsvlakken omgeven. Een bijkomend voordeel is dat hierdoor een omgevingsvergunning kan worden verstrekt voor het bouwen van een brandhoutverwerking en opslag alsmede voor het bouwen van een kleine schuur ten behoeve van stalling van voor het onderhoud van het landgoed noodzakelijke machines en materiaal. Wij hebben vraagtekens bij de volgende bestemmingen waarvoor B&W een omgevingsvergunning zou kunnen afgeven op die plek: zelfstandig kantoor, lichte horeca, recreatiewoningen/vakantie-appartementen of bedrijfsactiviteiten. Tegen een kantoor of praktijk aan huis, ondergeschikt aan de woonfunctie, bestaat onzerzijds geen bezwaar.
1
Wij zijn het met GS eens dat een afwijkingsbevoegdheid voor een aantal in het buitengebied/buiten contouren minder gewenste en ter plaatse wellicht ook minder logische activiteiten als zelfstandig kantoor, lichte horeca, recreatiewoningen/vakantie-appartementen of bedrijfsactiviteiten ter plekke van deze woning en/of omliggende gronden niet gewenst noch reëel is. Het is zeker niet de bedoeling van aanvrager om horeca uit te oefenen dan wel recreatieappartementen te realiseren. De regeling met betrekking tot het toepassen van een afwijking zal op deze onderdelen worden geschrapt en aangepast, zodat alleen een regeling in stand blijft ten behoeve van een bedrijf en/of beroep aan huis
Op grond van de bijgevoegde inrichtingsschets in de bijlage bij de regels kunnen wij ons niet goed een beeld vormen van de inpassing van de tennisbaan in het bestaande reliëf/landschap. Kan ons de hoogteligging van de tennisbaan worden geschetst ten opzichte van de woning? Hoe is omgegaan met de overbrugging van het hoogteverschil ter plaatse (ingraven of ophogen)? Verder is de legenda van de inrichtingsschets in de bijlage bij de regels niet leesbaar. Tevens is het gewenst een toelichting te krijgen op de onderlegger van de inrichtingsschets. Verder ontbreekt een inrichtingsschets van de waterberging.
Deze stukken in de vorm van terreindoorsneden zijn door aanvrager aangereikt en zullen als bijlage in het ontwerp-bestemmingsplan worden opgenomen. Deze hebben geen gevolgen voor de ruimtelijke afweging maar biedt wel het door GS gevraagde inzicht in de verantwoording van de gemaakte keuzen en de beoogde uitvoering. Zo ligt de tennisbaan volledig ingegraven ten opzichte van de woning en de garage (30 cm lager dan het vloerpeil van de garage en 90 cm lager dan het vloerpeil van de woning). De overige bijlagen hebben betrekking op het inrichtingsplan (met leesbare legenda en onderbouwing) alsmede de gevraagde inrichtingsschets van de waterberging. GS kan hiervan kennisnemen in het kader van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan.
.
2
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Regels
1 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 1.1
Begrippen
plan:
het bestemmingsplan "Bergseweg 71 Voerendaal" van de gemeente Voerendaal.
1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0986.BPBergseweg71-ON01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3
aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt.
1.4
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6
aan huis gebonden bedrijf:
het hoofdzakelijk door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, waaronder begrepen consumentverzorgende dienstverlening, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
1.7
aan huis gebonden beroep:
het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechtnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
1.8
agrarisch gebruik:
het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
2 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
1.9
agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt en boomkwekerijen daaronder begrepen) en/of het houden van dieren, waaronder mede wordt verstaan een productiegerichte paardenhouderij, inclusief pensionstal. In dit bestemmingsplan wordt hieronder tevens begrepen (ruimte voor) ontvangst van bezoekers, open dagen, verkoop van eigen producten, demonstraties, educatie, zulks ten dienste van en behorende bij de agrarische hoofdfunctie.
1.10
ambacht(elijk):
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, waarbij de omvang van de activiteit zodanig is, dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen worden uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.
1.11
archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden
1.12
architectonische waarde:
de aan een bouwwerk toegekende waarde in verband met de vormgeving, het materiaalgebruik en/of detaillering.
1.13
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.14
bebouwingspercentage:
een in de verbeelding of regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogst mag worden bebouwd.
1.15
bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen niet daaronder begrepen.
