Provincie Drenthe
Handreiking
I m pl em e n tati e Ex ter n e Vei l i g h ei d Een handreiking voor implementatie van externe veiligheid in de gemeentelijke organisatie
december 2005
P r o v i n c i e Drenthe
Handreiking
I m pl em e n tati e Ex ter n e Vei l i g h ei d Een handreiking voor implementatie van externe veiligheid in de gemeentelijke organisatie
dossier X1042.01.000 registratienummer NN-ON20051017 versie 5
d e c e m b e r 2005 ©
INHOUD
BLAD
1
INLEIDING
3
2
ALGEMENE RICHTLIJNEN VOOR IMPLEMENTATIE
4
3
BESLUIT EXTERNE VEILIGHEID INRICHTINGEN
6
4
REGISTER RISICOSITUATIES GEVAARLIJKE STOFFEN
8
5
IMPLEMENTATIE ROUTERING GEVAARLIJKE STOFFEN
9
6
UITWERKING
11
7
LEREN VAN ELKAAR
13
8
LITERATUUR EN INFORMATIEBRONNEN
14
9
COLOFON
16
BIJLAGEN 1 Format werkprocesbeschrijving 2 Voorbeeld werkprocesbeschrijving 3 Voorbeeld opzet beleidsvisie EV 4 Procesbeschrijvingen
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
20 december 2005, versie 5
-2-
1
INLEIDING Voor u ligt de concepthandreiking voor implementatie van externe veiligheid in de (gemeentelijke) organisatie. De handreiking maakt onderdeel uit van het project “Implementatie Externe Veiligheid in de gemeentelijke organisatie.” Het project maakt onderdeel uit van het Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2004-2005 van de provincie Drenthe. Waarom een handreiking De doorvertaling van het EV-beleid in zowel milieu als ruimtelijke ontwikkeling vindt op dit moment al plaats. Met de inwerkingtreding van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) krijgen deze taken echter een wettelijke grondslag en zullen derhalve structureel en adequaat moeten worden uitgevoerd. Dit betekent voor (gemeentelijke) organisaties dat deze wettelijke taken moeten worden georganiseerd en dat verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van externe veiligheid in de gemeentelijke organisatie moet worden vastgelegd middels werkprocessen (implementatie). Ook andere regelgeving vraagt om een organisatorische inbedding. Deze handreiking is een hulpmiddel bij het doorvoeren van deze implementatie en fungeert als basis voor het formuleren van de werkprocessen. Reikwijdte en inhoud van de handreiking De handreiking heeft betrekking op de (wettelijke) taken die aan gemeenten zijn opgelegd op grond van: • Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI); • Het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS); • Transport van gevaarlijke stoffen en routering. In hoofdstuk 2 worden een aantal voorwaarden voor een goede implementatie van nieuw beleid in een organisatie gegeven. In hoofdstuk 3 worden de wettelijke taken van het BEVI en de daaruit voortvloeiende uitvoeringstaken behandeld. In de hoofdstukken 4 en 5 gebeurt dit voor respectievelijk het RRGS en het transport van gevaarlijke stoffen. Aan de hand van hoofdstuk 6 kunt u een notitie opstellen voor de implementatie in de organisatie. Ten slotte zal hoofdstuk 7 gedurende het project nader ingevuld worden met de resultaten en ervaringen van de deelnemende gemeenten.
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
20 december 2005, versie 5
-3-
2
ALGEMENE RICHTLIJNEN VOOR IMPLEMENTATIE Om externe veiligheid goed te implementeren in de organisatie, moet een aantal aspecten duidelijk worden ingevuld en vastgelegd. Voorbereiding 1. Zorg voor bestuurlijke betrokkenheid. Betrek het bestuur bij het uitvoeren van de analyse en het opstellen van beleid. 2. Zorg voor betrokkenheid van alle relevante afdelingen (Milieu, Ruimtelijke Ordening, Brandweer, Economische Zaken, etc.) door inbreng van en terugkoppeling met de voor de uitvoering verantwoordelijke medewerkers. Analyse 1. Inventariseer wat de voor de organisatie wettelijke en optionele taken in het kader van externe veiligheid zijn. 2. Inventariseer welke afdeling, medewerker of externe momenteel betrokken worden bij de uitvoering van de taken. 3. Onderzoek waar binnen de eigen gemeente knelpunten op het gebied van externe veiligheid zijn, zowel op organisatorisch als inhoudelijk gebied. 4. Leg na de analyse de nul-situatie vast. Planning en uitvoering 1. Stel een beleidsnotitie op of formuleer uitgangspunten. Geef hierin aan hoe de organisatie omgaat met externe veiligheid (bijvoorbeeld hoe risico worden voorkomen of hoe wordt omgegaan met de normen voor het Groepsrisico). 2. Geef de wijze van organisatie overzichtelijk weer. Geef aan welke medewerkers verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van de taken op het gebied van externe veiligheid en wat hun taken en bevoegdheden zijn. Beschrijf tevens de wijze van monitoring en de afstemming van de informatiestromen. 3. Stel op basis van de uitgangspunten en de uitgevoerde analyse een aantal maatregelen op (eventueel in programma), bijvoorbeeld over de sanering van bedrijven of organisatorische knelpunten. Benoem de doelstelling en de indicatoren t.b.v. monitoring. Geef tevens aan wie de maatregel uitvoert en wat de planning is. Maak een onderscheid in wettelijke taken (waarvoor vaak al een ‘harde’ datum is genoemd) en optionele taken. 4. Werk de uitvoering van de diverse taken in het kader van externe veiligheid uit in werkprocessen. Hierdoor is er overzicht, wordt uniform werken bevorderd en zijn processen voor externen of nieuwe medewerkers snel duidelijk te maken. Betrek bij de uitwerking de taken, de organisatie en de verantwoordelijke medewerker(s). Monitoring en evaluatie 1. Leg vast hoe en wanneer de uitvoering van de taken wordt gemonitord en geëvalueerd. Leg tevens vast wanneer en hoe verslag wordt gemaakt van de resultaten t.b.v. het bestuur. 2. Terugkoppeling en eventuele aanpassingen van analyse en beleid
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
20 december 2005, versie 5
-4-
Borging van externe veiligheid 1. Neem de consequenties van externe veiligheid per afdeling op in de afdelingsplannen. 2. Zorg er voor dat zowel voor het uitvoeren van de taken als voor de implementatie zelf voldoende tijd en geld in de begroting wordt gereserveerd. 3. Kwaliteitsborging gebeurt volgens het cyclisch doorlopen van de beleidscirkel die de genoemde aspecten omvat:
Beleidscirkel Analyse
Monitoring & Evaluatie
