Dunmachines • Hagelnetten • Rassen • Biologische teelt • Bemesting • Pruimen • Onderstammen • Kersen • DCA bewaring • Onderzoek
European Fruit Magazine
In dit nummer:
Mechanische dunning
Appelrassen in Südtirol
Het voedingselement calcium
Bacterievuurtolerante appelonderstammen
Japanse pruimen
DCA bewaring en SmartFresh
language:
En nog veel meer…
Boomkwekerij
van Nischler Georg & Co. I-39020 KASTELBELL/TSCHARS - Galsaun, Römerstraße 23 ZUID-TIROL - ITALY Kantoor: Tel. +39 0473 624692 - Fax +39 0473 727354 Mobiel +39 335 5927008 -
[email protected]
Zuid-Tirol - Italië
Gala: Gala Venus“Fengal“ + Gala De Carli (FENDECA) + Galaxy (s) Selecta ® Golden Delicious: Golden Delicious Klon B + Golden Delicious Reinders ® + Golden Delicious Smoothee ® Granny: Granny Smith RASSENLIJST 2010 Idared: Idared Jonagold: Jonagored Red Delicious Standard: Early Red One ® Erovan + Hapke Delicious Red Delicious Spur: Red Del. Sandidge + Red Del. Sandidge + Scarlet Spur Andere rassen: Evelina ® RoHo 3615, Marketing door Feno-Gevo GmbH
www.baumschule-forcher.com
CropSafe bvba is een biotechnologisch bedrijf voor de ontwikkeling en productie van professionele middelen voor meer oogstzekerheid in de fruitteelt en de tuinbouw. Ontdek bij ons oplossingen die voor uw bedrijf een revolutie kunnen betekenen.
REPELO BESCHERMING VOOR KERSEN EN AARDBEIEN TEGEN REGEN
A CROPSAFE® BIOPROTECTION PRODUCT
©
SPORAX BESCHERMING TEGEN HET INDRINGEN VAN FUNGI
A CROPSAFE® BIOPROTECTION PRODUCT
©
PERIFLO WITTE GEWASBEDEKKING TEGEN ZONNEBRAND
FROZIL
BESCHERMING TEGEN HET BEVRIEZEN VAN FRUITBLOESEMS
AVERSIS
PERIOX
A CROPSAFE® BIOPROTECTION PRODUCT
A CROPSAFE® BIOPROTECTION PRODUCT
A CROPSAFE® BIOPROTECTION PRODUCT
A CROPSAFE® BIOPROTECTION PRODUCT
©
©
©
BESCHERMING TEGEN VOGELVRAAT
©
GROENBEWARING VAN CONFERENCE-PEREN
Ontdek de details die het verschil in omzet kunnen maken op WWW.CROPSAFE.EU of contacteer ons vrijblijvend via
[email protected]
The Onyx
Hoogwerker – voor iedere aanplant Dé machine voor plukken, binden en snoeien • Alle wielen aangedreven • Dubbellucht voorzijde en dubbellucht achterzijde • In hoogte en breedte verstelbaar • Hydraulische draaikransbesturing • Automatisch stuursysteem • Gegalvaniseerde uitvoering • Kruip snelheid • Start / stop- knop op de voor en achterzijde
• In “V” hagen kan het werkplateau zakken tot 70 cm . • Automatisch sturen en continu rijden maken het snoeien en binden tot een snel en prettig werk
Onyx in “spil” aanplant Bij hogere bomen sneller en makkelijker werken
Wortelsnijden Onyx met hydraulisch lossyteem en kistentransportwagen • De kistentransportwagen zorgt tijdens de pluk voor efficiënter transport van lege en volle bakken.
Agri-com 0031-343562036 Meer foto’s op www.agricom.nl of info via
[email protected]
Wortelsnijder met schuinsnijframe, wielstel en gewichtendrager
Xenia planten = Kilo’s plukken !!! • uitstekende smaak, • lang uitstalleven, • hoge opbrengsten.
Xenia: Xenia
De peer met de laagste kostprijs !!! ‘Elstar Boerekamp’ ExcellentExcellent-Star®: Star®: • harder dan standaard Elstar, • voor 85-95% in één keer te plukken, • blijft rood, wordt niet vettig.
BESSELING, DE KUNST VAN HET BEWAREN Bewaren en beschermen. Die twee woorden staan centraal bij alles wat wij doen: Uw producten exact de juiste zorg en aandacht bieden, om een zo hoog mogelijk rendement te behalen. Als specialist in CA/ULO en andere bewaartechnieken bieden wij mogelijkheden op maat om een beschermende atmosfeer te creëren. Besseling Group BV - De Compagnie 38 1689 AG Zwaag - The Netherlands T: +31 229 212154 - F: +31 229 247708 E:
[email protected] I: www.besseling-group.com
RipeNSure voorspelling van
rijping plukvenster bewaring
Wilton’s® ‘Red Jonaprince: • goede smaak en hoge hardheid, • zeer goed uitstalleven, • in één keer te plukken. En natuurlijk hebben wij nog vele andere rassen en mutanten in ons assortiment!
Van Rijn - de Bruyn BV Egelweg 1 5406 PD Uden
Tel: +31(0)413+31(0)413-367575 Fax: +31(0)413+31(0)413-343787
[email protected] www.vanrijn-debruyn.com Email: info@vanrijn-
gebr. janssen b.v. p.o. box 2711, 6030 aa nederweert, the netherlands phone: +31-(0)495-631339 fax: +31-(0)495-626352 e-mail:
[email protected]
virus vrije vruchtboomonderstammen
www.janssen-rootstocks.nl
H. Peerbooms b.v.
voor peer en appel Nu ook als regioadvies Meer info en bestellen
Verkoop; Nederland / Duitsland
Spanbetonpalen • Het nieuwe ondersteuningssysteem voor fruitbomen • Hagelnetsystemen • Overkappingen
Kijk op www.nsure.nl of mail naar
[email protected]
NSure BV, Postbus 14, 6700 AA Wageningen - Telefoon: 0317 48 55 33
W. Alexanderstraat 27 5961 XK Horst Nederland
Telefoon: Telefax: Mobiel:
+31 (0)77 3982297 +31 (0)77 3986834 +31 (0)6 53248818
Specialist in Appel en Peren bomen Wij kweken zowel moderne als klassieke rassen/variëteiten Clubsoorten: KANZI, GREENSTAR, JUNAMI, WELLANT, RUBENS Clubsoorten peer: SWEET SENSATION, GOLD SENSATION Ook zijn wij SKAL gecertificeerd en kweken wij BIO bomen
Nieuw! De gladde Elstar mutant Elrosa en de vroege DeCosta Robijn Verbeek Boomkwekerijen B.V. Kruislandsedijk 13 4651 RH Steenbergen N.Br. Holland Tel: 0031 (0) 167 566 924 Fax: 0031 (0) 167 561 042
[email protected] | www.verbeek.nu
www.fruitmagazine.eu Specialisten in het sorteren en afvullen van appels en vooral peren
w w w.nicolai-johan.be
n.v.
•
[email protected] European Fruit Magazine
Johan NICOLAÏ
BOOMKWEKERIJEN - PEPINIERES - NURSERIES - BAUMSCHULE
tel.: +32 (0)11 70 20 00 • fax: +32 (0)11 70 20 01
Appel: Rode Delcorf Appache® Boskoop Bielaar Van Laar® Braeburn Hillwell® Early Jonagold – c.o.v. pending Elstar Elshof Fuji KIKU® Fubrax(s) Gala Galaxy Golden Delicious Crielaard®- Reinders® - Kl. B Granny Smith Morren’s Jonagored Supra® Jonagold King® Select – Novajo® Rubinstep(cov)- Pirouette® Red Cap® Valtod(s) Wilton’s Red Jonaprince® Royal Beaut® Proselect Gala Schniga® Peer: Conference Sweet Sensation® Concorde® Durondeau Beurré Alexander Lucas Zoete kers (Gisela®5, Colt) Pruim en bessen op bestelling
INHOUDSOPGAVE Artikelen: Südtirol heeft interesse in Kanzi, Modi en Jazz ....................................................... 10 Zowel kansen als uitdagingen voor biologische teler ................................................. 12 Het voedingselement calcium ............................. 14 Steeds meer bekend over effect van dunmachines ........................................................... 18 Bacterievuurtolerante appelonderstammen getoetst in Zwitserland ....................................................................20 Japanse pruimen veroveren Zuid-Europa ........................................................................ 24 Perentelers in Emilia Romagna planten kersenbomen ................................................ 27 Meer zwartvruchtrot bij bomen met stress ..............................................................................29 Ervaringen met nieuwe bewaartechnologieën in Oostenrijk – Dynamische CA-bewaring en SmartFresh .................................30 Arbeid besparen door machinaal zakken te vullen....................................34 Berichten:
V E RT EG E N WOOR DIG E R S:
EFM Actueel............................................................................8 Productie- en marktontwikkelingen ..............36
België:
Telers informeren telers ............................................ 37
nv Johan Nicolaï Johan Nicolaï: 0032 (0)475.450.258 Gerty Wauters: 0032 (0)475.752.424
[email protected]
Wereldnieuws ....................................................................38
Nederland: Marco Van Beusichem: 0031/654.950.432
[email protected] Frankrijk: Domaine des Croquantes Myriam Sohier: +33 684.602.221 Johan Nicolaï: +32 (0)475.450.258 Denemarken: H.B.H. Handel APS Henning Hansen: +45 253.220.90 Spanje: Blay Fruits S.L. Joseph Blay: +34 972.758.970
n.v.
Johan NICOLAÏ
Lichtenberglaan 2050 - B3800 Sint-Truiden (België)
Onderzoeksnieuws .......................................................40 Nieuwe producten ......................................................... 42 Agenda .................................................................................... 43 COLOFON Website: www.fruitmagazine.eu Uitgever: Agrosan Ltd Mickiewicza 47a/4 27-600 Sandomierz Polen Vormgeving: LeafMedia; Krzysztof Pilch, Mariusz Bibik Redactie: FruitMedia bv / Gerard Poldervaart Rooimond 23 NL- 4197 BS Buurmalsen Nederland Tekstcorrecties: Debora Havenaar
[email protected]
Advertenties: LeafMedia Mail:
[email protected] Telefoon: 0048 600489550 Fax: 0048 15 8325789 Vertalingen: NL-EN: BRightWrite Text & Translation www.brightwrite.nl Agrolingua www.agrolingua.com NL-DE: Euro-com www.euro-com.net Agrolingua www.agrolingua.com Oplage: 12.500 free copy
De inhoud van dit magazine is door de auteurs en uitgever zorgvuldig samengesteld. De uitgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard ook, als gevolg van handelingen van lezers die gebaseerd zijn op de inhoud van dit magazine. De uitgever wijst erop dat producten die in dit blad genoemd worden, niet in alle landen beschikbaar en/of toegelaten zijn. De lezer wordt erop gewezen altijd de wet- en regelgeving in het eigen land te volgen. Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in elektronische systemen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Speciale uitgave EFM Met genoegen bieden de redactie en uitgever van EFM u hierbij Best of EFM aan. Deze speciale editie van het European Fruit Magazine is een compilatie van artikelen en berichten die reeds eerder in dit vakblad zijn verschenen. Op deze manier willen wij u een indruk geven van de inhoud van het European Fruit Magazine, het maandblad voor de professionele fruitteler. EFM is anders dan andere vakbladen. Het is een grensoverschrijdend, Europees fruitteeltblad met informatie en artikelen vanuit heel Europa. Correspondenten uit diverse landen dragen bij aan de inhoud ervan. Met EFM brengen wij de lezers nieuws, achtergrondartikelen, resultaten uit onderzoek, en informatie over nieuwe producten, rassen en teelttechnieken uit een groot aantal Europese landen. Uniek is ook dat EFM in meerdere talen wordt uitgebracht. Op dit moment kent het blad een Nederlandse, een Duitse en een Engelse versie.
EFM is een waardevolle en haast onmisbare bron van informatie voor de professionele en op de toekomst gerichte fruitteler. Hebben wij u kunnen overtuigen? U kunt zich direct op EFM abonneren via onze website www.fruitmagazine.eu. Ook kunt u zich aanmelden door het formulier dat bij deze editie is gevoegd, in te vullen en aan een van de EFMmedewerkers te geven, of te faxen of e-mailen aan uitgever Agrosan in Polen. Het faxnummer is: 0048 15 832 57 89, en het e-mailadres: offi
[email protected].
Gerard Poldervaart hoofdredacteur
Info Doelgroep Het European Fruit Magazine (EFM) is het vakblad voor de professionele en op de toekomst gerichte fruitteler en verschijnt sinds januari 2009. EFM is bedoeld voor de telers van appels, peren, pruimen en kersen, en voor toeleveringsbedrijven, adviseurs, onderzoekers en alle andere personen en bedrijven die in de fruitsector actief zijn. EFM verschijnt iedere maand in drie talen: Duits, Nederlands en Engels.
EFM Actueel ELF HECTARE HAGELNETTEN VOOR DRIERIJENSPUIT Fruitteler Berend Jan van Westreenen uit het Nederlandse Echteld overspant dit seizoen 11 hectare van zijn boomgaard met hagelnetten. De constructie wordt zo aangebracht, dat hij er met een drierijenspuit onderdoor kan rijden. Op het betreffende perceel staat al 8 hectare Kanzi en komende winter komt daar nog eens 3 hectare bij. “In de afgelopen vier jaar is mijn bedrijf drie keer zwaar verhageld”, verklaart Van Westreenen zijn beslissing om hagelnetten te bouwen. De betonnen palen staan niet in iedere rij, zoals gewoonlijk is bij een hagelnetconstructie, maar om de drie rijen. Dit maakt het mogelijk om met een machine die drie rijen tegelijk spuit, onder de netten door te rijden. Een dergelijke spuitmachine wordt door zowel Munckhof als KWH geleverd. Omdat de rijen op 3,25 meter van elkaar staan, is de onderlinge afstand tussen de palen 9,75 meter in plaats van de gangbare 3,00 tot 3,50 meter. Om toch voldoende ondersteuning voor het hagelnet te hebben, zijn de palen in de rij op 3,00 meter afstand gezet. In tegenstelling tot bij een normale hagelnetconstructie komt het net niet onder de staalkabels te hangen, maar wordt er boven gemonteerd. Het hagelnet wordt geleverd en gebouwd door Fruit Security uit Oostenrijk en Van Nifterik uit Nederland.
De hagelnetconstructie heeft een nokhoogte van 4,75 meter en is geschikt om er met een drierijenspuit onderdoor te rijden.
SCHURFTRESISTENTE JUNAMI IN 2012 Plant Research International (PRI) in het Nederlandse Wageningen wil tijdens de Floriade in 2012 een schurftresistente Junami presenteren. Het ras wordt schurftresistent gemaakt door genen die voor
schurftresistentie zorgen, in het erfelijke materiaal van Junami in te bouwen. PRI heeft het Vf-gen, het resistentiegen afkomstig uit Malus floribunda, al weten te isoleren en werkt aan de isolatie van meer-
Het Nederlandse PRI wil op de Floriade in 2012 een schurftresistente Junami presenteren. Foto’s: EFM
8
dere genen die voor schurftresistentie kunnen zorgen. Door meerdere resistentiegenen in een ras in te bouwen ontstaat een polygene resistentie. Deze resistentievorm wordt minder snel doorbroken dan een resistentie die alleen gebaseerd is op het Vf-gen. Bij vrijwel alle schurftresistente rassen die op de markt zijn, is de resistentie gebaseerd op dit ene Vf-gen. Het inbrengen van genen die afkomstig zijn van verwante planten en die ook via de traditionele manier van veredeling kunnen worden ingebracht, wordt cisgenese genoemd. Bij transgenese, een andere vorm van genetische modificatie, worden genen uit niet-verwante planten ingebouwd. Uit onderzoek dat is uitgevoerd door de Universiteit van Twente in Nederland, is gebleken dat cisgenese door mensen meer geaccepteerd wordt dan transgenese. PRI heeft voor Junami gekozen omdat het onderzoeksinstituut een samenwerking heeft met Inova Fruit, de Europese rasmanager van Junami.
EFM Actueel IFO OP ZOEK NAAR HET NIEUWE SUPERRAS
plantingen worden standaard lange palen gezet om later netten te kunnen monteren.
Het Franse bedrijf IFO denkt over enkele jaren een appel op de markt te kunnen brengen die schurftresistent is, een suikergehalte boven de 15°Brix heeft, een bewaarbaarheid van een jaar en een uitstaltijd van minimaal een maand. Begin februari gaf IFO een kijkje achter de schermen van het veredelingsprogramma.
VEEL PROBLEMEN MET PEAR DECLINE IN ITALIË
EEN DERDE VAN APPELAREAAL BODENSEE ONDER NETTEN Na enkele jaren met zeer zware hagelbuien is deze eeuw het areaal hagelnetten op bedrijven aan de Duitse kant van de Bodensee sterk uitgebreid. Inmiddels is naar schatting een derde van het areaal beschermd met hagelnetten. Bij de nieuwe be-
Een slechte groei van perenbomen door pear decline is een groot probleem in de Italiaanse fruitstreek Emilia Romagna. Pear decline wordt veroorzaakt door een microplasma – een virusachtig organisme. Aangetaste bomen groeien slecht, dragen kleine vruchten en hebben lichtgekleurd blad dat in de herfst vaak rood kleurt. Het microplasma wordt door perenbladvlo overgebracht. Deskundigen denken dat ook de herkomst en de virusstatus van het plantmateriaal van invloed is op de aantasting. Abate Fetel, het belangrijkste ras in de Italiaanse perenteelt, blijkt erg gevoelig voor pear decline te zijn.