1.16
bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
1.17
bedrijfsmatige exploitatie
het door middel van een bedrijf beheren en/of exploiteren van recreatieverblijven, waarbij voor recreatiewoningen/-appartementen geldt dat deze gedurende het hele jaar worden gebruikt voor recreatieve doeleinden door wisselende personen.
3 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
1.18
bedrijfsvloeroppervlak:
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
1.19
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) één of meer personen, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw en/of terrein.
1.20
begane grond:
de natuurlijke oppervlakte van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging, alsmede dat gedeelte van een gebouw dat met die oppervlakte gelijk is. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aangrenzend maaiveld.
1.21
bestaand:
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.22
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.23
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.24
bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.25
boogkas
een verhoogde tunnel met veelal een breedte van 2 tot 6 meter en een hoogte van ca. 2,25 tot maximaal 2,50 meter. De constructie van de tunnel bestaat uit metalen bogen die rusten op ankers welke veelal met een trekker in de grond worden gebracht. Aan elke kopeind is een deuropening en het luchten geschiedt door de plastic over de bogen te schuiven.
1.26
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.27
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.28
bouwlaag:
4 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback, met een maximale hoogte van 3,30 m.
1.29
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.30
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.31
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.32
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.33
buitenopslag:
opslag die niet in gebouwen plaatsvindt;
1.34
coffeeshop:
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
1.35
cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat in de loop van de geschiedenis is ontstaan door het gebruik dat de mens van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt.
1.36
dagrecreatie:
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats zonder overnachtingsmogelijkheden.
1.37
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop, te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan diegenen die, die goederen kopen resp. huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps - of bedrijfsactiviteit.
1.38
erf:
5 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt.
1.39
evenement:
een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.
1.40
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.41
gelijke hoogte:
een hoogteverschil per vloer of balklaag van maximaal 2,00 m (gemeten op het laagste punt).
1.43
hoofdgebouw:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.44
horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.
1.45
kantoor:
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard ten behoeve van derden.
1.46
landgoed:
een openbaar toegankelijk bos- of natuurcomplex met daarin één woongebouw van allure en een omvang van bos of natuurgebied van minimaal 10 hectare.
1.47
landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
1.48
maaiveld:
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
1.49
maatvoeringsvlak:
6 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een maatvoeringssymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en/of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten. manege:
1.50
mantelzorg:
langdurige, intensieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens directe dan wel sociale omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.
1.51
monumenten:
alle bouwwerken conform artikel 6 Monumentenwet.
1.52
natuurlijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
1.53
onderbouw:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven maaiveld is gelegen.
1.54
onderkomens:
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
1.55
openbaar toegankelijk gebied:
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
1.56
openbare nutsvoorziening:
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.
1.57
overkapping:
7 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
een bouwwerk, geen gebouw zijnde met een dak, dat niet of slechts aan één zijde is voorzien van een (bestaande) wand.
1.58 a.
peil: voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b.
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte aansluitende maaiveld aan de zijde van de hoofdtoegang tot het bouwwerk.
1.59
permanente bewoning:
bewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen van een gebouw, dan wel een gedeelte daarvan als hoofdverblijf.
1.60
ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
1.61
schuilgelegenheid:
een bouwwerk dat aan dieren de gelegenheid biedt te schuilen tegen weersinvloeden, waarbij de dieren vrij in en uit kunnen lopen.
1.62
seksinrichting:
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar in bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotischemassagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.63
stedenbouwkundig beeld:
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte.
8 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
1.64
straatmeubilair:
de op of bij de weg dan wel openbare ruimte behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glasen andere inzamelbakken, kunstobjecten, gedenktekens, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
1.65
teeltondersteunende voorzieningen
voorzieningen/constructies inclusief containervelden met als doel het gewas te forceren tot meer groei en of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel het vervroegen als het verlaten van de teelt ten opzichte van de normale open teelt en/of het beschermen van het gewas tegen weers invloeden, ziekten en plagen hetgeen leidt tot een beter kwaliteit van het product. De teeltondersteunende voorzieningen dienen ter ondersteuning van de vollegrondsteelt. Onder teeltondersteunende voorzieningen wordt niet verstaan het gebruik van afdekfolie op de grond.
1.66
verdieping:
een bouwlaag die is gelegen boven de eerste bouwlaag op de begane grond.
