Dit zijn de nieuwe leden van de Green Deal Board De Green Deal Board gaat zich veel nadrukkelijker dan tot nu toe bezig houden met het uitdagen van partijen in het veld en bij de overheid. De board wil daarbij laten zien hoe de Green Deal aanpak helpt om gezamenlijk initiatieven te realiseren en daarbij optredende belemmeringen weg te nemen. Dat doet de Board door een ambassadeursrol op te pakken voor de negen thema’s waar de Green Deal aanpak zich in het verlengde van het Groene Groei beleid op richt. Om de ambassadeursrol voor het hele terrein goed op te kunnen pakken is de Board uitgebreid met vier nieuwe leden. Per 1 november zijn de volgende nieuwe leden officieel benoemd met een besluit van minister Kamp van Economische Zaken:
Lieve Declercq (directievoorzitter Vitens): zij zal specifiek aandacht geven aan het thema Grondstoffen en is ook betrokken bij het thema Water; Maas Goote (directeur International Union for the Conservation of Nature Nederland): hij zal zich richten op het thema Biodiversiteit; Annita Westenbroek (directeur Dutch Biorefinary Cluster): zij heeft als aandachtsveld het thema Biobased Economy en is ook betrokken bij het thema Voedsel; Job Dura (voorzitter Raad van Bestuur Dura Vermeer): hij richt zich op het thema Bouw.
In de komende Green Deal nieuwsbrieven krijgen de nieuwe leden de gelegenheid om zich nader te introduceren.
1. Het Pad is een nieuwe ervaring In september en oktober liepen 33 mensen voor het eerst Het Pad met een medisch doel. De wandelroute van Millingen aan de Rijn naar het Vrijheidsduin aan Zee is afgelopen jaar uitgestippeld voor patiënten met bijvoorbeeld recidiverende depressies, burn-outs en chronische vermoeidheid. Het doel van de Green Deal is het onderzoeken van de medische effecten van een langeafstandswandeling. Vooral het bevorderen van psychische gezondheid staat centraal. Radboud Universiteit Nijmegen en Radboud UMC monitoren de bevindingen. ‘Natuur is gezond. Heeft u last van stress? Voelt u zich niet goed, slapjes, ziek? Trek uw schoenen uit en wandel. Voel het gras onder uw voeten.’ Dat was een van de aanbevelingen in het rapport ‘Van buiten word je beter’ van Agnes en Magdalena van den Berg in 2001. Dertien jaar later onderzoekt Green Deal Het Pad deze bevindingen. Alleen trokken de patiënten dit keer de schoenen niet uit, maar juist aan voor een tocht door het rivierenlandschap. Natuur bevordert de geestelijke gezondheid Zonder op de stoel van de medische wetenschap te gaan zitten, weet Reinier de Nooij, wetenschapper verbonden aan de Radboud Universiteit, dat contact met de natuur bijdraagt aan de geestelijke gezondheid. “Daar is voldoende literatuur over te vinden. Wat Het Pad uniek maakt is dat wij systematisch onderzoeken welke effecten meerdere dagen lopen in vrij ruige natuur heeft op het psychisch welbevinden.” Begeleid
Het Pad ondersteunt mensen met depressies en stressklachten. “Gedurende de dagen dat wandelaars Het Pad lopen worden zij begeleid en vragen we hen naar hun ervaringen en psychische gesteldheid. Idealiter zou iedereen tien dagen lopen. De aanname is namelijk dat mensen beter worden van lange tijd lopen door de natuur en uitdagingen aangaan. Hierdoor kunnen ze hun weg ook in het gewone leven - beter vinden. Die tien dagen lukte niet iedereen, waardoor het maatwerk is geworden”, vertelt Reinier de Nooij. Conclusies Volgens De Nooij is het nog te vroeg om conclusies te trekken. “We verzamelen nu alle informatie en begin 2015 kunnen we de bevindingen en analyses presenteren.” Wat wel duidelijk is, is dat Het Pad mensen weer in contact brengt met de natuur. “Zo kwamen mensen er achter dat wandelen met muziek eigenlijk afleidt, waardoor zij het contact met de omgeving verliezen. Anderen stapten uit hun comfortzone tijdens de meerdaagse wandeling en deden dingen – zoals klimmen over prikkeldraad – die ze nooit eerder hadden gedaan.” 