Fontys Hogeschool voor Journalistiek
In hoeverre vindt er innovatie plaats op het gebied van journalistiek voor kinderen? Een bronnenonderzoek
Rosanne van schriek 2205145 22-1-2014
Malou Willemars
Inhoudsopgave Inleiding
2
Aanpak
3
Bevindingen
6
Conclusie en discussie
9
Bronnenlijst Bijlagen Bijlage A: Basis Mattermap Bijlage B: Bronnen Mattermap Bijlage C: Expert Mattermap Bijlage D: Interviews met experts Bijlage E: Posterpresentatie Bijlage F: Journalistieke bewerking voor publicatie
1
Inleiding Vorig schooljaar moest ik voor mijn opleiding journalistiek een innovatief idee voor de journalistiek inleveren. Het leek me al een tijdje interessant om eens te kijken naar de journalistiek voor kinderen. Uiteindelijk heb ik in die hoek gezocht voor een innovatief idee. Ik maakte toen een plan voor een nieuwsapp voor kinderen, nadat ik een enquête had gehouden onder 107 basisschoolleerlingen van de leeftijd tussen de zes en dertien jaar. Uit die enquête bleek dat de kinderen over het algemeen tevreden waren over de mogelijkheden die ze hebben om nieuws te vergaren. Toch misten ze een app die ze constant op de hoogte kon houden van het laatste nieuws. Wat mij vooral opviel aan de antwoorden van de kinderen, was dat ze teruggrepen naar volwassen nieuwsmedia. Zo gebruiken ze onder andere de nieuwsapp van nu.nl, de Telegraaf en het AD. Het onderzoek lijkt me relevant omdat het naar mijn idee niet logisch is dat kinderen naar volwassen nieuwsmedia zoeken om zo op de hoogte te blijven. Ze kunnen bij beelden, verhalen en foto’s terecht komen die niet voor ze bestemd zijn of die simpelweg te heftig zijn om te lezen of te bekijken. Het lijkt me relevant om te bekijken wat nieuwsmedia voor kinderen er aan doen om de jonge kijker, lezer en luisteraar te behouden. Daarom is de hoofdvraag van dit onderzoek: In hoeverre vindt er innovatie plaats op het gebied van journalistiek voor kinderen? De actualiteit van dit onderzoek zal altijd blijven, zeker omdat er op het gebied van journalistiek nog veel te innoveren valt. Ook veranderen kinderen misschien omdat ze door de komst van internet sneller in aanraking komen met schokkende verhalen en beelden. Bij deze hoofdvraag horen een aantal deelvragen: - Is de kinderjournalistiek bezig met innovatie? Zo ja, wat houdt die innovatie in? - Is het nodig dat de kinderjournalistiek innoveert? Zo ja, waarin? - Vragen kinderen om innovatie?
2
Aanpak Om de antwoorden te vinden op de hoofdvraag en de deelvragen, heb ik gebruik gemaakt van geschreven bronnen. Een aantal van die bronnen komen van blogs, anderen zijn afstudeerwerken of boeken. Er is vrijwel geen onderzoek gedaan naar innovatie in de journalistiek voor kinderen. Daarom zijn de eerste bronnen over innovatie in het algemeen. Voor specifieke informatie over innovatie in de journalistiek voor kinderen, heb ik bronnen gezocht die in de journalistiek voor kinderen werken. De bronnen die ik heb gevonden, staan hieronder. Daarbij staat de uitleg waarom deze bronnen relevant zijn voor dit onderzoek. Onderaan de lijst met bronnen staat een rijtje met experts op het gebied van journalistiek voor kinderen. Ook bij hen staat waarom zij relevant kunnen zijn voor dit onderzoek. 1. Wijnberg, R. (2013). De Nieuwsfabriek. Bezige Bij. Dit boek gaat in het algemeen over innovatie. Omdat er weinig te vinden is over innovatie in de journalistiek voor kinderen, vind ik het handig om een beeld te hebben van de algemene innovatieve ontwikkelingen in de journalistiek. 2. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31777-27.html Deze bron gaat over het belang van innovatie in de journalistiek en media in het algemeen. Net als de vorige bron geeft dit weer een beeld over journalistieke innovatie in Nederland, maar niet over innovatie in de ‘kinderjournalistiek’. 3. http://www.commissiebrinkman.nl/rapport/innovatiebevordering/ Deze bron gaat over het belang van innovatie in de journalistiek en media in het algemeen. Net als de vorige bron geeft dit weer een beeld over journalistieke innovatie in Nederland, maar niet over innovatie in de ‘kinderjournalistiek’. 4. https://www.freepressunlimited.org/nl/projecten/wadada-news-for-kidselk-kind-een-eigen-jeugdjournaal Deze bron gaan over Jeugdjournaals over de hele wereld. Het geeft een beeld van hoe de journaals op dit moment werken. Om te kijken of er innovatie plaatsvindt, is het ook handig om te bekijken hoe het er op dit moment aan toe gaat. 5. Bosscher, M. Gils van, J. (1999) Kinderen en televisie: tegengestelde belangen? Maklu. Deze bron gaat over hoe ouders en kinderen om moeten gaan met de televisie. Het is goed om te weten wat kinderen willen op het gebied van nieuwsvoorzieningen, daarom lijkt het me goed dat ik ook een bron gebruik die daar informatie over geeft. 6. Valkenburg, P. (2002) Beeldschermkinderen: Theorieën over kind en media. Boom. http://www.kijkwijzer.nl/upload/ps/565_Beeldschermkinderen.pdf In dit boek wordt ingegaan op alle verschillende media en de geschiedenis van kinderen en media. De bron is relevant omdat ik probeer van alle media iets over innovatie te vertellen. Daarnaast gaat dit boek over de geschiedenis van journalistiek voor kinderen, wat ook een toegevoegde waarde is voor het onderzoek. 7. http://www.persinnovatie.nl/15761/nl/nieuwsvertaler-voor-kinderen Deze bron bevat een innovatief idee voor de journalistiek voor kinderen. Het lijkt me leuk om deze bron te gebruiken als voorbeeld in het onderzoek. Daarnaast is het relevant om voorbeelden te vinden, omdat zij het verhaal kunnen verduidelijken. 8. http://mijnkindonline.nl/sites/default/files/uploads/Positive-dititalcontent-for-kids.pdf Dit boek gaat over hoe experts omgaan met de programma’s, apps en andere 3