Beleidsnotitie of - uitgangspunten
Organisatienotitie en Uitvoering
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
maatregelen
20 december 2005, versie 5
-5-
3
BESLUIT EXTERNE VEILIGHEID INRICHTINGEN In dit hoofdstuk wordt kort aangeduid wat het doel van het BEVI is en wat de wettelijke taken zijn. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de taken die uitgevoerd moeten worden om op een adequate wijze invulling aan het BEVI (en de wettelijke taken) te geven. Doel BEVI Het doel van het besluit is het bieden van een minimum beschermingsniveau aan individuele en groepen burgers tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen tijdens opslag en overslag, gebruik in installaties (bijvoorbeeld koelinstallaties), aflevering (zoals LPG), en procesinstallaties (o.a. BRZO’99). Wettelijke taken Het besluit verplicht bevoegde gezagen (de Wet milieubeheer, Wet op de ruimtelijke ordening en de Woningwet) om het veiligheidsniveau te borgen bij de uitoefening van een aantal van de bevoegdheden (zoals milieuvergunningverlening en de vaststelling van ruimtelijke besluiten). Het besluit regelt dat het bevoegd gezag op grond van de Wet milieubeheer alleen een milieuvergunning kan verlenen als voldaan is aan de veiligheidsafstanden. Het regelt tevens dat een gemeente in het bestemmingsplan de veiligheidsafstanden in acht neemt of rekening houdt met deze afstanden. Zowel bij milieuvergunningen als bestemmingsplannen geldt een verantwoordingsplicht voor het Groepsrisico (GR). Uitvoeringstaken BEVI gaat (impliciet) uit van het beschikbaar hebben van een overzicht van inrichtingen die met gevaarlijke stoffen werken (dit is verplicht onder RRGS, zie hoofdstuk 4). Wettelijke taak Risiconormen opnemen in de milieuvergunning
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
Activiteiten • Onderzoek naar opslag en gebruik gevaarlijke stoffen • Bepaal indien nodig de contouren rond de risicovolle inrichtingen (PR-contouren en GRcontouren) • Confronteer deze contouren met de huidige en toekomstige ruimtelijke ontwikkeling, zodat de knelpunten in beeld komen (toetsen aan normen BEVI) • Bij overschrijding normen uit BEVI: - knelpunten oplossen (bijvoorbeeld door eisen van maatregelen, opnemen van voorschriften in de vergunning, in overleg komen tot nieuwe vergunningaanvraag) -of vergunning niet afgeven of intrekken • Stel een verantwoording op voor het Groepsrisico • Leg de uitgangspunten die gehanteerd zijn bij het bepalen van de risicoafstanden en de berekening 20 december 2005, versie 5
-6-
Wettelijke taak Risiconormen in bestemmingsplannen opnemen
Sanering Urgente saneringssituaties moeten binnen 3 jaar na inwerking treden van het BEVI (oktober 2007) zijn gesaneerd, overige saneringssituaties uiterlijk in 2010.
Activiteiten van het groepsrisico goed vast • Onderzoek naar opslag, gebruik en transport gevaarlijke stoffen bij inrichtingen • Welke risicovolle inrichtingen bevinden zich in en buiten het plangebied • Bepaal de contouren rond de risicovolle inrichtingen (PR-contouren en grens van het invloedsgebied) • Confronteer deze contouren met de huidige en toekomstige ruimtelijke ontwikkeling, zodat de knelpunten in beeld komen • Stel verantwoording groepsrisico op. • Opzet verantwoording en implementatie Groepsrisico in het bestemmingsplan maken. Drie mogelijkheden om contouren vast te leggen in bestemmingsplannen: 1. Weergave van risicocontouren en afstanden op de plankaart 2. Zonering 3. Uitwerkingsbepalingen • Inventariseren urgente en/ niet-urgente gevallen • Opstellen saneringsprogramma: hoe denkt bevoegd gezag te voldoen aan de normen voor 2010 (zie ook Handleiding Saneringprogramma van VROM). • Betrek sanering (indien aan de orde) bij de motivering van de (financiële) uitvoerbaarheid van het plan
Opstellen Veiligheidsvisie De vraag naar een beleidsvisie op externe veiligheid van de gemeente wordt door BEVI versterkt. Dit is momenteel nog geen wettelijke verplichting. Het wordt echter sterk aanbevolen door VROM om wel over een beleidsvisie te beschikken.
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
20 december 2005, versie 5
-7-
4
REGISTER RISICOSITUATIES GEVAARLIJKE STOFFEN In dit hoofdstuk wordt kort aangeduid wat het doel van het RRGS is en wat de wettelijke taken zijn. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de taken die uitgevoerd moeten worden om op een adequate wijze invulling aan het RRGS (en de wettelijke taken) te geven. Doel RRGS Het doel van het RRGS is risicovolle situaties zowel voor overheid als burgers inzichtelijk te maken. Wettelijke taken Het Registratiebesluit regelt voor het bevoegd gezag en voor beheerders van infrastructuur de verplichting tot registratie van risicosituaties met gevaarlijke stoffen, in het bijzonder (zeer) giftige, explosieve of brandbare (of combinatie van die) stoffen. Het gaat om gegevens van op het gebied van externe veiligheid van inrichtingen, transportroutes en buisleidingen, die in een openbaar centraal register worden opgenomen. De verantwoordelijkheid om de in het Registratiebesluit genoemde gevens in het register op te nemen en actueel te houden ligt bij de overheid (m.b.t. inrichtingen het bevoegd gezag Wm, m.b.t. transportroutes de beheerder van de destbetreffende routes, m.b.t. buisleidingen de Minister van Economische Zaken en de Minister van Verkeer en Waterstaat). De gegevens worden eenmalig naar de provincie gestuurd (actualiseringplicht van 5 jaar). Uitvoeringstaken Gemeenten moeten de risico's inventariseren van mogelijke zware ongevallen in bedrijven met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Deze inventarisatie moet de risico's voor werknemers en omwonenden van het bedrijf en voor het milieu in kaart brengen. RRGS Wettelijke taak Inventariseren risicovolle activiteiten
Gegevens invoeren in het Risicoregister
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
Activiteiten • Onderzoek naar opslag en gebruik gevaarlijke stoffen bij inrichtingen • Inventarisatie risico’s transport gevaarlijke stoffen • Inventarisatie (zie boven) en invoer in het RRGS (RIVM) ten behoeve van actualisatie • Eventueel link op gemeentelijke website naar de risicokaart van de provincie.
