IMAF-Nederland Instellingsreglement Afdeling Aikido
1
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
1. Algemeen 1.1 Oprichting Bij oprichting genoemd Aikibudo, later gewijzigd in Aikijitsu bij besluit van het Europees Congres van IMAF-Europe. Vanwege de veelheid van Ryu en stijlen is de naam van de afdeling gewijzigd in "Afdeling Aikido", waaronder plaats is voor alle stijlen Aikido, Aikijutsu, Aikijujutsu, Aikibudo, Aikibujutsu, enz. De afdeling is opnieuw ingesteld met ingang van 28 december 2013 te Bunnik. 1.2 Beleid van de afdeling Aikido Nader in te vullen
2. Geschiedenis 2.1 Algemeen Aikido is een traditionele Japanse krijgskunst. De vormen, waaruit het moderne Aikido is ontwikkeld, zijn het oude Ju-Jitsu en Aiki-Ju-Jitsu. Aikido heeft vanuit zijn ontstaansgeschiedenis een sterke relatie tot het klassieke Ken-jitsu (zwaardvechten). O-Sensei Ueshiba Morihei ontwikkelde en perfectioneerde de principes van het Aikido. Vanuit zijn eigen oorlogservaringen hechtte hij grote waarde aan de menslievende moraal. Het woord Aikido bestaat in het Japanse Kanji uit drie karakters met de volgende betekenis: Ai = harmonie, eenheid Ki = levenskracht, vitale energie Do = de (spirituele) weg, de studie, de manier waarop Samen geven ze een duidelijk beeld van de doelstelling van de studie van Aikido. In het moderne Aikido zijn elementen van veel Budo terug te vinden en wordt daarom vaak beschouwd als (een van de) meest complete Budo. We vinden er de werp- en controletechnieken, zoals in het Judo, Atemi-waza zoals in het Karate, terwijl veel bewegingsvormen zijn afgeleid van zwaardtechnieken.
3. Exameneisen KYU De exameneisen voor Kyu-graden hebben een adviserend karakter. Zie APPENDIX B.
4. Exameneisen DAN Zie het Reglement Dangraden exameneisen Aikido Ryu en stijlen.
2
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
APPENDIX A1 De geschiedenis van het Aikido 1. Aikibudo Aan de ene kant is Aikibudo een oudere vorm van het Aikido, maar tegelijkertijd ook een verdere ontwikkeling van het moderne Aikido, waarbij het Budo principe nog aanwezig is met nog een directe relatie met het Daito-Ryu en Katori Shinto-Ryu. Het is ontwikkeld door Mochizuki Minoru, die (met Tomiki Genji door Kano Jigoro naar Ueshiba was gestuurd om diens nieuwe Budo te bestuderen) vanuit het Aikido van Ueshiba, met diens filosofie, maar met een praktischere benadering, waardoor het Budo-element behouden bleef. Toen Mochizuki zijn eigen weg ging en zijn eigen school stichtte, noemde hij zijn kunst eveneens Aikido. Later veranderde hij dit in Aikibudo, waarin hij ook Judo-technieken integreerde (waaronder Sutemi-waza). Mochizuki noemde zijn school Yoseikan, een naam die hij ook gaf aan een verdere integratie van verschillende moderne Budovormen: Aikibudo, Karate en Judo. In Europa wordt het Aikibudo vooral gedragen door Alain Floquet 8e Dan, Kyoshi, die dankzij Teun Tromp deze kunst ook in Neder land heeft geïntroduceerd. 2. Aikido "De weg van harmonie" of "De weg van de geest ontmoetend". Zelfverdedigingmethode, gebaseerd op het principe van harmonie en het niet weer stand bieden aan de tegenstander. Ontwikkeld door O-sensei Ueshiba Mohirei en in 1942 Aikido genoemd. Aikido is in wezen zonder gevecht en zonder wedstrijdelement. Het hoofddoel is de ontwikkeling van een mentale en fysieke gezondheid met een gezonde geest. De beoefenaar probeert de aanvaller in een over het algemeen cirkel vormige beweging te leiden, teneinde diens agressieve actie te neutraliseren en de controle te verkrijgen over zijn momentum. De uitvoering van Aikido vereist een grote vaardigheid. De juiste techniek dient op het juiste moment met voldoende kracht te worden uitgevoerd, om zo zijn doel te behalen (het hoogste doel is altijd controle). Aikido heeft sterke bindingen met de Oosterse filosofie, vooral Zen en Shinto, het nationale geloof in Japan. Volgelingen van Zen geloven dat het centrum voor meditatie en de zetel van de mentale kracht in de Seika Tanden ligt. Dit centrum wordt benadrukt als de bron van energie en het punt van waaruit Ki afkomstig is. Sommige Aikidostijlen, zoals Ki-Aikido benadrukken dit principe. Er zijn meer dan 30 verschil lende Aikidostijlen.
2. Geschiedenis van het moderne Aikido 2.1 Inleiding Ueshiba Morihei (1883-1969), O-Sensei, grondlegger van het moderne Aikido, overleed in 1969 op de leeftijd van 86 jaar. Zijn leven was geheel gewijd geweest aan Budo. Zijn ideeën over de kosmos, de mens, maar ook zijn liefde voor het leven werden gevormd in de Omoto-Kyo onder leiding van Degushi. Deze school bezat onmiskenbaar een religieus karakter met belangrijke invloeden uit het traditionele Shinto, het Boeddhisme, Taoïsme en de Yin en Jang filosofie. Hij deed ook grote kennis op van diverse Budo-vormen: Yagusi-Ryu (Ken-Jitsu-school), So-Jitsu (speervechten), Iso-Ryu Ju-Jitsu, Shinkage-Ryu (Ken-Jitsu-school), Daito-Ryu Ju-Jitsu, Kito-Ryu Ju-Jitsu, waar ook de grondlegger van het Judo, Kano Jigoro veel van zijn kennis had opgedaan. Het Aikido van Ueshiba kenmerkt zich door vloeiende cirkelvormige bewegingen, waarbij de technieken zodanig zijn ontwikkeld, dat de aanvaller onder controle wordt gebracht, of dat de aanval wordt geneu traliseerd. Altijd zodanig uitgevoerd, dat de aanvaller niet wordt vernietigd, maar op 3
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
humane wijze tegen zichzelf wordt beschermd. De aanvaller moet het inzicht krijgen dat verdere agressie geen zin heeft. Om dit doel te kunnen bereiken, paste Ueshiba vele uit het traditionele Ju-Jitsu stammende technieken aan, ontwikkelde nieuwe technieken en combineerde bewegingen uit de zwaardvechtkunst met bestaande Ju-Jitsu-technieken. Zo ontstond een totale nieuwe Do, een weg welke gericht is op, zoals Ueshiba het zelf omschreef "de liefde voor de medemens en het univer sum". Aikido, de weg tot harmonie. Vanuit deze visie sloot Ueshiba de Shiai (de wedstrijd) dan ook uit. Principieel wees hij iedere vorm van competitie af. In de Shiai zag hij de oorzaak van agressie, afgunst en rivaliteit. Hij voorzag ook dat door de Shiai veel van zijn technieken zouden verdwijnen. Gevaar en veiligheid zouden beperkende factoren worden. In het Judo is dit inmid dels een feit. Nek- en beenklemmen worden niet meer onderwezen. Klem technieken beperken zich tot het ellebooggewricht en Do-Jime (indrukken van het borstbeen) is niet toegestaan. Ueshiba zei hierover: "De tech nieken als zodanig zijn niet gevaarlijk. Techniek is neutraal. Het is de wijze waarop ze wordt uit gevoerd". Het moderne Aikido en de nog steeds doorgaande ontwikkeling van deze "Do" is zodanig dat iedereen, jong en oud, man en vrouw, het kan beoefe nen. Het is een weg die leidt tot zelfontplooiing en het besef van verantwoordelijkheid ontwikkelt. Dit door Ueshiba gecreëerde Budo is een weg welke dienstbaar is aan de mensheid. Aikido is geen systeem van ongewapend gevecht, dat alszodanig uit de oudheid werd overgeleverd. Het woord Aikido is een voor deze kunst ken merkend woord, dat in de 20e eeuw werd gevormd. Het is representatief voor een groep moderne disciplines die een breed scala aan doeleinden in zich heeft, zoals spirituele discipline, religieus cultisme, lichamelij ke opvoeding, zelfverdediging, ontspanningsactiviteit en sport. Er bestaan vandaag de dag meer dan 30 verschillende stijlen. Ze zijn alle, ondanks beweringen dat er onderling spirituele en technische verschillen zijn, met elkaar gerelateerde door de door verschillende individuen gemaakte interpretaties en gedeeltelijke transformaties van wat oorspronkelijk het geleerde was van één man. Het is dan ook dermate onrealis tisch om een standpunt in te nemen waarin slechts één Aikido is en dat de andere stijlen, die dezelfde naam gebruiken, fout zouden zijn. Door dit te doen, ontkent men het bestaan van het natuurlijke proces van evolutie, waaraan elke klassieke of moderne discipline onderhevig is, met andere woorden het proces via welk het Aikido werd gecreëerd. In het licht van dit evolutionaire proces is het ook belangrijk, om onderscheid te maken tussen de huidige Aikido vormen en de vroegere prototypes. Het is daarom noodzakelijk de traditionele, onbewezen veronderstellingen af te wijzen als zou Aikido van vrij recente oorsprong zijn. 2.2 Geschiedenis We dienen ons te realiseren, dat het vroegste historische prototype in de Edo-periode werd ontwikkeld. Takeda Takumi no Kami Soemon (1758-1853), een geleerde, onderwees theologie en Neo-Confuciaanse (Chu Hsi) leer aan de Daimyo van de Aizu-Han (tegenwoordige Fukushima prefectuur). Het geleerde was bekend als Aiki-in-yo-ho, "de leer van harmonie van geest gebaseerd op Yin-Jang (In-Yo)". De Aizu-Han was een vesting van de Chu Hsi leer, omdat Hoshina (Matsudaira) Masayuki (1611-1672) een kleinzoon van Tokugawa Ieyasu, de eerste Tokugawa Shogun, trouwe aanhanger was van deze school van Neo-Confucianisme, toen hij Daimyo was van de Aizu-Han. De Aizu-krijgers werden daardoor allen opgevoed in de Chu Hsi ethiek. Hun interpretatie van Bushido was een strikte code die Chu Hsi concepten belichaamde. De Aizu-krijgers waren in het gevecht formidabel en zeer gerespecteerd vanwege hun buitengewone krijgskundige kwaliteiten. Deze krijgers ontmoetten elkaar in krijgskunsten welke van verschillende Ryu afstam den. Goto Tamaeumon Tadayoshi (1644-1736) richtte de Daido-Ryu op, de leerschool
4
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
die het To-Jitsu (Ken-Jitsu), Kyu-Ba-Jitsu (vechten te paard met pijl en boog), So-Jitsu (de kunst van het vechten met de speer) en Ka-Jitsu (de kunst van vuurwapens en explosieven) omvatte. Nadat Goto in 1671 bij de Aizu-Han kwam, werden zijn instructies verplichte kost voor alle krijgers. De vaardige zwaardvechters van de Aizu-Han studeerden ook Iai-Jitsu (kunst van snel het zwaard trekken) van de Mizuno-Shinto-Ryu, opgericht door Kobayashi Koemon Toshinari (gestorven ergens tussen 1703 en 1736). In de Mizuno-Shinto-Ryu werd ook een secundair systeem, dat op Ju-Jitsu leek, opgenomen. De algemene slijtage van krijgshaftige waarden onder het merendeel van de Samurai van de Edo-periode, was minder zichtbaar bij de Aizu krijgslieden, die doorgingen met de handhaving van een redelijk hoog niveau van gevechtsgereedheid met klassieke wapens. Al hun secundaire systemen van ongewapend gevecht werden onder de voor deze kunst kenmerkend term Oshiki-Uchi bijeengebracht. Dit systeem was gebaseerd op de tweeledigheid van de Neo-Confuciaanse filosofie, zoals deze werd onder wezen in de Aiki-in-yo-ho leer. Alleen Samurai met een hoge sociale en financiële status werden toeges taan het Oshiki-Uchi te studeren. Verantwoordelijkheid voor het uitdragen van Oshiki-Uchi zou eventueel op het conto van Saigo Tanomo Chikamasa (Hoshina Chikamasa, 1829-1905) kunnen worden geschreven, die gezant werd van de Aizu-Han en hoofd van het Shirakawa kasteel. De opheffing van de Han in 1871 en het verbod op het dragen van zwaarden in 1876 resulteerde in een vermindering van de populariteit van de klassieke zwaardvechtkunst. Maar de vaak tumultueuze sociale toestanden van het vroege Meiji-tijdperk maakte de studie van ongewapende zelfver dedigingskunsten zowel populair als noodzakelijk. Saigo Tanomo Chikamasa was in die tijd Shinto priester bij het Nikko Toshogu heilig dom. Daar ontmoette hij Takeda Sokaku Minamoto Masayoshi (1858-1943) een hoogst bekwame zwaardvechter. Sokaku studeerde oorspronkelijk de Ono-Ha Itto-Ryu (Ken-Jitsu) Hei-Ho (strategie) in 1870 onder leiding van Shibuya Toma, een voormalig arts van de Aizu-Han. Hij kreeg ook ervaring in het de zwaardvechtkunst van de Kyoshin-Meichi-Ryu tegen Momono-i Shunzo in 1874. Pas toen Sokaku in 1875 bij de Jikishin-Kage-Ryu kwam, werd zijn vaardigheid met het zwaard gepolijst en verdiende hij daardoor de bijnaam Aizu-no-Kotengu ("de kleine Tengu - een mythologische kabouterach tige figuur aan wie grote krachten werd toegeschreven - van Aizu). Sokaku was bij het Toshogu heiligdom, waar hij moest zijn in verband met de dood van zijn oudere broer en waar deze had gestudeerd. Saigo Tanomo Chikamasa was zo onder de indruk van Sokaku, dat hij hem als zijn persoonlijke lijfwacht huurde. Een van de motieven van de ouder wordende Saigo om Sokaku te werk te stellen, kan de hoop zijn geweest, dat Sokaku het Oshiki-Uchi zou studeren. Als dit zo zou zijn geweest, dan gaf deze samenloop van omstandigheden Sokaku de gelegenheid al zijn energie te spenderen aan de studie van krijgskunsten. Hij verwierf in 1877 diploma's van bekwaamheid in de Okuden (geheime leer) van zowel de Hei-Ho van de Ono-Ha Itto-Ryu als het So-Jitsu van de Hozoin-Ryu. De faam van Sokaku als zwaardvechter groeide tijdens zijn rondreis door Japan, waarbij hij zijn bekwaamheid tegen ontelbare zwaardvechters van andere scholen testte. Na een conflict gaf Saigo Tanomo Chikamasa aan Sokaku het advies de oude manier van leven, zoals die tijdens de Edo periode gewoon was te stoppen, zijn zwaard neer te leggen en Ju-Jitsu te gaan leren. Het duurde nog lang, voordat Sokaku hieraan uiteindelijk gehoor gaf. Saigo Tanomo Chikamasa ondersteunde in 1877 Shida Shiro (geb. 1868) en nam hem mee naar Aizu om hem daar Oshiki-Uchi te leren. Na 3 jaar keiharde training ging Shida naar Tokio voor zijn verdere opleiding. Terwijl hij studeerde aan de Seijo Gakko werd hij in 1881 lid van de Inoue Dojo van de Tenjin-Shin'yo-Ryu. Twee jaar later viel het oog van Kano Jigoro, die ook lid was van de Tenjin-Shin'yo-Ryu, op hem. Kano worstelde in die tijd met het opbouwen van de reputatie van zijn
5
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
Kodokan Judo. Shida's vaardigheid in het ongewapend gevecht overtuigde Kano ervan dat het een goed idee zou zijn, Shida een assistent leraarschap aan te bieden bij de Kodokan. Shida accepteerde. Nadat Shida in 1884 de dochter van Saigo Tanomo Chikamasa trouwde, werd hij als zoon geadopteerd door de familie Saigo en veranderde zijn naam in Shida Saigo. Saigo werd in die tijd voor de Kodokan een inspirerende kracht. Hij is onsterfelijk als Sugata Sanshiro in boeken en films. In 1886 werd de Kodokan uitgedaagd door de Ju-Jitsu scholen, die eropuit waren deze te vernietigen met Kano erbij. Saigo Shiro liet bij deze uitdagingen zijn grote vaardigheid zien. Door de techniek Yama Arashi (berg storm), gebaseerd op de technieken en principes van het Oshiki-Uchi te gebruiken, versloeg hij alle uitdagers, die kwamen onherroepelijk, en werd daardoor het instrument, dat zowel Kano als diens Kodokan beroemd maakte.