2. Rioolwater bevat schat aan grondstoffen Op het jaarcongres van de Unie van Waterschappen op 20 november is een nieuwe Green Deal ondertekend. De nieuwe samenwerking tussen de waterschappen en het Rijk staat in het teken van hoogwaardige ontwikkeling van kennis en terugwinning van bruikbare stoffen. Rioolwater bevat namelijk een schat aan grondstoffen voor bijvoorbeeld papier, kunstmest en groeimiddelen voor de tuinbouwsector. Daarnaast willen partijen graag dat het bedrijfsleven aansluiting zoekt. “Er was in 2011 al een Green Deal ondertekend. Deze beoogde het terugdringen van het energieverbruik en fosfaatterugwinning. De nieuwe Green Deal gaat verder. De waterschappen richten zich op de terugwinning van fosfaat, cellulose, alginaat en de productie van CO2 en bioplastic. Door de samenwerking willen we kennisuitwisseling tussen waterschappen bevorderen, juridische obstakels wegnemen en de weg naar de toekomst voor hoogwaardige technologieën verbeteren”, vertelt Eli de Vries, werkzaam op het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Samenwerking De samenwerking zal ertoe leiden dat de wetgeving wordt aangepast. “De status van sommige afvalstoffen moet aangepast worden in grondstoffen. Daar spant het Rijk zich voor in. Maar ook het bedrijfsleven willen we betrekken. Er zijn in Nederland 350 rioolzuiveringsinstallaties (RZI). De grootste hiervan richten zich al op grondstofwinning. Maar er moeten nog veel installaties worden ontwikkeld. Daar liggen kansen voor het bedrijfsleven. Bovendien biedt het voor hen kansen op internationale exposure, doordat de waterschappen internationaal samenwerken.” Alginaat De winning van alginaat is een proces dat nog niet erg bekend is. “Toch werken al twee of drie rioolwaterinstallaties volgens het Nereda-principe”, legt De Vries uit. “Het procedé werd ontwikkeld door professor Mark van Loosdrecht van de TU Delft. Het Nereda-principe zorgt ervoor dat bacteriën afvalstoffen opnemen. Doordat de bacteriën samenklonteren en korrels vormen, zinken ze naar de bodem van een reactor. Vervolgens kun je uit korrelslib alginaat winnen. Dit is een zeer bruikbare
grondstof en kent toepassingen in bijvoorbeeld hydrofiel verband, ter verbetering van papier, als verdikkingsmiddel voor inkt en draagt bij aan de uitharding van beton.” Terugwinning In de ideale situatie worden bij rioolwaterzuiveringsinstallaties (RZI) diverse processen gerealiseerd. De Vries: “Echter, niet alle processen zijn even productief als men ze samen inzet. Dat geldt met name bij de productie van organische stoffen, zoals alginaat, CO2 en bioplastic, waarbij de winning van het ene product ten koste gaat van een andere grondstof. De terugwinning van fosfaat (grondstof voor kunstmest) en de terugwinning van cellulose (grondstof van de papierindustrie) kunnen wel volwaardig naast elkaar bestaan.” 3. Zonnepanelen misstaan niet op monumenten Kan je zonnepanelen plaatsen op monumentale gebouwen of is dat taboe? En: hoe respecteer je zowel de monumentale waarden als de energetische aspecten van een pand? Door de Green Deal met Holland Solar ontstond duidelijkheid over deze onderwerpen. Deze zomer is de Green Deal Holland Solar afgerond. De Green Deal resulteerde onder andere in drie publicaties van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed over het gebruik van zonneenergiesystemen op monumenten. “De brochures zijn geschreven voor vergunningverleners, eigenaren en professionals”, legt Huub van de Ven, werkzaam bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed uit. “De meeste mensen denken dat het niet toegestaan is om PV-panelen of zonnecollectoren op monumenten te plaatsen. Wij willen daar met deze publicaties nuance in aanbrengen, want vaak kan en mag er meer. Daarnaast geven we gemeenten een duwtje in de rug; velen willen graag een specifiek beleid voor zonnepanelen, maar hebben dit nog niet. De publicatie kan dan als leidraad dienen.” Op ieder monument? Vraag is echter: zijn zonnepanelen op ieder monument mogelijk of wenselijk? “Dat is lang niet altijd het geval. Soms kunnen eigenaren aan de achterzijde panelen plaatsen of op andere plekken die aan het zicht zijn onttrokken. Daarnaast biedt het plaatsen van panelen op een andere locatie ‘voor de meter’ mogelijkheden.” Als zonnepanelen zijn toegestaan, zijn er nog ander aspecten