Advocatuur
r-i
Advocaten Mr. A. van Deuzen Mw. Mr. P. Marie Mr. L.A.A. Ongenae Mw. Mr. A. §imsek
A
Rechtbank Arnhem Sector Bestuursrecht
Mr w. Waardenburg
PostbUS 9030
Juridisch Assistente
6800 EM ARNHEM
Mw Mr JAL
-
'
Versteegh
Postadres Postbus 525 2700AM Zoetermeer Bezoekadres Boerhaavelaan 1 2713 HA Zoetermeer Datum
Behandeld door
T
1 april 2008
A. van Deuzen
F 079 35 36132
Briefnummer
Doorkiesnummer
AGDZA20080115PTZ
079 3536382
Dossier
Bijlage(n)
Postbank 5115083 St. Beheer Derdengelden
B/Arnhem
1
Advocatuur ABVAKABOFNV
I E
079 3536036 www.abvakabofnv.nl
[email protected]
Postbank 1377929
Betreft: 07/5115 WWB
ABVAKABOFNV
Geacht college, In antwoord op uw brieven met bijlagen d.d. 10 januari, 05 en 22 februari alsmede 05 maart 2008 kan ik u het volgende mededelen. Uiteindelijk zijn het verweerschrift met bijlagen alsmede de herhaaldelijk verzochte nadere stukken van de gemeente Arnhem ontvangen. Op dit moment heeft de gemeente dan ook nog een stuk niet in het geding gebracht, t.w. het adekwate versiag van de hoorzitting. Zoals eiser reeds eerder aangegeven heeft, is dit allesbehalve volledig en ook evident onjuist. Mutatis mutandis geldt dit ook voor de 3e versie, die de gemeente u toezendt. Weliswaar is dit uitgebreider, waarmee vaststaat dat de 1e 2 versies niet-valide waren, maar ook de 3e versie geeft geen getrouw beeld van de hoorzitting. Zo worden de gemachtigde van eiser worden in de mond gelegd, die hij niet gebruikt heeft, worden woorden van de vrouwelijke bijzitter in de mond van de Voorzitter gelegd, terwijl zijn reactie met betrekking tot de argumentatieve fuik ontbreekt en de reactie zijdens de gemachtigde van eiser daarop (wederom) ontbreekt. Ook de reactie van de gemachtigde van eiser waarom hij de nieuwe argumenten van de gemeente, in strijd met de goede procesorde zijnde, wel geaccepteerd heeft wordt verwrongen weergegeven. Ook dit versiag is derhalve verre van volledig en/of juist, ook ten aanzien van essentiele, wel besproken zaken. Eiser wordt verweten onvoldoende medewerking verleend te hebben aan het aangeboden traject, doch hij ontkent zulks1. Immers hij heeft zich iedere dag bij het ATC gemeld, totdat hem te kennen werd gegeven zulks na te laten en hem bij brief d.d. 13 juli 2007 te kennen gegeven werd dat het ATC-traject voor hem afgesloten was2. Wel heeft hij (kritische) vragen gesteld bij Zie ook zijn brieven aan de gemeente, die door haar zijn overgelegd. Zie brief 13/07/07 van de gemeente aan eiser, die door de gemeente bij brief d.d. 01/02/08 is overgelegd
Datum 1- april 2008 Briefnummer AGDZA20080115PTZ Pagina 2 van8
de nut en noodzaak van het ATC-traject, waarbij hij tevens de vraag gesteld heeft op welke aard en wijze het schoffeien van plantsoenen zou bijdragen aan het vinden van betaald werk. Een antwoord op die vraag heeft hij nimmer mogen ontvangen. Een en ander dient mede in het kader geplaatst te worden van de navolgende 3 feiten: 1. de opmerking van dhr. A. Branderhorst ten aanzien van de kortste weg naar arbeid3; 2. de opmerking van de Staatssecretaris van SZW c.q. de MvT bij de WWB, dat reintegratie geen standaardpakket is, maar maatwerk en dat het niet de kortste weg naar arbeid, maar de beste weg moet zijn4, Het Arnhemse model voldoet hier niet aan; 3. het feit dat de WWB wel een remtegratie-inspanning bevat, maar uit de WWB niet voortvloeit, dat dit middels dwang in het kader van 'Work First' moet. Immers een aantal gemeenten heeft besloten wel over te gaan tot reTntegratie, maar niet tot invoering van "Work First"5. Aldus is er ook een ongelijke situatie ontstaan tussen uitkeringsgerechtigden, die in een gemeente wonen waarin geen 'Work First" verplichting wordt opgelegd en gemeenten, die deze dwangarbeid wel verplichten. Eiser vraagt zich af hoe dit zich verhoudt met het principe van gelijke behandeling, dat