1
2
3
In opdracht van het waterschap Noorderzijlvest heeft bureau Balance tussen 31 oktober en 5 december een audit uitgevoerd op het Project Waterberging De Onlanden. 31 oktober werd gestart met een kick-off met als doel over en weer kennis te maken, de aanpak toe te lichten in de organisatie en werkafspraken te maken. Vervolgens is een feitenonderzoek gedaan op basis van het initiële investeringsverzoek en de project eindrapportage. Daarbij hebben wij 3 referentieprojecten vergeleken met het Project met als doel de kosten per m3 te benchmarken. We hebben 4 interviews gehouden om tot aanvullende bevindingen te komen op het documenten onderzoek, en om deze te verduidelijken. Tenslotte hebben wij onze bevindingen gevalideerd om het verzamelde feitenmateriaal te toetsen op haar geschiktheid als basis voor de formulering van de antwoorden op de vragen en bijbehorende conclusies en aanbevelingen. Vervolgens hebben wij eind november onze eindrapportage opgesteld en gepresenteerd aan de opdrachtgever.
4
T.a.v. de 1e 2 normen zijn de samenwerkingsvoordelen minder duidelijk. Bij normen 3 en 4 is het antwoord klip en klaar => nee. KRW maatregelen, die kun je dubbelen met EHS doelstellingen van de provincie. Daar zit de winst. Brede kaden: De aanleg kon hierdoor goedkoper, o.a. in verband met de overtollige grond die vrij kwam vanwege de combinatie met EHS doelstellingen. Een ander effect, dat hiermee samenhangt is de goedkopere onderhoudbaarheid (zie ook beantwoording vraag 6); Je kan het met groter materieel doen, wat minder arbeidsintensief en goedkoper is. In de samenwerking van de bestuurscommissie is gebruik gemaakt van de gelijkgerichte ‘drive’ van de provincie om de EHS tijdig gerealiseerd te hebben. Daarnaast de drive van de overige partijen om mee te werken aan “mooi project” . Overall antwoord daarom gezien het totale normenkader => nee.
5
Bij het mechanisch onderpompen van een kleiner gebied moet worden geïnvesteerd in pompcapaciteit die in korte tijd 7,5 mln3 in een daarvoor ingericht gebied kan pompen tot boven de boezemwaterstand. Daardoor kan het gebied wel kleiner blijven, maar moet wel omringd zijn met waterkeringen van voldoende hoogte. Bij een noodwaterberging gaan we uit van een configuratie met een ‘schuif’ die geopend kan worden waarna het water daarna onder vrij verval in de berging kan stromen. De waterkeringen hoeven dan niet hoger te zijn dan die van de boezem. Het is de vraag of de Provincie zou hebben meegewerkt aan een noodwaterberging i.v.m. natuuropgave. Het onderzoek aan de veenterpen heeft kostenverhogend gewerkt. Het waterschap heeft daar nu de helft aan bijgedragen. Dit is mede veroorzaakt door het beperkte vooronderzoek in de planfase. Of dit onderzoek in het geval van een noodwaterberging ook nodig zou zijn en of dat in dezelfde omvang nodig zou zijn geweest, is de vraag.
6
Het project is succesvol gerealiseerd dus kun je niet stellen dat het project bestuurlijk niet goed heeft gefunctioneerd. Waarom is de vraag niet: ‘was er sprake van good governance?’ De bestuurscommissie had een groot mandaat om de gehele projectkosten te besteden. Risico’s werden vanaf uitvoeringsfase gerapporteerd aan bestuur maar er werden geen besluiten ter zake voorgelegd. Immers de discretie om de risico’s te besteden was gemandateerd aan de bestuurscommissie. Er was geen sprake van scherpe scheiding tussen de rollen van bestuurlijk opdrachtgeverschap, gedelegeerd opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap. D.m.v. haar bestuurder in de bestuurscommissie is het bestuur van het waterschap zowel bestuurlijk opdrachtgever als gedelegeerd opdrachtgever. D.m.v. haar voorzitter en secretaris bestuurscommissie zijn deze zowel opdrachtnemer als gedelegeerd opdrachtgever. Het kritisch vermogen was zo onvoldoende georganiseerd. Deze governance resulteerde weliswaar in grote slagvaardigheid maar was inherent risicovol vanwege de grote mandatering die is afgegeven. De bestuurlijke stabiliteit gedurende de projectperiode is een risico mitigerende omstandigheid in dit opzicht. AB in zijn controlerende rol te ver op afstand gezet (Omdat het een existentieel project is voor NZH en zijn voortbestaan, had het project governance-technisch zo in elkaar moeten zitten dat het AB directer betrokken was, als controlerend orgaan. Het DB heeft sturende taak en stond ook op afstand, wanneer het ging over een actieve rol in de besluitvorming).