1.67
voorgevel:
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
1.68
voorgevelrooilijn
de op de verbeelding aangegeven figuur 'gevellijn' of, bij het ontbreken van dat figuur op een bouwperceel, de denkbeeldige lijn die wordt gevormd door de naar de openbare weg gekeerde grenzen van de aanduiding 'bouwvlak', doorlopend tot de zijdelingse grenzen van het betreffende bouwperceel.
1.69
waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
1.70
weg:
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
1.71
woning/wooneenheid:
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
9 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
1.72
zolder:
ruimte in een gebouw die hoofdzakelijk is (zijn) afgedekt met schuine daken en die geen deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
10 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
2.2
het bebouwingspercentage:
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
2.3
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.5
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.6
de hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.7
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.8
de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk:
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
2.9
de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.10
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
11 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
2.11
ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en traptreden voor de (hoofd)toegang buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1.50 m.
12 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3
Gemengd-Nieuw Landgoed
3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Nieuw Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wonen;
b.
de duurzame instandhouding en het behoud van de aan het landgoed te onderkennen landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden, inclusief de instandhouding van de ten tijde van vaststelling van dit bestemmingsplan aanwezige openbare padenstructuur, ter plaatse van de aanduiding ‘natuur’;
c.
het aanleggen en inrichten van een tuin, waaronder het aanbrengen van voorzieningen zoals een inrit en parkeerplaatsen, ter plaatse van de aanduiding ‘tuin’;
d.
het aanleggen en inrichting van een tennisbaan, ter plaatse van de aanduiding ‘tennisbaan’;
e.
het aanleggen en het duurzaam in stand houden van een pad, ter plaatse van de aanduiding ‘pad’;
f.
de aanleg en/of instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals watergangen, waterbergingen met de bijbehorende bermen en taluds ter plekke van de aanduiding 'waterberging';
g.
behoud en ontwikkeling van ecologische waarden in relatie tot de waterhuishoudkundige voorzieningen ter plekke van de aanduiding 'waterberging''
met daaraan ondergeschikt: 1.
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
2.
landschappelijke inpassing van de gebouwen in de vorm van groenvoorzieningen met een visueel afschermende functie;
3.
recreatief medegebruik.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 12.2.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemeen
Op de voor 'Gemengd - Nieuw Landgoed' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a.
gebouwen, waaronder maximaal één woning, ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde bestemming, met dien verstande dat gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
b.
de daar bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder een zwembad.
13 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
3.2.2
Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a.
binnen het bouwvlak mogen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
b.
het bouwvlak mag voor maximaal 80% worden bebouwd;
c.
de voorgevels worden geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
d.
in maximaal 2 bouwlagen mag worden gebouwd, ieder afzonderlijk met een hoogte van maximaal 3,50 m;
e.
gebouwen dienen te worden afgedekt met een kap, met een dakhelling van minimaal 12° en maximaal 45°, dan wel dezelfde dakhelling als de kap van de bestaande bebouwing als die wordt verbouwd of daarop wordt aangesloten, tenzij de bestaande dakhelling reeds afwijkt, in welk geval de bestaande dakhelling geldt.
3.2.3
Regels ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a.
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen zowel bijbehorende bouwwerken als bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
b.
de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, ter plekke van de aanduiding 'bijgebouwen' mag niet meer bedragen dan 100m2, waarvan maximaal 100m2 vrijstaand gebouwd;
c.
oppervlakte verhardingen ten behoeve van houtbewerking en/of ontsluiting van gebouwen tot een maximum van 60m2;
d.
de goothoogte mag maximaal 3,50 m bedragen;
e.
de bouwhoogte mag maximaal 5,50 m bedragen.
3.2.4 a.
Regels ter plaatse van ‘tuin’, ‘tennisbaan’, ‘pad’, ‘waterberging’ en ‘natuur’ op de gronden met de aanduiding ‘tuin’, ‘tennisbaan’, ‘pad’, ‘waterberging’ en ‘natuur’ mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering op de gronden met de aanduiding ‘bijgebouwen’ overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.2.3;
b.
op de gronden met de aanduiding ‘tuin’, ‘tennisbaan’, ‘pad’, ‘waterberging’ en ‘natuur’ mogen enkel bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, passend bij de betreffende aanduiding en noodzakelijk voor verwezenlijking van de toegekende aanduiding, waarbij geldt dat omheiningen en/of perceelsafscheidingen, uitsluitend in de vorm van draadomheiningen en/of draadafscheidingen zijn toegestaan, met dien verstande dat de hoogte maximaal 1,50 meter mag bedragen
14 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
3.3
Nadere eisen
3.3.1
Onderwerpen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a.
de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
b.
het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan;
c.
de aard, situering en oppervlakte van verhardingen.
