Urtica 2013:2
In dit nummer Verkoop boeken Kapwerkzaamheden in de bossen van de gemeente Renkum: informatie gevraagd Scheidende bestuursleden blikken terug De botanische waarden van de Arnhemse uiterwaarden Zakdragers Broedvogels en zoogdieren op het oostelijk deel van de Dreijen in 2011 Depot koopt Arboretum de Dreijen Ledenadministratie Activiteiten andere organisaties Agenda
2 4 5 8 13 14 15 16 17 18
Van de redactietafel Het is de laatste weken nogal snertweer. Wilt u er liever niet op uit in de regen? In deze Urtica staat een tip voor natuurstudie vlak bij huis: Maarten Immerzeel legt uit hoe je zakdragers kunt herkennen (ja, die zitten ook bij u in de achtertuin!). Erik Verkaik doet verslag van een inventarisatie van het nu deels ongebruikte oude Wageningse universiteitsterrein de Dreijen en van Michel Zwarts vindt u een mooi uitgebreid artikel over de botanische waarde van de Arnhemse uiterwaarden, inclusief een vergelijking met onze eigen Wageningse uiterwaardgebieden. Hoe dit voor ’ons’ uitvalt leest u vanaf pagina acht. We nemen afscheid van twee bestuursleden – Francien en Jacques, ook namens de redactie hartelijk bedankt voor jullie inzet! Ze vertellen hoe ze hun KNNV-tijd beleefd hebben. En natuurlijk geeft Margreet Stadig boekentips en staat de agenda weer vol met leuke activiteiten. We kijken zelfs al vooruit naar oktober. Maar eerst op naar (hopelijk) een paar hele mooie zonnige zomermaanden! Veel leesplezier, Jacoba Wassenberg
Lepelaars in het Land van Saeftinghe
1
Urtica 2013:2
Verkoop boeken Margreet Stadig Boeken bestellen van de KNNV-Uitgeverij via mij helpt onze vereniging wat extra gelden binnen te halen. U bestelt bij mij, u krijgt uw boek tegen de ledenprijs, maar omdat ik als verkooppunt extra korting krijg, houden we er nog wat aan over voor de kas van KNNV, afdeling Wageningen. En u hebt geen verzendkosten. Uw bestelling kunt u het gemakkelijkst via de mail aan mij doorgeven, maar telefonisch kan ook (zie colofon). Rapporten van onze afdeling, zoals het allernieuwste van de Renkumse Benedenwaard inclusief cd, kunt u ook via mij kopen. Dit keer nieuw is, dat je het rapport nu digitaal op een cd kunt kopen. Geregeld stuur ik een e-mail met de actieaanbiedingen of nieuwe boeken. Mocht u daar geen prijs op stellen, dan kunt u me dat via de mail laten weten.
Erik van Ommen verwierf bekendheid met prachtige natuurboeken waarin hij allerlei technieken en stijlen bijeen brengt. Hij toont ons aquarellen, pentekeningen, etsen en olieverfschilderijen, en ook levendige schetsen van diergedrag. De tekst combineert een persoonlijke stijl met scherpe observaties en een warme liefde voor de natuur. 'Het Waddenatelier': een oogstrelend boek voor vogel-, wad-, natuur- en kunstliefhebbers.
Er zijn enkele boeken die ik onder uw aandacht wil brengen. Dit is een greep uit de vele boeken die in de catalogus vermeld staan. Als ik dit schrijf, zijn er mogelijk alweer nieuwe acties. Dus kijk op de website knnvuitgeverij.nl en bestel wel even via mij.
Twee natuurreisgidsen uit de Crosbillguide serie: Natuurreisgids Eastern Rhodopes Griekenland en Bulgarije; Nestos, Evros en Dadia Auteur: Dirk Hilbers, Herman Dierickx, Alex Tabak en Albert Vliegenthart; Ledenprijs € 23,35
De volgende bestellingen moeten bij mij binnen zijn vóór 7 juli en/of 18 augustus.
En Natuurreisgids Northeast Poland – Polen; Biebrza, Bialowieza en Wigry – Crossbill Guide; Auteur: Dirk Hilbers en Bouke ten Cate; Ledenprijs € 23,35
Het Waddenatelier - Natuurbeleving op de wadden; natuur en kunst - wad, strand en vogels Auteur: Erik van Ommen en Wilma Brinkhof; Ledenprijs: € 35,95
Beiden zijn in Engelstalige uitgave. Meer informatie over deze boeken leest u op de website
Kunstenaar Erik van Ommen maakt al dertig jaar lang schitterende natuurboeken. Daarin combineert hij zijn werk met beeldende vertellingen. In 2012 trok hij zich terug op de Wadden. De schilderijen en beelden die dat opleverde zijn gebundeld in 'Het Waddenatelier'. Een fraai boek voor liefhebbers van vogels, de wadden, natuur en kunst. Een slechtvalk op een verweerde strandpaal. Een roodborsttapuit op een bloeiende gaspeldoorn. En natuurlijk schitterende duin- en waddenlandschappen, met fraaie wolkenluchten en sierlijke zwermen wadvogels. Dit zijn de Wadden ten voeten uit, met pen en penseel vastgelegd door de kunstenaar. 'Het Waddenatelier' is zijn dertigste boek, waarmee hij zijn jubileum samenbrengt.
2
Urtica 2013:2 Amerikaanse Vogelkers - invasieve exoten bosbeheer. Van bospest tot bosboom - een controversieel onderwerp Auteur: Bart Nyssen, Jan den Ouden en Kris Verheyen; Ledenprijs € 22,45
betekenis voor onze biodiversiteit. Ook bespreekt hij het gebruik van vruchten en hout. herkenning en toepassing meer dan 250 boomsoorten & hybriden meer dan 1500 foto's
Hij is de schrik van veel bosbeheerders en natuurliefhebbers: de Amerikaanse vogelkers. Deze exotische boomsoort wordt in Nederland en België actief bestreden. Maar het verhaal achter de boom is verrassend en de moeite van het bestuderen waard, betogen de auteurs van Amerikaanse vogelkers. Zijn positieve eigenschappen wegen wellicht op tegen de nadelen. Ze vinden daarom dat het tijd is voor een herwaardering, en geven daarvoor een voorzet in een helder betoog dat de geschiedenis én toekomst van de vogelkers schetst. Dit boek is tevens een handleiding voor beheer. U leest hier alles over de introductie en bestrijding van de vogelkers en de huidige problematiek rondom deze exoot. Ook haar invloed op bossuccessie, biodiversiteit, houtteelt en beheerstrategieën komt aan de orde. Plus een intermezzo over 'Vogelkers en natuurbeleving'. Het boek is rijk geïllustreerd en bevat veel informatie om praktisch aan de slag te gaan. Amerikaanse vogelkers laat zien hoe we deze exoot een plek kunnen geven in het Europese bosecosysteem, en tegelijk de bestrijdingskosten kunnen verminderen. Actuele kennis zorgvuldig en toegankelijk bijeengebracht voor specialisten in boomteelt, bosbeheerders, beleidsmakers en ecologen. Dit boek hoort bij een nieuwe reeks handleidingen voor natuurbeheer
Een fraai standaardwerk voor de praktijk met veel achtergrondinformatie. Interessant voor liefhebbers, bomenspecialisten, groenbeheerders, tuin- en landschapsarchitecten en boomkwekers - en verzorgers
Weidevogels in een veranderend landschap agrarisch natuurbeheer – weidevogelbescherming; Handleiding weidevogelbeheer. Verschijnt begin juni Auteur: Jan van der Geld, Niko Groen en Ron van ’t Veer; Ledenprijs € 26,95 Weidevogelbescherming heeft zorgvuldige aandacht nodig. Dit boek geeft talrijke praktijkvoorbeelden van goed en effectief weidevogelbeheer. Geïllustreerd met veel foto's van landschapskenmerken en leefgebieden omdat één goede illustratie vaak meer zegt dan duizend woorden. Een waardevolle handleiding voor boeren, vrijwilligers, natuurbeheerders, recreanten en wetenschappers. Veel vrijwilligers en agrarische natuurverenigingen zetten zich in voor weidevogelbescherming. Door bosjes te kappen en rietkragen te maaien om het landschap open te houden of door verruiging tegen te gegaan met begrazing, maaien en afvoeren. Toch zijn al deze maatregelen tot nu toe nog te weinig effectief. Dit boek geeft praktijkvoorbeelden van effectief weidevogelbeheer en beantwoordt vragen zoals: ‘Wat is eigenlijk een kruidenrijk grasland, hoe is de structuur van de vegetatie en hoe lang is daar het gras? Of welke rol spelen bemesting en de waterstand?' Dit en vele andere praktische beheerzaken komen in dit boek aan de orde. Iedereen zal bij eenzelfde tekst een verschillend beeld hebben. Door de kenmerken en resultaten te vangen in foto’s, brengt dit boek eenheid in de verscheidenheid aan interpretaties.