om rekening mee te houden. “Zo vragen in dakpannen geïntegreerde PV-systemen om een groot oppervlak door hun lage rendement. Daarnaast kun je de vraag stellen of die nieuwe dakbedekking wenselijk is. Historische dakpannen vormen een wezenlijk onderdeel van een monument en zijn dus het behouden waard. Zonnepanelen los boven de bestaande dakpannen plaatsen is dan een betere optie.” Veel informatie Wat opvalt is dat er niet alleen gekeken is naar de historische of technische aspecten én dat de brochures veel informatie bevatten. “Voor ons is het van groot belang dat je elkaar aanvult en begrip toont voor elkaars standpunt. De Green Deal leverde daar een belangrijke bijdrage aan. Het resultaat is een helder overzicht van alle technieken en hun mogelijkheden bij monumenten”, aldus Van de Ven. “Bovendien wilden we zowel zonnestroom als zonthermische systemen in de publicaties
opnemen. We beseffen dat het een status quo is en de technische verbeteringen snel gaan. Daarom houden we komende jaren de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.” Kennisprogramma Duurzaam Erfgoed De Green Deal Holland Solar vormde voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een opmaat voor het kennisprogramma Duurzaam Erfgoed. “We willen verduurzaming van monumenten en andere historische panden breed en praktisch oppakken. Bijvoorbeeld tijdens bijeenkomsten en in publicaties waarbij ook thema’s als isolatie en bewustwording aan de orde komen.” 4. Green Deal Verduurzaming beton krijgt vervolg In 2013 won de Green Deal Verduurzaming Betonketen de Green Deal Award. Hoe is het verder gegaan met deze veelbelovende Green Deal en de ontwikkeling van CO2-arm en circulair beton? Evert Schut vertelt het. Sinds de ondertekening van de Green Deal in 2011 is het aantal deelnemers verdubbeld, maar ook de samenstelling van de groep veranderd. “Zaten we eerst voornamelijk met duurzaamheidsmanagers en mensen van de ontwikkelafdelingen aan tafel, inmiddels schuiven ook de topdeskundigen uit de branche aan”, zegt Evert Schut, die als senior adviseur van Rijkswaterstaatgedetacheerd is bij MVO Nederland als programmamanager van de Green Deal. Focus “Deze Green Deal heeft een duidelijke focus. We willen de CO2-emmissie terugdringen en de betonketen sluiten. Inmiddels weten we wat nodig is om verder te verduurzamen en wat de meest effectieve maatregelen zijn. Daartoe zijn innovatie-, kennisdelings- en kwaliteitsborgingsprogramma’s ontwikkeld. In dat traject zaten belangrijke leermomenten. Zo is samen innoveren nuttig om de focus scherp te krijgen. Maar als je vervolgens verder gaat, wordt samenwerken moeilijker. Het lijkt alsof men er geen zin meer in heeft, maar eigenlijk zijn bedrijven al lang begonnen om het gewoon zelf verder te ontwikkelen, vaak in onderlinge concurrentie. Dat hoort bij ondernemerschap en ik denk dat het de innovatie uiteindelijk ten goede zal komen.” Voorwaarde voor succes Een belangrijke voorwaarde voor het succes van deze Green Deal is dat bedrijven die CO2-arme producten meer kans krijgen op opdrachten. Schut: “In het ‘Gespreksrapport met de Overheid’ is een analyse gemaakt van de belemmeringen omtrent het gebruik van duurzaam beton. Een van de problemen is dat CO2-reductie nauwelijks waarde heeft. Voor de uitstoot van CO2 betalen bedrijven weinig en daardoor ontbreekt de financiële prikkel om het probleem aan te pakken. Wij willen opdrachtgevers uitdagen om afspraken te maken over effectieve inkoopmaatregelen.” Voortzetten Green Deal Door CO2-arme producten in te kopen, kan de overheid in principe hetzelfde doel bereiken als met een financiële prikkel. “Dat moet op een effectieve manier gebeuren”, aldus Schut. “Daarover willen we graag in gesprek komen met opdrachtgevers in de bouw. Positief is dat partijen hebben aangegeven dat zij na 2015 de Green Deal willen voortzetten als opdrachtgevers bereid zijn om tot afspraken te komen. Er zijn nog tal van issues die we komende jaren willen oppakken. Een daarvan is
de wijze waarop je omgaat met de risico’s van pilotprojecten. Ook samenwerken met andere Green Deals sluiten we niet uit.”
