1
KANS VOORJAAR 2013
interview Drie moeders, drie verslaafde zonen en de grenzen van de liefde thema ‘Iedereen is voor hulp aan verslaafde of dakloze mensen. Alleen niet in de achtertuin’ oproep Met oude schoenen zijn we ook blij
‘Ik knok elke dag om hier weg te komen’ Hana Mohamuud (28), moeder van drie dochters
2
KANS VOORJAAR 2013
KANS VOORJAAR 2013
KANS NR.1 februari 2013
cover Hana Mohamuud
Het is een van de eerste dingen die ze zegt. ‘Ik ben zelfstandig.’ Niks zielig. Medelijden? Ga weg. Hana Mohamuud (28): ‘Ik ben zo vaak teleurgesteld in het verleden dat ik vooral op mezelf heb leren vertrouwen.’ Ze zit aan tafel in het kleine keukentje van opvangcentrum De Opstap in Spijkenisse. Eind 2011 kwam ze hier binnen, als een gesloten boek zoals ze zelf zegt. Je kunt het je bijna niet voorstellen als ze tegenover je zit, uitgelaten, expressief, veel lachend. Maar zodra het te persoonlijk wordt, gaat het handje omhoog. Van de medewerkers van het Leger des Heils moet ze praten. ‘Ik vind het nog steeds moeilijk dat andere mensen zich met mijn privéleven bemoeien. Maar ze laten me telkens weer zien dat ik ze kan vertrouwen.’ Hét vertrouwen in de mensheid is nog niet helemaal terug, als het al ooit helemaal terugkomt. ‘Maar ik zie het met de dag groeien.’ Een eigen plek Hana trouwt in 2004 met een man uit haar geboorteland Somalië, verhuist naar Londen en wordt al jong moeder van Sumaya (7), Samira (6) en Sara (5). Ze scheidt van haar man in 2008 en keert drie jaar later terug naar Nederland. Logeren bij haar ouders
blijkt met drie kinderen lastig, waarna ze uiteindelijk in een speciaal opvangprogramma voor jonge moeders bij het Leger des Heils belandt. ‘Ik knok elke dag om hier weg te komen. Ik waardeer enorm wat ze voor me doen, maar ik wil een eigen plek, rust, vooral voor mijn kinderen.’ Soul Begin februari kreeg ze de sleutel van haar eigen huisje in Capelle. Haar mentoren bij het Leger des Heils komen af en toe nog langs om te kijken hoe het gaat. Waar droomt ze van? ‘Muziek.’ Volmondig, zonder twijfel, even ontroerd ook. Bij het kerstfeest van het Leger des Heils in de Rotterdamse Maassilo trad ze op voor 350 man. Ze stond voor het eerst voor zo’n groot publiek. Maar zodra ze het podium opstapte, waren de zenuwen weg. Het liefst zingt ze soul, daarmee kan ze haar verhaal vertellen, zijn haar emoties voelbaar, ervaren mensen wie ze echt is. ‘Muziek is het enige wat me nog nooit teleurgesteld heeft.’
4
‘Ik leef met mijn slaapkamerdeur op slot, kan zelfs het koffiezetapparaat niet in de keuken laten staan.’
4
16
10
Moet je altijd iedereen blijven helpen?
10
14
Het Leger des Heils helpt, ook in de krottenwijken van São Paulo.
16
Wesley zoekt volwassenen die hij kan vertrouwen.
14
23
24
23
Zwitserse heils soldaat van 94 op het Eurovisie Songfestival.
24
Jean is op de weg terug. ‘Voordat je het weet, zit je hier zelf.’
Verder: P20 We zijn ook blij met uw schoenen P22 Unieke lampen en tassen, gemaakt door cliënten P23 ‘Op je knieën voor de koffie’, persoonlijke verhalen van de commandant van het Leger des Heils.
3
4
KANS VOORJAAR 2013
KANS VOORJAAR 2013
Het is en blijft toch je kind Natuurlijk, als moeder hou je van je kind. Maar houdt die band stand als je zoon al jaren drugsverslaafd is en hij zelfs je schoenen steelt? De moeders van Fred, Carlos en Rudolf over de rekbare grenzen van de liefde. fotografie Danielle van ark Tekst ellen weber
Helena Isenia (70) uit Den Haag doet al 23 jaar alles om haar zoon Rudolf (45), schizofreen en drugsverslaafd, te helpen.
ijn ring, mijn mobieltje, zelfs mijn schoenen heeft hij verkocht. Ik leef met mijn slaapkamerdeur op slot, kan niet eens het koffiezetapparaat in de keuken laten staan. Kom ik thuis van vakantie, word ik ’s ochtends van mijn bed gelicht door de politie. De agenten komen het huis ontruimen omdat Rudolf tijdens mijn vakantie drugsdealers heeft binnengelaten. De buren groeten niet meer, dat doet pijn. Ik hou zoveel van mijn zoon, maar soms wil ik hem door elkaar schudden.’ Op Curaçao had ze nooit problemen met hem. Ze verhuist naar Nederland, haar dochter achterna, en neemt Rudolf mee. Hij volgt een opleiding tot banketbakker en komt op een dag overstuur thuis van zijn stage. ‘Ik wil daar niet meer werken, ze dragen nummer 666. Ik vermoord die mensen!’ Stemmen in zijn hoofd. ‘Het lijkt alsof de tijd vanaf dat moment stil is blijven staan op 22 jaar.’