Loofbomen in Nederland en Vlaanderen soorten en hybriden. Kenmerken en historie herkenning - toepassing en beheer Auteur: Leo Goudzwaard; Ledenprijs € 44,95 Van statige oude eiken tot sierlijke berken: loofbomen zijn intiem verbonden met wat het Nederlandse en Belgische landschap zo mooi maakt. Het boek Loofbomen is geheel gewijd aan deze fraaie beeldbepalers. Het boek beschrijft meer dan 250 boomsoorten en hybriden die belangrijk zijn voor straten en parken. Daarnaast besteedt het ruim aandacht aan cultivars. Voor elke soort beschrijft de auteur de toepassingsmogelijkheden, natuurlijke groeiplaats, bloeitijd, ziektegevoeligheid, historie en de 3
Urtica 2013:2 Kapwerkzaamheden in de bossen van de gemeente Renkum: informatie gevraagd
Gertjan Renes
Noot van de redactie: In de Urtica van juni 2012 vroeg Gertjan Renes aandacht voor kapwerkzaamheden in de Bilderbergbossen. In dit artikel wordt aandacht gevraagd voor geplande kapwerkzaamheden in de Valkeniersbossen.
Komende winter staan de Valkeniersbossen (ten oosten van Heveadorp) op het programma om te worden gedund. Aangezien er veel KNNV-leden zijn met gedetailleerde kennis over bijzondere (beschermde) flora en fauna, vraagt de vereniging Vijf Dorpen in ’t Groen die leden hun kennis over de aanwezigheid ervan in de Valkeniersbossen te delen. Dat kan op twee manieren: 1. Via de website www.telmee.nl . Deze site voedt o.a. de databank Flora en Fauna, waar de gemeente Renkum lid van is. 2. Via ondergetekende. De vereniging zal tijdens overleg met de gemeente ook aandacht besteden aan de cultuurhistorische elementen die in de bossen aanwezig zijn.
Elk jaar worden ‘s winters in diverse bossen in de gemeente Renkum dunningen uitgevoerd. De werkzaamheden worden door verschillende boseigenaren uitgevoerd. In 2012 waren dat de gemeente Renkum (Hemelse Berg en Pietersberg), Staatsbosbeheer (Boersberg) en het Gelders Landschap (de Oorsprong). Afgelopen winter is door de gemeente Renkum een deel van de Bilderbergbossen en de Buunderkamp gedund. De werkzaamheden worden uitgevoerd met zware machines die als gevolg van de soms hellende standplaats van de bossen en de soms zeer natte omstandigheden een waar slagveld lijken op te leveren. In 2012 werden sommige voetpaden volledig vernield en op andere plaatsen werd bijzondere vegetatie beschadigd of vernield. Sommige boseigenaren doen wel hun best het publiek van te voren te informeren over de aanstaande werkzaamheden door middel van het organiseren van een excursie of het plaatsen van informatieborden.
Met hulp van de KNNV hoopt de vereniging zo bij te dragen aan de instandhouding en verbetering van de kwaliteit van de waardevolle bossen in de gemeente Renkum. Gertjan Renes Secretaris Vijf Dorpen in ’t Groen Postbus 65 6865 ZH Doorwerth
[email protected]
De vereniging Vijf Dorpen in ’t Groen heeft naar aanleiding van vele klachten in 2012 enkele malen contact gehad met de gemeente Renkum. Dat leverde o.a. de informatie op dat de zware machines weliswaar lokaal, meestal bij paden, flinke (bodem)schade veroorzaken, maar dat zij wegens hun grote reikwijdte veel minder door het bos hoeven te rijden. De soms zeer diepe sporen die de machines achterlaten kunnen vrij makkelijk weer worden gedicht. De gemeente meldde verder dat zij informatie heeft over het vóórkomen van bijzondere en beschermde flora en fauna maar zij gaf toe niet zeker te zijn of die informatie wel compleet is en dat informatie hierover zeer welkom is. Bosgeelster. Foto: Dirk Prins
4
Urtica 2013:2
Scheidende bestuursleden blikken terug Afgelopen maart zijn Francien Karsten en Jacques Hoefsloot afgetreden als respectievelijk secretaris en penningmeester van onze afdeling. De redactie vroeg hen hoe zij terugkijken op hun tijd in het bestuur. Francien Karsten Wat waren de hoogtepunten van je bestuursschap? Waar kijk je met de meeste voldoening op terug? Hoogtepunt voor mij was het lustrumjaar met de afsluitende maaltijd, heel sfeervol en goed gelukt. In mijn bestuursfunctie heb ik veel mensen leren kennen en dat hielp mij om in te burgeren na mijn verhuizing in 2006 vanuit het Noorden naar Wageningen. Minder leuke ervaringen waren mijn onbekendheid met de structuur van de vereniging waardoor de communicatie wel eens te kort schoot. Ik heb dan ook als tip voor mijn opvolgster om contact op te nemen als er iets onduidelijk is. Ik vind de vereniging behoorlijk goed functioneren dankzij de enthousiaste inzet van de leden.
vogels. Mijn extra tijd ga ik besteden aan het jaarboek van de C.G.Jungvereniging.
De KNNV staat voor natuurstudie, natuurbeleving en natuurbescherming. Soms hoor je wel eens dat we aan natuurbescherming te weinig doen. Ben je het daar mee eens? Natuurbescherming als item is de laatste jaren veel belangrijker geworden door verandering in het politieke klimaat onder staatssecretaris Bleker. Tegelijkertijd is het gebied zodanig uitgebreid dat er steeds keuzes moeten worden gemaakt en prioriteiten gesteld. Dan moeten er dingen noodzakelijkerwijs blijven liggen. Mijn ideaalbeeld is nog steeds de inspanning voor Natura 2000. Hoe zou jij de "echte KNNV-er" typeren? Ben jij er één? Ik ben geen echte KNNV-er, bij mij is de muziek belangrijker, hoewel ik altijd weer geïmponeerd ben door de natuur en ik ook altijd mee ga met de kampen en de Kampeergroep van de KNNV. Toppunt van natuurbeleving is voor mij Terschelling, waar ik een huisje heb en nu met Pasen in de Siberische kou heb genoten van de
De vertrekkende penningmeester Jacques en secretaris Francien. Beiden namen de gelegenheid van een afscheidswoord tot de ledenvergadering. Foto: Antoon Loomans
Jacques Hoefsloot Hoe kijk je terug op je bestuursschap? Inmiddels zo’n 10 jaar geleden organiseerde de IVN Zuidwest Veluwezoom, in samenwerking met de KNNV afdeling Wageningen, een cursus Vogelgeluiden en zo kwam ik voor het eerst in aanraking met de KNNV. Vanaf die tijd heb ik veel kunnen leren van het volgen van cursussen, het bijwonen van lezingen en deelname aan bijeenkomsten van de werkgroepen. Als
beginnende leek op het terrein van natuurstudie heb ik echter wel enige gerichte opvang en begeleiding vanuit de afdeling gemist. Het lijkt mij van belang om voor nieuwe leden een informatieavond te organiseren over de vele mogelijkheden binnen onze afdeling en daarbij desgewenst ondersteuning aan te bieden! En als je dan zo een aantal jaren meeloopt en je hoort/leest dat er vacatures zijn in het bestuur van 5
Urtica 2013:2 de afdeling die moeilijk te vervullen zijn, dan ga je er toch eens over denken of je voor de vereniging iets zou kunnen betekenen. En zo werd ik dan, misschien ook wel bij gebrek aan tegenkandidaten (?) in 2008 benoemd tot penningmeester en ledenadministrateur.
ook druk met de verbouwing van mijn nieuwe woonplek en niet in de laatste plaats de zorg voor een paartje steenuiltjes onder de kastanjeboom ernaast. Het is toch een bijzondere ervaring dat je zo’n overgang van de Veluwe naar de Achterhoek mag meemaken. Het betekent echter wel dat ik mij binnenkort laat overschrijven naar de IVN afdeling De Oude IJsselstreek en de KNNV afdeling Regio Doetinchem.