5. Green Deal zet zich in voor een gezonde leeromgeving Schoolbesturen staan voor grote opgaven. Niet alleen moeten hun gebouwen verduurzamen en moeten zij energiesparende maatregelen treffen, ook het binnenklimaat is een punt van aandacht. En dat terwijl de kennis over te nemen duurzame maatregelen versnipperd is. De Green Deal verduurzaming Scholen wil kennis bundelen en scholen en gemeenten steunen bij het nemen van energetische en gezonde maatregelen. “Er is de laatste jaren veel kennis beschikbaar gekomen over verduurzaming van (school)gebouwen, alleen is die kennis niet voor elke doelgroep geschikt. Zo zijn er scholen in het basis- en voortgezet onderwijs die de afgelopen jaren bijvoorbeeld al zonnepanelen hebben geplaatst of andere energiebesparende maatregelen namen. Ook zijn er organisaties die scholen met bijvoorbeeld kennisbijeenkomsten ondersteunen. Dat betekent echter niet dat die kennis ook voor iedereen geschikt is, laat staan toepasbaar”, vertelt Wim Berns, beleidsmedewerker bij de VNG. “Deze Green Deal moet daar verandering in brengen. Wij willen dat leerlingen onderwijs genieten in een duurzame en gezonde omgeving. Om dat te bereiken zullen we kennis verzamelen en beschikbaar stellen én verduurzamingsconcepten en samenwerkingsverbanden ontwikkelen.” De cijfers Dat verduurzaming noodzakelijk is blijkt uit de cijfers. “Gemiddeld zijn basisschoolgebouwen 42 jaar oud en de huisvesting voor voortgezet onderwijs 38 jaar. Energetisch en ten aanzien van het binnenklimaat kunnen er grote stappen gezet worden. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat slechts 7% procent van de gebouwen een energielabel heeft. Daarvan heeft 75 procent een energielabel C of lager. Een kwart van die gebouwen reikt zelfs niet verder dan energielabel G. Al hebben scholen geen verplichting om hun gebouwen te labelen, we willen toch dat schoolbesturen weten wat de energetische kwaliteit van hun gebouwen is. Ook op die bewustwording haakt de Green Deal in.” Impuls Een ander punt van aandacht is de wettelijke verplichting voor instellingen met een energieverbruik hoger dan 25.000 m3 gas en meer dan 50.000 kWh elektriciteit om energiebesparende maatregelen te treffen. Mits de terugverdientijd vijf jaar of korter is. En vanaf 2020 geldt er de plicht om nieuwbouw energieneutraal te bouwen. “Kortom: we staan voor grote opgaven, maar denken dat we de verduurzaming een positieve impuls kunnen geven. Daarbij willen we gebruikmaken van de kennis van marktpartijen en organisaties die zicht richten op verduurzaming, zodat scholen een gezonde toekomst tegemoet gaan.” 6. Over tien jaar zijn vrachtwagens in de stad schoon Vrachtwagens produceren fijnstof, CO2 en geluid. In binnensteden wil je dat tot een minimum beperken. Hoe bereik je minder uitstoot door vrachtvervoer in stadscentra terwijl de winkels wel
beleverd moeten blijven? De Green Deal Zero Emmission Stadslogistiek die 21 november is ondertekend, heeft als doel dat in 2025 binnensteden emissievrij worden bevoorraad. De Green Deal Zero Emission Stadslogistiek kent een lange looptijd van tien jaar. “Dat is ook nodig”, weet Gert Jan Prummel, coördinerend senior beleidsmedewerker bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu. “We gaan uit van realistische doelstellingen en bijvoorbeeld de aanpassing van vrachtauto’s zal tijd vergen.” De vaart erin Partijen willen direct vaart in het proces zetten. “Middels zogeheten Living Labs kijken we waar we al ‘Zero Emission’ kunnen rijden en wat er nodig is om dat mogelijk te maken. In 2020 maken we een tussenbalans op. Daarbij onderzoeken we ook de mogelijkheden om verder op te schalen. Uiteindelijk moeten in 2025 de stadskernen emissievrij worden beleverd. Daarmee lopen we vooruit op de Europese wetgeving