journalistieke ideeën die zijn voor kinderen hebben. In dit boek staat uitgelegd hoe je journalistiek voor kinderen kunt neerzetten. Omdat het boek over onder andere apps gaat, gaat het ook over nieuwe media. Een onderdeel die ik nog niet in andere bronnen tegen was gekomen. 9. Hop, L. Delver, B. (2009) De WIFI-generatie. De jeugd op het mobiele internet. Vliegensvlug en vogelvrij. HUB Uitgevers. Dit boek gaat over de generatie jongeren die vanaf jongs af aan te maken heeft met internet. Het boek is geschreven voor ouders en onderwijzers, om de WIFIgeneratie beter te begrijpen. Het boek is relevant omdat alle nieuwe technologieën op het internet worden beschreven die voor kinderen beschikbaar zijn. 10. Brinkhuis, M. (2006). Beeldhonger. Onderwijs en opvoeding in het mediatijdperk. Van Gennep/De Balie Ook dit boek is geschreven voor ouders en leerkrachten. Het gaat over het mediagebruik van kinderen op de basisschool. Dit is de doelgroep die het NOS Jeugdjournaal kijkt en de Kidsweek leest. Het boek is daarom relevant voor dit onderzoek. 11. Blanken, H. Deuze, M. (2003) De Mediarevolutie. 10 jaar www in Nederland. Boom. Dit boek gaat over de veranderingen die het internet met zich meebrengt. Het boek is niet gericht op journalistiek voor kinderen, maar geeft weer wat er veranderd is voor iedereen. Het boek geeft een algemeen beeld over hoe het internet langzaam alle grenzen in medialand verschuift. Het boek is relevant voor het onderzoek, omdat de verschuivingen deels ook voor kinderen gelden. Experts 1. Peter Nikken. Deze bron lijkt me ook interessant om te spreken. Hij is hoogleraar psychologie en is gespecialiseerd in mediaopvoeding. Hij kan wellicht nog ingaan op de wensen van kinderen wat betreft de nieuwsvoorziening. 2. Iemand van het Jeugdjournaal Omdat er eigenlijk geen onderzoek is gedaan/geen verhalen bestaan over innovatie in de journalistiek voor kinderen, lijkt het me verstandig om met experts te praten. Zij weten immers het beste hoe het gaat op de redacties en of er nieuwe ideeën bestaan om iets te veranderen in de journalistiek voor kinderen. Het lijkt me goed dat een van deze bronnen bij het Jeugdjournaal vandaan komt, omdat het nog steeds de grootste informatievoorziening is voor kinderen op het gebied van nieuws. 3. Kim Einder, Online eindredacteur Kidsweek en 7Days Omdat er eigenlijk geen onderzoek is gedaan/geen verhalen bestaan over innovatie in de journalistiek voor kinderen, lijkt het me verstandig om met experts te praten. Zij weten immers het beste hoe het gaat op de redacties en of er nieuwe ideeën bestaan om iets te veranderen in de journalistiek voor kinderen. 4. Juliette Walma – Van der Molen Juliette Walma – Van der Molen studeerde af als ontwikkelingspsycholoog. Ze promoveerde in de media pedagogiek. Ze heeft zich lange tijd bezig gehouden met innovatie op het gebied van journalistiek voor kinderen. Vooral met online educatie. Walma – Van der Molen is interessant voor dit onderzoek, omdat zij 4
zich hier mee bezig heeft gehouden. Op dit moment werkt zij mee aan een project om in zo veel mogelijk landen ‘jeugdjournaals’ op te zetten, hiervoor doet zij onderzoek naar wat kinderen graag zien veranderen in ‘hun’ journaal. 5. Remko Pijpers Deze bron is de verantwoordelijke voor Mijn Kind Online. Een site waar allerlei informatie staat voor ouders en kinderen over hoe zij met de media om moeten gaan. Sinds 1997 is hij bezig met het bijhouden van wat kinderen op internet doen. Ook hij kan misschien iets vertellen over de veranderingen de afgelopen jaren op het internet op het gebied voor kinderen. Hij studeerde journalistiek, wat mogelijk zijn blik op deze hoofdvraag nog relevanter maakt.
5
Bevindingen Met de bovenstaande bronnen, kan ik antwoord geven op de deelvraag. De antwoorden staan hieronder per deelvraag uitgeschreven. Is de kinderjournalistiek bezig met innovatie? Zo ja, wat houdt die innovatie in? De laatste jaren wordt er veel over innovatie gepraat in de journalistiek. Op alle journalistieke terreinen is innovatie op dit moment belangrijk. Met de krantenwereld gaat het slecht en door de komst van internet wordt er veel online uitgeprobeerd. Innovatie in de journalistiek, in welke tak dan ook, is van algemeen belang. Zo schreef de staatssecretaris aan de voorzitter van de tweede kamer op 19 november 2013: Het perslandschap transformeert door de digitalisering en veranderend mediagebruik. Sommigen zijn somber over de ontwikkelingen en gevolgen ervan. Maar de digitale revolutie biedt ook volop kansen voor vernieuwing. Met de opkomst van internet is een schatkamer aan informatie ontsloten. Er is voor de burger door toenemende connectiviteit ruimte om kennis en meningen snel te delen. Niet zelden worden debatten gevoerd door invloedrijke en/of vakbekwame personen die een opinie of toelichting schrijven op een blog. Via de sociale media worden deze artikelen gedeeld, besproken en wordt er door de traditionele media vervolgens aan gerefereerd. In die ontwikkeling zien we bepaalde journalistieke spelers en producten verdwijnen en tegelijkertijd nieuwe vormen van journalistiek aanbod ontstaan.(via: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31777-27.html) Voor de kinderjournalistiek geldt min of meer hetzelfde. Zij maken zich minder zorgen om nieuwe verdienmodellen en vertelmanieren, maar ze zijn wel bezig met innovatie. Volgens Juliette Walma – Van der Molen zie je een wereldwijde trend van jeugdjournaals. “Je ziet bijvoorbeeld dat er steeds meer kinderjournaals in ontwikkelingslanden komen, dat vind ik wel innovaties.” Ook zegt Walma – Van der Molen, dat er steeds meer via social media gaat. “In ontwikkelingslanden hebben ze maar lastig toegang tot bijvoorbeeld de televisie. Wel hebben ze daar vaak mobiele telefoons, veel meer dan wij ons altijd voorstellen. Het mobiele netwerk werkt daar best goed. Op die manier kun je kinderen wel op de hoogte houden van het nieuws.” (Walma van der Molen, 2015) Door bedrijven wordt op social media handig ingespeeld, waardoor zij bewust of onbewust ook meehelpen aan innovatie in de ‘kinderjournalistiek’. In 2013 werd een initiatief ingeleverd bij het, toen nog, Stimuleringsfonds voor de Pers. Ook zij begrepen goed dat de kinderen van nu totaal andere nieuwsconsumenten zijn dan vorige generaties en dat zij door de komst van internet overal bij kunnen. In hun plan voor De Nieuwsvertaler voor Kinderen schrijven zij: “Kinderen (tot 12 jr) spenderen meer en meer tijd online op een tablet, mobiele telefoon of PC. Dat is niet erg, maar we moeten er wel voor gaan zorgen dat