Ieders veiligheid………onze zaak! Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1
Uitgangspunten van een veilige school
Hoofdstuk 2
Regels en afspraken
Hoofdstuk 3
Pesten
Hoofdstuk 4
Stappenplan bij conflicten
Hoofdstuk 5
Klachtenregeling
Hoofdstuk 6
Gedragscode op Roemte
Hoofdstuk 7
Incidenten en ongelukken
Hoofdstuk 8
Internetgebruik op school
Hoofdstuk 9
Omgang met de media
Hoofdstuk 10
Maatregelen bij speciale activiteiten
Hoofdstuk 11
Kwaliteitskaart Schoolklimaat van Roemte
Hoofdstuk 12
De fysieke veiligheid
Slot
Veiligheidsplan CBS Roemte
1
Ieders veiligheid……….onze zaak! Inleiding Veiligheid is een voorwaarde om vrij te kunnen leven, te werken en te vieren. Veiligheid voor ieder mens zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar is dat niet. Veiligheid vereist betrokkenheid en medewerking van alle deelnemers. In dit plan wordt beschreven wat is ondernomen om een veilige leef- en werkomgeving te maken in en rond Roemte. Een school waar kinderen, leraren en ouders dagelijks met elkaar hebben te maken en daarom blootgesteld zijn aan elkaar. Naast de veiligheid die het welzijn van mensen bepaalt is er ook de veiligheid die geboden moet worden door goedgekeurde apparatuur en andere gebruiksvoorwerpen. Waarschijnlijk zal niet alles in dit plan zijn beschreven, maar het plan blijft in ontwikkeling en zal met regelmaat worden aangepast en bijgesteld. In dit plan wordt geregeld verwezen naar documenten, waarin ook sprake is van maatregelen die zijn genomen om de grootst mogelijke veiligheid voor iedereen te waarborgen. Voorbeelden hiervan zijn (in willekeurige volgorde): het personeelsbeleidplan van Noordkwartier; het zorgprofiel van Roemte; het schoolplan 2007-2011 van Roemte; de schoolgids van Roemte; de Arbo-meester van Noordkwartier; de kwaliteitskaarten Kwintoo van Roemte; de risico-inventarisatie van Roemte; het plan van aanpak van Roemte; de groepsmap met protocollen, regels en afspraken de resultaten van het oudertevredenheidsonderzoek. We trachten een actief beleid te voeren op het gebied van veiligheid: de school moet op de hoogte zijn van de feitelijke situatie; de school werkt aan preventie; de school pakt zaken die niet deugen aan. In overleg met de teamleden, de ouderraad en de medezeggenschapsraad is dit plan tot stand gekomen en geeft een gezonde basis voor een school waar veilig geleefd, gewerkt en gevierd kan worden. E.J.G. Klungel (dir. CBS Roemte, Loppersum)
Veiligheidsplan CBS Roemte
2
Hoofdstuk 1
Uitgangspunten van een veilige school
Roemte wil een plek zijn waar rust heerst, waar kinderen, leraren en ouders/verzorgers zich thuis voelen en waar iedereen respectvol en vriendelijk met elkaar omgaat. Dat betekent: Respect voor jezelf, voor elkaar en voor de omgeving.
voor kinderen
Weten Weten Weten Weten Weten Weten
dat dat dat dat dat dat
ze bij iemand terecht kunnen als er problemen zijn. ze serieus genomen worden. pesten moet worden gemeld. geweld en intimidatie niet worden getolereerd. er duidelijke afspraken zijn over gedrag, taalgebruik en regels. die afspraken worden nageleefd.
voor ouders/verzorgers
Weten Weten Weten Weten Weten
dat dat dat dat dat
ze een open oor vinden als er vragen of problemen zijn. signalen worden opgepakt. er duidelijke afspraken zijn en dat die worden nageleefd. er geen bedreigingen mogen zijn. hun kinderen graag naar school gaan.
voor leraren en andere medewerkers
Weten dat ze met respect worden behandeld door collega’s, kinderen en ouders/verzorgers. Weten dat problemen worden aangepakt. Weten dat ze terecht kunnen met problemen. Weten dat er duidelijkheid is over de meeste zaken. Weten dat signalen serieus worden genomen.
voor de buurt/omgeving
Weten Weten Weten Weten
dat dat dat dat
overlast niet wordt toegestaan. kinderen worden aangesproken op hun gedrag. er in Roemte een aanspreekpunt is bij problemen. signalen en/of klachten serieus worden genomen.
In de eerder genoemde documenten zijn deze uitgangspunten terug te vinden. Een open communicatie is essentieel. Het team, de ouderraad, de medezeggenschapsraad, de ouders en de buurtbewoners zijn allen gebaat bij een open en eerlijk overleg, waarbij het altijd moet gaan over het zoeken naar gezamenlijke oplossingen en verbeteringen. Veiligheid zal een geregeld terugkerend onderwerp zijn binnen de verschillende groepen ook zonder directe aanleiding.
Veiligheidsplan CBS Roemte
3
Hoofdstuk 2
Regels en afspraken
Voor de kinderen. In Roemte zijn de regels in overleg met de kinderen afgesproken, waarbij het uitgangspunt is geweest om zo weinig mogelijk regels te hanteren. Tijdens de maandopeningen wordt er, als dat nodig is, aandacht aan besteed. We vinden het belangrijk dat de regels positief zijn gesteld en een vanzelfsprekendheid hebben, waardoor sancties overbodig worden. In de schoolgids worden de regels en afspraken genoemd in hoofdstuk 4. De gang van zaken bij het overblijven en de daar geldende regels staan eveneens in hoofdstuk 4 van de schoolgids. De 5 regels die in Roemte de sfeer en het klimaat bepalen zijn:
Wees aardig voor elkaar Denk om je taalgebruik Luister goed naar elkaar Probeer ruzie te voorkomen Wees zuinig op elkaars spullen De praktijk heeft in de afgelopen jaren laten zien dat genoemde regels voldoende zijn en door ieder worden gerespecteerd. In gevallen van overtreding van de regels wordt erover gesproken en aangegeven hoe er mee moet worden omgegaan. Als blijkt dat de regels vaker worden overtreden, volgt opnieuw een gesprek en wordt contact opgenomen met de ouder(s)/verzorger(s). Op de pleinen gelden dezelfde regels en afspraken. Op ieder plein is een leraar aanwezig tijdens de pauzes. De ouders zijn hiervan op de hoogte door middel van de schoolgids. Als er zich problemen voordoen bij het overblijven tijdens de middagpauze wordt dezelfde procedure gevolgd en is de coördinator het aanspreekpunt. Voor de leraren. In het personeelsbeleidsplan zijn de regels en afspraken opgenomen die gelden voor de leraren. Ook zijn daar de procedures te vinden die aangeven hoe gehandeld dient te worden als er zich problemen voordoen. Voor de hulpouders en stagiaires. Iedere groep hulpouders heeft als aanspreekpunt een leraar. De activiteiten worden doorgesproken, de schoolregels worden nog eens genoemd en er wordt aangegeven dat er geen drempel is om te komen met vragen of suggesties. Met de stagiaires vindt voor de stageperiode een gesprek plaats. De onderwerpen die aan de orde komen zijn te vinden in de gele ordner, die in elk lokaal is te vinden onder het hoofdstuk Protocollen. De stagiaires weten wie hun aanspreekpunt is.
Veiligheidsplan CBS Roemte
4
Hoofdstuk 3
Pesten
Pesten is bedreigend en gebeurt over een langere periode. De pester misbruikt zijn of haar macht en het slachtoffer wordt uitgelachen, uitgescholden, vernederd en soms geslagen of geschopt. Dan zijn er ook nog de pesterijen die niet zichtbaar zijn, bijvoorbeeld het systematisch buitensluiten van de ander. Er zijn vier rollen: 1. kinderen die andere kinderen pesten; 2. kinderen die gepest worden; 3. de meelopers; 4. kinderen die niet direct bij de pesterijen zijn betrokken, maar toch de gevolgen ondervinden. Er is een goed pedagogisch klimaat nodig om te kunnen praten met kinderen over dit onderwerp, individueel en in de groep. Het belangrijkste is dat kinderen vertrouwen hebben in degene met wie ze praten. Vertrouwen ontstaat door een manier van omgaan met elkaar, die niet is gebaseerd op macht, maar op respect voor elkaar. Voorkomen Om pesten te voorkomen is het van essentieel belang dat kinderen, leraren en ouders weten dat ze serieus worden genomen als ze komen met een melding over pesten. Evenzo is het belangrijk dat elke melding over pesten niet wordt uitgelegd als een achterbakse actie, maar is bedoeld om erger te voorkomen. Onze school probeert pesten te voorkomen door: steeds te werken aan en goed pedagogisch klimaat, waar veiligheid en vertrouwen belangrijk zijn; pesten onder de aandacht te brengen als er sprake van is; ouders en verzorgers te informeren over activiteiten die bijdragen aan een gezond pedagogisch klimaat; duidelijk te stellen dat het signaleren van pesten geen klikken is; als teamleden één lijn te trekken: afkeuring van pestgedrag en actie ondernemen zoals is afgesproken. Bestrijden Wanneer er een melding wordt gemaakt door een ouder, kind of teamlid van pestgedrag, zal er direct onderzocht worden of er daadwerkelijk sprake is van pesten. Als inderdaad blijkt dat een kind of kinderen gepest worden, handelen we als volgt: 1. er is overleg met de collega (‘s); 2. er wordt geobserveerd; 3. er wordt gepraat met a. het kind dat wordt gepest; b. het kind of de kinderen die pesten; c. (indien nodig) de groep(en); d. de ouder(s) van pester en gepeste worden telefonisch geïnformeerd; 4. als er geen verbetering optreedt, wordt opnieuw gepraat met de kinderen om wie het gaat en de betrokken ouders worden uitgenodigd voor een gesprek op school; 5. als het blijft voortduren wordt contact opgenomen met deskundigen buiten de school, bijvoorbeeld met mensen van de schoolbegeleidingsdienst of de jeugdgezondheidsdienst; 6. er wordt aantekening van gemaakt in de incidentenregistratie. Als het nodig is wordt er naderhand gepraat met het kind of de kinderen, die gepest zijn en ook met de dader(s). Tijdens de gesprekken kan het gaan over eigenwaarde, over wrok, over spijt, over opnieuw beginnen.