20 december 2005, versie 5
-8-
5
IMPLEMENTATIE ROUTERING GEVAARLIJKE STOFFEN In dit hoofdstuk wordt kort aangeduid wat het doel van routering van gevaarlijke stoffen is en wat de wettelijke taken zijn. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de taken die uitgevoerd moeten worden om op een adequate wijze invulling hieraan te geven. Gevaarlijke stoffen en routering Vervoer van gevaarlijke stoffen brengt risico’s met zich mee. In het kader van externe veiligheid dienen ook deze risico’s in kaart te worden gebracht en te worden genormeerd. Doel hiervan is een verantwoorde situering van kwetsbare bestemmingen enerzijds en een verantwoorde situering van activiteiten waarbij ongevallen met effecten voor de omgeving niet kunnen worden uitgesloten, anderzijds. Wettelijke taken Voor de beoordeling van risico’s van vervoer van gevaarlijke stoffen is momenteel wel een beleidskader beschikbaar, maar nog geen wetgeving. Door het Rijk is de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (1996) vastgesteld en in 2004 is de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. Er is momenteel een AMvB Externe Veiligheid Vervoer in voorbereiding. Voor de gemeenteraad bestaat al vanaf 1999 de mogelijkheid om op basis van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) routes voor gevaarlijke stoffen aan te wijzen. Dit is echter geen verplichting maar een bevoegdheid. Gemeenten zullen bij het nemen van beslissingen omtrent ruimtelijke plannen rekening moeten houden met de risico’s van transport voor haar omgeving (GR en PR). Verder moeten risicovolle situaties worden doorgegeven in het kader van het RRGS. Uitvoeringstaken Vanwege het ontbreken van een wettelijk kader, zijn er (nog) geen wettelijke taken. Toch kan de gemeente al het nodige doen. Hoofdtaak Inventarisatie bestaande risicovolle situaties.
Per ruimtelijk plan bewust zijn van de gemeentelijke verantwoordelijkheid om bestaande en toekomstige risico’s vanaf het begin mee te nemen in het ruimtelijkeconomisch beleid. Dit kan onder meer door toepassing van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
Activiteiten • Inventarisatie bestaande routering op/over rijksprovinciale en lokale wegen, spoor en water • Inventarisatie transporten gevaarlijke stoffen per modaliteit • Beoordelen risico’s en oplossingen • Bepalen aard van het ruimtelijk besluit. Gaat het bijvoorbeeld om een tracé van een nieuwe weg of om een nieuwe buisleiding • Zo mogelijk toepassen risicoregister om risico’s te bepalen. Indien niet bekend dan zal de aard en de omvang van de vervoersstromen moeten worden onderzocht • Inschatting of er sprake is van overschrijding van de norm voor het plaatsgebonden risico en/of overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico 20 december 2005, versie 5
-9-
Hoofdtaak
Gemeentelijke routering bepalen en vastleggen
Afstemming
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
Activiteiten • Eventueel berekening met model (RBMII) of specifieke risicoanalyse. • Beoordeling of risicoreducerende maatregelen redelijkerwijs mogelijk zijn. • Samen met provincie, Rijkswaterstaat en omringende gemeenten een routering bepalen. • Van deze routering de risico’s in kaart brengen. • Routeringsbesluit nemen • (Risico’s van) Routering meenemen bij opstellen van bestemmingsplan • Openbaar maken via gemeentelijke internetsite • Aanbrengen bewegwijzering langs de route. • Afstemming (ook qua planning) met inventarisaties in het kader van raamplannen weg, water en spoor (indien van toepassing).
20 december 2005, versie 5
- 10 -
6
UITWERKING Het onderhavige project is er op gericht werkprocesbeschrijvingen op te stellen voor de verschillende EV-activiteiten. De focus qua uitwerking ligt hier dan ook op. DHV vindt het echter ook van belang de procesbeschrijvingen een duidelijke plek te geven in de gehele organisatie en uitvoering van EV-taken. Daarom is het formuleren van EV-uitgangspunten en een beschrijving van de organisatie aan te raden. Opdracht voor gemeenten: opstellen werkprocesbeschrijvingen Doel van een procesbeschrijving is een duidelijke weergave van de uitvoering van een bepaalde ‘standaardtaak’. De meest overzichtelijke vorm is een weergave in de vorm van een stroomschema. Een goede werkprocesbeschrijving stimuleert het op een uniforme wijze uitvoeren van een taak en voorkomt misverstanden bij het uitvoeren van die taak. In een werkprocesbeschrijving worden in ieder geval de volgende onderdelen weergegeven: • Doel en aard van de procesbeschrijving; • Activiteiten (inclusief resultaat van elke activiteit); • Verantwoordelijke afdeling/ medewerkers per stap (en bewaker van het gehele proces); • Volgorde van uit te voeren taken (de loop van het proces); • Wijze van aanpassing procesbeschrijving (actueel houden proces en verantwoordelijkheid voor aanpassing). Van welke activiteiten moet een procesbeschrijving worden gemaakt? 1. Implementatie Externe veiligheid in de milieuvergunningen 2. Implementatie Externe veiligheid in het bestemmingsplannen/ ruimtelijke plannen 3. Sanering situaties die een knelpunt vormen op basis van BEVI 4. Inventariseren en actueel houden gegevens RRGS 5. Inventariseren en vastleggen routering gevaarlijke stoffen In bijlage 1 is een format opgenomen, die voor elke hierboven genoemde activiteit kan worden ingevuld. In bijlage 2 is een voorbeeld van een ingevulde werkprocesbeschrijving opgenomen. Aanbeveling voor gemeenten: beschrijven organisatie EV Teneinde externe veiligheid in de organisatie te kunnen borgen is het van belang dat de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk in beeld zijn gebracht. De taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en informatiestromen rond externe veiligheid zullen daarom moeten worden vastgelegd. (bijvoorbeeld aan de hand van een organogram). Om de continuïteit en kwaliteit te waarborgen is het tevens van belang dat de uitvoering van deze taken periodiek worden gemonitord. Tevens is van belang om maatregelen en de vereiste kwaliteit en kwantiteit van personeel vast te leggen. Daarnaast is een goede samenwerking binnen de organisatie van cruciaal belang voor een kwalitatief goede uitvoering van de EV-taken. Er kan een EV-coördinator worden aangesteld die onder andere de voortgang bewaakt en beoordeelt of de procesbeschrijvingen werken en actueel zijn.