3.3.2
Toepassingscriteria
De in artikel 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van: a.
de stedenbouwkundige en/of landschappelijke inpassing;
b.
de verkeerssituatie;
c.
de milieusituatie;
d.
de sociale veiligheid;
e.
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.4
Specifieke gebruiksregels
3.4.1
Landschappelijke inpassing
1.
De landschappelijke inpassing en tegenprestatie op de gronden met de bestemming 'Gemengd - Nieuw Landgoed' moet binnen een termijn van twee jaar na het onherroepelijk worden van onderhavig bestemmingsplan zijn aangelegd overeenkomstig het inrichtingsplan en dient vervolgens aldus in stand te worden gehouden.
2.
Onder inrichtingsplan wordt in deze regels verstaan het 'Landschappelijke inpassing en tegenprestatie 'Landgoed Voerendaal, opgesteld door Stedenbouw en Landschap Kromwijk, welk plan als bijlage II, behorende bij de regels, is opgenomen.
15 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
3.4.2
Verboden gebruik
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a.
ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
b.
een aan huis gebonden beroep of bedrijf, met uitzondering van aan huis gebonden beroepen toegelaten krachtens artikel 3.5.2;
c.
detailhandel;
d.
groothandel;
e.
recreatie, anders dan ondergeschikt aan en voortvloeiend uit het toegestane gebruik;
f.
verblijfsrecreatie;
g.
horecadoeleinden;
h.
het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen, van wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
i.
het beproeven van en/of racen met voertuigen, al dan niet in wedstrijdverband;
j.
buitenopslag, waaronder de opslag van mest(stoffen), behoudens opslag van ter plaatse gekapt hout in het kader van onderhoud van het landgoed;
k.
ter plaatse van de aanduidingen ‘tuin’, ‘tennisbaan’, ‘natuur’, ‘waterberging’, ‘pad’ en ‘bijgebouwen’, erf bij een op een aangrenzend perceelsgedeelte gelegen hoofdgebouw.
3.4.3
Aan huis gebonden beroepen
Een aan huis gebonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden: a.
een aan huis gebonden beroep mag worden uitgeoefend in de woning;
b.
maximaal 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 60 m² als zodanig mag worden gebruikt;
c.
de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
d.
degene die de activiteiten uitvoert, is tevens de bewoner van de woning;
e.
het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
f.
in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein;
g.
er vindt geen detailhandel plaats, met uitzondering van aan de activiteit inherente en ondergeschikte detailhandel.
16 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
3.5
Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1
Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een aan huis gebonden bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.4.2 onder b ten behoeve van een aan huis gebonden bedrijf, met dien verstande dat: a.
maximaal 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de woning inclusief de daarbij behorende bouwwerken tot een maximum van 60 m² als zodanig mag worden gebruikt;
b.
de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk wordt aangetast;
c.
degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
d.
geen buitenopslag en buitenstalling plaatsvindt;
e.
het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
f.
uitsluitend activiteiten vergelijkbaar met bedrijfsactiviteiten uit maximaal categorie 2 van de VNGhandreiking Bedrijven en Milieuzonering (versie 2009) zijn toegestaan;
g.
geen sprake is van een grote verkeersaantrekkende werking;
h.
in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein;
i.
er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van aan de activiteit inherente en ondergeschikte detailhandel.
3.5.2
Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van uitoefening aan huis gebonden beroep in bijbehorend bouwwerk
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.4.3 onder a ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep in een bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat: a.
in totaal maximaal 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de woning inclusief de daarbij behorende bouwwerken tot een maximum van 60 m² als zodanig mag worden gebruikt;
b.
de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd;
c.
degene die de activiteiten uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
d.
het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
e.
in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein;
f.
er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van aan de activiteit inherente en ondergeschikte detailhandel.
