II. Het beperken en beheersen van risico’s krijgt een nog prominentere plek in de organisatie Daartoe is onder andere het ‘functioneel tegendenken’, het ‘meer-ogen-principe’ en de ‘Bredase Regeling Risicovolle projecten’ geïntroduceerd. Het risicomanagement wat de gemeente Breda thans voert voor haar eigen grondexploitaties blijft bestaan. Het risicomanagement is daarnaast uitgebreid naar het faciliterende grondbeleid, oftewel naar de grondexploitaties die door derden worden gevoerd. Deze risico’s zullen vooraf bij de besluitvorming inzichteljk worden gemaakt en betrokken worden in het reguliere risicomanagement en de opbouw van het benodigde weerstandsvermogen. Ook zal in de besluitvorming omtrent ontwikkelingen van derden, inzichteljk worden gemaakt wat de effecten van deze ontwikkelingen zijn op de eigen gronden en grondexploitaties van de gemeente alsook de maatschappelijke impact. III. Concrete uitwerking informatievoorziening en kaderstelling De raad legt de kaders vast waarbinnen het college zaken verder kan uitwerken. De rolverdeling tussen raad en college verdient bijzondere aandacht wanneer in reeds lopende planprocessen zich een logisch moment voordoet voor bijstelling en/of herontwikkeling. De gemeente is zich bewust van het informatieniveau dat beschikbaar moet zijn om dejuiste keuzes op hetjuiste moment te kunnen maken. De Nota Grondbeleid 2014 beoogt op dit vlak vooral expliciet te maken op welke momenten en in welke vorm informatie wordt verstrekt en/of kaders worden vastgelegd. Op een aantal punten wordt de informatievoorziening aan de raad verbeterd en ook wordt de raad nadrukkelijker betrokken in het proces van gebiedsontwikkeling. Het Meerjaren Perspectief Grondbeleid en Programmering (MPGP) heeft een prominente plaats gekregen in de informatievoorziening. In 2014 is de Voortgangsrapportage Stedelijke Programmering geïntegreerd in het MPG waarmee weer een meer integrale informatievoorziening is gerealiseerd. Daarnaast wordt door middel van onder andere informatiesessies beoogd de vaak complexe materie toegankel~k te maken in aanvulling op de schriftelijke informatieverstrekking. Met betrekking tot de informatievoorziening van individuele projecten vormt de introductie van de realisatiestrategie een belangrijke aanvulling. In de realisatiestrategie wordt beschreven op welke wijze de gemeente haar ruimtelijke en programmatische ambities, in samenwerking met andere marktpartijen, wil uitvoeren, In 2014 is in dit kader de realisatiestrategie Via Breda opgesteld en aan de raad aangeboden. Herzieningen grondexploitatiesjaarrekening 2014 Uitgangspunten herzieningen Een grondexploitatie (grex) is de financiële vertaling van het productieproces van bouwrjpe grond. In een grex wordt beschreven welke investeringen moeten worden gedaan om bouwrjpe grond te produceren en welke opbrengsten met de uitgifte van die bouwrjpe grond kunnen worden behaald. Een grex is bovendien dynamisch: de factor tijd beïnvloedt het resultaat van een grondexploitatie. De grondexploitaties worden dan ook tweemaal per jaar integraal herzien (per 30juni en per 31 december). Een grondexploitatie bevat een groot aantal aannames die samenhangen met de drie ‘value drivers’ van gebiedsontwikkeling, de zogenaamde drie P’s: Prijs, Programma en Planning. Bijvoorbeeld over de omvang van de benodigde investeringen, over de omvang van de opbrengsten en over de tijdstippen waarop investeringen en opbrengsten zuilen worden gerealiseerd. Deze aannames worden steeds zo goed mogelijk onderbouwd en bepalen samen wat het financieel resultaat van de grondexploitatie is. Naar mate de looptijd van een grex verstrijkt 1 wordt het aantal aannames steeds kleiner en vervangen door realisaties.
1
Jaarverslag 2014 1
1 Gemeente Breda
~“
1 ï~nst
ide t’~.icatij~
?~
Young Accounfanrs
3ui~ding ~ b tt~r .‘vorkrnq world
.“
Tijdens een grexherziening worden achtereenvolgens: • Aannames vervangen door realisaties voor zover mogelijk. Als een jaar voorbij is, worden de werkelijk gemaakte kosten en de werkelijk gerealiseerde opbrengsten opgenomen in de grex. Bijvoorbeeld: als een plan bouwrijp is gemaakt vervangen de werkelijk gemaakte kosten de tot dan toe gehanteerde kostenraming: • Eerder gedane aannames nagelogen og realiteitspehalte. Bijvoorbeeld: Het bijstellen van de verkoopprognoses nader uitgewerkt naar prijs, planning en programma. Tevens worden de kostenramingen voor plankosten en bouw- en woonrjpma ken periodiek geactualiseerd. • Proiectplanningen tegen het licht gehouden. Bijvoorbeeld: als de verkoop van bouwgrond langer duurt dan eerder ingeschat, wordt de verkoop gespreid over een groter aantal jaren. Na afronding van deze stappen levert de grondexploitatie een nieuw (herzien) resultaat op. Parameters De gehanteerde parameters in de herzieningen zijn niet gewijzigd ten opzichte van de halfjaar herziening in 2014 (MPGP 2014). Onderstaande parameters zijn gehanteerd in de grondexploitaties. Rente Opbrengststijging Kostenstijging