Veiligheidsplan CBS Roemte
5
Hoofdstuk 4
Stappenplan bij conflicten
Als het zover komt dat, in het uiterste geval, een kind verwijderd wordt van school geldt de volgende procedure, die ook beschreven staat in de schoolgids onder hoofdstuk 4. Als binnen de school alle gesprekken tussen leraren, schoolleiding en ouder(s) niets meer opleveren worden de volgende stappen genomen: 1. het bestuur hoort de betrokken groepsleraar en de ouder(s); 2. het besluit wordt gemeld aan de leerplichtambtenaar; 3. het bestuur dient ervoor te zorgen, dat een andere school bereid is het kind op te nemen in overleg met de ouder(s); lukt dat niet binnen 8 weken dan kan het bestuur het kind verwijderen zonder vervolgonderwijs veilig te stellen; 4. het bestuur maakt het besluit tot verwijderen schriftelijk (aangetekend verzenden) bekend aan de ouder(s), met vermelding van de reden; 5. binnen 6 weken kan/kunnen de ouder(s) schriftelijk bezwaar aantekenen; 6. wanneer de ouder(s) tijdig bezwaar maakt/maken, beslist het bestuur binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaarschrift; 7. het bestuur hoort de ouder(s), voor een definitief besluit wordt genomen. Hier tegen kan/kunnen de ouder(s) weer in beroep gaan bij de bestuursrechter. Voor het zover komt is overleg en advisering nodig. Dat kan bij een aantal instanties en per geval zal duidelijk worden, waar externe hulp gevraagd moet worden. Aan een overleg kunnen deelnemen medewerkers van de jeugdgezondheidsdienst, de politie, de schoolbegeleidingsdienst en hier (nog) niet genoemde instanties. Waar mensen zijn en met elkaar werken, kunnen zich conflicten voordoen. De wijze van omgaan met conflicten geeft aan hoe het klimaat is in de school: leren we van opgeloste conflicten of veroorzaakt het ene conflict het andere conflict. Elk opgelost conflict maakt de mensen in de organisatie sterker en verliezers hoeven er niet te zijn.
Veiligheidsplan CBS Roemte
6
Hoofdstuk 5
Klachtenregeling
Met ingang van het schooljaar 1998/1999 moeten alle scholen een klachtenregeling hebben voor iedereen die betrokken is bij de school: teamleden, leerlingen, bestuursleden en ouders. Deze klachtenregeling is op school beschikbaar. Ouders die een klacht hebben kunnen die uiteraard het best eerst bespreken met de leraar, de directeur of het bestuur. Als de klacht daardoor niet is weggenomen, kunnen ze zich wenden tot de contactpersoon van de school en/of de vertrouwenspersoon van de vereniging. Tenslotte is de gang mogelijk naar een onafhankelijke commissie. De namen en adressen van voornoemde personen en instanties vindt u hieronder genoemd: De contactpersoon voor onze school is: Dhr. A. Booy Stationslaan 3 9919 AB Loppersum tel. 0596-571261 De vertrouwenspersonen van onze schoolvereniging zijn: Dhr. O. Odolphie Streekje 4 9991 AP Middelstum tel. 0595-551448 Mevr. H. Reitsema-Planting Rijksweg 25 9917 PT Wirdum te. 0596-572199 De klachtencommissie is ondergebracht bij: Metrium Postbus 586 8901 BJ Leeuwarden tel. 058-2677208
Veiligheidsplan CBS Roemte
7
Hoofdstuk 6
Gedragscode op Roemte
Algemeen Kinderen op schoot nemen
Kinderen die knuffelen Kinderen aanraken, aanhalen Alleen met kinderen in afgesloten ruimten
Kinderen troosten Kinderen zoenen Kinderen straffen
Opmerking over kleding
Wanneer een kind aangeeft bij de leraar op schoot te willen zitten, moet dat kunnen. Geen kinderen tegen hun wil op schoot nemen. In groep 4 afbouwen. Een spontane knuffel van een kind hoeft niet afgeweerd te worden. Een aai over de bol of een schouderklopje zijn goede pedagogische middelen. Verder geldt in het algemeen: let goed op of een kind gediend is van aanrakingen. Probeer te voorkomen dat je met een kind alleen in een afgesloten ruimte bent. Bij ons is dit met name van toepassing in de magazijnen. Zorg ervoor dat er een deur openstaat, zodat een collega kan horen wat er gebeurt of wat er besproken wordt. Probeer ervoor te zorgen dat je niet in een kwetsbare positie komt. (R.T. uitgezonderd) Lichamelijke aanraking kan bij troosten heel goed zijn. Merk je dat een kind dit liever niet wil, neem dan afstand. Leraren zoenen geen kinderen. Wanneer een kind een leraar spontaan wil zoenen, wordt dit toegelaten. Er worden geen lichamelijke straffen gegeven, ook geen lichte tikken of knijpen in de arm. Als vechtende kinderen uit elkaar moeten worden gehaald en het lukt niet met woorden, dan worden ze met minimale aanraking uit elkaar gehaald. Maak geen opmerking over kleding, die als kwetsend of bewust prikkelend kunnen worden uitgelegd.
Tijdens de gymles Betreden kleedruimte door leraar
Leraren blijven bij het omkleden tot groep 5. Bij het betreden van de kleedruimte vanaf groep 5, altijd even aangeven, zodat de komst is aangekondigd. Ruimte van andere sekse betreden alleen als dit nodig is. Relatie personeel gymzaal Personeel van de gymzaal nooit alleen laten met individuele kinderen, ook niet in bijruimtes van de sporthal. Ook een leraar blijft daar nooit alleen met een kind. Omkleden Vanaf groep 3 kleden jongens en meisjes zich gescheiden om. Gedraging- hulp tijdens gymles Lichamelijke aanrakingen zijn soms nodig. Wees je ervan bewust waar je kinderen aanraakt. Ongelukjes in gymzaal of Lichamelijke aanrakingen zijn ter behandeling natuurlijk kleedruimte wel noodzakelijk. Zorg dat er zo mogelijk een ander kind bij aanwezig is. Zwemmen Kleedruimte Jongens en meisjes kleden zich gescheiden om. Zelf mee zwemmen Wanneer de leraren zich omkleden, gebeurt dit gescheiden van de kinderen. Instructeur, ander Voorkom situaties van één op één, blijf altijd in de zwembadpersoneel buurt. Veiligheidsplan CBS Roemte
8
Schoolkamp Slapen Slapen teamleden Situaties van één op één In bossen en buitenlucht Ongelukjes Troosten
Veiligheidsplan CBS Roemte
Jongens en meisjes slapen gescheiden. Mannen bij de jongens in de buurt of in de slaapzaal bij de jongens, vrouwen in de buurt van de meisjes of op de slaapzaal. Deze voorkomen zowel binnen als buiten. Altijd in groepen blijven, geen kinderen alleen het bos insturen. Zie bij gymzaal Bij heimwee kinderen troosten; een aai over de bol of een arm om de schouder kan wonderen doen. Als kinderen laten merken daar niet van gediend te zijn, dit nalaten.
9
Hoofdstuk 7
Incidenten en ongelukken
Incidentenbespreking Tijdens de incidentenbesprekingen van zowel kinderen als personeel gaat het erom de deelnemers zo veel mogelijk in eigen woorden te laten vertellen wat zij hebben meegemaakt. De gespreksleider kan daarvoor de volgende technieken gebruiken: Open vragen stellen: vragen waarop de ander niet kan volstaan met een kort ja/neeantwoord, maar die de ander uitnodigen uitgebreider te vertellen over de eigen ervaring (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe). Doorvragen: vragen die volgen op een open vraag en de bedoeling hebben beter te begrijpen wat de ander vertelt. Dit zijn vragen die altijd aansluiten op wat de ander heeft ingebracht. Aanmoedigen: twee maal zo veel informatie kan worden verkregen door de ander met gebaren, houding of woorden aan te moedigen verder te vertellen: knikken, voorover zitten en geïnteresseerd de ander aankijken, horen hierbij. Samenvatten: door in eigen woorden samen te vatten wat de ander heeft ingebracht, toon je aandacht en begrip. Met een samenvatting laat je de ander weten dat je hem of haar hebt gehoord. Tevens geeft het de ander de kans jou te corrigeren als je iets niet of niet volledig hebt begrepen. Gevoel reflecteren: maak de ander duidelijk dat je probeert te begrijpen hoe hij of zij zich heeft gevoeld in de besproken situatie. Concretiseren: door de ander zo nauwkeurig en precies mogelijk te laten vertellen komen bij hem of haar de feiten, gedachten en gevoelens in een helder perspectief te staan. Een groepsbespreking van incidenten is een bespreking van een (kleine) groep kinderen die met elkaar praten over incidenten, volgens een vaste vorm en met duidelijke regels (een gespreksprotocol) en met een gespreksleider. De doelen van een klassenbespreking van incidenten zijn: praten over incidenten zoals: diefstal, pesten, vechten, dreigen en vernielen; gevoelens onder woorden brengen; begrip hebben voor en krijgen van andere kinderen; het verbeteren van de veiligheid op school. De spelregels van een klassenbespreking van incidenten zijn: iedereen vertelt zijn eigen verhaal; persoonlijke informatie blijft binnen de groep; kritiek op elkaar geven is verboden; kritiek geven op iemand die er niet bij is, is ook verboden; je valt elkaar niet in de rede en je luistert naar elkaar. Na afloop van ieder gesprek wordt een plan van aanpak gemaakt. Het plan van aanpak wordt besproken met de hele groep. In het plan van aanpak doen de gespreksleider en zijn gespreksgroep voorstellen voor verbetering van de veiligheid op school. Werkbespreking van incidenten Voor personeelsleden van een school kan het goed zijn in groepsverband te spreken over incidenten. Dat gebeurt tijdens een werkbespreking over incidenten. Tijdens deze besprekingen wordt gebruikgemaakt van een gespreksprotocol met een vaste vorm en duidelijke regels.