Natuurlijk had ik wel enige ervaring met computers, maar zeker niet met financiën! Maar met de nodige ondersteuning van voorgangers, met vallen en opstaan en vooral veel geduld ben ik er in geslaagd het aardig onder de knie te krijgen. En het jubileumjaar in 2010 was daarbij een mooie graadmeter om alles ook financieel op een verantwoorde wijze voor elkaar te krijgen. Mede door de geweldige inzet val vele leden binnen onze afdeling, is de viering van dit jubileumjaar dan ook een succes geworden!
En daarmee komt dus een einde aan mijn lidmaatschap van de afdeling Wageningen. Velen van jullie hebben mij laten zien en ervaren dat de natuur om ons heen veel te bieden heeft en dat je er behalve studie ook van mag genieten. Ik ben jullie daar zeer dankbaar voor en ga daar in het Achterhoekse zeker op de een of andere wijze mee door!
Waar ga je je extra tijd aan besteden? Sinds november 2012 woon ik in Halle, ongeveer 5 kilometer ten oosten van Zelhem. Naast genieten van mijn nieuwe woonomgeving, ben ik
De Algemene Ledenvergadering van 20 maart 2013. Het voltallige nieuwe bestuur zit hier aangetreden, na wisseling van secretaris en penningmeester. Van links naar rechts: Ineke Ammerlaan – penningmeester, Pieter Oomen – voorzitter, Rhea Rekker – secretaris, Heleen Broier – secretaris natuurbescherming, Susanne Driessen – PRAC / natuurhistorisch secretaris. Foto: Antoon Loomans
6
Urtica 2013:2
7
Urtica 2013:2
De botanische waarden van de Arnhemse uiterwaarden Michel Zwarts Inleiding
Op de standaardlijst van de Nederlandse flora staan 2138 soorten. Daarvan zijn er in de uiterwaarden rond Arnhem en Wageningen 761 gevonden (36% van het totaal). Er staan 45 soorten op de Rode Lijst, 8,5% van het totaal aantal Rode Lijstsoorten. Dat lijkt weinig maar de meeste Rode Lijstsoorten zijn zeldzaam en komen op slechts enkele en dan nog op specifieke locaties voor. Er zijn 70 fluviatiele soorten gevonden, 41% van de als fluviatiel aangeduide soorten. Zowel kwantitatief als kwalitatief slaan de uiterwaarden van Huissen tot Rhenen een goed figuur, zeker als we er rekening mee houden dat het in totaal maar om zo’n 6,5 2 2 km gaat, waarvan bijna 1,5 km open water.
De Arnhemse uiterwaarden (Meinerswijk, Stadsblokken en de Bakenhof) zijn sinds 1990 door de afdeling Arnhem e.o. van de KNNV geïnventariseerd op vaatplanten en mossen. In dezelfde periode heeft de afdeling Wageningen e.o. ook een aantal uiterwaarden bij Wageningen onder de loep genomen (zie figuur 1). Daardoor is het mogelijk om vast te stellen wat de natuurwaarde is van de Arnhemse uiterwaarden is in vergelijking met andere gebieden. De inventarisaties zijn gedurende het gehele groeiseizoen uitgevoerd door een groepje ervaren floristen. Daarnaast zijn er ook incidentele waarnemingen meegenomen. Alle gebieden worden op een natuurvriendelijke wijze beheerd, over het algemeen door extensieve begrazing. De botanische gegevens van de Wageningse inventarisaties zijn beschikbaar gesteld door Douwe van Dam en Dirk Prins, waarvoor mijn hartelijke dank.
Van de 761 soorten zijn er 617 in de Arnhemse uiterwaarden gevonden en 607 in de uiterwaarden rond Wageningen. Details staan in tabel 1. De uiterwaarden van Arnhem herbergen dus iets meer soorten en wat Rode Lijstsoorten. Het verschil is wat groter als het om fluviatiele soorten gaat. De tabel laat ook het aantal unieke soorten zien, soorten die slechts in een van de gebieden voorkomen. Zoals te verwachten heeft Arnhem iets meer unieke soorten, het sterkst blijkt dat bij de fluviatiele soorten. Het blijkt dat de uiterwaarden van de twee steden een eigen karakter hebben in het bijzonder voor de bedreigde en gebiedseigen soorten.
Vaatplanten Voor de natuurwaarde van de vaatplanten gaan we uit van de kwantiteit en de kwaliteit van de aangetroffen soorten. De kwaliteit bepalen we door middel van het aantal Rode Lijstsoorten en de soorten die karakteristiek zijn voor het rivierengebied, de zgn. fluviatiele soorten.
Figuur 1 Geïnventariseerde uiterwaarden rond Wageningen
8
Urtica 2013:2
Tabel 1 Aantallen vaatplanten in de uiterwaarden van Arnhem en rond Wageningen Totaal Rode lijst Fluviatiel opp. (ha) Uiterwaarden Totaal Uniek Totaal Uniek Totaal Uniek totaal water Arnhem 617 154 30 18 56 28 310 82 Uiterwaardpark Meinerswijk 501 17 34 67 0 Bakenhof 402 14 31 45 2 Stadsblokken 340 6 17 25 0 144 27 15 42 14 355 81 Wageningen e.o. 607 Bovenste Polder 439 14 22 144 13 Blauwe Kamer 392 14 16 120 40 Palmerswaard 338 8 12 37 10 Plasserwaard 301 8 13 54 18 Totaal 761 42 69 665 163
Brede ereprijs. Foto: Michel Zwarts
Grote centaurie. Foto: Michel Zwarts
In 1991 is in het zuidwestelijk deel van Meinerswijk het Uiterwaardenpark tot stand gekomen. Het is sindsdien extensief begraasd. Het restant van Meinerswijk wordt intensief begraasd of is verlaten industrieterrein. In het uiterwaardpark zijn 501 soorten gevonden, 65% van alle soorten die in de uiterwaarden zijn gevonden. Voor de Rode Lijstsoorten is dat 40% en voor de fluviatiele soorten 50%. De natuurwaarde van het Uiterwaardenpark is daarmee het hoogst van alle geïnventariseerde uiterwaarden van Huissen tot en met Rhenen. De flora van het Uiterwaardenpark is sinds 1993 systematisch gevolgd. Daarvoor is het park in vijf deelgebieden verdeeld. Elk jaar is een deelgebied geïnventariseerd. In 2013 wordt de vierde cyclus afgesloten. De gebieden zijn in figuur 2 aan het eind van dit artikel aangegeven. In tabel 2 zijn de resultaten van deze inventarisaties weergegeven. De eerste drie gebieden zijn stroomdalgraslanden. Gebied 1 en 2 zijn relatief laag gelegen en staan bij hoogwater onder. Gebied 3 ligt rond de steenfabriek, het is deels hoogwatervrij, zandiger en vermoedelijk kalkrijker. Het heeft de meeste Rode Lijstsoorten. Twee
kwetsbare gebieden bij de steenfabriek zijn op de kaart aangegeven. Gebied 4 is een laaggelegen moerassig gebied dat sinds 10 jaar wordt begraasd. Door hoogteverschillen heeft het een eigen karakter met veel overgangen van nat naar droog, die goed zichtbaar zijn in de vegetatie. Gebied 5 is verreweg het kleinst. Het bestaat deels uit zachthoutooibos op geaccidenteerd terrein en deels een ruige kruidenvegetatie die sinds kort min of meer wordt gemaaid. De weinige bijzondere soorten zijn wel erg interessant. Het gaat om Bosmuur, een doelsoort voor Zachthoutooibos, en Welriekende agrimonie, een plant van bosranden die in het rivierengebied zeer zeldzaam is.