Kano benoemde Saigo Shiro tot directeur van de Kodokan, terwijl hij in 1888 in Europa was. De verantwoordelijkheid die dit met zich meebracht, veroorzaakte een toenemende wroeging bij Saigo als gevolg van tegen strijdige loyaliteiten. Aan de ene kant was hij zijn eerste leraar en steun en toeverlaat Saigo Tanomo Chikamasa veel verschuldigd, aan de andere kant had Kano hem zo'n groot vertrouwen geschonken. Om zijn conflict op te lossen, verliet Saigo Shiro in 1891 Tokio en ging naar Nagasaki, waarna hij zijn leven totaal anders inrichtte om een einde te maken aan zijn twijfels over zijn loyaliteit aan zowel Saigo als Kano. Saigo Shiro verliet zijn studie van het Oshiki-Uchi en Judo. In 1899 was hij vicepresident geworden van de Hinoda Kranten maatschappij in Kyushu en wijdde zich de volgende 20 jaar tot aan zijn dood aan het Kyu-Jitsu. Hij kreeg hier tenslotte de titel Hanshi (meester-leraar). Het onbezonnen vertrek van Saigo Shiro dwong de oudere Saigo om te gaan zien naar een andere waardige volgeling, die vertrouwd kon worden met het complete leerplan van Oshiki-Uchi. Toen Saigo dienst deed als priester bij het Reizan heiligdom, zocht hij Sokaku voor deze eer uit en begon hem in 1898 de eens exclusieve kunst van de Aizu krijgslieden te leren. Sokaku's gevoel voor de studie van de krijgskunsten, leidde ertoe, dat hij in recordtijd het Oshiki-Uchi beheerste. In hetzelfde jaar dat hij zijn studie onder leiding van Saigo begon, kreeg hij ook toestemming een geselecteerde groep van de vroeger Samurai van de Aizu klasse les te gaan geven. Kort voor zijn dood, moedigde Saigo Sokaku aan de geest en de technieken van het Oshiki-Uchi op een bredere basis te verspreiden. Volgens de wens van zijn meester begon Sokaku het oorspron kelijke leerplan van het Oshiki-Uchi te modificeren. Als antwoord op een officieel verzoek reisde hij in 1908 naar Hokkaido om daar politie-eenheden te instrueren in het ongewapend gevecht. Sokaku beschouwde het gemodificeerde Oshiki-Uchi als Ju-Jitsu. Om prestige te verlenen aan zijn lesgeven, voegde hij er de naam Daito-Ryu aan toe. Het Daito Ryu Ju-Jitsu bleef onder het leiderschap van Sokaku een conservatief maar effectief zelfverdedingsysteem. Eén van Sokaku's meest belovende volgelingen was Ueshiba. Ueshiba was de oudste zoon van een boer uit de Wakayama prefectuur. De jonge Ueshiba reisde in 1898 naar Tokio, om lid te worden van de Tenjin-Shin'yo-Ryu onder leiding van Tozawa Tokusaburo. Er wordt gezegd, dat Ueshiba's belangstelling voor andere klassieke Bu-Jitsu de reden was, dat hij in 1902 het Yagyu-Shinkage-Ryu Ju-Jitsu onder leiding van Nakae Masakatsu ging studeren. Tijdens de Russisch-Japanse oorlog diende Ueshiba als dienstplichtig soldaat in het Keizerlijk Leger. Hierdoor kwam hij in de gelegenheid te reizen en in contact te komen met ver schillende vecht- en zelfverdedigingkunsten. Tijdens zijn diensttijd zette Ueshiba zijn training van Ju-Jitsu voort en werd hij uiteindelijk in 1908 beloond met de Menkyo-Kaiden, het hoogste diploma van bekwaamheid in het Tenjin-Shinkage-Ryu. Na zijn afzwaaien uit het leger reisde Ueshiba naar Hokkaido, met de bedoeling verder te gaan in de landbouw en daar werd hij in 1915 lid van de Daito-Ryu om onder Sokaku diens Ju-Jitsu te gaan leren. Ueshiba bestudeerde overigens ook het Shinkage-Ryu Ju-Jitsu (niet te verwarren met het
6
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
Yagyu-Shinkage-Ryu) diepgaand. Ueshiba was een toegewijde volgeling, die in 1917 de Menkyo (leraar-diploma) verdiende voor het meesterschap in 36 technieken. Ook zette hij zijn studie van het Yagyu-Shinkage-Ryu waarvan hij eveneens van het Ju-Jitsu-achtige deel van deze school voor zijn meesterschap in 1922 de Menkyo verdiende. In dat zelfde jaar kreeg hij ook toestemming van Sokaku om instructeur te worden van Daito-Ryu methodes, toen als Aiki-Ju-Jitsu onderwezen. Zijn eerste school richtte hij op in 1924 en noemde deze Daito-Ryu Aiki-Ju-Jitsu. De ondernemende Ueshiba was echter ontevreden met het klassieke Bu-Jitsu zoals hij totdantoe had geleerd. In 1925 distantieerde hij zich weer van het Daito-Budo. Hij noemde zijn school vervolgens Ueshiba Aiki-Ju-Jitsu Dojo. Hier gaf hij voornamelijk les aan hoge politie- en legerofficie ren, die in feite de Dojo ook financierden. Hij wilde zich liever concentreren op hogere ideëen (Do), dan de praktische aspecten (Jitsu) van het ongewapende gevecht. In zijn vroege vorm legde Aiki-Ju-Jitsu nog de nadruk op praktische maatregelen voor zelfverdediging. Tijdens een speciale demonstratie van zijn kunnen voor Admiraal Yamamoto Gombei in 1925 in diens residentie maakte Ueshiba een gunstige indruk op zijn elitair publiek. Uiteindelijk maakte hij zich los uit deze groepering. Ueshiba opende zijn Kobukan Dojo in het Shinjuku gebied van Tokio in 1932. Hier had hij ca. 30 Uchi-Dechi (in de Dojo werkende en wonende leerlingen). Hij wijdde zich daar aan de taak van het verbreden van de basis van Aiki-Ju-Jitsu. De militaire ontwikkelingen in zijn land stuitte Ueshiba echter zeer tegen de borst. Hij trok zich daarop terug uit Tokio om op het plat teland te Iwama een nieuwe Dojo te openen. Hij zocht in de beoefening een direct contact met de natuur, verbetering van zichzelf en daarmee verbetering van de maatschappij. Hij had hierdoor een grote invloed op zijn volgelingen en zijn wijze van lesgeven werd populair onder een breed publiek van de Japanse samenleving, dat tot dan toe alleen had kunnen kennis maken van de harde discipline van de traditionele scholen voor krijgskunsten. In zijn nieuwe Dojo veranderde hij zijn Budo in het vloeiende bewegingspatroon wat wij thans als Aikido kennen. In 1938 kwam Ueshiba dan ook met zijn eigen bepaald soort Aiki-Ju-Jitsu, dat zo was ontwikkeld, dat het geschikt was voor de sociale omstandigheden uit die tijd. Vanaf 1942 noemde hij zijn Budo - Aikido. Hierna kwam er een splitsing in de hoofdstijl van het Daito-Ryu Aiki-Ju-Jitsu. De traditionele of conservatieve stijl van Sokaku werd minder populair dan de pas opgekomen progressieve stijl van Ueshiba. Elk van deze stijlen functioneerde verschillend. Omdat het Aikido van Ueshiba nogal verschilt van de traditionele stijl van Sokaku voor wat betreft doel, techniek en trainingsmethodieken, kan Ueshiba worden beschouwd als de eigenlijke ontwerper van het Aikido. Ueshiba schiep met zijn Aikido een compleet Budo met: Nage-Waza (werptechnieken), Katame-Waza (controletechnieken), Atemi-Waza (stoot- en slagtechnieken), Kansetsu-Waza (klemtechnieken), Boken-Waza (zwaardtechnieken), Tanto-Waza (mestechnieken), Jo-Waza (stoktech nieken). 2.3 Essentie, doeleinden en technieken Alle systemen van Aiki-achtige technieken worden naar de mechanica van hun bewegingen traditioneel geklassificeerd als een substijl van het Ju-Jitsu, omdat zij in hoofdlijnen gebaseerd zijn op Ju-no-Ri, oftewel het principe van soepelheid, meegeven. Maar in het licht van de verschil lende idealen, die ten grondslag liggen aan het lesgeven bij Aikido, is het beter deze veelheid aan systemen hun eigen klassificatie te geven. Het rationalisme van de Neo-Confuciaanse leer ligt ten grondslag aan de manier van het lesgeven bij Aikido. Dit vinden we bijvoorbeeld terug in de Chu Hsi opleiding van Aizu krijgers en de invloed van Aiki-in-yo-ho op hun krijgskundige disciplines. De Aizu-kunst van het Oshiki-Uchi en daarmee ook het Aiki-Ju-Jitsu van Sokaku zijn beide gedompeld in de dualiteiten van de Chu Hsi leer. Het Ki-concept, dat 7
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
de essentie vormt van alle Aikido, heeft ook een tegenhanger in de Chu Hsi dualiteiten, waar het wordt omschreven als "materiële kracht", in verbinding met zijn aanvulling Ri (principe). Ki wordt ook uitgelegd door de Neo-Confuciaan Kaibara Ekken, die de Chu Hsi dualiteiten kwalificeerde en Ki bekeek als een enkelvoudigheid. De leer van Aiki-ho is terug te vinden in het lesgeven van de Yagyu-Shinkage-Ryu, waarin het Aiki concept wordt vergeleken met de beweging van een wilgentak die onder de steeds zwaar der worden last van de sneeuw die erop ligt meebuigt. In de praktische toepassing van Aiki techniek in het lesgeven van de Tenjin-Shin'yo-Ryu, dat ook bestudeerd werd door Saigo Shiro, wordt Ki benadrukt, hetgeen mogelijk ook de ontwikkeling van het Oshiki-Uchi tijdens de Meiji-periode kan hebben beïnvloed. 2.4 Ki, Aiki en Ki-ai De woorden Ki, Aiki en Ki-ai werden bij de klassieke Bu-Jitsu Ryu behandeld als technische termen. Het waren niet meer dan zaken waar men tijdens de harde training op moest letten. Hoewel ze werden erkent als belangrijke zaken, kregen Ki, Aiki en Ki-ai geen speciale aandacht of behandeling noch werden ze door de strijdende mannen beschouwd als geheime instructies. Deze termen kunnen we misschien terugvinden in de Makimono (beschreven tekstrollen) van vele klassieke krijgsscholen in verbinding met Okuden. Maar wat dergelijke technieken geheim maakte, was het karakter van de technieken die de Okuden omvat en niet de termen Ki, Aiki en Ki-ai, die in samenhang met deze technieken werden genoemd. Tijdens het Meiji-tijdperk legden leerlingen en schrijvers met zeer verbeeldingsrijke geesten, hun behoorlijk opgeblazen opinies over Ki, Aiki en Ki-ai vast. Het oudste boek dat Aiki beschrijft, is Budo-Hiketsu - Aiki-no-Jitsu (Het geheim van Budo - De kunst van Aiki), uitgegeven in 1899. Daarin wordt beweerd: "De meest grondige en mysterieuze kunst ter wereld is de kunst van Aiki. Dit is het geheime principe van alle krijgskunsten in Japan. Degene die het meester is, is een onvergelij kelijk krijgskundig genie." Andere boeken gaven soortgelijke opgeblazen beschrijvingen van de termen Ki, Aiki en Ki-ai, maar in 1913 verscheen de Ju-Jitsu Kyoju-Sho-no-Maki (Tekstboek van Ju-Jitsu - Deel over Ryu), waarin waarschijnlijk de beste omschrijving van Aiki wordt gegeven: "Aiki is een onverstoorbare geestesgesteldheid, zonder blinde kant, traagheid, boze bedoeling of angst. Er is geen verschil tussen Aiki en Ki-ai. Alleen als ze met elkaar vergeleken worden, noemen we Ki-ai de dynamische uitdrukking en Aiki de statisch uitdrukking. Hierna werd de term Aiki voor het grote publiek bekend en genoot een wijdverspreide populariteit onder vertegenwoordigers van verschillende Ryu, die het koppelden aan de disciplines welke zij beoefenden. Zelfs Karate-Jitsu dat pas vanuit Okinawa in Japan was ingevoerd, kwam onder de invloed van Aiki. In de Sokuseki Katsuyo Karate Goshin-Jitsu (Directe toepassing van Karate - De kunst van zelfverdediging), uitgegeven in 1917, vinden we: "Het geheime principe van Aiki is het verslaan van de tegenstander zonder een gevecht door gebruik te maken het betere van zijn KI". Een ander boek, Goshin-Jitsu Ogi (De geheime principes van de kunst van zelfverdediging), dat in hetzelfde jaar werd uitgegeven, herhaalde datgene wat bij de Yagyu-Shinkage-Ryu werd onderwezen: "Aiki-ho is de techniek, die gebruikt wordt om de aanval van de vijand te stoppen, door het initiatief over hem te winnen". De archieven van de Tachikawa bibliotheek in Tokio laten zien, dat in het midden van de Taisho-periode, rond 1920, boeken die over onderwerpen zoals Aiki-Ju-Jitsu en Ki-ai-JIitsu (De kunst van Ki-ai) uitzonderlijk populair waren bij het publiek. Het boek Nin-Jitsu-Kaisetsu-Sho (Een commentaar over Nin-Jitsu), gepubliceerd in 1921 was zo'n populair boek. Er staan discussies in over zowel Aiki als Ki-ai. Sokaku beschouwde Ki, Aiki en Ki-ai vanuit een conservatief oogpunt. Hij was hoofdzakelijk geïnteresseerd in hun praktische toepassing. Zijn persoonlijke definitie van de essentie 8
