I M T EC H
VO O R VO O R
P EN S I O EN R EG L EM EN T
W ER K N EM E R S D E
D I E
BED R I J F S TA K
VA L L EN M E TA A L
O N D E R EN
D E
C AO
T EC H N I EK
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
2
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
INHOUD ARTIKEL 1
A LG E M E N E B E PA L I N G E N
4
ARTIKEL 2
DEELNEMERS
5
ARTIKEL 3
I N F O R M AT I E V E R S T R E K K I N G
5
ARTIKEL 4
O M S C H R I J V I N G VA N D E P E N S I O E N A A N S P R A K E N
7
ARTIKEL 5
JA A R S A L A R I S
7
ARTIKEL 6
FR ANCHISE
7
ARTIKEL 7
P E N S I O E N G R O N D S L AG
7
ARTIKEL 8
D E E L N E M E R S JA R E N
9
ARTIKEL 9
OUDERDOMSPENSIOEN
A R T I K E L 10
N A B E S TA A N D E N P E N S I O E N
10
A R T I K E L 11
B I J ZO N D E R N A B E S TA A N D E N P E N S I O E N
10
A R T I K E L 12
WEZENPENSIOEN
11
A R T I K E L 13
V E R E V E N I N G VA N P E N S I O E N
11
A R T I K E L 14
I N D I V I D U E E L P E N S I O E N S PA R E N
13
A R T I K E L 15
FLEXIBELE PENSIONERING
14
A R T I K E L 16
W I J Z I G I N G VA N S O C I A L E W E T T E N
15
9
A R T I K E L 17
B E Ë I N D I G I N G VA N H E T D E E L N E M E R S C H A P
15
A R T I K E L 18
TO E S L AG E N O P P E N S I O E N A A N S P R A K E N
16
A R T I K E L 19
WA A R D EOV E R D R AC H T E N A F KO O P
16
ARTIKEL 20
FINANCIERING
17
A R T I K E L 21
V O O R T Z E T T I N G P E N S I O E N O P B O U W B I J ( G E D E E LT E L I J K E ) A R B E I D S O N G E S C H I K T H E I D
19
ARTIKEL 22
VO O R T Z E T T I N G P E N S I O E N O P B O U W B I J N I E T V E R W I J T B A R E W E R K LO O S H E I D
21
ARTIKEL 23
H E R V E R Z E K E R I N G VA N P E N S I O E N A A N S P R A K E N
21
ARTIKEL 24
U I TG E S LO T E N R I S I CO ’ S
22
ARTIKEL 25
U I T B E TA L I N G VA N P E N S I O E N
22
ARTIKEL 26
A N T I C U M U L AT I E
23
ARTIKEL 27
OV E R D R AC H T, I N PA N D G E V I N G VA N R EC H T E N E N Z .
23
ARTIKEL 28
S LO T B E PA L I N G
23
ARTIKEL 29
INWERKINGTREDING
23
U I T K E R I N G S R EG L E M E N T OV E R G A N G S R EG E L I N G
25
3
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
ARTIKEL 1
ALGEMENE BEPALINGEN In dit Pensioenreglement, alsmede in eventuele aanvullingen hierop zullen de onderstaande termen de betekenis hebben, die daaraan in dit artikel worden toegekend, tenzij uit het zinsverband anders blijkt.
A . HET FONDS: de stichting: ’Stichting Centraal Pensioenfonds Internatio-Müller’; B . D E S TAT U T E N : de Statuten van het Fonds; C. HET BESTUUR: het Bestuur van het Fonds; D. D E R A A D VA N B E S T U U R :
de echtgenoot van de deelnemer of gewezen deelne-
de Raad van Bestuur van de naamloze vennootschap
mer met wie het huwelijk is geëindigd door echtschei-
’Imtech N.V.’, gevestigd te Rotterdam en kantoor-
ding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed;
houdende te Gouda; E . D E A A N G E S LOT E N V E N N O OT S C H A P : de instelling als bedoeld in Artikel 4 van de Statuten; F. D E W E R K N E M E R : de werknemer die een arbeidsovereenkomst met een aangesloten vennootschap is aangegaan; G. DE DEELNEMER : de werknemer, die ingevolge Artikel 2 als deelnemer is aangewezen; H. DE GE WEZEN DEELNEMER :
M . D E G E W E Z E N G E R EG I S T R E E R D E PA R T N E R : de geregistreerde partner van de deelnemer of gewezen deelnemer van wie het geregistreerd partnerschap met de gewezen deelnemer is beëindigd anders dan door de dood of vermissing; N . D E G E W E Z E N PA R T N E R : de partner van de deelnemer of gewezen deelnemer met wie het partnerschap is geëindigd; O. D E N A B E S TA A N D E : de hiervoor omschreven echtgenoot, geregistreerde
degene met wie de arbeidsovereenkomst met de aan-
partner, partner, gewezen echtgenoot, gewezen gere-
gesloten vennootschap is beëindigd en die recht of
gistreerde partner of gewezen partner na overlijden van
aanspraak op pensioen jegens het Fonds heeft; I.
L . D E G E W E Z E N EC H TG E N O OT:
D E EC H TG E N O OT:
de deelnemer of gewezen deelnemer; P. H E T K I N D :
de echtgeno(o)t(e) van de deelnemer of de gewezen
Het kind van de deelnemer of gewezen deelnemer, dat
deelnemer;
tot deze deelnemer of gewezen deelnemer in familie-
J . D E G E R EG I S T R E E R D E PA R T N E R :
rechtelijke betrekking staat, alsmede het stief- en pleeg-
de ongehuwde persoon die als partner van de deel-
kind van de deelnemer of gewezen deelnemer. Onder
nemer of gewezen deelnemer is geregistreerd in de
stief- en pleegkind wordt verstaan het stief- en pleeg-
registers van de burgerlijke stand op grond van artikel
kind dat zowel bij het einde van zijn deelnemerschap als
1:80a BW. In dit Pensioenreglement wordt een geregi-
ten tijde van zijn overlijden als zijn eigen kind wordt
streerde partner gelijkgesteld met een echtgenoot;
onderhouden en opgevoed;
K . D E PA R T N E R :
Q. A R B E I D S O N G E S C H I K T H E I D :
een ongehuwde persoon, niet zijnde een geregistreer-
arbeidsongeschiktheid conform de Wet werk en inko-
de partner of een bloed- of aanverwant in de rechte lijn,
men naar arbeidsvermogen (WIA), voorzover ontstaan
met wie de ongehuwde deelnemer of gewezen deelne-
tijdens het dienstverband met een aangesloten ven-
mer een gezamenlijke huishouding voert, die in een notarieel bekrachtigd samenlevingscontract, waarin
nootschap; R . N O R M - P E N S I O E N DAT U M :
(enige) vermogensrechtelijke aangelegenheden zijn
de eerste dag van de maand, waarin de deelnemer of
opgenomen, is aangewezen als begunstigde van het
gewezen deelnemer 61 jaar wordt;
nabestaandenpensioen en die door de deelnemer of gewezen deelnemer bij het Bestuur is aangemeld;
S . P E N S I O E N DAT U M : de dag waarop de deelnemer daadwerkelijk met pensioen gaat;
4
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
wordt gevolgd door een dienstverband met een andere
T. M I N I M U M LO O N :
aangesloten vennootschap;
het wettelijk minimumloon voor een werknemer van 23 jaar of ouder bij een volledig dienstverband; U. P S W : Pensioen- en spaarfondsenwet; V. F V P :
c.
op het tijdstip dat een instelling, waarbij de deelnemer in dienst is, niet meer als aangesloten vennootschap kan worden beschouwd;
d. op de pensioendatum.
Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering; W. W T V : Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf 1993.
ARTIKEL 3
INFORMATIEVERSTREKKING ARTIKEL 2
LID 1
DEELNEMERS
Het Bestuur zal iedere deelnemer bij de aanvang van zijn deelnemerschap een schriftelijk bewijs van deelnemerschap
LID 1
verstrekken, alsmede een exemplaar van de Statuten en het
Deelnemers zijn de werknemers geboren voor 1 januari 1950
Pensioenreglement.
en in dienst getreden voor 31 december 2005 van een aangesloten vennootschap die door de aangesloten vennoot-
LID 2
schap zijn aangemeld en door het Bestuur als deelnemer
Het Bestuur zal de deelnemers op de hoogte stellen van
zijn toegelaten.
wijzigingen in de Statuten en het Pensioenreglement. Tevens stelt het Bestuur alle belanghebbenden in staat
LID 2
desgewenst kennis te nemen van de geldende Statuten en
Het deelnemerschap vangt aan op de datum waarop de
het geldende Pensioenreglement.
werknemer een arbeidsovereenkomst met een aangesloten vennootschap is aangegaan, doch niet eerder dan op de
LID 3
eerste dag van de maand waarin de werknemer de leeftijd
Het Bestuur zal de deelnemer jaarlijks schriftelijk mede-
van 25 jaar bereikt.
deling doen van de grootte van de voor hem verzekerde pensioenaanspraken en een opgave verstrekken van de aan
LID 3
het desbetreffende of voorafgaande kalenderjaar toe te
Indien een instelling als aangesloten vennootschap toe-
rekenen waardeaangroei van de pensioenaanspraken over-
treedt vangt het deelnemerschap van de werknemers van
eenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting
deze instellingen niet eerder aan dan op het tijdstip waar-
2001 en de daarop berustende bepalingen. Het Bestuur
op de betreffende instelling als aangesloten vennootschap
verstrekt op verzoek aan een deelnemer of gewezen deel-
is toegelaten. De Raad van Bestuur kan bepalen dat het
nemer binnen drie maanden een opgave van de hoogte van
deelnemerschap op een eerder tijdstip aanvangt. Het deel-
de opgebouwde pensioenaanspraken. Het Bestuur kan voor
nemerschap kan niet aanvangen op een datum die ligt na
deze opgave een vergoeding vragen.