Tabel 2 Aantallen soorten van de gebieden in het Uiterwaardpark Meinerswijk Aantal soorten opp. Gebied Totaal Rode Lijst Fluviatiel (ha) Gebied 3 342 11 17 10 Gebied 1 334 8 19 19 Gebied 2 314 8 11 17 Gebied 5 273 3 6 5 Gebied 4 241 2 3 16 Totaal 501 17 34 67 9
Urtica 2013:2
Discussie Bij de vergelijking van de gebieden kunnen twee factoren tot een vertekend beeld leiden. Een groter gebied herbergt over het algemeen meer soorten en hoe intensiever er geïnventariseerd wordt, hoe meer soorten er worden gevonden. In de figuur is voor de inventarisaties het verband tussen oppervlakte (zonder water) en soortenrijkdom grafisch weergeven. Er is een licht positief verband, maar met grote afwijkingen. De tweede factor is de intensiteit van de inventarisaties. Inventarisaties bestaan uit tenminste drie bezoeken in de verschillende seizoenen, waarbij in ieder geval alle biotopen worden bezocht. Bij de afdeling Wageningen is het gebruikelijk om elke week het veld in te gaan. Bij de afdeling Arnhem ligt de frequentie lager. Tabel 3 Aantal inventarisaties per gebied Uiterwaard Meinerswijk Bakenhof Stadsblokken Palmerswaard Bovenste Polder Blauwe Kamer Plasserwaard
nog eens vier maal extra. Het ligt voor de hand dat dit effect heeft op het aantal gevonden soorten, vooral omdat de uiterwaarden een dynamisch gebied zijn, waar soorten komen en gaan. Bij inventarisaties over meer jaren levert dat meer soorten op. Conclusie De uiterwaarden langs de Rijn herbergen een waardevolle flora, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het meest waardevol is het Uiterwaardenpark Meinerswijk . Dit wordt wel geflatteerd doordat het gebied intensiever is geïnventariseerd. Mossen Mossen zijn planten, net als vaatplanten. Het verschil is, dat ze geen vaten hebben voor het transport van voedsel en water en bovendien geen mogelijkheden hebben om water vast te houden. Ze groeien vooral op plaatsen waar geen vaatplanten groeien, zoals bomen, steen en als pioniers op open grond. Omdat mossen zo kwetsbaar zijn, zijn ze een goede indicator voor de kwaliteit van het milieu. In Arnhem is alleen Meinerswijk integraal geïnventariseerd op mossen, met de nadruk op het Uiterwaardpark. In de Bakenhof en de Stadsblokken is alleen incidenteel naar mossen gekeken. De indeling van het Uiterwaardpark in vijf gebieden is voor mossen niet gehanteerd omdat voor mossen vooral het biotoop en substraat van belang zijn. Onderscheiden zijn zachthoutooibos, kribben en beschoeiingen, en het doorlaatwerk.
Aantal 3x/7x 2x 1x 1x 1x 3x 2x
In tabel 3 is weergegeven hoe vaak een uiterwaard compleet is geïnventariseerd. Het is duidelijk dat aan Meinerswijk de meeste aandacht is besteed. Het gebied als geheel is drie keer integraal geïnventariseerd, het Uiterwaardpark
10
Urtica 2013:2
Figuur 2 Waardevolle botanische gebieden in het Uiterwaardpark Meinerswijk
11
Urtica 2013:2
De inventarisaties in Wageningen maken deel uit van integrale inventarisaties waarin onder meer mossen zijn meegenomen. De Kleiputten zijn apart en alleen op mossen geïnventariseerd.
In totaal zijn 195 mossoorten gevonden, 21 procent van de soorten die uit Nederland bekend zijn. Twee biotopen zijn bijzonder sterk vertegenwoordigd: bomen en steen langs de water. In de zachthoutooibossen en op de kribben en beschoeiingen resp. 35 en 40% van de mossoorten gevonden die op bomen en steen langs water kunnen voorkomen.
Als indicatie voor de natuurwaarde gebruiken we voor mossen het totaal aantal, het aantal zeldzame soorten en het aantal Rode Lijstsoorten. Tabel 4 geeft de belangrijkste resultaten.
Als geheel zijn de Wageningse uiterwaarden rijker dan de uiterwaarden in Arnhem, zowel kwantitatief als kwantitatief. Van de uiterwaarden is Meinerswijk het rijkst, gevolgd door de Bovenste polder, dat geldt in het bijzonder voor de zeldzame en Rode Lijstsoorten.
Tabel 4 Aantallen soorten mossen in uiterwaarden Aantal soorten Uiterwaarden Totaal Zeldzaam Rode Lijst Arnhem 120 52 8 Meinerswijk 114 48 8 Wageningen e.o. 178 64 10 Bovenste Polder 110 37 4 Plasserwaard 89 27 2 Palmerswaard 83 25 1 Blauwe kamer 73 16 1 Kleiputten 71 20 4 Benedenwaard 70 15 0 totaal 195 78 15
In Meinerswijk zijn vier locaties zeer rijk: de twee zachthoutooibossen in gebied 5 en 6, het doorlaatwerk en de kribben en beschoeiingen. In Tabel 5 staan de gegevens. Bos 5 is verreweg het rijkst, op een oppervlakte van nog geen twee hectare komen 51 soorten voor, waarvan bijna de helft zeldzaam is en vijf op de rode lijst staan. Eén ervan is Tonghaarmuts, een soort die door de Europese Habitatrichtlijn (Bijlage II) is beschermd.
Tabel 5 Aantallen soorten op bomen en steen Aantal Gebied Totaal Zeldzaam Rode lijst Bos 5 51 23 5 Bos 6 28 12 2 Krib 42 7 0 Doorlaatwerk 21 15 0 Totaal 114 48 8
Conclusie De uiterwaarden langs de Rijn zijn rijk aan mossen, vooral door de aanwezigheid van zachthoutooibossen en de hoge luchtvochtigheid door de rivier. Meinerswijk is het rijkst, vooral door zijn zachthoutooibossen
De Algemene Ledenvergadering heeft op 20 maart Willem Wielemaker benoemd tot lid van verdienste. Willem had zich afgelopen jaar op veel fronten zeer verdienstelijk gemaakt, met name als redacteur van ons ambitieuze rapport ‘Inventarisatie van de Renkumse Benedenwaard en Wageningse Berg’ als landschapsecologische benadering en als kandidaat voor de landelijke Arja-prijs. De Arja-prijs heeft Willem niet binnengehaald, maar in ieder geval wel de prijs van dit verdienstelijke KNNV-shirt. Foto: Antoon Loomans
12
Urtica 2013:2
Zakdragers
Maarten Immerzeel Weinig mensen zullen wel eens bewust een imago van een zakdrager hebben waargenomen. Het is dan ook niet voor niets dat de naam van deze kleine groep micronachtvlinders gebaseerd is op het uiterlijk van de rupsjes. Zakdragerrupsen bouwen namelijk een soort koker om hun lichaam heen. Sommige gebruiken daar zandkorrels voor, anderen takjes, stukjes gras, algen, aarde of zelfs resten van insecten voor. Van deze materialen bouwen ze met spinsel een zakje dat ze met zich meedragen. De zakjes van deze rupsen variëren in lengte van minder dan een cm tot meer dan 4 cm. De vlindertjes leiden een weinig opvallend bestaan. Ondanks dat ze vaak overdag vliegen, worden ze weinig waargenomen. Dit komt voornamelijk door hun geringe formaat. De meeste soorten hebben een spanwijdte van niet meer dan één of twee cm. Daarbij is hun uiterlijk weinig kleurrijk. Kleuren variëren van wit en beige, tot bruin en zwart. De onderstaande soorten zijn vooral goed te vinden als rups of zak. Probeer ze eens te vinden!
Sigaarzakdrager komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland in onder andere bossen, parken en heidegebieden. Als je in de omgeving van Wageningen eens een aantal bomen afspeurt, zal je geheid de sigaartjes van deze zakdrager aantreffen.
Sigaarzakdrager Foto: Maarten Immerzeel
Wandelende zakken De grootste zakdrager van Nederland is de Grote reuzenzakdrager (Pachythelia villosella.) Het is een typische heidesoort die in Nederland eigenlijk alleen op de Veluwe en enkele plaatsen in Brabant en Limburg voorkomt. De zak van deze soort kan meer dan 4 cm groot worden en wordt gemaakt van grassen. Zakken van deze soort kunnen het makkelijkst worden gevonden in heidegebieden aan de onderkant van solitaire bomen of bomen aan de rand van het gebied. De zakken bevinden zich meestal vrij dicht bij de grond. Als je geluk hebt kun je een rups tegenkomen die aan de wandel is en een wandelpad oversteekt. Vlinders van de Grote reuzenzakdrager zijn niet groter dan de andere zakdragers. Mannetjes hebben een spanwijdte van zo’n 1,5 cm. Vrouwtjes zijn, net als die van de meeste andere zakdragers, vleugelloos en blijven hun hele leven in hun zak.
Ook bij jou in de tuin De Gewone zakdrager (Psyche casta) is een zeer algemene soort die bijna overal in stedelijke omgeving en daarbuiten te vinden is. De Gewone zakdrager heeft een zakje van ongeveer een cm dat gemaakt is van grassen. De zakjes zijn te vinden op muren, schuttingen, ramen, schuurtjes en planten.