Veiligheidsplan CBS Roemte
10
De doelen van een werkbespreking van incidenten zijn: het bespreekbaar maken van eigen ervaringen; gevoelens en gedachten onder woorden brengen; begrip van collega's krijgen en begrip voor collega's hebben; afspraken maken over oplossingen via een concreet plan van aanpak. De spelregels van werkbespreking van incidenten zijn: iedereen vertelt zijn of haar eigen verhaal; persoonlijke informatie blijft binnen de groep; iedereen moet vrij kunnen spreken zonder dat er kritiek wordt gegeven; er mag geen afbrekende kritiek worden gegeven; de eigen beleving staat centraal. Aan het einde van de bespreking wordt een plan van aanpak gemaakt. Een plan van aanpak moet worden uitgewerkt, omdat op die manier optimaal gebruik wordt gemaakt van de deskundigheid van het team. Daarnaast leidt teamverantwoordelijkheid tot een grotere betrokkenheid bij het werk. Verder wordt de motivatie van het team om het plan van aanpak uit te voeren groter als de teamleden zelf de oorzaken en oplossingen hebben aangedragen. Incidentenregistratie Incidenten zijn er in vele soorten en maten: een pesterij, een diefstal, een ruzie, een steekpartij, een ingeslagen ruit, het zijn allemaal incidenten. Sommige incidenten, zoals ruzie, komen vaker voor op school en andere, zoals steekpartijen, zijn minder vaak aan de orde. De meeste incidenten die geregistreerd zijn, vinden plaats in het schoolgebouw (lokaal, gang, gymzaal) of op het schoolplein. Incidenten op routes van en naar school komen slechts weinig in de registratie terecht. Alleen de meest ernstige incidenten worden geregistreerd. Voor een goed overzicht van wat er in en om de school gebeurt en voor inzicht in de mogelijke verbanden tussen verschillende incidenten, is het aan te bevelen ook de incidenten op de routes van en naar school te registreren. Voorwaarden Voor een goed werkend incidentenregistratiesysteem moet aan de volgende randvoorwaarden worden voldaan. Het is duidelijk wie verantwoordelijk is voor het verzamelen en registreren van incidenten binnen de school. Intern is goed afgesproken welke typen incidenten wel en welke niet worden geregistreerd. Om scholen onderling te kunnen vergelijken worden er bovenschools afspraken gemaakt over welke typen incidenten wel en welke niet worden geregistreerd. Het feit dat er wordt geregistreerd, welke informatie over welke incidenten wordt geregistreerd en hoe de meldingsprocedure eruit ziet, wordt intern duidelijk gemaakt aan de medewerkers en aan de ouders/verzorgers. Soms kan het voor sommige externen, andere scholen, politie of hulpdiensten, belangrijk zijn hen op de hoogte te brengen van het bestaande incidentenregistratiesysteem. Het systeem is zowel incident- als persoonsgericht. De privacy blijft te allen tijde gewaarborgd.
Veiligheidsplan CBS Roemte
11
Afhandeling van een (ernstig) incident Betreft: 1 Ongeluk met lichamelijk letsel 2 Zware vormen van pesten 3 Vernieling 4 Bedreiging van kinderen 5 Bedreiging van leraren 6 Fysiek geweld tegen kinderen 7 Fysiek geweld tegen leraren 8 Wapenbezit 9 Seksueel geweld 10 Discriminatie van kinderen 11 Discriminatie van leraren Datum incident: ………………………………………… Plaats: ……………………………………………………... Korte beschrijving van het incident: ……………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… De volgende personen zijn ingelicht over het incident: 0 0 0 0
directeur ouders brandweer BHV-er(s)
0 0 0 0
groepsleerkracht t.w. ……………………………………….…………… politie dokter / ziekenhuis anderen namelijk ………………………………………………………..….
Naar aanleiding van het incident zijn de volgende acties ondernomen: …………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………….… ……………………………………………………………………………………………………………….………………... …………………………………………………………………………………………………………………………………. Ingevuld door: …………………………………………………………. Contactpersoon: …………………………………………………….…. Datum: ………………………………………………………………….….
Veiligheidsplan CBS Roemte
12
Hoofdstuk 8
Internetgebruik op school
Inleiding Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te zoeken, contacten te leggen met kinderen van andere scholen en deskundigen te raadplegen. De software die in ontwikkeling is, verwijst (in toenemende mate) naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes kan (in de toekomst) door kinderen via internet benaderd worden. Onze school is aangesloten op het internet. In principe hebben alle medewerkers en kinderen toegang tot het internet. De toegang tot internet wordt aangeboden binnen het kader van het volgen van het onderwijs of ter ondersteuning aan de bedrijfsvoering van de school. Voor de groepssituatie geldt dat de groepsleraar wel/geen toestemming geeft aan kinderen gebruik te maken van internet (onafhankelijk welke groep). Er wordt in de lessen waarbij internet wordt ingezet, gewezen op kindvriendelijke zoekmachines. De vereniging Noordkwartier heeft een contract gesloten met QLict voor netwerkbeheer en voor een internetfilter. Gedragsregels internet Het internet wordt conform de voorschriften en of aanwijzingen van het management gebruikt. Het is niet toegestaan andere activiteiten te ontplooien, zoals: het spelen van spelletjes via internet met derden; zonder toestemming (educatieve) spelletjes downloaden en installeren; het verwerven van geld voor persoonlijk gewin; het verrichten van handelingen met een commercieel privé-doel; het bezoeken van niet-onderwijs gerelateerde chatrooms en internetforums; het verkrijgen van onbevoegde toegang tot systemen en gegevens van de school of enige andere organisatie; internetsites bezoeken die obscene, tot haat opruiende of anderszins aanstootgevende informatie bevatten; persoonlijke opvattingen als opvattingen van de instelling voorstellen; het internet gebruiken voor gokken of onwettige activiteiten; commerciële software of materiaal waarop copyright berust in strijd met dat copyright uploaden, downloaden of anderszins overbrengen; het downloaden en/of installeren van niet-educatieve spelletjes. Ander gebruik dan hierboven genoemd van het internet, dat door de schoolleiding of de netwerkbeheerder als ongepast wordt aangemerkt, is ook verboden. Het is niet toegestaan materiaal te downloaden en binnen de school aan te wenden, waaronder teksten, afbeeldingen, geluidsopnames of video-opnames met een discriminatoire of pornografische inhoud, dan wel met een zodanige inhoud dat de gebruiker redelijkerwijze kan begrijpen dat de school zich hiermee niet kan verenigen en/of de betrokkenheid van de school bij dit materiaal de identiteit, eer en goede naam van de school schaadt. Het is niet toegestaan dat medewerkers hun emailadres en de naam van de school achterlaten op websites en of forums, tenzij men hiervoor toestemming heeft gekregen van de schoolleiding. Het is in beginsel niet toegestaan de ict-voorzieningen van de school te gebruiken voor het opzoeken van of toegang verkrijgen tot informatie van internet die niet dienstbaar is aan het volgen van het onderwijs of ter ondersteuning aan de bedrijfsvoering, behoudens surfen voor incidenteel privé-gebruik.
Veiligheidsplan CBS Roemte
13
Het is niet toegestaan software, gegevens en artikelen te downloaden of te kopiëren waarvoor auteursrechten of licenties gelden. Het is niet toegestaan vanaf een door de school verstrekt werkstation rechtstreeks in te bellen op een ISP (Internet Service Provider). Dit omdat de school het risico loopt, dat de aangebrachte beveiligingsmaatregelen worden omzeild, waardoor onder meer de kans ontstaat op inbreuk op vertrouwelijkheid van de gegevens op het netwerk van de school, het binnenhalen van virussen en verzenden van wachtwoorden over het netwerk. Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden. Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. Er wordt aan de kinderen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. De leraar draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is immers meestal niet hun schuld. Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen.
De website van Roemte De website van de school is toegankelijk via het adres www.cbsroemte.nl De ictcoördinatoren dragen zorg voor de inhoud van de site. Zij onderhouden het contact met het dienstverlenende bedrijf (QLICT). Op de website kunnen werkstukjes en foto's van kinderen worden geplaatst.
Op het aanmeldingsformulier dat ouders invullen bij de opgave van hun kind voor de school, kunnen zij aangeven dat zij: - instemmen met publicatie van werk en/of foto’s van hun kind(eren), of - publicatie van werk en/of foto’s van hun kind(eren) weigeren. De directeur verzamelt de namen van ouders die bezwaar hebben en plaatst ze op een lijst. Deze lijst wordt telkens geraadpleegd door een ieder die informatie of foto’s van kinderen op de website wil plaatsen. Ouders kunnen hun bezwaar dan wel hun instemming herroepen. Bij de publicatie van materiaal van kinderen op het internet worden geen achternamen vermeld. Bij publicatie van informatie wordt (strikt) persoonlijke informatie weggelaten. Bij vermelding van persoonlijke gegevens van hen die bij de school zijn betrokken, zal meestal niet meer worden gepubliceerd dan vrij verkrijgbare informatie. Bij publicatie van informatie, waar een betrokkene bezwaar tegen maakt, zal de webmaster deze informatie op verzoek verwijderen.