31 december 2005. LID 4 LID 4
Het Bestuur zal aan de deelnemer voor wie sprake is van
Op verzoek van de Raad van Bestuur kunnen ook andere
waardeoverdracht, als bedoeld in Artikel 8 lid 4, het aantal
dan de in lid 1 genoemde werknemers verbonden aan
extra deelnemersjaren en de eventuele extra premievrije
een aangesloten vennootschap als deelnemer worden
pensioenaanspraken mededelen.
toegelaten, eventueel onder van dit Pensioenreglement afwijkende voorwaarden. Deze voorwaarden mogen echter niet in strijd zijn met de PSW.
LID 5 Het deelnemerschap eindigt: a. bij overlijden van de deelnemer; b. bij beëindiging van het dienstverband tussen de deelnemer en de aangesloten vennootschap, zonder dat dit 5
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
LID 5
minimaal zes maanden voor de gewenste pensioendatum
Het Bestuur zal de deelnemer bij beëindiging van het
aan het Bestuur schriftelijk mede te delen. Indien een deel-
deelnemerschap een schriftelijk bewijs verstrekken, waar-
nemer of gewezen deelnemer later dan de norm-pensioen-
in de hoogte van zijn premievrije pensioenaanspraken is
datum wenst uit te treden dan dient de deelnemer dit mini-
aangegeven.
maal zes maanden voor de norm-pensioendatum aan het Bestuur schriftelijk mede te delen.
LID 6 Het Bestuur verstrekt de gewezen echtgenoot bij ontbin-
L I D 10
ding van het huwelijk met de deelnemer of gewezen deel-
Het Bestuur verstrekt de deelnemer of gewezen deelnemer
nemer dan wel de gewezen partner bij ontbinding van het
vier maanden voor de pensioendatum een pensioenmede-
partnerschap met de deelnemer of gewezen deelnemer dan
deling, waarin wordt aangegeven wat de hoogte van de
wel de gewezen geregistreerde partner na beëindiging van
pensioenaanspraken voor herschikking is op de gekozen
het geregistreerd partnerschap een bewijs van de aanspraak
pensioendatum en tevens verstrekt het Bestuur de deel-
op bijzonder nabestaandenpesioen.
nemer of gewezen deelnemer een keuzeformulier, waarop de deelnemer of gewezen deelnemer zijn keuze aangeeft
LID 7
ten aanzien van het geheel of gedeeltelijk afstand doen van
Iedere deelnemer en gewezen deelnemer is verplicht het
nabestaandenpensioen ten einde zijn ouderdomspensioen
Bestuur in kennis te stellen van wijzigingen in zijn burger-
te verhogen. Indien de deelnemer of gewezen deelnemer
lijke staat, relatie met een pensioengerechtigde partner,
kiest voor handhaving van het nabestaandenpensioen dient
gezin, adres of graad van arbeidsongeschiktheid.
het keuzeformulier alleen te worden ondertekend door de deelnemer of gewezen deelnemer.
LID 8 Indien de deelnemer zijn ongehuwde partner als begun-
Wordt gekozen voor het geheel of gedeeltelijk afstand
stigde van het nabestaandenpensioen wenst aan te wijzen,
doen van het nabestaandenpensioen, dan dient het keuze-
dient de deelnemer dit schriftelijk bij het Bestuur aan te
formulier zowel door de deelnemer of gewezen deelnemer
melden, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
als door de eventuele echtgenoot, partner of geregistreerde
■
de deelnemer dient een bewijs te overleggen waaruit
partner van de deelnemer of gewezen deelnemer te worden
ten genoegen van het Bestuur blijkt dat door betrok-
ondertekend. Het keuzeformulier, dient binnen één maand
kenen een notarieel verleden samenlevingsovereen-
aan het Bestuur te worden geretourneerd.
komst is aangegaan, inhoudende (enige) vermogens-
■
■
rechtelijke aangelegenheden en waaruit de onder-
Indien de deelnemer of gewezen deelnemer gebruik wenst
houdsverplichting van de deelnemer jegens zijn partner
te maken van de andere mogelijkheden tot herschikking,
blijkt;
zoals in Artikel 15 lid 3 omschreven, dan dient hij het Bestuur
de deelnemer dient een uittreksel uit het bevolkings-
hiervan zo snel mogelijk op de hoogte te stellen. In overleg
register te overleggen waaruit blijkt dat de deelnemer
tussen het Bestuur en de deelnemer of gewezen deelnemer
en zijn partner op hetzelfde adres woonachtig zijn;
zullen dan de pensioenaanspraken na herschikking worden
de deelnemer dient ten genoegen van het Bestuur aan
vastgesteld. Deze pensioenaanspraken zullen worden vast-
te tonen dat de gezamenlijke huishouding tenminste
gelegd op een formulier dat door het Bestuur aan de deel-
een half jaar onafgebroken heeft geduurd.
nemer of gewezen deelnemer wordt verstrekt. De deelnemer of gewezen deelnemer dient dit formulier binnen een
Indien de deelnemer of gewezen deelnemer het Bestuur in kennis stelt dat het partnerschap is geëindigd, zal de persoon die als partner was aangewezen als gewezen partner worden beschouwd, indien de deelnemer of gewezen deelnemer stukken overlegt waarin ten genoegen van het Bestuur wordt aangetoond dat sprake is van beëindiging van het partnerschap.
LID 9 Indien een deelnemer of gewezen deelnemer eerder dan de norm-pensioendatum wenst uit te treden dan dient hij dit 6
maand aan het Bestuur te retourneren.
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
ARTIKEL 4
LID 2
OMSCHRIJVING VAN DE PENSIOENAANSPRAKEN
Voor deelnemers die: ■
geheel of gedeeltelijk op provisiebasis werken;
■
werkzaam zijn buiten Nederland en/of van wie het salaris
LID 1
in andere valuta dan in euro’s wordt vastgesteld;
Met inachtneming van de bepalingen van dit Pensioen-
wordt het jaarsalaris vastgesteld door de Raad van Bestuur.
reglement geeft het deelnemerschap recht op:
De betrokken deelnemer wordt hiervan schriftelijk op de
a. ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer of
hoogte gebracht.
gewezen deelnemer; b. nabestaandenpensioen ten behoeve van de echtgenoot,
c.
LID 3
partner of geregistreerde partner van de deelnemer of
Het jaarsalaris wordt telkens per 1 januari vastgesteld en
gewezen deelnemer;
blijft tot aan de eerstvolgende 1 januari ongewijzigd met
bijzonder nabestaandenpensioen ten behoeve van de
uitzondering van de volgende situaties:
gewezen echtgenoot, gewezen partner of gewezen
■
geregistreerde partner van de deelnemer of gewezen deelnemer;
bij toetreding wordt het jaarsalaris vastgesteld naar het loon op dat moment;
■
d. wezenpensioen ten behoeve van de kinderen van de
bij pensionering, overlijden respectievelijk intredende arbeidsongeschiktheid wordt per de datum van pensi-
deelnemer of gewezen deelnemer;
onering, overlijden respectievelijk intredende arbeids-
e. pensioenspaarkapitaal uit hoofde van de regeling indivi-
ongeschiktheid het jaarsalaris opnieuw vastgesteld,
dueel pensioensparen, ten behoeve van de deelnemer
waarbij salariswijzigingen vóór 1 juli mede in aanmerking
of gewezen deelnemer.
worden genomen; ■
indien bij een aangesloten vennootschap vóór 1 juli
LID 2
van enig jaar een algemene salarisaanpassing plaats-
Zolang een werknemer nog niet in aanmerking komt voor
vindt, wordt per de datum van deze algemene salaris-
het deelnemerschap geeft het dienstverband met een aan-
aanpassing het jaarsalaris opnieuw vastgesteld.
gesloten vennootschap aanspraak op nabestaanden- en wezenpensioen. Deze aanspraken worden vastgesteld als
LID 4
ware de werknemer deelnemer.
Het jaarsalaris wordt afgerond op hele euro’s.
Bij beëindiging van het dienstverband voor de aanvang van het deelnemerschap, anders dan door overlijden of ingetreden arbeidsongeschiktheid, vervallen alle aan-
ARTIKEL 6
spraken op pensioen.
FRANCHISE LID 1
ARTIKEL 5
Voor de toepassing van dit Pensioenreglement wordt een
JAARSALARIS
franchise vastgesteld.
LID 1
LID 2
Voor de toepassing van dit Pensioenreglement wordt een
De franchise wordt per 1 januari van ieder jaar vastgesteld
jaarsalaris vastgesteld. Het jaarsalaris is gelijk aan 12 maal
als het maximum pensioengevend jaarsalaris conform arti-
het overeengekomen maandloon verhoogd met de vakan-
kel II.2.3., lid a van het Pensioenreglement van de Stichting
tietoeslag en de overeengekomen vaste uitkeringen.
Pensioenfonds voor de Metaal en Techniek.
De overeengekomen vaste uitkeringen worden tot maximaal het bedrag van het overeengekomen maandloon in aanmerking genomen.
ARTIKEL 7
Het maandloon wordt vastgesteld uitgaande van de in de
PENSIOENGRONDSLAG
aangesloten vennootschap geldende normale werktijd. Gratificaties, tantièmes en loon uit overuren worden niet als
LID 1
loon beschouwd.
Voor de toepassing van dit Pensioenreglement wordt voor
Emolumenten als vrij wonen e.d. worden als loon beschouwd
iedere deelnemer een vaste pensioengrondslag en een
tot een door de Raad van Bestuur te bepalen bedrag.
variabele pensioengrondslag vastgesteld. 7
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
8
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
LID 2 De vaste pensioengrondslag is gelijk aan het jaarsalaris verminderd met de franchise.