Gewone zakdrager. Foto: Maarten Immerzeel
Sigaarzakdrager Deze zakdrager (Taleporia tubulosa) doet zijn naam eer aan. De zak ziet er uit als een sigaar. Een kleine sigaar, dat wel, want hoewel de zak van de Sigaarzakdrager een stukje langer is dan die van de Gewone zakdrager, meet hij toch nog slechts maximaal 2 cm. De rups kan er wel twee jaar over doen voor hij volgroeid is. De zakken kunnen het hele jaar door worden aangetroffen op bomen, paaltjes en pijpenstrootje. De
Grote reuzen zakdrager Foto: Maarten Immerzeel
13
Urtica 2013:2 Zwarte pluisjes Een stuk zanderige grond. De bodem is bedekt met mos en hier en daar een struik heide en pollen gras. Het is april, het begin van de middag en de zon schijnt. Als je deze omstandigheden tegenkomt heb je aan de zuidkant van de Veluwe kans een bijzondere zakdrager tegen te komen. Geen rups of koker dit keer, een imago. Kleine zwarte bolletjes vliegen laag boven de grond. Als de zon achter de wolken verdwijnt en de temperatuur daalt, zijn ze snel weer verdwenen. Ze rusten in een pol gras, op het zand of een heideplant. Komt de zon weer terug dan verschijnen de vliegende pluisjes weer net zo snel als ze verdwenen zijn. Het gaat hier over de Pluimzakdrager (Ptilocephala plumifera), de schattigste zakdrager. Zijn naam dank hij aan de enorme geveerde antennen. Met deze antennen vangt het mannetje de feromonen van het vrouwtje op. Dat zal hij moeten, want ook bij de Pluimzakdrager hebben de vrouwtjes geen vleugels. Zij moeten dus door het mannetje worden gevonden. De Pluimzakdrager is een zeldzame soort, maar waarschijnlijk algemener dan wordt
aangenomen. De soort is moeilijk waarneembaar door zijn kleine formaat en de korte vliegtijd (enkele weken eind april / begin mei). Het is daarom de moeite waard om eens extra op te letten als je in de buurt aan het wandelen bent in een situatie zoals hierboven beschreven.
Pluimzakdrager Foto: Maarten Immerzeel
Broedvogels en zoogdieren op het oostelijk deel van de Dreijen in 2011 Eric Verkaik Tot voor kort waren er concrete plannen om op een deel van het Dreijenterrein in de toekomst een woonwijk te ontwikkelen. Bewoners van huizen rondom het Dreijenterrein, onder andere bewoners van huizen langs de Diedenweg, vrezen dat bij de ontwikkeling van het de Dreijen het groene karakter van het terrein deels verloren zal gaan. Eind 2010 zijn wij (Maurits Gleichman en Eric Verkaik) door deze omwonenden benaderd, om mee te denken over de plannen die de gemeente en de WUR voor dit terrein ontwikkelen. Naar aanleiding van die vraag hebben we in 2011 onderzoek uitgevoerd naar de broedvogels en zoogdieren op een deel van het terrein, namelijk het oostelijk deel grenzend aan de Diedenweg.
Ten slotte is informatie over aanwezige zoogdieren ingewonnen bij een aantal buurtbewoners. Bij het onderzoek werden in totaal 25 vogelsoorten broedend aangetroffen, waarbij de dichtheid aan broedvogels vrij hoog bleek. Een andere belangrijke natuurwaarde van het gebied blijkt de grote populatie konijnen die hier nog voorkomt. Een dergelijke populatie is tegenwoordig vrij zeldzaam in dit deel van Nederland (zie ook de figuur op de volgen-de pagina). Konijn. Foto:knnvtwenthe.waarneming.nl
In het onderzochte gebied liggen onder meer twee grote gazons, een parkeerplaats, de achtertuinen van de aangrenzende woningen en verder enkele grote plantsoens. Bij het onderzoek zijn de broedvogels gekarteerd volgens de BMP methode en er werd bij de bezoeken aan het gebied gelet op de aanwezigheid van wilde zoogdieren en op de sporen daarvan. Verder werd, om pootafdrukken van zoogdieren goed waar te kunnen nemen, op twee plekken in het gebied wit speelzand gestort. De zandplekken werden begin maart aangelegd en werden vervolgens in maart en april enkele malen afgezocht op diersporen.
Verder vonden we bij ons onderzoek sporen van de steenmarter. In het gebied worden al jaren geregeld marters gezien, zowel steenmarters als boommarters. De hoge dichtheid aan vogels en konijnen in het gebied betekent voor die soorten dat er ook veel te eten is. Van het onderzoek hebben we een verslag opgesteld, dit verslag is als pdf op te vragen bij
[email protected]. 14
Urtica 2013:2
Het onderzoeksgebied op de Dreijen, tussen de Diedenweg in het oosten en het Scheikundegebouw en Biotechtnion in het westen (bron achtergrond Google Earth). Aangegeven is het maximum aantal waargenomen konijnen op verschillende locaties binnen het onderzoeksgebied. .
Depot koopt Arboretum de Dreijen Noot van de redactie: Het lot van Arboretum de Dreijen houdt menig KNNV-er al jaren bezig. Eindelijk is er nu duidelijkheid gekomen. Onderstaand artikel van Roelof Kleis is overgenomen uit het Wageningse universiteitsblad de Resource van 28 maart (www.resource.wur.nl). Er is eindelijk een definitieve bestemming voor Arboretum De Dreijen. Wageningen UR verkoopt het terrein aan Stichting Utopa, eigenaar van Beeldengalerij Het Depot. Utopa had al enkele jaren een groot deel van het Arboretum in beheer. Met de overeenkomst is, op de noordelijke vijver na, heel De Dreijen nu in handen van Utopa en haar geldschieter Loek Dijkman. Volgens woordvoerder Toos Rutten van Utopa is het de bedoeling om van De Dreijen weer een geheel te maken. De vijver wordt gerenoveerd en het bestaande pinetum wordt uitgebreid met nieuwe naaldbomen. Ook de boshoek met de hoge bomen aan de Generaal Foulkesweg wordt uitgebreid. Welke bomen er bij komen is nog niet
duidelijk. Rutten: 'Onze deskundigen zijn daar nog mee bezig. Maar het worden in ieder geval bijzondere bomen.' Utopa verwierf vier jaar geleden het beheer over een deel van het arboretum, nadat het eerder al het naastgelegen Botanisch Centrum had gekocht. In dit gebouw huist nu Het Depot. Destijds was er nog sprake van de bouw van ecowoningen in het deel van het arboretum naast het Transitorium. De plannen leidden tot veel protest. Met name de dreigende woningbouw in en aan de rand van de tuin schoot veel Wageningers in het verkeerde keelgat. De plannen bleken politiek onhaalbaar en verdwenen in de ijskast.
15
Urtica 2013:2
Ledenadministratie Ineke Ammerlaan
Rubriek verwijderd om privacyredenen
16
Urtica 2013:2
Beknopt overzicht activiteiten andere organisaties KNNV Arnhem (http://www5.knnv.nl/arnhem) 6 juli excursie Mariëndal 3 augustus Dagexcursie naar de Zomp en tuin van Marguerite Zie de website voor meer activiteiten en informatie IVN Veenendaal/Rhenen (www.ivnveenendaal-rhenen.nl) 15 juni Struinen in de “Palmerswaard” Overige excursies zie: http://www.ivnveenendaal-rhenen.nl/werkgroepen/excursies/excursies.pdf IVN Ede (http://ivn.nl/afdeling/ede/activiteiten) 24 augustus Boeiende insectenwereld in paarse heide IVN West Betuwe (www.ivn.nl/west-betuwe) 10 juli Avondwandeling op Landgoed Mariënwaerdt, de komgronden tussen Lek en Linge Zie de website voor meer activiteiten en informatie Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie NJN (http://www.wageningen.njn.nl of 06-14570987), voor jongeren van 12 t/m 25 jaar. en de Jeugdbond voor Natuur- en Milieustudie JNM (http://www.jnm.nl), voor jongeren van 12 t/m 25 jaar Zie de websites voor meer activiteiten en meer informatie Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen (http://www.mooigelderland.nl) Utrechts Landschap (www.utrechtslandschap.nl) Diverse wandelingen en excursies, zie website.