MINDER APPELS EN MEER PEREN IN DE EU In de 27 landen van de Europese Unie zullen dit jaar naar verwachting 7% minder appels en 16% meer peren geplukt worden dan in 2008. Deze cijfers zijn 7 augustus bekendgemaakt op het congres Prognosfruit 2009 in Maastricht. De appelproductie in de 27 EU-landen bedraagt dit jaar naar verwachting 10.743.000 ton. Die van peren wordt geschat op 2.521.000 ton. De kleinere productie van appels in 2009 wordt veroorzaakt door de veel geringere productie in Polen en Hongarije. Na een slechte oogst in 2007 was in deze landen in 2008 sprake van een topoogst. Voor vrijwel alle appelrassen valt de oogstraming lager uit. Alleen van de nieuwe rassen, inclusief Braeburn, Fuji en Cripp’s Pink, stijgt de productie. Bij de peren valt de productie van vrijwel alle rassen groter uit dan in 2008. In dat jaar was de oogstomvang onder het gemiddelde. Dat kwam door een slechte vruchtzetting als gevolg van slecht weer tijdens de bloei. De verwachte productie van 2009 ligt op eenzelfde niveau als in 2007 en de jaren daarvoor.
Blauwe pruimen Fruittelers konden op 13 augustus in Randwijk (Nederland) Ras 1 uit de serie van nieuwe blauwe pruimenrassen van The Greenery bekijken en proeven. Ras 1 is de vroegst rijpende uit de serie van voorlopig drie nieuwe rassen die onder de gezamenlijke merknaam Lazoet op de markt komen. Het is de bedoeling om gedurende een periode van acht tot tien weken pruimen met hetzelfde uiterlijk en dezelfde smaak aan te bieden. Het eerste ras uit de serie rijpt tussen Opal en Reine Victoria in. De twee andere rassen rijpen na Reine Victoria.
9
Gerard Poldervaart
[email protected]
Südtirol heeft interesse in Kanzi, Modi en Jazz Zoals in elk ander fruitgebied in Europa worden de nieuwe rassen ook in Südtirol op de voet gevolgd. Pink Lady heeft in dit Noord-Italiaanse gebied een vaste plaats in het sortiment veroverd en het areaal van dit ras breidt nog steeds uit. Andere rassen, zoals Fuji, Pinova en Rubens, bleken uiteindelijk minder geschikt voor het Südtiroler klimaat dan in eerste instantie werd gedacht. Deze rassen worden daar niet of nauwelijks meer geplant. In Noord-Italië is er een toenemende belangstelling voor de nieuwe appelrassen Kanzi, Modi en Jazz. Onderzoeker Walter Guerra van het proefstation Laimburg in Pfatten beoordeelt Kanzi als een geschikt ras voor Südtirol. Het ras wordt geadviseerd voor de wat hoger gelegen terreinen in dit gebied. Sinds het voorjaar van 2005 zijn er in Südtirol 310.000 Kanzi-bomen geplant (zie tabel 1). Met de nieuwe rassen Modi en Jazz heeft Guerra nog te weinig ervaring om daarover advies te kunnen geven. Maar bij de telers in Südtirol is de interesse voor deze rassen groot. Zij hebben in totaal 133.000 Modi-bomen besteld om in het voorjaar van 2009 te planten. De belangstelling voor Jazz is er zelfs nóg groter: voor beplanting in het voorjaar van 2010 zijn van dit ras al 280.000 bomen besteld.
Walter Guerra, rassenonderzoeker op proefstation Laimburg in Südtirol.
Tabel 1. Het aantal geplante bomen van Kanzi, Modi en Jazz in Südtirol.
Jaar
Kanzi
Modi
Jazz
2004 2005 2006 2007 2008
1.100 4.300 44.000 126.000 130.000
20 450 4 4.500 14.500
9 130 2.000 35.000
Totaal t/m 2008
310.000
20.000
38.000
2009 (besteld) 2010 (besteld)
76.000 -
133.000 -
280.000
Bron: Walter Guerra, proefstation Laimburg
10
Modi kleurt ook makkelijk in warme streken. Foto’s:: AllroundFruit
De nieuwe rassen moeten concurreren met Golden Delicious, het hoofdras in Südtirol. Golden geeft grote producties en brengt nog steeds goede prijzen op. Bovendien blijven de nieuwe rassen in productie achter bij Golden (zie tabel 2).
Kanzi kansrijk Nicoter, het ras achter de merknaam Kanzi, is ontstaan uit een in 1990 uitgevoerde kruising tussen Gala en Braeburn. Het productieniveau van Nicoter ligt in Südtirol 10% lager dan dat van Golden Delicious. De vruchtmaat is volgens Guerra geen probleem. Wel zet de onderzoeker vraagtekens bij de kleuring van Kanzi. Vooral onder hagelnetten, in gebieden met weinig verschil in dag- en nachttemperatuur en in het hart van de boom kleuren de appels moeilijk. Voor de kleuring heeft Kanzi koude nachten nodig. Daarom wordt het ras in Südtirol alleen geadviseerd op percelen waar de vruchtkleuring goed is, zoals op percelen in de bergen. De pluk van Kanzi valt gelijk met die van Golden Delicious. Volgens Guerra had het totale Kanzi-areaal in Europa in 2008 een omvang van 750 ha. De raseigenaar heeft het doel om Kanzi te laten uitgroeien tot
In Südtirol wordt Kanzi geadviseerd voor de berggebieden.
Het aroma van Jazz is bijzonder goed.
een Europees basisras met een jaarlijkse productie van 100.000 ton.
Modi kleurt makkelijk Modi is een schurftresistent ras, ontstaan uit een kruising van Gala en Liberty. De appelschil is intens donkerrood. Het ras kleurt ook zonder koude nachten en is dus zeer geschikt voor de teelt in de lager gelegen, vlakke teeltgebieden van Südtirol en in de Po-vlakte. In een aantal gevallen is bij Modi verruwing op de schil vastgesteld. Volgens Guerra speelt dit vooral in de noordelijkere teeltgebieden in Europa. Alessio Martinelli van het Italiaanse bedrijf CIV meldt dat er eind 2008 in Europa 512.000 Modi-bomen stonden, ofwel 171 ha. CIV is een samenwerkingsverband tussen drie grote Italiaanse boomkwekerijbedrijven. Tevens is het de veredelaar en eigenaar van de rassen Civni/Rubens en CIVG198/Modi. De productie van Modi was in 2008 met 424 ton nog zeer beperkt, maar deze moet als het aan de raseigenaar ligt groeien naar 6.846 ton in 2010 en naar ruim 17.000 ton in 2012. In totaal zullen er na het plantseizoen 2008/’09 in Europa 1,2 miljoen Modi-bomen staan, wat overeenkomt met 400 ha. De bomen zijn vooral in de warme teeltgebieden van Zuid-Europa te vinden: de Po-vlakte en Südtirol (beide in Italië) en Spanje. De pluk van Modi valt in Südtirol zeven tot tien dagen eerder dan die van Golden Delicious.
Jazz kleiner dan Gala
en Gala het ras Scifresh geselecteerd. Sinds 2002 wordt dit ras wereldwijd door de Nieuw-Zeelandse afzetorganisatie ENZA onder de naam Jazz op de markt gebracht. Volgens Guerra was er in 2008 wereldwijd al 2.300 ha Scifresh/Jazz. In Europa wordt dit ras in Groot-Brittannië, Frankrijk, Zwitserland en Italië (Südtirol) geteeld. Jazz is een zeer smaakvolle appel met goede vruchteigenschappen, vindt Guerra. Een aandachtspunt is de vruchtmaat. De appels zijn, mede door een gebrekkige bestuiving, vaak wat lang van vorm en kleiner dan die van Gala (zie tabel 3). Scifresh/Jazz heeft koude nachten nodig om de vruchten te laten kleuren en is daardoor niet geschikt om in de lagere gebieden van Südtirol te telen. Vaak zijn er binnen een cluster appels te vinden die qua maat en kleur achterblijven bij de overige vruchten. Jazz rijpt vijf tot zeven dagen voor Braeburn.
Sensorisch profiel Uit zogenoemde sensorische profielen blijkt dat Kanzi en Jazz op het gebied van hardheid, knapperigheid en sappigheid beter scoren dan Braeburn. In vergelijking met Braeburn heeft Kanzi een lager suikergehalte en Jazz een hoger suikergehalte. Bij Jazz valt vooral de hoge score voor het aroma op. Modi verliest tijdens de bewaring relatief veel zuur en is daardoor nogal zoet van smaak. Dit ras wordt vooral gezien als een concurrent van de in Südtirol veel geteelde Red Delicious. Voordeel van Modi is dat de appels minder snel melig worden dan die van Red Delicious.
IFTA Conferentie Van 1 tot en met 3 februari hield de International Fruittree Association, een vereniging waarvan zo’n 1.100, hoofdzakelijk Amerikaanse fruittelers lid zijn, haar jaarlijkse conferentie in Potsdam, vlak bij Berlijn. Tweeënhalve dag lang kregen de aanwezigen lezingen over onder andere productieontwikkelingen, teelttechniek, nieuwe rassen, kersenteelt en biologische fruitteelt voorgeschoteld. In dit artikel het meest opvallende nieuws uit de lezingen over nieuwe appelrassen in Südtirol.
In 1985 heeft het Nieuw-Zeelandse onderzoeksinstituut HortResearch uit een kruising van Braeburn
Tabel 2. De totale productie van 2006 t/m 2008 (in kilo per boom) van Golden Delicious, Kanzi, Modi en Jazz op het proefperceel Tabel 3. Het percentage appels groter dan 70 mm van Gala, Kanzi, in Latsch (Vinschgau). De bomen zijn geplant in het voorjaar van Modi en Jazz op het proefstation Laimburg, gemiddeld over de 2005; de plantafstand is 330 bij 90 cm. jaren 2006 t/m 2008.
Ras
Productie 2006-2008
Ras
Appels >70 mm (%)
Golden Delicious Kanzi Modi Jazz
40 37 32 27
Gala (Brookfield) Kanzi Modi Jazz
81 91 89 61
11
Gerard Poldervaart
[email protected]
Zowel kansen als uitdagingen voor biologische teler Info
IFTA Conferentie Van 1 tot en met 3 februari hield de International Fruittree Association, een vereniging waarvan zo’n 1.100, hoofdzakelijk Amerikaanse fruittelers lid zijn, haar jaarlijkse conferentie in Potsdam, vlak bij Berlijn. Tweeënhalve dag lang kregen de aanwezigen lezingen over onder andere productieontwikkelingen, teelttechniek, nieuwe rassen, kersenteelt en biologische fruitteelt voorgeschoteld. In dit artikel het meest opvallende nieuws uit de lezingen over biologische fruitteelt.
In het ene teeltgebied staat de ontwikkeling van de biologische fruitteelt praktisch stil, terwijl in het andere gebied het areaal gestaag groeit. Tijdens de conferentie van de International Fruittree Association (IFTA) in Potsdam kwamen naast allerlei andere onderwerpen ook de laatste ontwikkelingen in de biologische sector aan bod. In dit artikel enkele van de opvallende nieuwigheden. Topaz heeft als enig schurftresistent ras in tien jaar tijd een noemenswaardige plaats weten te veroveren in het sortiment biologisch geteelde appelrassen. Jonagold is in Europa in de biologische teelt het grootste ras wat betreft productie, gevolgd door Golden Delicious en Gala. Na deze drie hoofdrassen komt Topaz, nog voor Elstar. De inspanningen van de Oostenrijkse biologische telers hebben hier zeker aan bijgedragen. Met de introductie van het merk Bio-Topaz hebben deze telers het in tien jaar tijd voor elkaar gekregen om een vaste plaats in de schappen van supermarkten te veroveren. Vandaag de dag is volgens Fritz Prem, fruitteler en voorzitter van het Europese biofruitforum 70% van alle verkochte biologische appels in Oostenrijk Bio-Topaz.
Supporter 2 in plaats van M9 Biologisch fruit telen is bepaald geen gemakkelijke opgave. Met veel inventiviteit moet de teler een acceptabel productieniveau van een goede kwaliteit zien te realiseren. Lang niet alle problemen die de teler op zijn weg tegenkomt, zijn oplosbaar. Dat bleek uit de inleiding van Franco Weibel, hoofd van de FiBL, de onderzoeks- en voorlichtingsinstelling voor de biologische fruitteelt in het Zwitserse Frick.
12
Michael Weber, medeorganisator van de IFTA-conferentie en rasmanager voor onder andere het ras Opal van het bedrijf Fruit Select. Foto: AllroundFruit
Biologische telers planten vaak wat ruimer dan gangbare telers zodat de bladeren sneller opdrogen en schimmelinfecties minder kans krijgen. Daarbij is het in de biologische teelt lastig om de stroken onder de bomen vrij van gras en onkruid te houden. Bomen op de onderstam M9 kunnen hier slecht tegen. De onderstam Supporter 2 is volgens Weibel beter bestand tegen de concurrentie met onkruid en gras. Bomen op Supporter 2 groeien volgens Weibel iets sterker dan die op M9 en zijn goed productief.
Meer phenolen In de biologische teelt is het lastig om voldoende voedingsstoffen in de bomen te krijgen. Kunstmest is immers niet toegestaan en bladvoeding is slechts beperkt mogelijk. Tijdens het groeiseizoen zijn de mogelijkheden om tekorten te corrigeren zeer beperkt, waardoor productie- en kwaliteitsverlies kan ontstaan. Ook wordt door gebruik van compost de verhouding tussen kalium en calcium vaak ongunstiger, met als gevolg meer problemen met stip. Een positief aspect is dat door het achterwege laten van kunstmest het bodemleven niet nadelig wordt beïnvloed.
Ook de gewasbescherming vraagt in de biologische teelt een totaal andere benadering dan in de gangbare teelt. Voordeel is weer wel dat, doordat nauwelijks middelen zijn toegestaan, er ook geen residu op biologisch fruit wordt aangetroffen. De discussies over MRL’s van de laatste maanden spelen in de biologische teelt dan ook niet. In de biologische teelt wordt het afweermechanisme van de plant tegen ziekten en plagen geactiveerd. Phenolen spelen een belangrijke rol in de afweer van planten tegen ziekten en plagen. Biologisch geteelde appels bevatten volgens Weibel 10 tot 20% meer voor de menselijke gezondheid gunstige phenolen dan gangbaar geteeld fruit.
Warm water tegen Gloeosporium “Met behulp van warmwaterbehandeling kunnen we uitval door Gloeosporium-vruchtrot beperken tot 3 à 5%”, deelde Margit Holland haar collegafruittelers op het IFTA-congres mee. Holland heeft samen met haar vader Eberhard Holland een biologisch fruitbedrijf van 42 hectare in Ravensburg aan de Bodensee in Zuid-Duitsland (www.bonhausen. de). Het grootste deel van het areaal appel, 21 hectare, bestaat uit Topaz. “Tot we in 1999 begonnen met de warmwaterbehandelingen hadden we grote problemen met Gloeosporium. Uitvalpercentages van 15 tot 30% waren geen uitzondering”, vertelde Holland. De juiste temperatuur van het water waarin de appels gedompeld worden is erg belangrijk. Elstar, Jonagold en Topaz krijgen een behandeling van 2 minuten bij 52°C. Voor rassen met een dunne schil, zoals Golden Delicious, is deze temperatuur te hoog, waardoor schilbeschadigingen op kunnen treden. Bij Golden wordt daarom een temperatuur van 50°C aangehouden.
blemen met uitval door Gloeosporium-rot voor, meldde Weibel.
Fruit Select introduceert Opal Jaroslav Tupy probeert in zijn veredelingsprogramma de goede eigenschappen van het door hemzelf veredelde, resistente ras Topaz te combineren met andere rassen. Op dit moment staat de serie rassen, die onder de gezamenlijke naam Golden Sunshine Line bekend staan, nogal in de belangstelling. Golden Sunshine Line is een merk voor de biologische fruitteelt en omvat de rassen Opal, Luna, Sirius en Orion. Naast de Golden Sunshine Line is het bedrijf Fruit Select opgezet om het ras Opal voor de gangbare teelt te testen en te introduceren. Fruit Select heeft in het voorjaar van 2008 op een groot aantal locaties door heel Europa pilotperceeltjes geplant. Met de gegevens van deze pilotbeplantingen gaat Fruit Select bekijken in welke streken Opal het beste geteeld kan worden. Fruit Select ziet voor Opal vooral mogelijkheden in de warmere gebieden van Europa, waar ook Golden Delicious goed geteeld kan worden. Fruit Select is een samenwerkingsverband met een internationale groep aandeelhouders, waaronder de Franse bedrijven SNC Elaris (boomkwekerijen Davodeau-Ligonniere) en Starfruits, de Oostenrijkse boomkwekerij Deimel, de Tsjechische boomkwekerij Vorácek en Vermeerderingstuinen Nederland.