LID 3 De variabele pensioengrondslag is gelijk aan een door de Raad van Bestuur vast te stellen deel van het in een kalenderjaar feitelijk uitgekeerde variabele inkomen uit hoofde van de overeenkomstig de door de Raad van Bestuur aangewezen regelingen van variabel inkomen. De variabele pensioengrondslag wordt vastgesteld uitgaande van de in de aangesloten vennootschap geldende normale werktijd. De betrokken deelnemer wordt door de Raad van Bestuur schriftelijk geïnformeerd over de hoogte van de variabele pensioengrondslag.
ARTIKEL 8
de extra deelnemersjaren dit maximum zou worden over-
DEELNEMERSJAREN
schreden, worden extra deelnemersjaren toegekend tot het maximum is bereikt. Over het na toekenning van de extra
LID 1
deelnemersjaren resterende gedeelte van de overgedragen
Als deelnemersjaren tellen mee alle in ononderbroken
waarde worden daarnaast extra premievrije pensioenaan-
dienstverband bij de aangesloten vennootschap door-
spraken toegekend.
gebrachte jaren vanaf de datum van aanvang van het deelnemerschap.
Indien de deelnemer uit hoofde van een voorgaand dienstverband aanspraak kan maken op een pensioenspaarkapi-
LID 2
taal dan wordt dit pensioenspaarkapitaal toegevoegd aan
Het aantal deelnemersjaren wordt in jaren en maanden
het pensioenspaarkapitaal zoals dat voor de deelnemer
nauwkeurig bepaald. Hierbij zal een aantal dagen min-
wordt opgebouwd uit hoofde van de regeling individueel
der dan 16 worden verwaarloosd, terwijl een aantal van 16
pensioensparen. De voorschriften met betrekking tot dit
dagen of meer voor een volle maand zal worden gerekend.
punt zijn opgenomen in bijlage I.
LID 3 Indien een deelnemer in enig jaar minder dan de normale
ARTIKEL 9
werktijd in dienst is (geweest) van de aangesloten vennoot-
OUDERDOMSPENSIOEN
schap, zal het betreffende deelnemersjaar slechts in aanmerking worden genomen in de verhouding van de werke-
LID 1
lijke werktijd tot de normale werktijd.
Voor de deelnemersjaren gelegen na 1 januari 2000 wordt per deelnemersjaar een ouderdomspensioen opgebouwd
LID 4
van 1,95% van de in het desbetreffende jaar geldende som
Indien een deelnemer voorafgaande aan zijn deelnemer-
van de vaste en variabele pensioengrondslag. De opbouw
schap premievrije pensioenaanspraken heeft verworven uit
eindigt uiterlijk op de norm-pensioendatum.
hoofde van een voorgaand dienstverband en de gekapitaliseerde waarde van de aanspraken aan het Fonds is over-
LID 2
gedragen, zullen aan deze deelnemer daarvoor extra deel-
De per 31 december 1999 opgebouwde aanspraken op
nemersjaren worden toegekend. Het aantal toe te kennen
ouderdomspensioen volgens het per die datum gelden-
deelnemersjaren zal worden vastgesteld op basis van de
de Pensioenreglement worden beschouwd als opgebouw-
door het Bestuur vastgestelde rekenregels.
de aanspraken volgens dit Pensioenreglement, waarbij de ingangsleeftijd van het ouderdomspensioen op de norm-
Aan het aantal meetellende deelnemersjaren wordt een
pensioendatum wordt gesteld waarbij het bedrag in euro’s
maximum gesteld van 36. Indien door de toekenning van
gelijk blijft. 9
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
LID 3
LID 4
Jaarlijks per 1 januari wordt voor de deelnemers de reeds
Het nabestaandenpensioen gaat in op de dag volgend op de
opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen verhoogd.
dag van overlijden van de deelnemer of gewezen deelnemer
Deze verhoging wordt bepaald op basis van de stijging van
en wordt uitbetaald tot en met de dag van overlijden van de
het indexcijfer voor de CAO-lonen, met dien verstande dat:
pensioengerechtigde.
a. onder indexcijfer voor de CAO-lonen wordt verstaan het door het Centraal Bureau voor de Statistiek vast-
LID 5
gestelde ’Indexcijfer voor de CAO-lonen voor Particuliere
De aanspraak op nabestaandenpensioen ten behoeve van
bedrijven per maand’. Indien het Centraal Bureau voor
de echtgenoot, geregistreerde partner of partner van een
de Statistiek overgaat tot het vaststellen van het index-
deelnemer of gewezen deelnemer kan zonder de toestem-
cijfer voor de CAO-lonen op basis van een nieuwe reeks
ming van de echtgenoot, geregistreerde partner of part-
kan het Bestuur besluiten eveneens over te gaan op deze
ner niet bij overeenkomst tussen de deelnemer of gewezen
nieuwe reeks;
deelnemer en het Fonds of de aangesloten vennootschap
b. het verhogingspercentage is gelijk aan het percentage,
worden verminderd, anders dan bij afkoop zoals voorzien bij
tot in één decimaal nauwkeurig, waarmee het index-
of krachtens de PSW. Elk beding strijdig met het bepaalde in
cijfer voor de CAO-lonen voor de maand oktober van
de vorige zin, is nietig.
het voorafgaande jaar naar boven afwijkt van het indexcijfer voor de CAO-lonen voor de maand oktober van het jaar daaraan voorafgaand.
LID 4
A R T I K E L 11
BIJZONDER NABESTA ANDENPENSIOEN
Het ouderdomspensioen gaat, na beëindiging van het dienstverband, in op de norm-pensioendatum en wordt uit-
LID 1
betaald tot en met de dag van overlijden van de pensioen-
Het bijzonder nabestaandenpensioen is gelijk aan de
gerechtigde.
premievrije aanspraak op nabestaandenpensioen die aan de deelnemer zou zijn toegekend, indien het deelnemerschap zou zijn beëindigd op de datum van ontbinding van het
A R T I K E L 10
huwelijk dan wel beëindiging van het geregistreerd partner-
NABESTA ANDENPENSIOEN
schap dan wel beëindiging van het partnerschap.
LID 1
LID 2
Het nabestaandenpensioen bedraagt 70% van het volgens
Indien ontbinding van het huwelijk dan wel beëindiging
Artikel 9 van dit Pensioenreglement vastgestelde ouder-
van het geregistreerd partnerschap dan wel beëindiging
domspensioen.
van het partnerschap plaatsvindt nadat het deelnemer-
Bij overlijden van de deelnemer wordt dit ouderdomspensi-
schap is geëindigd, is het bijzonder nabestaandenpensioen
oen vastgesteld in de veronderstelling dat de deelnemer tot
gelijk aan het premievrije nabestaandenpensioen dat op de
de norm-pensioendatum zou hebben deelgenomen met de
datum van ontbinding van het huwelijk dan wel beëindiging
laatstelijk voor hem vastgestelde vaste pensioengrondslag,
van het geregistreerd partnerschap dan wel beëindiging van
alsmede de laatstelijk voor hem geldende werktijd.
het partnerschap is verzekerd.
LID 2 Indien op grond van Artikel 11 bijzonder nabestaandenpensioen is toegekend, wordt dit op het volgens lid 1 vastgestelde nabestaandenpensioen in mindering gebracht.
LID 3 Bij huwelijk respectievelijk geregistreerd partnerschap respectievelijk samenleving van een gewezen deelnemer op of na de pensioendatum zal geen recht op nabestaandenpensioen worden verleend.
10
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
LID 3
De uitkering wordt verlengd tot uiterlijk de leeftijd van
Het bijzonder nabestaandenpensioen gaat in op de dag
27 jaar indien:
volgend op de dag van het overlijden van de deelnemer of
■
gewezen deelnemer en wordt uitbetaald tot en met de dag
de pensioengerechtigde zijn voor werkzaamheden beschikbare tijd grotendeels besteedt aan het volgen
van overlijden van de pensioengerechtigde.
van onderwijs of een opleiding voor een beroep; ■
of de pensioengerechtigde ten gevolge van ziekte of
LID 4
gebreken niet in staat is om met arbeid 55% te verdienen
De bepalingen met betrekking tot het bijzonder nabe-
van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen,
staandenpensioen uit hoofde van de regeling individueel
die overigens in gelijkwaardige omstandigheden ver-
pensioensparen zijn vastgelegd in bijlage I.
keren, kunnen verdienen en daartoe ook, hetzij in het afgelopen jaar niet in staat is geweest, hetzij vermoede-
LID 5
lijk in het eerstkomende jaar niet in staat zal zijn.
Het bepaalde in lid 1 vindt geen toepassing indien de (gewezen) deelnemer en de echtgenoot respectievelijk geregi-
LID 4
streerde partner respectievelijk partner dit bij huwelijkse
Bij huwelijk respectievelijk geregistreerd partnerschap
voorwaarden, voorwaarden van een geregistreerd partner-
respectievelijk samenleving van een gewezen deelnemer op
schap of in de notariële akte in verband met de gezamen-
of na de pensioendatum zal geen recht op wezenpensioen
lijke huishouding of bij een bij geschrift gesloten overeen-
worden verleend.
komst met het oog op de scheiding of de beëindiging van de gezamenlijke huishouding of de beëindiging van het geregistreerde partnerschap anders overeenkomen. De overeen-
A R T I K E L 13
komst is slechts geldig indien aan de overeenkomst een ver-
VEREVENING VAN PENSIOEN
klaring van het Fonds is gehecht dat het bereid is een uit de afwijking voortvloeiend pensioenrisico te dekken.