er meer kindvriendelijke content beschikbaar komt in kindvriendelijke omgevingen.” Volgens Remco Pijpers, verantwoordelijke van Mijn Kind Online, is de komst van de tablet al een innovatie op zich en moeten we er rekening mee houden dat kinderen door de jaren heen ook erg veranderd zijn in het mediagebruik. Sinds 1997 houdt Pijpers bij wat er op het gebied van internet en kinderen gebeurd. Een belangrijke verandering volgens hem, is de verandering van de manier hoe mensen op internet konden komen Dus dat mensen niet meer via een slome inbelverbinding internetten en daarna de komst van social media en het mobiele internet. Ook van de nieuwste ontwikkelingen is Pijpers op de hoogte. Hij denkt dat die laatste twee innovaties van groot belang zijn voor kinderen en met name op het educatieve terrein: “Kinderen kunnen online allemaal spelletjes spelen, maar moeten op school uit een boek lezen. Op school moeten ze met de meute mee. Op de computer kunnen ze op hun eigen tempo leren en werken. Online past zich aan aan het niveau van het kind. Ik denk dat dat de 6
volgende grote verandering wordt, dat het onderwijs steeds persoonlijker gemaakt kan worden. Scholen zijn nu nog gewend dat ze voor tien jaar een methode aanschaffen, maar ze kunnen allemaal content van het web aanschaffen wat specifiek op de ontwikkeling van het kind past.”(Pijpers, 2015) Volgens Pijpers speelt innovatie in zekere zin wel een rol. “Men bouwt toch voort op wat er al is. Men is voortdurend bezig met zoeken naar methoden om kinderen erbij te houden. Ze moeten inhoud maken die kinderen interesseert. Ze moeten hun best doen om op te vallen. Het is heel lastig om goede digitale content te maken voor kinderen. Er wordt continu gezocht naar wat de beste manier is om die content te maken en wat kinderen willen.” (Pijpers,2014) Op de reactie van Kidsweek en 7Days, speelt innovatie op dit moment zeker een rol. Kim Einder is online eindredacteur van beide kranten en zegt dat innovatie bij 7Days op dit moment de topprioriteit heeft. “De innovatie van 7Days heeft momenteel onze topprioriteit, om twee redenen: de huidige website is ouder dan die van Kidsweek (stamt uit 2008) en jongeren vragen toch iets sneller om innovatie dan kinderen. Je mailt exact op het juiste moment: vandaag krijgen we een eerste nieuwe testversie van onze nieuwe 7Days-website te zien, de softlaunch volgt half februari.” (Einder, 2015) De site wordt compleet vernieuwd. Einder vermeld dat op de site eerst gratis content te zien zal zijn, met een inlogplek, waar de complete krant te zien is. Later volgen er nog meer innovaties (zie bijlage D.) Op de redactie van Kidsweek wordt onderscheid gemaakt tussen kinderen (8-12 jaar, Kidsweek-lezers en jongeren (12-16 jaar, 7Days-lezers). Naast alle innovaties die nu bij de Kidsweek en 7Days plaatsvinden, zal er in de toekomst ook nog het een en ander moeten veranderen volgens Einder. Volgens haar zou er wat’ betreft de vorm nog veel innovatie moeten plaatsvinden, wat betreft de inhoud minder.“Er blijft (net als bij volwassenen) altijd behoefte aan nieuws, maar ook aan duiding. En dat zal altijd bij kinderen op een duidelijke, ietwat voorzichtige manier uitgelegd moeten blijven worden, en voorzien van een juiste afwisseling van ‘leed’en ‘gezellig’ nieuws om hun interesse te houden.” (Einder, 2015) Vragen kinderen om innovatie? Door de redactieleden worden verschillen gevonden in hoeverre de kinderen en jongeren verandering willen. Wat beide groepen, volgens Kim Einder, gemeen hebben, is dat ze absoluut niet willen dat de papieren krant’ weg gaat. “Toen we een paar maanden geleden aan 7Days-lezers vroegen of ze misschien een kleiner formaat wilden (meer tijdschriftformaat, om dat we ook minder ‘nieuwskrant’ willen worden en meer ‘achtergronden’ willen bieden)was het collectieve antwoord NEE.”(Einder, 2015) Kinderen veranderen door de jaren heen ook in mediagebruik. De reactie van de Kidsweek en 7Days heeft te maken met verschillende leeftijdscategorieën, ze merken (zie bijlage D) dat de 7Days-lezers sneller verandering en innovatie willen in hun krant. “Wel is het zo dat sommige 7Days-lezers om een iPad-versie (‘om de krant op vakantie te kunnen lezen’), een app of 7Days in Blendle vragen. Maar dit is wel allemaal een aanvulling, benadrukken ze: de papieren krant moet hoe dan ook gewoon blijven. Bij Kidsweek krijgen we soms vragen om, naast de bestaande moppen-app, nog een andere app te maken (bijv. games of dierennieuws). Maar hierbij is de vraag nog minder dan bij 7Days.”(Einder, 2015) Zo heeft iedere leeftijdsgroep zijn eigen aanpak nodig. Volgens Valkenburg (2008, p. 17) zijn peuters van één en twee bijvoorbeeld heel erg gefixeerd op veel en felle kleuren. De theorievorming over en het onderzoek naar kinderen en de media vanuit psychologisch perspectief begon in de jaren 1960. Men concentreerde zich aanvankelijk vooral op het vaststellen van effecten van televisie op gedrag. Onderzoek naar de effecten op de cognitie(lees: kennis) en emotie, alsmede naar het mediagebruik en de -voorkeuren van 7
kinderen kreeg pas veel later aandacht (Valkenburg, 2008, p.19). Volgens Juliette Walma – Van der Molen hoeven kinderjournalistieke programma’s niet continu te veranderen. “Kinderen weten heel goed het verschil tussen bijvoorbeeld een nieuwsprogramma en een serie. Maar internationaal gezien, horen we wel dat kinderen verandering willen. Ze willen bijvoorbeeld meer onderwerpen en items die aansluiten bij hun belevingswereld. Je hebt het dan over belangrijk wereldnieuws, maar ook over nieuws in de regio. Ze willen meer nieuws dat hun interesseert.(Walma – Van der Molen, 2015) Volgens Remco Pijpers vragen kinderen niet om innovatie maar alleen maar om een mooie ervaring. “Of het nou entertainment is of educatief, kinderen willen zich vermaken. In die zin vragen ze wel om innovatie, omdat ze steeds bij de les gehouden moeten worden. Een tablet is daarin al een innovatie op zich. Het is makkelijk en je kunt je vingers gebruiken, kinderen hoeven niet meer te wachten tot de computer is opgestart.” (Pijpers, 2015) Is het nodig dat de kinderjournalistiek innoveert? Volgens Walma – Van der Molen is het niet perse nodig dat de journalistiek voor kinderen innoveert. “Als je kijkt naar het Jeugdjournaal in Nederland, dan kunnen kinderen nu meepraten. Dat willen ze graag, ze kunnen reageren op de uitzending en kunnen hun mening geven. Ze laten hun stem horen via de website. Het is niet perse nodig, maar kijkers raken zo wel beter betrokken bij het nieuws, en dat zorgt ook weer voor binding met het programma.”