Kosten € 0,10 per kilo “Biologische telers kunnen niet, zoals hun gangbaar telende collega’s, vruchtrot met fungiciden voorkomen. Ook gebruik van SmartFresh (1-MCP) is niet toegestaan. Een warmwaterbehandeling direct na de pluk is op dit moment een van de weinige mogelijkheden die de telers hebben om vruchtrot tegen te gaan. Ook Dynamische CA-bewaring (DCA) biedt mogelijkheden bij de bewaring van biologisch fruit”, stelde Franco Weibel, hoofd van de FiBL. Volgens Weibel kost een installatie om appels in warm water te kunnen dompelen tussen de € 40.000,- en € 50.000,-. Het energieverbruik is hoog, waardoor de kosten op ongeveer € 0,10 per kilo uitkomen. Topaz en Pinova staan in de biologische teelt bekend om hun gevoeligheid voor Gloeosporium. In toenemende mate komen echter ook bij Gala pro-
Opal is schurftresistent en lijkt wat op Golden Delicious. Foto: AllroundFruit
Margit Holland: “Met een warmwaterbehandeling weten we uitval door vruchtrot te beperken tot 3 à 5%.”
Opal Opal is in 1992 voortgekomen uit een kruising tussen Golden Delicious en Topaz. Het ras is schurftresistent en lijkt wat op Golden Delicious, maar dan met een oranje blos. De pluk valt net na die van Golden. Bij de oogst hebben de appels volgens de Zwitserse rassenonderzoeker Simon Egger een hardheid van 8 tot 9 kg/cm2 en een suikergehalte van 12 tot 14 °Brix. De smaak wordt als goed beoordeeld.
Temperatuur De juiste temperatuur is bij de warmwaterbehandeling tegen vruchtrot zeer belangrijk. Een temperatuur van 50 tot 52°C geeft een goede doding van vruchtrotschimmels als Gloeosporium, zonder schade aan de appels. Als de temperatuur van het dompelwater te ver zakt kan het zelfs zo zijn dat de schimmelgroei bevorderd wordt.
13
Gerhard Baab
PD Dr. Michaela Schmitz-Eiberger
DLR Rheinpfalz
INRES - Universiteit van Bonn
Het voedingselement calcium Info Auteurs Gerhard Baab DLR Rheinpfalz, Kompetenzzentrum Gartenbau Walporzheimer Straße 48 53474 Bad NeuenahrAhrweiler, Duitsland PD Dr. Michaela Schmitz-Eiberger INRES - Universiteit van Bonn Auf dem Hügel 6 53121 Bonn, Duitsland
Stip bij Braeburn Foto’s: Gerhard Baab
14
Calcium is een zeer belangrijk element voor de vruchtkwaliteit en het voorkómen van bewaarafwijkingen. Daarnaast beïnvloedt calcium in de bodem op verschillende manieren de opname van andere voedingselementen. In dit artikel de achtergronden van de verschillende processen waarin calcium een rol speelt. Calcium (kalk) heeft in de bodem diverse functies. Ten eerste neutraliseert het in de vorm van calciumhydroxide (gebluste kalk, CaOH2) of calciumbicarbonaat de bodemzuren (H+-ionen). Op deze manier reguleert calcium de pH van de grond en heeft het een grote invloed op de beschikbaarheid van voedingselementen. Calcium voorkomt tevens de uitspoeling van zware metalen naar de ondergrond en het grondwater. Een andere functie van calcium is de bevordering van de biologische activiteit in de bodem. De meeste bodemorganismen gedijen het beste onder zwakzure omstandigheden in de grond. Daarnaast vormt calcium calciumbruggen tussen de bodemcolloïden. Het bevordert daarmee de kruimelstructuur van de grond. Hierdoor worden de structuur, het poriënvolume en de waterdoorlatendheid van de grond verbeterd. Verliezen vvan calcium ontstaan door verzuring van de bodem, uitspoeling en onttrekking. De verliezen door uitspoetrekk ling bedragen per hectare per jaar ongeveer 80 tot 100 kg CaO bij 600 on tot 900 mm neerslag. De verliezen to door verzuring van de bodem en d onttrekking door het geoogste o product bedragen 170 kg CaO. In totaal gaat dus jaarlijks 300 tot 400 kg CaO per hectare verloren, die via onderhoudsbemesting d weer aangevuld moet worden. w
Beschikbaarheid in de bodem De totale hoeveelheid aan vrij beschikbaar calcium in de bodemoplossing correspondeert niet altijd met de pH van de bodem, maar wordt beïnvloed door: • het uitgangsgesteente waaruit de bodem is ontstaan en het type bodem (aandeel kleimineralen); • de calciumverzadiging van de bodemcolloïden. Kalk is in de eerste plaats een meststof. Pas als het klei-humuscomplex verzadigd is, zullen er voldoende vrije Ca2+-ionen in het bodemvocht aanwezig en voor de plant beschikbaar zijn; • de aanwezigheid van antagonisten. Met name de aanwezigheid van andere kationen als ammonium, kalium, magnesium en natrium beïnvloedt de calciumopname; • de mate van verzuring van de bodem. Bij een toenemende zuurgraad ontstaat een extra concurrentie tussen calcium en ionen van aluminium (Al3+), waterstof (H+) en mangaan (Mn2+).
Calciumopname De calciumopname gebeurt passief in de vorm van Ca2+-ionen via de worteltoppen. De opname is afhankelijk van de wortelgroei, de bodemtemperatuur, het bodemvocht en de bodemtextuur. Zo’n 80 tot 90% van de in dat jaar noodzakelijke hoeveelheid calcium wordt door de boom uit de grond opgenomen en slechts 10 tot 20% is afkomstig uit de houtreserves. Het calciumgehalte in het blad stijgt continu tot eind oktober. De vruchten daarentegen worden voornamelijk gedurende de celdelingsfase, dat wil zeggen de eerste zes weken na de bloei, van calcium voorzien. Tijdens de fase van celstrekking verdunt de calciumconcentratie in de vrucht als gevolg van de vrucht- en scheutgroei (zie afbeelding 1). De calciumopname wordt door een vochtige grond en door een voldoende grote verdamping bevorderd en wordt door een droge en koude grond juist negatief beïnvloed.
Verdeling in de boom
In de plant De aanwezigheid van calcium in de plant heeft een aantal functies. • Calcium is een belangrijke bouwsteen van het protopectine, een kitachtige substantie die essentieel is voor de onderlinge samenhang en stabiliteit van celstructuren (zie afbeelding 3). • Calcium verbindt fosfolipiden in de celmembranen en levert daardoor een belangrijke bijdrage aan de stabiliteit en het functioneren van de celmembranen, onder andere het transport van stoffen en de gasuitwisseling tussen de cellen. • Calcium is onderdeel van een groot aantal enzymen die bij het rijpingsproces een rol spelen. Door deze rol vermindert calcium de ademhalingsactiviteit en ethyleenproductie in de vruchten. Op grond hiervan worden ademhalingsprocessen en door ethyleen geïnduceerde rijpingsprocessen na de pluk of het uitstalleven vertraagd (meligheid). • Calcium speelt een belangrijke rol bij het voorkómen van omgevingsstress (hitte, koude, wind, UV-B). Door stress worden op celniveau vrije zuur-
Cox’s is gevoelig voor calciumgebrek.
stofradicalen gevormd (zie afbeelding 2). Calcium vormt een verbinding met het proteïne calmoduline, wat zorgt voor een toename van het natuurlijke afweersysteem van de plant. Dit planteigen afweersysteem inactiveert met verschillende stoffen – bijvoorbeeld vitaminen (α-tocopherol) of antioxidatieve enzymen (katalase, superoxid dismutase) – vrije radicalen (O2-) tot onschadelijke zuurstofmoleculen (O2). Hierbij speelt het calcium dat in de celwanden of in de celmembranen gebonden is, een belangrijkere rol dan het vrije calcium in het celplasma. Afbeelding 1. Verloop van de calciumopname van de bloei tot de pluk en verdunning van het Ca-gehalte van de vruchten met toenemende vruchtgrootte (naar J. Streif, KOB Bavendorf) Calciumgehalte in de vrucht
Het transport van calcium over grote afstanden in de boom gebeurt hoofdzakelijk via de houtvaten, dat wil zeggen in de verdampingsstroom. Bladeren worden vanwege hun veel grotere verdamping (verhouding 1:10) veel beter van calcium voorzien dan vruchten. Voor de toevoer van calcium aan de vruchten is het bastweefsel (floëem) belangrijk. Vanwege de gebrekkige mobiliteit van calcium in de bastvaten gaat er geen calcium van de bladeren naar de vruchten. Het transport over korte afstanden van cel naar cel wordt door de zogenoemde ‘auxinepomp’ aangestuurd. De auxine producerende weefsels in de plant hebben een hormonale sinkwerking en worden daardoor met voorrang van voedingselementen en water voorzien. Het gaat hier met name om de jonge bladeren die zich in de scheuttoppen en dicht bij de vruchten (rozetbladeren) bevinden, en de bloemen en zaden in jonge vruchtjes. Bomen die goed bloeien en een goede vruchtzetting en vitale jonge bladeren hebben, nemen daarom in totaal meer calcium op dan bomen met een slechte bloei, productie en bladstand. Tot op zekere hoogte is scheutgroei nuttig om via de verdampingsstroom de hele plant en daarmee ook de vruchten van calcium te voorzien. In de zomer concurreren in het bijzonder de jonge bladeren rechtstreeks met de vruchten in de buurt van de scheuten om het aanwezige calcium. Bij een te sterke en te lang aanhoudende groei kan op deze manier calcium uit de vruchten naar de scheuttoppen getrokken worden. Een gelijkmatige en uitgebalanceerde groei en productie en het vroeg afsluiten van de groei zijn de belangrijkste elementen voor een goede verdeling van calcium in de boom.
Voldoende hoog gehalte in kleine vruchten Bloei
Juli
Verdunning van het Ca-gehalte in grote vruchten Oogst
Afbeelding 2. Stressafweer op celniveau: neutralisatie van vrije radicalen door het calciumcalmodulinecomplex (naar M. Schmitz-Eiberger, INRES Universiteit van Bonn)
Ca O2 Ca-
calmodulinecomplex
O2-
15
Afbeelding 3. Het ontstaan van stip door de geleidelijke destabilisatie van de middenlamel strengen pectine
cel met celwand
stadium 1
intacte middenlamel
stadium 2
beginnend Cagebrek
uiteenvallen van onderling celverband
Calciumtekort De auxinepomp Het transport over korte afstanden van cel naar cel wordt door de zogenoemde ‘auxinepomp’ aangestuurd. De auxine producerende weefsels in de plant hebben een hormonale sinkwerking en worden daardoor met voorrang van voedingselementen en water voorzien
Calciumtekort komt in principe bij alle fruitgewassen voor en dan met name bij die delen van de plant die weinig verdampen, dus vooral de vruchten. De appel is bijzonder gevoelig voor calciumtekort. Dit is enerzijds genetisch bepaald. Anderzijds komt het doordat appels, gedreven door de vraag van de handel, door teeltmaatregelen groter gemaakt worden dan de voor het ras normale vruchtgrootte. Zichtbare gebreksymptomen in het blad komen vooral voor bij slecht dragende bomen. Vanaf het begin van de zomer ontstaan aan de top van de bladeren lichtere, later chlorotische plekken, uiteenlopend van kleine vlekjes tot volledig chlorotische bladuiteinden. Gebreksymptomen aan de vruchten kunnen bij alle fruitsoorten optreden. Vruchten met calciumgebrek rijpen vroeger, de afbraak van chlorofyl in de vruchtschil wordt bevorderd (geelverkleuring) en de vruchten hebben een lager zuurgehalte en een geringere stevigheid. Daarnaast leven vruchten met calciumgebrek sneller af (veroudering) en worden de vruchten sneller zacht, met name na een periode van uitstalling bij kamertemperatuur. De gevoeligheid van de vruchten voor rot neemt toe; bij appel de gloeosporiumaantasting, bij bessen de gevoeligheid voor Botrytis en bij steenfruit de gevoeligheid voor vruchtmonilia. Ook gaat de heling van wonden na bijvoorbeeld hagel bij bomen met een calciumgebrek langzamer dan bij bomen met een goed calciumgehalte. Bij appel versterkt calciumtekort allerlei fysiologische afwijkingen zoals vruchtvleesbruin, scald, Jonathanspot, Elise-spot, lenticelvlekken en stip.
Tabel. Risico-indeling van de rassen Cox’s, Braeburn, Kanzi en Jonagold voor fysiologische afwijkingen aan de hand van het Ca-, K- en N-gehalte in het vruchtvlees
Optimaal Normaal Kritisch Zeer kritisch
16
Ca- gehalte in de vruchten (in mg/100 g versgewicht)
K/Caverhouding
N/Caverhouding
> 5,5 4,5 - 5,5 < 4,5 < 3,5
< 20 20 - 30 30 - 40 > 40
< 10 10 - 20 > 30
Stip ontstaat, kort samengevat, als volgt. Het protopectine (strengen pectine plus calcium) verleent bij een optimale calciumvoorziening via de calciumbruggen een stabiele kitwerking aan de middenlamel (zie afbeelding 3). Bij calciumtekort, of verdringing van Ca2+ door Mg2+ of K+ ontstaat een destabilisatie van het onderlinge verband tussen de cellen. De plaats van calcium wordt ingenomen door magnesium. Omdat magnesium en kalium niet net als calcium over de eigenschap beschikken om cellen onderling te binden, vallen de celstructuren uit elkaar en kleuren bruin. Magnesium bindt zich aan sulfaten en er ontstaat bitterzout (magnesiumsulfaat), dat de plaats waar de stippen zichtbaar zijn een bittere smaak geeft (bitterpit).
Risico op afwijkingen Een grote neiging tot afwijkingen die zijn veroorzaakt door calciumgebrek, is aanwezig bij: • percelen met een te geringe calciumbeschikbaarheid in de grond (lage pH, weinig vrij calcium); • bomen met door (nacht)vorst beschadigde rozetbladeren of rozetbladeren met een slechte voedingstoestand (‘Ca-pomp’); • gevoelige rassen (bijvoorbeeld Kanzi, Braeburn, Cox’s, Boskoop en Elise en Junami >75 mm); • te vroeg (stip) dan wel te laat (vruchtvleesbruin, gloeosporium) geplukte vruchten; • te grote vruchten voor het betreffende ras; • aanplanten met een sterke groei en beplantingen met een geringe productie (ongunstige calciumverdeling); • beplantingen met te hoge stikstof-, kalium- of magnesiumgehaltes. Relevant zijn in de eerste plaats lage calcium-, kalium-, stikstof- en magnesiumgehaltes in het vruchtvlees. Vooral de onderlinge verhoudingen – speciaal de K/Ca- en N/Ca-verhouding – geven belangrijke aanwijzingen voor het potentiële risico van fysiologische afwijkingen in de vruchten (zie de tabel). Enkele daarvan treden gedeeltelijk al aan de boom op (stip, lenticelvlekken), andere pas tijdens de bewaring van de vruchten (vruchtvleesbruin, scald, bewaarstip, gloeosporium).
Gloeosporium bijj Pinova
og Roze was n oi! nooit zo mo Sterke eigenschappen: • Goede smaak • Grootvruchtig ras • Uitzonderlijke roze kleur • Bewaareigenschappen als Jonagold • Geen clubras • Gezonde, vitale boom
INFO: Jabema B.V. Telefoon +31 (0)613161060
Gerard Poldervaart
[email protected]
De Tree Darwin-dunmachine.
Steeds meer bekend over effect van dunmachines Info Tijdstip Rondom het gebruik van dunmachines is een aantal dingen duidelijk geworden. Zo blijkt het tijdstip van dunnen belangrijker dan in eerste instantie werd gedacht. De optimale periode is vanaf het moment dat de hoofdbloem open is tot de volle bloei. Als er eerder wordt gedund, bestaat het risico dat hele bloemclusters van de boom worden geslagen. Later dunnen geeft meer bladschade.
Op vrijwel alle proeftuinen is de afgelopen jaren intensief geëxperimenteerd met mechanische dunning. Tijdens de open dagen die diverse proeftuinen en proefstations afgelopen zomer hielden, is dit onderwerp ruimschoots aan bod gekomen. Enkele recente ervaringen die in onderzoek en praktijk werden opgedaan, worden hier uitgelicht.
verticale richting te verstellen. Van beide machines is de draaisnelheid van de as(sen) te variëren. Een nieuwe duntechniek die nog in onderzoek is, is het schudden van bomen. Hierbij worden machines die normaal gebruikt worden om olijven of ciderappels van de bomen te schudden, ingezet voor de mechanische dunning van steenfruit en appels.
Arbeidsbesparing Er zijn twee typen dunmachines op de markt, die aan een tractor moeten worden gekoppeld: de Tree Darwin en het type Bonn. De Tree Darwin is de oudste van de twee. De kunststof dundraden van deze machine zijn gemonteerd op een rechtopstaande as. De hoek van de as ten opzichte van de boom is in verticale richting hydraulisch te verstellen. De dunmachine van het type Bonn bestaat uit drie armen met kunststof draden, waarbij de armen boven elkaar zijn geplaatst. De hoek van de armen ten opzichte van de boom is zowel in horizontale als in
Bij Golden Delicious kon mechanische dunning met het type Bonn in 2008 het aantal benodigde uren voor handdunning met iets meer dan 50% terugbrengen. Dat bleek uit onderzoek van de PCFruit-Proeftuin Pit- en Steenfruit (PCFruit-PPS) in het Belgische Sint-Truiden. In 2009 werden bij Braeburn vergelijkbare resultaten behaald, liet onderzoeker Hans Goossens tijdens de open dag van de proeftuin op 21 augustus zien. De stand van de dunarmen en de draaisnelheid hadden slechts weinig invloed op het dunresultaat (zie tabel 1). Tijdens de Apfeltag op de proeftuin in Klein-Altendorf bij Bonn (Duitsland), gaf voorlichter Ralf Nörthemann de uitkomsten van een dunproef bij Golden Delicious. Met de Tree Darwin werd een effect bereikt dat vergelijkbaar is met handdunning (zie tabel 2).