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
20 december 2005, versie 5
- 11 -
Aanbeveling voor gemeenten: formuleren uitgangspunten EV-beleid De gemeente kan een beleidsnotitie EV opstellen. Ook kan de gemeente de wijze waarop zij omgaat met externe veiligheid bondig omschrijven in een aantal uitgangspunten. Deze punten worden vervolgens toegelicht. Zo ontstaat een opsomming van uitgangspunten die de gemeente hanteert bij uitvoering van extern veiligheid beleid. Hierbij kan gedacht worden aan: • • • • •
Veilige en leefbare woon- en werkomgeving staan voorop Geen overschrijding van richtwaarden uit BEVI m.b.t. plaatsgebonden risico Geen overschrijding van oriëntatiewaarden uit BEVI m.b.t. groepsrisico Knelpunten bij voorkeur oplossen door optimalisatie huidige situatie Veiligheidsketen (zie hieronder, bron: AVIV, februari 2002)
In bijlage 3 is een voorbeeld opgenomen van een opzet voor een beleidsnotitie voor Externe Veiligheid. Passend bij het schaalniveau van de gemeente kunnen elementen hieruit concreet worden ingevuld.
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
20 december 2005, versie 5
- 12 -
7
LEREN VAN ELKAAR Aan de deelnemende gemeenten is gevraagd voor één van de onderstaande taken een procesbeschrijving op te stellen (zie ook onderstaande tabel): • Implementatie Externe veiligheid in de milieuvergunningen • Sanering situaties die een knelpunt vormen op basis van BEVI • Implementatie Externe veiligheid in het bestemmingsplannen/ ruimtelijke plannen • Inventariseren en actueel houden gegevens RRGS • Inventariseren en vastleggen routering gevaarlijke stoffen In bijlage 1 en 2 zijn een format en een voorbeeld van een uitgewerkte procesbeschrijving opgenomen. Tijdens de bijeenkomsten hebben de gemeenten mondeling feedback gekregen op de door hen aangeleverde procesbeschrijvingen. In bijlage 4 zijn deze beschrijvingen opgenomen. Per procesbeschrijving staan daar de belangrijkste verbeterpunten puntsgewijs weergegeven. Verdeling van de huiswerkopdrachten Gemeente/ provincie Meppel Hoogeveen De Wolden Westerveld Midden-Drenthe Emmen Assen Coevorden Noordenveld Tynaarlo Aa en Hunze Borger Odoorn Drenthe
Procesbeschrijving Implementatie Externe veiligheid in de milieuvergunningen Sanering situaties die een knelpunt vormen op basis van BEVI Implementatie Externe veiligheid in bestemmingsplannen/ ruimtelijke plannen Implementatie Externe veiligheid in bestemmingsplannen/ ruimtelijke plannen Implementatie Externe veiligheid in de milieuvergunningen Inventariseren en actueel houden gegevens RRGS Inventariseren en vastleggen routering gevaarlijke stoffen Inventariseren en actueel houden gegevens RRGS Implementatie Externe veiligheid in de milieuvergunningen Implementatie Externe veiligheid in de milieuvergunningen Implementatie Externe veiligheid in bestemmingsplannen/ ruimtelijke plannen Sanering situaties die een knelpunt vormen op basis van BEVI Implementatie Externe veiligheid in de milieuvergunningen
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
20 december 2005, versie 5
- 13 -
8
LITERATUUR EN INFORMATIEBRONNEN Handreiking Externe Veiligheid, vitale aanpak van een vitale zaak. VNG Uitgeverij, Den Haag, 2003 (ISBN: 90 322 72942) Slagen voor veiligheid: basishandreiking voor gemeenten. VNG Uitgeverij, Den Haag, 2002 (ISBN: 90 322 72918) Handreiking organisatie overheden: samenwerken aan fysieke veiligheid. VNG Uitgeverij, Den Haag. ISBN 90 322 72926 Verblijftijdentabel voor kwetsbare en beperkt kwetsbare 620100001/2003, te vinden op http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/620100001.pdf Handleiding externe veiligheid http://www.infomil.nl/veiligheid
inrichtingen.
Infomil,
objecten.
juni
2004
RIVM
te
rapport
vinden
op:
Toetsingskader Externe Veiligheid te vinden op: http://www.vrom.nl/get.asp?file=Docs/milieu/ Externeveiligheid_KIEV_ToetsingskaderSpoorzone.pdf Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico. VROM, augustus 2004, te vinden op: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=9258 Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI), Staatsblad 2004 250, besluit van 27 mei 2004 te vinden op: http://www.infomil.nl/veiligheid Regeling externe veiligheid inrichtingen (REVI) te vinden op: http://www.infomil.nl/veiligheid
Bronnen op Internet: www.externe-veiligheid.nl is het online kenniscentrum voor externe veiligheid. Een website voor iedereen die op een of andere wijze bij externe veiligheid betrokken is. U treft hier actueel nieuws, evenementen en achtergrondinformatie aan op het gebied van externe veiligheid. Het gaat hierbij om externe veiligheid rond bedrijven, vervoer van gevaarlijke stoffen, verkeersveiligheid, tunnelveiligheid en veiligheid met betrekking tot waterkering. www.infomil.nl Onder het onderwerp ‘veiligheid en geluid’ is uitgebreide informatie te vinden over ‘externe veiligheid’. Onder meer de AMvB, het risicoregister, informatie over BRZO en het vuurwerkbesluit en dergelijke. www.minvrom.nl onder het onderwerp ‘gezondheid en veiligheid’ is uitgebreide informatie te vinden over ‘externe veiligheid’ en over ‘crises en rampen’. Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
20 december 2005, versie 5
- 14 -