zich in de nationale wetgeving als Internationale Verdragen is vastgelegd. Zo b.v. ook het HvJ EG in haar uitspraak van 12 September 2006 inz. Eman6. Ad 2. Volgens de gemeente zou er wel sprake zijn van maatwerk7. Begrijpt eiser de gemeente goed, dan zou er al sprake zijn van maatwerk wanneer men de doelstelling aan de betrokkene uitlegt en wanneer het mogelijk is, dat dit project op grand van individuele omstandigheden voortijdig beeindigd kan worden. Eiser acht dit een oprekking van het begrip "maatwerk". Immers maatwerk behoort te zijn het aanbieden van op de persoon toegesneden arbeid, die zijn reTntegratie bevordert. Bovendien is dit standpunt in strijd met hetgeen de gemeente zowel in de primaire als bezwaarfase altijd heeft verkondigd: "hetATC is geen maatwerk, maarbehoeft dat ook niet te zijn". Ten slotte zij in dit kader ook nog maar eens herhaald, dat eiser geen werkervaring behoefde op te doen, daar hij voorafgaand aan zijn uitval als uitvaartbegeleider altijd gewerkt heeft en dus in ruim voldoende mate over werkervaring beschikt. De opgelegde arbeid droeg daarnaast in het geheel niet bij aan de persoonlijke ontwikkeling van eiser en diens vermogen om zelfstandig betaalde arbeid te verrichten, hetgeen van een rei'ntegratietraject wel verwacht mag worden. Eiser wenst voordat hij nader op de WWB en de arbeidsverplichting ingaat eerst de grandslag van de gemeentelijke inkomensgarantie weer te geven: "Sinds 1 januari 1965 bestaat er voor iedere burger een gemeentelijke inkomensgarantie op het minimumniveau zonder dat er sprake is van bedeling. Met ingang van deze datum heeft de overheid namelijk de eigen plicht wettelijk vastgelegd om armlastigen maandelijks een bijstandsuitkering voor de algemene en bijzondere kosten van het bestaan te verstrekken. De ABW is in 1996
Zie pleitnota in bezwaar onder punt 5 Zie aanvullend bezwaarschrift en de Kamerstukken 2006/07 Zie bezwaarprocedure HvJ EG 12/09/06, JV 06-440 Zie verweerschrift pag. 4 onderaan
Datum 1 april 2008 Briefnumrner AGDZA20080115PTZ Pagina 3 van8 opgevolgd door de Abw welke per 1 januari 2004 weer is opgevolgd door de WWB. In al deze wetten staat het algemeen geldende recht op een minimuminkomen centraal met de gemeente als aangewezen uitvoeringsorganisatie"8
Eiser vraagt zich af in hoeverre de gemeente Arnhem deze doelstelling (nog) serieus neemt en in de praktijk toepast? Met de nadere motivering ten aanzien van de toepasselijkheid van internationale Verdragen komt de gemeente terug op haar eerdere standpunt(en) dienaangaande waarin met de toepasselijkheid voor de gemeente Arnhem ontkende. Dat is winst, maar eiser kan haar met betrekking tot de nadere motivering nog steeds niet volgen. In het kader van de strijd met de internationale Verdragen laat de gemeente Arnhem, zowel in bezwaarals beroep, artikel 12 jo. 13 ESH9 onbesproken. De stelling, dat aan het ESH geen rechtstreekse werking toekomt is te eenvoudig. Tevens is in de rechtspraak een tendens bemerkbaar, dat steeds meer gewicht toegekend wordt aan oordelen en/of rapporten van internationale instanties, zodat aan de in de processtukken in bezwaar geciteerde bevindingen daarvan (groot) belang toekomt10. Daamaast is volgens sommige auteurs de aan 'Work First" inherente dwang alle gangbare arbeid te accepteren ook in strijd met artikel 19 lid 3 GW11 alwaar het recht op vrije arbeidskeuze is nedergelegd: Of zoals de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken het uitdrukte: "Onomstreden is het recht, zoals verwoord in artikel 19, derde lid, naar zijn verschijningsvorm en strekking een individueel vrijheidsrecht is, dat als subjectief recht geldend gemaakt kan worden. Het vestigt primair een aanspraak op niet-inmenging van overheidswege in de vrije keuze van arbeid. Aan het recht op vrije arbeidskeuze, voor zover dat zich richt tegen de overheid, zijn twee hoofdelementen te onderscheiden: 1. niemand mag worden gedwongen tot het verrichten van arbeid die hij niet vrij heeft gekozen of aanvaard (verbod van dwangarbeid en gedwongen arbeid), 2. niemand mag worden belemmerd om bepaalde arbeid te kiezen en de gekozen arbeid te (blijven) verrichten"12