LID 1 Indien het huwelijk van de deelnemer op of na 1 mei 1995 eindigt door echtscheiding alsmede in geval van schei-
A R T I K E L 12
ding van tafel en bed of in geval van beëindiging van het
WEZENPENSIOEN
geregistreerd partnerschap van een deelnemer, heeft de gewezen echtgenoot respectievelijk de gewezen gere-
LID 1
gistreerde partner een recht op uitbetaling jegens het
Het jaarlijks wezenpensioen bedraagt voor elk kind 17,5%
Fonds van een deel van het aan de deelnemer toekomende
van het volgens Artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen.
ouderdomspensioen. Dit deel is gelijk aan 50 procent van
Bij overlijden van de deelnemer wordt dit ouderdoms-
het ouderdomspensioen dat zou gelden indien:
pensioen vastgesteld in de veronderstelling dat de deel-
a. de tot verevening verplichte deelnemer uitsluitend zou
nemer tot de norm-pensioendatum zou hebben deel-
hebben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren
genomen in de pensioenregeling met de laatstelijk voor
gelegen tussen de datum van huwelijk respectievelijk
hem vastgestelde vaste pensioengrondslag, alsmede de
aanvang van het geregistreerd partnerschap en het tijd-
laatstelijk voor hem geldende werktijd.
stip van de echtscheiding of de scheiding van tafel en bed respectievelijk beëindiging van het geregistreerd
LID 2
partnerschap én
Het wezenpensioen wordt verdubbeld met ingang van de
b. de tot verevening verplichte deelnemer op het tijdstip
dag volgend op die waarop de pensioengerechtigde ouder-
van echtscheiding of scheiding van tafel en bed respec-
loos wordt.
tievelijk beëindiging van het geregistreerd partnerschap het deelnemerschap zou hebben beëindigd anders dan
LID 3
door arbeidsongeschiktheid, pensionering of overlijden.
Het wezenpensioen gaat in op de dag volgend op de dag van overlijden van de deelnemer of gewezen deelnemer en
Indien het tijdstip van beëindiging van het deelnemerschap
wordt uitbetaald tot en met de dag waarop de pensioen-
ligt vóór het tijdstip van de echtscheiding of de scheiding
gerechtigde de leeftijd van 18 jaar bereikt, of, indien de
van tafel en bed respectievelijk de beëindiging van het gere-
pensioengerechtigde eerder overlijdt, tot en met de maand
gistreerd partnerschap, heeft de gewezen echtgenoot een
van overlijden van de pensioengerechtigde.
recht op uitbetaling jegens het Fonds van 50 procent van 11
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
het ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot ver-
van de maand waarin de gewezen echtgenoot respectie-
evening verplichte gewezen deelnemer uitsluitend zou heb-
velijk gewezen geregistreerde partner overlijdt. Het recht
ben deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen
op uitbetaling eindigt eveneens op de laatste dag van de
tussen de datum van huwelijk respectievelijk aangaan van
maand waarin de echtgenoten respectievelijk geregistreer-
het geregistreerd partnerschap en het tijdstip van beëindi-
de partners een schriftelijke mededeling aan het Fonds
ging van het deelnemerschap.
hebben gedaan, dat zij met elkaar zijn hertrouwd dan wel, ingeval van scheiding van tafel en bed, zich hebben ver-
LID 2
zoend dan wel een huwelijk aangaan na een geregistreerd
In afwijking van lid 1, tweede volzin en lid 1 sub a wordt bij
partnerschap dan wel een geregistreerd partnerschap na
de verevening rekening gehouden met een ander percen-
een huwelijk zijn aangegaan dan wel opnieuw aangaan van
tage respectievelijk een andere periode indien dit door de
een geregistreerd partnerschap.
echtgenoten respectievelijk geregistreerde partners conform de voorwaarden in de Wet verevening pensioenrechten bij
LID 7
scheiding is overeengekomen bij huwelijkse voorwaarden
Het recht op uitbetaling van de gewezen echtgenoot
respectievelijk voorwaarden van geregistreerd partner-
respectievelijk gewezen geregistreerde partner jegens het
schap opgesteld op of na 1 mei 1995 of bij een schriftelijke
Fonds sluit, zolang dit recht bestaat, uitbetaling van de ter
overeenkomst met het oog op de echtscheiding of de schei-
zake van die uitbetaling vastgestelde bedragen inclusief
ding van tafel en bed of beëindiging van het geregistreerd
eventuele verhogingen aan de (gewezen) deelnemer uit.
partnerschap. Ten bewijze hiervan dient een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van de overeenkomst aan het Fonds te
LID 8
worden overgelegd.
Het Fonds verstrekt de gewezen echtgenoot respectievelijk gewezen geregistreerde partner een bewijsstuk waaruit de
LID 3
tijdens het huwelijk respectievelijk geregistreerd partner-
Indien de echtgenoten respectievelijk de geregistreer-
schap opgebouwde aanspraak waarop de verevening zal
de partners de toepasselijkheid van de Wet verevening
worden gebaseerd blijkt alsmede van de ingangsdatum van
pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten, dienen
de uitbetaling. De (gewezen) deelnemer ontvangt daarvan
zij eveneens ten bewijze hiervan een gewaarmerkt afschrift
een afschrift.
of uittreksel van de in dit artikel bedoelde overeenkomst aan het Fonds te overleggen.
LID 9 De contante waarde van het recht op uitbetaling van de
LID 4
gewezen echtgenoot respectievelijk gewezen geregistreer-
Indien op het tijdstip van echtscheiding of scheiding van
de partner en het conform Artikel 11 vastgestelde recht op
tafel en bed of beëindiging van het geregistreerd partner-
bijzonder nabestaandenpensioen kunnen worden omgezet
schap het deel van het ouderdomspensioen, waarop recht
in een eigen aanspraak op ouderdomspensioen voor de
op uitbetaling bestaat, gelijk of lager is dan het in artikel
gewezen echtgenoot respectievelijk gewezen geregistreer-
32, lid 5 van de PSW genoemde bedrag wordt het pensioen
de partner, mits dit bij huwelijkse voorwaarden respectieve-
niet verevend.
lijk voorwaarden van een geregistreerd partnerschap of bij geschrift gesloten overeenkomst met het oog op de schei-
LID 5
ding respectievelijk beëindiging van het geregistreerd part-
De uitbetaling aan de gewezen echtgenoot respectievelijk
nerschap is overeengekomen. De overeenkomst is slechts
gewezen geregistreerde partners geschiedt onder de in dit
geldig indien aan de overeenkomst een verklaring van het
reglement vastgelegde voorwaarden. De uitbetaling gaat
Fonds is gehecht dat het instemt met bedoelde omzetting.
in op het tijdstip waarop volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding recht op uitbetaling jegens het
De gewezen echtgenoot respectievelijk de gewezen geregis-
Fonds bestaat.
treerde partner die een eigen recht op ouderdomspensioen verwerft, is geen (gewezen) deelnemer in de zin van dit
LID 6
reglement. Het ouderdomspensioen gaat in en wordt uit-
Het recht op uitbetaling van ouderdomspensioen van de
betaald conform de bepalingen van dit reglement.
gewezen echtgenoot respectievelijk geregistreerde partner eindigt op de laatste dag van de maand waarin de gepen-
Het Fonds verstrekt aan de gewezen echtgenoot respectie-
sioneerde overlijdt dan wel, indien eerder, op de laatste dag
velijk gewezen geregistreerde partner een bewijsstuk van
12
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
het eigen recht op ouderdomspensioen. De (gewezen) deel-
L I D 13
nemer ontvangt daarvan een afschrift. De (gewezen) deel-
Het recht op uitbetaling van de gewezen echtgenoot
nemer ontvangt voorts een opgave van zijn verminderd
respectievelijk gewezen geregistreerde partner zoals vast-
pensioen.
gesteld conform lid 1 of lid 2 van dit artikel zal op dezelfde wijze worden verhoogd als de pensioenaanspraken vermeld
L I D 10
in Artikel 18.
De aanspraak op ouderdomspensioen van een deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde kan zon-
L I D 14
der toestemming van diens echtgenoten respectievelijk
De bepalingen met betrekking tot de verevening van het
geregistreerde partners niet bij overeenkomst tussen de
ouderdomspensioen uit hoofde van de regeling individueel
deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde en het
pensioensparen zijn vastgelegd in bijlage I.
Fonds of een aangesloten vennootschap worden verminderd anders dan bij afkoop zoals voorzien bij of krachtens de PSW tenzij de echtgenoten het recht op pensioenverevening
A R T I K E L 14
ingevolge de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
INDIVIDUEEL PENSIOENSPAREN
hebben uitgesloten. Elk beding, strijdig met het bepaalde in dit lid is nietig.
LID 1 L I D 11
Alle deelnemers nemen deel aan de regeling individueel
Bij de toepassing van dit artikel zullen de bepalingen van de
pensioensparen.
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding steeds in acht
De middelen, opgebouwd in deze regeling, worden te zijner
worden genomen.
tijd aangewend ter verhoging van de pensioenen en/of het vervroegen van de datum van pensionering.