Verdere links: www.slagenvoorveiligheid.nl De website van de taskforce Slagen voor veiligheid. De taskforce is een interdepartementale commissie. De aanbevelingen van de commissies Oosting en Alders die onderzoek deden naar de rampen in Enschede en Volendam, en een debat in de Tweede Kamer heeft een lijst van 150 actiepunten opgeleverd. De taskforce coördineert en regisseert de uitvoering van ruim 100 actiepunten die de inzet van meerdere overheden vereisen. Bij de actiepunten staat vermeld hoe het met de uitvoering ervan staat. Ook staat op deze site informatie over het Actieprogramma uitvoering en handhaving Externe Veiligheid (onder meer plan van aanpak van het project). www.minbzk.nl De minister van BZK is verantwoordelijk voor de afstemming van de orde- en veiligheidsmaatregelen. Het Nationaal Coördinatiecentrum (NCC), dat valt onder de verantwoordelijkheid van BZK, speelt daarbij een centrale rol. Het coördineert crises en rampen die beleidsterreinen van verschillende ministeries raken. Het NCC voorziet overheden van informatie en houdt, indien nodig, contact met omringende landen. Speciaal voor alle rampenbestrijders heeft BZK een website met onder andere de namen en adressen van alle organisaties die een rol spelen in de rampenbestrijding in Nederland: www.rampenbeheersing.nl www.brandweer.nl of www.rampbestrijding.nl Een website met informatie van en over de brandweer: van vacatures en opleidingen tot rampenbestrijding en blusmiddelen. De site is opgezet door het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra), de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR), het Nationaal Brandweer-documentatiecentrum (NBDC), de Brandweer Amsterdam en het Nationaal Brandweermuseum. www.nibra.nl Het Nibra is een kennisinstituut voor de brandweer en rampenbestrijding. Het doet onderzoek, verzorgt opleidingen en organiseert rampenoefeningen. www.rivm.nl/milieu/risico’s/externe_veiligheid Informatie van het RIVM over externe veiligheid. De site geeft onder meer informatie over het Centrum voor Externe Veiligheid en Vuurwerk (CEV), de richtlijn 'Guidelines for Quantitative Risk Assessment (CPR 18E) en het instrument Domino-effecten (IDE) om bedrijven te identificeren voor de aanvullende eisen uit artikel 7 van het Brzo '99. Dit artikel bepaalt dat bedrijven moeten worden geïdentificeerd waar zware ongevallen kunnen leiden tot domino-effecten bij naburige bedrijven. www.ikcro.nl Het Ikc ro is een initiatief van het Nederlands instituut voor de ruimtelijke ordening en volkshuisvesting (Nirov) en VROM om te komen tot een informatieve dienstverlening over ruimtelijke ordening. Op de site staat een dossier Externe Veiligheid. Het dossier bevat nieuws, achtergrondartikelen, rapporten, adviezen en bijvoorbeeld een agenda met bijeenkomsten over externe veiligheid. www.ipo.nl (overigens nog zonder informatie over externe veiligheidsbeleid) www.vng.nl Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
20 december 2005, versie 5
- 15 -
9
COLOFON
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017 Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
: : : : : : : : : :
Provincie Drenthe Implementatie Externe Veiligheid X1042.01.000 16 pagina's Jeroen Smit, Ronald Eenkhoorn Christiaan Soer, Sjoerd Radersma Sjoerd Radersma Gerard Schippers 20 december 2005
20 december 2005, versie 5
- 16 -
BIJLAGE 1
Format werkprocesbeschrijving
1. Doel van de procesbeschrijving Hier beschrijft u welk doel met het beschreven proces zal worden bereikt. (Bijvoorbeeld: Aan de hand van dit proces wordt externe veiligheid op een adequate wijze opgenomen in de milieuvergunning en is helder welke activiteiten door wie moeten worden uitgevoerd om dit te realiseren)
2. Wettelijke kaders en beleidskaders Hier beschrijft u op grond van welke wetten, (gemeentelijke) besluiten en beleidsplannen de activiteiten moeten worden uitgevoerd.
3. Eindverantwoordelijke Geef aan wie eindverantwoordelijk is voor: • het gehele proces • het eindresultaat
4. Activiteiten • • • • •
Geef een volledig overzicht van activiteiten die moeten worden uitgevoerd om het doel van de procesbeschrijving te kunnen behalen Geef de volgorde van de activiteiten weer in een stroomdiagram Beschrijf welke informatie is nodig en waar deze is te vinden Beschrijf per activiteit wie hier verantwoordelijk voor is Beschrijf per activiteit wat het resultaat hiervan moet zijn Stap 1
Stap 2
Stap 3
5. Wijze van aanpassing procesbeschrijving Hier beschrijft u op welke wijze eventuele veranderingen in werkwijze of organisatie worden verwerkt in het opgestelde processchema, opdat deze actueel blijft.
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
bijlage 1
-1-
BIJLAGE 2
Voorbeeld werkprocesbeschrijving
1. Doel van de procesbeschrijving Aan de hand van dit proces wordt externe veiligheid op een adequate wijze opgenomen in de milieuvergunning en is helder welke activiteiten door wie moeten worden uitgevoerd om dit te realiseren
2. Wettelijke kaders en beleidskaders - Wet milieubeheer, Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen(BEVI), - Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS), - Wet vervoer gevaarlijke stoffen - Milieubeleidsplan 3. Eindverantwoordelijke • Voor het gehele proces: dhr/ mevr. ... • Voor het eindresultaat: dhr/ mevr. ...
4. Activiteiten Zie stroomschema op volgende pagina
5. Wijze van aanpassing procesbeschrijving Als gevolg van wijzigingen in wetgeving en organisatie kunnen de te doorlopen stappen wijzigen. Dit wordt jaarlijks geëvalueerd door dhr/ mevr... Tevens wordt jaarlijks geëvalueerd of het processchema aanpassingen behoeft ten einde de praktische toepasbaarheid te vergroten. Dit wordt bewaakt door dhr/mevr...
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
bijlage 2
-1-
Aanvraag (revisie)milieuvergunning
4. Activiteiten Diegene met een ● is verantwoordelijk voor de processtap. Diegenen met een ○ kunnen om advies gevraagd worden.
Nee BEVI inrichting
Einde
Ja
Verzamelen relevante gegevens van activiteit
Actor ● Milieu ○ Aanvrager
Actor Input Bestemmingsplan (RO) POP (RO) Bevolkingsgegevens (Burgerzaken) Kadaster gegevens (Burgerzaken) Info bouw- en woningtoezicht (BWT)
Verzamelen gegevens
● Milieu
over omgeving
○ RO ○ Provincie ○ Bouw- en woningtoezicht
Bepalen plaatsgebonden risicocontour (PR)
Actor ● Milieu ○ Adviesbureau
Nee
Knelpunt PR-contour?
Ja Nee Mogelijkheden PR-contour veranderen aanvrager?
om te door
Weigeren vergunning?