Veiligheidsplan CBS Roemte
14
Vertaling naar de groepssituatie
De Surfplank De kinderen van Roemte worden in kennis gesteld van de gedragsregels in een inleidend groepsgesprek. Er zijn regels bij die ook te maken hebben met de thuissituatie. Indien de groepsleraar het nodig acht, worden de regels en de voor- en nadelen van internet in de loop van het jaar weer aan de orde gesteld. We noemen onze afspraken ‘De Surfplank‘. Het is een papier met daarop 10 regels en afspraken over verantwoord computergebruik en hangt in elke groep (vanaf groep 4). In het groepsgesprek komt het volgende aan de orde: toon respect voor anderen; behandel anderen zoals jij behandeld wilt worden; stuur geen gemene of vervelende e-mails; wees voorzichtig online; je gedrag op de elektronische snelweg bepaalt hoe veilig je bent, dus: niet zoeken naar seks, geweld, discriminatie, racisme, enz.; wegklikken als er toch iets op je scherm komt, waarvan je schrikt; geef nooit persoonlijke informatie door; je echte naam, adres, (mobiele) telefoonnummer, je bankpas, maar ook foto’s van jezelf of je familie laat je niet zomaar overal slingeren; dus ook niet op internet, want je weet nooit wat anderen daarmee doen; je wachtwoord is alleen van jou: vertel het aan niemand, want voor je het weet, is het bij iedereen bekend; wees zuinig met het geven van je emailadres en (mobiele) telefoonnummer; stop met chatten als het vervelend wordt, of je je niet meer veilig voelt; praat er met anderen over, blijf er niet mee zitten, neem bekenden in vertrouwen; meld het je leerkracht/contactpersoon/vertrouwenspersoon als jij op internet iets tegenkomt wat je vreemd, vervelend, smerig, beledigend of bedreigend vindt; meld het ook als jij onbeschofte of gemene mailberichten ontvangt; verwijder volgende e-mails van dezelfde afzender zonder ze te openen; als daders geen reacties krijgen is de lol er voor hen snel af; reageer niet op pestmail; maak nooit (!) afspraken met internetvrienden: afspreken met iemand die je via internet hebt leren kennen, is gevaarlijk; je weet nooit zeker met wie je chat; de Surfplank (aantal belangrijke afspraken):
Veiligheidsplan CBS Roemte
15
op CBS Roemte 1. Ik mag alleen mijn voornaam gebruiken en ik geef anderen geen persoonlijke gegevens zoals mijn adres, mijn telefoonnummer, mijn e-mailadres of het adres van mijn ouders of dat van andere bekenden. 2. Ik ga meteen naar mijn meester of juf of mijn ouders als ik op internet heel vervelende informatie tegenkom. Houd jij je aan de afspraken, dan is het niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt. 3. Ik zal nooit toestemming geven aan iemand, die ik op internet ben tegengekomen, mij in het echt te ontmoeten. 4. Ik zal “internetpersonen” geen foto’s van mezelf toesturen, behalve als mijn ouders en mijn meester of juf hier toestemming voor hebben gegeven. 5. Ik spreek van tevoren met mijn meester of juf af wat ik op internet ga doen. 6. Internetten mag alleen als de meester of juf in de klas is, tenzij je iets anders hebt afgesproken. 7. Ik mail alleen met mijn eigen mailadres; mijn gebruikersnaam en wachtwoord zijn geheim. 8. Ik reageer niet op gemene, valse, oneerlijke, slechte of vervelende email. Het is niet mijn schuld dat sommige mensen zich niet weten te gedragen. Als het heel gemene dingen zijn, waarschuw ik meteen mijn meester of juf of mijn ouders. 9. Als ik aan het chatten of mailen ben, gedraag ik mij netjes; mijn taalgebruik is goed en ik zeg of typ geen rare of oneerlijke dingen. Chatten onder schooltijd mag niet.
Veiligheidsplan CBS Roemte
16
Hoofdstuk 9
Omgang met de media
Het is lastig om te gaan met (negatieve) aandacht van de media. Medewerkers van kranten en televisie kunnen de school, bijvoorbeeld na een ernstig incident, ongewenst belagen met telefoontjes en bezoekjes. De vraag is hoe de school in dergelijke situaties het beste kan handelen of juist het beste kan nalaten te handelen. Vervelende situaties kunnen worden voorkomen door met de media te overleggen en afspraken met hen te maken. Het verdient daarom aanbeveling een soort mediacoördinator aan te wijzen. In het geval van Roemte is dat de directeur (Henk Ebbers). Zijn telefoonnummer is bij alle medewerkers van de school bekend. Het kan gebeuren dat de directeur niet inzetbaar is. In dat geval is de plaatsvervangend directeur beschikbaar. Dat is Greetje Nomden. Ook haar telefoonnummer is bij alle teamleden bekend. Indien nodig kan ondersteuning worden gevraagd van de algemeen directeur van Noordkwartier, dhr. Geert Meijer. Hieronder volgen tips hoe om te gaan met de media. Als je voor het eerst over een onderwerp wordt benaderd door de media, vraag dan door wie je precies wordt benaderd en hoe die persoon te bereiken is. Voordat je inhoudelijk ingaat op vragen van de media, vraag je informatie over: de aanleiding van het contact; de inhoud van het contact; de bedoeling van het contact en over de informatie die al bekend is. Als je daadwerkelijk informatie gaat verstrekken, zorg dan dat je met de mediacoördinator, hebt besproken wat je gaat zeggen. Het kan ook zijn dat de mediacoördinator het over gaat nemen. Stel het personeel, de kinderen, de ouderraad en eventueel alle ouders per brief op de hoogte van de feiten, zodat het verhaal intern niet wordt behandeld als geheim of als taboe en daardoor een eigen leven gaat leiden. Laat het personeel, de kinderen en de ouders weten dat eigenhandige informatieverstrekking aan de media zorgt voor verwarring en tegenstrijdige verhalen en dat het beter is eerst te spreken met de mediacoördinator van de school, voordat je informatie verstrekt aan de media. Als er informatie wordt verstrekt aan de media, spreek dan van tevoren af, dat je de publicatie wilt zien vóór plaatsing, met de mogelijkheid om te corrigeren. Als dit laatste niet mogelijk is, vraag je dan af of je wel wilt meewerken. Een handige manier om de berichtgeving zelf in de hand te houden is het uitgeven van een persbericht. Dit is over het algemeen zeer aan te raden. Een persbericht heeft de vorm van een kort artikel, klaar voor publicatie. Van belang is dat er in een persbericht nieuws wordt gemeld in heldere en bondige formuleringen. Een persconferentie is een andere manier om zaken onder de aandacht te brengen en is vooral geschikt voor positief nieuws. Voor het verstrekken van informatie over een incident is een persbericht beter. Het aanmaken van een persbestand is aan te raden. Dit bestand kan contactinformatie bevatten van persbureaus, kranten, tijdschriften, omroepen, radio- en televisieprogramma’s en individuele journalisten. Als er ongewenst cameraploegen rondlopen bij de school, zorg dan dat niemand toestemming aan de media geeft om binnen te komen en dat de kinderen zo veel mogelijk naar binnen worden gehaald en binnen blijven.
Veiligheidsplan CBS Roemte
17
Vraag de media vriendelijk om niet te filmen. Zolang dit filmen op de openbare weg gebeurt, kun je het niet verbieden. Kaart geen problemen binnen de school aan via de media; probeer ze intern op te lossen. Denk niet dat de media-aandacht wel mee zal vallen. Behandel journalisten niet alsof ze zonder uitzondering sensatiezoekende aasgieren zijn. Wanneer journalisten druk uitoefenen op het krijgen van informatie, is het goed te bedenken dat hun handelen vaak wordt beïnvloed door de druk van een deadline. Verder is het goed te bedenken dat de media vaak geen expert zijn op het gebied van het onderwerp dat ze verslaan. Houd daar rekening mee bij het gebruik van taalgebruik en afkortingen. Onthoud de media niet alle informatie en verbied ze niet van alles, zonder tegelijkertijd ook iets te bieden. Beloof een medium niet te gemakkelijk een primeur: dit beperkt je verdere vrijheid van informatieverstrekking. Doe dit daarom alleen als daar belangrijke voordelen uit voortvloeien. Beloof de media niets. Maak geen ruzie met de media. Word bij voorkeur niet emotioneel tijdens een contact met de media. Als de media-aandacht is veroorzaakt door een gebeurtenis die in de school zelf ook veel gevolgen heeft, zorg dan dat de schoolleiding alle tijd en ruimte heeft voor de interne afwikkeling van het incident door een niet-betrokken mediacoördinator aan te wijzen. Deze persoon draagt zorg voor alle contacten met de media en voor neutrale informatieverstrekking. Dit kan een persoon binnen de school zijn, een schoolleider van een andere school, de algemeen directeur of iemand van het bestuur. Alle media worden naar de mediacoördinator van de school verwezen. Alleen het werktelefoonnummer van diegene mag aan de media worden gegeven. De mediacoördinator van de school regelt wie er door de media mogen worden geïnterviewd. Je kunt in bepaalde omstandigheden altijd met de afdeling voorlichting van de politie of met de gemeente contact opnemen. Zij kunnen helpen door bijvoorbeeld de media-aandacht naar zich toe te trekken of door te adviseren over de soort en de mate van informatieverstrekking aan de media. Haal in dringende gevallen de schoolsite zo snel mogelijk van het internet om ongewenste verspreiding van (gevoelige) informatie te voorkomen.
Veiligheidsplan CBS Roemte
18
Hoofdstuk 10
Maatregelen bij speciale activiteiten
Bijlagen De volgende formulieren worden gebruikt bij bijzondere activiteiten binnen en buiten de school. De genoemde maatregelen in de protocollen zijn niet bindend. In overleg wordt vastgesteld wat nodig is en wat niet. Bijlage 1: VEILIGHEIDSPROTOCOL BIJZONDERE ACTIVITEITEN (binnen het schoolgebouw) Activiteit Groep/plaats Datum/tijd
: ……………………………………………………………………………………….. : ……………………………………………………………………………………….. : …………………………………………………………………………………………
Verantwoordelijke leraren: ............................................................................. ………………………………………………………………………………………….…..……………………. 0 Eén protocol in de groepsmap en/of activiteitenmap en één bij de directie. 0 Begeleiding: veel ouders en alle leraren. 0 Taak en eventuele plaats leraar. 0 Instructie aan ouders over wat van hen wordt verwacht bij deze activiteit. Tevens worden de ouders op de hoogte gesteld van het ontruimingsplan. 0 Binnen de school geldt een algemeen rookverbod. 0 Leraren zorgen dat alle vluchtwegen en nooduitgangen (raam/deur) vrij zijn van obstakels. 0 Plaats(en) waar kinderen mogen komen zijn: 0 De kinderen gaan als volgt naar binnen: 0 De kinderen verlaten de school: 0 Verdere belangrijke zaken: 0
…………………………………………………………………………………………………………………………
0
……………………………………………………………………………………………………………………….…..
0
………………………………………………………………………………………………………………………….
Veiligheidsplan CBS Roemte
19
Bijlage 2: VEILIGHEIDSPROTOCOL BIJZONDERE ACTIVITEITEN (buiten het schoolgebouw) Activiteit omcirkelen
0 0 0 0
sportdag schoolkamp schoolreis bezoek aan :
0 0 0 0 0 0 0 0
tentoonstelling, theater bibliotheek kinderboerderij educatief centrum scholen voortgezet onderwijs ……………………………………………. …………………………………………….
Datum
:................................................
Tijdstip heen/terug
:................................................
Locatie activiteit
:................................................
Bereikbaarheid activiteit
:………………………………………………
Welke groep(en)
:................................................
Aantal kinderen
:................................................
Verantwoordelijke
:................................................
Leraren
:................................................
Aantal begeleiders
:................................................
Mobiliteit naar activiteit
:................................................
