Preek over HC zondag 31 GEMEENTE VAN JEZUS CHRISTUS, GASTEN EN LUISTERAARS, Iedereen weet wel dat je sleutels hebt in verschillende soorten. Aan het soort sleutel kan je vaak al zien voor welk doel je ‘m voor kunt gebruiken. Bijvoorbeeld een huissleutel voor je huisdeur, een autosleutel voor je auto, een fietssleutel, enz. Als je de verkeerde sleutel in het verkeerde slot stopt, heb je een probleem. Het Nederlands, maar bijvoorbeeld ook het Engels, kent bovendien de uitdrukking ‘de sleutel tot …’ succes bijvoorbeeld. Dat betekent dan dat je, om succesvol te zijn, bepaalde sleutels nodig hebt. Middelen, bijvoorbeeld geld of discipline, die je helpen je doel te bereiken, namelijk succesvol zijn in je werk. Voor elk doel wat je zou kunnen nastreven in je leven bestaan er verschillende sleutels net zoals je voor een fiets een anders soort sleutel nodig hebt als voor je auto. Ik noem een paar sleutels die in veel sloten passen [dia 1 – titel]: 1. Geld [dia 1.1] (doel: mooie spullen, aanzien, status, succes in de ogen van anderen) 2. [1.2] goede omgangsvormen, bijv. attent zijn (doel: goede relaties, een gelukkige relatie, goed in de groep liggen, acceptatie door anderen) 3. [1.3] positief denken en/of discipline (doel: gezondheid, werk, inkomen, succes)
4. [2] een goede opleiding (doel: carrière, aanzien, status, macht) 5. [3] sporten (doel: een verzorgd en mooi lichaam, fit en energiek zijn, je goed voelen, lang leven) 6. [4] kinderen (doel: een geslaagd gezinsleven, gezelschap, zekerheid voor je oude dag)
Het doel dat je in je leven nastreeft bepaalt dus wat je nodig hebt. Of met andere woorden: welke sleutels je nodig hebt. Toch is er een belangrijk verschil met de sleutels en de succes-doelen van de catechismus. Jezus zegt in Matteüs 6 dat veel mensen leven om succesvol te zijn in de ogen van mensen. Hij voegt daaraan toe dat wat je dan in dit leven krijgt aan lof, complimentjes van mensen, dat dat je loon is. Maar als je voor God leeft – als Hij je ultieme doel is, als het koninkrijk van God jouw ‘alles’ is, dan krijg je je beloning van God.
De catechismus gebruikt hier hetzelfde beeld [dia 5]. Maar de sleutels zijn anders, omdat het doel anders is. De catechismus stelt het zo: een gelovige heeft twee sleutels nodig om succes te hebben: de verkondiging van het heilig Evangelie en de kerkelijke tucht. Wat is dat voor succes? Met die sleutels kan je binnenkomen in het koninkrijk van God. Het gaat dus eigenlijk niet om die sleutels. Die zijn maar een middel. De catechismus daagt jou uit om van het koninkrijk van God je ultieme doel te maken: ‘Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. [dia 3] Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.’
Dat is dan meteen ook een belangrijk check-moment. Ga die uitdaging maar eens aan, zou ik zeggen. Is het koninkrijk van God jouw schat en is daar jouw hart? Is God jouw nummer 1 doel? Want als dat niet zo is dan ga je een probleem krijgen met de sleutels waar de catechismus het over heeft. En dan bedoel ik dit: als je zegt dat je ultieme doel is om God te dienen, hem te prijzen, om zijn wil te doen – want dat doe je in de kerk, terwijl je in werkelijkheid leeft voor andere dingen (je denkt dat een relatie jou gelukkig maakt, of kinderen, of werk), dan krijg je dit: Het doel dat je voor jezelf hebt (geluk, status, macht), past niet bij de sleutels die je in de kerk krijgt aangereikt: de verkondiging van het heilig Evangelie en de kerkelijke tucht. Wat je dan dus krijgt, is dat de sleutel niet past bij het doel. Het is alsof je weg wilt rijden in je auto door je fietssleutel te gebruiken. Misschien denk je: belachelijk. Dat zou ik nooit doen. Dan volgt hier een tweede check-moment: ga je wel eens naar de kerk met het gevoel dat je er niks aan hebt? Voel je je niet aangesproken in of door de preek? Zegt een kerkdienst je wel eens niks of weinig? En als je hoort van de kerkelijke censuur of tucht, denk je dan ook wel eens: dat is toch eigenlijk niet meer van deze tijd? Als je dit gevoel wel eens hebt dan kán het zijn dat de sleutels die je in de kerk krijgt aangereikt niet passen bij jouw persoonlijke levensdoel. Als een kerkdienst je niks of weinig zegt kan het natuurlijk óók zijn dat er met de sleutel (de verkondiging) wat mis is. Verkondiging van het Woord (de 1e sleutel) moet begrijpelijk en appellerend zijn.