Sinds drie jaar woont hij aan het Oranjeplein, in een pension van het Leger des Heils. Dat geeft rust. Elke zaterdag gaat ze bij hem langs. Maakt zijn kamer schoon, koopt drinken en snoep. ‘Het is en blijft toch mijn kind. Vandaag kan een goede dag zijn.’ Als hij te veel crack rookt, raakt hij in een psychose. ‘Rudolf, hou daarmee op’, zegt ze dan. ‘Ik ben Rudolf niet, ik ben je kind niet.’ Dat hij schizofreen is, daar kan hij niets aan doen. Maar die verslaving? Ze probeert hem duidelijk te maken dat hij moet nadenken. Dat ze er niet voor altijd zal zijn. ‘Nu kan ik hem nog helpen als hij wil afkicken.’ De pijn gaat nooit weg. Ze probeert zoveel mogelijk haar eigen leven te leiden, te genieten van de kinderen van haar dochter. Maar soms is ze zo verdrietig, dan vindt ze niks meer leuk. ‘Nu kan ik erover praten, tot vijf jaar geleden lukte dat niet. Zo erg vond ik het. Ik heb niet veel, maar ben een tevreden mens en kan alle problemen zelf oplossen. Alleen Rudolf niet.’
5
6
KANS VOORJAAR 2013
KANS VOORJAAR 2013
Annie Degenkamp– Breij (68) uit Breukelen beschouwt Fred (42) als een ziek kind, bij wie ze af en toe op bezoek gaat.
en leuke jongen om te zien, vriendinnen bij de vleet. Dat Fred homo is, ontdekt hij pas als hij gaat studeren in Maastricht en Joop ontmoet. Fred is een slimme jongen en vindt een internationale baan. Dan belandt Joop in het ziekenhuis met een hersenvliesontsteking die hem uiteindelijk fataal wordt. Fred, 29 jaar en besmet met HIV, krijgt een epileptische aanval. ‘Hij gaat meteen weer aan het werk, maar als ik bij hem langs ga, schrik ik me wezenloos: de tuin ligt vol drankflessen.’ Fred is bang: hij heeft HIV en is alleen. Wie wil hem nog?
Een ziek kind Op vakantie in Zuid-Afrika raakt Fred zijn moeder kwijt op straat. Panisch schreeuwt hij: ‘Zie je dan niet hoe ik eraan toe ben, ik ben aan de drugs!’ Na de bekentenis over zijn cocaïnegebruik gaat het van kwaad tot erger. ‘Samen met de politie verjaag ik de criminelen uit zijn huis.’ Fred gaat bij zijn moeder wonen, maar na de eerste terugval brengt ze hem naar een
afkickkliniek. ‘Ik had nooit verwacht dat ik mijn zoon nog eens zou opzoeken in de gevangenis. Maar als hij vastzit voor diefstal doe ik het toch: het is mijn zóón.’ Hij probeert veelvuldig van zijn verslaving af te komen. Ze bewondert hem: hij doet zo zijn best. ‘Ik zie het zo: ik heb een ziek kind. Als iemand ziek is, ga je toch ook op bezoek en neem je iets lekkers mee?’ Haar ogen gingen open toen haar jongste zoon zei: ‘Ma, kun je nou nooit over iets anders praten? Je hebt ook nog twee andere kinderen.’ Natuurlijk wordt ze wel eens boos. Geeft ze hem een nieuwe winterjas, verkoopt hij die door voor drugs. ‘Dan neem ik afstand en bel ik twee weken niet. Ik ben wel goed, maar niet gek.’ Vergeleken met de donkere periode in Maastricht is Freds leven verbeterd: hij woont in de Leidsche Maan - een opvang voor drugsverslaafden van het Leger des Heils - en werkt in de Kringloopwinkel. Soms denkt ze: ‘Kind, hoe lang moet je nog? Dit is toch geen leven.’ De hoop dat hij van zijn verslaving afkomt, is vervlogen. ‘Maar ik wens zo dat hij een leefbaar leven heeft.’
7
8
KANS VOORJAAR 2013
KANS VOORJAAR 2013
Mariane Winter (59) uit Den Haag laat haar zoon Carlos (nu 36) arresteren. Voor zijn eigen bestwil. Want ze kan niet anders dan een moeder voor hem zijn.
9
nacht de straat op om hem te zoeken. Hij slaapt in portieken of bij het tankstation. ‘Ik laat hem even binnen, voor een douche en schone kleren. Vind ik hem niet, dan hang ik een plastic tasje met boterhammen aan de voordeur.’ Soms komt Carlos langs op haar werk, om geld te vragen voor een slaapplaats. Met zijn rugzak en slaapmatje lijkt hij wel een zwerver. ‘Als we twee dagen geen contact hebben, word ik zenuwachtig.’ Soms klampt hij iemand aan op straat. ‘Mag ik mijn moeder bellen?’
Zachtmoedig a een aanrijding kan Carlos niet meer werken als beroepsmilitair. Hij krijgt een vriendinnetje en gaat samenwonen. Zij heeft nooit geld, hij heeft nooit geld. De rekeningen stapelen zich op en de ellende begint: wiet roken, geld vragen. Hij wordt steeds onrustiger, slaat wartaal uit en is achterdochtig. Wie heeft er gif in zijn eten gedaan? Op een dag merkt ze dat de dvd-speler weg is. De maat is vol. Ze belt het crisisteam van de politie. Als hij geboeid wordt weggedragen, staat ze als een kind te huilen op de galerij. ‘Het is hard om je eigen zoon te laten arresteren. Maar het is voor zijn eigen bestwil.’ Als Carlos dakloos is, gaat ze elke
Elke zaterdag geeft ze hem een zakcentje. Soms probeert hij zijn moeder te dwingen om meer te geven. ‘Als ik echt boos word, heeft hij geen weerwoord. Carlos heeft een zachtmoedig hart; hij houdt ervan om mensen te helpen. Als ik bij hem langsga bij het Leger des Heils, moet ik sokken en slippers meenemen voor zijn medebewoners.’ Het leven van je kinderen kun je niet uitstippelen, zegt ze. ‘Is je zoon advocaat, dan hou je van hem; belandt hij aan de verkeerde kant, dan hou je óók van hem. Ik heb goede tijden met hem gekend, nu zijn het slechte tijden. Al twaalf jaar. Ik moet hem bijstaan, met hem blijven praten, een moeder voor hem zijn. Misschien komt er een tijd dat het hem lukt om een gezin te hebben. Ik blijf hoop houden.’