Veiligheidsplan CBS Roemte
20
Bijlage 3: SPORTDAG 0
0 0
Elke begeleider krijgt de namen van de kinderen van zijn groepje en het ingevulde veiligheidsprotocol. De kinderen komen onder verantwoordelijkheid van de ouders, zelfstandig naar de locatie toe. Kruis aan met welk vervoermiddel en lees de voorschriften! Er is altijd een leraar zonder groepsverantwoordelijkheid. Deze leraar heeft de namenlijsten met telefoonnummers, een mobiele telefoon en de beschikking over de EHBO-doos. De begeleiding bestaan uit één ouder per ...... kinderen. De leraar begeleidt eventueel ook een groep, maar coördineert en surveilleert eveneens. Hij/zij heeft een mobiele telefoon en een lijst met telefoonnummers bij zich. De kinderen worden continu begeleid, zowel tijdens het sporten als tijdens het lopen van het ene naar het andere onderdeel. De deelnemers dragen een schoon tenue. ....................................................................................................................
0
………………………………………………………………………………………………………………….
0 0 0 0 0 0 0
Opmerkingen:
Veiligheidsplan CBS Roemte
21
Bijlage 4 SCHOOLKAMP 0 0 0 0 0
Voor aanvang van het schoolkamp zijn alle bijzonderheden over de deelnemende kinderen bekend gemaakt aan de groepsleraar (o.a. ziektekostenverzekering, huisarts, dieet, bereikbare telefoonnummers ouders, enz.). Er dient één begeleider per........kinderen te zijn. De leraar is in het bezit van de mobiele telefoon van de school, van de telefoonnummers van de (ouders van de) deelnemers en een EHBO-doos. Na aankomst op locatie wordt met alle kinderen en begeleiders het noodplan voor het verlaten van het gebouw doorgenomen. Ook worden regels en afspraken doorgenomen. De mobiele telefoon wordt alleen gebruikt in noodgevallen. Het telefoonnummer van het schoolkamponderkomen is bij de ouders bekend en wordt alleen in noodgevallen gebruikt (dringend verzoek).
0
.......................................................................................................................
0
……………………………………………………………………………………………….……………………
0
…………………………………………………………………………………………………………………….
0
…………………………………………………………………………………………………………………….
SCHOOLREIS. 0
0 0
Alle begeleiders wordt ruimschoots van tevoren gewezen op hun verantwoordelijkheden en de regels. Elke begeleider krijgt de namen van de kinderen in zijn/haar groepje, plattegrond van het park/de bestemming en de lijst met dagafspraken. De centrale plek is bij de ouders bekend. De kinderen worden van tevoren door de leerkracht in groepjes verdeeld. De groepsgrootte is afhankelijk van leeftijd, maar ook van de te bezoeken attractie. Voor elke schoolreis zullen specifieke afspraken worden gemaakt. Deze afspraken hebben te maken met de organisatie van dat specifieke reisje. Regels van het park of de attractie omtrent lengte, leeftijd, e.d. altijd aanhouden. ‘s Ochtends verzamelen de kinderen zich in de klas. De absentielijst wordt bekeken en ingevuld, eventuele absenten worden aan de coördinator doorgegeven. De begeleiders nemen hun groepje mee naar de gereedstaande bus. Van tevoren is bekend in welke bus plaatsgenomen moet worden. Eén leraar loopt vrij rond en bezit de mobiele telefoon van de school, de lijst met telefoonnummers van alle kinderen, de huisartsenlijst en de EHBO-doos. Er moet altijd een extra auto mee voor evt. doktersbezoeken, calamiteiten, etc. Gedurende de dag worden de kinderen enkele keren geteld/gecontroleerd.
0
...........................................................................................................................
0
…………………………………………………………………………………………………..……………………
0
…………………………………………………………………………………………………………….………….
0 0 0 0 0 0 0
Veiligheidsplan CBS Roemte
22
Bijlage 4 TENTOONSTELLING, THEATER, BIBLIOTHEEK, KINDERBOERDERIJ, WOONWIJK, EDUCATIEF CENTRUM, GROEP 8 NAAR SCHOLEN VOORTGEZET ONDERWIJS 0 0 0 0 0 0
In de groep worden de gedragsregels besproken. Eén leraar bezit een mobiele telefoon, de lijst met telefoonnummers van alle kinderen en een huisartsenlijst. Een begeleidende leraar gaat als eerste een plaats van bestemming binnen/op. Een andere begeleider gaat als laatste. Tijdens de activiteit houden de leraren toezicht. Na afloop gaat de leraar als eerste naar buiten. Hij vangt daar de kinderen op en telt.
0
.............................................................................................................................
0
……………………………………………………………………………………………………………….…………
0
…………………………………………………………………………………………………………..……………..
0
………………………………………………………………………………………………………..………………..
Veiligheidsplan CBS Roemte
23
Bijlage 5 VERVOER. Per bus 0 De vervoersmaatschappij heeft een veiligheidskeurmerk. 0 ‘s Ochtends verzamelen de kinderen zich in de klas. De absentielijst wordt bekeken en ingevuld, eventuele absenten worden aan de coördinator doorgegeven. 0 De begeleiders nemen hun groepje mee naar de gereedstaande bus. Van tevoren is bekend in welke bus plaatsgenomen moet worden. 0 ………………………………………………………………………………………………………………………… 0 ………………………………………………………………………………………………………………………… 0 …………………………………………………………………………………………………………………………. In de bus 0 Wettelijke regels omtrent het aantal kinderen op de stoelen strikt navolgen. Ieder kind zit op een eigen stoel. 0 De leraar bepaalt waar iedereen in de bus gaat zitten. Dit zal in veel gevallen vrij gelaten worden, maar waar dit niet kan, beslist de leraar. 0 In de bus zit tenminste één leraar. Die controleert het aantal kinderen. De overige begeleiders zitten verspreid door de bus en houden mede toezicht. 0 Alle kinderen blijven zitten. Er wordt niet onnodig in de bus gelopen. 0 De kinderen mogen niet op de eerste stoel en op de middelste stoel van de achterbank in verband met voorover vallen bij plotseling remmen. 0 De regels en wensen van de chauffeur worden nagevolgd. 0 Na afloop telt elke begeleider het eigen groepje. 0 Er moet altijd een extra auto mee voor evt. doktersbezoeken, calamiteiten, enz. 0 ............................................................................................................................. 0 ………………………………………………………………………………………..……………………………….. 0 ………………………………………………………………………………………………………………………….. Vervoer met auto’s 0 De bestuurder heeft een inzittendenverzekering. 0 De gordel moet om. Geen gordels aanwezig, geen kinderen vervoeren. Het aantal gordels bepaalt het aantal kinderen. 0 Kinderen die voorin plaatsnemen hebben de wettelijk verplichte lengte. 0 Géén kind op de voorstoel, tenzij jonger dan 12 jaar, maar groter dan 1,5 meter en in de gordel. 0 Ouders hebben in ieder geval een duidelijke routebeschrijving naar de bestemming. 0 Kinderen stappen uit aan de kant van het trottoir. 0 .............................................................................................................................. 0 …………………………………………………………………………………………………………………………… 0 …………………………………………………………………………………………………………………………… Vervoer per fiets 0 De kinderen gaan op een degelijke fiets. 0 ………………………………………………………………………………………….……..………………………… 0 …………………………………………………………………………………………..….…………………………… 0 ……………………………………………………………………………………………………………………........
Veiligheidsplan CBS Roemte
24
Lopend 0 Minimaal één leraar per groep met ondersteuning van voldoende begeleiders. 0 Kinderen lopen twee aan twee (eventueel hand in hand) en blijven in de rij lopen. 0 Eén begeleider vooraan en één begeleider achteraan. 0 Leraar en ouder blokkeren de rijweg bij oversteken. 0 ………………………………………………………………………………………………………………………..… 0 .............................................................................................................................. 0 …………………………………………………………………………………………………………………………… Vervoer per openbaar vervoer (bus/trein) 0 De leraar heeft bij zich: strippenkaart/treinkaartjes, leerlingenlijst met telefoonnummers en de mobiele telefoon van de school. 0 Er moet minimaal één extra begeleider mee. 0 Er wordt naar de bushalte / het station gelopen volgens de schoolregels. 0 Daar wordt aangegeven waar gewacht mag worden. 0 Eerst eventuele passagiers laten uitstappen. 0 De kinderen rustig laten instappen, liefst de hele groep bij elkaar / in één coupé, liefst zittend. 0 Indien niet iedereen bij elkaar kan zitten, dan wordt de groep gesplitst. De leraar geeft, waar nodig, aan wie waar gaat zitten. Bij elke groep blijft een begeleider aanwezig. 0 Rustig uitstappen. 0 Duidelijk van tevoren afspreken, waar gewacht wordt. 0 Toezien op het uitstappen van alle kinderen en tellen. 0 ……………………………………………………………………………………..…………………………………… 0 .............................................................................................................................. 0 ………………………………………………………………………………………………………………..………… Zelfstandig naar de locatie onder verantwoordelijkheid van de ouders. 0 Een leraar is op de plaats van de activiteit aanwezig. De kinderen melden zich bij hem/haar. 0 Kinderen mogen pas weer naar huis na afmelding bij de leraar. 0 De verantwoordelijke leraar blijft op de plaats van de activiteit tot het laatste kind deze locatie met toestemming van de leraar heeft verlaten. 0 ………………………………………………………………………………………………………..………………… 0 …………………………………………………………………………………………………………..……………… 0 …………………………………………………………………………………………………………………………
Veiligheidsplan CBS Roemte
25
Hoofdstuk 11 Naam school: CBS Roemte
Vastgesteld op 4 maart 2006 Opnieuw vastgesteld op 22 april 2010
Kwaliteitskaart 6: Schoolklimaat Standaard: De school zorgt voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat. Indicator 1
Personeelsleden en leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om.
2
De school zorgt voor een aangename, motiverende omgeving voor leerlingen.
3
De school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden.
4
De school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap.
5
De school zorgt voor veiligheid.
Indicator 1 Personeelsleden en leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om. Indicator 1a Personeelsleden en leerlingen tonen wederzijds respect.