Overige activiteiten en aankondigingen (binnengekomen via KNNV landelijk) Haal meer natuur in je tuin KNNV project in 2013: met fotowedstrijd (stuur je mooiste tuinfoto op vóór 15 juni), tuinblog, welkomstgeschenk en nieuwe tuinflyer. http://www5.knnv.nl/haal-meer-natuur-je-tuin Nationale Milieudag 2013: Leven in de duurzame stad. 12 juni 2013 De stad heeft de toekomst. De bevolkingsomvang neemt nog decennialang razendsnel toe. De gevolgen voor het milieu zijn evident: steden hebben de grootste energiebehoefte, verbruiken de meeste grondstoffen en kennen de belangrijkste mobiliteitsstromen. Kortom, er is werk aan de winkel. Waar liggen echte kansen voor het creëren van de ‘duurzame stad’ van de toekomst? Deze vraag staat op 12 juni centraal tijdens de Nationale Milieudag 2013. In een gevarieerd, uitdagend programma worden de belangrijkste thema’s belicht om te komen tot ‘schone’ steden. Bij de verschillende onderdelen is nadrukkelijk ruimte voor de inbreng van jongeren. Aan het slot van de dag is er bovendien een wandeling uitgezet langs beloftevolle Utrechtse praktijkvoorbeelden. http://www.vvm.info/?pid=main&id=775&utm_source=VVM&utm_medium=dbmailing&utm_campaign=nmd20 13 Start zoektocht Groen Dichterbij Icoonproject 2014 In steeds meer buurten slaan mensen de handen ineen om samen het groen in hun omgeving op te knappen, uit te breiden of anders vorm te geven. Daarvan knapt de buurt op én leren buurtbewoners elkaar beter kennen. Groen Dichterbij is ook dit jaar op zoek naar 12 goede voorbeelden - in elke provincie één van groene en sociale (buurt)projecten. Tot 15 augustus kan je een project aanmelden om in aanmerking te komen voor de titel ‘Icoonproject 2014’. http://www.groendichterbij.nl/
17
Urtica 2013:2
Bevertjesgras. Foto: Marijke Giessen
Agenda Iedere belangstellende is van harte welkom bij alle activiteiten om zo kennis te maken met de vereniging. Opgave is niet verplicht, tenzij anders aangegeven. Opgave is altijd aan te bevelen, omdat activiteiten onvoorzien niet door kunnen gaan.
Juni 2013 Zaterdag 1
Libellenexcursie, onder leiding van Frank Bos en Tineke van der Sar, naar het libellenrijke Kwintelooijen. Bij zonnig weer maken we een goede kans om o.a. de plasrombout en de zeldzame tengere grasjuffer te zien. We starten om 13:00 uur bij de parkeerplaats bij het natuur-/dagrecreatieterrein Kwintelooijen aan de Oude Veensegrindweg, Rhenen. Rond 15:00 uur zijn we weer ongeveer terug bij de auto. Als het weer op zaterdag regenachtig of koud is, is het handig om even te bellen om te vragen of de excursie doorgaat. Telefoonnummer Tineke van der Sar: 0317-417774; Frank Bos: 0317-412848. Bij slecht weer gaat de excursie niet door. Ook diegenen die geen lid zijn van de Veldgroep vlinders en libellen zijn van harte welkom!
Zaterdag 1
Vogelexcursie in Arboretum Belmonte o.l.v. Eric Minke en Willem Wielemaker. Verzamelen bij het Koetshuis om 08.00. Koffie na.
Zondag 2
Wandeling van Bremerton tot Liendermeint. Deze in 2009 aangelegde wandeling gaat door het Betuwse rivierenlandschap waarbij bossen en open agrarische gebieden elkaar afwisselen. Tijdens de wandeling kunnen in de bossen vele soorten bomen en struiken bewonderd worden terwijl door de variatie aan landschappen ook heel verschillende vogelsoorten te zien zijn. Dit varieert van spechten (groene, grote en kleine bonte-) in het Bremertonbos tot vogels als watersnip en kleine plevier in de natte weilanden en steenuilen in Homoet. Verzamelen om 9 uur op het Olympiaplein of om 9.30 op de startplek van de 18
Urtica 2013:2 wandeling. Deze is te vinden door vanaf de A50 in de Betuwe komende uit het noorden linksaf de N837 in te slaan in de richting van de Arnhemse wijk Schuijtgraaf. Nog voor men de wijk Schuijtgraaf bereikt slaat men op de eerste rotonde rechtsaf om een paar honderd m weer rechtsaf te slaan de Langstraat in. Aan het begin van de afslag van de Groenewoudse straat (weer naar rechts) kan men parkeren; dit is het begin van de wandeling. Meer informatie is te krijgen bij Frans Jacobs 0488 441093 of 06 44254850.of
[email protected] Vrijdag 7
Inventarisatie Doorwerthsche Heide. Nachtvlinderwerkgroep 22.15 verzamelen op parkeerplaats voorbij boerderij adres Doorwerthsche Heide 10. Inlichtingen: Maarten Immerzeel (
[email protected], Tel: 06-13924674) Aanmelden via e-mail aanbevolen zodat je op de hoogte kan worden gebracht bij niet doorgaan vanwege weersomstandigheden.
Woensdag 12
Werkavond van de Insectenwerkgroep Aanvang 20.00 uur in het Groene Wiel, Hendrikweg 14b te Wageningen. Inlichtingen: Jinze Noordijk (06 14605259)
Donderdag 13
Traditionele nachtzwaluwexcursie naar de Valenberg bij Mossel o.l.v. Henrik de Nie. Verzamelen bij de schaapskooi Ginkelse Heide om 20:30. Vanaf hier vertrekken we per fiets! Opgeven bij Henrik:
[email protected]
Donderdag 20
Natuurwandeling door het Renkums Beekdal ten zuiden van de Bennekomseweg o.l.v. Eric Minke van 9.30 – 12.00 uur. We lopen langs de beken en verkennen o.a het gebied wat gesaneerd is nadat het bedrijventerrein Beukenlaan is omgevormd tot natuurgebied. Ook lopen we over het nieuwe vlonderpad. We kijken naar alles wat groeit en bloeit en vliegt. Hopelijk zien we de huiszwaluwen, die nestelen in de kunstnesten aangebracht aan de muur langs de Hartenseweg, die als herinnering aan de papierindustrie is blijven staan. De lengte van de wandeling is afhankelijk van wat we allemaal tegen komen. Verzamelen om 9.30 bij de parkeerplaats van De Beken, Nieuwe Keijenbergseweg 174 te Renkum en we zijn rond 12.00 uur daar weer terug. In geval van slecht weer rond 8.30 bellen met Eric Minke (tel. 0317- 428305) of het wel of niet doorgaat.
Dinsdag 25
Plantenwerkgroep: Excursie naar de voormalige zandafgraving Kwintelooijen, Oude Veensegrindweg te Rhenen o.l.v. Dirk Prins. Het natuur- en recreatiegebied kent een hoogteverschil van 50 meter (met fraaie vergezichten) en een bodemvariatie van zeer nat ven en moeras tot droge heidevelden. In 2006 was hier onze brede inventarisatie en vonden we 330 soorten Hogere planten w.o. 12 van de Rode Lijst zoals Bosdroogbloem, Duits viltkruid, Dwergviltkruid, Grote keverorchis, Kleine tijm, Kruip- en Stekelbrem en Rond wintergroen. Bovendien Echt en Fraai duizendguldenkruid, Rietorchis, Borstelbies, Geelgroene zegge, Trekrus, Noorse ganzerik en Egelantier. We zullen vooral ook naar de grassen en zeggen kijken. Verzamelen 19.30 uur bij Station Rhenen Stationsplein 1 3911 BK Rhenen. Informatie bij Dirk Prins, tel. 0317-614282.