10
KANS VOORJAAR 2013
KANS VOORJAAR 2013
Zijn er grenzen aan de hulp? Moet je iedereen helpen? Het Leger des Heils vindt van wel. Ongeacht iemands afkomst, denkbeelden of kerfstok. Op papier zullen weinigen dit standpunt tegenspreken. Maar de praktijk is weerbarstiger. ‘Iedereen is voor hulp aan verslaafde en dakloze mensen. Alleen liever niet in de eigen achtertuin.’ Illustratie Wendy Panders Tekst saskia klaassen
eveel helpen werkt averechts. Het is een geluid dat de afgelopen jaren steeds vaker klinkt. Maak mensen zelf verantwoordelijk en geef ze de regie terug over het eigen leven. Een van de pleitbezorgers van deze overtuiging is Heleen Dupuis, ethica, liberaal en lid van de Eerste Kamer-fractie van de VVD. ‘Teveel zorg maakt afhankelijk’, stelt zij. En: ‘Mensen zorgen zelf wel dat ze meedoen in de samenleving. Daar hebben ze geen hulp bij nodig.’ Toch ziet ook Dupuis dat dit niet voor iedereen opgaat. Als voorbeeld noemt ze de draaideurpatiënten in de psychiatrie, die het zonder hulp volstrekt niet redden. ‘Het is niet terecht om deze mensen buiten de samenleving te plaatsen. Er is nu eenmaal een groep die geen aansluiting vindt bij de samenleving en daarbij hulp nodig heeft.’ Over deze groep ontfermt het Leger des Heils zich – ongeacht afkomst, denkbeelden of wat mensen op de kerfstok hebben. Commissioner Hans van Vliet, leider van het Leger des Heils: ‘We zijn er voor de mensen zonder helper. Geïnspireerd door het voorbeeld van Jezus, schrijven we niemand af, zien we kansen voor iedereen.’ Cornel Vader, directeur van de Stichting Welzijn en Gezondheidszorg van het Leger
des Heils: ‘Daarom vind je ons op onverwachte plekken. In moeilijke wijken, rosse buurten en in gevangenissen. Alle vindplaatsen waar mensen aanspoelen.’ Verontwaardiging Maar toch. Iemand die keer op keer verkeerde keuzes maakt, waarom zou je die helpen? En hoe zit dat met een veroordeelde van bijvoorbeeld een drievoudige moord, die geen enkel berouw toont, verdient die eigenlijk wel hulp? ‘We kiezen er altijd voor de persoon als mens te zien’, zegt Cornel Vader. ‘Vragen over goed en kwaad spelen daarbij geen rol.’ De pleidooien voor een harde aanpak kent hij uiteraard. ‘Er zijn mensen die ons te soft vinden, die pleiten voor de harde hand. Corrigeren doen we zeker, dat kan niet anders bij de groepen waarmee we werken. Maar altijd vanuit betrokkenheid en nooit puur om te straffen.’ Toch kan het Leger niet altijd om de omgeving heen. Die zit bijvoorbeeld niet te wachten op ex-criminelen of daklozen in opvangcentra in de eigen straat. Afgelopen jaar bijvoorbeeld liep een buurt in Enschede te hoop tegen de komst van een kortdurende (crisis)opvang in een studentenflat. Zelfs de nabijgelegen basisschool kwam in het geweer. De felheid waarmee burgers protesteren, wordt steeds groter. Dat is erg voor de mensen over wie het gaat, maar ook voor de medewerkers.