17 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
18 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
3.6
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1
Vergunningsplicht
Het is verboden op of in de voor 'Gemengd - Nieuw Landgoed' aangewezen gronden buiten het bouwvlak in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren: a.
het wijzigen van de grondwaterstand en/of de waterhuishouding;
b.
het verrichten van werkzaamheden die de dood of ernstige beschadiging van waardevolle vegetatie kunnen veroorzaken;
c.
het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen, diepploegen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen en waterhuishoudkundige voorzieningen zoals beschreven in artikel 3.1 lid c en d;
d.
het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, behoudens bij wijze van verzorging;
e.
het aanbrengen en/of amoveren van oppervlakteverhardingen, behoudens aanbrengen van oppervlakteverhardingen ten behoeve van de houtbewerking en/of ontsluiting van gebouwen van maximaal 60m2 binnen de aanduiding ‘bijgebouwen’;
f.
het bebossen van gronden, behoudens op gronden met de aanduiding ‘natuur’;
g.
het aanbrengen van boomsingels en hakhoutwallen of andere lijnvormige beplantingen;
h.
het aanleggen van een buitenmanege.
19 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
3.6.2
Uitzonderingen
Het bepaalde in artikel 3.6.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden: a.
in het kader van normaal onderhoud en beheer;
b.
van ondergeschikte betekenis;
c.
in het kader van het normale bodemgebruik;
d.
die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn of krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd;
e.
Voor de uitvoering en instandhouding van de maatregelen zoals opgenomen in het landschapsplan met de landschappelijke inpassing en tegenprestatie zoals bijgevoegd als bijlage 2 bij deze regels;
f.
aanleg van ontsluiting of inrit ten behoeve van de woning;
g.
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
h.
ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
3.6.3
Toelaatbaarheid
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien die werken en/of werkzaamheden geen onevenredig nadelige gevolgen hebben of kunnen hebben voor de aanwezige hydrologische, ecologische, bodemkundige en visuele waarden, alsmede de aanwezige agrarische waarden. Bij de toetsing van de toelaatbaarheid van de werken en/of werkzaamheden worden de afwegingsaspecten, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels in acht genomen.
20 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Artikel 4
Waarde - Archeologie
4.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a.
de instandhouding en bescherming van archeologische monumenten en archeologische vindplaatsen;
b.
de bescherming van mogelijke archeologische waarden binnen gebieden met een archeologische verwachtingswaarde;
zoals deze monumenten, vindplaatsen en verwachtingswaarden zijn aangeduid op de kaart 'archeologie' in de bijlagen bij deze regels. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 12.2.
4.2
Bouwregels
4.2.1
Bouwverbod
Op de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden mag geen bebouwing worden opgericht, met uitzondering van: a.
vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering, of;
b.
bebouwing waarvoor de grondwerkzaamheden niet dieper dan 0,40 meter reiken, of;
c.
bebouwing waarvoor de grondwerkzaamheden een oppervlak beslaan van minder dan 100 m 2.
4.2.2
Uitzondering
Het verbod in artikel 4.2.1 is niet van toepassing indien het een verstoring betreft van een archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'Waarde-Archeologie'. a.
in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 10.000 m 2 en binnen een straal van 50 meter geen archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, of;
b.
in een gebied met een middelhoge of hoge archeologische verwachtingswaarde, niet zijnde een historische dorpskern, en het te verstoren gebied kleiner is dan 2.500 m 2 en binnen een straal van 50 meter geen archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, of;
c.
in een gebied met een hoge archeologische waarde in een historische dorpskern, en het te verstoren gebied kleiner is dan 250 m 2 en binnen een straal van 50 meter geen archeologische vindplaatsen aanwezig zijn.
21 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
4.3
Afwijken van de bouwregels
4.3.1
Afwijken van de bouwregels ten behoeve van bouwen gebouwen of andere bouwwerken, geen gebouw zijnde
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.1, voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien naar het oordeel van het bevoegde gezag: a.
bebouwing plaatsvindt ter plaatse van een evident eerder verstoorde bodem, of;
b.
op basis van een archeologisch (voor)onderzoek blijkt dat geen verstoring plaatsvindt van archeologische waarden;
c.
op basis van een archeologisch (voor)onderzoek blijkt dat mogelijke verstoring van archeologische waarden kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, gericht op het behoud van de archeologisch resten in de bodem, of het verrichten van archeologisch vervolgonderzoek.