Welriekende agromonie. Foto: Michel Zwarts
19
Urtica 2013:2 Woensdag 26
Werkavond van de Insectenwerkgroep Aanvang 20.00 uur in het Groene Wiel, Hendrikweg 14b te Wageningen. Inlichtingen: Jinze Noordijk (06 14605259)
Zaterdag 29
Dagexcursie naar het Dwingelderveld. Het Dwingelderveld is een belangrijk park bestaande uit natte en droge heiden, bossen en veentjes. Er leven diverse bijzondere dier - en plantensoorten. Die dag zal een boswachter van Staatsbosbeheer ons rondleiden in dit unieke gebied en het één en ander vertellen. Vertrek om 10:00 vanaf de parkeerplaats Olympiaplein (achter de Albert Heijn). Aanmelden via
[email protected]
Juli 2013 Vrijdag 5
Zondag 7
Woensdag 10
Woensdag 10 Zaterdag 13
Donderdag 18
Inventarisatie Doorwerthsche Heide. Nachtvlinderwerkgroep 22.15 verzamelen op parkeerplaats voorbij boerderij adres Doorwerthsche Heide 10. Inlichtingen: Maarten Immerzeel (
[email protected] Tel: 06-13924674). Aanmelden via e-mail aanbevolen zodat je op de hoogte kan worden gebracht bij niet doorgaan vanwege weersomstandigheden. Wandeling door de waarden rond kasteel Loevestein. De te volgen route gaat langs de oevers van de afgedamde Maas en Waal. De zomerdijken zijn hier verdwenen en de rivieren hebben hier vrij spel. Kuddes wilde runderen zorgen er voor dat de verruiging en verbossing binnen de perken blijven. Deze wandeling heeft zowel wat betreft vogels als wat betreft planten veel te bieden. Het startpunt van de wandeling is de parkeerplaats van het kasteel, waar we om 9.30 bijeen komen. Deze is te vinden door vanaf Wageningen de A15 in westelijke richting te volgen, dan de A2 in zuidelijke richting, neem de afslag 17 (Zaltbommel) en volg de N322. Op de rotonde linksaf de de N322 blijven volgen. Daarna zo’n 12 km verder (net voorbij Brakel) rechtsaf slaan (Kaveling). Deze weg voert naar het kasteel. Verzamelen om 8.30 op het Olympiaplein. Opgave en informatie bij Frans Jacobs 0488 441093 of 06 44254850.of
[email protected] Plantenwerkgroep: Excursie in het Renkums Beekdal o.l.v Douwe van Dam. Speciale aandacht voor de zeggen (en grassen) en het determineren daarvan. Opgeven, i.v.m. het opsturen van informatie, bij Douwe van Dam. Tel. 0317 414061. Verzamelen 19.30 uur bij het Nivonhuis Bosbeekweg 19-21 6721 MH Bennekom. Inlichtingen Douwe van Dam. Werkavond van de Insectenwerkgroep Aanvang 20.00 uur in het Groene Wiel, Hendrikweg 14b te Wageningen. Inlichtingen: Jinze Noordijk (06 14605259) Vlinderexcursie naar het Noord-Hollands duinreservaat tussen Castricum en Heemskerk, o.l.v. Hennie Roode (Vlinderwerkgroep Zaanstreek). Het duingebied is één van de belangrijkste gebieden in Nederland waar de bruine eikenpage voorkomt. Daarnaast vliegen in dit gebied o.a. de kommavlinder, kleine parelmoervlinder en duinparelmoervlinder. We verzamelen om 9:00 uur bij het Olympiaplein in Wageningen. De excursie start om 11:00 uur bij de camping Geversduin, Castricum. Om toegang te mogen krijgen tot het duingebied moet een toegangskaartje à €1,70 gekocht worden. Bij slecht weer gaat de excursie niet door. Reservedatum: 27 juli. Opgave vóór 29 juni bij Jerina van der Gaag (
[email protected] of 0318-302436) i.v.m. carpoolen. Ook diegenen die geen lid zijn van de Veldgroep vlinders en libellen zijn van harte welkom! Natuurwandeling in de Palmerswaard, uiterwaard aan de zuidwestzijde van Rhenen o.l.v. Dirk Prins (0317-614282) van 9.30-12.00. Het accent zal liggen op landschap en rivieroeverflora die eind juli uitbundig bloeit. Via de zomerdijk gaan we het natuurgebied in dat zo fraai ligt tussen Nederrijn en steilrand van de Heuvelrug en dat we in 2010 uitgebreid hebben geïnventariseerd. Binnenkort verandert er veel door een grote kaalkap en aanleg van een geul, maar nu genieten we nog van het massale geel van Zwarte mosterd en Jacobskruiskruid en de diverse kleuren van distels, Reuzenbalsemien, Hertsmunt, Koninginnekruid, enz. Dirk kent allerlei oude verhalen die met de naamgeving samenhangen! Ook speuren we naar zeldzamere soorten als Grote bevernel, Stinkende ballote, Veldgerst, Rivierkruiskruid, Rode ogentroost en Oranje springzaad. Avontuurlijk is het langs de vele grote en kleine kleiputten, die deels omhuld zijn door wilgen, elzen, meidoorns en essen en langs de steilrand waar eiken, bramen, sleedoorn en enkele imposante essen groeien. Uiteraard kunnen we 20
Urtica 2013:2
Zaterdag 20
Maandag 22
Woensdag 24 Zaterdag 27
hier grote grazers tegenkomen, Galloways en Koniks, en van bevers zijn er sporen te zien. Verzamelen om 9.30 bij de Passantenhaven westelijk van restaurant Tanteloes dat je vanaf de N225 via de Veerweg bereikt. Ingeval van slecht weer rond 8.30 bellen met bovenstaand nummer of het wel of niet doorgaat. Excursie Nationaal Park de Meinweg, Nachtvlinderwerkgroep Na ons uitstapje naar de Meinweg afgelopen jaar hebben we besloten dit jaar opnieuw een avond te gaan nachtvlinderen in dit bijzondere gebied. Ernest van Asseldonk van Stichting Koekeloere neemt ons mee het gebied in. Waarschijnlijk gaan we naar een plek langs de Boschbeek waar veel (natte) heide- en gagelstruwelen en oudere loofbossen zijn. Na een kop koffie gaan we ‘s middags op zoek naar rupsen, zakdragers en vlinders en komen we ongetwijfeld andere interessante dingen tegen. Na een kleine maaltijd (pannenkoek o.i.d.) in het restaurant, gaan we ’s avonds weer terug het gebied in om met licht vlinders te lokken. We verwachten veel bijzondere soorten waar te nemen! In verband met de aanvraag van de vergunning graag opgeven vóór 30 juni via
[email protected]. Laat ook weten of je de hele dag of alleen ’s avonds komt en of je mee wil rijden of met eigen vervoer gaat. 14:00 verzamelen bij Rijstal / Restaurant de Venhof, Venhof 2 te Herkenbosch. Rond 18.30 avondeten bij de Venhof en aansluitend (rond 20.30) weer terug de Meinweg in. Plantenwerkgroep: Excursie in het rivieroeverreservaat De Blauwe Kamer o.l.v Dirk Prins. Al vanaf 1985 en vooral vanaf de herinrichting 1991/92 volgens Plan Ooievaar is er hier sprake van natuurontwikkeling met o.a. begrazing door halfwilde runderen en paarden. We kijken vooral naar de plantengroei op de zomerdijk met soorten als Kleine pimpernel, Sikkelklaver, Kattendoorn, Zachte haver, Kweekdravik en Kruisdistel en de bedreiging door meidoornopslag, voorts naar de vele uitbundig bloeiende soorten langs de rivieroever, de moerasplanten langs de strang bij het bruggetje en de ooibosontwikkeling. Verzamelen 19.30 Blaauwe Kamer 14, 6702 PA Wageningen. Informatie Dirk Prins, tel. 0317-614282 Werkavond van de Insectenwerkgroep Aanvang 20.00 uur in het Groene Wiel, Hendrikweg 14b te Wageningen. Inlichtingen: Jinze Noordijk (06 14605259) Reservedatum voor de vlinderexcursie naar het Noord-Hollands duinreservaat tussen Castricum en Heemskerk. Het duingebied is één van de belangrijkste gebieden in Nederland waar de bruine eikenpage voorkomt. Zie voor meer informatie het agendapunt op 13 juli.