(Walma - van der Molen, 2015) In het plan voor het innovatieve idee De Nieuwsvertaler, benoemen de bedenkers het belang van de verschillende niveaus van kinderen. Kinderen zijn leergierig en geïnteresseerd in alles wat er in de wereld gebeurt, maar wel op een manier die hun aanspreekt. De populariteit van het jeugdjournaal is hier een krachtig bewijs van. Met de Nieuwsvertaler voor Kinderen spelen we in op deze behoefte. Deze software tool maakt het mogelijk om, deels geautomatiseerd, nieuwsartikelen voor volwassenen om te zetten naar leeftijdsspecifieke kinderteksten. (…) Als we jonge kinderen beter willen voorzien van nieuws, dan moeten we de behoeften en taalvaardigheden van kinderen centraal zetten en het nieuws hieraan relateren, voor elk kind op zijn of haar eigen niveau. Walma – Van der Molen zag uit eigen onderzoek naar voren komen dat kinderen wel graag veranderingen in de jeugdjournaals over de hele wereld zien. Die veranderingen hebben vaak te maken met dat kinderen de journaals niet helemaal aan vinden sluiten bij hun leeftijd. Uit onderzoek blijkt, gek genoeg, dat ze bijvoorbeeld meer nieuws willen over duurzaamheid en klimaatverandering en over wat zij daar aan kunnen doen. Maar ze willen ook leuke onderwerpen over bijvoorbeeld popsterren die zij leuk vinden. Daarnaast willen ze items die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Als er ergens een ramp is gebeurd, dan willen ze graag een item waarin een kind verteld hoe dat is.” (Walma – van der Molen, 2015) Kim Einder denkt dat er in de kinderjounalistiek zeker geïnnoveerd moet worden. Ze denkt dat de kinderen geen tijd hebben om alle nieuwe ontwikkelingen te gaan uitproberen. “Het heeft misschien niet zo’n enorme ‘ haast’ als in de volwassen journalistiek, aangezien kinderen wat conservatiever zijn (en vaak juist overnemen wat hun ouders al doen). Ik beweer nadrukkelijk NIET dat alle kranten binnen X jaar zijn uitgestorven, maar ik denk wel dat het belangrijk is om NU een goede combi te vinden tussen papier en online, en dat de balans in de toekomst steeds vaker naar online zal doorslaan. Dus ja, innovatie is nodig, maar we hebben nog wat meer tijd en we hoeven niet per se te pionieren zoals sommige volwassen media dat doen. Sterker nog: we kunnen heel veel leren door te zien wat bij ouders wel en niet aanslaat. Uiteindelijk zullen kinderen toch beïnvloed worden door hun ouders, en willen doen wat hun ouders doen.” (Einder, 2015) 8
Conclusies en discussie Conclusie De antwoorden op de deelvragen geven samen een antwoord op de hoofdvraag: In hoeverre vindt er innovatie plaats op het gebied van journalistiek voor kinderen? Volgens verschillende bronnen die ik gesproken heb, zijn ook journalistieke instanties voor kinderen (al dan niet) continu bezig met innovatie. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door in steeds meer landen over de wereld jeugdjournaals op te zetten tot nieuw of ander gebruik van websites. De innovaties zijn niet echt nodig. Kinderen vragen wel om verandering door bijvoorbeeld andere onderwerpen in journaals naar voren te laten komen. Het lijkt de taak van de makers van de programma’s, de volwassenen om de veranderingen en/of innovaties te bedenken en uit te voeren. Volgens Walma – Van der Molen zijn de makers wel heel goed in hun vak, en werken ze er vaak al een lange tijd. Ze weten daardoor goed wat de kijkers willen. We moeten de jonge kijker, volgens Walma – Van der Molen, dan ook echt serieus nemen. Ook Kim Einder, online eindredacteur van Kidsweek en 7Days, is het goed om naar de kinderen en jongeren te luisteren en daarmee de nieuwe innovaties in te richten. De innovaties hoeven ook niet op het tempo zoals het bij ‘volwassenen’ media gaat. Einder vertelt dat kinderen uiteindelijk altijd hetzelfde willen als hun ouders, dus op den duur kunnen ze de volwassenen media achterna. Voor kinderjournalistiek is het goed en makkelijk om daarbij af te kijken hoe de andere media dat doen. Reflectie Ik denk dat het voor journalisten die werken met kinderen belangrijk is dat ze goed blijven luisteren naar wat kinderen willen. Walma – van der Molen zei het al, we moeten de doelgroep serieus nemen en kinderen komen soms op ideeën die voor volwassenen niet logisch zijn om te bedenken. Willen kinderjournalistieke programma’s een goede binding met hun publiek blijven houden, dan moeten ze blijven luisteren. Om te blijven innoveren is het belangrijk dat er, denk ik, niet te vaak veranderingen plaatsvinden. Kinderen raken dan het overzicht kwijt en worden overspoeld met nieuwe dingen. Ik denk dat als dat teveel wordt, dan kinderen dan afhaken. Wat wel belangrijk is of wordt, is dat er veel geïnnoveerd wordt op onlinegebied. Zoals de staatssecretaris al schreef aan de Tweede Kamer, gaat er een wereld open op het gebied van online. Voor alle mensen. Ik denk dat de journalistiek voor kinderen daar op in moet spelen. Zij zijn de eerste generatie die vanaf baby af aan ongeveer opgroeien met internet overal waar ze dat willen. Op die basis moet gebouwd worden. Het zou misschien nog wat kunnen betekenen voor de ‘volwassenen’ journalistiek. Als zij nu in de gaten houden wat er aan komt, de nieuwe mediagebruiker, dan kunnen zij ook al vooruit denken. Op dat gebied zal er een wisselwerking plaatsvinden. Kim Einder, online eindredacteur van Kidsweek en 7Days, verteld dat zij nog kunnen kijken naar wat er in de volwassenen journalistiek gebeurd op het gebied van innovatie en dat zij daar van kunnen afkijken. Zij hoeven, volgens Einder, minder snel te innoveren dan de andere media. Mochten ze het omdraaien en meegroeien met de kinderen, dan kunnen zijn voorlopen op wat de ‘nieuwe mediaconsument’ wil.