4.3.2
Voorschriften aan omgevingsvergunning
In de situatie als bedoeld in artikel 4.3.1 onder c, kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften aan een omgevingsvergunning voor het bouwen verbinden: a.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor waardevolle elementen in de bodem kunnen worden behouden;
b.
de verplichting tot het doen van een archeologisch (vervolg)onderzoek waaronder mede wordt verstaan het doen van een opgraving;
c.
de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;
d.
indien het bepaalde onder c, van toepassing is: een regeling omtrent de gevolgen bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden;
22 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
4.4
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1
Vergunningplicht
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voorheen: aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren: a.
het uitvoeren van grondbewerkingen, waaronder ontgronden, afgraven, diepploegen en het aanbrengen van leidingen, op een grotere diepte dan 0,40 meter;
b.
het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een andere wijze indrijven van (scherpe) voorwerpen in de bodem;
c.
het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
d.
het rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
e.
het verlagen of het verhogen van het waterpeil.
4.4.2
Uitzondering vergunningplicht
Het bepaalde in artikel 4.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden: a.
in het kader van normaal onderhoud en beheer;
b.
die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn of krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning mogen worden uitgevoerd;
c.
worden uitgevoerd voor het realiseren van een bouwwerk waarop artikel 4.2 van toepassing is;
d.
die ten dienste van archeologische onderzoek worden uitgevoerd;
e.
die plaatsvinden binnen de bestemming ‘waarde- archeologie', niet zijnde een archeologisch monument, en waarbij die verstoring plaatsvindt: 1.
in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde en binnen een straal van 50 meter geen archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, of;
2.
in een gebied met een middelhoge of hoge archeologische verwachtingswaarde, niet zijnde een historische dorpskern, en het te verstoren gebied kleiner is dan 2.500 m 2 en binnen een straal van 50 meter geen archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, of;
3.
in een gebied met een hoge archeologische waarde in een historische dorpskern, en het te verstoren gebied kleiner is dan 250 m 2 en binnen een straal van 50 meter geen archeologische vindplaatsen aanwezig zijn.
4.4.3
Voorschriften aan vergunning
Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning als bedoeld in artikel 4.4.1, ter bescherming en behoud van archeologische waarden, de volgende voorschriften verbinden: a.
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor waardevolle elementen in de bodem kunnen worden behouden;
23 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
b.
de verplichting tot het doen van een archeologisch (vervolg)onderzoek waaronder mede wordt verstaan het doen van een opgraving;
c.
de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;
d.
indien het bepaalde onder c, van toepassing is: een regeling omtrent de gevolgen bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden;
4.5
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen nadat nieuw gemeentelijk archeologisch beleid is vastgesteld in die zin dat het archeologische toetsingskader kan worden aangepast.
24 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Artikel 5
Bijzondere aanduidingen
5.1
'milieuzone - bodembeschermingsgebied'
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - bodembeschermingsgebied' zijn de gronden aangewezen voor duurzaam behoud van kwetsbare functies en waarden en voor bijzondere bescherming van de bodem van het bodembeschermingsgebied Mergelland. Daarbij dient rekening te worden gehouden met, dan wel afstemming te worden gezocht bij het hieromtrent bepaalde in de Omgevingsverordening Limburg.
5.2
‘vrijwaringszone-Straalpad’
Voor zover gebouwen en andere bouwwerken, die zijn toegestaan op grond van de bestemmingsbepalingen, zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone-Straalpad’, mag de hoogte van de betreffende gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, het ter plaatse aangeduide maximum niet overschrijden.
5.2.1
Ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 5.2, indien en voor zover uit overleg met de gebruikers van het straalpad is gebleken dat tegen een hogere bouwhoogte geen bezwaar bestaat.
25 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Artikel 6
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7
Algemene bouwregels
7.1
Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels: a.
ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'bouwvlak';
b.
de oppervlakte van ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan de toegestane oppervlakte van bouwwerken boven peil;
c.
de ondergrondse bouwdiepte mag maximaal 4 m onder peil bedrage.
Artikel 8
Algemene gebruiksregels
8.1
Strijdig gebruik
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a.
een seksinrichting of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
b.
een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
c.
straatprostitutie;
d.
de plaatsing van kampeermiddelen of andere onderkomens, niet zijnde een bouwwerk in de zin van de Woningwet, een en ander met uitzondering van een normaal gebruik overeenkomstig de bestemming;
e.
als opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.
Artikel 9
Algemene afwijkingsregels
9.1
10%-regeling
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels al anderszins kan worden afgeweken.
9.2
Meetverschillen
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.