KNNV-excursie naar het Thijssepark in Amstelveen. Foto: Dirk Prins
21
Urtica 2013:2
Augustus 2013 Zondag 4
Struinen langs een Waaier van Geulen langs de Waal Enkele kilometers ten westen van Druten, aan de zuidzijde van de Waal,ligt de voormalige zandwinplas Kaliwaal. Van 1950 tot 1968 is hier zand gewonnen. Sinds 2003 wordt in de zandplas verontreinigd slib afkomstig van het uitbaggeren van de rivieren,watergangen en poldersloten gedeponeerd. Uiteindelijk moet deze plas hierdoor even ondiep worden als het westelijk aansluitende natuurontwikkelingsgebied Waaier van Geulen waarvan het deel zal uitmaken waardoor uiteindelijk 250 ha ‘riviergebonden natuur’ zal ontstaan. Naast deze brede strangen waar het rivierwater doorheen stroomt – de eerste meestromende nevengeul van Nederland – zijn hier door de dynamiek van de Waal en wind rivierduinen,eilanden, zachthoutooibos en kruidenrijke graslanden ontstaan. Op het rivierduin en langs de geulen is een interessante flora ontstaan. In 2012 zagen wij er o.m. Fraai duizendgulendkruid,Kruisdistel, Rode ogentroost, Engelse Alant enZacht Vetkruid. Op een vers afgezet strandje g roeiden pionierplanten als de Nerfamaranten en Smal Vlieszaad. Een kwelplas stond vol Watergentianen waaraan de Konikspaarden zich tegoed deden (foto invoegen); aan de rand ervan Rode Waterereprijs en Smalle Waterweegbree. Waar bloemen bloeien zijn vlinders; wat betreft libellen zijn o.m. de Weidebeekjuffer, de Blauwe breedscheenjuffer en de Rivierrombout gesignaleerd.In de ondiepe geulen maakten de Elft en de Flint hebben hun rentreet. Naast Konikspaarden wordt het gebied beheer door Rode reuzen en - vooral ’s winters heel veel ganzen. De excursie wordt begeleid door Bob Louwers, IVN-gids die dit gebied heel goed kent. Vertrek van Olympiaplein om 08.45 uur. Verzamelen op de parkeerplaats over de dijk aan het einde van de Tessstraat in Beneden-Leeuwen om 09.30 uur. Opgave bij Frans Jacobs. 0488 441093 [Wie wil kan ’s middags vanaf 13.30 een bezoek gebracht worden aan het streekmuseum twee stromenland in Beneden Leeuwen (museumtweestromenland.nl)] e
Route: over de Prins Willem Alexanderbrug heen, op de rotonde 3 afslag richting e e e beneden leeuwen. Bij de 3 rotonde 3 afslag nemen, dan kom je op de waterstraat, 1 e weg rechts, dan weer 1 weg links. Dit is de Tesstraat. Einde Tesstraat over de dijk rechts naar beneden tot de parkeerplaats. Maandag 5
Plantenwerkgroep: Excursie naar de De Reijerskamp o.l.v Geoske Sanders. De Reijerscamp is een voormalig landbouwgebied van 180 ha nabij Wolfheze, dat in 2000 overgegaan is naar Natuurmonumenten. NM heeft het in de loop der jaren omgevormd tot natuurgebied. Nu fungeert het als zuidelijk aansluitingsgebied voor het Jac. P. Thijsse ecoduct over de A12. Dat ecoduct beoogt de verbinding tussen de Veluwe en het Rivierengebied mogelijk te maken; het is op 15-3 jl. opengesteld voor herten, reeën en zwijnen; tevoren konden er al kleinere dieren gebruik van maken. Inmiddels is de eerste ree al op 19-3 gesignaleerd, zo meldt NM. De Reijerscamp omvat inmiddels een flink stuk open gebied (met veel veldleeuweriken en andere akkervogels) en enkele kleine bosjes en poelen. Het gedeelte vlak onder het ecoduct is afgesloten om het wild niet te verstoren. Er zijn al leuke planten gevonden, zoals Weidehavikskruid, Nachtsilene, Dwerg- en Duits Viltkruid, Blaassilene en Wilde Marjolein. Verzamelen om 19.00 uur op de parkeerplaats bij Station Wolfheze. Contactpersoon Geoske Sanders, 0318-417234. Bij slecht weer rond 18.00 uur bellen of de excursie doorgaat
Woensdag 7
Werkavond van de Insectenwerkgroep Aanvang 20.00 uur in het Groene Wiel, Hendrikweg 14b te Wageningen. Inlichtingen: Jinze Noordijk (06 14605259)
Vrijdag 9
Inventarisatie Doorwerthsche Heide. Nachtvlinderwerkgroep 21.45 verzamelen op parkeerplaats voorbij boerderij adres Doorwerthsche Heide 10. Inlichtingen: Maarten Immerzeel (
[email protected], Tel: 06-13924674) Aanmelden via e-mail aanbevolen zodat je op de hoogte kan worden gebracht bij niet doorgaan vanwege weersomstandigheden. 22
Urtica 2013:2 Donderdag 15
Natuurwandeling rond Hindekamp o.l.v. Christa Heyting (06 30348979) en Willem van Raamsdonk (06 48124206) van 9.30-12.00 uur. De wandeling start op de parkeerplaats bij Natuurcentrum Veluwe, en voert langs de noordkant van de Ginkelse heide. Vervolgens leidt de wandeling door het bos via de Kreelseweg langs een aantal kwelplassen, onder andere de plas van Gent en de Kreelse plas. Het landschap is heel afwisselend en biedt alle kansen om naar vogels, vlinders en libellen te kijken. De wandeling eindigt in de vlindertuin van Natuurcentrum Veluwe. Daar kan men niet alleen naar vlinders kijken maar ook ideeën opdoen voor het inrichten van een vlinder-vriendelijke tuin. In de vlindertuin is een plas waar altijd veel libellen rondvliegen. Verzamelen om 9.30 uur bij parkeerterrein Natuurcentrum Veluwe, Groot Ginkelse weg 2A, Ede. Neem bij twijfels over het weer even contact op met Christa of Willem: Email:
[email protected];
[email protected] of bovenstaande telefoonnrs.
Dinsdag 20
Plantenwerkgroep: Excursie naar het gebied rond de noordeljke vijver van De Dreijen o.l.v Leny Huitzing. Hoe heeft de flora zich ontwikkeld sinds we het gebied in 2011 op rodelijstsoorten inventariseerden? Staat de Akkerandoorn er nog, de Grote centaurie, Groene Bermzegge, Mosbloempje en welke klokjes treffen we aan? We besteden extra aandacht aan het goed determineren van de soorten dus graag een loep en eigen Flora (Heukels) of Veldgids Nederlandse Flora meenemen. Verzamelen 19.00 uur Parkeerterrein in de bocht van de Dreijenlaan Informatie Leny Huitzing 0317 417943 of
[email protected]
Woensdag 21
Informatiedag AID 12.00 tot 16.00 uur in het Arboretum Belmonte
Woensdag 21
Werkavond van de Insectenwerkgroep Aanvang 20.00 uur in het Groene Wiel, Hendrikweg 14b te Wageningen. Inlichtingen: Jinze Noordijk (06 14605259)
Maandag 26
Paddenstoelenwerkgroep voor beginners. Iedereen is van harte welkom om kennis maken met de grote diversiteit aan paddenstoelen. Bewonder de prachtige kleuren en subtiele geuren en leer ze geleidelijk kennen. Tijdens de werkavonden determineren we paddenstoelen aan de hand van duidelijk zichtbare kenmerken. Een gewone 10 x vergrotende loep helpt daarbij. Aanvang 19.30 uur in het Punt Leeuweriksweide 146, te Wageningen. Neem zelf een of meer paddenstoelen mee. Inlichtingen: Bart Heijne (
[email protected]; 0318-618327).
Zaterdag 31
Excursie naar de Ewijkse Plaat o.lv. Bob Louwerse. De plantenwerkgroep organiseert voor elk knnv-lid die dat interesseert een heledagsexcursie naar de Ewijkse Plaat o.l.v. Bob Louwerse die op 9 april jl. voor de P.W.G. een presentatie over dit gebied hield. Bob heeft vanaf 1995 de ontwikkeling van en op de Ewijkse Plaat gevolgd zowel wat betreft de vegetatie als het beheer daarvan door (aanvankelijk) Galloways, Brandroderunderen en nu door Rode Geuzen en Koniks. Ook de dynamiek van het landschap o.i.v. wind, water en niet in de laatste plaats graafwerkzaamheden i.h.k.v. Ruimte voor de Rivier (Cyclisch beheer : lees De Levende Natuur, januari. 2008: 3-8) heeft hij gevolgd. Verzamelen op het Olympiaplein om 09.00 uur of om 09.45 in Ewijk op de overgang van Brugstraat naar de ing. Stuivenbergweg (A’foortcoördinaten 179,4526/ 432,1784). Neem naast je loep en flora, eten en drinken mee en trek goede schoenen aan. In verband met carpoolen opgave tot vrijdagavond 30 augustus bij Dirk Prins, tel. 0317.614282.
De agenda van september komt in de volgende Urtica. Hier alvast een aankondiging voor oktober.
Oktober 2013 4-6 oktober
Vogelweekend naar Schiermonnikoog. Opgeven bij Femke Dolstra (
[email protected]) vóór 22 september. Er zijn maar een beperkt aantal plaatsen dus geef je snel op!
11-13 oktober
Paddenstoelenweekend KNNV Wageningen en omstreken voor beginners. Ook dit jaar organiseren we in oktober weer een paddenstoelenweekend voor beginners. De locatie is het Natuurvriendenhuis ABK (ww.abk-hui.eu) in Hall, gelegen op de 23
Urtica 2013:2 oostelijke Veluwezoom tussen Dieren en Apeldoorn. We hebben voor 14 personen een optie genomen (4x1 pers en 5x2 pers). Informatie hierover is te verkrijgen bij Frances Verheij, 0318418614
Is dit een Elfenbankje? Ontdek het op het paddenstoelenweekend! Foto: Dirk Prins
24