11
12
KANS VOORJAAR 2013
KANS VOORJAAR 2013
Hans van Vliet gaf jaren leiding aan verschillende werkeenheden in het land en opende vele instellingen. ‘Dat ging vaak gepaard met groot verzet. Zelfs als het om een kleine woonvoorziening ging voor mensen met psychiatrische problemen, leverde dat protesten op. Iedereen vindt dat mensen met problemen, een justitieverleden, een verslaving of zonder dak boven het hoofd, moeten worden geholpen. Alleen liever niet in de eigen achtertuin.’ Zijn reactie op protesten: altijd het gesprek aangaan. En laten zien dat je als hulpverlener je verantwoordelijkheid neemt en aanspreekbaar bent. Dat leidt soms tot mooie resultaten. ‘Een bewoner die eerst heel anti was, werd later vrijwilliger.’ Ook Cornel Vader heeft ervaring met verontwaardiging van “de buurt”. ‘Bewoners voelen zich aangetast in hun woongenot. Vaak is het geen afwijzing maar angst voor het onbekende. Als de instelling er eenmaal is, gaat het goed. Natuurlijk gebeurt er weleens wat, maar dan is er een professionele organisatie om het op te lossen. Dat is bij de overlast van een studentenhuis wel eens anders.’ Crisis Hans van Vliet verwacht een groei van het aantal mensen dat in de problemen komt. ‘2013 wordt het jaar van keuzes maken. Er komen door de crisis meer mensen bij die door de bodem zakken.’ Ook mensen met een goede baan en inkomen raken steeds vaker van de ene op de andere dag alles kwijt. Ontslag, een schei-
ding, ziekte – een opstapeling van problemen kan ervoor zorgen dat mensen ‘over het randje vallen.’ Wat kan het Leger voor deze nieuwe groep betekenen? Hans van Vliet: ‘Wij zijn er eerst en vooral voor de mensen die de hulp het hardst nodig hebben. Als er aanvullende deskundigheid nodig is, kunnen we ze doorverwijzen naar andere instanties. We hebben een breed netwerk aan samenwerkingspartners.’ Cornel Vader ziet de geldproblemen vooral toenemen bij mensen die toch al weinig hebben. ‘Onze hulp komt weer neer op de basics: eten, kleding, een dak boven je hoofd.’ Kan het Leger deze groei van hulpvragers aan? ‘Veel van ons werk wordt gesubsidieerd, maar met een terugtrekkende overheid verwacht ik dat we steeds vaker een beroep doen op buurtbewoners om de projecten te ondersteunen. Natuurlijk zijn wij blij met donaties. Ze stellen ons in staat te doen wat we belangrijk vinden, óók als er geen subsidie voor is. Maar we zijn ook blij als omwonenden helpen in de keuken bij een kookproject, een workshop schilderen geven aan medebewoners of maatje willen zijn in een schuldentraject.’ Doorzettingsvermogen Helpen waar anderen misschien al opgeven, het leidt ook op individueel niveau soms tot lastige dilemma’s. Wat doe je met een dakloze die niet mee wil naar de nachtopvang, terwijl het buiten vriest? Hans van Vliet: ‘We kunnen mensen niet dwingen. Dat moet je accepteren, hoe moeilijk dat
Barmhartigheid? In hoeverre speelt de term barmhartigheid nog een rol bij het Leger des Heils? Commissioner Hans van Vliet vindt het een oubollig woord. Passender vindt hij woorden als naastenliefde, medeleven - medelijden wellicht. ‘Of het Engelse mercy.’ Hij gebruikt de uitdrukking eigenlijk alleen weleens tijdens de wekelijkse preek op zondag. Barmhartigheid, legt hij dan uit, is geen
theoretisch begrip. ‘Je schrijft het niet op de muur, je doet het.’ In die zin past de term wel bij het Leger. ‘Wij zijn een organisatie van doeners. We doen aan barmhartigheid met een plus: wij gaan een mijl extra. En daarna nog een mijl, als dat nodig is. We gaan altijd weer voor de herkansing.’ Directeur Welzijns- en Gezondheidszorg Cornel Vader gebruikt de term evenmin vaak.
Barmhartigheid duidt op een eenzijdige relatie, vindt hij. ‘Alsof wij weten hoe je moet leven en anderen daarbij helpen.’ Het Leger des Heils gaat juist uit van gelijkwaardigheid. ‘We hebben het over meedoen en erbij horen, daar zijn onze activiteiten op gericht. Ze geven onze cliënten hun eigenwaarde en zelfrespect terug.’
ook is.’ Een ander verhaal zijn de mensen die zelf niet in staat zijn om beslissingen te nemen. ‘Als iemand niet kan kiezen omdat hij geestelijk ziek is, staan we voor een andere keuze. Dan kloppen we bij de GGZ aan en volgt doorgaans een gedwongen opname.’ Waar de omgeving hulpeloze gevallen ziet, gelooft het Leger des Heils in de kracht van mensen. Dat klinkt mooi, maar hoe houden hulpverleners dat vol? Er wordt een groot beroep gedaan op het doorzettingsvermogen van hulpverleners, geeft Hans van Vliet aan. ‘Als je keer op keer faalt met een cliënt, ondanks de goede bedoelingen, vraagt dat stevige offers. Ze moeten door de frustratie heen gaan. Bovendien vinden ze kracht in hun geloof.’ Er wordt goed gekeken naar de belasting in een team, zegt Cornel Vader, om te voorkomen dat mensen opbranden. ‘We zorgen voor een goede verdeling van cliënten die veel energie of creativiteit vragen. Daarnaast zijn er talloze zaken die wel goed gaan en energie geven.’ Wie hulp biedt, verwacht daar ooit iets voor terug. De belangrijkste beloning is de groei die ook veel cliënten met vallen en opstaan doormaken, denkt Cornel Vader. ‘Een verstoorde familierelatie wordt hersteld. Een ouder pakt de opvoeding van de kinderen weer op. Iemand die verslaafd was, lost zijn schulden af. Je ziet de eigenwaarde terugkomen.’ Papierwinkel Overlastgevende gezinnen met schulden. Mensen die vrij komen uit de gevangenis en kampen met psychische problemen. Geen groepen waarmee je altijd snelle resultaten haalt, terwijl overheden die soms wel verwachten. Hans van Vliet: ‘We kunnen wel laten zien wat we hebben gedaan en dat we alles hebben geprobeerd wat mogelijk was. De keerzijde is de papierwinkel die dit ons oplevert. Je wilt helpen, maar bent vaak meer tijd kwijt aan checklists en rapporten.’ Een deel van de cliënten past niet in de hokjes die de samenleving heeft bedacht. De overheid eist vaak meerdere indicaties, die elkaar ook nog in de weg staan. Eerst je schulden afbetalen, dan psychische hulp. Eerst clean zijn, dan een huis. Cornel Vader: ‘Die last moet je niet bij de cliënt neerleggen. Met creativiteit en doorzettingsvermogen kunnen we vaak tóch helpen.’
6
voorbeelden Zes voorbeelden van vrijwilligerswerk bij het Leger des Heils, geïnspireerd op de ‘werken der barmhartigheid’, uit het Evangelie volgens Matteüs.
Eten Word kookvrijwilliger bij Kinderhospice Het Lindenhofje in Amsterdam.