1.a.1 1.a.2
1.a.3
1.a.4
Kernkwaliteit De leraren dragen in houding, woord en gedrag uit dat ieder mens/kind verschillend is en tegelijkertijd evenveel waard is. Uitgaan van de gelijkwaardigheid van ieder kind (mens) houdt voor de leraren in dat kinderen (mensen) worden geaccepteerd, ongeacht: godsdienst; levensbeschouwing; cultuur; sekse; etniciteit; persoonskenmerken; sociaal-economische status ouders; seksuele geaardheid. De leraren hanteren als uitgangspunt dat ongewenst/negatief gedrag in welke vorm ook onacceptabel is en niet getolereerd wordt. Daarbij gaat het in elk geval om: discriminatie; racisme; intimidatie; geweld; pestgedrag; seksisme; aanzetten tot haat jegens anderen en andersdenkenden. De leraren tonen naar elkaar en naar leerlingen voorbeeldgedrag in het open en respectvol met elkaar omgaan.
Veiligheidsplan CBS Roemte
26
1.a.5
1.a.6
1.a.7 1.a.8 1.a.9 1.a.10
1.a.11
Persoonlijke en/of vertrouwelijke zaken betreffende een leerling worden door de leraar uitsluitend individueel met de leerling besproken en nooit ten overstaan van anderen. In gesprekken met leerlingen tonen leraren zich: behoedzaam in het vellen van oordelen over mensen en gebeurtenissen; in houding en reactie respectvol inzake afwijkende meningen en opvattingen, ook van kinderen; maar stellig en consequent in het veroordelen van negatief gedrag. In voorkomende gevallen erkennen leraren hun fouten jegens leerlingen en verontschuldigen zich ervoor. De leraren spreken de leerling consequent met de eigen voornaam aan. De leraren leren leerlingen elkaars “producten” positief te beoordelen/ waarderen en elkaar complimenten te geven. De leraren geven leerlingen het gevoel welkom te zijn en verwelkomen/groeten leerlingen dagelijks zowel individueel als groep (“goede morgen”, “wel thuis”, “tot morgen” en aan het eind van de week “prettig weekend” en in voorkomende gevallen “fijne vakantie” e.d.) De leraren tolereren niet dat leerlingen die zich naar volwassenen (leraren, ouders, overblijfkrachten etc.) toe onbeschoft/brutaal gedragen en reiken hiervoor in de plaats gewenst gedrag aan.
Indicator 1b Personeelsleden tonen persoonlijke aandacht voor leerlingen. Kernkwaliteit 1.b.1 De leraren geven dagelijks positieve aandacht aan individuele leerlingen: tijdens de lessen (zowel bij de instructie als de verwerking); tijdens het zelfstandig werken; tijdens in- en uitloopmomenten voor en na de pauzes en aan het begin en het eind van de schooldag; tijdens pleinwacht en andere vormen van toezicht. 1.b.2 De aandacht van de leraren voor de individuele leerlingen is altijd mede gericht op het totale welbevinden van leerlingen met daarbij de nodige aandacht voor hun persoonlijke omstandigheden. 1.b.3 Leraren geven leerlingen met problemen persoonlijke aandacht en begeleiding. Daarbij gaat het om problemen in brede zin: leerproblemen; gedragsproblemen; problemen in de sociale en emotionele sfeer; 1.b.4 De leraren hebben oog voor emoties van leerlingen en bieden troost aan leerlingen bij verdriet. 1.b.5 Leraren hebben speciaal oog voor het signaleren van ontmoedigingsverschijnselen en gevoelens van onbehagen bij leerlingen. Op deze signalen handelen zij adequaat door: gesprekken met deze leerlingen te voeren; ouders erbij te betrekken; (via de IB-er) externe deskundigheid in te schakelen; acties die gericht zijn op het versterken van het zelfbeeld; de leerling succeservaringen te laten opdoen;
Veiligheidsplan CBS Roemte
27
Indicator 1c De school bevordert een gelijke en rechtvaardige behandeling van leerlingen.
1.c.1
1.c.2
1.c.3
1.c.4
Kernkwaliteit De school heeft in de schoolgids haar uitgangspunten beschreven. Deze uitgangspunten: vormen de grondslag voor het pedagogisch handelen; beschrijven centrale waarden in opvoeding en onderwijs. De school heeft positief geformuleerde schoolregels waarin de omgangsregels in school zijn vastgelegd en de doorgaande lijn daarin: hoe gaan leraren om met leerlingen; hoe gaan leerlingen met elkaar om; de algemeen geldende schoolregels; de algemeen geldende klassenregels. Voor de school zijn de uitgangspunten van het schoolreglement: hoge verwachtingen die leraren hebben van kinderen, ouders en leraren; het belang van betrokkenheid bij de ander, elkaar helpen, onderlinge samenwerking; respectvolle omgangsvormen met andere sekse, religies, culturen; het voorkomen van pestgedrag en het tegengaan van discriminatie, intimidatie, agressie en geweld kort en bondig geformuleerde gedragsregels en de doorgaande lijn daarin; de herkenbaarheid van het schoolreglement in de praktische toepassing van alledag. De school heeft maatregelen tegen pestgedrag ontwikkeld en vastgesteld met inschakeling van alle schoolgeledingen. De leraren handelen in voorkomende gevallen consequent conform deze afspraken die te vinden zijn in de gele map, die in elke groep aanwezig is. De school stelt, als dat nodig is, schoolregels tijdens de maandopening aan de orde.
Indicator 1d Personeelsleden handhaven geldende omgangsregels.
1.d.1
1.d.2 1.d.3 1.d.4 1.d.5 1.d.6
1.d.7
Kernkwaliteit Directeur en leraren bevorderen een schoolcultuur waar bij het vanzelfsprekend is dat leraren en leerlingen elkaar er wederzijds op aanspreken wanneer regels en afspraken niet worden nagekomen. Alle leraren beschikken over een recent exemplaar van de schoolregels, kennen de inhoud ervan en passen het reglement toe. De algemeen geldende schoolregels zijn zichtbaar en herkenbaar aangebracht op centrale plaatsen in het schoolgebouw. De leraren belonen leerlingen die zich aan de regels en afspraken houden door het geven van complimenten. De directeur en de leraren toetsen de regels voortdurend aan de praktijk en stellen ze waar nodig bij. Leraren betrekken de leerlingen hier actief bij. De leraren hebben met de leerlingen in hun eigen groep duidelijke klassenregels afgesproken als afgeleide van de algemeen geldende regels van het schoolreglement, inzake zelfstandig werken; samenwerkend leren; omgaan met elkaar; huishoudelijke zaken. De leraren evalueren de klassenregels nadrukkelijk met de leerlingen. Jaarlijks worden tijdens informatieavonden de schoolregels/klassenregels met de ouders doorgenomen. Leraren staan daarbij open voor een kritische inbreng van
Veiligheidsplan CBS Roemte
28
1.d.8 1.d.9
ouders. De leraren houden zich ook zelf consequent aan de gedragsregels waaraan kinderen zich moeten houden. Tijdens de schoolevaluatie aan het begin/ eind van het cursusjaar stelt de directeur expliciet de schoolregels aan de orde.
Veiligheidsplan CBS Roemte
29
Indicator 2 De school zorgt voor een aangename, motiverende omgeving voor leerlingen. Indicator 2a De aankleding en inrichting van ruimtes en gebouw zijn functioneel en stimulerend. Deze indicator is reeds behandeld bij de Kwintookaart Onderwijsleerproces. Indicator 2b De sfeer op school is stimulerend.
2.b.1 2.b.2
Kernkwaliteit De leraren hanteren als uitgangspunt dat de schoolgemeenschap wordt gevormd door leraren, leerlingen en ouders/verzorgers. Team en directie voeren een actief beleid om het wijgevoel van leraren, leerlingen en ouders/verzorgers in school te stimuleren en te bevorderen door: de organisatie van gezamenlijke activiteiten (zie schoolgids): leraren, ouders en leerlingen zoveel mogelijk bij te betrekken bij bovengenoemde activiteiten.
Indicator 2c Leerlingen worden actief betrokken bij de schoolorganisatie. Kernkwaliteit 2.c.1 De leraren organiseren in hun groep wekelijks/dagelijks een moment van bezinning waarop ze met de leerlingen de werkhouding en het leerproces (groepsproces en individueel) doornemen: wat ging er goed; wat ging er niet zo goed; wat hebben we ervan geleerd; wat gaan we beter doen en hoe doen we dat. 2.c.2 De leerlingen van de groepen 7 en 8 worden 1 x per 4 jaar systematisch d.m.v. een leerlingenenquête bevraagd op: de schoolorganisatie; (de kwaliteit van) onderwijs en leren; schoolveiligheidsbeleving. 2.c.3 De leraren informeren de leerlingen van de groepen 7 en 8 over de uitkomsten van de leerlingenenquête en bespreken met hen de ideeën over schoolverbetering. 2.c.4 Indien nodig regelen de leraren een postbus/logboek in hun groep waarin leerlingen de gelegenheid krijgen om: hun mening te geven over de gang van zaken in school / in de groep; problemen van persoonlijke of meer algemene aard op te schrijven; positieve zaken te benoemen; negatieve zaken waaronder pestgedrag te signaleren. Indicator 2d De school bevordert het welbevinden van de leerlingen.
2.d.1
Kernkwaliteit Het welbevinden van leerlingen vormt het uitgangspunt van het professioneel pedagogisch handelen van de leraren in school zoals verwoord in het pedagogisch
Veiligheidsplan CBS Roemte
30
2.d.2 2.d.3
2.d.4
2.d.5 2.d.6 2.d.7 2.d.8 2.d.9 2.d.10 2.d.11
2.d.12 2.d.13 2.d.14 2.d.15 2.d.16
statuut van de school. Leraren treden rustig en weloverwogen op bij ongewenst gedrag van leerlingen en laten zich niet verleiden tot impulsief gedrag. De leraren hoeden zich voor kwetsend gedrag jegens leerlingen en zorgen ervoor dat ze kinderen niet onnodig in verlegenheid brengen door ongewenst gedrag te benoemen, maar niet de persoon. De leraren stellen ervaringen van krenking (uitlachen, spot, nadoen, belachelijk maken, negeren) aan de orde en laten zien “dat wij op onze school zo niet met elkaar omgaan”. De leraren dragen naar kinderen toe uit dat iedereen in school fouten mag maken en dat je op school met elkaar van fouten leert. De leraren luisteren met aandacht en belangstelling naar de inbreng van kinderen en zijn zich daarbij bewust van het belang van hun lichaamstaal. De leraren onthouden zich van het maken van kwetsende opmerkingen over het uiterlijk van leerlingen. Indien de leraren individuele leerlingen corrigeren, doen zij dat zoveel mogelijk gericht op de leerlingen en niet ten overstaan van de hele groep. De leraren hanteren als stelregel dat cynisme/sarcasme/stigmatisering gif zijn in de omgang met leerlingen. De leraren gaan ongewenste vormen van competitie- en concurrentiegedrag tussen leerlingen tegen. De leraren leren leerlingen hun onderlinge ruzies en conflicten zoveel mogelijk zelf op te lossen door kinderen coachend te helpen bij het onderling oplossen van ruzies en conflicten. De leraren leren kinderen om elkaar in het zonnetje te zetten en stimuleren dit proces continu door voorbeeldgedrag en complimenteren van leerlingen. De leraren leren kinderen om aandacht aan elkaar te besteden en aan belangrijke gebeurtenissen in elkaars leven. Zij bevorderen dit gedrag en stimuleren het continu. De leraren zijn altijd eerder in het lokaal dan de leerlingen. De leraren behandelen leerlingen gelijk en zijn ontvankelijk voor signalen die kinderen en ouders hieromtrent afgeven . De leraren belonen het gedrag van kinderen die opkomen voor andere kinderen, in het bijzonder voor kinderen die in de knel zitten.