De CRvB moge dan wel beslist hebben, dat aan het ESH geen directe werking toekomt, maar het internationaal sociale zekerheidsrecht is voortdurend in beweging. Zo schijnt een Nederlandse rechter ooit eens gezegd te hebben dat hij het EVRM niet kon toepassen, omdat hij dit niet in zijn bibliotheek had, terwijl een Nederlandse advocaat ongeveer tegelijkertijd zei, dat je je niet op internationale Verdragen moest beroepen, omdat de rechter anders dacht dat je een zwakke zaak had13. Deze tijd ligt gelukkig al ver achter ons en de (internationale) rechtsontwikkeling staat niet stil. In het arrest van S0rensen & Rasmussen14 baseerde het EHRM de schending nadrukkelijk mede op artikel 5 ESH. Naast de 8 9 10 11 12 13 14
Dr. mr. J. Vos: De gemeentelijke inkomensgarantie van de WWB', SMA 04-p. 242 e.v. Zie in dit kader ook het arrest van het EHRM d.d. 30/09/03 (Koua Poirrez) Recent heeft ook de CRvB dit onderschreven, CRvB 08/09/06, AB 06-417 en 21/07/06, USZ 06-282 t.a.v. oordelen van de Europese Commissie resp. het VN-Mensenrechtencomite Zie b.v. mw. mr. M. Driessen: "Aspecten van reTntegratie, arbeidsinschakeling en sanctionering in de Wet Werk en Bijstand, SMA 04-p. 232 e.v. en Ira Schuler in haar afstudeerscriptie SJD, p. 38/39 Kamerstukken 11 1985/86, 19376, nrs. 1 -2, p. 4 Y. Klerk en E. Janse de Jonge in 'The Netherlands" in C.A. Gearty: "European Civil Liberties and the European Convention on Human Rights, 1997, pag. 114 EHRM11/01/06 (Sarensen & Rasmussen)
Datum 1 april 2008 Briefnummer AGDZA20080115PTZ Pagina 4 van 8
Stec zaak is dit dus een aanwijzing dat het beleid van de CRvB te rigide is. Naar de mening van eiser dient er dan ook wel degelijk aan de artikelen 12 en 13 van het ESH ge15 toetst te worden Zo een beroep op het ESH niet mogelijk zou zijn, hetgeen wordt ontkend, dan komt art. 9 IVESCR om de hoek kijken alwaar het recht op sociale zekerheid is vastgelegd alsmede het Twaalfde Prococol (TP) bij het EVRM. Het CESCR heeft in haar (concept) "General Comment' nr. 20 bepaald dat onder sociale zekerheid ook de bijstandsverlening valt "to ensure access to the minimum essential level of social security that is essential for acquiring water and sanitation. Foodstuffs, essential primary health care and basis shelter and housing, and the most basic forms of education"
Uitdrukkelijk is hierin geen arbeidsplicht opgenomen. Op grand van artikel 3 van het EVRM heeft de Staat naast negatieve verplichtingen ook positieve verplichtingen, dat wil zeggen plichten van de overheid om op korte termijn een bepaalde prestatie te leveren. Naar de mening van eiser valt hieronder ook het verschaffen van een uitkering op minimumniveau zonder arbeidsverplichting. In ieder geval erkent de gemeente Arnhem, dat het EVRM rechtstreekse werking heeft en derhalve ook het daarbij behorende Eerste Protocol (EP). Sinds het arrest Stec and others van het EHRM staat vast, dat ook de WWB daaronder valt16. De vraag rijst dan ook of artikel 1 EP niet geschonden is? In een tweetal zaken betreffende de langdurigheidstoeslag in het kader van de WWB heeft de CRvB concreet aan artikel 26 BUPO getoetst17. Het genieten van een zeer gering inkomen resp. het ontvangen van een kleine WAO-uitkering staat niet gelijk aan een reeel perspektief op het verrichten van reguliere arbeid. Nu "Work First" geen konkreet perspektief op het vinden van betaald werk biedt, kan dat dan ook geen reden zijn de uitkering te beeindigen dan wel fors te verlagen. Volgens het HvJ EG dient een sanctiebeschikking