Drinken Schenk koffie als gastvrouw in de Domus Almere.
“Vreemdelingen” Word handwerkvrijwilliger voor een groep vrouwen met verschillende nationaliteiten.
Kleding Doe uw kleding in een kledingcontainer bij u in de buurt.
Zieken Word vrijwilliger voor (huis)artsenbezoek.
Gevangenis Word maatje van iemand met weinig sociale contacten.
Kijk op www.werkenbijhetlegerdesheils.nl onder “Vacatures vrijwilligerswerk” voor vrijwilligerswerk bij u in de buurt.
13
14
favelas de in k o O aulo van São P
Voor kleine kinderen zoals Yasmin zijn er in São Paulo crèches van het Leger des Heils, waar kinderen tussen de 0 en 6 jaar zich kunnen ontwikkelen in een veilige omgeving. Hier worden educatieve activiteiten georganiseerd, kunnen ze dingen doen met hun ouders en monitoren deskundigen de psychosociale ontwikkeling van de kinderen.
Het Leger des Heils in Brazilië investeert veel in de ontwikkeling van jongeren, zoals João. Veel centra kennen speciale programma’s waar ze – indien nodig – niet alleen onderdak en eten kunnen krijgen, maar ook cursussen en opleidingen kunnen volgen. Om zo de kans te vergroten dat ze zich verder kunnen ontwikkelen.
Straatkinderen zoals Davi vormen een belangrijke doelgroep van het Leger des Heils in Brazilië. Ze krijgen een dak boven het hoofd, voedsel, kleding, onderwijs en begeleiding bij praktische zaken. Gemeenschapscentra organiseren speciale naschoolse activiteiten voor risicokinderen.
9807 km Het grootste land van Latijns-Amerika, groeide tot voor kort economisch enorm. Maar net als in veel andere opkomende economieën, is het verschil tussen arm en rijk er niet minder door geworden, integendeel. En sociale voorzieningen zijn er nauwelijks, waardoor miljoenen mensen er nog steeds in bittere armoede leven. São Paulo is met 11 miljoen inwoners een van de grootste en meest dichtbevolkte steden ter wereld. Het contrast tussen rijkdom en armoede is er enorm en criminaliteit,kinderprostitutie, drugsgebruik en vuurwapens bepalen voor veel mensen het dagelijks leven. Zeker in de favela’s, waar de Meer informatie over de activiteiten armste inwoners van de stad wonen. In veel van de krottenwijken is van het Leger des Heils in Brazilië en andere landen is te vinden op ios. het Leger des Heils actief. legerdesheils.nl en via www.salvationarmy.org/ihq/zones.
Tienermoeders (soms niet ouder dan twaalf, dertien jaar) en hun kinderen worden bijgestaan in hun eigen gemeenschap, waar ze begeleiding en scholing krijgen zodat ze meer mogelijkheden hebben om voor zichzelf en hun kinderen een kansrijke toekomst op te bouwen.
Vroeger kaartte opa Luiz ook altijd mee, maar die woont tegenwoordig in het speciale verpleegtehuis voor ouderen in Campos do Jordão, vlakbij São Paulo. Het aantal ouderen in Brazilië groeit elk jaar en het Leger des Heils wil met de verpleegtehuizen zoveel mogelijk tegemoetkomen aan hun specifieke behoeften.
15
16
KANS VOORJAAR 2013
Sommige tieners hebben geen enkele positieve ervaring opgebouwd met volwassenen. Hun jonge leven ligt overhoop door geweld, drugs, alcohol en foute vrienden. Sommigen hebben een strafblad. Het MTFC-programma van het Leger des Heils biedt hen nog één kans als alternatief voor detentie: onder streng toezicht in een opvoedgezin proberen ze hun leven weer op de rit krijgen. Wesley is een van hen.
KANS VOORJAAR 2013
f en toe vlamt bij Wesley (17) de boosheid op. Als mensen verzuchten dat hun kindertijd rot was, omdat hun ouders gingen scheiden. ‘Is dat het? Als verder alles oké is, waar heb je het dan over?’In zeventien jaar tijd verhuisde Wesley dertien keer. Dat begon al op de zomerochtend dat hij werd geboren in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Tijdens de zwangerschap was zijn moeder clean, maar vóór die tijd gebruikte ze drugs. Zijn vader, ook verslaafd, stond naast haar kraambed toen hij zich uitsprak tegen de verpleging. ‘Wij moeten zonder Wesley gaan. Zij kan niet voor een kind zorgen, ze gebruikt.’ Acht jaar later scheidden zijn grootouders bij wie hij tot dan toe woonde. Een week voor zijn verjaardag gaf zijn oma aan dat ze het niet meer trok, alles was te zwaar. Ze wilde een oma zijn, niet langer een opvoeder. Het leven waarin hij na schooltijd met Lego speelde achter de bank bij de verwarming, stond op z’n kop. ‘Mijn tante wilde mij wel in huis nemen, maar woonde te klein. Jeugdzorg zocht een andere woning, maar omdat ze in een koophuis woonde en bij verkoop een restschuld zou overhouden, ging dat niet door. Logisch.’ In een koffer zaten wat kleren, beddengoed, speelgoed. Zo kwam hij in een kindertehuis in Santpoort terecht. Samen met zijn broertje, die tot dan toe thuis woonde, maar ook naar Santpoort kwam nadat hun moeder plotseling spoorloos bleek verdwenen. Later werd duidelijk dat ze was opgepakt in Amerika omdat er drugs in haar bagage waren gevonden.
Hoogslaper
Zelf een probleem jongere helpen? Het Leger des Heils zoekt nog opvoedouders in het kader van het MTFCprogramma. Kijk voor meer informatie op www. werkenbijhetlegerdesheils.nl, en zoek op “opvoedouders”.