9
BRONNENLIJST 1. Wijnberg, R. (2013). De Nieuwsfabriek. Bezige Bij. Dit boek gaat in het algemeen over innovatie. Omdat er weinig te vinden is over innovatie in de journalistiek voor kinderen, vind ik het handig om een beeld te hebben van de algemene innovatieve ontwikkelingen in de journalistiek. 2. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31777-27.html Deze bron gaat over het belang van innovatie in de journalistiek en media in het algemeen. Net als de vorige bron geeft dit weer een beeld over journalistieke innovatie in Nederland, maar niet over innovatie in de ‘kinderjournalistiek’. 3. http://www.commissiebrinkman.nl/rapport/innovatiebevordering/ Deze bron gaat over het belang van innovatie in de journalistiek en media in het algemeen. Net als de vorige bron geeft dit weer een beeld over journalistieke innovatie in Nederland, maar niet over innovatie in de ‘kinderjournalistiek’. 4. https://www.freepressunlimited.org/nl/projecten/wadada-news-for-kidselk-kind-een-eigen-jeugdjournaal Deze bron gaan over Jeugdjournaals over de hele wereld. Het geeft een beeld van hoe de journaals op dit moment werken. Om te kijken of er innovatie plaatsvindt, is het ook handig om te bekijken hoe het er op dit moment aan toe gaat. 5. Bosscher, M. Gils van, J. (1999) Kinderen en televisie: tegengestelde belangen? Maklu. Deze bron gaat over hoe ouders en kinderen om moeten gaan met de televisie. Het is goed om te weten wat kinderen willen op het gebied van nieuwsvoorzieningen, daarom lijkt het me goed dat ik ook een bron gebruik die daar informatie over geeft. 6. Valkenburg, P. (2002) Beeldschermkinderen: Theorieën over kind en media. Boom. http://www.kijkwijzer.nl/upload/ps/565_Beeldschermkinderen.pdf In dit boek wordt ingegaan op alle verschillende media en de geschiedenis van kinderen en media. De bron is relevant omdat ik probeer van alle media iets over innovatie te vertellen. Daarnaast gaat dit boek over de geschiedenis van journalistiek voor kinderen, wat ook een toegevoegde waarde is voor het onderzoek. 7. http://www.persinnovatie.nl/15761/nl/nieuwsvertaler-voor-kinderen Deze bron bevat een innovatief idee voor de journalistiek voor kinderen. Het lijkt me leuk om deze bron te gebruiken als voorbeeld in het onderzoek. Daarnaast is het relevant om voorbeelden te vinden, omdat zij het verhaal kunnen verduidelijken. 8. http://mijnkindonline.nl/sites/default/files/uploads/Positive-dititalcontent-for-kids.pdf Dit boek gaat over hoe experts omgaan met de programma’s, apps en andere journalistieke ideeën die zijn voor kinderen hebben. In dit boek staat uitgelegd hoe je journalistiek voor kinderen kunt neerzetten. Omdat het boek over onder andere apps gaat, gaat het ook over nieuwe media. Een onderdeel die ik nog niet in andere bronnen tegen was gekomen. 9. Hop, L. Delver, B. (2009) De WIFI-generatie. De jeugd op het mobiele internet. Vliegensvlug en vogelvrij. HUB Uitgevers. Dit boek gaat over de generatie jongeren die vanaf jongs af aan te maken heeft met internet. Het boek is geschreven voor ouders en onderwijzers, om de WIFIgeneratie beter te begrijpen. Het boek is relevant omdat alle nieuwe technologieën op het internet worden beschreven die voor kinderen beschikbaar zijn. 10
10. Brinkhuis, M. (2006). Beeldhonger. Onderwijs en opvoeding in het mediatijdperk. Van Gennep/De Balie Ook dit boek is geschreven voor ouders en leerkrachten. Het gaat over het mediagebruik van kinderen op de basisschool. Dit is de doelgroep die het NOS Jeugdjournaal kijkt en de Kidsweek leest. Het boek is daarom relevant voor dit onderzoek. 11. Blanken, H. Deuze, M. (2003) De Mediarevolutie. 10 jaar www in Nederland. Boom. Dit boek gaat over de veranderingen die het internet met zich meebrengt. Het boek is niet gericht op journalistiek voor kinderen, maar geeft weer wat er veranderd is voor iedereen. Het boek geeft een algemeen beeld over hoe het internet langzaam alle grenzen in medialand verschuift. Het boek is relevant voor het onderzoek, omdat de verschuivingen deels ook voor kinderen gelden.