die stelt dat in 2050 alleen emissievrije voertuigen de stad in mogen. De ondertekenaars van de Green Deal lopen hierop vooruit en nemen een kennisvoorsprong door zich te verenigen.” Ervaring “Er is al enige ervaring opgedaan met het verduurzamen van stadslogistiek, maar meestal richten die op specifiek lokale aspecten. Nooit is het thema zo breed landelijk opgepakt”, vervolgt Prummel. “In deze Green Deal kijken we naar alle aspecten die te maken hebben met het goederenvervoer in de stad. We pakken de thema’s geïntegreerd op. Zo zetten we in op het verbeteren van de voertuigtechnologie, de benutting en belading van vrachtauto’s en het starten van innovatieve logistieke trajecten.” Grote groep Wat opvalt is de grote groep ondertekenaars van deze Green Deal: 10 stadsbesturen, 10 brancheorganisaties, 6 voertuigproducenten, 3 brandstofleveranciers, 11 logistieke dienstverleners, 7 verladers en ontvangers en 6 overige partijen. “Ik verwacht dat nieuwe partijen zich nog aanmelden. Voor ons is het erg belangrijk dat de Green Deal zo breed wordt gedragen. We hebben een stip op de horizon gezet en doordat we het met de hele keten oppakken kunnen we als klein land een vuist maken naar bijvoorbeeld voertuigproducenten om energiezuinige vrachtwagens te ontwikkelen.” 7. Over vijf jaar liggen we op een brandschoon strand Met de voeten blijven plakken aan ijswikkels en eerst het zand schoonmaken voordat je een handdoek neerlegt, die ergernissen moeten definitief tot het verleden gaan behoren. De Green Deal Schone Stranden die 20 november is ondertekend, levert daar een bijdrage aan. Een groot aantal Nederlandse kustgemeenten en belangenorganisaties heeft zich verenigd in de Green Deal Schone Stranden. Gezamenlijk willen zij bereiken dat de Green Deal in 2020 door alle kustgemeenten gedragen wordt. “Een speerpunt is het afvalgedrag van strandbezoekers positief beïnvloeden. Er zijn al veel initiatieven op dat terrein, maar het is de overtuiging van de ondertekenende partijen dat we nog meer kunnen bereiken door van elkaar te leren en moderne
inzichten uit de gedragswetenschap toe te passen”, vertelt Stan Kerkhofs, Senior Adviseur Van Afval Naar Grondstof bij Rijkswaterstaat. Schoonste strand De verkiezing van het schoonste strand heeft de afgelopen jaren een positieve impuls gegeven aan het tegengaan van zwerfvuil aan de kust. “Er is veel vooruitgang geboekt. Dat komt omdat zowel bezoekers en gemeentelijke beheerders als ondernemers worden uitgedaagd om hun steentje bij te dragen. Natuurlijk zitten daar ook leermomenten in. Waar wij ons op richten is de vraag: wat werkt? Is het bijvoorbeeld beter om aan het eind van een drukke stranddag groot materieel in te zetten of laten we gedurende de dag kleine groepen vrijwilligers het vuil opruimen? Het voordeel van de inzet van kleine zichtbare groepen is dat het bezoekers stimuleert om hun afval te verzamelen en in de afvalbak te doen.” Rapportcijfer 8 Vraag aan Kerkhofs is: hoe groot is de zwerfafvalproblematiek op de Noordzeestranden? “We doen het goed in Nederland. Als we de systematiek voor het bepalen van de reinheid van stranden vertalen in een rapportcijfer krijgen de Nederlandse stranden een 8. Waar we nog winst kunnen behalen, is in het beheer én de gedragsbeïnvloeding van bezoekers. Door bezoekers te faciliteren en te stimuleren denken we die laatste stappen naar een brandschoon strand te kunnen zetten.” Schone zee Naast de Green Deal Schone stranden is ook de Green Deal Visserij voor een Schone Zee ondertekend. Beide zorgen er voor dat de zee schoner wordt, een doel waar we internationaal voor gaan (zie http://www.noordzeeloket.nl/projecten/europese-kaderrichtlijn-mariene-strategie). In de volgende nieuwsbrief Green Deals wordt deze Green Deal nader belicht.