Misschien was het beter geweest als ze bij elkaar waren gebleven als broertjes; dan heb je tenminste nog íemand, denkt Wesley. Het gebeurde niet. Wesley werd overgeplaatst naar een instelling waar hij vanwege zijn leeftijd beter zou passen. Er was een week gepland waarin je samen met een van je familieleden je kamer kon opknappen. Wesley had de kleur al uitgezocht: limegroen. Z’n opa zou de hoogslaper vastmaken aan de muur, anders schommelde die zo. Maar opa bleef weg. De begeleider zei: ‘Opa heeft me gebeld, hij moet werken.’ Wesley: ‘Ik belde hem; hij verontschuldigde zich met “Ik leg het je nog wel een keer uit.” Even later stond de vervanger van mijn voogd op de stoep.’ Dit is geen goede plek voor jou, vond hij. En plotseling keerde de begeleider zich ook tegen hem. ‘Wesley past hier niet.’ Dus pakte hij zijn spullen en liet de kamer voor wat die was.
Punten scoren fotografie Frank Ruiter Tekst Galiëne Gerritsen
Zo verhuisde Wesley van gezinsvervangend tehuis naar behandelgroep naar crisisopvang en weer terug. Tot in Frankrijk aan toe. Overal hoorde hij ‘net niet’. Uiteindelijk zag zijn nieuwe voogd nog één mogelijkheid: een rechterlijke machtiging tot verblijf in een gesloten jeugdzorg inrichting. Of MTFC (zie kader), een zwaar opvoedprogramma, bestemd voor jonge delinquenten. Onder
17
18
KANS VOORJAAR 2013
toezicht van een supervisor worden ze in een opvoedgezin geplaatst, waar ze elke dag aan de hand van een standaardlijstje punten kunnen scoren voor goed gedrag. Op tijd opgestaan: tien punten. Kamer aan kant en goedemorgen gegroet: tien punten. Meegeholpen met de afwas: tien punten. Halen jongeren de honderd punten per dag niet, dan worden ze gekort op hun vrijheden. Ze leveren hun telefoon in, want “oude” vrienden kunnen je immers slecht beïnvloeden. Ze krijgen zak- en kleedgeld; in een huishoudboekje houden ze hun uitgaven bij. Klopt het niet, dan volgt een maatregel. De opvoedouder corrigeert nooit, bevestigt alleen het goede gedrag en noteert op het lijstje wat de jongere doet en laat. De supervisor bestraft en beoordeelt.
Jaszakken Alhoewel Wesley geen strafblad heeft, stemde de rechter toe. Zelf zag hij ook geen andere mogelijkheid. ‘Ik dacht dat het mee zou vallen. Ik had tenminste een plek.’ De eerste zes weken werd hij dagelijks naar school gebracht en ook weer opgehaald. Onderdeel van het programma. Net als de dagelijkse controles van jaszakken, broekzakken en schooltas. ‘De eerste dag stond mijn “opvoedmoeder” met haar fiets op het schoolplein. Ik zag haar, negeerde haar, pakte m’n fiets en reed ver voor haar uit.’ Het voelde vernederend, verklaart Wesley. Hij was kwaad – meer op het programma dan op haar. ‘Op school moest ik bij elke les laten aftekenen dat ik was geweest en had meegedaan met de opdrachten. Ik wilde geen uitzondering zijn, was bang dat klasgenoten vragen stelden die ik vervelend vond te beantwoorden.’ ’s Avonds zag hij dat het negeren hem punten had gekost.
Twaalf kilo In totaal woonde hij negen maanden in het gezin; daarna volgde hij een kamertraining en inmiddels woont Wesley in een begeleid-wonenproject, op weg naar zelfstandigheid. ‘Mijn opvoedouders waren prima mensen, met hen kon ik wel door één deur.’ Toch viel hij tijdens het MTFCtraject twaalf kilo af. Dat gaat vanzelf als je verdriet hebt. Voor wie doe ik ertoe? Welke volwassene is te vertrouwen? Dat waren vragen die zich aan hem opdrongen. ‘Ik heb geleerd met geld om te gaan, afspraken bij te houden en na te komen. Maar waar vind ik mijn thuis? Wat is dat, je thuis voelen?’ Zijn moeder kwam onlangs vrij na een celstraf vanwege openstaande boetes. Zijn vader stuurt hem bijna wekelijks een kaart. Om een band op te bouwen. ‘Hij was er nooit. Na twaalf jaar wilde hij opeens weer contact. Hij miste me, zei hij. Ik heb nooit echt een vader gehad, dus wist en weet nog steeds niet goed hoe ik daarmee om moet gaan.’ Als hij aan mensen zijn levensverhaal vertelt roept dat nogal eens verontwaardiging op. ‘Ik ben zelf positiever’, vindt Wesley. De eerste levensjaren bij zijn grootouders
KANS VOORJAAR 2013
is hem het huiselijk geweld bespaard gebleven wat zijn broertje wel heeft doorgemaakt. En: ‘Als ik thuis was blijven wonen, had ik de fotovakschool niet kunnen volgen. Die opleiding betaalt Jeugdzorg nu. Ik heb kansen gehad die anderen niet kregen. En ik heb geleerd hoe je je volwassen moet gedragen. Daarin loop ik voor, dat komt vast nog eens van pas.’