ook ten voile op rechtmatigheid te worden onderzocht18. Zelfs al zou "Work First" toegelaten zijn, dan nog dient bij een inbreuk op art. 1 EP beoordeeld te worden of er geen sprake is van een "individual and excessive burden", hetwelk concreet en individueel getoetst dient te worden19. Daarvan is in de onderhavige situatie in het eerste geval wel, maar in het tweede geval geen sprake, omdat eiser te verstaan gegeven werd de keuze te hebben mee te doen aan het programma, zonder enige individuele beoordeling, dan wel op grand van zijn tegenwerpingen gestraft te worden. Het door de
16 17 18 19
Hierin voelt eiser zich gesteund in de uitspraak van het Toezichthoudend Comite, dat in art. 13 ESH een verplichting leest in sommige noodgevallen zelfs bijstand te verlenen aan illegaal verblijvende onderdanen van verdragspartijen EHRM 06/07/05 (Stec and others) CRvB 04/07/06, NJB 06-nrs. 29 + 30 HvJ EG 06/04/06, AB 06-204 Zie b.v. EHRM 11/01/07 (Mamidakis/Griekenland)
Datum 1 april 2008 Briefnummer AGDZA20080115PTZ Pagina 5 van 8
gemeente ingezonden dossier laat op dat punt niets aan duidelijkheid te wensen over. Dit systeem wordt ook door de andere gemeenten, die 'Work First" hanteren, toegepast. Teneinde de internationale aspecten van de zaak (nader) te laten toetsen heeft de gemachtigde van eiser een advies gevraagd aan mw. mr. M.G. Vlemminx-Boekhorst van het onafhankelijk adviesbureau Clarior, dat op dit gebied gespecialiseerd is. Dit rapport dient hier al volledig herhaald en ingelast beschouwd te worden (zie bijlage 4)*. Ook uit dit rapport vloeit de conclusie voort, dat 'Work First" in strijd met internationaal recht is, een conclusie die inmiddels ook al in Duitsland getrokken is waar een gelijksoortige procedure gevoerd wordt20. De stelling, dat 'Work First" zou leiden tot het (eerder) vinden van betaald werk, wordt op geen enkele wijze (nader) onderbouwd. Sterker nog, er zijn gegronde redenen aan de juistheid daarvan te twijfelen, zoals reeds eerder door eiser aangetoond21. Daarnaast kan men uit de "Evaluatie na 4 jaar WWB" opmaken, dat ook een groot aantal mensen naar de WAJONG is uitgestroomd. Ook op dit punt reageert de gemeente, noch in bezwaar noch in beroep, op enige wijze. In de USA, waar dit systeem uitgevonden is, was de, al dan niet gewilde, konsekwentie dat: "mensen die het niet redden uit het systeem vallen en een grote groep dropouts vormen die in bittere armoede verzeild raakf22
Recent is veel ophef geweest over het gebrek aan effectiviteit van de diverse reihtegratietrajecten. Anders dan de brancheorganisatie vaak beweert zijn die namelijk helemaal niet zo succesvol. Slechts een klein deel vindt betaald werk, maar zou dat werk ook zonder die reTntegratie gevonden hebben, waardoor het netto-effect nul is en de opmerkingen van prof. dr. J. Sonnemans maar al te waar blijken te zijn23. Of zoals het CDA Tweede Kamerlid Eddy van Heijum het uitdrukte: "Er moet een einde komen aan het subsidieren van ongerichte en uitzichtloze remtegratietrajecten"24
Overigens heeft het EHRM reeds meer dan 10 jaar geleden geoordeeld, dat besluiten gebaseerd moeten zijn op feiten en niet op basis van aannames, juridische ficties of een papieren werkelijkheid25. Eiser is van mening, dat de gemeente deze aspecten miskent. Het reTntegratieproces is erop gericht mensen via de kortste weg terug te brengen naar waar ze moeten zin: de reguliere arbeidsmarkt. Werk staat voorop! Werk gaat boven inkomen! Werk maakt zelfstandig en zorgt dat mensen meedoen in de samenleving! ledereen kan lets! Voor wat hoort wat! Met dwang en drang zijn wonderen te bereiken: work first! Aldus Raf Janssen letterlijk in 2004 in zijn eerdergenoemde artikel over Work First. Genoemde schrijver, en in zijn kielzog ook de gemeente Arnhem, miskennen daarbij echter het feit, dat enerzijds -ook volgens de regering- reTntegratie niet de kortste, maar de 20 21 22 23 24 25