Boomvorm beïnvloedt dunning
Op het bedrijf van fruitteler Helmut Bröhan is de dunning van Elstar met de Tree Darwin dit jaar prima gelukt. Foto’s: EFM
18
In Das Alte Land in Noord-Duitsland zijn inmiddels acht tot negen dunmachines van het type Tree Darwin in gebruik. Helmut Bröhan is een van de telers die dit jaar de machine heeft ingezet. Tijdens de Vorernteführung eind augustus – een dag die was georganiseerd door onderzoekers en voorlichters in Jork – was op zijn bedrijf het resultaat hiervan te zien. De niet-gedunde zesjarige bomen Red Elswout hingen overvol en hadden een te groot
Na mechanische dunning hingen de appels mooi verdeeld over de boom (rechts).
aantal appels onder de 70 mm. Bij de bomen die met de Tree Darwin waren gedund (rijsnelheid 8 km per uur en draaisnelheid 240 omwentelingen per minuut), was een prima resultaat bereikt. De maat van de appels was hier zichtbaar beter dan bij de niet-gedunde bomen. Bovendien hingen de appels mooi verdeeld over de boom. “De teler moet niet bang zijn als hij met de dunmachine rijdt”, waarschuwde voorlichtster Maike Steffens. “Durf dicht bij de boom te rijden, want verder van de boom af rijden geeft meer dunning aan de buitenkant van het gewas.” Ook de boomvorm is belangrijk. “Een slanke boom is het mooist. Bij bomen met dikke, sterke takken slaat de machine soms alle bloemen eraf, terwijl de bloemen aan hangende takken veel minder goed worden gedund.”
werd wel een reductie van het aantal vruchten vastgesteld, maar geen verbetering van het aantal bloemknoppen in het jaar daarna. Volgens Clever zou de sterkere groei die te zien is na mechanische dunning, voor minder bloemknopaanleg kunnen zorgen. Ook de bladbeschadiging die na dunning met de machine vaak zichtbaar is, zou invloed op de bloemknopaanleg kunnen hebben.
De dunmachine van het type Bonn.
Tabel 1. Invloed van mechanische dunning op het aantal handduningsuren bij de Braeburn-mutanten Schneider en Hillwell in 2009
Aantal uren handdunning per hectare Schneider
Bloemknopaanleg niet bevorderd
Controle (handdunning) Mechanische dunning
Onderzoeker Michaël Clever plaatste wat kritische opmerkingen bij de dunmachine. In proeven bij biologisch geteelde Elstar op de proeftuin in Jork
Controle (handdunning) Mechanische dunning
34 16 Hillwell 35 24
Quelle: PCFruit-PPS
Tabel 2. Resultaten van een dunproef bij Golden Delicious
Controle zonder handdunning Controle met handdunning ATS - volle bloei tweejarig hout ATS - 3 dagen na volle bloei tweejarig hout
15 liter/hectare
24 april
Aantal vruchten per boom 78 43 60
15 liter/hectare
27 april
62
Tree Darwin - 3 van de 5 bloemen geopend
8 km/uur en 200 omwentelingen/minuut 8 km/uur en 220 omwentelingen/minuut
22 april
38
22 april
39
Dunmethode
Tree Darwin - 3 van de 5 bloemen geopend
Datum
Bron: DLR Rheinpfalz
19
Martin Kockerols, Simon Egger, Philippe Monney, Brion Duffy Forschungsanstalt Agroscope Changins-Wädenswil (ACW)
Bacterievuurtolerante appelonderstammen getoetst in Zwitserland In de ‘bacterievuurjaren’ 2007 en 2008 hebben in Midden- en Oost-Zwitserland niet alleen vele rassen, maar ook de standaardonderstam M.9 op de Zwitserse fruitbedrijven bewezen gevoelig te zijn voor bacterievuur. Mogelijke alternatieven voor M.9 zijn de bacterievuurtolerante onderstammen B9, G.11 en G.41, die op het proefstation ACW in Wädenswil (Zwitserland) zijn beproefd. In de herfst van 2002 werden op het Zwitserse proefstation Agroscope Changins-Wädenswil (ACW) Gala- en Topaz-bomen op diverse onderstammen geplant. Het betrof vijf bacterievuurtolerante Cornell-Geneva-onderstammen (aangeduid met CG of G plus een nummer), Budagovski 9 (B9) en enkele andere interessante typen. Het doel van dit onderzoek was het vinden van bacterievuurtolerante onderstammen met een groeikracht die vergelijkbaar is met die van M.9. Bovendien moeten de productie-eigenschappen, de vermeerdering in de boomkwekerij en de geschiktheid voor gebruik onder uiteenlopende omstandigheden en grondsoorten goed zijn.
Groei, wortelopslag en veredelingsplaats Bij Gala gaven de onderstammen G.16, G.202 en G.7 de sterkste groei. In figuur 1 is de groeikracht weergegeven in vierkante centimeter stamdoorsnedeoppervlak. Iets zwakker waren G.11 en G.41. De groei van de bomen op B9 kwam vrijwel overeen met die op M.9-T337. De onderstammen B9, M.9-T337, G.16 en G.202 vormden een geringe tot matige hoeveelheid wortelopslag. Er was nauwelijks wortelopslag bij G.7, G.41 en G.11. Invalspoorten als wortelvelden, scheurtjes en nietverhoute wortelopslag spelen een belangrijke rol bij de aantasting van onderstammen door bacterievuur. Alle beproefde CG-onderstammen en ook Gala op M9-T337
20
Foto: ACW
B9 hebben een gladde veredelingsplaats en zijn wat dit betreft positief te beoordelen.
Productie In de proefjaren 2004 tot en met 2008 was duidelijk te zien dat Gala-bomen op de sterker groeiende onderstammen een grotere productie per boom hadden dan Gala-bomen op de zwakker groeiende onderstammen. Zo produceerden bomen op de bacterievuurtolerante G.11 ongeveer 65 kilo vruchten per boom, terwijl dat bij bomen op M.9-T337 en B9 ongeveer 45 kilo per boom was. De relatieve productie daarentegen – de productie in verhouding tot het boomvolume (in dit geval met het stamdoorsnedeoppervlak als maatstaf) – toont een duidelijk ander beeld (zie figuur 2). De grootste relatieve producties werden gehaald met de onderstammen P16 en P59. De onderstam G.11 gaf een wat grotere relatieve productie dan M.9-T337, B9 en G.41. Met de sterk groeiende onderstammen G.16, G.7 en G.202 werden de kleinste relatieve producties gehaald. Op het gebied van het gemiddelde vruchtgewicht en het aandeel klasse-1-appels waren er in 2007 en 2008 nauwelijks verschillen tussen M.9-T337 en de bacterievuurtolerante CG-onderstammen.
Info
Tolerantie voor bacterievuur In een quarantainekas van ACW zijn in 2006 de (onveredelde) onderstammen op gevoeligheid voor bacterievuur getoetst. Bij M.9-T337 was op gemiddeld 65% van de lengte van de scheuten zichtbare
B.9
Foto: ACW
Figuur 1. De groeikracht van de beproefde onderstammen, weergegeven in vierkante centimeter stamdoorsnedeoppervlak in 2008 cm2 25 20 15 10
Vermeerdering De onderstam B9 is op een moerbed naar tevredenheid te vermeerderen (vergelijkbaar met M.9). Van de CG-onderstammen zijn slechts enkele typen goed te vermeerderen. Bepaalde CGtypen zullen daarom voor de praktijk nooit beschikbaar komen. G.41 bijvoorbeeld, is niet makkelijk te vermeerderen en vormt sterk gedoornde afleggers. G.11 schijnt goed te vermeerderen te zijn, maar wordt op dit moment alleen in Frankrijk en Nederland in kleine hoeveelheden vermeerderd.
5
P5 9
P1
6
B9
7 33
te or pp Su
M 9T
r4
1 G. 1
1 G. 4
7 G.
02 G. 2
G. 16
0
Figuur 2. De relatieve productie: de productie van 2004 tot en met 2008 per vierkante centimeter stamdoorsnedeoppervlak in 2008 (in kilo/cm2)
G. 20 2
P6 0
G. 16
rte r4
Su p
po
G. 7
G. 41
B9
7 33 9T M
G. 11
8 M
P1 6
7 6 5 4 3 2 1 0 P5 9
kg/cm2
21
bacterievuuraantasting in de vorm van necrotische plekken te zien. Bij de CG-onderstammen was slechts 5 tot 10% van de scheutlengte zichtbaar aangetast. De onderstammen B9 en P16 zijn hierbij niet getoetst. Deze onderstammen gelden als bacterievuurgevoelig, zo blijkt uit buitenlandse proeven met kunstmatige infectie. In de Verenigde Staten is echter in veldproeven met de rassen Gala en McIntosh vastgesteld dat naast de onderstammen G.16, G.41 en G.11 ook B9 een veldtolerantie tegen bacterievuur heeft. Op praktijkpercelen in de Verenigde Staten is dit bevestigd. Daaruit blijkt dat de bacterie bij B9 slechts hoogst zelden vanuit het erop veredelde teeltras in de onderstam dringt. In de Verenigde Staten wordt daarom in gebieden met veel bacterievuur B9 als vervanger voor M.9 geadviseerd.
Discussie In vergelijking met andere Europese proefresultaten zijn de CG-onderstammen in Wädenswil wat groeikrachtiger. Zo was de groeikracht van de zwakste CG-onderstammen G.41 en G.11 in Wädenswil ongeveer te vergelijken met die van M.9-Pajam 2, de wat sterkere M.9-kloon. In het buitenland echter lag de groeikracht van G.41 en G.11, met wat kleine afwijkingen, tussen die van M.9-T337 en M.9-Pajam 2 in. Wat de totale productie betreft, presteerden G.41 en G.11 beter dan M.9. Dat geldt zowel voor de proeven in Zwitserland (Wädenswil) als die in andere Europese landen. De rélatieve productie van de drie genoemde onderstammen is vergelijkbaar. De groeikracht en de relatieve productie van de onderstammen B9 en M.9-T337 lagen op een vergelijkbaar niveau. B9 wordt buiten Zwitserland al vele jaren als mogelijk alternatief voor M.9 gepresenteerd. Het groeiniveau van deze onderstam ligt tussen die van M.9-Fleuren 56 en M.9-T337 in.
Samenvatting en perspectieven
G.11
22
Foto: ACW
De onderstammen B9, G.11 en G.41 toonden, samen met de voor bacterievuur gevoelige standaardonderstam M.9-T337, in het onderzoek de beste productie-eigenschappen. Als de in de Verenigde Staten geconstateerde veldtolerantie van B9 tegen bacterievuur in toetsen van ACW bevestigd wordt, dan zou B9 in Zwitserland een geschikt alternatief voor M.9 kunnen zijn. G.11 zou vanwege de bacterievuurtolerantie en de interessante productieeigenschappen verder gevolgd moeten worden. G.41 is helaas niet makkelijk te vermeerderen en heeft daarom nauwelijks toekomst. De onderstammen B9 en G.11 worden in het voorjaar van 2009 op een praktijkbedrijf in het oosten van Zwitserland in iets grotere aantallen geplant. De teeltrassen daarbij zijn Braeburn, Gala, Milwa (Diwa/Junami) en La Flamboyante (Mairac). Op dit moment kunnen de voornoemde onderstammen wel voor een proefsgewijze aanplant geadviseerd worden, maar nog niet voor algemeen gebruik.
Proudly Yours,
the Kanzi® people Europe
Hans Scholten consultant in Frankrijk
[email protected]
Japanse pruimen veroveren Zuid-Europa Info Japanse pruim De naam Japanse pruim is eigenlijk niet juist. De variëteiten die hieronder vallen, zijn namelijk hybriden tussen Amerikaanse en Chinese pruimenrassen. De eerste hybriden zijn aan het einde van de negentiende eeuw gemaakt in Californië, Verenigde Staten. De eerste Chinese rassen die daarvoor werden gebruikt, werden uit Japan ingevoerd. Vandaar de naam Japanse pruim.
Tot nu toe worden in Europa vrijwel uitsluitend pruimen uit de groep van de Europese pruimenrassen (Prunus domestica L.) geteeld. Hier komt echter snel verandering in. In grote delen van Zuid-Europa wordt bijna alleen nog maar de Japanse pruim (Prunus triflora of Prunus salicina) geplant.
Verschuiving
Diverse telers telen pruimen onder hagelnetten. Foto’s: Hans Scholten
24
De Noord-Europese pruimenteler kijkt tevreden terug op zijn oogst van Victoria, Opal of Jubileum als hij 25 ton pruimen per hectare heeft geplukt met een gemiddeld vruchtgewicht van 55 gram. De Zuid-Europese teler heeft met zulke cijfers een slecht jaar achter de rug. Dankzij de introductie van Japanse rassen liggen de producties daar op een veel hoger niveau, met vruchten van 75 gram of meer.
De pruimenteelt in Europa wordt steeds professioneler. Door de introductie van nieuwe onderstammen, zoals VVA-1, is het mogelijk geworden om vroegere en grotere producties te halen en een boomvorm te creëren die weinig arbeid vraagt. Dit heeft nieuw elan in de pruimenteelt gebracht, zonder nieuwe rassen te introduceren. In sommige delen van Zuid-Europa hebben de telers de vernieuwing in de pruimenteelt niet gezocht in een andere onderstam, maar in een radicale omschakeling van de Europese naar de Japanse pruimenrassen. Japanse pruimen zijn zeer waarschijnlijk beter geschikt voor de warme Zuid-Europese teeltgebieden dan voor het koelere noorden. In het verleden zijn ze in enkele noordelijke landen, waaronder Nederland, wel in kassen geteeld, maar deze teelt is zo goed als geheel verdwenen. Vooral in de Verenigde Staten is veel gedaan aan de ontwikkeling van nieuwe pruimenrassen. Vandaag de dag is er een groot aantal Japanse rassen beschikbaar. Al zo’n dertig jaar geleden zijn de eerste in Zuid-Europa geplant. Het ging dan vaak om grootvruchtige rassen met een zeer matige smaak, zoals Friar en Black Amber. Deze variëteiten zijn nooit echt doorgebroken, want de consument had weinig interesse in zeer mooi ogende
vruchten zonder smaak. Sindsdien zijn de zaken veranderd. Dankzij vooruitstrevende telers, voorlichters en boomkwekers is er in enkele teeltgebieden in Zuid-Europa een verschuiving gaande in het pruimenassortiment. Spanje, Italië en Frankrijk zijn de landen waar de ontwikkeling het hardst gaat, maar ook Servië, Hongarije en Turkije hebben belangstelling in Japanse rassen. In Frankrijk bijvoorbeeld, hebben de Japanse rassen een aandeel van 5.000 ton in het totale pruimenvolume van 70.000 ton. De verschuiving naar Japanse rassen neemt er elk jaar wat meer toe, ten koste van de traditionele rassen.
TC Sun Een van de meest geteelde Japanse variëteiten is TC Sun, die tien jaar geleden in Frankrijk werd geïntroduceerd. De zeer goede eigenschappen van dit ras zijn verantwoordelijk voor de grote interesse die er in de Japanse pruimenrassen bestaat. TC Sun is een zeer goed smakende pruim met een geeloranje schil en een vruchtgewicht van ruim 75 gram (55 mm doorsnede). De boom groeit rustig en is zeer vruchtbaar. Sommige telers planten TC Sun zelfs zonder bestuiver, omdat zij anders te veel vruchten moeten dunnen. Bij een optimale bestuiving kunnen de dunuren oplopen tot 200 uur per hectare. De Japanse en de Europese pruim kunnen elkaar niet bestuiven. De bloei van TC Sun begint in Spanje begin februari en in Zuidwest-Frankrijk begin maart.
Grote producties Bij plantafstanden van 4,00 bij 1,50 of 4,00 bij 1,25 meter (2.000 bomen per hectare ) zijn de TC Sunbomen goed in de hand te houden. Producties van 20 kilo per boom in het derde groeijaar en 30 kilo per boom vanaf het vierde groeijaar zijn mogelijk. Dit komt neer op 60 ton per hectare, waarvan ongeveer 50 tot 55 ton verkocht kan worden. en. De vruchten van an de resterende 5 tot 10 ton zijn te klein of te groot, t, of ze zijn beschadigd. Deze grote producties gaan an ten koste van de smaak. Veel telers beperken zich dan ook tot een n opbrengst van 45 ton per hecan bijtare, waarvan na alles verkocht ocht kan worden. TC Sun is niet et ebeurtjaargevoelig. De pruiin men hebben
TC Sun is een grootvruchtig ras.
geel, stevig vruchtvlees, zijn sappig en hebben een suikergehalte van meer dan 16°Brix. Ze zien er aantrekkelijk uit en hebben een uitstalleven waar weinig Europese pruimen tegenop kunnen. De vruchten zijn zes weken te bewaren in een gewone koelcel, en acht weken indien er ethyleen geschrubd wordt. In Zuid-Frankrijk valt de plukdatum eind augustus, begin september. In Spanje is die twee weken eerder. Het optimale pluktijdstip moet gerespecteerd worden, anders gaat dit onherroepelijk ten koste van de kwaliteit. Vruchtval vormt bij TC Sun echter geen probleem: zelfs als de pruimen rijp zijn, vallen ze niet.