Actor ● B&W ○ Milieu
Ja Input Bevolkingsgegevens (Burgerzaken) Kwetsbaarheid objecten (RO) Infrastructuur/ bereikbaarheid (RO) Capaciteit hulpverlening (hulpverleningsdiensten) Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
Nee
Ja Groepsrisico bepalen
Weigeren vergunning
Saneren kwetsbaar object
Actor ● Milieu ○ Adviesbureau
1 Einde
Einde bijlage 2
-1-
1
Actor
Advies inwinnen
● Milieu
over
○ Regionale Brandweer
Groepsrisico
○ Lokale brandweer
Actor Advies
○ Milieu
groepsrisico
Brandweer
Verantwoording
Eventueel
Actor
vastleggen
vergunning
● Milieu
vergunning
Einde
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
● B&W
Verantwoorden
Regionale
in
weigeren
Einde
bijlage 2
-2-
BIJLAGE 3
Voorbeeld opzet beleidsvisie EV
Hoofdstuk 1
Aanleiding (rampen, nieuwe wetgeving) Doel beleidsvisie (verantwoordelijkheid, ambitie) Inhoud en betekenis beleidsvisie (hoe gaat de gemeente om met aspecten EV)
Hoofdstuk 2
Typering gebied (bijvoorbeeld landelijk en veilig) Risico’s en knelpunten (n.a.v. inventarisatie/analyse) Beleidscontext (relevant bestaand provinciaal en gemeentelijk beleid)
Hoofdstuk 3
Visie en ambitie externe veiligheid (ruimte voor industrie of veilig wonen of een combinatie) Gebiedsgerichte benadering (bedrijventerreinen, woonwijken, et cetera)
Hoofdstuk 4
Vertaling ambitie naar omgang met PR en GR Aanpak i.h.k.v. pro-actie (sanering), preventie (vergunningen en handhaving), preparatie (rampbestrijding), communicatie, repressie en nazorg
Hoofdstuk 5
Periodieke inventarisatie en evaluatie/monitoring Plan van aanpak risicocommunicatie Opstellen uitvoeringsprogramma EV met benodigde tijd en kosten
Provincie Drenthe/Implementatie Externe Veiligheid NN-ON20051017
In het eerste hoofdstuk wordt kort de aanleiding, het doel, de inhoud en de betekenis van de beleidsvisie externe veiligheid beschreven.
In hoofdstuk 2 wordt de uitgangssituatie van de gemeente beschreven. Daarnaast wordt het bestaande relevante beleid aangegeven dat sturend is voor het externe veiligheidsbeleid. Hoofdstuk 3 geeft aan wat de visie van de gemeente is op externe veiligheid in het algemeen en per gebied in het bijzonder.
In hoofdstuk 4 word de aanpak beschreven om de ambitie te realiseren. Aandacht hierbij voor gebieden, bestaande en nieuwe situaties, het plaatsgebonden en groepsrisico en industriële en transportrisico’s. Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 aangegeven wat benodigd is voor een effectieve uitvoering van het externe veiligheidsbeleid.
bijlage 3
-1-
BIJLAGE 4
Procesbeschrijvingen
Gemeente Tynaarlo
Implementatie Externe veiligheid in de milieuvergunningen Doel procesbeschrijving Aan de hand van dit proces wordt externe veiligheid als aandachtsgebied en toetsingskader op een adequate wijze opgenomen in de wijze waarop aanvragen, waarbij externe veiligheid betrokken is, dan wel kan zijn, bij de gemeente binnen komen, c.q. worden ingediend. Hiermee wordt duidelijk welke activiteiten/acties door wie moeten worden uitgevoerd/genomen. Wettelijke kaders en beleidskaders Van toepassing zijn: • het Besluit externe veiligheid inrichtingen; • de Wet op de Ruimtelijke ordening; • de Woningwet; • de Wet milieubeheer; • het gemeentelijk Gronduitgiftebeleid. Eindverantwoordelijke F. de Vries is eindverantwoordelijk voor zowel het proces als het eindresultaat Activiteiten (nog niet in stroomdiagram) Aanvragen waarbij externe veiligheid als aandachtsgebied en/of toetsingskader een rol speelt kunnen op zes manieren bij de gemeente worden ingediend: via e-mail, brieven, telefonisch, bouwaanvragen, aanvragen om milieuvergunning en mondeling (balie, dan wel bespreking). In concreto gaat het in de gemeente Tynaarlo om LPG-stations en bedrijven met opstal van gevaarlijke stoffen. Gelet hierop wordt gekozen voor een praktische insteek die aansluit bij en eenvoudig te koppelen is aan bestaande processen binnen de organisatie. Aanvragen om milieuvergunning komen rechtstreeks binnen op de verantwoordelijk afdeling (team milieu). Voor bouwaanvragen bestaat reeds een directe afstemming met het team milieu (op basis van de coördinatieregeling op grond van de Wet milieubeheer en de Woningwet en een daarop gebaseerde procesbeschrijving). Extra activiteiten hoeven hiervoor niet te worden benoemd en opgenomen. Brieven en e-mail worden gelijk behandeld (ingeboekt en voorzien van een ontvangstbevestiging) en ter afdoening voorgelegd aan de betrokken afdeling. Hiervoor en voor baliecontacten en contacten naar aanleiding van gesprekken met initiatiefnemers moet een signaleringsfunctie worden ingebouwd voor wat betreft het aspect externe veiligheid. De signaleringsfunctie moet er toe leiden dat in voorkomende gevallen de betrokken medewerkers aandacht hebben voor het aspect externe veiligheid en daarover initiatiefnemer informeren en de vakafdeling (team milieu) bij de verdere behandeling/afhandeling betrekken. Hiervoor wordt een mail opgesteld die verspreid wordt onder alle betrokken afdelingen en medewerkers. Leidinggevenden worden hierbij ingeschakeld. Daarnaast zal een interne bijeenkomst worden georganiseerd waar de signaleringsfunctie nader wordt toegelicht. Gelet op andere aspecten (geluid, archeologie, flora- en fauna, luchtkwaliteit, water etc.), die op een zelfde wijze zijn geïmplementeerd in de werkprocessen, is de gerede verwachting dat ook externe veiligheid op deze praktische eenvoudige wijze breed ingebed wordt in de organisatie. Daarnaast zal via de website ook het bezoekend publiek in brede zin gewezen worden op externe veiligheid in relatie tot bouwen, kopen en verkopen, huur en verhuur, vestiging etc. Wijze van aanpassing procesbeschrijving Waar nodig en wenselijk worden bestaande procesbeschrijvingen overeenkomstig het hierboven gestelde aangepast.