Zie b.v. "Klage wegen "Ein Euro-Job", www.forced-labour.de Zie ook pleitnota bezwaar onder de punten 10 t/m 12 Zie Raf Janssen: "Work First", Aanpak Nieuwsbrief 1 mei 2004 Zie dienaangaande de eerdere opmerkingen onder punt 13 van de pleitnota in bezwaar Bran: Nederlands Dagblad 29/01/08 en www.volkskrant.nl/economie d.d. 30/01/08 EHRM 27/10/94 (Kroon)
Datum 1 april 2008 Briefnummer AGDZA20080115PTZ Pagina 6 van 8
beste weg naar betaalde arbeid moet zijn. Anderzijds kan en mag dit natuurlijk niet met de genoemde dwang gepaard gaan. Enige drang is misschien wel geboden en toegestaan om de doelstelling van de WWB "meer activering" te bereiken, want het moet natuurlijk ook weer niet te vrijblijvend worden, maar dwang kan en mag niet geaccepteerd worden en is zoals reeds aangetoond ook niet nodig. Daarnaast blijkt uit tal van onderzoeken, dat zowel bij de kwaliteit als de kwantiteit van de uitstroom grate vraagtekens geplaatst dienen te worden. Een van de neveneffecten van het 'Werk Loont" project in Utrecht is dat werkzoekenden steeds meer onder druk komen te staan tijdelijke baantjes te accepteren, waardoor ze en nauwelijks boven bijstandsniveau uitkomen en na enige maanden wederom werkloos zijn. De gemeente herhaalt in het verweerschrift haar in de pleitnota voor het eerst aangevoerde argument, dat er sprake zou zijn van "normale burgerplicht". Men verwijst daarvoor o.a. naar een uitspraak van het EHRM ten aanzien van een notaris. In die zaak wordt inderdaad overwogen dat het de notaris vrijstaat om ontslag te nemen, doch dat is uiteraard een totaal andere situatie dan waarin eiser zich bevindt, die voor de voorziening in zijn levensonderhoud aangewezen is op het ontyangen van een uitkering op minimumniveau. Meer specifiek is wel van toepassing de door eiser in zijn beroepschrift genoemde zaak Siliadin. De stelling dat het een uitkeringsgerechtigde volledig vrij staat de arbeid in het kader van Work First" te weigeren gaat volledig voorbij aan de maatschappelijke werkelijkheid nu de gemeente er niet bij verteld hoe eiser alsdan in de kosten van zijn levensonderhoud dient te voorzien? Het grate verschil tussen het verrichten van arbeid (in dienstbetrekking) en een bijstandsuitkering is nu juist dat bij laatstgenoemde geen arbeidsverplichting geldt c.q. mag gelden. Door die arbeidsverplichting wel in te voeren, hetgeen de gemeente klaarblijkelijk voorstaat, verandert de uitkering nu juist in een arbeidsovereenkomst ex Titel 10 Hoofdstuk 7 van het BW26. De vergelijking met de Permanente Opleiding van de NOvA, waaraan ondergetekende ook onderworpen is, is natuurlijk te zot voor woorden, zodat eiser daarop niet nader zal reageren. De leerwerkplicht is, om het maar zacht uit te drukken, eveneens een omstreden voornemen van het huidige kabinet. Eiser heeft inmiddels de hand op het door de gemeente genoemde rapport gelegd en bij zijn brief van 04 januari 2008 de paginal 8 en 9 daarvan aan de Rechtbank overgelegd. Hieruit blijkt evenwel een minder positieve beoordeling van de RvS dan de gemeente ons wil doen geloven. De gemeente verwijst (wederom) naar een rapport zonder de vindplaats en/of ISBN-nummer te noemen, nu van de UvT van december 2006. In het door de gemeente weergegeven citaat geeft men zelf al aan, dat dit geen rechtvaardiging van 'Work First" kan zijn. Immers essentieel daarbij zijn de woorden: "de bereidheid om werk te zoeken of een beroepsopleiding te volgen"en "de voorwaarden redelijk zijn en ten voile in overeenstemming zijn met het doel om een duurzame oplossing ....". Deze tekst spreekt van bereidheid en geen dwang, terwijl het schoffelen van plantsoenen nu juist niet bijdraagt aan een duurzame oplossing voor het werkloosheidsprobleem van eiser. Het dossier toont zulks duidelijkaan.