7
Het DB werd frequent mondeling bijgesproken. De schriftelijke rapportages waren beperkt en onderdeel van meerjarenbegroting, voor- en najaarsnota’s.
7
8
Er was geen sprake van good governance. Als er financiële tegenvallers waren geweest, was er geen duidelijke verantwoordelijkhedenscheiding tussen VIEP, bestuurscommissie en projectorganisatie. Daarmee zouden bestuurders en ambtenaren bijvoorbeeld hoofdelijk verantwoordelijk kunnen worden gesteld.
9
16 mln is de netto bijdrage NZV. De andere waterbergingen zijn ontleend aan openbare informatie via websites en jaarverslagen van waterschappen. Daar is geen inzicht in subsidie-inkomsten. Daarom is gekozen voor een positieve vergelijking. De 16 miljoen betreft alleen de uitvoering. Voorbereidende kosten en kosten voor aankoop gronden zitten hier niet bij. Het gaat niet om het absolute getal onderin, het gaat om een indicatie. Het gaat om een grove benadering. We hebben voor deze drie vergelijkende projecten gekozen omdat deze eveneens een grote oppervlakte betreffen en een groot bergingsvolume. Daarnaast eveneens de combinatie met andere functies en een vergelijkbare aanlegperiode. Voor wat betreft de verdeling van 50/50 is dit wel aan de orde gesteld in de interviews. De verdeling zelf was geen onderdeel van de review. We hebben geen informatie gevonden ter onderbouwing van de 50/50 verdeling. In de interviews kwam naar voren dat dit een pragmatische verdeling is geweest.
10
Doelen die gerealiseerd zijn: kwaliteit, veiligheid, uitloopgebied, natuur, fietsverbinding(en). Het veilheidsgevoel is beter geworden in Groningen. (subjectief, deze indruk is gewekt. In feite geeft het waterschap mogelijk meer comfort dan het kan waarmaken. Want 1:100 gerealiseerd?) Er is niet getoetst op voldoen 1:100 jaar (In ons onderzoek geen toetsing voor aangetroffen). De waterberging is wel meegenomen in de berekeningen ten behoeve van droge voeten 2050. Daarin is de waterberging niet geevalueerd ten opzichte van het oorspronkelijk kader.
11
Als je alleen waterberging hebt dan heb je een veel kleiner gebied. Je hebt dan minder te maken met afspraken met ingelanden. Beheer en onderhoud van een noodwaterberging is veel goedkoper. Er is geen duidelijk beeld bij het waterschap hoe de kosten van beheer en onderhoud zich ontwikkelen.
12
13
De functiecombinatie voor beheer en onderhoud betekent dat waterberging gecombineerd wordt met natuur. Natuurontwikkeling is strijdig met watercapaciteit. Het bergend vermogen vermindert als de natuur zijn gang gaat. Het risico van capaciteitsreductie dient te worden beheerst. De natuurdoelen staan nog niet allemaal vast. Deze zijn niet SMART. Je moet als waterschap paal en perk kunnen stellen (d.m.v. keur) om je waterberging veilig te kunnen stellen t.o.v. andere doelstellingen zoals natuurontwikkeling. Op deze manier (keur) kun je hier invloed op uitoefenen. Het waterschap is een combi aangegaan en heeft geen middelen om haar waterschapsdoelen te beheersen. Waterschap had randvoorwaarden moeten stellen in de keur. Dit is niet gedaan. Het gebied verland mogelijk. Er kan dan niet meer worden voldaan aan de veiligheidsdoelstellingen.
14
15
16