Een preek mag bijvoorbeeld geen rondvaartboot zijn: ‘kijk dat eens, heb je dat al gezien?’ Het moet ook vragen oproepen en uitdagen om ook zelf in de gracht te springen. Als er met de sleutels wat mis is, dan heb je de taak, de roeping om hierover met de kerkenraad in gesprek te gaan. Maar het kan ook zijn dat er met jouw doel iets mis is. Je zit niet in de kerk, op zoek naar het koninkrijk van God maar je hebt je eigen koninkrijkje meegenomen. Je zit voor de vorm (voor mensen, niet voor God), of met de verkeerde instelling in de kerk. Je zoekt iets, dat God niet wil geven. Dit waren de twee belangrijkste vragen, waarover we straks nog met elkaar verder praten. [dia 7 – leeg scherm] Tot slot een korte uitleg bij elk van die twee sleutels die de catechismus noemt. T.a.v. de eerste sleutel. De catechismus wijst er terecht op, dat sleutels gemaakt zijn om te openen én om te sluiten. In de verkondiging van het evangelie vind je dus als het goed is beide elementen terug: beloften en waarschuwingen. Heel belangrijk om goed te begrijpen is bovendien – dat is dé ontdekking van de kerk van de reformatie – dat God sprekend met mensen omgaat. De relatie met God bestaat uit de beloften die Hij doet en het geloof dat jij aan die beloften, zijn woorden, hechten. Heel belangrijk. Natuurlijk geeft God ook wel meer – denk aan de sacramenten1 – maar dit is de kern: God gaat sprekend met ons om. Dat Hij geloof vraagt. Hij laat ons heel vrij, eigenlijk. Hij doet een beroep op ons. Hij vraagt, lokt, belooft, waarschuwt. Bij afgoden is dat meestal precies andersom! Afgoden spreken niet. Dat betekent: ze beloven niets voor de toekomst. Je kunt ze wel zien maar ze bestaan niet echt. Reclames bij voorbeeld zijn vaak heel expliciet gericht op beelden, die blijven hangen. God daarentegen gaat sprekend (belovend, waarschuwend) met ons om.
1
Trouwens: alles dat je hebt komt van God en is bedoeld als bevestiging dat God óók in staat is te voorzien in wat nodig is voor eeuwig leven. Kijk zo ook eens naar je gezondheid, je relatie, je bankrekening.
Dat is ook de reden dat iedereen in de gemeente niet alleen de plicht maar ook het recht heeft om deze God elke zondag te horen. Alleen op déze manier (via de verkondiging van het evangelie) zal je God regelmatig ontmoeten. Op déze manier wil God, naar zijn beloften, met ons omgaan.2 Over de tweede sleutel. De kerkelijke tucht. Hoe zit het met de verhouding tussen de eerste en de tweede sleutel? Waarom twee sleutels en niet één? Nou, eigenlijk zijn de twee sleutels die de catechismus noemt, hetzelfde. Ze beloven vergeving van zonden en eeuwig leven en waarschuwen voor het eeuwig oordeel. Maar de tweede sleutel, de tucht, is de intensivering van de eerste sleutel. Zeg maar bedoeld voor het veiligheidsslot dat je extra op de deur hebt gezet. Tucht is de concrete begeleiding door het vermaan en de wering van het H. Avondmaal. De reden dat de bediening van de tucht is gekoppeld aan de viering van het H. avondmaal is dat juist dáár heel duidelijk wordt wat de kern van gemeentezijn is: de gemeente is daar waar de gemeenschap met Christus wordt gevierd en beleden. De kerkelijke tucht is verder een voluit geestelijke zaak. [dia 8 – titel] Het is een zaak: - met een geestelijke bedoeling [8.1]: tucht is geen straf maar een waarschuwing. Doel is: bekering en terugkeer naar de gemeenschap van de kerk. Kerkelijke tucht is altijd voorlopig: het is een waarschuwing tegen het ultieme oordeel van God. Want het is niet de kerk die oordeelt over leven of dood, dat doet God. De kerk waarschuwt alleen; - [8.2] die de geestelijke kern van het kerkelijke samenleven raakt. Ik zei het net al: het H. avondmaal. Vgl. vroeger de A.P.V. in de Palz die stelde dat op zondag onder kerktijd niemand zich buiten op straat mocht ophouden. Da is nu niet meer zo […] Ook is het niet zo dat iedereen alle omgang met een geëxcommuniceerde maar moet opzeggen. Het gaat om de tafelgemeenschap;3 2
Matteüs 18:20. Dat is niet het geval. Er is wel sprake van onderling vermaan (Rom. 15:14; Kol. 3:16; 1 Tess. 4:18; 2 Tess. 3:14) Soms zelfs met de oproep om de gemeenschap (tijdelijk) te verbreken, maar alleen in het geval van openbare, ernstige zonden (1 Kor. 5, m.n. vers 1, Mat. 18 v.a. vs 15) of mensen die ontkennen dat Jezus in het vlees verschenen is (2 Joh. 1:10). Die mensen moeten buiten de gemeenschap gesloten worden en behandeld worden zoals anderen die buiten de gemeente staan (als de tollenaar en de heiden – Matt. 18:17). 3
- van de hele gemeente. Niet alleen van de kerkenraad.4 Straks gaan we in groepjes met elkaar in gesprek. [dia 9 – leeg scherm]. Tot slot: houd vooral de uitdaging goed voor ogen: de catechismus daagt iedereen vanmiddag uit om van het koninkrijk van God zijn/haar ultieme doel te maken. En God belooft: waar je schat is, zal ook je hart zijn. [amen]
4
Matt. 18: 15-17.