11
BIJLAGEN Bijlage A: Basismattermap
Bijlage B: Bronnenmattermap
12
Bijlage C: Expertmattermap
Bijlage D: Interviews met experts
Kim Einder, Online eindredacteur van Kidsweek en 7Days Zijn Kidsweek en 7Days bezig met innovatie? Speelt het een rol op de redactie. Zo ja, hoe groot is die rol dan? Zeker, en het speelt ook een rol op de redactie. De innovatie van 7Days heeft momenteel onze topprioriteit, om twee redenen: de huidige website is ouder dan die van Kidsweek (stamt uit 2008) en jongeren vragen toch iets sneller om innovatie dan kinderen. Je mailt exact op het juiste moment: vandaag krijgen we een eerste nieuwe testversie van onze nieuwe 7Days-website te zien, de softlaunch volgt half februari. Dat is nog een eerste versie, een ‘gratis’ website met ‘gratis’ artikelen die puur voor de site gemaakt worden. Die site is trouwens wel al geschikt voor elk apparaat: desktop, mobile en tablet. Binnen een paar weken moet versie 2 verschijnen: de ‘gratis’ site, plus plek om in te loggen waarachter je de complete papieren krant digitaal kunt lezen. Versie 3 volgt later dit jaar: de inlog is niet alleen bedoeld om de complete krant te lezen, maar ook om losse ‘betaalde’ site-artikelen te lezen die niet te lezen zijn voor niet-abonnees (of alleen tegen betaling). Zo willen we de komende jaren gaandeweg steeds meer betaalde content online aanbieden, als aanvulling op de papieren krant. Ook een 7Days-app moet er in 2015 komen (ik weet wat je nu denkt: die had er eigenlijk een aantal jaar geleden al moeten komen). Als dit alles eenmaal draait voor 7Days, willen we hetzelfde onlineconcept uitrollen voor Kidsweek. Kortom: ja, het speelt een flinke rol – maar we lopen qua onlinestrategie ook flink achter ten opzichte van andere media. Een inhaalslag (en extra aandacht voor online is dus hard nodig).
13
Vragen kinderen (indirect) om innovatie? Vragen ze om veranderingen aan bijvoorbeeld de krant of de site? We maken op de redactie onderscheid tussen kinderen (8-12 jaar, Kidsweek-lezers) en jongeren (12-16 jaar, 7Days-lezers). Beide groepen zijn onwijs conservatief. Ze willen echt nog dolgraag een ‘ouderwetse’ papieren krant, die mag echt niet weg. Toen we een paar maanden geleden aan 7Days-lezers vroegen of ze misschien een kleiner formaat wilde (meer tijdschriftformaat, om dat we ook minder ‘nieuwskrant’ willen worden en meer ‘achtergronden’ willen bieden) was het collectieve antwoord NEE. En nu we sinds november geen compleet artikel meer op de 7Days-voorpagina hebben maar alleen foto’s en teasers, wordt dat niet door iedereen gewaardeerd: ‘te tijdschriftachtig’, vinden sommigen, ‘geen krantengevoel’. Kortom: ze hechten zowel bij Kidsweek als bij 7Days ENORM veel waarde aan de ouderwetse papieren krant. Wel is het zo dat sommige 7Days-lezers om een iPad-versie (‘om de krant op vakantie te kunnen lezen’), een app of 7Days in Blendle vragen. Maar dit is wel allemaal een aanvulling, benadrukken ze: de papieren krant moet hoe dan ook gewoon blijven. Bij Kidsweek krijgen we soms vragen om, naast de bestaande moppen-app, nog een andere app te maken (bijv. games of dierennieuws). Maar hierbij is de vraag nog minder dan bij 7Days. Hebben jullie het idee dat de grenzen verschuiven wat betreft wat kinderen aankunnen, bijvoorbeeld heftige beelden? Goeie vraag. Als ik voor mezelf spreek (maar ik weet niet of de hele redactie deze mening deelt), denk ik dat ze veel meer te zien krijgen, ongewild, en ja, daar zullen we waarschijnlijk wel een klein beetje ‘harder’ door worden. Maar dat betekent absoluut NIET dat we ze ook meteen meer kunnen voorschotelen. Het feit dat ze ‘per ongeluk’ dingen zien en ‘per ongeluk’ er een klein beetje aan gewend raken, betekent niet dat we ze dan maar alles kunnen laten zien. We blijven daar net zo voorzichtig mee omgaan als voorheen. Al zal het je trouwens verbazen hoeveel heftigheid ze überhaupt aankunnen. Hebben jullie het idee dat kinderen, sinds de komst van internet, vaker uitkomen bij beelden of verhalen die niet geschikt voor ze zijn? Zeker. Googelen is een vak apart. Stel dat zowel een kind als jijzelf ‘geboortedatum koning’ invult in Google. Jij hebt dan ondertussen ‘Willem-Alexander’ in je achterhoofd en zult bij het zien van resultaten puur letten op de resultaten waar Willem-Alexander in voorkomt, waardoor je vrij snel bij de goeie geboortedatum van onze koning uitkomt. Een kind zoekt precies hetzelfde, maar heeft dat Willem-Alexander-filter niet in z’n hoofd zitten, en kan dus zomaar met de datum van de Belgische koning op de proppen komen. Nou is dat natuurlijk niet zo’n ramp, maar dat kan natuurlijk bij elk onderwerp gebeuren dat ze googelen. Bovendien komen ze ook op social media heel veel dingen tegen die niet geschikt voor ze zijn – misschien hebben ze hun 15-jarige neefje op Facebook en deelt dat neefje een gewelddadig filmpje, ik noem maar wat. Kinderen moeten niet alleen leren hoe die computer precies werkt, hoe je Word opstart en hoe Google werkt, maar ook hoe je alle informatie vervolgens filtert op wat voor jou geschikt is of niet. Sommige scholen (of ouders) gaan daar uitstekend mee om, anderen helaas 14