Daarom MTFC Multidimensional Treatment Fostercare (MTFC) is een vorm van jeugdzorg voor twaalf- tot achttien-jarigen met ernstige gedrags problemen. De meesten zijn delinquent, sommigen hebben een strafblad. Tieners met een geschiedenis aan hulpverlening die onvoldoende heeft geholpen om iets fundamenteels te veranderen: gevoel van eigenwaarde. Het MTFCprogramma zet daarop in. Het draait om een positieve relatie tussen opvoedouder en jongere, strikte structuur en het bieden van perspectief. De rechter beslist of een jongere een Gedrags Beïnvloedende Maatregel nodig heeft en voor MTFC in aanmerking komt. De methode wordt ingezet in plaats van detentie, of in het kader van gesloten jeugdzorg. De jongere verblijft negen tot twaalf maanden in een opvoedgezin. Daardoor staat hij 24 uur per dag, zeven dagen per week, onder toezicht. Onder leiding van een programmasupervisor ondersteunt een MTFC-team het op voedgezin ook 7 x 24 uur. Jaarlijks helpt het Leger ongeveer dertien jongeren
op deze intensieve manier; het Ministerie van Veiligheid & Justitie financiert de behandelmethode. Uit onderzoek blijkt dat MTFC een positieve uitwerking heeft op gedragsverandering van jongeren in vergelijking met alternatieven (zoals bijvoorbeeld groepsbehandeling): 7% recidiveert (afgezet tegen 41% recidive na groepszorg) 14% van de jongeren spijbelt niet meer (afgezet tegen 2% niet-spijbelaars na groeps behandeling). Alle vormen van risicogedrag nemen af bij jongeren die MTFC hebben afgerond. Drugsgebruik daalt met 12%, alcoholgebruik met 10%, seksueel ongewenst gedrag met 19% en agressie met 25%. Eigenlijk vallen jongeren als Wesley buiten de behandelmethode. De rechter legt MTFC immers op als strafrechtelijke maatregel, niet civiel. Toch is er vanuit de Jeugdbescherming en Jeugdzorg Plus veel vraag naar MTFC. Het Leger des Heils lobbyt om die wens ingewilligd te krijgen; de financiering van de behandeling is echter kostbaar en ingewikkelder om rond te krijgen dan bij een strafrechtelijke maatregel.
‘Mijn vader was er nooit. Na twaalf jaar wilde hij opeens weer contact. Hij miste me, zei hij. Ik heb nooit echt een vader gehad, dus wist en weet nog steeds niet goed hoe ik daarmee om moet gaan.’
19
20
KANS VOORJAAR 2013
KANS VOORJAAR 2013
21
MT 44
MT 44
MT 39
Zijn we blij met alle schoenen? Zolang ze nog heel zijn wel. Besef daarbij: in andere landen liggen de praktische en esthetische normen vaak wat lager dan bij ons. Alleen schoenen zonder zool kunnen zelfs wij niet meer gebruiken. Maar bij twijfel gewoon inleveren.
MT 41
MT 34
MT 32
MT 32
MT 28 • Lever allebei de schoenen in, aan eenzame exemplaren hebben we niet veel. • En knoop ze met de veters aan elkaar. Anders moeten medewerkers in de containers tussen alle kleding en andere schoenen op zoek naar de lederen wederhelft. En dat kost erg veel tijd, weten we uit ervaring.
MT 26 MT 40
MT 27
MT 45
Het Leger des Heils zamelt kleding in, dat weet vrijwel iedereen. Maar dat we ook blij zijn met kussenslopen, gordijnen en schoenen weten veel mensen niet. Daarom: schoenen, ook fijn!
Wat we doen met die schoenen? Een deel gaat naar winkels die tweedehands spullen verkopen. De rest wordt per kilo verkocht aan het buitenland. En schoenen tikken aan, want ze zijn relatief zwaar. De opbrengst gaat naar de goede doelen van het Leger des Heils. Doet Sinterklaas in 2013 ook weer mee? Waarschijnlijk wel. Voor wie het gemist heeft: we hadden in december een speciale actie, ‘Geef je schoenen aan de Sint, dan vullen wij die van een kind’. Dat leverde in totaal zo’n slordige 10.000 kilo aan schoenen op. Met de opbrengst konden we 2000 kinderen die door het Leger des Heils worden geholpen een sinterklaascadeautje geven. Doen we dat dit jaar weer? Ja, waarschijnlijk wel. Op meer locaties en misschien met de medewerking van een bekende schoenketen.
Uitgelicht
COLOFON Kans is een uitgave van Stichting Leger des Heils Fondsenwerving, bestemd voor donateurs en andere betrokken gevers. Onze activiteiten worden voor circa 90 procent bekostigd via overheidsregelingen. De gelden kunnen alleen worden besteed aan doelen die de overheid aanwijst. Verder betaalt een aantal cliënten een eigen bijdrage. Er zijn echter nog steeds mensen die buiten de boot vallen. Het Leger des Heils blijft daarom zoeken naar nieuwe vormen van hulpverlening, in aanvulling op het Nederlandse zorgstelsel. Omdat deze projecten (nog) niet binnen de subsidieregels vallen, zijn wij afhankelijk van donaties, giften en nalatenschappen. Dit magazine geeft donateurs en relaties die de organisatie steunen een gevarieerd, maatschappelijk relevant, hedendaags en zinvol beeld van het Leger des Heils. Het blad wil een relevante kennisbron zijn over maatschappelijke issues waarmee het Leger zich bezig houdt. Het laat ook zien dat het Leger zijn beloften inlost: er onvoorwaardelijk zijn voor mensen zonder vangnet, geïnspireerd door het christelijk geloof.
In december nog een succes op de Masters of LXRY (voorheen de Miljonair Fair), deze lampen van het Rotterdamse 50|50 Workcenter. Gemaakt door cliënten van het Leger des Heils van diverse materialen.
Territoriaal Commandant
Ieder lampje is uniek en de oplage is beperkt.