Goede prijzen De prijzen die de telers in Zuid-Frankrijk voor TC Sun ontvangen, liggen – afhankelijk van het jaar en de kwaliteit – tussen de € 0,75 en € 1,50 per kilo. Dit zijn netto-uitbetaalprijzen. Gekoppeld aan de grote producties resulteert dit in extreem goede bedrijfsresultaten. Op veel bedrijven wordt TC Sun dan ook onder hagelnetten geteeld en als het even kan wordt ook een afdoende nachtvorstwering aangelegd. Immers, met zulke goede teeltre -
Ruby Crunch heeft htvlees. rood vruchtvlees.
25
Ziekten De ziekten en schadeverwekkers waarmee de Japanse pruim te kampen heeft, zijn in grote lijnen dezelfde als bij de Europese pruim. Fruitmot moet stevig bestreden worden, ook omdat de druk hiervan in ZuidEuropa veel hoger is dan in NoordEuropa. Verder speelt ESFY, het European stone fruit yellows phytoplasma een rol van betekenis. Dit fytoplasma wordt zeer waarschijnlijk overgebracht door de pruimenvlo (Cacopsylla pruni). In Spanje speelt dit probleem niet, omdat het daar te warm is voor de pruimenvlo. Door EFSY aangetaste bomen gaan dood.
producenten. Spanje timmert ook hard aan de weg. De productieomvang groeit hard. Alleen al in Frankrijk ligt deze op 3.000 ton. Dit is meer dan de helft van de totale productie van Japanse pruimenrassen in dat land. Het lijkt hoog tijd om te zoeken naar geschikte nieuwe Japanse pruimenrassen. Niet alleen om de markt niet te overvoeren met TC Sun, maar ook uit het oogpunt van oogstspreiding en het interesseren van nieuwe consumenten voor een anders smakend en uitziend (blauw) ras.
Beloftevolle nieuwigheden
De door ESFY aangetaste bomen verkleuren steeds sterker en gaan meestal binnen een jaar dood.
sultaten is het de moeite om te investeren in het veilig stellen van de oogst. Onlangs is een telersvereniging opgericht die TC Sun onder de naam Estiva op de markt gaat brengen.
Aan nieuwe Japanse pruimenrassen is er een overvloed. De vraag is echter welk van deze nieuwe rassen goed genoeg is om als hoofdras uit te groeien. Ruby Crunch, ook wel Florence genoemd (plukdatum half augustus), is een veelbelovend ras, maar heeft als nadeel een sterke groeier te zijn. Er zal onderzocht moeten worden of Ruby Crunch met een zwakke onderstam, bijvoorbeeld VVA-1, zwakker groeit en eerder in productie gebracht kan worden. Catalina en Sapphire, beide eind juli rijp, hebben een donkere, bijna zwarte vruchtschil. Bij Catalina heeft 70% van de vruchten een doorsnede van 50 tot 60 mm. Van dit ras wordt links en rechts al wat geplant. Enkele van de vele nieuwe Japanse pruimenrassen die worden beproefd, zijn Sun Kiss, Ruby Red en Early Queen. Hiervan wordt een aantal zeer waarschijnlijk als clubras geïntroduceerd. Op korte termijn is hier veel van te verwachten.
Nieuwe rassen nodig De laatste jaren hebben veel telers in Zuid-Frankrijk TC Sun geplant. Ook op het zuidelijk halfrond wordt dit ras geteeld, waardoor het gedurende meerdere periodes in het jaar te verkrijgen is. Zuid-Afrika en Chili zijn grote
Jubileum Jubi Ju bil bi ile leum ((b leum (blauw), blauw), Ruby Crunch (rood) en TC Sun (geel/oranje)
26
Gerard Poldervaart
[email protected]
Perentelers in Emilia Romagna planten kersenbomen De streek rond Vignola staat bekend als ‘de kersenstreek van Italië’. De laatste jaren worden echter steeds meer kersenbomen geplant in gebieden waar traditioneel vooral peren worden geteeld. Door dalende prijzen voor de peren en door problemen met bacterievuur en pear decline zijn perentelers op zoek gegaan naar andere teelten. Sommigen van hen zijn in de kersenteelt gestapt. In Italië worden op ongeveer 30.000 hectare kersen geteeld. De streek rond Vignola – ongeveer 25 km ten zuidoosten van de stad Modena in de provincie Emilia Romagna – is het bekendste maar zeker niet het grootste kersengebied van Italië. Puglia, helemaal in het zuiden van het land, telt zo’n
16.000 hectare kers, terwijl dat in Emilia Romagna ‘slechts’ 2.000 hectare is. Het areaal zal, zoals het zich laat aanzien, de komende jaren toenemen. Vanuit andere streken in Emilia Romagna is er een toenemende interesse in de kersenteelt, vooral onder perentelers rondom Ferrara. Momenteel zijn er in de teelt van Abate Fetel, het belangrijkste perenras in Italië, grote problemen: pear decline zorgt er voor een slechte groei en uitval van bomen. Ook is de perenteelt de afgelopen jaren financieel minder interessant geworden. Stefano Musacchi, onderzoeker en assistent-professor aan de universiteit van Bologna: “Om een inkomen uit de perenteelt te halen, moet een teler vandaag de dag ongeveer 20 hectare peer hebben. Bij kers is een paar hectare genoeg om een boterham te kunnen verdienen.”
Een zevenjarige Grace Star-aanplant op onderstam Colt in een plantafstand van 5,0 bij 5,0 meter. De vorm van de bomen, die in een hoek van 45ºzijn geplant, wordt in het Italiaans Bandiera genoemd. Deze boomvorm is nog het meest te vergelijken met de Franse Drapeau Marchand. Foto’s: AllroundFruit
Symposium Op 5 juni werd op initiatief van Stefano Musacchi van de universiteit van Bologna een symposium gehouden over intensivering in de kersenteelt. Dit vond plaats in het congrescentrum van Ferrara. Ruim vierhonderd Italiaanse kersentelers volgden de inleidingen over het thema en bezochten twee bedrijven met een intensieve kersenaanplant.
27
Lapins is in Vignola het hoofdras, gevolgd door Ferrovia (Schneiders), Giorgia en Burlat. In het verleden werd ook Celeste geplant, maar dat is vanwege diens grote barstgevoeligheid en gevoeligheid voor Monilia niet meer het geval. Ook Sweetheart is vanwege de te grote kans op barsten niet meer in beeld. Grace Star, een nieuwe variëteit uit het veredelingsprogramma van Stefano Lugli van de universiteit van Bologna, is een interessant nieuw ras dat steeds meer geplant wordt. Grace Star rijpt ongeveer gelijk met Samba en drie tot vier dagen voor Giorgia.
Grote producties en goede prijzen Fruitteler Nino Quartieri (links) en Stefano Lugli van de universiteit van Bologna laten trots de goede productie van de 7 jaar oude Grace Star-bomen zien.
Productieve rassen Zwak groeiende onderstammen als Gisela 3, 5 of 6 worden nog nauwelijks gebruikt. Ongeveer 90% van de nieuwe kersenpercelen wordt op Colt of Maxma 60 geplant. Misschien is dit ook wel de reden dat vooral vruchtbare en hoog productieve rassen geplant worden en dat rassen die op een sterkere onderstam minder productief zijn, nauwelijks voorkomen. Een vruchtbaar ras als Lapins zal het immers op een Colt-onderstam veel beter doen dan bijvoorbeeld Kordia of Regina. De Franse Maxma 14 wordt niet gebruikt, omdat bij de teelt op deze onderstam de vruchten kleiner zouden blijven dan bij de teelt op andere onderstammen. Op zeer vruchtbare grond wordt voor Gisela 6 gekozen. Gisela 5 wordt eigenlijk alleen op enkele proefpercelen gebruikt.
Veel kersenpercelen zijn met hagelnetten beschermd tegen de zware hagel die de streek regelmatig teistert. In een aantal gevallen kiezen de telers voor folie in plaats van hagelnetten om barsten na regen te voorkomen. Bij de sterke onderstammen duurt het een paar jaar voordat de bomen de volle productie bereiken. Maar als de bomen eenmaal een jaar of 6 tot 7 oud zijn, worden producties van 20 ton per hectare, met uitschieters van 25 tot 30 ton, met een goede vruchtmaat gehaald. Als de Italiaanse kersentelers over een ‘goede maat’ praten, bedoelen ze een vruchtdoorsnede van 28 mm en meer. Ze ontvangen voor deze kersen hoge prijzen. Begin juni brachten de kersen van meer dan 28 mm € 4,80 per kilo op bij levering aan de coöperatie. Bij kersen met een doorsnede boven de 32 mm was dat € 5,60. In de groentewinkels in Ferrara werden de kersen uit Vignola op dat moment voor € 8,- tot € 10,- per kilo aangeboden.
De streek rond Vignola is bekend vanwege de kersenteelt.
In de winkels in Ferrara worden de kersen voor € 8,- tot € 10,- per kilo verkocht.
28
Gerard Poldervaart
[email protected]
Stress speelt een belangrijke rol in de aantasting door Stemphylium. Foto’s: EFM
Meer zwartvruchtrot bij bomen met stress Zwartvruchtrot (Stemphylium vesicarium) is een ziekte die in Italië al jaren bekend is en die in de perenteelt elk jaar voor problemen zorgt. Nederland en België kennen sinds 2000 diverse voorbeelden van meer of minder zware aantasting door deze schimmel. Recent onderzoek van de Belgische proeftuin PCFruit wijst uit dat er verschillende stammen van de zwartvruchtrotschimmel bestaan en dat omgevingsfactoren de gevoeligheid van de perenbomen voor zwartvruchtrot beïnvloeden. De aantasting door zwartvruchtrot verschilt soms sterk van jaar tot jaar, van perceel tot perceel, maar ook binnen hetzelfde perceel. Onderzoekers van de PCFruit-Proeftuin Pit- en Steenfruit in het Belgische Sint-Truiden zijn op zoek gegaan naar oorzaken van de ogenschijnlijk onverklaarbare verschillen in aantasting.
Sapstroom Uit een door PCFruit uitgevoerde enquête onder perentelers blijkt dat zwartvruchtrot duidelijk meer voorkomt op bodems met een minder goede natuurlijke drainage en op natte percelen. Ook viel het de onderzoekers op dat binnen een perceel de aantasting door zwartvruchtrot soms enorm verschilt. Op goed gedraineerde stukken en op slecht gedraineerde stukken van een perceel werd de sapstroom in de stam van de perenbomen gemeten. Hierbij viel op dat bij wateroverlast, na bijvoorbeeld regen, de sapstroom van bomen op slecht gedraineerde plaatsen veel eerder en veel langer stil komt te liggen dan die van bomen op goed gedraineerde plaatsen in het perceel. Bomen waarvan het blad al vroeg in de herfst geel verkleurt, hebben meer last van Stemphylium, zo blijkt uit de waarnemingen in België. Een andere constatering is dat zwartvruchtrotvlekken vooral aan de zonkant van de vrucht te vinden zijn. Blootstelling aan UV-licht maakt de vruchten bovendien gevoeliger voor zwartvruchtrot.
Stress Bij bijvoorbeeld de schurftschimmel (Venturia inaequalis) zijn het vooral factoren als temperatuur, luchtvochtigheid en de aanwezigheid van sporen die bepalen of er een infectie tot stand kan komen. De hier genoemde en andere waarnemingen rechtvaardigen de conclusie dat zwartvruchtrotaantasting niet alleen afhangt van de aanwezigheid van sporen en infectiecondities, maar ook dat de gevoeligheid van de vruchten een grote rol speelt. Stress, veroorzaakt door een slechte groei of blootstelling aan ozon of UV, maakt de vruchten gevoeliger voor zwartvruchtrot, zo concludeerden de onderzoekers.
Twee groepen Stemphylium De onderzoekers ontdekten ook dat er in België twee groepen of populaties van de schimmel Stemphylium vesicarium bestaan. De eerste groep is sterk gerelateerd aan de stammen die in Italië zwartvruchtrot veroorzaken. De tweede groep is sterk verwant aan Alternaria en is volgens onderzoeker Piet Creemers vermoedelijk een hybride tussen Stemphylium en Alternaria. In Italië is de zwartvruchtrotschimmel als sinds 1975 bekend en in Spanje sinds 1988. In Nederland en België dook deze ziekte pas later op, namelijk rond 1997 en 2001. Een mogelijke verklaring hiervoor is de klimaatverandering. Door de stijging van de temperatuur komen ziekteverwekkers voor die voorheen alleen in warme, Zuid-Europese teeltgebieden bekend waren. Bij zwartvruchtrot is er waarschijnlijk nog wat anders aan de hand. Volgens de laatste inzichten zou de zwartvruchtrotschimmel onder invloed van de klimaatverandering veranderd zijn van een saprofytische schimmel, die op dood materiaal leeft, naar een parasitaire schimmel, die ook levend weefsel kan aantasten. Hoe het ook zij, nog steeds is niet alles over zwartvruchtrot bekend. Onderzoek heeft de laatste jaren echter wel gezorgd voor een aanzienlijke uitbreiding van de kennis over deze schimmel.
Info Temperatuur 2ºC hoger Uit temperatuurmetingen van PCFruit blijkt dat in de periode van 1950 tot 2008 de gemiddelde jaartemperatuur met 2ºC gestegen is. Deze bedraagt nu 11ºC tegen 9ºC rond 1950. Waarschijnlijk is de verandering in temperatuur mede verantwoordelijk voor de uitbreiding van zwartvruchtrot in Nederland en België.
Interpera Tijdens het Interperacongres, eind mei in het Belgische SintTruiden, hield onderzoeker Piet Creemers een inleiding over de verschillende ziektes en plagen die de perenteelt bedreigen. Hierbij presenteerde hij ook de laatste informatie uit het onderzoek naar zwartvruchtrot in België.
29
Dr. Gottfried Lafer
[email protected]
Ervaringen met nieuwe bewaartechnologieën in Oostenrijk – Dynamische CA-bewaring en SmartFreshTM Info DCA or DCS DCA, Dynamic Controlled Atmosphere, en DCS, Dynamic Control System, zijn beide systemen waarbij het zuurstofgehalte in de cellucht wordt teruggebracht tot net boven de waarde waarbij alcoholvorming optreedt. Bij de DCStechniek wordt gedurende de eerste weken van de bewaring een aantal keren aan de hand van een monster gecontroleerd of er een begin van alcoholvorming in de appels aanwezig is. Als dit niet het geval is kan het zuurstofgehalte in de cellucht voorzichtig naar beneden worden gebracht. Bij beginnende alcoholvorming wordt het zuurstofgehalte iets verhoogd, om uiteindelijk op een stabiel niveau uit te komen, net boven de grens van alcoholvorming van de betreffende partij appels.
30
Na de introductie van de CA-bewaring in de jaren ‘50 zorgde de introductie van de DCA-bewaring en de toelating van 1-methylcyclopropeen (1-MCP, handelsnaam SmartFresh) voor een nieuwe reuzensprong in de bewaring van fruit. Met DCA-bewaring kan door het dynamisch aanpassen van de bewaarcondities aan de fysiologische toestand en de activiteit van de appels een verdere verbetering van de vruchtkwaliteit zonder aanvullende naoogstbehandelingen bereikt worden. Daarnaast kan de werkzame stof 1-MCP in SmartFresh uiterst effectief ethyleenvorming voorkomen en daardoor de rijping en veroudering van vruchten vertragen. De toepassing van SmartFresh is vooral vanwege de verbetering van de inwendige vruchtkwaliteit en voor het voorkomen van fysiologische bewaarafwijkingen hoogst interessant.
DCA-bewaring Bij de dynamische CA-bewaring (DCA) wordt het zuurstofgehalte in de cel stapsgewijs tot aan het anaërobe omslagpunt verlaagd en vervolgens gedurende de bewaring voortdurend aan de fysiologische toestand van de vruchten aangepast. Deze kritische zuurstofwaarde is geen vaste waarde, maar varieert afhankelijk van ras, rijpheidtoestand en bewaarduur van de vruchten tussen 0,3 en 0,6% O2.
Afb. 1. Bij de DCA-techniek wordt de fluorescentie van het chlorofyl in de vruchtschil door middel van een FIRM-sensor aan de hand van een monster van zes appels gemeten.. (Foto’s: Gottfried Lafer)
Met behulp van de zogenaamde Chlorofyl fluorescentiemeting is deze kritische zuurstofconcentratie zeer snel en zeer exact vast te stellen. Deze methode is gebaseerd op de meting van de fluorescentie van het chlorofyl (bladgroen) in de schil van de vrucht. Dit gebeurt met behulp van een
Afb. 2. Verloop van het fluorescentiesignaal gedurende de gehele bewaarperiode, van eind oktober 2007 tot half maart 2008.