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
van Aiki is in beknopte vorm vastgelegd: "Het geheim van Aiki is de tegenstander met een enkele blik mentaal te overmeesteren en zonder vechten te winnen." Ki is een zowel natuurlijk als eenvoudig concept. Diegenen die er iets mysterieus of iets met magische kracht van maken, bewijzen een slechte dienst aan wat in essentie doodgewoon is. Alle menselijke wezens bezit ten Ki. We moeten het alleen leren vrijmaken en gebruiken, waarmee gelijk de moeilijkheid is gezegd om zijn aard en functies uit te kunnen drukken. Voor dit doel heeft Aikido de oefening voor het individu hem te leren zijn Ki vrij te maken en bewust te gebruiken. Wat betreft dit doel is Aikido niet anders dan welk klassiek systeem van Bu-Jitsu of Bu-Do. Maar Ki heeft veel verschillende betekenissen. Het is wel vertaald als "vitaliteit", "adem", "geest", "aura" en "zenuw energie". De functie in het menselijk lichaam wordt beschreven als "de electriciteit die heen en weer vloeit langs de draden van de zenuwen" en "de psychofysiologische kracht in samenhang met bloed, adem en geest, de biofysieke energie die opgewekt wordt door de ritmiek van de ademhaling". Wat er bij Ki als exponent van het Aikido werkelijk toe doet, is dat het bestaat als een kracht, die zowel op te roepen als beheersbaar is en dat Ki wordt geïdentificeerd met de spirituele vooruitgang. Op een meer werelds niveau wordt Ki gerelateerd aan de coördinatie van lichaam en geest, waarmee iemand in staat is op de juiste manier te reageren in een noodsituatie. Ueshiba Morihei is tot op de dag van vandaag de grootste uitdrager van Ki in moderne Japanse disciplines. Hoewel alle vertegenwoordigers van Aikido de werking van Ki erkennen, is er geen ander die er zo de nadruk op legt als Ueshiba. Ueshiba volgde de enkelvoudige interpretatie van Ki van Kaibara, die het beschrijft als "creatieve levenskracht". Aan die definitie voegde Ueshiba toe de moralistische filosofie, gebaseerd op de Moïstische leer van de "alles omvattende liefde". Ueshiba zocht een religieuze bevestiging voor zijn lesgeven en koos de Moïstische stan daard als datgene dat "goed is voor het land en de mensen" toen hij zijn Aikido ontwierp. Mens en natuur zijn "verenigd en onlosmakelijk" volgens zowel Ueshiba als Kaibara. Daarom is het begrijpen van de natuur onmis baar voor het begrijpen van de mens. Ueshiba gelooft dat de mens de natuur leert begrijpen, door zich vlijtig te wijden aan een gediscipli neerd, rechtschapen leven, waarvoor de beoefening van Aikido het instru ment bij uitstek is. Een ander Moïstisch concept Jen, of Jin in het Japans, onderschrijft een hoofddoel van het Aikido van Ueshiba. Jin kan omschreven worden als "vriendelijkheid, welwillendheid" of "menselijke hartelijkheid" en is de hoogste Confuciaanse waarde, welke mens en natuur met elkaar ver bindt. Ter verduidelijking, Ueshiba ziet vriendelijkheid, welwillendheid als iets dat boven de menselijkheid uitstijgt. De eigen inspanning om vriendelijk, welwillend te zijn wordt dan "liefde voor alle dingen". In deze gedachte herhaald Ueshiba de woorden van Kaibara, die schrijft: "Alle mensen van de wereld zijn geboren uit hemel en aarde en hemel en aarde zijn de grote ouders van ons allemaal ... De plicht van de mensen is ... de natuur te dienen ... Vriendelijkheid betekent binnenin een gevoel van sympathie hebben en zegeningen brengen aan mensen en dingen". Ueshiba ontleent steeds meer aan de Moïstische leer van "alles omvat tende liefde", door Jin gelijk te maken aan "kosmische liefde", dat geïdentificeerd wordt met de creativiteit van de natuur. De ideale mens van Ueshiba volgt de gedachte van Kaibara, die zegt, dat mensen "nederig en niet arrogant zouden moeten zijn naar anderen, zijn verlangens beheersen en niet toegeven aan zijn passies, een diepgaande liefde koesteren voor de mensheid die geboren is uit de grote liefde van de natuur en ze niet te misbruiken of slecht te behandelen. Alle zijn voorwerpen van de liefde van de natuur. Ze koesteren en houden is daarom de manier om de natuur te dienen volgens het grote hart van de natuur". De fysieke technieken van het Aikido van Ueshiba weerspiegelen zijn religieuze filosofie. Hij beschouwt de grond bewegingen van het univer sum als buitengewone voorbeelden van AI, of harmonie en affiniteit (kosmische liefde). Aangezien zo goed als alle materie in het universum cirkelvormige en geen rechte lijnen van beweging volgt, ontwierp Ueshiba al zijn Aikido technieken als
9
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
cirkelvormige beweging. Aikido is geest en lichaam harmonieus verenigd in een systeem van mechanica dat is geba seerd op het uitoefenen van kracht langs doorgaande lijnen: een concept van natuurlijk ritme, een vrij stromen van persoonlijke expressie, dat geen conflict met de natuur biedt. Zoals persoonlijke expressie oneindig gevarieerd is, zijn Aikido technieken theoretisch oneindig in aantal. Er bestaat geen strijdigheid tussen het praktische gebruik van het Aikido van Ueshiba en zijn filosofie van liefde voor menselijke wezens, als men begrijpt, dat Ueshiba het Aikido bedoelde alle agressieve gedachten uit de geesten van de mensen te verwijderen. Alle technieken worden toegepast zonder enige gedachte van het verslaan of kwetsen van een agressor. Ueshiba verwerpt het concept van Kobo-ichi, dat ten grondslag ligt aan alle klassieke Bu-Jitsu. Dit concept gaat ervan uit, dat gevecht, aanval en verdediging een en hetzelfde zijn en dat welke van de twee prioriteit verdient afhangt van de situatie. Ueshiba ver vangt dit in plaats daarvan door het concept van absolute Go-no-Sen, een defensief initiatief. Via de toepassing van dit concept wordt het Aikido van Ueshiba uitsluitend defensief van aard, een antwoord op agressieve acties. Dit feit maakt het theoretisch onmogelijk voor twee vertegen woordigers die dit concept onderschrijven elkaar aan te vallen. Het Aikido van Ueshiba is geen systeem van een conflict met de agressor, maar meer een manier via welke een toestand van Ai, of harmonie, tot stand wordt gebracht tussen de ingewijde van Aikido en zijn tegenhanger. Pas nadat een agressor zijn aanval heeft gelanceerd, wordt de verdediger lichamelijk actief. Dit doet hij door eerst de aanval te voorkomen, er daarna één mee worden, om zo de kracht van de aanvaller tegen zichzelf te gebruiken. Een aanvaller wordt zo letterlijk naar zijn eigen vernietiging geleid. Het leiden wordt bewerkstelligd door ge bruikmaking van Ki dat verlengd wordt door de vertegenwoordiger van Aikido en harmonieus samengevoegd met de Ki van de aanvaller. Er moet een grote gevoeligheid voor de geestesgesteldheid en de richting van de aanvaller worden ontwikkeld. Totdat de Aikidoka in staat is de gedachten van de aanvaller te "lezen" en de richting waarheen hij zijn kracht moet sturen te herkennen, kan hij niet met hem harmoniëren (Ai) en zijn aanvaller te doen realiseren wat de consequenties zijn van zijn acties. Indien een aanvaller gewond raakt in een aanval tegen een Aikido expert, verwondt hij letterlijk zichzelf. In scherpe tegenstelling tot het spiritueel georiënteerde Aikido van Ueshiba staat het traditionele Aiki-Ju-Jitsu van Sokaku, waarvan het hoofddoel is het voorzien in een methode van ongewapend gevecht. Het Aiki-Ju-Jitsu van Sokaku is gebaseerd op een technische essentie, dat zijn vertegenwoordiger in staat stelt forse maatregelen te treffen tegen een aanvaller. Er wordt uitvoerig gebruik gemaakt van Atemi (aanvallen gericht op zwakke plekken van het lichaam) en Atemi gaan altijd vooraf aan de overmeestering en onderwerping van de aanvallende. Fysieke kracht, economische gebruik (Ju-no-Ri) in samenhang met techniek is wenselijk en zeer gerespecteerd door alle aanhangers van Aiki-Ju-Jitsu. De klassieke methode van lesgeven - meester naar leerling op een per soonlijke basis - karakteriseert de leermethode van een traditionele stijl. Deze conser vatieve methode van lesgeven garandeert een hoge graad van technische uitmuntendheid van volgelingen, welke niet haalbaar is wanneer leerlingen volgens de klassikale methode les krijgen. Tegelij kertijd zal dit het aantal volgelingen behoorlijk begrenzen. In vergelijking met de aard van het Aiki-Ju-Jitsu van Sokaku is het Aikido van Ueshiba een behoorlijk verzwakte vorm van ongewapend gevecht. In essentie is Aikido niet strijdlustig van aard, omdat het niet func tioneert volgens het concept van Kobo-Ichi en verder betekent de verwij dering van Atemi uit zijn technieken dat Aikido niet meer behoort tot de praktische methoden van ongewapend gevecht. Via lesmethodes in groeps verband geeft Aikido voor zijn doen de ontwikkeling van een gezonde geest en lichaam. Alle Aikidoka proberen in harmonie met henzelf en hun omgeving te leven. Dus, wanneer het denkbeeld van gevecht uit de gedach ten wordt gebannen, vormt het Aikido van Ueshiba een uitstekende manier voor het streven naar die spirituele en sociologische doelen die het eigen heeft gemaakt. Sokaku bekeek het Aikido wat wereldser dan Ueshiba: "Aikido is het aanpassen aan de beweging van de tegenstander en hem te verslaan, door gebruikmaking van zijn kracht via een
10
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
soepele cirkel vormige beweging. Het lijkt veel op een elegante dans uit oude tijden".