Implementatie Externe veiligheid in bestemmingsplannen Doel procesbeschrijving Aan de hand van dit proces wordt externe veiligheid als aandachtsgebied en toetsingskader op een adequate wijze opgenomen in de wijze waarop bestemmingsplannen worden opgesteld. Hiermee wordt duidelijk welke activiteiten/acties door wie moeten worden uitgevoerd/genomen. Wettelijke kaders en beleidskaders Van toepassing zijn: • het Besluit externe veiligheid inrichtingen; • de Wet op de Ruimtelijke ordening; • het Besluit op de ruimtelijke ordening; • het Provinciaal Omgevingsplan • de Wet milieubeheer. Eindverantwoordelijke H. Vos is eindverantwoordelijk voor het proces. Voor het eindresultaat is de gemeenteraad op grond van de wet erantwoordelijk. Daarin wordt hij ondersteund door burgemeester en wethouders. Activiteiten (nog niet in stroomdiagram) Op grond van de wet is externe veiligheid vast onderdeel bij het opstellen van bestemmingsplannen. Om de eventuele ruimtelijke consequenties zo vroeg mogelijk in het planproces te herkennen is het noodzakelijk om m.n. de randvoorwaarden op basis waarvan externe bureaus gevraagd wordt offerte uit te brengen breder te organiseren. Dit is mogelijk door deze randvoorwaarden multidisciplinair vast te stellen (REO, BMV, Gemeentewerken en WOS). De daarop gebaseerde offerteaanvraag wordt vastgesteld door het college, waarna offerte kunnen worden ingediend. Vast onderdeel na het gunnen van de opdracht vormt een startbijeenkomst, waarbij dezelfde disciplines betrokken zijn die mede de randvoorwaarden hebben vastgesteld. Vaste verdere werkwijze is de begeleiding van het planproces door een multidisciplinair projectteam. Wijze van aanpassing procesbeschrijving Waar nodig en wenselijk worden bestaande procesbeschrijvingen overeenkomstig het hierboven gestelde aangepast.
Opmerkingen/ verbeterpunten • Het is niet inzichtelijk wie of welke afdeling wanneer actie onderneemt. Dit wordt ondervangen wanneer de activiteiten in een stroomschema worden gezet. De gemeente Tynaarlo heeft aangegeven aansluiting te zoeken bij bestaande werkprocessen • Verder is het van belang om per stap duidelijk te beschrijven bij wie de benodigde informatie kan worden verkregen.
Gemeente Borger-Odoorn
Implementatie van EV in de milieuvergunning en bouwaanvragen 1. Aanleiding Om aanvragen te kunnen beoordelen is het noodzakelijk een aantal stappen te doorlopen. Een bijkomend probleem die speelt bij externe veiligheidsvraagstukken is dat er meerdere vakafdelingen bij een aanvraag moeten worden betrokken. Dit vraagt een gedegen aanpak van de beoordeling van de aanvraag. 2. Probleemstelling Hoe kunnen aanvragen worden beoordeeld rekening houdende met externe veiligheidsaspecten? Bij een dergelijke aanvraag kunnen de volgende vakafdelingen worden geraadpleegd: - Veiligheid en brandweer - Milieu - Bouw- en woningtoezicht - Ruimtelijke ordening Bij de beoordeling van een aanvraag dient rekening gehouden te worden met: - Planologische situatie; bestemmingsplan - Milieuaspecten - Kwetsbare objecten in de omgeving en de afstanden tot risicovolle objecten 3. Voorstel Voor de beoordeling van de aanvraag is het belangrijk een aantal randvoorwaarden op te stellen waarbinnen de aanvraag dient te worden beoordeeld. Het belangrijkste aspect bij de beoordeling van de aanvraag is de risicoafstanden. Deze zijn vooraf vastgesteld en op kaart inzichtelijk gemaakt. De aanvragen worden bij de frontoffice al beoordeeld en getoetst aan de hand van de randvoorwaarden en vervolgens doorgestuurd naar de afdeling Veiligheid en brandweer die vervolgens adviezen inwint bij de desbetreffende vakafdelingen. Met betrekking tot externe veiligheid wordt op het beoordelingsformulier de afdeling Veiligheid en brandweer meegenomen.
Randvoorwaarden zouden kunnen zijn: Nieuwbouw van woningen: 1. Betreft het de bouw van een woning nabij een bedrijf of bedrijventerrein? Indien dit het geval is doorsturen naar de afdeling Veiligheid en brandweer 2. Betreft het de bouw van een woning waarbij in de toekomst nog uitbreiding wordt verwacht in de nabije omgeving? Indien dit het geval is doorsturen naar de afdeling Veiligheid en brandweer? Nieuwbouw van bedrijven: 1. Betreft het de vestiging van een nieuw bedrijf met enige opslag of productie van of met gevaarlijke stoffen? Indien dit het geval is doorsturen naar de afdeling Veiligheid en brandweer. 2. Er zijn bij de vestiging van het nieuwe bedrijf nog vestigingsmogelijkheden voor andere bedrijven dan wel kwetsbare objecten? Indien dit het geval is de aanvraag doorsturen naar de afdeling Veiligheid en brandweer. Bestaande bouw (beperkt) kwetsbare objecten: Betreft het de vestiging van een bedrijf/ inrichting waardoor deze een kwetsbaar object wordt? Indien dit het geval is de aanvraag doorsturen naar de afdeling Veiligheid en brandweer. Opmerkingen/ verbeterpunten • Het werkproces is sterk beschrijvend • Alle elementen voor het processchema zijn aanwezig (acties, actoren, keuzemomenten). Deze elementen moeten echter nog in een logische volgorde worden gezet • Indien alle elementen in een stroomschema zijn gezet ontstaat inzicht en kunnen de genoemde acties en actoren worden ingevoegd. • Naast de activiteiten moeten de volgende onderwerpen nog een plek krijgen (zie format werkprocesbeschrijving): o Doel van de procesbeschrijving o Wettelijke kaders en beleidskaders o Eindverantwoordelijke en o Wijze van aanpassing procesbeschrijving
Gemeente Hoogeveen
Sanering situaties die een knelpunt vormen op basis van BEVI Categorie inrichting BEVI
N
BEVI niet van toepassing
J Kwetsbaar object PR < 10-5
N
J Urgente sanering Moet voor 27 okt. 2007 voldoen
J Opstellen (ged.) Intrekking beschikking
SchadevergoedingsToets SAOZ
Toets directie Externe veiligheid
Advies SAOZ
Instemmingsverzoek directie Externe veiligheid
Instemmingsbesluit directie Externe veiligheid
Definitieve beschikking gemeente
Betalingsverzoek schadevergoeding dir. Ext. Veiligh. Max 5 wkn
Uitkering schadevergoeding aan gemeenten
Doorbetalen aan exploitant
Kwetsbaar object >10-5 - <10-6
J N
Sanering Moet voor 1 jan. 2010 voldoen
N
Geen actie BEVI
Opmerkingen/ verbeterpunten • Het doel en de wettelijke kaders noemen: BEVI/REVI, LPG-sanering, gemeentelijk beleid • Wie is eindverantwoordelijk en bewaakt het proces. Per stap de actie en actor beschrijven • Waar is informatie te vinden en wat is nodig. Bijvoorbeeld wat moet er voorgelegd worden aan de ‘Directie EV’ of wat komt er precies in de beschikking te staan? • Wie zorgt er voor dat de beschrijving actueel blijft
Gemeente Coevorden
Inventariseren en actueel houden gegevens RRGS Stap 1
2
Wie Omschrijving taak Toezichthouder en Tijdens een inspectie kan de toezichthouder een vergunningverlener vermoeden krijgen dat een bedrijf in het RRGS moet worden ingevoerd. Tijdens het beoordelen van een melding AmvB of een vergunningaanvraag kan de vergunningverlener een vermoeden krijgen dat een bedrijf in het RRGS moet.