De DCA-bewaartechniek is reeds met succes in het Noord-Italiaanse fruitgebied Südtirol geïntroduceerd. Verantwoordelijk voor de brede invoering van DCA in de praktijk in Südtirol is Angelo Zanella van het proefstation Laimburg. Na meerdere jaren wetenschappelijk onderzoek, gevolgd door vier jaar grootschalige praktijkproeven bij enkele coöperaties is in het bewaarseizoen 2006/’07 bij in totaal 81 bewaarcellen en in het seizoen 2007/’08 bij 120 cellen DCA-bewaring toegepast. In het bijzonder bij rassen die gevoelig zijn voor scald, zoals Granny Smith en Red Delicious, heeft de DCA-bewaring in Südtirol haar meerwaarde bewezen. Ook het uitstalleven na bewaring is met
DCA Bewaarproef Braeburn - Inwendig bruin 2007/08 6
12
CA 2 CA 1
6
DCA 2
6
52
2
40
6
24
30
DCA 1 0
10
20
30
klokhuisbruin
40
50
hol
60
70 [%]
vruchtvleesbruin
Afb. 4. Invloed van verschillende bewaartechnieken en pluktijdstippen op het optreden van inwendig bruin bij Braeburn.
Bewaarproef Braebum 2006/07 - hardheid 10 9,5
9,0 9 8,5
kg/cm2
FIRMTM-sensor (Fluorescence Interactive Response Monitor) aan de hand van een monster van zes appels (zie afbeelding 1). Als licht met een bepaalde golflengte in aanraking komt met het chlorofyl van de appel, zend het chlorofyl licht met een andere golflengte (fluorescentie) terug. Onder een voor de betreffende vrucht specifieke zuurstofwaarde is er een duidelijke stijging van het fluorescentiesignaal. Met deze informatie is het mogelijk de gassamenstelling in de cel dynamisch (DCA) aan de rijpheidtoestand, de jaarlijkse verschillen en de verschillen in herkomst aan te passen De zuurstofconcentratie in de cellucht wordt hierbij tot net boven het nog juist verantwoorde zuurstofniveau teruggebracht.
8
8,9 8,7
8,9
8,6
8,6
8,3 8,2
8,4 7,8
7,5
7,3
7 6,5 6
15.02.2007 26.06.2007 datum van analyse
06.07.2007
Afb. 5. Verloop van de hardheid van verschillend bewaarde Braeburn-appels in het bewaarseizoen 2006/’07.
Afb. 3. Braeburn is onder ULO-condities vanwege de gevoeligheid voor inwendig bruin moeilijk te bewaren.
DCA duidelijk beter, met name ten aanzien van de inwendige kwaliteit - hardheid en titreerbaar zuur - en vruchtrot. De DCA-techniek kan zeer interessant zijn als alternatief voor een chemische naoogstbehandeling in bijvoorbeeld de bewaring van biologisch geteelde Topaz.
Bewaarproeven bij Braeburn en Topaz De positieve ervaringen met de DCA-techniek in Südtirol hebben ertoe geleid dat veel proefstations in Europa de toepassing van DCA in het onderzoeksprogramma hebben opgenomen. Ook proefstation Haidegg in Steiermark, Oostenrijk,
houdt zich sinds 2006 bezig met DCA-bewaring en heeft voor dit doel zes fluorescentiesensoren aangeschaft. Het onderzoekswerk concentreerde zich in het seizoen 2006/’07 op het probleemras Braeburn. Dit ras is, zoals algemeen bekend, in de gewone ULO-bewaring vanwege de gevoeligheid voor inwendig bruin – vruchtvleesbruin, klokhuisbruin en hol - zeer lastig te bewaren (zie afbeelding 3). In het seizoen 2007/’08 werden ook het appelras Topaz en het perenras Uta, beiden biologisch geteeld, in het onderzoeksprogramma opgenomen. Daarnaast konden praktijkervaringen verzameld worden vanuit een grote praktijkproef op een handelsbedrijf. Samengevat de belangrijkste resultaten van de DCA-proeven bij Braeburn: • reductie van klokhuis- en vruchtvleesbruin met 30 tot 50%, afhankelijk van het pluktijdstip (zie afbeelding 4); • bij verkeerde sturing van de DCA-condities is ontstaan van alcoholschade mogelijk; • SmartFresh versterkt de inwendige bruinverkleuring, ook in combinatie met DCA; • betere inwendige kwaliteit tot het eind van de bewaarperiode; • geen invloed op het suikergehalte (°Brix);
Info DCA De DCA-techniek heeft hetzelfde doel als de DCS-bewaring, namelijk het zuurstofgehalte in de cellucht tot net boven de grens waaronder alcoholvorming optreedt in te stellen. Bij de DCA-techniek wordt aan de hand van een aantal monsterappels en met behulp van een sensor continu de chlorofylfluorescentie gemeten (zie artikel). De chlorofylfluorescentie heeft een relatie met het alcoholgehalte in de vrucht.
31
• geringe invloed op het zuurgehalte; • hogere hardheid van de vruchten, ook tijdens de uitstalperiode (zie afbeelding 5); • betrouwbaar betere beoordeling van de smaak in de DCA- en MCP-objecten. Naast Braeburn zijn ook DCA-bewaarproeven bij Topaz – het hoofdras in de biologische teelt in Oostenrijk- uitgevoerd. Biologisch geteelde Topaz is vanwege de gevoeligheid voor Gloeosporiumvruchtrot problematisch in de lange bewaring. Bovendien treedt bij een toenemende bewaarduur ook versterkt vruchtvleesbruin op. De proeven hadden als doel om het optreden van Gloeosporium en vruchtvleesbruin te verminderen om de bewaarbaarheid van Topaz te verlengen. De eerste proeven hebben volgende resultaten opgeleverd:
Afb. 7a. Topaz na ULO-bewaring.
De eerste proeven met DCA-bewaring bij Braeburn en biologische geteelde Topaz zijn zowel in kleine proefcontainers op het proefstation in Haidegg Bewaarproef Topaz - 2007/08
31,1
DCA
10,0
0
1,0
3,2 3,,2
72,3 72 2,3
28,0
20
40
60
80
100
Vruchtvleesbruin
Hol
SmartFresh in Oostenrijk Sinds 2004 wordt in Oostenrijk met succes SmartFresh in de praktijk toegepast. Met name de appelrassen Elstar, Gala, Golden Delicious en Jonagold
Afb. 7b. Topaz na DCA-bewaring.
• vermindering van klokhuis- en vruchtvleesbruin met circa 70% (zie afbeelding 6); • reductie van de bewaarverliezen door Gloeosporium met circa 20% (zie afbeelding 7 a+b); • betere inwendige kwaliteit tijdens de bewaring; • betere hardheid van de vruchten, ook tijdens de uitstalperiode; • suikergehalte wordt niet beïnvloed; • klein effect op het zuurgehalte.
CA
als in grote cellen op praktijkbedrijven zeer veelbelovend verlopen. Om deze reden bestaat bij de eigenaren van koelcomplexen een grote interesse in deze nieuw bewaartechniek. Naar verwachting zal het aantal cellen waar DCA-bewaring wordt toegepast de komend jaren duidelijk toenemen. Temeer daar het bij Braeburn vanwege de invloed op inwendig bruin en bij Topaz vanwege de toelatingssituatie niet mogelijk is om SmartFresh in te zetten ter verbetering van de bewaarbaarheid en de vruchtkwaliteit.
120
worden behandeld. Er is in de praktijk een duidelijke toename in de behandelde hoeveelheden te zien. In 2007 werd bij circa 25% van de in Oostenrijk bewaarde appels SmartFresh toegepast.
Invloed op de vruchtkwaliteit In alle proeven en praktijkbehandelingen gaf SmartFresh een significante verbetering van de hardheid van de appels. Dit positieve effect is al direct na de bewaring merkbaar, maar het effect is het grootst na een uitstaltijd van acht dagen bij 20°C (zie afbeelding 8). SmartFresh verbeterde de hardheid gemiddeld met 15 tot 20%, waarbij een duidelijke relatie met ras, rijpheidtoestand en bewaarduur vastgesteld kon worden. Naast de invloed op de hardheid vertraagde SmartFresh ook de daling van het zuurgehalte. Met SmartFresh behandelde appels hadden een gehalte titreerbare zuren dat 10 tot 15% hoger lag dan bij niet behandelde appels. Daarnaast remde SmartFresh de omslag in de grondkleur van groen naar geel duidelijk. Het suikergehalte daarentegen werd door toepassing van SmartFresh niet verbeterd.
Bewaarverliezen
klokhuisbruin
Afb. 6. Resultaten bewaarproef Topaz 2007/’08.
32
Al deze positieve invloeden leidden in de meeste gevallen ook tot een hogere waardering in smaaktesten (zie tabel 1). Een uitzondering vormde het ras Fuji, waarbij er geen betrouwbaar verschil was met
Bewaarproef Golden Del. Reinders - hardheid
onbehandeld, en te vroeg geplukte Golden Delicious, die vanwege een tekortschietende aromaontwikkeling bij de smaaktest duidelijk slechter dan de onbehandelde vruchten beoordeeld werden.
8,5 8,0 7,5 7,0
Invloed op bewaarafwijkingen
Samenvatting Met de introductie van nieuwe bewaartechnologieën kan de bewaarbaarheid en vruchtkwaliteit ten opzichte van de gewone CA- en ULO-bewaring betrouwbaar verbeterd worden. DCA-bewaring en de toepassing van SmartFresh stellen echter hogere eisen aan fruittelers en koelhuischefs. Dit vanwege de noodzaak het optimale pluktijdstip nauwkeurig vast te stellen, te zorgen voor een goede homogeniteit van de bewaarde partijen en een snelle vulling van de koelcellen. Daarnaast gaat DCA-bewaring gepaard met aanzienlijke extra kosten vanwege de installatie van scrubbers met een grotere capaciteit, die nodig zijn vanwege de aanvullende toevoer van stikstof, alsook door de zorgvuldige controle en sturing van de bewaarcondities. Niet gering zijn ook de kosten voor een SmartFresh-behandeling, die € 0,02 per kilo bedragen. Ondanks deze ho-
6,5
6,5 kg/cm2
Terwijl de meeste rassen uitgesproken positief op SmartFresh reageren, pakt de behandeling in het bijzonder bij Braeburn vanwege de sterke bevordering van vruchtvlees- en klokhuisbruin negatief uit. Uiterst positieve effecten zijn ook tegen scald waar te nemen. Zo kon bijvoorbeeld bij Granny Smith, zoals bekend een zeer scaldgevoelig ras, ook bij een lange bewaring tot juni het optreden van scald volledig voorkomen worden. Vruchten zouden langer hun natuurlijke weerstand tegen schimmels die vruchtrot veroorzaken behouden door vertraging van de veroudering na een SmartFresh-behandeling. Daarom is het door de inzet van SmartFresh mogelijk het optreden van Gloeosporium en ander vruchtrot, speciaal bij gevoelige rassen zoals Elstar, Rubens en Topaz (SmartFresh is in de biologische teelt niet toegelaten) te verminderen. Als negatief punt van de SmartFresh-toepassing moet de lichte bevordering van schilvlekjes bij gevoelige partijen Elstar genoemd worden. Ook bij Golden Delicious konden na lange bewaring tot juli of augustus soms schilbeschadigingen worden waargenomen. Op basis van opgedane ervaringen van de afgelopen jaren lijkt met SmartFresh behandelde Golden Delicious gevoeliger voor hoge CO2-concentraties te zijn. Dit is vooral het geval wanneer de cellen zeer snel, binnen één tot drie dagen, gevuld worden en de nog niet volledig afgekoelde vruchten met SmartFresh behandeld worden, waarna vervolgens de cel meteen op ULOcondities gebracht wordt. Na een lange bewaring tot juli of augustus waren dan vier tot vijf dagen na openen van de cel schilbeschadigingen te zien. Stapsgewijze inkoeling met een vertraagd instellen van de ULO-condities heeft in proeven en praktijksituaties tot minder van deze schade geleid.
7,2 6,8 6,3
6,1 6,0 5,5
6,2
6,2
5,8
5,5
5,7
5,0
CA 23.09.2003 CA 07.10.03 MCP 23.09.2003 MCP 07.10.03
4,5 4,0 3,5 Einlagerung
4,9
4,6
4,5
4,5
38057
38155
38169
Datum van analyse
Afb. 8. Invloed van SmartFresh op de hardheid van Golden Delicious.
Tabel 1. Smaakbeoordeling verschillende appelrassen met en zonder SmartFresh, na 240 tot 270 dagen ULO-bewaring, afhankelijk van het ras.
Ras
Pluktijdstip
Elstar Gala Rubens Golden Klon B Golden Reinders Fuji Kiku 8
26.08.2002 26.08.2002 10.09.2002 12.09.2002 12.09.2002 16.10.2002
Smaak zonder SmartFresh met SmartFresh 6.1 a 6.1 a 2.2 a 3.9 b 2.6 a 4.6 b 4.8 b 1.7 a 2.5 a 5.1 b 4.6 a 4.4 a
Getallen gevolgd door eenzelfde letter verschillen statistisch niet significant van elkaar. De berekening van de betrouwbaarheid vond alleen binnen het ras plaats (beoordeling 1= zeer slecht, 10 = zeer goed).
gere kosten hebben beide technieken reeds een brede toepassing in de praktijk gekregen, omdat de voordelen met betrekking tot de verbetering van de bewaarbaarheid en vruchtkwaliteit duidelijk zwaarder wegen.
Auteur: Dr. Gottfried Lafer Versuchsstation für Obstund Weinbau Haidegg A-8047 Graz E-Mail:
[email protected]
Literatur Streif J., McCormick R., Neuwald D., 2008. Haltbarkeit und Fruchtqualität durch Fortschritte in der Lagertechnik verbessern: ULO pur, DCA oder MCP. Teil 1: Besseres Obst 8, 9 − 11. Teil 2: Besseres Obst 9, 10 − 12. Lafer G., 2008. Die Fruchtqualität erhalten durch dynamische CA-Lagerung. Besseres Obst 9, 17 − 20. Gasser F., Höhn E., 2007. Dynamische CA-Lagerung − Versuchsresultate und Vergleich mit MCP. Vortrag im Rahmen des Interreg IIIA Projektes in Ravensburg am 16.08.2007. Zanella, A., Cazanelli, P., Panarese, A., Coser, M., Cecchinel, M. and Rossi, O. 2005. fluorescence response to low oxygen stress: Modern storage technologies compared to SmartFresh treatment of apple. Acta Hort. 682: 1535−1542. Zanella A., 2004. Dynamische CA-Lagerung und Anwendung von SmartFresh. Besseres Obst 9, 11-13
33
Gerard Poldervaart
[email protected]
Met de machine van Greefa kan één persoon zeven tot acht zakjes appels per minuut vullen.
Arbeid besparen door machinaal zakken te vullen De Engelse supermarkten verkopen veel appels in zakjes van 1 of 1,5 kilo. De grote pakstations gebruiken volautomatische zakkenvulmachines, die de appels tellen en wegen. Echter, dergelijke machines zijn voor de kleinere pakstations vaak te duur. Tijdens de National Fruit Show eind oktober, een fruitteeltbeurs in het Engelse Kent, presenteerden diverse leveranciers vulmachines die wél interessant zijn voor de kleinere pakstations. De grote pakstations beschikken over volautomatische machines om appels in zakjes te verpakken. Deze machines tellen en wegen de appels en zijn zo in te stellen dat nagenoeg exact het juiste gewicht in de zakjes terechtkomt. Machinaal worden de zakjes gesloten en van een sticker voorzien. Mensenhanden komen er nauwelijks nog aan te pas. Vanwege de prijs, circa € 200.000,- per stuk, zijn deze machines voor de kleinere pakstations vaak niet rendabel. Leveranciers van sorteer- en verpakkingsapparatuur signaleerden bij kleinere pakstations een behoefte aan kleinere zakkenvulmachines. Maf Roda, Greefa en Burg’s Machinefabriek presenteerden dergelijke machines op de beurs.
Zakje openblazen Alle drie de zakkenvulmachines wegen de appels niet, maar tellen met een fotocel het aantal appels. Het gewenste aantal vruchten per zak is vooraf in te stellen. Om zo weinig mogelijk gewichtsverlies te hebben moeten de appels dus zeer nauwkeurig gesorteerd zijn. Bij de machines van Greefa en Maf Roda blaast een straal lucht de nieuwe zak open, waarna die door twee stalen beugels wordt opengehouden. De volle zakken moeten handmatig van de machine worden gehaald, dichtgemaakt en van een sticker worden voorzien. De appels rollen in de zakjes waardoor mogelijk wat butsen zouden kunnen ontstaan. Beide machines zijn op de uitgang van de bestaande sorteerlijnen aan te sluiten.
Voorzichtig neergelegd De vuller van Burg’s Machinefabriek laat de appels niet in de zak rollen, maar ‘legt’ als het ware de appels in de zakjes. Een ander verschil is dat de machine de zakken zelf sluit, er een sticker opplakt en de volle zak in een krat of doos plaatst. De machine van Burg vraagt vanzelfsprekend minder personeel dan de machines van Greefa en Maf Roda. Dit komt ook in de prijs tot uitdrukking.