8. Eenduidige lijst CO2-emissiefactoren is een feit Op 17 november lanceerde een breed samenwerkingsverband de website www.CO2emissiefactoren.nl. De site bevat een eenduidige lijst kerncijfers over CO2-uitstoot. Tot nu toe werden in aanbestedingen, jaarverslagen en aandeelhoudersvergaderingen steeds verschillende cijfers over CO2-uitstoot gehanteerd. Dat werkte nodeloos verwarrend. Één lijst geeft beter inzicht in de CO2-uitstoot waardoor bedrijven hun klimaatbelasting fors kunnen terugdringen. CO2-emissies spelen een steeds belangrijkere rol bij investeringsbeslissingen. In Nederland wordt in 2014 circa 4 miljard euro aanbesteed door onder meer Rijkswaterstaat en ProRail waarbij de CO2prestatie in de gunning een rol speelt. Door onenigheid over rekenmethodes gaat nu nog veel energie verloren aan discussies over de betrouwbaarheid van cijfers. Energie die beter besteed kan worden aan daadwerkelijke CO2-reductie. Zo werken partijen die CO2-compensatie aanbieden voor vliegreizen met verschillende uitgangspunten om dezelfde activiteiten te becijferen, hetzelfde geldt voor CO2-vergelijkers voor reis- en routeplanners. Vaak is er een gebrek aan transparantie over welke ´scope´ is gebruikt: wat is meegerekend aan directe en indirecte uitstoot? Welke CO2-uitstoot hebben de bedrijfsactiviteiten zelf tot gevolg, bijvoorbeeld hoeveel stroom of brandstof is er
concreet gebruikt? En welke indirecte emissies komen daarbovenop en hoe wordt dat eventueel gecompenseerd? Ook roepen ongespecificeerde claims over 'klimaatneutraliteit' nogal eens vragen op. Meer dan alleen een lijst CO2-emissiefactoren De lijst op www.CO2emissiefactoren.nl legt een basis voor accurate berekeningen van klimaatimpact. Maar behalve de vermelde kerncijfers is ook de interpretatie daarvan van belang. Dit wordt bijvoorbeeld duidelijk in het gebruik van groene stroom. "Bedrijven die goed inzicht hebben in de CO2-uitstoot van hun bedrijfsactiviteiten kiezen steeds vaker voor groene stroom om daarmee hun CO2-voetafdruk omlaag te brengen," aldus Ingrid Aaldijk, werkzaam bij Milieu Centraal en projectleider van de Green Deal. Volgens de lijst CO2-emissiefactoren krijgt alle groene stroom die geleverd wordt met een Garantie van Oorsprong een emissiefactor van nul. "Naast die 0-factor is het voor de verduurzaming van de hele stroomvoorziening ook van belang of er nieuwe duurzame energie wordt bijgeplaatst, de additionaliteit". Daarom kiezen de aangesloten instrumenthouders van de CO2-Prestatieladder en de Milieubarometer ervoor om aanvullende criteria te stellen voor het gebruik van groene stroom, de website geeft ook hier inzicht in. Ongoing proces De website CO2emissiefactoren.nl is een onderdeel van de Green Deal CO2-emissiefactoren. Initiatiefnemers van deze Green Deal zijn: het ministerie van Infrastructuur en Milieu, SKAO, Stimular, Connekt en Milieu Centraal. De lijst is een 'ongoing process'; gebruikers en kennisinstellingen zullen deze lijst in de komende jaren verder aanscherpen, uitbreiden en actualiseren. Milieu Centraal verwelkomt daarom geïnteresseerde partijen om zich aan te sluiten.
Agenda 2 december 2014 Utrecht Kennismakingsbijeenkomst Duurzame Inzetbaarheid http://www.mvonederland.nl/event/kennismakingsbijeenkomst-duurzame-inzetbaarheid-2december-2014
4 december 2014 Houten Themabijeenkomst BodemenergieNL http://bodemenergienl.nl/Actueel/Themabijeenkomsten
20 januari 2015 Breukelen Workshop Esco’s en Energieprestatiecontracten http://www.ivvd.nl/event-registration-2/?ee=44