2.5 Het tegenwoordige Aikido. Het lesgeven van het Daito-Ryu Aiki-Ju-Jitsu gaat vandaag de dag nog steeds verder. Aangezien Aiki-Ju-Jitsu ook onder de algemene noemer Aikibudo wordt onderwezen, is in het voorgaande niet de aan Bu-Jitsu gewijde stijl beschreven, om vergelijking mogelijk te maken tussen Sokaku's Aiki-Ju-Jitsu en Ueshiba’s Aikido. Takeda Tokimune is het huidige hoofd van de Daito-Ryu. De leidende medestanders van deze traditionele school zijn Horikawa Kotaro, Sagawa Yukiyoshi, Hisa Takuma, Matsuda Hosaku en Yamamoto Tomekichi. Van deze groep heeft Matsuda verder nog twee andere belangrijke experts in Aiki-Ju-Jitsu opgeleid, namelijk Okuyama Yoshiji (Yoshiharu) en Oba Sachiyuki. De eerste is stichter van de Hakko-Ryu Ju-Jitsu en modern Bu-Jitsu. Op zijn beurt telt Okuyama onder de lange lijn van zijn volgelin gen Nakano Michiomi, die als So Doshin de stichter is van het Nippon Shorinji-Kempo systeem. Het lesgeven van Ueshiba, dat van nature belangrijk progressiever was dan dat van welke leraar van een traditionele Aiki-Ju-Jitsu dan ook, heeft ertoe geleid dat er een aanzienlijk aantal experts/stylisten ontstonden, van wie de belangrijksten zijn: zijn zoon Kishomaru, Tohei Koichi, Murashige Yuso, Shioda Gozo, Mochizuki Minoru, Tomiki Kenji, Hirai Minoru en Inoue Yoichiro. Kishomaru, een zachtaardige man, volgde de oudere Ueshiba op na diens dood in 1969. Voor Kishomaru is Aikido niet een Jitsu-vorm, die zich bezighoudt met het gevechtskundige effect, maar volgt het klassieke concept van Do. Er is geen hocus pocus in zijn interpretatie van Ki, noch in zijn uitvoering van Aikido, in feite verafschuwt Kishomaru de ac tiviteiten die sommigen ontplooien als poging het Aikido populair te maken. "Aiki is een natuur lijke stroom waarin menselijke wezens zich verenigen door zich aan te passen aan de cirkel (cyclus van de natuur), deze oefening leidt naar zelfbescherming en zelfperfectie", zegt Kishomaru. Niet alle volgelingen van Ueshiba Moreihi volgen diens stijl Aikido precies en velen hebben hun eigen stijl gevestigd, waarin de nadruk op Ki grotendeels is verminderd. Ook omdat niet al zijn leerlingen geluk kig waren met het nieuwe Budo van Ueshiba, gingen sommigen ook daarom hun eigen weg. Ze kunnen ook als vernieuwers van het Aikido worden beschouwd. De belangrijkste vernieuwers van het Aikido van Ueshiba waren Shioda, Tomiki, Hirai, Tohei, Saito en Inoue. Mochizuki Minoru en Tomiki Genji, die door Kano naar Ueshiba waren gezonden om dit nieuwe Budo te bestuderen, gingen uiteindelijk hun eigen weg. Zij stichtten eigen scholen: Mochizuki noemde zijn school Yoseikan. Tomiki noemde zijn Dojo de Tomiki-Aikido-Ryu. De Aikido-stijl van Tomiki is een systeem van lichamelijke opvoeding welke prak tische elementen van zelfverdediging bevat en een zeker wedstrijdelement beoefent. Verder werden ook eigen stijlen en scholen opgericht door: Shioda Gozo die het Yoshinkan Aikido oprichtte. Het Yoshin Aikido van Shioda is gevechtsgeoriënteerd en komt v.w.b. techniek dichtbij Aiki-Ju-Jitsu, hoewel het spirituele doel is afgestemd op dat van Ueshiba. Inoue, een systeem, dat Shinwa Tai-Do wordt genoemd en een mengsel is van zelfverdediging en sport en verder Hirai Minoru met het Korindo Aikido, dat uitsluitend als zelfverdediging is bedoeld. Andere minder oudere volgelingen van Ueshiba hebben ook hun eigen vormen van Aikido ontwikkeld: Otsuki Yutaka heeft de Otsuki-Ryu Aikido op gericht, dat zich bezig houd met zelfverdediging. Hoshi Tetsuomi is de oprichter van een systeem dat hij Kobu-Jitsu noemt, dat zich ook voornamelijk bezig houdt met zelfverdediging. Tanaka Setaro is de stichter van de Shin-Riaku Hei-ho, eveneens een zelfverdedigingssysteem.
11
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
Volgelingen van Tanaka zijn nog steeds bezig andere systemen van ongewapend gevecht, gebaseerd op Aikido, te ontwer pen. Het zogenaamde Shindo-Iten-Ryu is nog op weg om te worden geformali seerd, terwijl Yae-Ryu van Fukui Harunosuke steeds meer aanhangers krijgt. De laatste volgeling van Ueshiba, via direct instructie, Noguchi Sen ryuken is de stichter van de Shindo-Rokugo-Ryu, een Aikidovorm die zich voornamelijk bezigheid met zelfverdediging. Zo ontstonden uit de school van O-Sensei vele nieuwe scholen. De meeste met een eigen naamgeving, nieuwe doelstellingen en onafhankelijk van de school van Ueshiba, de huidige Aikikai-So-Hombu. Enige van de thans nog bestaande scholen welke Aikido of aan Aikido verwant Budo beoefenen, hebben zich net als het Aikikai-Aikido internatio naal verspreid. In Japan zijn echter nog tientallen hoog gegradueerde leraren die het Aikido van Ueshiba beoefenen, maar toch geen relatie meer hebben met de Aikikai-So-Hombu. Samengevat zijn hiervan de bekendste: Inoue Sensei met zijn Shin-Ei-Tai-Do (Shin-Wa-Tai-Do) Shioda Sensei met zijn Yoshinkan Aikido Saito Sensei met zijn Iwama Aikido-Ryu Tomiki Sensei met zijn Tomiki Aikido-Ryu Mochizuki Sensei met zijn Yoseikan Kobayashi Yasuo Sensei met zijn Kobayashi Aikido-Ryu Kobayashi Sensei met zijn Osaka Honbu Aikido Tohei Sensei met zijn Ki-Aikido Norro Sensei met zijn Ki-ni-Mishi Shimizu Sensei met zijn Tendokan Aikido. Andere oud-leerlingen geven leiding aan hun eigen organisaties, zoals Kobayashi Yasuo, Koroiwa Sensei, Saotome Sensei en vele anderen. Bronnen: 1- Modern Bujutsu & Budo: The Martial Arts and Ways of Japan: Volume III, (Chapter 8) door Donn
F.Draeger; uitg. Weatherhill, New York & Tokyo. Vertaling: C. van der Wal, bewerking: C. Jansen. 2- Aikido: Compleet Budo, van Pierre Geraedts, voorzitter Nationale Commissie Aikido, verschenen in maandblad Judo.
2.6 Aikido in Nederland In 1963 werd in Tilburg de "Aikido Bond Nederland" opgericht door wijlen P. Beljaars. Dat was de eerste ontwikkeling op het gebied van de Aikido in Nederland. Deze bond had vooral contacten in België en een keer per jaar kwam Kobayashi sensei naar Tilburg om een stage te verzorgen. Incidenteel kwamen ook andere Japanse leraren naar Nederland. Helaas beperkte de bond de verspreiding van het Aikido tot Tilburg en omgeving en was er van een landelijke ontwikkeling geen sprake. In het begin van de jaren '70 was er binnen de toenmalige Budo Bond Nederland voor het eerst sprake van Aikido onderricht. Enige judoleraren bekwaamden zich in het Aikido en reisden daarvoor regelmatig naar het buitenland. Zij begonnen met het geven van Aikidolessen in eigen Dojo. T. Tromp haalde maandelijks de Franse leraar Floquet naar Nederland. Deze onderwees in de huidige Aikibudo-stijl. In Gennep werd twee maal per maand lesgegeven door de Duitse leraar Köhler die als assistent van Asai sensei het Aikikai Aikido onderwees. Een aantal personen uit Brabant en Limburg was toen lid van de Aikido School van Asai sensei in Düsseldorf. In en rond Den Haag ontwikkelde zich een Aikikai-groep onder leiding van de Belgische leraren Schelstraten en Dobbeleer. In 1973 installeerde de Budo Bond Nederland de "Nationale Commissie Aikido". De Aikikai Dojo verenigden zich in de "Circle Bushido". Er werden geregeld Japanse leraren uitgenodigd voor stages in ons land. Examens werden afgenomen en het Aikikai Aikido ontwikkelde zich in een 12
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
versneld tempo.
In 1979 ontstond er een splitsing in de Aikido groepering. Een kleine groep richtte een eigen bond op, de N.C.A.B. De oorzaak van deze splitsing was een competentiekwestie die voornamelijk draaide om het bevoegd lesgeven. In 1986 sloot de Nederlandse Aikido Bond zich aan bij de Judo Bond Nederland en er bestonden nog twee bonden die ijverden voor de erkenning van de Nederlandse Sport Federatie. In 1990 werd weer een nieuwe bond opgericht, de Aikido Renmei Nederland. Ook deze bond ondernam pogingen om tot de Nederlandse Sport Federatie te worden toegelaten. In mei 1991 werd door de Nederlandse Sport Federatie besloten de Judo Bond Nederland definitief te erkennen als enige organisatie voor Aikido. Ruim 80% van de Dojo in Nederland is gericht op het Aikikai Aikido, zo’n 5% beoefent het Ki-Aikido en de rest richt zich op Aikibudo en verwante stijlen.
3. IMAF-Nederland en Aikijitsu De IMAF-Nederland heeft vanaf zijn ontstaan altijd een afdeling Aikido gehad. Het Aikido binnen de vereniging werd later Aikibudo genoemd en ontwikkelde zich als een mengstijl met diverse invloeden vanuit het Aikibudo van Floquet (Mochizuki) en het Aikikai Aikido. Door omstandigheden die buiten de invloed van IMAF-Nederland lagen stopte de afdeling Aikibudo in 2001. De nieuwe afdeling Aikido stelt zich open voor elke stijl van Aikido. Deze stijlvrijheid is één van de belangrijke peilers waarop het beleid van de IMAF-Nederland berust.