Invoerder RRGS
De toezichthouder of vergunningverlener geeft dit vermoeden door aan de invoerder van het RRGS. Met ‘Leidraad risicoinventarisatie v1.1 okt2004 totaal.pdf’ wordt beoordeeld welke SBI-code het bedrijf heeft en in welke mogelijke categorieën qua RRGS het bedrijf valt. Met dezelfde Leidraad, tabel ‘Relevante effecten en gevarenkaarten’ wordt met de selectiecriteria beoordeeld welke gevarenkaarten relevant zijn en welke aspecten van het bedrijf belangrijk zijn. Met de van toepassing zijnde gevarenkaarten worden de effectafstanden en risicoafstanden opgezocht. De gegevens van het bedrijf moeten worden ingevoerd in het RRGS. In het RRGS wordt gekeken welke informatie gevraagd worden. Eventueel kan de betreffende toezichthouder of vergunningverlener helpen bij het verzamelen van de informatie.
3 4
RIVM Autorisator
Gegevens worden vrijgegeven aan het RIVM. Gegevens worden vrijgegeven voor autorisatie. Gegevens worden geautoriseerd.
Opmerkingen/ verbeterpunten •
• •
•
Het is bij het actueel houden van het RRGS van belang dat de informatiestromen goed lopen. Op het moment dat er wijzigingen optreden (door een Wm vergunningaanvraag of een melding) moet deze informatie bij de invoerder van het RRGS terechtkomen. Hiertoe moet een duidelijk overzicht zijn van de verschillende informatiebronnen en de wijze waarop deze informatie wordt doorgespeeld naar de invoerder. De activiteiten en informatiestromen kunnen inzichtelijk worden gemaakt in een stroomschema Naast de activiteiten moeten de volgende onderwerpen nog een plek krijgen (zie format werkprocesbeschrijving): o Doel van de procesbeschrijving o Wettelijke kaders en beleidskaders o Eindverantwoordelijke en o Wijze van aanpassing procesbeschrijving In stap 2 verwijzen naar nieuwe Leidraad risico-inventarisatie 2.0 augustus 2005
Gemeente Noordenveld
Implementatie Externe veiligheid in de milieuvergunningen Doel: Het besluit externe veiligheid verankeren in de milieuvergunningen. Wettelijke kaders: - Wet milieubeheer, Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen(BEVI), - Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS), - Wet vervoer gevaarlijke stoffen - Milieubeleidsplan 2004-2007 gemeente Noordenveld. Eigenaar / Evaluator Eigenaar Afd. manager milieu
Evaluator Brandweer RO
Toelichting op stroomschema - Diegene met een ● is verantwoordelijk voor de processtap. Diegene met een ○ kunnen om advies gevraagd worden.
Stroomschema
Aanvraag (revisie)milieuvergunning
Nee Einde BEVI inrichting
Ja
Verzamelen relevante gegevens van activiteit
• • • • •
Bestemmingsplan POP Bevolkingsgegevens Kadaster gegevens Info bouw- en woningtoezicht
● Milieu ○ Aanvrager
Verzamelen gegevens over omgeving
● Milieu ○ RO ○ Provincie ○ Bouw- en woningtoezicht
Bepalen plaatsgebonden risicocontour (PR)
● Milieu ○ Adviesbureau
Ja PR-contour OK?
Nee Mogelijkheden om PR-contour te veranderen?
Nee Weigeren vergunning?
Ja
● B&W ○ Milieu
Nee
Ja -
Bevolkingsgegevens Kwetsbaarheid objecten Infrastructuur / bereikbaarheid Capaciteit hulpverlening
Groepsrisico bepalen
Weigeren vergunning
Einde
1
Saneren
Einde
● Milieu ○ Adviesbureau
1
Advies inwinnen over Groepsrisico (verplichte stap)
Advies Regionale Brandweer
Verantwoorden groepsrisico
Verantwoording vastleggen in vergunning
● Milieu ○ Regionale Brandweer ○ Lokale brandweer
● B&W ○ Milieu
● Milieu
Einde
Opmerkingen/ verbeterpunten • Goede procesbeschrijving • Bij het onderdeel ‘weigering vergunning/ saneren’ omschrijven dat het om de sanering van het kwetsbare object gaat
Gemeente Assen
Implementatie EV in ruimtelijke plannen Initiatief voor ruimtelijk plan (Bijv. bij afd. bouwen en wonen)
Inventarisatie Externe veiligheid in en rond het plangebied Coördinator EV in overleg Zijn er EV risico’s in, of in de omgeving van het plangebied? nee
Geen belemmeringen voor plan. Wel verantwoording EV in het plan. RO
Ja
Is er overschrijding van het plaatsgebonden risico? Coördinator EV (bij categoriale inrichting intern. Bij niet categoriale inrichting onderzoek door externe )
Ja
Plan kan niet doorgaan, tenzij andere mogelijkheden worden gevonden. Overleg coördinator EV, RO en RBD.
nee Is er sprake van overschrijding van het groepsrisico? Advies RBD via coördinator EV. Indien nodig onderzoek door externe.
nee
Geen belemmering plan. Wel verantwoording groepsrisico in plan. Maatregelen om risico terug te brengen op basis advies RBD.
Ja
Beoordeling of het plan zo kan worden aangepast dat er geen overschrijding is. Eventueel andere maatregelen nemen. Overleg coördinator EV, RO en RBD. Kan de overschrijding van het groepsrisico worden weggenomen?
Ja
nee
Besluit of overschrijding acceptabel is. Verantwoording groepsrisico + maatregelen.
Opmerking/ verbeterpunten • Procesbeschrijving is goed. Duidelijk acties en actoren te onderscheiden • Aandachtspunten: doel, kaders, waar is informatie te vinden • Wie eindverantwoordelijk voor het proces? Coördinator EV? • Naast de activiteiten moeten de volgende onderwerpen nog een plek krijgen (zie format werkprocesbeschrijving): o Doel van de procesbeschrijving o Wettelijke kaders en beleidskaders o Eindverantwoordelijke en o Wijze van aanpassing procesbeschrijving