Indicator 2e De rechten en rechtsbescherming van de leerlingen zijn geregeld. Kernkwaliteit 2.e.1 Naar ouders/verzorgers (via de schoolgids) en naar leerlingen (via de dagelijkse lespraktijk) wordt expliciet duidelijk gemaakt dat regels en afspraken in school er vóór alles zijn om als school beschermend te zijn naar leerlingen en daarmee naar ouders/verzorgers. 2.e.2 De directeur informeert ouders via de schoolgids over de klachtenregeling van de school en wie de schoolcontactpersonen en vertrouwenspersonen zijn tot wie ouders zich in eerste instantie kunnen wenden. 2.e.3 Wanneer een leraar het vermoeden heeft dat één van professionals in school zich mogelijk schuldig heeft gemaakt aan seksuele intimidatie en/of andere zedenmisdrijven jegens een leerling, stelt deze de directie of het bevoegd gezag daarvan terstond in kennis.
Veiligheidsplan CBS Roemte
31
Indicator 3 De school zorgt voor een aangename stimulerende werkomgeving voor personeelsleden. Indicator 3a Personeelsleden ervaren een grote mate van collegialiteit.
3.a.1 3.a.2
3.a.3 3.a.4
3.a.5
3.a.6 3.a.7 3.a.8
Kernkwaliteit Directeur en leraren hechten zeer aan cohesie en doorgaande lijn in het professioneel handelen en het leerkrachtgedrag in school. Voor de leraren is het een vanzelfsprekendheid dat men naast de verantwoordelijkheid voor de eigen groep of specifieke taakuitvoering tevens mede verantwoordelijk is voor het totale schoolgebeuren. Uitgangspunten op schoolniveau daarbij zijn: leraren ondersteunen elkaar; leraren geven elkaar feedback; leraren huldigen het principe van erkende ongelijkheid; leraren stellen hun eigen handelen ter discussie; leraren vinden het vanzelfsprekend elkaar er op aan te spreken als het professioneel handelen te wensen overlaat; leraren staan open voor hulp en ondersteuning door collega’s en derden; leraren delen elkaars (hulp)vragen, moeilijkheden en problemen; leraren zijn betrokken bij het wel en wee van hun collega’s, hebben tijd en aandacht voor elkaar en zijn betrokken op elkaars werk; fouten maken mag: daar leer je van; leraren gaan op een positieve manier om met conflicten. De directeur en de leraren hanteren een adequate vergaderstructuur. De directeur en de leraren hebben bindende afspraken gemaakt over de deelname van leraren aan personeelsvergaderingen, bouwvergaderingen, werkgroepvergaderingen, studiedagen, etc. Nieuw benoemde leraren krijgen gedurende een jaar een mentor toegewezen. De begeleiding van nieuwe leerkrachten vindt plaats op basis van de gemaakte afspraken Invallers worden ingezet op basis van gemaakte afspraken. Collegiale consultatie en intervisie vinden structureel plaats op basis van de gemaakte afspraken. Alle afspraken op het gebied van personeelsbeleid worden vastgelegd. Bijvoorbeeld afspraken over: begeleiding nieuwe leraren (personeelsbeleidsplan); aanwezigheid teamvergaderingen, margedagen (klassenmap); pleinwacht (klassenmap); functioneringsgesprekken / beoordelingsgesprekken / pop-gesprekken (personeelsbeleidsplan); taakbeleid (personeelsbeleidsplan)
Veiligheidsplan CBS Roemte
32
Indicator 3b Personeelsleden ervaren de schoolleiding als ondersteunend en stimulerend.
3.b.1
3.b.2
3.b.3
3.b.4
3.b.5
3.b.6 3.b.7 3.b.8 3.b.9 3.b.10
3.b.11
Kernkwaliteit De directeur hanteert als uitgangspunt voor goed personeelsbeleid dat leraren evenzeer als leerlingen drie basisbehoeften hebben: behoefte aan competentie, behoefte aan autonomie en behoefte aan relaties. De directeur houdt rekening met verschillen tussen leraren d.m.v. seniorenbeleid (bij personeelsleden ouder dan 50 jaar is het onderwerp “senior” een vast agendapunt tijdens de functioneringsgesprekken ; beleid beginnende leraren; taaktoedeling op basis van: deskundigheid;ervaring; kwaliteiten;affiniteit. Thuissituatie/persoonlijke omstandigheden. De directeur vindt van belang dat hij: veel rondloopt in school; veel praat met leraren en daarbij goed luistert; zich ook tijdens minder formele gesprekken richt op versterking van het professionele zelfvertrouwen bij leraren; uitgaat van de professionaliteit en specifieke kwaliteiten van leraren en hen daarop aanspreekt; betrokkenheid toont bij het persoonlijk wel en wee van leraren; er een coachende stijl van leidinggeven op nahoudt. De directeur houdt jaarlijks functioneringsgesprekken/beoordelingsgesprekken met alle leraren volgens de vastgestelde afspraken. Belangrijkste gespreksthema daarbij is de persoonlijke ontwikkeling op basis van het persoonlijk ontwikkelingsplan. De directeur voert voorafgaande aan de jaarlijkse functioneringsgesprekken groepsobservaties uit waarbij het pedagogisch-didactisch handelen van de leraar centraal staat. Hij bespreekt zijn bevindingen in alle openheid met de leraar. De directeur huldigt het principe: “leerkrachten kunnen altijd bij mij aankloppen”. Bij conflicten met ouders steunt de directeur naar buiten toe in beginsel de leraar. De directeur gaat altijd positief in op suggesties en ideeën van leraren en geeft blijk van zijn waardering voor deze vorm van betrokkenheid en meedenken. De directeur spreekt in het bijzonder zijn waardering uit naar leraren die hun werk goed doen en maakt dit ook kenbaar aan anderen. De directeur zorgt ervoor dat alle leraren steeds goed op de hoogte zijn van alles wat er speelt op school door: schriftelijke informatie vanuit de directie (indien nodig); het agendapunt mededelingen tijdens de personeelsvergaderingen De directeur voert waar nodig coachingsgesprekken met leraren en ondersteunend personeel.
Veiligheidsplan CBS Roemte
33
Indicator 3c Voor personeelsleden zijn geschikte werkruimten en verblijfsruimten beschikbaar
3.c.1
3.c.2
3.c.3
3.c.4
3.c.5 3.c.6 3.c.7
3.c.8 3.c.9 3.c.10 3.c.11
Kernkwaliteit Leraren hebben de beschikking over de personeelskamer tijdens de pauzes en voor en na schooltijd. Gedurende de lestijden is de personeelskamer beschikbaar voor onderling overleg, gesprekken met ouders, gesprekken met leerlingen etc. De directeur heeft de beschikking over een eigen directiekamer. Leraren maken gebruik van de directiekamer gedurende de schooltijden waarop de directeur de directiekamer niet gebruikt. Alle p.c.’s kunnen door leraren worden ingezet voor administratieve doeleinden, met inbegrip van gebruik internet/kennisnet en e-mail. Alle leraren beschikken over een USB-stick. Leraren die niet-lesgevende taken verrichten in andere ruimten dan hun leslokaal zorgen ervoor dat de directeur en overige leraren weten op welke werkplek zij zich bevinden. Leraren kunnen vrijelijk beschikken over de telefoontoestellen in school t.b.v. schoolactiviteiten. Leraren kunnen vrijelijk beschikken over apparatuur voor reproductie t.b.v. schoolactiviteiten. Voor privé-gebruik zijn er afspraken. Indien voor niet gepland spoedeisend overleg, b.v. gesprekken met ouders, geen adequate ruimte beschikbaar is, zorgen de directeur en de leraren dat óf de directiekamer óf de personeelskamer, terstond beschikbaar wordt gesteld. De ib-er en rt-er hebben voor hun werkzaamheden een eigen werkkamer ter beschikking. De directeur, de leraren en eventuele gasten kunnen gebruikmaken van een eigen toiletruimte. De directeur en de leraren kunnen gebruik maken van een keuken. De directeur en de leraren hebben een eigen garderoberuimte.
Veiligheidsplan CBS Roemte
34
Indicator 4 De school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap. Indicator 4a De school neemt deel aan en/of organiseert activiteiten in de wijk, stelt voorzieningen beschikbaar en onderhoudt functionele relaties in de wijk. Kernkwaliteit 4.a.1 Leraren en directie zien het belang in van een actieve rol van de school in het dorp/de wijk. Het actief participeren in dorps-/wijkactiviteiten is mede gericht op het instandhouden en bevorderen van de (sociale) cohesie in de buurt/de wijk/het dorp. 4.a.2 Directie en team hanteren als uitgangspunt dat het schoolgebouw buiten de lesuren mag worden gebruikt voor dorps-/wijkactiviteiten, mits dit niet ten koste gaat van het schoolbelang en de goede voortgang van het onderwijs niet belemmert. In geval hierover twijfel bestaat, beslist de directeur, na raadpleging van de leraren. 4.a.3 De directeur heeft in overleg met het bevoegd gezag het schoolgebouw beschikbaar gesteld voor diverse dorps-/wijkactiviteiten, zoals bijvoorbeeld: shantykoor; pianoles; De voorwaarden en condities van de beschikbaarstelling van het schoolgebouw zijn schriftelijk vastgelegd in een door de directeur en gebruiker ondertekende overeenkomst. De directeur ziet toe op de naleving van deze overeenkomst. 4.a.4 Directeur en personeel hebben in de schoolgids vastgelegd op welke wijze de school deelneemt aan dorpsactiviteiten. 4.a.5 Directeur en personeel onderhouden functionele contacten met de dorps/wijkvoorzieningen. Indicator 4b De school onderhoudt functionele relaties met instellingen en voorzieningen in de regio en met de lokale overheid.