13
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
APPENDIX A2 AIKIDO STIJLEN EN RYU DAITO-RYU AIKI-JU-JITSU Naam van de eerste school van UESHIBA, welke hij oprichtte in 1924 en noemde deze DAITO-RYU AIKI-JU-JITSU en tevens de naam van zijn eerste van het latere AIKIDO. Ueshiba was een toegewijde volgeling van TAKEDA Sokaku. Hij verdiende in 1917 de MENKYO (leraardiploma) voor het meesterschap in 36 tech nieken. In dat zelfde jaar kreeg hij ook toestemming van Sokaku om instructeur te worden van DAITO-RYU methodes, toen als AIKI-JU-JITSU onderwezen. Uit respect gaf hij zijn eerste school deze naam. IWAMA AIKIDO-RYU AIKIDO-stijl van Saito sensei en genoemd naar de plaats waar de beroemde DOJO van O-SENSEI Ueshiba staat. In Japan is Saito één van de vele hoog gegradueerde leraren die het AIKIDO van Ueshiba beoefenen, maar toch geen relatie meer hebben met diens AIKIKAI-SO-HOMBU. KI-AIKIDO AIKIDO-stijl van Tohei sensei. In Japan één van de vele hoog gegradueerde leraren die het AIKIDO van Ueshiba beoefenen. Heeft geen relatie meer met diens AIKIKAI-SO-HOMBU. KI-NI-MISHI AIKIDO-stijl van Norro sensei. In Japan één van de vele hoog gegradueerde leraren die het AIKIDO van Ueshiba beoefenen, heeft ook geen relatie meer met zijn AIKIKAI-SO-HOMBU. KOBAYASHI AIKIDO-RYU AIKIDO-stijl van Kobayashi Yasuo sensei. In Japan één van de vele hoog gegradueerde leraren die het AIKIDO van Ueshiba beoefenen, die ook geen relatie meer heeft met zijn AIKIKAI-SO-HOMBU. KORINDO AIKIDO Het AIKIDO-systeem van Minoru Hirai, dat uitsluitend als zelfver dediging is bedoeld. OSAKA HOMBU AIKIDO AIKIDO-stijl van Kobayashi sensei. Eveneens één van de vele hoog gegradueerde leraren die het AIKIDO van Ueshiba beoefenen, zonder nog een relatie met diens AIKIKAI-SO-HOMBU te hebben. OSHIKI-UCHI Systeem van ongewapend of licht gewapend vechten de van Aizu krijgslieden SAMURAI die in de Edo-periode doorgingen met het onder houden van een vaardigheden op krijgskundig gebied). Een ver zameling van alle secundaire systemen van ongewapend gevecht van de Aizu krijgslieden onder de term OSHIKI-UCHI bijeengebracht. Dit systeem was gebaseerd op de Aiki-no-yo-ho leer. Alleen SAMURAI met een hoge sociale en finan ciële status werden toegestaan het OSHIKI-UCHI te studeren. Verantwoor delijkheid voor het uitdragen van OSHIKI-UCHI zou eventueel op het conto kunnen worden geschreven van Saigo Tanomo Chikamasa (Hoshina Chikamasa, 1829-1905), gezant van de Aizu-Han . Bekende leerlingen van Saigo Tanomo Chikamasa waren Takeda Sokaku Minamoto Masayoshi (1858-1943) een hoogst bekwame zwaardvechter en Shida Shiro (geb.1868, noemde zich later Saigo Shiro). Toen Shida Shiro later wegging, werd Sokaku de voornaamste leerling en opvolger van Saigo 14
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
Tanomo Chikamasa. Sokaku beschouwde het gemodificeerde OSHIKI-UCHI als JU-JITSU. Om prestige te verlenen aan zijn lesgeven, voegde hij er de naam DAITO-RYU aan toe. Het DAITO-RYU JU-JITSU bleef onder het leiderschap van Sokaku een conservatief maar effectief zelfver dedingssysteem. Eén van Sokaku's meest belovende volgelingen was Ueshiba Morihei (1883-1969). OTSUKI-RYU AIKIDO Het AIKIDO-systeem gesticht door OTSUKI Yutaka. Het OTSUKI-RYU AIKIDO houdt zich bezig met zelfverdediging. SHINDO-ROKUGO-RYU Een AIKIDO-vorm die zich voornamelijk bezighoudt met zelfver dediging. Stichter van de SHINDO-ROKUGO-RYU is Noguchi Sen ryuken, de laatste volgeling van Ueshiba, die via direkt instruc tie les van de O-SENSEI kreeg. SHIN-EI-TAI-DO (SHIN-WA-TAI-DO) AIKIDO-stijl van INOUE sensei. In Japan één van de vele hoog gegradueerde leraren die het AIKIDO van UESHIBA beoefenen, maar toch geen relatie meer hebben met diens AIKIKAI-SO-HOMBU. SHIN-RIAKU HEI-HO Tanaka Setaro is de stich ter van de SHIN-RIAKU HEI-HO, een zelfver dedigingssysteem. Volgelin gen van Tanaka zijn nog steeds bezig andere systemen van on gewapend gevecht, gebaseerd op AIKIDO, te ontwer pen. SHINWA TAI-DO Het AIKIDO-systeem van Inoue, een mengsel van zelfver dediging en sport. TENDOKAN AIKIDO AIKIDO-stijl van Shimizu sensei. In Japan één van de vele hoog gegradueerde leraren die het AIKIDO van Ueshiba beoefenen, maar toch geen relatie meer hebben met diens AIKIKAI-SO-HOMBU. TOMIKI-AIKIDO De AIKIDO-stijl van Tomiki Kenji (leerling van Kano Jigoro en Ueshiba Morihei). Het is een systeem van lichamelijke op voeding met prak tische elemen ten van zelfver dediging en een zeker wedstrijd element. Tomiki noemde zijn DOJO de TOMIKI-AIKIDO-RYU. YAE-RYU Vechtkunst gebaseerd op het AIKIDO van Ueshiba. Grondlegger is Fukui Harunosuke. Zijn stijl krijgt steeds meer aanhangers. YOSEIKAN BUDO BUDO-school van MOCHIZUKI Minoru met KARATE, JUDO, AIKIBUDO, en YOSEIKAN SHINTO-RYU KEN-JITSU). YOSEIKAN BUDO Grondlegger MOCHIZUKI Hiroo, geboren in 1936 als zoon van MOCHIZUKI Minoru. MOCHIZUKI H. wilde het beste in één stijl verenigen van de diverse krijgskunsten JUDO, KENDO, IAI-DO, KARATE, AIKIDO) die hij beoefende. Oorspronkelijk beoefende hij SHOTOKAN KARATE, hetgeen hij eigenlijk per ongeluk vanaf juni 1957 tot januari 1959 introduceerde in Frankrijk. Na terugkeer in Japan, kwam hij in aanraking met het WADO-RYU KARATE. In 1963 keerde hij terug naar Frankrijk en stichtte daar later met de Fransman Jaques DELCOURT de eerste officiële Europese KARATE-bond, de EKU. Eén van de doelstellingen van MOCHIZUKI H. was het gevechtselement terug te halen, dat uit de verwesterde Japanse BUDO was verdwenen. Zo had bijvoorbeeld KANO de stoten, trappen en andere gevaarlijke
15
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
technieken uit het JU-JITSU gehaald. Bij het KENDO werden t.o.v. het KEN-JITSU de aanvalsmogelijkheden ingeperkt en uit veiligheidsoverwegingen t.a.v. technieken beperkin gen en bepaalde regels ingesteld. Ook het KARATE maakte een der gelijke ontwikkeling door. Dit ging ten koste van de veelzijdigheid en het vermogen zich aan alle omstandigheden aan te passen. De doorsnee KARATEKA is dan ook machteloos tegen een verwurging of houdgreep. In het YOSEIKAN BUDO worden alleen beperkingen tijdens het vrij gevecht toegepast, omdat daar ook met wapens wordt gestreden, die weliswaar omwikkeld zijn met zacht materiaal, maar waarbij met full-contact wordt gevochten. Zonder wapens wordt met semi-contact gevochten, waarbij worpen zijn toegestaan en dragen de vechters bokshandschoenen. Het YOSEIKAN BUDO is de moderne interpretatie van de oude BUDO traditie. Bron: Fighting Spirit ZENDOKAN, tekst Fred Royers YOSHIN AIKIDO De AIKIDO-stijl van Shioda Gozo, die het YOSHINKAN AIKIDO oprichtte. Het YOSHIN AIKIDO van Shioda is gevechtsgeoriënteerd en komt voor wat betreft techniek dichtbij AIKI-JU-JITSU, hoewel het spirituele doel is afgestemd op dat van Ueshiba. Hij noemt zijn school YOSHINKAN Shioda sensei is in Japan één van de vele hoog gegradueerde leraren die het AIKIDO van Ueshiba beoefenen, maar toch geen relatie meer hebben met diens AIKIKAI-SO-HOMBU. YOSHINKAI AIKIDO TOHEI Koichi. YOSHINKAN AIKIDO TOMIKI Kenji.
BELANGRIJKE PERSONEN ABE Tadashi Leerling van UESHIBA. Introduceerde het AIKIDO in Frank rijk. DEGUCHI Onisaburo Een Japans mystiek filosoof, die een nieuwe sekte oprichtte, die het geleerde van het SHINTO Boeddhisme en TAOISME belichaamde. In 1919 opende UESHIBA, die aan hanger was van DEGUCHI, een DOJO om diens leerlingen te trainen in de krijgskunsten. HIRAI Minoru Een senior-leerling van UESHIBA Morihei. HISA Takuma Eén van de oudste leerlingen van TAKEDA Sokaku. INOUE Stichter van de AIKIDO-stijl SHIN-EI-TAI-DO (SHIN-WA-TAI-DO). In Japan is INOUE sensei één van de vele hoog gegra dueerde leraren die het AIKIDO van UESHIBA beoe fenen, maar toch geen relatie meer hebben met diens AIKIKAI-SO-HOMBU. MOCHIZUKI Minoru Door de Franse regering geëerd vanwege de introductie van het AIKIDO en IAI-DO in Frankrijk 16
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
NOGUCHI Sen ryuken Stichter van de SHINDO-ROKUGO-RYU, een AIKIDO-vorm die zich voornamelijk bezighoudt met zelfver dediging. Hij was de laatste volge ling van Ueshiba, die via directe instruc tie les van de O-SENSEI kreeg. OTSUKI Yutaka Grondlegger van het AIKIDO-systeem OTSUKI-RYU AIKIDO . Het OTSUKI-RYU AIKIDO houdt zich bezig met zelfverdediging. SABURA Yoshikiyo Zoon van SABURA Yoshimitsu. Trainde AIKI-JU-JITSU leerlin gen in het ongewapend gevecht tegen gewapende tegen stan ders. SABURA Yoshimitsu Een generaal van de MINAMOTO-clan in het 12e eeuwse Japan. Als een specialist in traditionele Chinese genees kunst en menselijke anatomie, verbeterde hij de bestaande AIKI-JU-JITSU technieken, door de vitale punten te catalo giseren en het ontwikkelen van ATEMI-WAZA om deze vitale punten mee aan te vallen. SAIGO Tanomo Chikamasa (Hoshina Chikamasa) (1829-1905), gezant van de Aizu-Han . Voornaamste exponent van het OSHIKI-UCHI, een systeem van ongewapend of licht gewapend vechten van de Aizu krijgslieden (SAMURAI die in de Edo-periode doorgingen met het onderhouden van een vaar digheden op krijgs kundig gebied). Een ver zameling van alle secundaire systemen van ongewapend gevecht van de Aizu krijgslieden onder de term OSHIKI-UCHI bijeengebracht. Dit systeem was gebaseerd op de Aiki-no-yo-ho leer. Alleen SAMURAI met een hoge sociale en financiële status werden toegestaan het OSHIKI-UCHI te stude ren. Verantwoordelijkheid voor het uitdragen van OSHIKI-UCHI zou eventueel op het conto kunnen worden geschreven van Saigo Tanomo Chikamasa. Bekende leerlingen van Saigo Tanomo Chikamasa waren Takeda Sokaku Minamoto Masayoshi (1858-1943) een hoogst bekwame zwaardvechter en Shida Shiro (geb.1868, noemde zich, na zijn huwelijk met de dochter van Saigo Tanomo Chikamasa, Saigo Shiro). Toen Shida Shiro later wegging, werd Sokaku de voornaamste leerling en opvolger van Saigo Tanomo Chika masa. Sokaku beschouwde het gemodificeerde OSHIKI-UCHI als JU-JITSU. SAITO Grondlegger van de IWAMA AIKIDO-RYU, een AIKIDO-stijl ge noemd naar de plaats waar de beroemde DOJO van O-SENSEI Ueshiba staat. In Japan is Saito één van de vele hoog gegra du eerde leraren die het AIKIDO van Ueshiba beoefe nen, maar toch geen relatie meer hebben met diens AIKI KAI-SO-HOMBU. SEIWA Een 9e eeuwse Japanse keizer onder wiens bewind het AIKI-JU-JITSU werd ontwikkeld. SHIDA Shiro (SAIGO Shiro) (geb. 1867-1922) Bekende leerling van Saigo Tanomo Chikamasa, die zich onder diens leiding bekwaamde in het OSHIKI-UCHI. Noemde zich na zijn huwe lijk met de doch ter van Saigo Tanomo Chikamasa, Saigo Shi ro). Ging later weg vanwege verstrengelde belangen, waarna Sokaku de voor naamste leer ling en opvolger van Saigo Tanomo Chika masa werd. SHIMIZU Stichter van de AIKIDO-stijl TENDOKAN AIKIDO. In Japan is Shimizu sensei één van de vele hoog 17
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
gegradueerde leraren die het AIKIDO van Ueshiba beoefenen, maar toch geen relatie meer hebben met diens AIKIKAI-SO-HOMBU. SHINRA SABURO Een generaal die de DAITO-RYU school voor JU-JITSU en KEN-JITSU in de 12e eeuw oprichtte. SHIODA Gozo Een leerling van UESHIBA en oprichter van de YOSHINKAN AIKIDO school, waar vooral het zelfverdedigingaspect van het AIKIDO werd onderwezen. Benaderd met zijn stijl de voor het gevecht effectieve methoden van TAKEDA Sokaku het dichtst. SHIODA trainde ook de politie van Tokio. TAKEDA Harunobu (Shingen) (1520-1573) Heer van Kai. Gaf de kunst van de militaire strategie (KOSYU-RYU GUNPO) door. TAKEDA Kunitsugu Vestigde de TAKEDA familie in de provincie Aizu. TAKEDA Soemon (1758-1853). TAKEDA Sokaku Minamoto Masayoshi (1858-1943) Een uitzonderlijk krijgskunstenaar en de ver binding tussen de oude en moderne krijgskunsten. Bekende leerling van Saigo Tanomo Chikamasa en een hoogst bekwame zwaardvechter, die zich onder diens leiding bekwaamde in het OSHIKI-UCHI. Toen een andere beken de leerling van, Shida Shiro (geb.1868, noemde zich, na zijn huwe lijk met de doch ter van Saigo Tanomo Chikamasa, Saigo Shi ro) later wegging, werd Sokaku de voor naamste leerling en opvolger van Saigo Tanomo Chika masa. Sokaku beschouwde het gemodificeerde OSHIKI-UCHI als JU-JITSU. Om prestige te verlenen aan zijn lesgeven, voegde hij er de naam DAITO-RYU aan toe. Het DAITO-RYU JU-JITSU bleef onder het leiderschap van Sokaku een conser vatief maar effectief zelf verdedings systeem. Eén van Sokaku's meest belovende volgelin gen was Ueshiba Mori hei. TAKEDA Tokimune Het huidige hoofd van de DAITO-RYU AIKI-JU-JITSU en zoon van de fameuze TAKEDA Sokaku TANAKA Setaro Stichter van de SHIN-RIAKU HEI-HO, een zelfverdedigingssys teem. Vol gelingen van Tanaka zijn nog steeds bezig andere systemen van ongewapend gevecht, gebaseerd op AIKIDO, te ontwerpen. TEIJUN Een 9e eeuwse Japanse prins, zoon van keizer SEIWA, verant woordelijk voor de ontwikkeling van AIKI-JU-JITSU. Zijn techniek maakt gebruik van de zwakheden in de lichaamsbescherming (harnas) van zijn tegenstander en legde grote nadruk op ATEMI en diepe gewaarwording (perceptie) tussen degenen die slag leveren. TOMIKI Kenji Was eerst vooral een volgeling van het JUDO onder KANO Jigoro. Studeerde onder UESHIBA Morihei en ontwikkelde later met zijn eigen stijl het AIKIDO van een gevechtsgeoriënteerde krijgskunst in een competitiesport TOMIKI-AIKIDO. Zijn stijl is een systeem van lichamelijke op voeding met prak tische ele men ten van zelfver dediging en een zeker wedstrijd element. Tomiki noemde zijn DOJO de TOMIKI-AIKIDO-RYU. YAMADA Yoshimitsu
18
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
Leerling van UESHIBA Morihei, die het AIKIDO naar de V.S. bracht.