L I D 12 Het recht op verevening kan alleen dan rechtstreeks jegens
LID 2
het Fonds worden uitgeoefend, indien de scheiding binnen
De regels inzake individueel pensioensparen zijn vastgelegd
twee jaar na het tijdstip van de scheiding op de in de Wet
in bijlage I.
verevening pensioenrechten bij scheiding voorgeschreven wijze aan het Fonds is gemeld. 13
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
A R T I K E L 15
FLEXIBELE PENSIONERING LID 1 Op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer kan deze eerder dan wel later dan de norm-pensioendatum met pensioen gaan. De deelnemer of gewezen deelnemer heeft hierbij de volgende keuzemogelijkheden: a. met pensioen gaan op de norm-pensioendatum;
pensioensparen te herschikken. De deelnemer of gewezen
b. vroeger met pensioen gaan, echter niet eerder dan
deelnemer heeft hierbij de volgende opties:
op de eerste dag van de maand, waarin de deelnemer
■
55 jaar wordt; c.
denpensioen ter verhoging van de aanspraak op ouder-
na goedkeuring door de aangesloten vennootschap later met pensioen gaan, echter niet later dan de eerste
domspensioen; ■
dag van de maand, waarin de deelnemer 65 jaar wordt;
geheel of gedeeltelijk afstand doen van het ouderdomspensioen ter verhoging van de aanspraak op nabestaan-
d. met deeltijdpensioen gaan, echter niet eerder dan op de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 55 jaar
geheel of gedeeltelijk afstand doen van het nabestaan-
denpensioen; ■
de hoogte van de uitkering van het ouderdomspensioen
wordt en waarbij de omvang van het dienstverband
te laten variëren, waarbij de verhouding waarbinnen
na het aanvaarden van een deeltijdfunctie niet lager is
in hoogte kan worden gevarieerd maximaal 100:75
dan 50% van de omvang van het dienstverband aan het
bedraagt. Voor zover het voorgaande betrekking heeft
eind van de periode direct voorafgaand aan de deeltijd-
op de periode voor de 65-jarige leeftijd van de deel-
pensionering.
nemer of de gewezen deelnemer blijft hierbij een bedrag van twee maal de laatst vastgestelde AOW-
Vervroeging dan wel verlating van de pensioendatum vindt
uitkering voor gehuwden buiten beschouwing.
plaats conform door het Bestuur vastgestelde rekenregels voor flexibele pensionering. Uitgangspunt voor deze reken-
Herschikking van pensioenaanspraken vindt plaats conform
regels is de collectieve actuariële gelijkwaardigheid van de
de door het Bestuur vastgestelde rekenregels voor flexi-
aanspraken, waarbij sexe-neutrale omrekeningsfactoren
bele pensionering. Uitgangspunt voor deze rekenregels
gehanteerd worden voor en na vervroeging dan wel ver-
is de collectieve actuariële gelijkwaardigheid van de aan-
lating van de pensioendatum. Het jaarlijks ouderdoms-
spraken,
pensioen kan echter nooit meer bedragen dan 100% van
gehanteerd worden, voor en na herschikking. Het jaar-
de laatstelijk vastgestelde som van de vaste en variabele
lijks ouderdomspensioen kan echter nooit meer bedragen
pensioengrondslag, waarbij het genoemde percentage is
dan 100% van de laatstelijk vastgestelde som van de vaste
gerelateerd aan het maximaal te behalen aantal deel-
en variabele pensioengrondslag, waarbij het genoemde
nemersjaren.
percentage is gerelateerd aan het maximaal te behalen aan-
waarbij
sexe-neutrale
omrekeningsfactoren
tal deelnemersjaren. Overschrijding van het bedoelde perLID 2
centage kan slechts plaatsvinden voor zover deze overschrij-
Op de pensioendatum komt het pensioenspaarkapitaal uit
ding het gevolg is van indexatie, waardeoverdracht of inruil
hoofde van de regeling individueel pensioensparen beschik-
van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen.
baar voor de inkoop van pensioenaanspraken onder handhaving van de reglementaire verhouding van ouderdoms-,
Het nabestaandenpensioen kan nooit meer bedragen dan
nabestaanden- en wezenpensioen. Inkoop vindt plaats
70% van het laatst vastgestelde jaarsalaris verminderd met
op basis van door het Bestuur vastgestelde rekenregels.
70% van de laatst vastgestelde AOW-uitkering voor gehuw-
Uitgangspunt voor deze rekenregels is de collectieve actua-
den.
riële gelijkwaardigheid van het pensioenspaarkapitaal voor en de aanspraken na inkoop.
LID 4 Indien sprake is van verkregen aanspraken op bijzonder
LID 3
nabestaandenpensioen, heeft de keuze met betrekking tot
De deelnemer of gewezen deelnemer heeft op de pensi-
het geheel of gedeeltelijk afstand doen van het nabestaan-
oendatum de keuze zijn pensioenaanspraken samen met
denpensioen geen betrekking op het bijzonder nabestaan-
de aanspraken uit hoofde van de regeling individueel
denpensioen.
14
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
LID 5 Indien sprake is van, conform Artikel 13, lid 1 of lid 2, vastgesteld recht op uitbetaling van ouderdomspensioen van een gewezen echtgenoot respectievelijk gewezen gere-
A R T I K E L 17
gistreerde partner, heeft de keuze met betrekking tot
BEËINDIGING VAN HET DEELNEMERSCHAP
het geheel of gedeeltelijk omzetten van het ouderdomspensioen geen betrekking op het recht op uitbetaling.
LID 1 LID 6
Indien het deelnemerschap eindigt anders dan wegens
Indien de deelnemer of gewezen deelnemer op de pensi-
pensionering of overlijden, de deelnemer minder dan 1 jaar
oendatum geen echtgenoot respectievelijk partner heeft,
deelnemer is geweest en er geen sprake is geweest van
wordt het (beperkt) nabestaandenpensioen aangewend ter
waardeoverdracht als bedoeld in Artikel 8, lid 4, heeft de
verhoging van zijn aanspraak op ouderdomspensioen.
gewezen deelnemer uitsluitend recht op restitutie van de eventueel door hem betaalde contributies.
LID 7 Indien sprake is van blijvende algehele respectievelijk gedeel-
LID 2
telijke arbeidsongeschiktheid op basis waarvan op grond
Indien het deelnemerschap eindigt anders dan wegens pen-
van artikel 21 verdere volledige respectievelijk gedeeltelijke
sionering of overlijden en de deelnemer 1 jaar of langer
opbouw van de pensioenaanspraken heeft plaatsgevonden,
deelnemer is geweest of indien sprake is geweest van waar-
zijn op het deel van de pensioenaanspraken welke tot stand
deoverdracht als bedoeld in Artikel 8, lid 4, behoudt de
zijn gekomen als gevolg van de opbouw als genoemd in
gewezen deelnemer recht op premievrij ouderdomspen-
artikel 21 de mogelijkheden genoemd in lid 1 onder c en in
sioen, premievrij nabestaandenpensioen ten behoeve van
lid 3 onder het 3e aandachtstreepje niet van toepassing.
zijn echtgenoot of partner en premievrij wezenpensioen ten behoeve van zijn kinderen.
A R T I K E L 16
LID 3
WIJZIGING VAN SOCIALE WETTEN
De in lid 2 bedoelde premievrije aanspraken worden vastgesteld door de voor de deelnemer in uitzicht gestelde pensioenaanspraken te verminderen met de pensioenaan-
LID 1
spraken die voor hem zouden worden verzekerd, indien
Indien sociale wetten worden gewijzigd of wettelijke maat-
het deelnemerschap zou zijn aangevangen op de datum
regelen met betrekking tot uitkeringen ten behoeve van
van beëindiging van het deelnemerschap onder dezelfde
de deelnemer, de gewezen deelnemer, diens echtgenoot
omstandigheden.
of partner en/of kinderen worden ingevoerd, kan dit Pensioenreglement worden gewijzigd aan de dan geldende
LID 4
omstandigheden.
De voorschriften in verband met beëindiging van het deel-
Door deze wijziging mogen de totale pensioenaanspraken
nemerschap met betrekking tot de regeling voor individueel
niet lager worden dan die volgens dit Pensioenreglement
pensioensparen zijn vastgelegd in bijlage I.
en de onmiddellijk voor de wijziging of invoering van bovenbedoelde wetten en/of maatregelen bestaande sociale wetten. Rechten op pensioen, verkregen door contributiebetaling door de deelnemers zijn steeds onaantastbaar.
LID 2 Indien door wijziging van het Pensioenreglement voorzieningen vrijvallen of het Fonds afkoopsommen van een verzekeraar mocht verkrijgen, blijven deze voorzieningen en afkoopsommen eigendom van het Fonds, doch zullen op verzoek van de aangesloten vennootschappen en na toestemming van het Bestuur kunnen worden aangewend voor toekomstige premiebetaling. 15
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
A R T I K E L 18
LID 4
TOESLAGEN OP PENSIOENAANSPRAKEN
Het bestuur kan besluiten om, indien de middelen van het fonds dit toelaten, de maximering op grond van lid 2 niet toe te passen.
LID 1 Jaarlijks per 1 januari worden de navolgende pensioenrechten en pensioenaanspraken:
A R T I K E L 19
a. de verzekerde pensioenaanspraken van pensioen-
WAARDEOVERDRACHT EN AFKOOP
trekkenden; b. de verzekerde pensioenaanspraken van niet-pensioentrekkende gewezen deelnemers;
LID 1
de extra premievrije pensioenaanspraken uit hoofde van
De in Artikel 17 bedoelde premievrije aanspraken kunnen op
waardeoverdracht, zoals omschreven in Artikel 8, lid 4;
verzoek van de gewezen deelnemer worden overgedragen
d. het bijzonder nabestaandenpensioen, zoals omschreven
aan het pensioenfonds dan wel de verzekeringsmaatschap-
c.
in Artikel 11, lid 1 en lid 2; e. de in uitzicht gestelde pensioenaanspraken van (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten, voorzover voortzetting van
pij waar de nieuwe werkgever van de gewezen deelnemer de pensioenaanspraken van betrokkene heeft verzekerd in alle gevallen waarin de PSW zulks toestaat.
pensioenopbouw geldt, zoals omschreven in Artikel 21; geïndexeerd met maximaal de stijging van het indexcijfer
LID 2
voor de CAO-lonen, op de wijze als in Artikel 9, lid 3 sub a en
Indien het deelnemerschap eindigt op grond van het
b is vastgelegd. Het Bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoe-
bepaalde in Artikel 2 lid 5 sub c kunnen de volgens Artikel 17
verre de pensioenrechten en pensioenaanspraken worden
vastgestelde premievrije pensioenaanspraken worden over-
aangepast. Voor deze voorwaardelijke indexatietoezeg-
gedragen aan het pensioenfonds dan wel de verzekerings-
ging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen
maatschappij dat verbonden is of wordt aan de uitgetreden
premie betaald.
instelling, mits dat pensioenfonds dan wel de verzekeringsmaatschappij valt onder de werkingssfeer van de PSW.