Kosten De machine van Burg kost rond de € 55.000,- exclusief btw. Die van Greefa rond de € 7.000,-. De verkoper van Maf Roda wilde geen prijzen noemen. Met de Greefa-machine kunnen door één persoon zeven tot acht zakken per minuut worden gevuld, meldde een vertegenwoordiger van het bedrijf. Bij het vullen van zakjes met de hand zou de arbeidsprestatie op drie zakken per minuut liggen. De volautomatische machines voor de grote pakstations vullen twintig zakken per minuut. De machine van Burg’s Machinefabriek sluit de zakjes en plakt er een sticker op. Foto’s: EFM
34
Gebr. Bonenkamp b.v.
EEN BEGRIP ALS HET OM KWALITEIT GAAT
IJsselstein/Tiel – Holland
Vruchtboomonderstammen
(+31) 30 688 0 999
(+31) 65 493 0 408
Fruitbomen Rozenonderstammen Rozen Kleinfruitgewassen
Diverse Fendt smalspoor occasions Used Fendt Specialty tractors Gebrauchte Fendt Schmalspurtraktoren
www.gebrbonenkamp.nl
Lindeweg 24 8315 RD LUTTELGEEST Telefoon +31(0)527 202 377 Fax +31(0)527 202 604 E-mail
[email protected] Web www.fairplant.nl
Heesters Bos- en Haagplantsoen Laanbomen Naaldhout en Coniferen
Europa‘s meest gevraagde nieuwe ras met ingebouwde kleurgarantie Voor meer informatie:
www.redjonaprince.nl P.O. Box 2711, 6030 AA NEDERWEERT – HOLLAND Phone: +31 – (0)495 – 632793, Fax: +31 – (0)495 – 632128 E-mail:
[email protected], Internet: www.redjonaprince.nl
De lekkerste appels groeien onder de Hongaarse zon Hoog suikergehalte • Hoge hardheid • Mooie kleur • Prima smaak Dankzij het ideale Hongaarse klimaat en de vruchtbare grond gelegen in het prachtig nationaal park Balaton – Felvidéki Nemzeti! Wij leveren uit eigen productie en middels een moderne intensieve appelteelt onder andere: Gala, Braeburn, Fuji, Idared, Golden Delicious, Jonagold, Granny Smith, Jonagored. Afhankelijk van het assortiment kunnen wij ook vele soorten peren en andere appelrassen leveren. Door eigen moderne sorteer- en verpakkingsfaciliteiten kan worden voldaan aan bijna alle verpakkingswensen van klanten, fruithandelaren en supermarktketens. Vanzelfsprekend wordt hierbij geheel voldaan aan de HACCP- en GLOBALGAP-voorschriften en kan een afschrift van deze certificaten op verzoek worden verstrekt. Tevens wordt door de eigen ULO koel- en bewaartechnologie de productkwaliteit het jaar rond gegarandeerd.
Meer weten? Bel +36 (83) 370 148 www.almakuti.com
[email protected]
Productie- en marktontwikkelingen NEDERLAND: MINDER NIEUWE RASSEN
Tabel. Het areaal (in ha) en de areaalontwikkeling van nieuwe rassen in Nederland
Nederlandse fruittelers hebben in 2008 minder nieuwe rassen geplant dan in het jaar ervoor. Dit blijkt uit gegevens die het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) enkele weken geleden bekendmaakte. In de winter van 2007/’08 werd 224 ha van de drie nieuwe rassen Kanzi, Junami en Rubens geplant. Het jaar ervoor was dat nog 345 ha. In totaal stond er vorig jaar in Nederland 934 ha Kanzi, Junami en Rubens (zie de tabel).
Ras Junami Kanzi Rubens
2004 0 8 0
2005 26 51 31
2006 101 192 72
2007 259 306 145
2008 363 381 190
Totaal waarvan nieuw geplant
8
108
365
710
934
8
100
257
345
224
Bron: CBS
POLEN: WEINIG FRUIT VIA SUPERMARKTEN
NIEUWZEELAND: STERKE GROEI AREAAL JAZZ
In Polen wordt nog relatief weinig fruit via supermarkten verkocht. Naar schatting van de Poolse fruitteeltspecialist Eberhard Makosz wordt een kwart van alle appels via dit kanaal verkocht. Van andere fruitsoorten, zoals peren, kersen, aardbeien en frambozen, wordt een nog kleiner aandeel via supermarkten verkocht. Wel ziet Makosz een tendens dat steeds meer fruit via supermarkten verkocht wordt, ten koste van bijvoorbeeld weekmarkten en groenten- en fruitwinkels.
Jazz is hard op weg om na Breaburn en Gala het belangrijkste ras in Nieuw-Zeeland te worden. De afgelopen jaren is het areaal sterk gegroeid en in 2007 bedroeg dit 577 ha. Het nagestreefde areaal bedraagt 1.100 ha, ofwel 12% van het totale Nieuw-Zeelandse appelareaal. Op dit moment is Jazz het vierde appelras met een net iets kleiner areaal dan Fuji, maar groter dan Pacific Rose en Cripp’s Pink. Jazz is populair bij de Nieuw-Zeelandse telers vanwege de goede prijzen die het
ras opbrengt. Voor de oogst 2007 ontvingen de telers een nettoprijs van $ 0,66 per kilo, tegen respectievelijk $ 0,19 en $ 0,25 voor Braeburn en Gala. De hoge prijs maakt het interessant om Jazz te telen, ondanks de lagere productie en kleinere vruchtmaat. Het productieniveau van Jazz ligt in Nieuw-Zeeland 30 tot 35% lager dan dat van Braeburn en 20% lager dan dat van Gala. De maat is kleiner dan, of in het gunstigste geval gelijk aan die van Gala. Zelfs in het warme Nieuw-Zeelandse klimaat zijn veel vruchten kleiner dan 70 mm. Het pluktijdstip van Jazz ligt zeven tot tien dagen voor dat van Braeburn.
DUITSLAND: RED JONAPRINCE POPULAIR IN NOORDDUITSLAND In het Noord-Duitse fruitteeltgebied Das Altes Land is de Jonagold-mutant Red Jonaprince erg populair, meldt adviseur Wouter van Teeffelen van WTE-Fruitadvies in zijn elektronische nieuwsbrief. Volgens een woordvoerder van de afzetorganisatie Elbe-Obst planten telers dit plantseizoen volop Jonagold en is meer dan 90% hiervan de donkere mutant Red Jonaprince. Red Jonaprince combineert voor de teler de voordelen van een hoog percentage topkwaliteit met een gemakkelijk pluk. Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij Braeburn. Braeburn wordt in Das Alte Land in vergelijking met bijvoorbeeld Nederland en België veel geplant en daar gaat het bij een zeer groot deel van plantbomen om de donkere mutant Maririred. Red Jonaprince wordt in Das Alte Land veel geplant.
36
Foto: EFM
Telers informeren telers 21 BIJENKASTEN OP 2 HECTARE Roland Schmitz-Hübsch uit het Duitse Bornheim-Merten heeft 2 hectare kers in het vierde groeijaar. Op het perceel staan dertien rassen variërend in rijpingstijd van vroeg (Earlise) tot laat (Sweetheart). Het perceel is zo ingericht dat van elk ras maximaal twee rijen naast elkaar staan. Daarnaast grenst elk ras aan twee verschillende bestuiverrassen. Voor de zwak groeiende rassen als Earlise, Samba, Skeena en Sweetheart is bij de aanplant gekozen voor de onderstam Gisela 5. Bij de sterker groeiende rassen als Burlat, Bellise, Kordia en Regina is dit Gisela 3. Op de zeer goede grond (100 bodempunten*) rond het dorp Merten groeien zelfs de bomen op Gisela 3 nog te sterk. Schmitz-Hübsch heeft daarom afgelopen maart de wortels van de gehele aanplant met een schuin mes afgesneden. Daarbij viel het hem op dat bij de bomen op Gisela 5 veel dikke wortels werden doorgesneden, terwijl er bij Gisela 3 op de plaats waar het mes door de grond werd getrokken alleen dunne wortels zaten. “Bij Gisela 5 zag je de bomen even schudden als je er met het mes langsreed. Bij Gisela 3 zag je en voelde je niets”, aldus de teler.
WORTELSNOEI IN TWEEDE JAAR De broers Wimco en Maurits van de Water van het bedrijf Van de Water Fruit bv uit de dorpen Beesd en Rhenoy, vlak bij Geldermalsen in Nederland, hebben in 2007 een stuk grond van 10 hectare gekocht en dat in het voorjaar van 2008 ingeplant met het perenras Sweet Sensation. De goed vertakte éénjarige bomen zijn opgekweekt in Italië en zijn op een afstand van 3,00 x 0,50 m ge-
plant. De bomen staan op ruggen en zijn voorzien van fertigatie. Het eerste groeijaar hebben de bomen vooral in de kop gegroeid met als resultaat vijf tot tien eenjarige zijscheuten. De broers Van de Water zijn van plan de lichtste scheuten te laten staan en deze knoppen te laten maken. Begin maart zijn de bomen met een schuin mes aan één kant gewortelsnoeid.
“Doordat we goed vertakte bomen geplant hebben op 50 cm hoeven de bomen niet veel meer te groeien. Met wortelsnoei willen we bereiken dat de bomen knoppen maken en nog een klein beetje groeien”, licht Maurits van de Water het besluit om de bomen al het tweede groeijaar te wortelsnoeien toe.
De wortels van de bomen bij de broers Van de Water zijn begin maart met een schuin mes aan één kant gesneden. Foto’s: EFM
37
Wereldnieuws SÜDTIROL: HOGE PRIJZEN IN 2007 Fruittelers in het Noord-Italiaanse Südtirol hebben voor de appels van de oogst van 2007 gemiddeld 47,8 cent per kilo van de coöperatie ontvangen. Dat is 26% meer dan de prijs die de telers voor de oogst van 2006 ontvingen. Dit meldt het Raiffaisenverband Südtirol. De uitbetaalprijs is een nettoprijs, waar de kosten voor koeling, sortering en verkoop niet meer van afgetrokken hoeven te worden. De prijs is berekend over alle aan de coöperatie geleverde kilo’s, dus inclusief klasse-2-appels. Cripp’s Pink (Pink Lady) was veruit het best betaalde ras. Het verschil met Golden Delicious en Fuji was meer dan 20 cent per kilo. Het appelareaal en de productie in Südtirol groeien nog steeds, terwijl in diverse andere teeltgebieden in Europa het areaal terugloopt. In 2007 is meer dan 900.000 ton fruit via de coöperaties verkocht. Dit is 6,6% meer dan in het jaar ervoor.
DUITSLAND: MINDER EN GROTERE BEDRIJVEN Het aantal fruitbedrijven in het grootste fruitgebied van Duitsland – Das Alte Land in het noorden – is in 15 jaar tijd gehalveerd. Volgens de vijfjaarlijkse tellingen van het areaal waren er in 1992 in Das Alte Land 1.500 fruitbedrijven. In 2007 waren dat er nog maar 769. De oppervlakte fruit is in diezelfde periode met ‘slechts’ 734 hectare afgenomen. In 2007 telde de fruitstreek in totaal 9.491 hectare appel, peer, kers, pruim en kwets. Net als in diverse andere fruitgebieden worden de overblijvende fruitbedrijven in Das Alte Land steeds groter. In 1997 was de gemiddelde oppervlakte van een fruitbedrijf 8,15 hectare. 10 jaar later was dat al toegenomen tot 12,15 hectare per bedrijf. Appel is veruit het belangrijkste fruitgewas, met 88,1% van het areaal, gevolgd door zoete kers met 5,7%. Het areaal peer stelt niet veel voor: 3,4% van het areaal wordt door de perenteelt in beslag
genomen. Pruim en kwets zijn goed voor 2,6% en zure kers voor 0,2%. Belangrijkste appelrassen zijn Jonagold en zijn mutanten met 32,6% van het appelareaal, gevolgd door Elstar met 29,5%. Opvallend is dat het aandeel Braeburn is toegenomen tot 5% van het appelareaal.
DUITSLAND: ARBEIDSKRACHTEN In de Duitse land- en tuinbouw is de groep seizoenarbeiders uit Roemenië en Bulgarije groeiende, terwijl het aantal Polen, Kroaten en Slowaken daalt. Volgens de laatste gegevens van het Bundesagentur für Arbeit, zijn er tot en met juli 2009 zo’n 71.000 Roemenen aan het werk in de agrarische sector. Dit is 30% van het totale aantal buitenlandse seizoenarbeiders en 14.700 meer dan in 2008. Poolse arbeiders vormen met 61% van het totaal nog steeds de grootste groep. In 2008 kwam nog 67% van de arbeiders uit Polen en 25% uit Roemenië. Het aantal arbeidskrachten uit Bulgarije is met 2.000 nog niet groot, maar dit aantal stijgt snel.
FRANKRIJK: NETTEN TEGEN INSECTEN In Zuid-Frankrijk experimenteren biologische en gangbare fruittelers volop met netten om hun boomgaard tegen insecten te beschermen. Appel- en pruimenbeplantingen met hagelnetten worden verder ‘ingepakt’ door zowel aan de zijkanten als aan het einde van de rijen insectennetten te monteren. Op deze manier wordt het invliegen van insecten als fruitmot en perzikbladroller voorkomen. De perzikbladroller (Cydia Molesta) komt ook in de appelteelt steeds vaker voor. Bij nieuw te bouwen hagelnetconstructies wordt ook de wendakker ‘ingepakt’. Dat is om te voorkomen dat er tijdens werkzaamheden als spuiten of maaien aan het einde van iedere rij een net opgetild moet worden. Bij bestaande hagelnetten hebben enkele telers een constructie gemaakt waarbij het mogelijk is om het net over de hele breedte van het perceel op te rollen. (Hans Scholten, consultant in Frankrijk,
[email protected])
38
Boomgaarden in Zuid-Frankrijk zijn voorzien van netten om de appels tegen insecten te beschermen. Foto: Hans Scholten
Wereldnieuws DUITSLAND: NIEUWE PERENRASSEN UIT GEISENHEIM Duitsland staat nu niet bepaald bekend als land waar veel peren worden geteeld. Toch zijn er de afgelopen jaren meerdere veredelingsprogramma’s geweest waarin ook aan veredeling van nieuwe perenrassen werd gedaan. Een van die programma’s was opgezet door professor Jacob van de Forschungsanstalt Geisenheim. De veredeling is inmiddels gestopt, maar uit de laatst uitgevoerde kruisingen komt wellicht nog een interessant nieuw perenras naar voren. Professor Jacob is vooral bekend vanwege zijn werk als veredelaar van kwetsenrassen. Een groot aantal nieuwe rassen is de afgelopen jaren op de markt gebracht en op fruitbedrijven geplant. Alle kwetsenrassen die beginnen met Top, zoals Topper, Tophit plus, Topstar plus en Topgigant, komen uit het Geisenheimer veredelingsprogramma. Naast pruim veredelde Jacob ook mirabel, zure kers, appel, walnoot en, zoals eerder genoemd, peer. Drie van de door Jacob veredelde perenrassen worden op dit moment verder getest en beoordeeld op geschiktheid. De eerste selectie, een kruising tussen Williams en Conference, heeft de naam Jaco meegekregen. Jaco rijpt in MiddenDuitsland eind september, zou goed bewaarbaar zijn en goed smaken. Het tweede ras, Bronzet, is een kruising tussen Williams en Tongern. Zoals de naam al doet vermoeden, heeft de vrucht een goudbruin uiterlijk. Bronzet rijpt in dezelfde periode als Jaco, eind september, en is ook goed bewaarbaar. De vruchten zijn groter dan die van Jaco, waardoor dunning niet nodig is. Het derde ras draagt de naam Schöne Helene en is een kruising tussen Conference en Bonne Louise. Dit ras rijpt een maand eerder dan Jaco en Bronzet. Tijdens een bezoek aan de Forschungsanstalt Geisenheim, eind juli, lieten de drie rassen een goede indruk achter wat groei, vruchtmaat en productiviteit betreft. De smaak en bewaarbaarheid konden op dat moment uiteraard niet worden beoordeeld.
Schöne Helene is een van de rassen uit het veredelingsprogramma van professor Jacob in Geisenheim. Foto’s: EFM
DUITSLAND: KRUISING TUSSEN PEER EN NASHI Kruisingen om nieuwe rassen te ontwikkelen worden meestal binnen dezelfde fruitsoort gedaan. Wereldwijd zijn er vele veredelingsprogramma’s die binnen de Europese peer (Pyrus communis) of binnen de soort nashi (Pyrus pyrifolia) naar nieuwe rassen zoeken. Technisch is het echter ook heel goed mogelijk om de Europese peer met de nashi te kruisen. Op deze manier kunnen de typische eigenschappen van beide soorten in één ras bij elkaar worden gebracht. Professor Jacob heeft in de tijd dat hij als veredelaar actief was bij het Duitse Forschungsanstalt Geisenheim, ook dergelijke kruisingen gedaan. Op dit moment wordt een van de nakomelingen uit een kruising tussen de peer Harrow Sweet en de nashi Niiseiki beoordeeld op geschiktheid voor de commerciële teelt. De kruising heeft het nummer BN 49-30 en heeft het uiterlijk van een gewone peer.