Bronvermelding: 1. "The Dictionary of Martial Arts", door Emil Farkas en John Corcoran; uitg. The Promotional Reprint Co. Ltd voor Book mart Ltd, Desford Road Enderby, Leicester, UK. 2. "La voie du baton" door Pascal Krieger. 3. "BUDO Grondslagen en achtergronden", door Hideo Muramatsu. 4. Artikelen uit het maandblad "JUDO" van de JBN; auteur: J.H.G.Smits. 5. Artikelen uit ZENDOKAN International Martial Arts Magazine; auteur: Th.J.Theloesen. 6. Artikelen uit Fighting Spirit ZENDOKAN; auteur: Volker Marcszona. 7. "Modern Bujutsu & Budo: THE MARTIAL ARTS AND WAYS OF JAPAN: VOLUME I, II, III" door Donn F.Draeger; uitg. WEATHERHLL, New York & Tokyo. 8. Artikel uit maandblad JUDO van de JBN: "Aikido: Compleet Budo", van Pierre Geraedts, voorzitter Nationale Commissie Aikido.
19
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
APPENDIX A3
AIKIBUDO A. OEFENVORMEN: In het AIKIBUDO onderscheid men een aantal (oefen)vormen HOJO UNDO en WA-NO-SEISHIN voor het afleiden van kracht of het weerstaan van kracht: 1. (Oefen)vormen vanuit pakkingen: a. NIGIRI-GAESHI: op (®) DOSOKUTE-DORI met polsbevrij ding en over name. b. NEJI-GAESHI: bevrijding uit een armklem met gestrekte arm en tegelij kertijd vòòr de tegenstander langs draaiend, en daarna de actie te stoppen met dezelfde klem (overname). c. OSHI-GAESHI: op RYOTE-DORI (JODAN) door de kracht van de tegenstander naar achteren weg te duwen door de armen naar voren te ontspannen. 2. (Oefen)vormen op stoottechnieken: a. SHINOGI: Afweren van een stoot naar de kin, waarbij de aan val van het doel wordt afgeleid, door de pols van de stotende arm met de buitenkant van de eigen pols te geleiden (door deze mee te laten draaien) tot aan de eigen schouder. b. TSUPPARI: Afweer van verschillende stootvormen door de kracht van de tegenstander te controleren. 3. TE-HODOKI: Verschillende vormen van bevrijdingen op pakkingen, verwurgingen en omklemmingen gevolgd door ATEMI. Ze vormen het eerste niveau van directe verdediging met behulp van ATEMI (als het tweede niveau is te beschouwen het toepas sen van een werptechniek en als hoogste niveau het controleren van de tegenstander). 4. WA-NO-SEI-SHIN: Dynamische techniekvormen op pakkingen, waarbij TORI niet vastpakt, maar SEME alleen stuurt.
B. KOGEIKI-WAZA (Aanvalstechnieken): Onder KOGEIKI-WAZA wordt verstaan: 1. pakkingen van voren 2. pakkingen van achteren 3. aanvallen met TSUKI-WAZA, KERI-WAZA, UCHI-WAZA 4. aanvallen met wapens TAMBO, JO, BO, TANTO, (BOK)KEN Deze aanvallen worden op een aantal basisdoelen gericht: - (SHO)MEN - DO - KINTEKI 20
(bovenkant) hoofd zij en romp kruis
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
- ASHI - YOKOMEN
benen zijkant hoofd
AIKIBUDO - INDELING IN TECHNIEKEN Bij het AIKIBUDO kent men de volgende indeling van de tech nieken: A. TOKUCHI-WAZA: speciale technieken, waaronder: 1. HAPPO-KEN-NO-KATA Vorm van stoten in alle rich tin gen 2. TAI-NO-KATA Vorm van technieken met het lichaam 3. GEN-RYU-NO-KATA Vorm van de oorsprong van het AIKI DO 4. IAI-ROKKAJYO Zes vormen van het trekken van het zwaard 5. TACHI-IAI-GOKKAJYO Vijf series van staande zwaardtech nieken 6. BO-JITSU Stokvechten 7. KEN-JITSU Zwaardvechten 8. NAGINATA-JITSU Vechten met de hel lebaard Opmerking: 1-3 ontwikkeld door MOCHIZUKI Minoru; 4,5 afkomstig van het) YOSEIKAN SHINTO-RYU.
B. ATEMI-WAZA: 1. TSUKI-WAZA (stoottechnieken): · CHOKU-ZUKI rechtstreekse stoot · KOSHI-ZUKI (GYAKU-ZUKI) tegengestelde stoot met heupinzet · HIKI-ZUKI stoot over een afwerende arm heen, waarbij de heup wordt teruggetrokken · GEDAN-ZUKI lage stoot · CHUDAN-ZUKI middenstoot · JODAN-ZUKI hoge stoot 2. UCHI-WAZA (slagtechnieken, uitgevoerd als "zwaardslag" (relatie: KEN-JITSU): · SHOMEN-UCHI slag met SHUTO-UCHI recht op het hoofd · YOKOMEN-UCHI slag met SHUTO-UCHI naar zijkant hoofd met twee vormen: · YOKOMEN-UCHI (OMOTE-YOKOMEN-UCHI) slag schuin omlaag (bijv. met rechterhand naar linkerzij kant hoofd van de tegenstander) · GYAKU-YOKOMEN-UCHI (URA-YOKOMEN-UCHI) tegengestelde slag schuin omlaag (bijv. met rechterhand naar rechter zijkant hoofd van de tegenstander) · HINERI-UCHI (EMPI-UCHI) · GYAKU-UCHI slag met SHUTO-UCHI met afdraaiende heupbeweging 3. KERI-WAZA (traptechnieken): · MAE-GERI voorwaartse trap · YOKO-GERI zijwaartse trap · USHIRO-GERI achterwaartse trap · MAWASHI-GERI rondcirkelende trap · URA-GERI rondcirkelende achterwaartse (buitenwaartse) trap C. KOTE-WAZA polstechnieken: 1. KOTE-GAESHI varianten: NEJI-KOTE-GAESHI en GYAKU-KOTE-GAESHI 2. YUKI-CHIGAE 3. KOTE-KUDAKI
21
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
D. UDE-WAZA armtechnieken: 1. SHIHO-NAGE 2. TENBIN-NAGE 3. ROBUSE 4. HIJI-KUDAKI variant: SODE-DORI-HIJI-KUDAKI 5. KATA-HA-OTOSHI 6. UDE-GARAMI 7. URA-KATA-HA 8. ERI-TORI-KATA-HA 9. HIJI-GAESHI E. TAI-WAZA technieken met het lichaam: 1. MUKAE-DAOSHI 2. DO-GAESHI 3. MAE-HIKI-OTOSHI variant: UDE-KAKE-HIKI-OTOSHI 4. USHIRO-HIKI-OTOSHI 5. GYAKU-DO-GAESHI 6. USHIRO-KATA-OTOSHI 7. TE-UCHI-MATA-GAESHI variant: MAE-UCHI-MATA-GAESHI 8. KOSHI-NAGE variant: SOTO-GOSHI-NAGE F. SUTEMI-WAZA offerwerptechnieken: 1. HAZU-OSHI-SUTEMI (HAN-SUTEMI) 2. HIJI-OSHI-SUTEMI (HAN-SUTEMI) 3. KUBI-OSHI-SUTEMI (HAN-SUTEMI) 4. UDE-KAKE-SUTEMI 5. ERI-DORI-SUTEMI 6. TOBINORI-SUTEMI 7. KANNUKI-OTOSHI G. SHIME-WAZA verwurgingstechnieken: 1. UDE-JIME (oude naam: HADAKA-JIME) 2. ERI-JIME (oude naam: OKURI-ERI-JIME) 3. GENKO-JIME 4. OYAYOBI-JIME H. HIKITATE-WAZA opbrengtechnieken: 1. KANNUKI-HIKITATE 2. HIJI-MAGE-HIKITATE 3. UDE-TO-OSHI-HIKITATE 4. UMA-DO-OSHI-HIKITATE I.
22
TOBU-WAZA technieken met het hoofd: 1. HACHI-MAWASHI
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
2. USHIRO-KAMI-OTOSHI
J.
ASHI-WAZA beentechnieken: 1. ASHI-DORI-OSHI-DAOSHI 2. ASHI-DORI-SUKUI-DAOSHI 3. ASHI-DORI-NEJI-DAOSHI 4. HARAI-ASHI 5. ASHI-KAKE
K. NAGE-WAZA
Werptechnieken (indeling bij AIKIBUDO):
a. KOTE-WAZA (Polstechnieken): 1. KOTE-GAESHI 2. variatie: NEJI-KOTE-GAESHI 3. YUKI-CHIGAE b. UDE-WAZA (Armtechnieken): 1. SHIHO-NAGE 2. TENBIN-NAGE 3. URA-UDE-NAGE 4. KATA-HA-OTOSHI 5. UDE-GARAMI 6. URA-KATA-HA 7. ERI-TORI-KATA-HA 8. HIJI-GAESHI c. TAI-WAZA (Technieken met het lichaam): 1. MUKAE-DAOSHI 2. DO-GAESHI 3. MAE-HIKI-OTOSHI variatie: UDE-KAKE-MAE-HIKI-OTOSHI 4. USHIRO-HIKI-OTOSHI 5. (GYAKU)-DO-GAESHI 6. USHIRO-KATA-OTOSHI 7. TE-UCHI-MATA-GAESHI variatie: MAE-UCHI-MATA-GAESHI 8. KOSHI-NAGE variatie: SOTO-GOSHI-NAGE; TENBIN-GOSHI-NAGE; SHIHO-GOSHI-NAGE d. SUTEMI-WAZA (Offerworptechnieken): 1. UDE-KAKE-SUTEMI 2. ERI-DORI-SUTEMI 3. HAZU-OSHI-SUTEMI 4. HIJI-OSHI-SUTEMI 5. KUBI-OSHI-SUTEMI 6. TOBINORI-SUTEMI 7. KANNUKI-OTOSHI 8. HARITE-SUTEMI
23
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
e. TOBU-WAZA (Technieken met het hoofd): 1. HACHI-MAWASHI 2. USHIRO-KAMI-OTOSHI 3. MAE-TOBU-NAGE 4. GYAKU-MAE-TOBU-NAGE f. ASHI-WAZA (Beentechnieken): 1. ASHI-DORI-OSHI-DAOSHI 2. ASHI-DORI-SUKUI-DAOSHI 3. ASHI-DORI-NEJI-DAOSHI 4. HARAI-ASHI 5. ASHI-KAKE L. KATA. 1. Vereenvoudigde KATA: a. KERI-GOHO-NO-KATA: b. TSUKI-UCHI-NO-KATA: c. HAPPO-KEN-NO-KATA: d. TAMBO-NO-KATA: e. TANTO-NO-KATA: f. KEN-NO-KATA: g. BO-NO-KATA:
vorm van basis trap technieken vorm van stoot- en slagtechnieken vorm van stoten in alle richtin gen vorm van technieken met de knuppel of korte stok vorm van technieken met het mes vorm van technieken met het zwaard vorm van technieken met de stok
2.
Speciale KATA: a. SUWARI-WAZA-NO-KATA: vorm van in kniezit uitgevoerde tech nieken b. KEN-RYU-NO-KATA: vorm welke de oorsprong van de tech nieken van het AIKIDO weergeven en de relatie tussen zwaard- en handtech nieken c. URA-NO-KATA: vorm van overnametechnieken d. TAI-NO-KATA: vorm voor harnas e. TAI-SABAKI-NO-KATA: vorm uitgaande van alle TAI-SABAKI
3.
Verder zijn er vormen, waarin diverse (basis)technieken zijn gerangschikt in een afgesproken volgorde en uit voeringsvorm: a. KIHON-NAGE-WAZA SHODAN: vorm van 7 basis werptechnieken op af gesproken aanvallen (werptechnieken voor de 1e DAN) b. KIHON-NAGE-WAZA NIDAN: vorm van 7 werptechnieken op afgesproken aanvallen (werptechnieken voor de 2e DAN) c. KIHON-OSAE-WAZA: vorm van 6 basis controletechnieken op af gesproken aanvallen
Bij de KATA staat aan het begin van de uitvoering TORI of SHITE (degene die de tegenaanval uitvoert) opgesteld met de jury aan zijn linkerkant, UKE (of SEME, degene die de eerste aanval plaatst) heeft de jury aan zijn rechterkant. De meeste KATA, waaronder die met een vereenvoudigde vorm, moeten zowel links als rechts worden geoefend.