nog niet. Is innovatie op het gebied van journalistiek voor kinderen nodig? Is die innovatie net zo hard nodig als bij de 'volwassen' journalistiek? Zeker. Al heeft misschien niet zo’n enorme ‘haast’ als in de volwassen journalistiek, aangezien kinderen wat conservatiever zijn (en vaak juist overnemen wat hun ouders al doen). Bovendien hebben kinderen helemaal geen tijd om elke nieuwe ontwikkeling te gaan uitproberen. Ik beweer nadrukkelijk NIET dat alle kranten binnen X jaar zijn uitgestorven, maar ik denk wel dat het belangrijk is om NU een goede combi te vinden tussen papier en online, en dat de balans in de toekomst steeds vaker naar online zal doorslaan. Dus ja, innovatie is nodig, maar we hebben nog wat meer tijd en we hoeven niet per se te pionieren zoals sommige volwassen media dat doen. Sterker nog: we kunnen heel veel leren door te zien wat bij ouders wel en niet aanslaat. Uiteindelijk zullen kinderen toch beïnvloed worden door hun ouders, en willen doen wat hun ouders doen. Wat zou er op de toekomst volgens jullie moeten veranderen op het gebied van 'kinderjournalistiek'? Qua vorm: heel erg veel, zie mijn antwoord hierboven. Qua inhoud: ik denk niet zo gek veel. Er blijft (net als bij volwassenen) altijd behoefte aan nieuws, maar ook aan duiding. En dat zal altijd bij kinderen op een duidelijke, ietwat voorzichtige manier uitgelegd moeten blijven worden, en voorzien van een juiste afwisseling ‘leed’ (denk aan rampen en terrorisme’) en ‘gezellig’ nieuws (‘babyolifantje geboren’ / ‘er wordt steeds minder gepest op school’) om hun interesse te houden. We komt er misschien wat meer behoefte aan overzicht. Veel meer dan 5 jaar geleden krijgen kinderen de hele dag door ‘flarden’ nieuws te horen: op de radio, een pushbericht, op NU.nl, via Journaal24, et cetera. ‘Vroeger’ was het vooral de kunst om het bestaande nieuws op een voor hen duidelijke manier uit te leggen. Nu zullen we steeds meer overzicht moeten bieden. Misschien was een weekkrant altijd voldoende maar moeten we in de toekomst bijvoorbeeld ook korte ‘dagoverzichten’ gaan geven, ik noem maar wat.
15
Juliette Walma – Van der Molen Is de ‘kinderjournalistiek’ bezig met innovatie? Absoluut. In Nederland veel, maar ook in Europa en internationaal. Je ziet bijvoorbeeld dat er steeds meer kinderjournaals in ontwikkelingslanden komen. Dat vind ik wel innovaties. Is innovatie in de kinderjournalistiek nodig? Dat weet ik niet precies. Het zal gaan om sociale media. In ontwikkelingslanden hebben ze maar lastig toegang tot bijvoorbeeld de televisie. Wel hebben ze daar vaak mobiele telefoons, veel meer dan wij ons altijd voorstellen. Het mobiele netwerk werkt daar best goed. Op die manier kun je kinderen wel op de hoogte houden van het nieuws. Dat zijn wel nodige ontwikkelingen denk ik. Als je kijkt naar het Jeugdjournaal in Nederland, dan kunnen kinderen nu meepraten. Dat willen ze graag, ze kunnen reageren op de uitzending en kunnen hun mening geven. Ze laten hun stem horen via de website. Het is niet perse nodig, maar kijkers raken zo wel beter betrokken bij het nieuws en dat zorgt ook voor binding met het programma. Vragen kinderen om innovatie, om verandering? Kinderjournalistieke programma’s hoeven niet continu te veranderen. Kinderen weten heel goed het verschil tussen bijvoorbeeld een nieuwsprogramma en een serie. Maar internationaal gezien, horen we wel dat kinderen verandering willen. Ze willen bijvoorbeeld meer onderwerpen in items die aansluiten bij hun belevingswereld. Je hebt het dan over belangrijk wereldnieuws, maar ook over nieuws in de regio. Ze willen meer nieuws dat hun interesseert. Uit onderzoek blijkt, gek genoeg, dat ze bijvoorbeeld meer nieuws willen over duurzaamheid en klimaatverandering en over wat zij daar aan kunnen doen. Maar ze willen ook leuke onderwerpen over bijvoorbeeld popsterren die zij leuk vinden. Daarnaast willen ze items die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Als er ergens een ramp is gebeurd, dan willen ze graag een item waarin een kind verteld hoe dat is. Dat is ook heel logisch, maar de programmamakers komen daar niet op. Dat is ook logisch, omdat zij in een andere belevingswereld zitten. Moet er in de toekomst iets veranderen aan de journalistiek voor kinderen? Nee, niet echt. Ik heb veel nieuwsredacties gesproken, zij zijn ongelofelijk goed bezig met hoe zij de programma’s maken. Ze gaan heel erg met de tijd mee en de redacteuren die er werken, werken daar al een tijd. Zij weten precies wat de kinderen willen. Wat zou kunnen veranderen is dat in meer landen meer dagelijkse kindernieuwsprogramma’s komen. In Nederland hebben we dat al een hele tijd, maar in bijvoorbeeld België is het niet dagelijks. Ook Amerika heeft geen goed dagelijks nieuwsprogramma voor kinderen. We moeten de jonge kijker best serieus nemen. Op het gebied van online, wat zou daar moeten gebeuren om kinderen minder makkelijk bij bijvoorbeeld nare beelden kunnen komen? Moet dat veranderen? We kunnen dat niet afschermen. We kunnen kinderen ook niet verbieden om op social media te kijken. Ouders zouden bijvoorbeeld met hun kind door hun sociale media kunnen kijken en filteren. Ook kunnen er over praten. Kinderen kunnen inderdaad steeds makkelijker bij nare beelden terecht komen. De meeste kinderen willen dat helemaal niet, ze worden opgejut door hun vriendjes omdat het stoer is dat ze kijken. 16
Wat ik zelf gek vind is dat die filmpjes van bijvoorbeeld onthoofdingen gewoon gedeeld kunnen worden. Een blote borst op social media wordt bijvoorbeeld verwijderd, maar een onthoofding mag wel. Ik heb toch liever dat mijn kinderen een blote borst tegenkomen dan een onthoofding. Ik denk dat we kinderen een beetje weerbaar moeten maken. Dat ze niet zomaar naar hun vriendjes luisteren. Als de nare filmpjes worden doorgegeven, hebben de geweldplegers ook effect. Als we ze niet meer delen en doorsturen, dan is dat ook over. Het zou goed zijn als het kind zich helemaal afkeert van dat soort beelden. Dat is wel een goede les in mediaopvoeding. Er over praten met het kind en zorgen dat hij of zij het niet wil zien en niet meer kijkt omdat zijn vriendjes dat willen.