Zie met name de pleitnota in bezwaar
Datum 1 april 2008 Briefnummer AGDZA20080115PTZ Pagina 7 vanS
Reeds eerder heeft eiser, gemotiveerd en beargumenteerd, aangegeven dat er grate vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de effektiviteit van 'Work First". Recent zijn onderzoeken verschenen waaruit blijkt dat aan reTntegratie veel geld uitgegeven wordt, maar dat deze remtegratietrajecten nauwelijks enig succes hebben. In de USA, waar WF eerder en harder doorgevoerd werd, blijkt dat de ene helft van de betrokkenen emplooi vindt in tijdelijke, slechte baantjes die ze veroordelen tot permanente staat van armoede, terwijl de andere helft simpelweg verdwijnt uit het systeem27. Prof. mr. G. Vonk ziet in zijn inaugerale rede aan de RUG d.d. 29/01/2008 parallellen met de Nederlandse situatie voor wat betreft de kwalitatief lage banen waarnaar mensen uitstromen, de harde kern voor wie het niet werkt en de mensen, die buiten het systeem vallen en onzichtbaar worden voor de statistieken. Blijkens een artikel in "De Volkskrant" blijkt ook 10% van de afgewezen bijstandsaanvragers onvindbaarte zijn28. De clientenraden van bijstandsgerechtigden zijn ook bijzonder ontevreden over 'Work First" en de prestatiecontracten die gemeenten met het CWI en/of reTntegratiebedrijven aangaan over het aantal aanvragen dat niet mag leiden tot een uitkering. Terecht merkt Else Roetering van de LCR29 op: "als iemand recht heeft op een uitkering, dan hoort hij die ook te krijgen"
Met betrekking tot de verdringing van zwakkeren op de arbeidsmarkt door de dwangarbeid kan opgemerkt worden, dat dit ook reeds in de Tweede Kamer bij de Parlementaire Behandeling aan de orde geweest is, maar de regering toen dacht dat dit niet zo'n vaart zou lopen30, hetgeen dus een misvatting blijkt te zijn. Onverkort geldt nog steeds wat indertijd in de Tweede Kamer is gezegd: "Werken met behoud van uitkering mag niet gebruikt worden als een budgetvriendelijke oplossing voor het doen verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten waarvoor geen of onvoldoende publieke financiering voorhanden is"31
Als laatste punt wil eiser herhalen, dat ook nu de gemeente weer een aantal punten, die eiser in bezwaar heeft aangevoerd c.q. aangestipt, onbesproken laat, o.a. over het zelf moeten betalen van de kleding en schoenen, waardoor het inkomen beneden het bijstandsminimum zakt, zodat de gemeente blijft volharden in haar onzorgvuldige procedure. Kortheidshalve wil hij u naar het eerder opgemerkte verwijzen.
Op grand van bovenstaande feiten en omstandigheden handhaaft eiser dan ook zijn eerder ingenomen standpunt. L. Wacquant: "Punishint the poor...", aangehaald door prof. mr. G. Vonk in zijn inaugerale rede op 29/1/08 "De Volkskrant" 28/12/07: "bijna een op de tien afgewezen bijstandsontvangers onvindbaar" Bron: Nederlands Dagblad 15/02/08 Zie b.v. mw. mr. Driessen: "Aspecten van reTntegratie, arbeidsinschakeling en sanctionering in de Wet Werk en Bijstand, SMA 04-p. 232 e.v. Kamerstukken II 2002.03 28 870, nr. 3, p. 39
Datum 1 april 2008 Briefnummer AGDZA20080115PTZ Pagina 8 van 8
In afwachting van uw reactie verblijf ik.
Met vriendelijke groeten
A. van Deuzen