LID 2
Hierbij wordt rekening gehouden met de bepalingen van
De procentuele toeslag bedraagt in enig jaar maximaal 5%.
artikel 32a van deze wet.
LID 3
LID 3
Het bestuur kan besluiten om indien de middelen van het
Indien de in Artikel 17 bedoelde pensioenaanspraken
fonds dit toelaten, het op grond van lid 1 vastgestelde
gecombineerd met de aanspraken uit de regeling individu-
indexatiepercentage te verhogen.
eel pensioensparen het in Artikel 32 van de PSW bedoelde
16
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
bedrag niet te boven gaan, kunnen deze op verzoek van de
lid 4 genoemde bedrag van de uitkering ineens zal worden
gewezen deelnemer worden vervangen door een uitkering
bepaald op basis van door het Bestuur vastgestelde reken-
ineens, indien deze gewezen deelnemer na beëindiging
regels, waarbij de eis van collectieve actuariële gelijkwaar-
van het deelnemerschap ten genoegen van het Bestuur aan-
digheid in acht zal worden genomen.
nemelijk maakt dat hij is geëmigreerd. LID 6 LID 4
Bij de vaststelling van de overdrachtswaarde respectievelijk
Indien het pensioen op het tijdstip van ingang het in Artikel
de uitkering ineens als bedoeld in lid 5, zal met de pensioen-
32 van de PSW bedoelde bedrag niet te boven gaat, zal
belangen van de (gewezen) echtgenoot respectievelijk
het worden vervangen door een uitkering ineens. In een
(gewezen) partner op redelijke wijze rekening worden
zodanig geval worden eventuele meeverzekerde pensioen-
gehouden.
aanspraken eveneens vervangen door een uitkering ineens. LID 7 LID 5
De bepalingen met betrekking tot de waardeoverdracht
De overdrachtswaarde voor de volgens lid 1 respectieve-
van de aanspraken uit hoofde van de regeling individueel
lijk lid 2 over te dragen pensioenaanspraken zal worden
pensioensparen zijn opgenomen in bijlage I.
bepaald met inachtneming van het ’Besluit reken- en procedureregels recht op waardeoverdracht’ op grond van artikel 32b, lid 3 van de PSW. Het in lid 3 respectievelijk
ARTIKEL 20
FINANCIERING LID 1 De financiering van de reglementaire pensioenaanspraken geschiedt door middel van een jaarlijks per 1 januari vervallend bedrag dat bestaat uit: a. de koopsom benodigd voor de optrek van pensioenaanspraken over de achterliggende jaren; b. de koopsom benodigd voor de in het betreffende deelnemersjaar te verkrijgen pensioenaanspraken; c.
de risicopremies ter dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico en van het overlijdensrisico ten aanzien van de (nog) niet ingekochte gedeelten van het nabestaandenen wezenpensioen.
De financiering van de aanspraken van de in Artikel 4 lid 2 bedoelde werknemers vindt plaats door betaling van een risicopremie.
LID 2 De deelnemers betalen een jaarlijkse contributie welke 8% van de som van de vaste en variabele pensioengrondslag bedraagt. Indien de deelnemer in enig jaar minder dan de normale werktijd in dienst is van de aangesloten vennootschap zal de som van de vaste en de variabele pensioengrondslag voor de bepaling van de in dit lid bedoelde contributie, slechts in aanmerking worden genomen in de verhouding van de werkelijke werktijd tot de normale werktijd bij de aangesloten vennootschap. De verschuldigde contributies zullen in evenveel gelijke termijnen als waarin het loon wordt uitbetaald worden ingehouden. 17
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
LID 3
LID 8
Een aangesloten vennootschap betaalt een zodanige bijdra-
De Raad van Bestuur behoudt zich het recht voor ingeval
ge, dat deze tezamen met de contributie van de deelnemers
van ingrijpende wijziging van omstandigheden de groot-
gelijk is aan de som van de in lid 1 genoemde koopsommen
te van de bijdrage van de aangesloten vennootschappen te
en risicopremies.
verminderen of de betaling daarvan geheel te staken. In dit geval hebben de deelnemers het recht de verschul-
LID 4
digde contributie te verminderen respectievelijk de beta-
Een aangesloten vennootschap zal naar de situatie per
ling van de contributie te staken. Op dat tijdstip zal het
1 januari van enig kalenderjaar zijn bijdrage, alsmede de
Pensioenreglement worden aangepast.
contributie van de deelnemers, per 1 januari van dit kalen-
Echter zullen pensioenaanspraken, welke op dat tijdstip
derjaar aan het Fonds verschuldigd worden.
reeds zijn gefinancierd, hierdoor niet gewijzigd kunnen worden.
LID 5
Wanneer de Raad van Bestuur voornemens is tot uitoefe-
Bij toetreding van een deelnemer in de loop van een kalen-
ning van de bevoegdheid op grond van het in de eerste zin
derjaar betaalt de deelnemer een contributie vanaf de
genoemde voorbehoud over te gaan, zal zij dit onverwijld
datum van toelating.
schriftelijk mededelen aan het Bestuur en aan degenen,
De aangesloten vennootschap is in dit geval per de datum
wier pensioen of aanspraak op pensioen daardoor wordt
van toelating zijn bijdrage, alsmede de contributie van de
getroffen, tenzij een situatie is ontstaan als bedoeld in
nieuwe deelnemer verschuldigd, overeenkomend met het
Artikel 16 lid 4 van de Statuten.
resterende gedeelte van het kalenderjaar. Ingeval van beëindiging van het deelnemerschap in de loop
LID 9
van een kalenderjaar is de deelnemer de nog niet betaalde
De som van de door de aangesloten vennootschappen
contributies niet meer verschuldigd.
verschuldigde bijdragen zal in enig jaar niet meer bedragen
De aangesloten vennootschap is in dit geval per de datum
dan 15% van de som van de jaarsalarissen en de variabele
van beëindiging van het deelnemerschap – behoudens in
pensioengrondslagen van de deelnemers, tenzij de Raad van
geval van overlijden – zijn bijdrage, alsmede de contribu-
Bestuur anders beslist.
tie van de deelnemer, overeenkomend met het resterende
Indien de middelen van het Fonds als gevolg van de hier-
gedeelte van het kalenderjaar niet meer verschuldigd.
boven omschreven maximering naar het oordeel van het Bestuur – gehoord de actuaris van het Fonds – ontoerei-
LID 6
kend zijn om de in uitzicht gestelde pensioenaanspraken te
Een aangesloten vennootschap zal de aan het Fonds ver-
blijven financieren, zal de pensioenregeling van het Fonds
schuldigde bedragen voldoen telkens binnen een betalings-
zodanig worden aangepast, dat de financiering daarvan
termijn van 30 dagen na de notadatum. Indien de betalings-
naar het oordeel van het Bestuur – gehoord de actuaris van
termijn wordt overschreden zal de aangesloten vennoot-
het Fonds – wel toereikend zal zijn.
schap een rente vergoeden op basis van door het Bestuur vast te stellen rentetarieven.
LID 7 Het Bestuur kan besluiten op de verschuldigde bijdrage van een aangesloten vennootschap een korting te verlenen.
18
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
De mate waarin voortzetting van pensioenopbouw plaatsvindt wordt vastgesteld volgens onderstaande tabel:
Graad van
Mate van voortzetting
arbeidsongeschiktheid
van pensioenopbouw 0% 40%
45 tot 55%
50%
55 tot 65%
60%
65 tot 80%
72,5%
80 tot 100%
100%
A R T I K E L 21
VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW BIJ (GEDEELTELIJKE) ARBEIDSONGESCHIKTHEID
0 tot 35% 35 tot 45%
De voortzetting vindt voorts plaats op basis van het Pensioenreglement zoals dit gold alsmede de arbeidsduur
LID 1
zoals die tussen werkgever en (gewezen) deelnemer was
Degene die tijdens het deelnemerschap arbeidsongeschikt
overeengekomen onmiddellijk voorafgaand aan de ziekte
is geworden, heeft ter zake van die arbeidsongeschiktheid
als bedoeld in lid 2.
en met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, recht op gehele of gedeeltelijke voortzetting van het deelnemer-
Op de pensioenopbouw uit hoofde van de Regeling
schap nadat zijn deelnemerschap gedurende ziekte of
Individueel Pensioensparen is de voortzetting niet van toe-
arbeidsongeschiktheid anders dan door overlijden of pensi-
passing.
onering is beëindigd. Het voortgezette deelnemerschap eindigt zodra en voor zover de deelnemer niet langer arbeids-
De financiering van de voortzetting van de pensioenopbouw
ongeschikt is, doch uiterlijk op de norm-pensioendatum.
komt voor rekening van het Fonds.