Hans van Vliet
Ander licht
Hoofdredactie
Het Leger des Heils voor Jip en Janneke
KANS VOORJAAR 2013
Zwitserse heilssoldaten op Eurovisie Songfestival Uitzending op 18 mei
Spreekbeurt? Werkstuk? Speciaal voor kinderen van de bovenbouw heeft het Leger des Heils een brochure samengesteld, getiteld Wij geloven dat iedereen erbij hoort! Inclusief knipvel. De brochure legt uit wat onze organisatie doet, zowel in Nederland als daarbuiten.
vanaf
Irene Belkum
Op je knieën voor de koffie
Redactie Margreet Kramer-Schutte, Menno de Boer, Chantal Maas, Harm van Teijlingen, Jurjen Sietsema
Concept/eindredactie Maters & Hermsen, Galiëne Gerritsen, Stan van Herpen, Jelle Hoogendam
tekst/vormgeving Maters & Hermsen Journalistiek en Vormgeving
Lithografie/druk Mark Boon, Senefelder Misset Doetinchem
Reageren? Leger des Heils, t.a.v. redactie Kans postbus 3006, 1300 EH, Almere.
[email protected] www.legerdesheils.nl
Geef ook! Wilt u ons helpen? Stort uw gift op bankrekening 70.70.70.171 of word d onateur. Kijk daarvoor op www.legerdesheils.nl onder het kopje ik wil helpen. Of bel: 036 53 98 134
Unieke tassen Wie nog denkt dat hergebruikt textiel niet hip kan zijn, moet eens de tassen van de afdeling fashion van het 50|50 Workcenter in Rotterdam bekijken. Ze zijn te koop in de 50|50 Store van het Leger des Heils, Mariniersweg 10 in Rotterdam. Het zijn vanzelfsprekend allemaal unieke exempla ren, dus weg is weg. Meer informatie over bovenstaande producten:
[email protected].
Commandant Hans van Vliet, territoriaal leider van het Leger des Heils in Nederland en Tsjechië, bracht in zijn boekje Op je knieën voor de koffie dertig persoonlijke verhalen bijeen. Het boekje is een handreiking aan iedereen die bemoediging en inspiratie wil meegeven aan anderen.
Prijs €8,95 Benieuwd? Bestel het boek met de antwoordkaart midden in deze Kans of ga naar onze webwinkel (webwinkel.legerdesheils.nl).
paar schoenen – voor elk kind een paar. Dankzij de steun van Kanslezers kunnen kinderen in Moldavië voortaan met warme voeten naar school. Hartelijk bedankt!
euro leverde de landelijke collecte op die het Leger des Heils eind november2012 organiseerde. Met dit geld kunnen we bijvoorbeeld koffie, thee, soep en warme maaltijden serveren tijdens onze openhuis activiteiten voor buurtbewoners. We besteden het geld ook aan het project Zingen met je Kind, georganiseerd door diverse korpsen die iets willen doen om eenzaamheid bij (jonge) moeders tegen te gaan.
Bestellen kan via
[email protected] of download de brochure via de website.
Will van Heugten
Coördinatie /eindredactie
23
Die Heilsarmee – het Zwitserse Leger des Heils - doet mee aan het Eurovisie Song festival. Met het lied You and Me veroverden de heilssoldaten de harten van de Zwitserse internetstemmers en de vakjury. Bijzonder: deelnemer Emil Ramsauer (op contrabas en elektrische gitaar) is met zijn 94 jaar de oudstedeelnemer ooit aan het Songfestival.
Bekijk hun optreden via een Youtube filmpje op je mobiel.
Het Leger op bezoek Onze enthousiaste ambassadeurs komen graag bij uw organisatie, vereniging of Rotary-afdeling langs om te vertellen over de activiteiten van het Leger des Heils. Neem
voor informatie gerust contact op met Marlene van Bommel van de afdeling Communicatie: (036) 53 98 207. Of vul de antwoordkaart in in het midden van deze Kans.
euro brachten de koeien op, die donateurs konden ‘kopen’ via een advertentie in Kans. Met dat geld hebben 29 gezinnen in Pakistan een belangrijke en duurzame bron van inkomsten gekregen.
Jean Boonstra fotografie Linelle DEUNK Tekst STAN VAN HERPEN
‘Jessica is nu elf, ik liet de tattoo een paar jaar na haar geboorte zetten. Als er iets is wat je altijd bij je wilt dragen, is het je kind. We hebben een goede band samen, ik zie haar om de week. Ze weet dat ik hulp krijg van het Leger des Heils. Maar over die vijf maanden bij de nachtopvang heb ik haar niks verteld; ik denk niet dat ze die barre tijden daar zou kunnen bevatten.’ Jean Boonstra (45) meldde zich in maart 2012 bij het William Boothhuis in de Rotterdamse Dunantstraat. Hij had schulden, deels overgenomen van zijn overleden moeder, raakte zijn baan kwijt en uiteindelijk ook zijn huis. Hij stond al na een paar dagen te helpen in de keuken van de dagopvang. En werkt tegenwoordig in de houtwerkplaats van het 50|50 Workcenter. Mooi, want van stilzitten wordt-ie gillend gek. ‘Hier vind ik weer een ritme. En kan ik iets terugdoen voor de mensen die mij hebben geholpen.’ Hij heeft zich nooit geschaamd voor het feit dat hij hulp krijgt van het Leger. ‘Vaak denken mensen dat het Leger alleen maar klanten met drugs-, drank- of psychiatrische problemen helpt. Ik vind het goed dat ze zien dat hier ook mensen zoals ik rondlopen. Geloof me, voordat je het weet zit je er zelf.’