24
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
M. BEWEGINGSVORMEN. In het AIKIBUDO onderscheid men twee bewegingsvormen: 1. ARUKU (het voortbewegen): a. NAMI-ASHI: gewone stap gereedheidhouding verandert niet -CHIDORI), het bovenlichaam blijft hierbij met dezelfde kant naar voren wijzen b. AYUMI-ASHI: gewone stap gereedheidhouding verandert met de stap, de kant van het bovenlichaam dat naar voren wijst, wisselt bij elke stap c. TSUGI-ASHI: schuifpas d. SHIKKO: voortbewegen op de knieën vanuit SEIZA 2. TAI-SABAKI (het ontwijken): a. HIRAKI b. IRIMI en O-IRIMI c. TENKAN d. NAGASHI (MAE-ASHI en USHIRO-ASHI) N. RANDORI. 1. GO-NO-RANDORI: kleine RANDORI-vorm, TE-HODOKI RANDORI vorm, waarbij SEME en TORI steeds van rol verwisselen (vanuit aanvallen met pakkingen) 2. RYU-NO-RANDORI: soepele bewegingsvorm met WA-NO-SEI-SHIN 3. FUTARI-DORI-RANDORI: RANDORI met 2 SEME 4. TANINZU-DORI-RANDORI: RANDORI met meerdere SEME (3 of meer) 5. JU-NO-RANDORI: soepele RANDORI-vorm (soepele bewegingsvorm)
25
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
APPENDIX A4
AIKIDO Technieken in de authentieke volgorde van O-Sensei UESHIBA Morihei:
A. NAGE-WAZA: (Werptechnieken) 1. SHIHO-NAGE (Worp naar vier richtingen) als ver dediging op de aanvallen: YOKO-MEN-UCHI slag naar zijkant hoofd KATA-DORI schouder vastpakken MUNE-DORI revers vastpakken USHIRO-RYOTE-DORI van achteren handen vastpakken 2. IRIMI-NAGE (Indraaiende worp) als verdediging op de aanval len: KATATE-DORI armen vastpakken RYOTE-DORI handen vastpakken KATA-DORI schouder vastpakken RYO-KATA-DORI beide schouders vastpakken YOKO-MEN-UCHI slag naar zijkant hoofd SHOMEN-TSUKI frontale duw tegen de borst 3. KOTE-GAESHI (Worp op polsklem) als verdediging op de aanval len: KATATE-DORI armen vastpakken RYOTE-DORI handen vastpakken KATA-DORI schouder vastpakken RYO-KATA-DORI beide schouders vastpakken SHOMEN-TSUKI frontale duw tegen de borst YOKO-MEN-UCHI slag naar zijkant hoofd USHIRO-ERI-DORI kraag van achteren vastpakken 4. KOSHI-NAGE (Heupworp) als verdediging op de aanval len: KATA-DORI schouder vastpakken RYOTE-DORI handen vastpakken USHIRO-RYOTE-DORI van achteren handen vastpakken 5. TENCHI-NAGE (Hemel-aarde worp) als verdediging op de aanval: RYOTE-DORI handen vastpakken 6.JUJI-GARAMI (Dubbele armworp) als verdediging op de aanval len: USHIRO-RYOTE-DORI van achteren handen vastpakken USHIRO-KUBI-DORI van achteren op borsthoogte omarmen 7. AIKI-OTOSHI (Lage voorwaartse heupworp) als verdediging op de aanval : USHIRO-RYO-KATA-DORI van achteren schouders vastpakken
26
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
8. KOKYU-NAGE (Armworp) als verdediging op de aanval len: KATATE-DORI armen vastpakken RYOTE-DORI handen vastpakken RYO-KATA-DORI beide schouders vastpakken 9. SUMI-OTOSHI (Hoekworp) als verdediging op de aanval len: KATATE-DORI armen vastpakken RYOTE-DORI handen vastpakken
B. KATAME-WAZA: (Houdgrepen; controletechnieken op de grond) 1. UDE-OSAE (Armklem) als verdediging op de aanval len: USHIRO-RYOTE-DORI van achteren handen vastpakken KATA-DORI schouder vastpakken RYO-KATA-DORI beide schouders vastpakken MUNE-DORI revers vastpakken YOKO-MEN-UCHI slag naar zijkant hoofd SHOMEN-TSUKI frontale duw tegen de borst USHIRO-ERI-DORI kraag van achteren vastpakken USHIRO-KUBI-SHIME van achteren verwurgen 2. KOTE-MAWASHI (Pols-/armklem) als verdediging op de aanval len: KATATE-DORI armen vastpakken RYOTE-DORI handen vastpakken KATA-DORI schouder vastpakken RYO-KATA-DORI beide schouders vastpakken MUNE-DORI revers vastpakken YOKO-MEN-UCHI slag naar zijkant hoofd SHOMEN-TSUKI frontale duw tegen de borst USHIRO-ERI-DORI kraag van achteren vastpakken Tegen dezelfde aanvallen (meestal bestaande uit een serie van acht) kan worden verdedigd met variaties op KOTE-HINERI (polsverdraaiing, met worp of klem) of TEKUBI-OSAE (polsklem). Verder kent men verdedigingen tegen: -
27
mesaanvallen(TANTO-DORI) stokaanvallen(JO-DORI) zwaardaanvallen(TOKEN-DORI)
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
APPENDIX A5 AIKIKAI AIKIDO Technieken en vormen: A. 1. SHOMEN-UCHI, IKKYO, NIKKYO, SANKYO, GOKYO B. 1. IKKYO op: · KATATE-DORI · KATATE-DORI-MEN-UCHI · USHIRO-RYOTE-DORI · USHIRO-RYO-KATA-DORI · USHIRO-ERI-DORI · YOKOMEN-UCHI 2. NIKYO op: · KATA-DORI · KATATE-DORI-MEN-UCHI · KATATE-RYOTE-DORI (2) · USHIRO-RYO-HIJI-DORI · USHIRO-ERI-DORI 3. SANKYO op: · AI-HANMI KATATE-DORI-SOTO-KAITEN · AI-HANMI KATATE-DORI-UCHI-KAITEN · KATA-DORI · USHIRO-RYOTE-DORI · USHIRO-RYO-KATA-DORI 4. YONKYO op: · KATATE-DORI · USHIRO-RYO-HIJI-DORI 5. GOKYO op: · YOKOMEN-UCHI C. 1. KATATE-DORI IRIMI op: · KATATE-DORI · AI-HANMI-KATATE-DORI · KATATE-DORI MEN-UCHI · SHOMEN-UCHI · YOKOMEN-UCHI · MAE-RYO-KATA-DORI · USHIRO-RYO-KATA-DORI 2. TENCHI-NAGE op: · RYOTE-DORI · KATATE-DORI 3. KAITEN-NAGE op: · KATATE-DORI UCHI-KAITEN · KATATE-DORI-SOTO-KAITEN 28
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
·
SHOMEN-UCHI-SOTO-KAITEN
4. SHIHO-NAGE op: · KATATE-DORI · AI-HANMI KATATE-DORI · YOKOMEN-UCHI · SHOMEN-UCHI · KATATE-DORI MEN-UCHI · MUNA-DORI · USHIRO-RYOTE-DORI · USHIRO-ERI-DORI 5. KOTE-GAESHI op: · KATATE-DORI · SHOMEN-UCHI · YOKOMEN-UCHI · RYOTE-DORI 6. JUJI-GARAMI op: · USHIRO-RYOTE-DORI · KATATE-RYOTE-DORI 7. AIKI-OTOSHI op: · USHIRO-RYOKATA-DORI 8. HIJI-KIME-OSAE op: · USHIRO-RYOTE-DORI 9. TACHI-WAZA KOKYU-HO op: · KATATE-RYOTE-DORI (3) D. 1. SUWARI-WAZA: · IKKYO-OMOTE en IKKYO-URA · NIKKYO-OMOTE en NIKKYO-URA · SANKYO-OMOTE · YONKYO-OMOTE en YONKYO-URA · GOKYO · IRIMI-NAGE · KOTE-GAESHI 2. HANMI-HANDACHI-WAZA: · IKKYO-OMOTE en IKKYO-URA · NIKKYO-URA · IRIMI-NAGE · KOTE-GAESHI · IKKYO-OMOTE en IKKYO-URA (1) IKKYO-URA (2) · UCHI-KAITEN-NAGE O MOTE en UCHI-KAITEN-NAGE URA · SOTO-KAITEN-NAGE OMOTE en SOTO-KAITEN-NAGE URA · UDE-GARAMI SOTO-KAITEN · UDE-GARAMI UCHI-KAITEN · SHIHO-NAGE OMOTE en SHIHO-NAGE URA 3. KOSHI-NAGE: · AI-HANMI-KATATE-DORI (1-3) · KATA-DORI-MEN-UCHI (4-8) · MAE-RYO-KATA-DORI (9) · SHOMEN-UCHI (10,11) · TSUKI (12)
29
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
· USHIRO-KATATE-DORI-KUBI-SHIME (13) · USHIRO-RYOTE-DORI (14) · SHOMEN-UCHI (15) 4. TANTO-DORI: · CHUDAN-TSUKI · TSUKI-KOTE-GAESHI · TSUKI-IKKYO (1,2) · TSUKI-SHIHO-NAGE · TSUKI-HIJI-KIME-OSAE (1,2) · TSUKI-UCHI-KAITEN-SANKYO (1-3) · TSUKI-SOTO-KAITEN-SANKYO · YOKOMEN-UCHI-SHIHO-NAGE · GOKYO-YOKOMEN-UCHI · YOKOMEN-UCHI-SANKYO · aan val van achteren IKKYO · aanval van achteren KOTE-GAESHI · IRIMI aanval YOKOMEN · IRIMI-SHOMEN-UCHI · TSUKI inkomen van binnen · TSUKI inkomen van buiten · SHOMEN-UCHI · TSUKI 5. AIKI-JO:(AIKIDO-stoktechnieken met de JO) basistechnieken, partneroefeningen aanval en verdediging, partner oefeningen (gespiegelde vormen, waarbij aanval en verdediging bestaan uit dezelfde bewegingen), aanval en verdediging tegen twee aanvallers 6. AIKI-KEN: (AIKIDO-zwaardtechnieken)
30
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
APPENDIX B
EXAMENREGLEMENT IMAF - Nederland KYU-GRADEN L’Aikido, méthode nationale van Tamura Nobuyoshi geldt als leidraad. Vermelde Kyu-exameneisen zijn adviserend.
Aikikai 6e Kyu 1.
TACHI-WAZA staande technieken a. Vanuit AI-HANMI met KATATE-DORI · IRIMI-NAGE · KOTE-GAESHI · IKKYO · SHIHO-NAGE · UCHI-KAITEN-NAGE · SANKYO b. Vanuit SHOMEN-UCHI · IRIMI-NAGE
De technieken dienen in OMOTE-WAZA en URA-WAZA te worden uitgevoerd. 2. 3. 4. 5.
UKEMI-WAZA SHIKKO TAI-SABAKI SO-TAI-DOSA
-
valbreken verplaatsen op de knieën verplaatsingen, draaiend wegstappen bevrijdingen door hand- en polsdraaiingen uit Katate-Dori
Bekend zijn met de Dojo-etiquette.
31
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
Aikikai 5e Kyu Alle eisen 6e Kyu 1. TACHI-WAZA staande technieken a. Vanuit SHOMEN-UCHI · IKKYO · NIKYO · KOTE-GAESHI b. Vanuit CHUDAN-ZUKI · IRIMI-NAGE · KOTE-GAESHI c. Vanuit KATATE-DORI · TENSHI-NAGE · UDE-KIME-NAGE · KOKYO-NAGE · IKKYO · SHIHO-NAGE 2. SUWARI-WAZA technieken op de knieën a. Vanuit SHOMEN-UCHI · IKKYO b. Vanuit KATATE-DORI · IKKYO De technieken dienen in OMOTE-WAZA en URA-WAZA te worden uitgevoerd (behalve TENSHI-NAGE).
32
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
Aikikai 4e Kyu Alle eisen 6e en 5e Kyu 1. TACHI-WAZA a. Vanuit SHOMEN-UCHI · SANKYO · UCHI-KAITEN SANKYO b. Vanuit YOKOMEN-UCHI · SHIHO-NAGE · IRIMI-NAGE · TENSHI-NAGE · KOTE-GAESHI · UDE-KIME-NAGE c. Vanuit CHUDAN-ZUKI · UDE-KIME-NAGE · HIJI-KIME-OSAE d. Vanuit JODAN-ZUKI · IKKYO e. Vanuit RYOTE-DORI · SHIHO-NAGE · TENSHI-NAGE · UDE-KIME-NAGE · IKKYO f. Vanuit KATATE-DORI · NIKYO g. Vanuit KATATE-RYOTE-DORI · KOTE-GAESHI 2. SUWARI-WAZA a.Vanuit SHOMEN-UCHI · NIKYO b. Vanuit KATA-DORI · IKKYO c. Vanuit RYOTE-DORI · KOKYO-HO De technieken dienen waar mogelijk in OMOTE-WAZA en URA-WAZA te worden uitgevoerd.