Remco Pijpers Speelt innovatie een grote rol online? Op het gebied van journalistiek voor kinderen. In zekere zin speelt innovatie wel een rol. Men bouwt toch voort op wat er al is. Men is voortdurend bezig met zoeken naar methoden om kinderen erbij te houden. Ze moeten inhoud maken dat kinderen interesseert. Ze moeten hun best doen om op te vallen. Het is heel lastig om goede digitale content te maken voor kinderen. Er wordt continu gezocht naar wat de beste manier is om die content te maken en wat kinderen willen. Waar spreken we over als we het over innovatie hebben? We spreken dan over het zo goed mogelijk maken van de digitale content die er voor kinderen is. Er gaat veel goed, maar er gaat nog veel meer fout op dat gebied. Vragen kinderen (indirect) om innovatie? Nee, kinderen vragen alleen om een mooie ervaring. Of dat nou entertainment is of educatief, ze willen zich vermaken. In die zin vragen ze wel om innovatie, omdat ze steeds bij de les gehouden moeten worden. Een tablet is daarin al een innovatie op zich. Het is makkelijk en je kunt je vingers gebruiken, kinderen hoeven niet meer te wachten tot de computer is opgestart. U houdt al sinds 1997 bij wat er allemaal veranderd voor kinderen online. Wat zijn de grootste veranderingen online voor kinderen sinds 1997? De eerste grote verandering was in 2003/2004. Vanaf dat moment kwam er breedbeeld. Eerst konden mensen alleen maar internetten via een inbelverbinding. Voor veel ouders was dit duur en mochten kinderen daarom vaak niet lang internetten, daarnaast was het internet heel langzaam. De tweede verandering is de komst van social media. Ineens kon via internet contact worden gelegd met andere mensen. Neem bijvoorbeeld spangas.nl. Kinderen konden naar de site om te kijken wat er ’s avonds in het televisieprogramma kwam. Later konden kinderen via de site contact leggen met de acteurs. De laatste grote verandering tot nu toe is de komst van het mobiele internet, dus de smartphones en tablets. Dat heeft vooral veel gevolgen voor het onderwijs. Veel content is educatief. Kinderen kunnen op hun eigen tempo aan school werken. Maar we moeten niet vergeten dat dat kinderen door de jaren ook veranderen. Het zijn hele andere mediaconsumenten dan eerdere generaties. Ze kunnen online allemaal 17
spelletjes spelen, maar moeten op school uit een boek lezen. Op school moeten ze met de meute mee. Op de computer kunnen ze op hun eigen tempo werken en leren. Online past zich aan aan het niveau van het kind. Ik denk dat dat de volgende grote verandering wordt, dat het onderwijs steeds persoonlijker gemaakt kan worden. Scholen zijn nu nog gewend dat ze voor tien jaar een methode aanschaffen, maar ze kunnen allemaal content van het web aanschaffen. Ik heb het idee dat men nog niet goed weet hoe ze om moeten gaan met het digitale content voor kinderen. Komen kinderen door de komst van internet vaker uit bij beelden die niet geschikt voor ze zijn? Ik denk dat kinderen wel meer kans maken om ergere dingen te zien, alles wordt gedeeld via bijvoorbeeld social media. Maar het blijven kinderen, ze kunnen er niet tegen en willen het niet zien.
18
Bijlage E: Posterpresentatie
19
Bijlage F: Journalistieke bewerking voor publicatie
De toekomst van de nieuwsmedia is online, ook in de journalistiek voor kinderen Door Rosanne van Schriek
De redactie van 7Days, de weekkrant voor jongeren, zet in op online. Op een gloeinieuwe site komt er een plek om in te loggen, jongeren kunnen online nieuwsartikelen lezen en over een tijdje is het mogelijk om de hele krant tegen betaling online te bekijken. Ook wordt er gewerkt aan app voor 7Days. Volgens Kim Einder, online eindredacteur van de krant, wordt het nu ook wel tijd: ‘De huidige website stamt uit 2008 en jongeren vragen toch iets sneller om innovatie.’ De redactie van 7Days maakt ook de Kidsweek. 7Days voor jongeren van twaalf tot zestien en de Kidsweek voor kinderen van acht tot twaalf. Voor de Kidsweek zijn grote vernieuwingen nog niet nodig. Als alle vernieuwingen draaien voor de 7Days, dan wil de redactie ook aan de slag met hetzelfde concept voor de Kidsweek. “Innovatie speelt een flinke rol – maar we lopen qua onlinestrategie ook flink achter ten opzichte van andere media. Een inhaalslag en extra aandacht voor online is dus hard nodig”, vertelt Einder. De meeste media in Nederland, of het nou om kranten gaat of om grote nieuwsbedrijven, proberen allemaal in te spelen op de onlinewereld. De Volkskrant doet een goede poging met multimediale producties als ‘De chocolade raakt op’ en ‘Het Brein’. De NOS heeft pas haar site totaal verbouwd en zo gemaakt dat alle soorten content gepubliceerd kunnen worden. Voor de ‘kinderjournalistiek’ lijkt het verhaal niet anders. Ook zij proberen de beste weg te vinden in de online wereld, al hebben ze minder haast dan de media voor volwassenen. Volgens Einder zijn kinderen wat conservatiever en nemen ze vaak juist over wat hun ouders al doen. “Bovendien hebben kinderen helemaal geen tijd om elke nieuwe ontwikkeling te gaan uitproberen. Ik beweer nadrukkelijk niet dat alle kranten binnen X jaar zijn uitgestorven, maar ik denk wel dat het belangrijk is om nu een goede combinatie te vinden tussen papier en online, en dat de balans in de toekomst steeds vaker naar online zal doorslaan.” Een groot voordeel van dat de kindermedia niet zoveel haast hebben, is dat ze een beetje kunnen afkijken wat de media voor volwassenen doen. Einder: “We kunnen heel veel leren door te zien wat bij ouders wel en niet aanslaat. Uiteindelijk zullen kinderen toch beïnvloed worden door hun ouders, en willen doen wat hun ouders doen.”
20