LID 2
LID 4
Gedurende de periode waarin de deelnemer recht heeft op
Zolang de arbeidsovereenkomst van de deelnemer met de
loondoorbetaling bij ziekte ingevolge artikel 7:629 van het
aangesloten vennootschap bestaat, zijn op het deel van de
Burgerlijk Wetboek of recht heeft op een uitkering ingevol-
pensioenaanspraken waarop de voortzetting van pensioen-
ge de Ziektewet, wordt de pensioenopbouw over de vaste
opbouw niet van toepassing is, de bepalingen met betrek-
pensioengrondslag voortgezet. De vaste pensioengrondslag
king tot minder dan normale werktijd van toepassing.
wordt gedurende die periode vastgesteld op basis van de
Indien en zodra de graad van arbeidsongeschiktheid wijzigt
uitkering waarop de deelnemer bij aanvang van zijn ziekte
tijdens deze periode, wijzigt de mate van voortgezette pen-
en vervolgens per de peildatum van het jaar waarin de vaste
sioenopbouw ten laste van het Fonds dienovereenkomstig.
pensioengrondslag wordt vastgesteld en bij iedere aanpassing van de uitkering, recht heeft terzake van die ziekte.
LID 5 Zodra de arbeidsovereenkomst van de deelnemer met de
LID 3
aangesloten vennootschap wordt beëindigd, is op het in
Gedurende de periode waarin de deelnemer aansluitend
lid 4 bedoelde deel van de pensioenaanspraken Artikel 17
op de in lid 2 genoemde periode recht heeft op een uit-
(’Beëindiging van het deelnemerschap’) van toepassing.
kering ingevolge de WIA wordt de pensioenopbouw over
Indien en zodra de graad van arbeidsongeschiktheid wordt
de vaste pensioengrondslag voortgezet zolang en voor
verlaagd, wijzigt de mate van voortzetting van pensioen-
zover de (gewezen) deelnemer arbeidsongeschikt is, met
opbouw dienovereenkomstig.
dien verstande dat de vaste pensioengrondslag met betrek-
Indien en zodra de graad van arbeidsongeschiktheid wordt
king tot de voortzetting gedurende die periode wordt
verhoogd, blijft de mate van voortzetting van pensioen-
vastgesteld op basis van de uitkering als bedoeld in lid 2,
opbouw ongewijzigd.
waarop de (gewezen) deelnemer onmiddellijk voorafgaande aan de uitkering ingevolge de WIA recht had. De voort-
LID 6
zetting is gerelateerd aan de graad van arbeidsongeschikt-
Voor zover en zolang de deelnemer zijn resterende verdien-
heid conform de WIA.
capaciteit bij de aangesloten vennootschap benut, wordt 19
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
20
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
ARTIKEL 23
HERVERZEKERING VAN PENSIOENA ANSPR AKEN LID 1 Het Bestuur kan de verplichtingen, welke voortvloeien uit dit Pensioenreglement, dekken door het sluiten van overeenkomsten van levensverzekering met één of meer levensverzekeringsmaatschappijen als bedoeld in Artikel 9 van de PSW.
LID 2 Het Fonds zal als contractant en bevoordeelde op de betreffende polissen worden aangewezen. Het Bestuur heeft echter het recht als bevoordeelde de belanghebbende aan te wijzen.
LID 3 Het Fonds is slechts aansprakelijk, voorzover de verzekeraar zijn uit de overeenkomsten voortvloeiende verplichting nakomt. De voorwaarden van deze overeenkomsten liggen voor belanghebbenden bij het Bestuur ter inzage.
voor dat deel de vaste pensioengrondslag vastgesteld op
LID 4
basis van het jaarsalaris waarop de deelnemer terzake van
Het Fonds zal zich steeds ten opzichte van de belangheb-
die resterende verdiencapaciteit recht heeft, met dien ver-
bende ten volle kunnen kwijten door aan hem de betref-
stande dat de pensioenopbouw over de vaste pensioen-
fende polis, rechtgevende op gelijke uitkeringen, als waar-
grondslag niet kan uitgaan boven 100% van de opbouw
toe het Fonds gehouden is, over te dragen. Indien de polis
over de vaste pensioengrondslag waarop de deelnemer
aan de belanghebbende wordt overgedragen, zal hij als
recht zou hebben als hij niet arbeidsongeschikt zou zijn
bevoordeelde worden aangewezen. Van deze overdracht en
geweest, uitgaande van het jaarsalaris dat voor hem laatste-
bevoordeling zal aantekening op de polis gesteld worden.
lijk voorafgaand aan zijn ziekte was vastgesteld.
Tevens zal op de polis worden aangetekend dat ten aanzien van de daarin belichaamde verzekeringen, voorzover die verzekeringen betrekking hebben op aan het deelnemer-
ARTIKEL 22
schap in het Fonds te ontlenen aanspraken, de voorschrif-
VOORTZETTING PENSIOENOPBOUW BIJ NIET VERWIJTBARE WERKLOOSHEID
ten van de PSW – voorzover nog van toepassing – uitsluitend en onverminderd van kracht blijven, met name het bepaalde in Artikel 32 van die wet en dat noch afkoop van deze verzekeringen is toegestaan, noch wijziging van de bevoor-
LID 1
deling, tenzij die wijziging plaatsvindt ten behoeve van de
Indien het deelnemerschap eindigt door beëindiging van
belanghebbende respectievelijk diens nabestaanden.
het dienstverband als gevolg van niet verwijtbare werkloosheid, vindt voortzetting van de pensioenopbouw plaats overeenkomstig de Bijdragenregelen FVP.
LID 2 De door de FVP beschikbaar gestelde bedragen worden vanaf de betaaldatum aangewend ter verhoging van de pensioenaanspraken binnen deze pensioenregeling op basis van de door het Bestuur, gehoord de actuaris van het Fonds, vastgestelde richtlijnen. 21
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
ARTIKEL 24
volle kalendermaand dan zal die termijn naar evenredigheid
UITGESLOTEN RISICO’S
met het aantal dagen waarop die termijn betrekking heeft worden uitbetaald.
LID 1 Met betrekking tot de uitgesloten risico’s gelden, indien en
LID 2
voorzover de pensioenverplichtingen zijn herverzekerd, de
De pensioenen zullen worden uitbetaald aan de in Artikel 4
voorwaarden van de verzekeraar. De polisvoorwaarden lig-
lid 1 omschreven pensioengerechtigden, met dien verstande
gen bij het Bestuur voor pensioengerechtigden ter inzage.
dat het wezenpensioen van het kind dat minderjarig is, zal worden uitbetaald aan de wettelijke vertegenwoordiger(s)
LID 2
van het kind.
Het recht op (bijzonder) nabestaanden- en/of wezenpensioen gaat verloren voor die pensioengerechtigde, door wiens grove
LID 3
opzet of grove schuld de (gewezen) deelnemer overlijdt.
Uitbetaling van de pensioenen geschiedt onder de volgende voorwaarden:
LID 3 Ingeval van terrorisme in de zin van het Clausuleblad
a. de pensioengerechtigde dient een behoorlijk bewijs van zijn in leven zijn te overleggen;
terrorismedekking van de Nederlandse Herverzekerings-
b. indien door overlijden van een deelnemer of gewezen
maat schappij voor Terrorismeschaden N.V., kunnen de
deelnemer een (bijzonder) nabestaanden- en/of wezen-
aanspraken en/of uitkeringen uit hoofde van het Pensioen-
pensioen moet worden uitgekeerd, zal moeten worden
reglement worden beperkt in een nader bij besluit van het
overgelegd een uittreksel uit het bevolkingsregister,
Bestuur aan te geven mate en wijze.
vermeldende de datum van overlijden van de deelnemer of gewezen deelnemer en op verzoek van het Bestuur, indien mogelijk, een verklaring van de genees-
ARTIKEL 25
UITBETALING VAN PENSIOEN
kundige die de overleden deelnemer of gewezen deelnemer tijdens diens laatste ziekte of na het ongeval, waardoor de deelnemer of gewezen deelnemer over-
LID 1
leed, heeft behandeld of van de nagelaten betrekkin-
De pensioenen zullen worden uitbetaald in maandelijkse
gen van de deelnemer of gewezen deelnemer betreffen-
termijnen, telkens aan het einde van de maand.
de de aard van de ziekte of van het ongeval, dat de dood
Heeft de eerste of de laatste termijn niet betrekking op een
veroorzaakt heeft;
22
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
c.
indien het onder b. bedoelde nabestaandenpensioen
ting voldoet, behoudt het Fonds zich het recht voor even-
toekomt aan de partner van een ongehuwde deelnemer,
tueel te veel of ten onrechte betaalde uitkeringen van de
dienen stukken te worden overgelegd, waarin ten
deelnemer terug te vorderen c.q. te verrekenen met nog te
genoegen van het Bestuur wordt aangetoond dat de
betalen termijnen.
gezamenlijke huishouding onmiddellijk voorafgaande aan het overlijden nog bestond; d. tevens moeten alle andere stukken, welke door het Bestuur of de verzekeraar verlangd worden, worden overgelegd.
LID 4 Het pensioen wordt uitgekeerd door overmaking op een door de pensioengerechtigde in Nederland aangehouden bank- of girorekening.
LID 5 Alle uitkeringen binnen Nederland geschieden zonder
A R T I K E L 27
kosten voor de belanghebbende(n) met uitzondering van
OVERDR ACHT, INPANDGEVING VAN RECHTEN ENZ.
de kosten voor het verstrekken van bovenbedoelde bewijzen en verklaringen.
De aanspraken ingevolge deze regeling kunnen niet worden LID 6
afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of
Indien een uitkering niet binnen vijf jaar na het tijdstip,
feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de
waarop zij opvorderbaar is geworden, is opgevorderd,
gevallen voorzien bij of krachtens de PSW.
vervalt deze uitkering aan het Fonds.
LID 7
ARTIKEL 28
Alle uitkeringen zullen geschieden in euro’s.