33
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
Aikikai 3e Kyu Alle eisen 6e , 5e en 4e Kyu 1. TACHI-WAZA a. Vanuit SHOMEN-UCHI · YONKYO · GOKYO b. Vanuit YOKOMEN-UCHI · IKKYO · UCHI-KAITEN-SANKYO c. Vanuit CHUDAN-ZUKI · SOTO-KAITEN-NAGE · UCHI-KAITEN-SANKYO d. Vanuit JODAN-ZUKI · SHIHO-NAGE · KOTE-GAESHI e. Vanuit KATATE-DORI · UCHI-KAITEN-NAGE · SANKYO · YONKYO f. Vanuit KATATE-RYOTE-DORI · IKKYO · NIKYO g. Vanuit RYOTE-DORI · IRIMI-NAGE · KOTE-GAESHI · KOKYO-NAGE 2. USHIRO-WAZA technieken komend van achteren a.Vanuit RYOTE-DORI · IKKYO · HIJI-KIME-OSAE · KOTE-GAESHI · SHIHO-NAGE · IRIMI-NAGE 3. SUWARI-WAZA a.Vanuit SHOMEN-UCHI · IRIMI-NAGE · KOTE-GAESHI · SANKYO b. Vanuit KATA-DORI · SANKYO c. Vanuit RYOTE-DORI · KOKYU-HO
34
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
De technieken dienen waar mogelijk in OMOTE-WAZA en URA-WAZA te worden uitgevoerd
Aikikai 2e Kyu
Alle eisen 6e, 5e, 4e en 3e Kyu 1. TACHI-WAZA a. Vanuit YOKOMEN-UCHI · NIKYO · SANKYO · YONKYO · GOKYO · KOSHI-NAGE b. Vanuit MUNA-DORI · IKKYO · SHIHO-NAGE · UCHI-KAITEN-SANKYO c. Vanuit KATA-DORI-MEN-UCHI · SHIHO-NAGE · KOTE-GAESHI · IRIMI-NAGE · KOSHI-NAGE · IKKYO d. Vanuit JODAN-ZUKI · NIKYO · SANKYO e. Vanuit MAE-GERI · IRIMI-NAGE 2. USHIRO-WAZA a.Vanuit ERI-DORI · IKKYO b. Vanuit RYO-KATA-DORI · IKKYO · NIKYO · SANKYO · IRIMI-NAGE · KOTE-GAESHI c. Vanuit RYO-HIJI-DORI · KOTE-GAESHI · IRIMI-NAGE c. Vanuit KATATE-DORI-KUBI-SHIME · IKKYO 3. SUWARI-WAZA a.Vanuit SHOMEN-UCHI · YONKYO · SOTO-KAITEN-NAGE b. Vanuit RYO-KATA-DORI 35
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
· IKKYO c. Vanuit CHUDAN-ZUKI · KOTE-GAESHI d. Vanuit JODAN-ZUKI · IKKYO De technieken dienen waar mogelijk in OMOTE-WAZA en URA-WAZA te worden uitgevoerd.
36
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
Aikikai 1e Kyu Alle eisen 6e, 5e, 4e, 3e en 2e Kyu 1. TACHI-WAZA a. Vanuit MUNA-DORI-MEN-UCHI · IKKYO · NIKYO · SANKYO · KOSHI-NAGE b. Vanuit JODAN-ZUKI · YONKYO · KOSHI-NAGE · IRIMI-NAGE · SHIHO-NAGE · SOTO-KAITEN-NAGE · USHIRO-KIRI-OTOSHI 2. USHIRO-WAZA a.Vanuit RYOTE-DORI · YONKYO · KOKYO-NAGE · KOSHI-NAGE b. Vanuit KATATE-DORI-KUBI-SHIME · NIKYO · SANKYO c. Vanuit ERI-DORI · NIKYO · SANKYO · IRIMI-NAGE 3. HANMI-HANDACHI-WAZA Tori op de knieën en Uke staand a.Vanuit KATATE-DORI · SHIHO-NAGE · UCHI-KAITEN-NAGE · IKKYO b. Vanuit RYO-DORI · SHIHO-NAGE 4. SUWARI-WAZA a.Vanuit RYO-KATA-DORI · SANKYO · YONKYO b. Vanuit KATATE-DORI-MEN-UCHI · IRIMI-NAGE · KOTE-GAESHI · KOKYO-NAGE
37
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
De technieken dienen waar mogelijk in OMOTE-WAZA en URA-WAZA te worden uitgevoerd
APPENDIX C
EXAMENREGLEMENT IMAF - Nederland DAN-GRADEN AIKIKAI 1e DAN A. SUWARI-WAZA 1. 2. 3. 4.
Op SHOMEN UCHI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, GOKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI Op KATA-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE Op YOKOMEN-UCHI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, GOKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI Op RYOTE-DORI: KOKYU-HO
B. HANMI-HANDACHI-WAZA 1. 2. 3.
Op KATATE-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, GOKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, SHIHONAGE, KAITEN-NAGE, SUMI-OTOSHI Op RYOTE-DORI: SHIHO-NAGE Op USHIRO-RYOKATA-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, KOTE GAESHI
C. TACHI-WAZA 1.
Op AIHANMI-KATATE-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, SHIHO-NAGE, UDE- KIME-NAGE 2. Op KATATE-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, SHIHO-NAGE, KAITEN- NAGE, SUMI-OTOSHI 3. Op KATA-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO 4. Op SODE-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO 5. Op MUNA-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO 6. Op RYOTE-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, SHIHO-NAGE, UDE-KIME-NAGE, TENSHI-NAGE, KOSHI-NAGE 7. Op RYOKATA-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, AIKI-OTOSHI 8. Op RYOSODE-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, AIKI-OTOSHI 9. Op KATATE-RYOTE-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, SHIHO-NAGE, KOKYO- NAGE, KOKYU-HO 10. Op TSUKI (Chudan, Jodan): IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, SHIHO-NAGE 11. Op SHOMEN-UCHI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, SHIHO-NAGE, KAITEN- NAGE, JIYU-WAZA 12. Op YOKOMEN-UCHI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, GOKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, 38
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
SHIHO-NAGE, HIJI-KIME-OSAE 13. Op KATA-DORI-MEN-UCHI: IKKYO, SHIHO-NAGE, UDE-KIME-NAGE, KOTE-GAESHI, IRIMI-NAGE 14. Op MAE-GERI: IRIMI-NAGE
D. USHIRO-WAZA 1. 2. 3. 4. 5.
Op RYOTE-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, HIJI-KIME-OSAE, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, SHIHO-NAGE, JUJI-GARAMI, KOSHI-NAGE Op RYOKATA-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE, AIKI-OTOSHI, KOSHI-NAGE. Op ERI-DORI: IKKYO, NIKKYO, SANKYO, YONKYO Op ERI-DORI-MEN-UCHI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE, SHIHO-NAGE, KOTE-GAESHI Op KATATE-DORI-KUBI-SHIME: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, SHIHO-NAGE, KOSHI- NAGE
E. BUKI-NO-BU (wapens) a . TANTO-DORI 1. Op YOKOMEN-UCHI: GOKYO, KOTE-GAESHI, HIJI-KIME-OSAE 2. Op SHOMEN-UCHI: GOKYO, HIJI-KIME-OSAE, KOTE-GAESHI, UCHI-KAITEN-SANKYO, SOTO-KAITENSANKYO 3. Op TSUKI: KOTE-GAESHI, HIJI-KIME-OSAE, UCHI-KAITEN-SANKYO, SOTO-KAITEN-SANKYO, GOKYO b. JO-DORI c. JO-SABAKI
F. TANIN-ZU-GAKE Vrij gevecht tegen drie ongewapende tegenstanders (totaal 12 - 15 aanvallen. De technieken dienen zowel links als rechts te worden uitgevoerd (voor zover mogelijk). De volgende criteria worden eveneens beoordeeld: ● ● ● ● ● ● ●
39
houding en presentatie; naleving van de etiquette, ook ten aanzien van de wapens; nomenclatuur; balansverstoring; gebruik van KI; werken vanuit het centrum; goede uitvoering van de basishandelingen.
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
AIKIKAI 2e DAN Complementaire eisen bij de eisen 1e Dan en specifieke technieken 2e Dan.
A. SUWARI-WAZA 1. 2. 3.
Op RYOTE-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, IRIMI-NAGE, KOTE-GAESHI, TENSHI-NAGE Op RYO-KATA-DORI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO Op SHOMEN-UCHI: GOKYO
B. HANMI-HANDACHI-WAZA 1. 2. 3.
Op KATATE-DORI: JIYU-WAZA Op RYOTE-DORI: KOKYO-NAGE Op USHIRO-RYOKATA-DORI: KOKYO-NAGE, SANKYO
C. TACHI-WAZA 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Op AIHANMI-KATATE-DORI: IRIMI-NAGE (op 2 manieren) Op KATATE-DORI:HIJI-KIME-OASE, IRIMI-NAGE (op 2 manieren) Op MUNA-DORI: SHIHO-NAGE Op RYOTE-DORI: KOKYO-NAGE Op KATATE-RYOTE-DORI: KOSHI-NAGE Op TSUKI: HIJI-KIME-OSAE, GOKYO, UCHI-KAITEN-SANKYO, SOTO-KAITEN-SANKYO Op SHOMEN-UCHI: SOTO-KAITEN-SANKYO, KOKYO-NAGE Op YOKOMEN-UCHI: KOKYU-NAGE, JIYU-WAZA Op KATA-DORI-MEN-UCHI: SANKYO, KOSHI-NAGE
D. USHIRO WAZA 1. 2. 3.
Op RYOTE-DORI: KOKYO Op RYO-KATA-DORI: KOKYU-NAGE Op KATATE-DORI-KUBI-SHIME: KOKYU-NAGE
E. FUTARI-GAKE F. BUKI-TORI Vrij gevecht tegen drie aanvallers met wapens. Voor het examen 2e Dan zal een grotere dosis vaardigheid worden verwacht dan voor het examen 1e Dan. Behalve een goede kennis van de basistechnieken zal enige kennis van variaties daarop verwacht worden van de kandidaat.
40
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
AIKIKAI 3e DAN Complementaire eisen bij de eisen 1e en 2e Dan en specifieke technieken 3e Dan.
A. SUWARI-WAZA 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Op SHOMEN-UCHI: JIYU-WAZA, KOKYU-NAGE. Op YOKOMEN-UCHI: JIYU-WAZA, KOYU-NAGE Op RYOKATA-DORI: IRIMI-NAGE (met varianten) KOKYO-NAGE Op KATADORI-MEN-UCHI: IKKYO, NIKYO, SANKYO, YONKYO, KOTE-GAESHI, IRIMI-NAGE Op JODAN-ZUKI: IKKYO, HIJI-KIME-OSAE Op MUNA-DORI: JIYU-WAZA
B. HANMI-HANDACHI-WAZA 1. 2. 3. 4. 5.
Op KATATE-DORI: KOKYO-NAGE Op RYOTE-DORI: JIYU-WAZA Op SHOMEN-UCHI: IRIMI-NAGE, KOKYU-NAGE, KOTE-GAESHI. Op YOKOMEN-UCHI: KOYU-NAGE, JIYU-WAZA Op USHIRO-RYOKATA-DORI: JIYU-WAZA
C. TACHI-WAZA 1. 2.
Op AIHANMI-KATATE-DORI: IKKYO (2 manieren), IRIMI-NAGE (3 manieren), GOSHI NAGE Op KATATE DORI: IRIMI-NAGE (3 manieren), KOKYU-NAGE, KOSHI-NAGE
D. TANINZUKAKE SANNINGAKE. Uit het praktische gedeelte moet blijken dat de kandidaat begrip heeft van KOKYO RYOKU (beschikken over ademhalingstechniek, gekoppeld aan gebruik van fysieke kracht). Bij de uitvoering van de technieken moet, buiten de voor 1e en 2e Dan geldende eisen, tevens blijken dat de kandidaat zich in zijn trainingsperiode na de 2e Dan, grotere nauwkeurigheid en verfijning van de technieken heeft eigen gemaakt. Doeltreffendheid moet blijken bij de uitvoering van de technieken. Bij deze eisen zal nog moeten blijken dat de kandidaat zeer goede kennis heeft van: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
41
SHISEI - juiste mentale en fysieke houding. KAMAE - kiezen van de juiste positie t.o.v. Uke. KIRYOKU - vitale kracht. METSUKE - visuele concentratie. MA-AI - juiste onderlinge afstand m.b.t. - en tijdens de uitvoering van de techniek zelf. ARUKI-KATA - het lopend verplaatsen. TAI-SABAKI - verplaatsing t.o.v. de aanval met behoud van eigen balans, waarbij de partner uit balans wordt gebracht. SOKUDO - goed gecontroleerde snelheid. KO-RYOKU - doeltreffende uitvoering. REIGI-SAHO - naleven van de etiquette t.a.v. dojo, partner, wapens en examinatoren. NICHI-NO-TAIDO- geen ernstige bedenkingen t.a.v. zijn persoon in het dagelijks leven.
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido
AIKIKAI 4e DAN Complementaire eisen bij de eisen 1e , 2e en 3e Dan en specifieke technieken 4e Dan. Voor het examen voor de 4e Dan zal de kandidaat, naast alle eisen welke worden gesteld tot en met de 3e Dan, een aantal combinaties en varianten moeten tonen. Hieruit moet blijken dat de kandidaat de materie degelijk onder de knie heeft en heeft bestudeerd. De kandidaat kan in dit verband tijdens het examen ten overstaan van de examencommissie en tot genoegen van die commissie vragen worden gesteld waarop een mondelinge reactie verwacht wordt. De kandidaat zal alle eisen t/m 3e Dan moeten kunnen tonen op een perfecte, snelle en doeltreffende wijze met daarbij: ● ●
42
HENKAGI - combinaties en OYOGI - vrije toepassing van de technieken waaruit moet blijken dat de kandidaat beschikt over een grondige kennis en een grote vaardigheid.
IMAF-Nederland | Instellingsreglement Afdeling Aikido