26 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
9.3
Meest doelmatig gebruik
Burgemeester en wethouders kunnen van de planregels afwijken indien strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
9.4
Regenwaterbuffers
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de gebruiksregels voor de aanleg van waterhuishoudkundige voorzieningen in de vorm van regenwaterbuffers, met dien verstande dat: a.
de noodzaak daarvan in het kader van een adequaat waterhuishoudkundig beheer is aangetoond;
b.
natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
c.
de regenwaterbuffers landschappelijk goed wordt ingepast;
d.
belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 10
Algemene wijzigingsregels
10.1
Verschuiven bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.
Artikel 11
Algemene procedureregels
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen: a.
het ontwerp-besluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende twee weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie;
b.
burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid;
c.
in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders;
d.
indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;
e.
burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
27 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Artikel 12
Overige regels
12.1
Wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen en/of beleidsdocumenten, dienen deze regelingen en documenten te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
12.2
Voorrangsregels
12.2.1
Voorrang dubbelbestemming
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
12.2.2
Onderlinge relatie dubbelbestemmingen
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing.
12.3
Relatie
Vlakken die door middel van een relatie met elkaar verbonden zijn worden in deze regels gezien als één vlak.
Artikel 13
Overgangsrecht
13.1
Overgangsrecht bouwwerken
1.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a.
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b.
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2.
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijds tip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
28 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
13.2 1.
Overgangsrecht gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 14
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Bergseweg 71 Voerendaal".
29 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Bijlage 1 Afwegingsaspecten bij een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden In zijn algemeenheid spelen bij toetsing van de aanvaardbaarheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende zaken een rol: a. De locatie van de geplande activiteit. De locatie betreft de precieze plek waar de te ondernemen activiteit plaats vindt. Bij elke aanvraag dient te worden onderzocht of een minder schadelijke activiteit voorhanden is; b. De omvang van de activiteit. Bij de omvang van de activiteit wordt gekeken naar het oppervlak waarop de activiteit wordt uitgeoefend en naar de reikwijdte van die activiteit binnen de betreffende differentiatie; c. De aard van de activiteit. Met de aard van de activiteit wordt bedoeld dat de wijze waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd en het beoogde effect ervan nauwkeurig omschreven dienen te zijn, zodat de effecten van de activiteit afgewogen kunnen worden; d. Het tijdvak waarin de activiteit wordt opgenomen. Met het tijdvak wordt bedoeld dat een activiteit in sommige maanden van het jaar of op bepaalde tijden in een etmaal beter niet kan plaatsvinden, vooral in verband met de verstoring die daarvan uit kan gaan op de fauna; e. De noodzaak van de ingreep voor de agrarische bedrijfsvoering in economisch opzicht of het onderhoud en/of beheer anderszins.
30 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
Bijlage 2 Padenstructuur en Inrichtingsplan
31 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
Bestemmingsplan Bergseweg 71 Voerendaal
32 Pasmaat advies en Stedenbouw Landschap Kromwijk
VRD00P 00006G0000
VRD00P 00007G0000
VRD00P 00050G0000
(wb)
d reekpa Steenb
GD-NL WR-A (n) VRD00P 00052G0000
VRD00P 00049G0000
Legenda VRD00P 00085G0000
VRD00P 00002G0000
Plangebied
Enkelbestemmingen VRD00P 00038G0000
GD-NL
Gemengd - Nieuw Landgoed
Dubbelbestemmingen WR-A
Waarde - Archeologie
Gebiedsaanduidingen milieuzone - bodembeschermingsgebied vrijwaringszone - straalpad
VRD00P 00064G0000
Functieaanduidingen
VRD00P 00040G0000
GD-NL
(n) (pd)
WR-A
(t)
(n) [vrij]
(tn)
[bg]
(wb) VRD00P 00065G0000
natuur pad tuin tennisbaan waterberging
VRD00P 00070G0000
(tn)
(t)
Bouwvlakken bouwvlak
Bouwaanduidingen [bg]
gs Ber
(pd)
[vrij]
bijgebouwen vrijstaand
g ewe VRD00P 00067G0000
Bestemmingsplan:
Landgoed Bergseweg Voerendaal Gemeente Voerendaal
Status: ontwerp
Datum:
WDK
27-01-2016
Formaat:
Schaal:
A2
1:1500
Tekeningnummer: NL.IMRO.0986.BPBergseweg-ON01
GIS/CAD Ondersteuning en software
Opdrachtgever: Pasmaat Advies VRD00P 00071G0000
Get.:
Noordpijl
Dalenstraat 4B, 5466 PM Eerde Tel: 0413-303279 E-mail:
[email protected] Web: www.bragis.nl
75