SLOTBEPALING
LID 8
Het Bestuur kan in incidentele gevallen afwijkingen van
De pensioenuitkeringen zullen worden verminderd met die
de bepalingen van dit Pensioenreglement toestaan, indien
belastingen en heffingen, welke het Fonds gerechtigd is in
gronden van redelijkheid of billijkheid naar zijn oordeel aan-
te houden en verplicht is af te dragen ingevolge de op het
leiding geven een in het belang van betrokkene afwijken-
tijdstip van uitkering van kracht zijnde wetten of besluiten.
de regeling te treffen, mits hierdoor de belangen van de overige deelnemers niet worden geschaad.
ARTIKEL 26
ANTICUMUL ATIE
ARTIKEL 29
INWERKINGTREDING LID 1 Indien de rechthebbende tijdens de periode waarin op
LID 1
grond van dit reglement recht op een uitkering van ouder-
Dit Pensioenreglement is in werking getreden op 1 janu-
domspensioen bestaat, in aanmerking komt voor een uit-
ari 2000, en vervangt het voordien gegolden hebbende
kering krachtens de WIA wordt het ouderdomspensioen
Pensioenreglement. Het Pensioenreglement is laatstelijk
verminderd met deze uitkeringen.
gewijzigd per 1 januari 2006.
LID 2
LID 2
De rechthebbende op ouderdomspensioen dient van een
De verzekerde pensioenaanspraken van personen die vóór
toekenning c.q. iedere wijziging van een uitkering ingevol-
1 januari 2006 het deelnemerschap hebben verloren, wor-
ge de WIA schriftelijk mededeling te doen aan het Fonds.
den door de inwerkingtreding van dit Pensioenreglement
Indien de deelnemer niet of niet tijdig aan deze verplich-
niet gewijzigd. 23
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
U I T K ER I N GS REG L EM EN T
OV ERG A N GS REG EL I N G
ARTIKEL 1
B EG R I P S O M S C H R I J V I N G E N
ARTIKEL 2
VO O R WA A R D E N VO O R EEN R EC H T O P U I T K E R I N G
ARTIKEL 3
A F H A N D E L I N G VA N D E A A N V R A AG VA N E E N U I T K E R I N G
ARTIKEL 4
H O O G T E VA N D E U I T K E R I N G
ARTIKEL 5
INHOUDINGEN
ARTIKEL 6
VERPLICHTINGEN
ARTIKEL 7
FINANCIERING
ARTIKEL 8
INWERKINGTREDING
25
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
ARTIKEL 1
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Dit reglement verstaat onder: HET FONDS: de stichting: ’Stichting Centraal Pensioenfonds Internatio-Müller’; HET BESTUUR: het Bestuur van het Fonds; D E A A N G E S LOT E N V E N N O O T S C H A P : de instelling als bedoeld in Artikel 4 van de Statuten; DE WERKNEMER: de werknemer die is geboren voor 1 januari 1950 en een
OV E R G A N G S R EG E L I N G :
arbeidsovereenkomst met een aangesloten vennoot-
de in dit uitkeringsreglement neergelegde overgangs-
schap is aangegaan en reeds op 31 december 1999 in dienst was van een aangesloten vennootschap;
regeling; U I T K E R I N G S G E R EC H T I G D E :
D E R EG E L I N G L E V E N S L A N G O U D E R D O M S P E N S I O E N :
de gewezen werknemer die een ingegaan recht op een
de pensioenregeling van de aangesloten vennootschap, die betrekking heeft op de regeling van het levenslang
uitkering uit deze overgangsregeling heeft; WIA:
ouderdomspensioen; P E N S I O E N R EG L E M E N T:
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; WAO :
het pensioenreglement inzake levenslang ouderdomspensioen;
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; W W:
N O R M - P E N S I O E N DAT U M :
Werkloosheidswet.
de eerste dag van de maand, waarin de deelnemer aan de regeling levenslang ouderdomspensioen 61 jaar wordt; P E N S I O E N DAT U M : de dag waarop de deelnemer aan de regeling levenslang ouderdomspensioen daadwerkelijk met pensioen gaat,
ARTIKEL 2
VOORWAARDEN VOOR EEN RECHT OP UITKERING
echter niet eerder dan de eerste dag van de maand waarin de deelnemer 60 jaar wordt; P E N S I O E N G R O N D S L AG :
LID 1 Een aanspraak op een uitkering uit deze overgangsregeling
de vaste pensioengrondslag zoals vastgesteld op grond
kan maken de werknemer die:
van Artikel 7 van het pensioenreglement. Voor de
a. een uitkering inzake de regeling levenslang ouderdoms-
werknemer die minder dan de normale werktijd in
pensioen ontvangt;
dienst is geweest van de aangesloten vennootschap
b. over de diensttijd, voor zover gelegen na 31 december
wordt de voor deze overgangsregeling in aanmerking te
1999 pensioen heeft opgebouwd ingevolge de regeling
nemen pensioengrondslag vermenigvuldigd met het
levenslang ouderdomspensioen;
gemiddelde parttime percentage gerekend over de gehele diensttijd;
c.
zijn arbeidsovereenkomst met een aangesloten vennootschap heeft beëindigd.
LID 2 Tenminste zes maanden voor de norm-pensioendatum dient de werknemer bij het Fonds en de aangesloten vennootschap een schriftelijk verzoek tot het doen ingaan van de uitkering uit deze overgangsregeling te hebben ingediend.
ARTIKEL 3
VERVALLEN
26
STICHTING CENTR A AL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER (CPIM)
ARTIKEL 4
LID 3
HOOGTE VAN DE UITKERING
De uitkering uit deze overgangsregeling wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald, waarbij de maanduitkering 1/12e
LID 1
deel van de jaaruitkering bedraagt. Deze uitkering wordt
De uitkeringsgerechtigde heeft recht op een jaarlijkse uit-
geïndexeerd conform het bepaalde in Artikel 18 lid 2 van het
kering uit deze regeling ter hoogte van 7,00% van de laatst
pensioenreglement.
vastgestelde pensioengrondslag minus 0,20% van de laatst vastgestelde pensioengrondslag vermenigvuldigd met het bereikbare aantal dienstjaren gelegen tussen 31 december
ARTIKEL 5
1999 en de norm-pensioendatum. Op deze uitkering wordt
INHOUDINGEN
een eventuele uitkering krachtens de WIA/WAO/WW of een soortgelijke uitkering in mindering gebracht voor zover
Door het Fonds wordt op de uitkering uit deze overgangs-
met een dergelijke uitkering niet al rekening is gehouden
regeling ingehouden:
op grond van artikel 26 van het pensioenreglement. Het
a. de verschuldigde inhoudingen van overheidswege zoals
recht op de jaarlijkse uitkering wordt per dienstjaar gelegen tussen 31 december 1999 en de norm-pensioendatum voor een evenredig deel verworven.
loonheffing; b. eventuele andere verplichte inhoudingen, die op de uitkering van toepassing zijn.
L I D 1a Indien het deelnemerschap eindigt anders dan wegens
ARTIKEL 6
pensionering of overlijden en de deelnemer 1 jaar of lan-
VERPLICHTINGEN
ger deelnemer is geweest of indien sprake is geweest van waardeoverdracht als bedoeld in artikel 8, lid 4 van het
LID 1
pensioenreglement, behoudt de gewezen deelnemer een
De uitkeringsgerechtigde is verplicht alle informatie die van
premievrij recht op de jaarlijkse uitkering ter grootte van
belang is voor een goede uitvoering van deze overgangs-
het reeds verworven deel daarvan. Het bepaalde in de
regeling tijdig schriftelijk aan het Bestuur te verstrekken.
artikelen 18 en 19 van het pensioenreglement is van over-
Het Fonds kan te allen tijde controle uitoefenen op de
eenkomstige toepassing.
naleving van deze verplichting.
LID 2
LID 2
De uitkering uit deze overgangsregeling gaat in op de norm-
Het Fonds vordert alle uitkeringen die ten gevolge van
pensioendatum en wordt uitbetaald tot en met de dag van
onjuiste informatie ten onrechte zijn verstrekt terug.
overlijden van de uitkeringsgerechtigde. Indien er op de dag van overlijden van de uitkeringsgerechtigde een gerechtigde op nabestaandenpensioen bestaat in
ARTIKEL 7
de zin van artikel 4 van het Pensioenreglement, dan heeft
FINANCIERING
deze nabestaande recht op 70% van de uitkering uit deze overgangsregeling, conform het bepaalde in artikel 10 van
De aangesloten vennootschappen verschaffen het Fonds de
het Pensioenreglement. Deze uitkering zal aan de in de
financiële middelen die zij nodig heeft voor de uitvoering
vorige volzin bedoelde nabestaande worden uitgekeerd
van deze overgangsregeling.
zolang het nabestaandenpensioen wordt uitgekeerd. Indien er op de dag van overlijden van de uitkeringsgerechtigde een gerechtigde op wezenpensioen bestaat in de zin
ARTIKEL 8
van artikel 4 van het Pensioenreglement, dan heeft deze
INWERKINGTREDING
nabestaande recht op 17,5% van de uitkering uit deze overgangsregeling, conform het bepaalde in artikel 12 van het
Dit reglement is van kracht met ingang van 1 januari 2000 en
Pensioenreglement. Deze uitkering zal aan de in de vori-
blijft van kracht tot en met 31 december 2004. Met ingang
ge volzin bedoelde gerechtigde op wezenpensioen worden
van 31 december 2004 is de overgangsregeling gewijzigd
uitgekeerd zolang het wezenpensioen wordt uitgekeerd.
in een toezegging omtrent pensioen als bedoeld in de Pensioen- en spaarfondsenwet.
27
STICHTING CENTRAAL PENSIOENFONDS INTERNATIO - MÜLLER
Postbus 234 2800 AE Gouda
Bezoekadres: Kampenringweg 45-A 2803 PE Gouda
Telefoon: (0182) 543 580 Telefax: (0182) 543 590 Website: www.cpim.nl E-mail:
[email protected]