4.b.1 4.b.2 4.b.3 4.b.4 4.b.5 4.b.6 4.b.7 4.b.8 4.b.9 4.b.10
Kernkwaliteit Directeur en personeel Directeur en personeel Directeur en personeel opvang. Directeur en personeel verenigingen. Directeur en personeel (educatie). Directeur en personeel vervolgonderwijs. Directeur en personeel jeugdhulpverlening. Directeur en personeel gezondheidszorg. Directeur en personeel Directeur en personeel
Veiligheidsplan CBS Roemte
hebben functionele contacten met de peuterspeelzaal. hebben functionele contacten met het kinderdagverblijf. hebben functionele contacten met de voor- en naschoolse hebben functionele contacten met de sport- en andere hebben functionele contacten met de instellingen voor cultuur hebben functionele contacten met de scholen voor hebben functionele contacten met de instellingen voor hebben functionele contacten met de instellingen voor hebben functionele contacten met de plaatselijke kerk(en). hebben functionele contacten met de politie.
35
Indicator 4c De school participeert in netwerken en samenwerkingsverbanden. Kernkwaliteit 4.c.1 De directeur, de ib-er en de leraren zijn actief betrokken bij de activiteiten van het swv wsns: het ib-overleg; het beleidsoverleg directies; de deelname aan scholingsactiviteiten/activiteiten deskundigheidsbevordering. De algemeen directeur onderhoudt de structurele contacten met de lokale overheid. 4.c.2 Indien nodig heeft de locatiedirecteur contacten met de locale overheid. 4.c.3 De directeur draagt zorg voor adequate informatie aan de leraren inzake het overleg met de lokale overheid.
Veiligheidsplan CBS Roemte
36
Indicator 5 De school zorgt voor veiligheid. Indicator 5a De school heeft een veiligheidsbeleid.
5.a.1 5.a.2
5.a.3 5.a.4 5.a.5 5.a.6 5.a.7
5.a.8 5.a.9 5.a.10 5.a.11
Kernkwaliteit De directeur en de leraren kennen de brandweervoorschriften, houden zich eraan en oefenen waar nodig met de leerlingen hoe te handelen bij brand in school. De school beschikt over een actueel ontruimingsplan. De leraren en de directeur oefenen op gezette tijden met de leerlingen in het snel en doelmatig ontruimen van de school in het geval van brand(simulatie). De directeur en de leraren hebben de bedrijfshulpverlening adequaat geregeld. De school heeft een preventiemedewerker. De directeur heeft in overleg met de leraren een plan van aanpak gemaakt op basis van de risico-inventarisatie en -evaluatie van de Arbo-dienst en voert deze uit. De directeur heeft de ongevallen- en incidentenregistratie adequaat geregeld. De school heeft een anti-rookbeleid geformuleerd. De directeur en de leraren houden zich strikt aan het geformuleerde beleid. De school heeft een toezichtregeling voor toezicht van leraren tijdens de pauzes en voor en na schooltijd. Directeur en leraren handelen conform deze regeling. Ouders zijn via de schoolgids door de directeur geïnformeerd over deze regeling. De school heeft een overblijfregeling. Ouders zijn via de schoolgids door de directeur geïnformeerd over deze regeling. Directie en leraren ruimen in de lessen plaats in voor deelname aan projecten rondom de veilige school. Directie en leraren nodigen politie en brandweer uit voor lessen op school (risicogedrag inzake roken, alcohol, vuurwerk, drugs, agressie/geweld, wapenbezit). De directeur en de leraren hanteren een beleidsplan Sociale Veiligheid Leerlingen en Personeel. In dit beleidsplan is geregeld: Hoe de school zich op de hoogte stelt van de beleving van de sociale veiligheid van de leerlingen; Hoe de school zich op de hoogte stelt van de beleving van de sociale veiligheid van de leraren; Hoe de school inzicht krijgt in (de beleving van) incidenten op het gebied van sociale veiligheid; Hoe de school optreedt bij incidenten; Tot welke inspanningen de school zich verplicht inzake preventie van incidenten.
Indicator 5b Leerlingen ervaren de school als veilig. Kernkwaliteit 5.b.1 De leraren zorgen ervoor dat in de leerlingenenquête (één keer per vier jaar) de leerlingen van de groepen 7 en 8 ook expliciet worden bevraagd op schoolveiligheidsbeleving. De uitkomsten hiervan vormen het uitgangspunt voor schoolverbetering. 5.b.2 De directeur zorgt ervoor dat in de ouderenquête (één keer per vier jaar) de ouders expliciet worden bevraagd op schoolveiligheidsaspecten. De uitkomsten hiervan vormen het uitgangspunt voor schoolverbetering. 5.b.3 Leraren gaan serieus in op zaken die leerlingen aan de orde stellen in het kader van schoolveiligheid en betrekken indien nodig de hele groep hierbij. 5.b.4 Leraren stellen schoolveiligheids(aspecten) expliciet aan de orde in gesprekken met
Veiligheidsplan CBS Roemte
37
leerlingen. Relevante uitkomsten van deze gesprekken worden in de personeelsvergadering besproken. 5.c.5 Directie en leraren nemen uitkomsten van externe onderzoeken inzake schoolveiligheid (Arbo-dienst, onderwijsinspectie, schoolvisitaties) serieus en nemen deze uitkomsten in voorkomende gevallen tot uitgangspunten van schoolbeleid 5.c.6 De directeur zorgt ervoor dat schoolveiligheid een vast gespreksonderwerp is bij de ouderraadsvergaderingen.
Indicator 5c Personeelsleden ervaren de school als veilig. Kernkwaliteit 5.c.1 De school zorgt ervoor dat in de personeelsenquête (één keer per vier jaar) de personeelsleden ook expliciet worden bevraagd op schoolveiligheidsbeleving. De uitkomsten hiervan vormen het uitgangspunt voor schoolverbetering. 5.c.2 De directeur zorgt ervoor dat schoolveiligheid een vast gespreksonderwerp is bij de functioneringsgesprekken. 5.c.3 De directeur heeft geregeld dat de vragenlijst “welbevinden personeel” wordt afgenomen bij de risico-inventarisatie en –evaluatie door de Arbo-dienst. 5.c.4 Leraren en directeur steunen elkaar actief bij conflicten met ouders/leerlingen. 5.c.5 De directeur heeft gedragsregels voor personeel vastgelegd in “gedragscode personeel”.
Veiligheidsplan CBS Roemte
38
Hoofdstuk 12
De fysieke veiligheid
In tegenstelling tot het voorgaande is de beschrijving van dit onderwerp niet zo uitgebreid, omdat de preventie bestaat uit afgesproken, vastgelegde controles van apparatuur, ruimtes en speeltoestellen. Het bestuur van Noordkwartier heeft ten behoeve van onderhoudscontroles de volgende contracten afgesloten: (in willekeurige volgorde)
cv’s en warmwatertoestellen; brandblusmiddelen; toestellen in gym- en speellokalen; buitenspelmateriaal: klim- en klautertoestellen; noodverlichting en nooduitgangen legionellapreventie; alarmbeveiliging; onderhoud aan het gebouw.
De EHBO-dozen worden in eigen beheer door de BHV-ers aangevuld als dat nodig is. De gegevens over Roemte zijn te vinden in de mappen bij “Onderhoud”. Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) Van iedere school wordt een RI&E opgesteld door de Arbodienst. Deze wordt aangepast als gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven. In het personeelsbeleidsplan staat in hoofdstuk 10 beschreven hoe de inventarisatie plaatsvindt en van welke onderdelen. De directeur zorgt jaarlijks voor een plan van aanpak. Bedrijfshulpverening In Roemte zijn elke werkdag voldoende BHV-ers aanwezig. Jaarlijks is er een bijscholing. Ontruimingsplan In de schoolgids van Roemte staat vermeld in hoofdstuk 4 hoe de ontruiming van het gebouw plaatsvindt. In alle groepen is het plan aanwezig met daarin aangegeven: de plattegrond van de school, een actuele groepslijst met de namen van de kinderen, de taken van de groepsleraar en briefjes voor de ouders van de kinderen als een oefening heeft plaatsgevonden. In de overige vertrekken hangt een lijst met aanwijzingen. In de school zijn in de gangen en ruimtes de vluchtwegen aangegeven met pictogrammen. Jaarlijks wordt in elk geval twee keer een oefening gehouden, waarvan één met de brandweer. Pleintoezicht Op de drie pleinen is in de pauzes toezicht van een leraar. Bijzondere aandacht is er bij het naar binnen- en buitengaan van de kinderen. Veiligheid rond de school In de ouderraad is één van de leden “verkeersouder”. In overleg met de directie en het team wordt gewerkt aan een veilige situatie voor de school bij het brengen en halen van de kinderen. De verkeersouder voert overleg met de gemeente en Veilig Verkeer over de mogelijkheden om een zo veilig mogelijke situatie te krijgen.
Veiligheidsplan CBS Roemte
39
Slot In dit plan is veel beschreven. Of het volledig is zal blijken uit de praktijk en evaluaties. Het plan zal geregeld worden aangepast en bijgewerkt. De ouders worden op de hoogte gebracht van dit plan en in alle groepen zal het plan worden toegevoegd aan de gele ordner, waarin meer plannen een plaats hebben gevonden. De schooldirectie is verantwoordelijk voor de actualiteit van dit veiligheidsplan. Dit veiligheidsplan is vastgesteld door: de teamleden van Roemte; de ouderraad van Roemte; de medezeggenschapsraad van Roemte.
Vastgesteld in oktober 2008. E.J.G. Klungel directeur CBS Roemte Wirdumerweg 16 9919 HD Loppersum
Veiligheidsplan CBS Roemte
40