39
Onderzoeksnieuws MODEL OM RUI TE VOORSPELLEN Onderzoeker Duane W. Greene van de Universiteit van Massachusetts (Verenigde Staten) heeft een methode ontwikkeld om de junirui van appels te voorspellen op het moment dat de vruchtjes nog maar 10 tot 12 mm groot zijn. De methode wordt dit jaar door de proeftuin Schlachters aan de Bodensee in Zuid-Duitsland getoetst. Dat meldt het publicatieblad van de Fachhochschule Weihenstephan. Het idee achter het model van Greene is dat vruchtjes die in groei achterblijven, bij de junirui van de boom zullen vallen. Om de junirui te kunnen bepalen worden bij vier bomen zes tot acht bloemclusters gemerkt en de vruchtjes genummerd. Kort na de bloei, als de vruchtjes een diameter van 4 tot 7 mm hebben, wordt de maat van ieder vruchtje apart gemeten. Een week later wordt dit herhaald. Volgens Greene zullen vruchtjes die ten opzichte van de gemiddelde vruchtgroei minder dan de helft zijn gegroeid, afvallen. Als de vruchtjes in een week gemiddeld 6 mm zijn gegroeid, zullen dus alle vruchtjes die maximaal 3 mm in maat zijn toegenomen, van de boom vallen.
GEBARSTEN KERSEN IN TUNNEL Een regenkap of een plastic tunnel kan niet garanderen dat er helemaal geen kersen barsten. Op een klein proefperfperg van ceel van kersenspecialist Greg Lang de Michigan State University in de Verenigde Staten bleek ook in een plastic stic ertunnel een groot gedeelte van de kersen te barsten. Na een week waarin in totaal 100 mm m regen viel, was van de niet-overkapte Lapins- en Rainier-vruchten respectievelijk 91% en 89% gebarsten. Echter ook in de tunnel was het aandeel gebarsten kersen groot: 32% bijj Lapins en 60% bij Rainier. Lang verrklaart dit als volgt: water dat van de tunnel is afgespoeld, is bij de wortels els
40
gekomen en vervolgens door de bomen opgenomen. In de dagen na de neerslag waren de temperatuur en luchtvochtigheid hoog en konden de bladeren het opgenomen water niet verdampen. Als gevolg daarvan is het opgenomen vocht naar de vruchten gegaan.
KERSEN IN TUNNELS Het rendement van de kersenteelt in een tunnel of kas hangt voor een groot deel af van de productie die gehaald kan worden.
In een experimentele tunnelkas van Greg Lang van de Michigan State University in de Verenigde Staten zijn boven de bomen sproeiers aangebracht waarmee ook gewasbeschermingsmiddelen worden toegediend. Op deze manier zijn geen paden in de tunnel nodig om met een tractor met spuit te kunnen rijden. De relatief dure ruimte in de tunnel wordt dus beter benut en grotere producties zijn mogelijk.
SCHILVLEKJES EN GA 4/7 Telers van Elstar zijn ook in het afgelopen bewaarseizoen geconfronteerd met een grote aantasting door schilvlekjes. De precieze oorzaak van het probleem is helaas nog steeds niet achterhaald. Wel is duidelijk dat, net als bij vruchtverruwing, scheurtjes in de vruchtschil een rol spelen. Scheurtjes die in de periode tot zes à acht weken na de bloei ontstaan, zijn later zichtbaar als verruwing. Scheurtjes die in juli en augustus ontstaan, zijn waarschijnlijk later zichtbaar als schilvlekjes. De onderzoeksafdeling van de Nederlandse AFSG heeft onderzocht of met GA 4/7 of Platina (Plato) scheurtjes in de schil en daarmee schilvlekjes zijn te voorkomen. Eén bespuiting met 1 liter GA 4/7 op 27 augustus kon de hoeveelheid schilvlekjes met ongeveer 16% verminderen. Dit zelfde resultaat werd bereikt met drie keer 0,5 liter GA 4/7 op 9, 16 en 27 augustus. Platina had geen effect op schilvlekjes. Het onderzoek was uitgevoerd op initiatief van de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) en was gefinancierd door het Productschap Tuinbouw (PT). Schilvlekjes bij Elstar. Foto: EFM
Partner in Quality and Reliability Specialties: s Aporo® Mariri Red Brookfield® Baigent
Van Arkel Fruit- & Sorteerbedrijven Fruitstation Marius van Arkel – Eck & Wiel Fruitstation Janny van Arkel – Buurmalsen Fruitstation Marina van Arkel – Eck & Wiel
• Het hele jaar Nederlands Fruit • Alles ULO-bewaring • Levering aan groot- en kleinhandel in Nederland, Duitsland en België
Kanzi® Nicoter Contact:
Greenstar® Nicogreen Sweet Sensation®
Marius van Arkel Pr. Beatrixsstraat 41 NL-4024 HL Eck & Wiel Nederland
Telefoon: Telefax: Mobiel:
+31 (0)344 693392 +31 (0)84 2262961 +31 (0)6 22940413
E-Mail:
[email protected]
Red Jonaprince Wilton’s®
Botden & van Willegen bv Fruittrees www.botden.com
Platina • Optimale vruchtdunning bij appel én peer
• Dikkere en gladdere peren
• Betere vruchtmaat
• Tegen het barsten van zoete kersen
• Tegen vruchtverruwing
• Ieder jaar voldoende peren
• Voor een betere kwaliteit
• Ideaal na nachtvorst en bij slechte bloei
Enkel te gebruiken in landen waar het product toegelaten is. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing op het etiket. Globaryll 100 bevat 100 g/l 6-benzyladenine; GIBB Plus bevat 10 g/l GA4/7; GIBB 3 bevat 10% GA3
GLOBACHEM NV Leeuwerweg 138 • 3803 Sint-Truiden • België Tel. +32 (0)11 78 57 17 • Fax +32 (0)11 68 15 65 E-mail:
[email protected] Web: www.globachem.com
Nieuwe producten PINK LADY VAN HET NOORDEN
Maribelle geen clubras is, hebben inmiddels diverse handelsbedrijven interesse in het ras getoond. De productie van Maribelle is nog beperkt. De Sonnaville zelf heeft 1 hectare in het derde groeijaar. In het voorjaar van 2009 zijn op andere bedrijven in totaal 7.000 bomen geplant en in het seizoen 2009/2010 komen daar nog eens 58.000 bomen bij. “Hoeveel er daarna geplant gaat worden hangt af van de vraag”, laat boomkweker Van Ingen weten. Behalve bij enkele telers staat Maribelle op een groot aantal proeftuinen in Europa.
De Pink Lady van het noorden, zo wordt het nieuwe appelras Maribelle ook wel genoemd. De inmiddels overleden privéveredelaar Piet de Sonnaville kruiste zo’n twintig jaar geleden het appelras Meiprinses met Gloster. De appel die daaruit voortkwam, kruiste hij vervolgens met Elstar. Een van de nakomelingen uit die kruising wordt nu door zoon Ben de Sonnaville onder de naam Maribelle op de markt gebracht, in samenwerking met Jan van Ingen van Boomkwekerij van Rijn en Mathieu Gremmen. Vanwege de rozerode blos heeft Maribelle qua uiterlijk wel wat weg van een Pink Lady-appel. Maribelle is een ‘fruittelervriendelijke’ appel. Het ras kent een grote productie, een goede vruchtmaat, een makkelijke kleuring, een grote pack-out en is weinig gevoelig voor ziektes. “Maribelle heeft een frisse smaak, een goede zoet-zuurbalans, een suikergehalte van rond de 14ºBrix en een hardheid van 7 tot 8 kg/cm2 én is knapperig”, vat Gremmen de eigenschappen van Maribelle samen. De appels, die in dezelfde tijd als Golden Delicious en Jonagold worden geplukt, zijn lang te bewaren. Anders dan de meeste nieuwe appelrassen komt Maribelle niet onder een strak geleid clubconcept, maar als een vrij te telen en af te zetten ras op de markt. De initiatiefnemers achter Maribelle willen echter wel de afzet ondersteunen en coördineren. Omdat
Maribelle heeft een rozerode blos.
Foto’s: EFM
25 JAAR GARANTIE OP HOUTEN PALEN Tanalith is een relatief nieuw middel om houten palen te impregneren. Tijdens de Apfeltag in Klein-Altendorf (Duitsland) bracht onderzoeker Achim Kunz dit product onder de aandacht van de
De bedrijven PWO Robert Lindner en Brändlin geven garantie op palen die met Tanalith zijn geïmpregneerd.
42
bezoekers. In Duitsland is het gebruik van fluorhoudende zouten voor het impregneren van houten palen sinds 2008 verboden. De verwachting is dat binnen enkele jaren ook impregneermiddelen die chroomhoudende zouten of creosootolie (teerolie) bevatten, worden verboden. Palen die zijn verduurzaamd met Tanalith, zijn sinds twee jaar in Duitsland op de markt. In Groot-Brittannië zijn dergelijke palen al veel langer in gebruik. Tanalith bestaat uit koperzouten, triazolen (fungicide) en waterafwerende additieven. Palen die met dit middel zijn geïmpregneerd, zouden een veel langere levensduur hebben dan palen die met de tot nu toe gebruikte middelen zijn behandeld. In Duitsland geven twee leveranciers zelfs een garantie van 25 jaar op met Tanalith geïmpregneerde palen. De eerste is de firma PWO Robert Lindner, die met Tanalith bewerkte palen van Duits grenenhout levert. De firma hanteert hierbij een gestaffelde garantie: vanaf het 11e tot en met het 25e jaar daalt de vergoeding die zij betaalt voor slechte palen van 100 tot 15%. De firma Brändlin levert met Tanalith verduurzaamde palen van Scandinavisch grenen voor de bouw van hagelnetconstructies. Volgens het bedrijf blijven deze palen 30 jaar goed. Brändlin geeft een volledige garantie van 25 jaar.
Agenda und Aktivitäten / Agenda en activiteiten / Agenda and activities Gleisdorfer Bioobstbautage 2009
International Fair of Fruit Agrotechnology
Land: Österreich Sprache: Deutsch Datum: 15. und 16. Dezember 2009 Lokation/ Ort: Fachschule für OBST-Wirtschaft und EDV Technik in Gleisdorf Info: www.fachschule-gleisdorf.at Anmeldung: bis 30. November 2009 bei
[email protected] Kosten: € 60,-
Country: Language: Date: Location: Info
Kernobstseminar Land: Österreich Sprache: Deutsch Datum: 17. Dezember 2009 Lokation/ Ort: Fachschule für OBST-Wirtschaft und EDV Technik in Gleisdorf Info: www.lfi.at Anmeldung: zentrale@lfi-steiermark.at Kosten: € 35,-
Fructura Vakbeurs voor hard- en zachtfruit Land: Datum: Locatie:
België 18 - 20 december 2009 Belgische Fruitveiling (BFV) Montenakenweg 82, 3800 Sint-Truiden Organisator: Fruittelers Zuid-Limburg vzw en Groene Kring Fruittelers Zuid-Limburg Info: www.fructura.be
Bundesseminar Kernobst Land: Deutschland Sprache: Deutsch Datum: 05-01-2010 bis 07-01-2010 Lokation/ Ort: Andrea Hermes Akademie In der Wehrhecke 1 53126 Bonn-Röttgen Info www.dlr-rheinpfalz.rlp.de Anmeldung: DLR Rheinpfalz / KoGa E-Mail:
[email protected]
Agrosimex 2010 Country: Language: Date: Location: Info
Poland Polish 6 and 7 January 2010 EXPO-center XXI, ul. Pradzynskiego 12/14 Warschau. www.agrosimex.pl
Poland Polish 15 and 16 January 2010 Warsaw http://www.mtas.pl/index.php?sLang=en
Sandomierz 2010 Country: Language: Date: Location: Info
Poland Polish 26 and 27 January 2010 Sandomierz (PL) www.spotkaniesadownicze.pl
Fruit Logistica 2010 Land: Datum: Zeit: Ort: Programm: Veranstalter: Info
Deutschland 3. bis 5. Februar 2010 Alle Tagen 09.00 – 18.00 Uhr Messe Berlin, Messedamm 22, 14055 Berlin unter www.fruitlogistica.de Messe Berlin www.fruitlogistica.de
Norddeutschen Obstbautagen 2010 Land: Datum: Ort: Programm:
Deutschland 10. und 11. Februar 2010 Schützenhofstraβe in Jork Fachausstellung von Maschinen und Geräten für den Obstbau Veranstalter: OVR Altes Landes, OVB Jork, LNK Stade Info: www.ovb-jork.de
Fruchtwelt Bodensee 2010 Land: Datum: Ort: Info:
Deutschland 19. - 21. Februar 2010 Messe Friedrichshafen www.fruchtwelt-bodensee.de
Intervitis-Interfructa 2010 Land: Datum: Ort: Programm: Info:
Deutschland 24. bis 27. März 2010 Messe Stuttgart Technologiemesse für Wein, Obst, Fruchtsaft und Spirituosen www.intervitis-interfructa.de
Steirische Obstbautag Land: Österreich Sprache: Deutsch Datum: 13. Januar 2010 Lokation/ Ort: LVZ Haidegg
SIVAL Angers Country: Date: Location: Program: Info:
France 12 – 14 january 2010 Parc des Expositions, route de Paris, Angers Trade fair for equipment and techniques in viticulture, horticulture, arboriculture and vegetable crops www.sival-angers.com Fruchtwelt Bodensee (D)
43
www.fruitmagazine.eu
Powerflex- Foliensystem Regenschutz Blütenfrost Winterfrost Sonnenschutz Ernteverfrühung bzw. -verspätung Pflanzenschutz usw. Das Powerflex-Foliensystem kann in Verbindung mit Hagelschutznetzen montiert werden, wobei das Öffnen und Schließen von Folie und Netz völlig voneinander unabhängig ist
www.fruitsecurity.com
>7=;B 8;I9>7:?=J KMEE=IJL7D L7D:77=;DCEH=;D$
8;I9>;HCKMEE=IJC;J:; D?;KMIJ;L7B;DJ;I?AKHE EL;HA7FF?D=IOIJ;C;D$ LEEHC;;H?D<EHC7J?;0
L7B;DJ;:;7B;H ;$>[hc[di8$L$ J[b0&&)'&*,#*(.&),*%&&)'&,#+),-*(-/#_d\e6[^[hc[di$db
Onze aanbevelingen voor uw volgende kersenaanplanting
Hierbij nodigen we u uit om de grootste Poolse fruitteeltbeurs AGROSIMEX 2010 te bezoeken en deel te nemen aan de bijbehorende conferentie. AGROSIMEX 2010 wordt gehouden op 6 en 7 januari 2010 in het EXPO-centrum XXI, ul. Prdzyskiego 12/14 in Warschau-Polen.
Samba® sumste protected variety – herkomst Canada Summerland – 3e kersenweek – vroege bloei, S1S3 – productief – dikke vrucht – zeer glanzend – gevoelig aan pseudomonas na lente-nachtvorst
Het Conferentieprogramma Diverse lezingen en presentaties met als onderwerp de mogelijke oplossingen om de huidige problemen in de fruitsector op te lossen worden gegeven door Poolse en Internationale experts. De beurs Tentoonstelling van machines werktuigen en andere materialen voor de fruitteelt. Stands van leveranciers van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. De beurs heeft een oppervlakte van 4.500 m2.
Korvikpvr protected variety
AGROSIMEX sp. z o.o. Goliany 43, 05-620 Błędów, Poland tel. (+48 48) 668 04 71
[email protected], www.agrosimex.pl
– herkomst CZ Holovousy – 4e kersenweek – midden vroege bloeier, S2S6 – productiviteit beter dan Kordia – gelijkend op Kordia – hoge barstresistentie – zeer breed plukvenster
pvr Grace Star protected variety – herkomst Italië Bologna – 4e kersenweek – midden vroege bloeier, zelfbestuivend – zeer productief – goede bestuiver voor Korvik
1884
Bomen beschikbaar vanaf november 2010. Bestel tijdig!
CONSIDERABLY COST-REDUCING! ANSEHNLICH KOSTENSPAREND! AANZIENLIJK KOSTENBESPAREND!
Lindestraat 22, B-3570 Alken Tel +32 (0)11 31 21 25, Fax +32 (0)1131 65 26 Samba® sumste pvr (UE1650) edited by Darnaud (F) Korvik pvr (file n° 2008/1161) edited by GEEFA, Alken (B) Grace Star pvr (EU 20804) edited by GEEFA, Alken (B) Al deze variëteiten zijn beschermde variëteiten en mogen onder geen beding vermeerderd worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.
Machinefabriek J.M. van den Munckhof B.V. Meterikseweg 115 5961 CV Horst Tel. 077 – 398 1001 Fax 077 – 398 6485
[email protected] www.munckhof.org
Advanced fertilizer technology for agriculture
Gechelateerde micro-elementen voor fruitgewassen IDHA unique biodegradable chelates:
EDTA standard chelates:
HBED new formula stable within wide pH range:
Fe IDHA Zn IDHA Mn IDHA Cu IDHA
Fe EDTA Zn EDTA Mn EDTA Cu EDTA
Fe HBED
blends/compounds
blends/compounds
Hoog gehalte aan voedingselementen. Volledig water oplosbaar. Makkelijk voor planten opneembaar. Uniek geformuleerd microgranulaat. Stofvrij en koekt niet aan.
ADOB Sp. z o.o. Sp. k.
ul. Warszawska 43 61-028 Poznań, Poland
phone +48 61 650 31 66 fax +48 61 650 31 67
e-mail:
[email protected] www.adob.com.pl
Find out more about natures best kept secrets...
www.fruitoftomorrow.com
Natures latest revelation... Encountered by NFG... Wanted by the markets!
Next Fruit Generation