2014 E.V.
3,9% 0% 2,5%
Gezien de negatieve ontwikkelingen ten opzichte van de grondprijzen en onzekerheden, wordt al vanaf 2012 geen rekening meer gehouden met opbrengststijgingen voor de gehele looptijd. De grootste kostenpost in de grondexploitaties heeft betrekking op de civieltechnische kosten. Het indexcijfer voor grond, weg- en waterbouw (GWW index van het CBS) liet tot ca. 2010 een prijsontwikkeling zien die boven de inflatie lag. Sinds 2010 ligt de prijsontwikkeling echter onder het inflatieniveau. De index van oktober 2014 was op jaarbasis 0,2% gestegen. De verwachting is dat op korte termijn de prijzen nog onder druk blijven staan. In grondexploitaties wordt echter gerekend met een lange termijn ontwikkeling. Voorzichtigheidshalve wordt in de grondexploitaties over de gehele looptijd gerekend met een kostenstijging van 2,5%. Algemeen beeld herzieningen In de Begroting 2014 is een verwachte opbrengst uit grondverkopen opgenomen van ca. € 39 mijoen. Hiervan is in 2014 ca. € 25 mijoen gerealiseerd. Daarmee verbetert de realisatie van de opbrengsten ten opzichte van het beeld dat de laatste jaren is ontstaan. Het dieptepunt hierin was 2013. Hoewel deze cijfers overeenkomen met het landelijke beeld, is de realisatie ook met name te danken aan de verkoopinspanningen die al in 2013 zijn ingezet, zoals ook aangegeven in de jaarrekening 2013. Ten opzichte van de realisatie van de grondopbrengsten voor wonen zijn de opbrengsten uit grondverkopen van bedrijventerrein achtergebleven bij de verwachting uit de Begroting 2014, Hier zijn meerdere verklaringen voor te vinden. De belangrijkste daarvan zijn de planologische procedures die nog niet zijn afgerond waardoor uitgifte nog niet kon plaatsvinden, afhankelijkheid van derde partijen in verband met aanpassingen in nutsvoorzieningen en onderhandelingen met partijen die meer tijd vragen. Doordat in de grondexploitaties gestuurd wordt op het maken van kosten zo dicht mogelijk tegen het realiseren van de opbrengsten aan (ook wel kasstroomsturing genoem~i),1 zijn ook de kosten lager uitgevallen dan begroot.
Jaarverslag 2014/ 142 1 Gemeente Breda
-
~,
‘,,
~;~—
‘~‘.ou q’c u~Idintj Jette ~urhi,tC t’. rI,i
urit
“t
Het gevolg hiervan is dat het effect op de eindresultaten beperkt is, zoals hieronder bij het algemeen beeld van de herzieningen wordt toegelicht. Voor woningbouw hebben in 2014 transacties plaatsgevonden voor 231 woningen. Daarmee resteert een opgave van 1.425 woningen. Voor de bedrijventerreinen is de opgave in 2014 met 3,8 hectare afgenomen, hierdoor resteert nog 24,9 hectare, waarvan het grootste deel is te vinden in de grondexploitatie Rithmeesterpark. Voor de gronden die bestemd zijn voor kantoren is in 2014 35.000 m2 verkocht voor de realisatie van de rechtbank in Via Breda. In de grondexploitatie resteert tot 2023 nog een opgave van circa 46.000 m2. Zoals hierboven bij de ontwikkelingen beschreven zijn niet alle begrote opbrengsten in 2014 gerealiseerd. In de fasering van de grondexploitaties is hiermee bij de actuele herziening rekening gehouden. Bij zo’n 10 grondexploitaties is daarbij ook de einddatum verschoven, In zijn algemeenheid nemen hierdoor de plankosten bij de grondexploitaties toe. Per saldo is het effect een € 0,3 mijoen hogere raming ten opzichte van de jaarrekening 2013. Daarnaast heeft het verschuiven van de einddatum een beperkt effect op de rentelasten in de grondexploitaties. Deze nadelen worden echter ruim teniet gedaan door de verlagingen in de ramingen voor het bouw- en woonrjpmaken. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat de kostenstijging in deze sector het afgelopen jaar vrijwel nihil was, terwijl er met 2,5% wordt gerekend. Anderzijds zijn in de geactualiseerde ramingen de kosten over het algemeen lager uitgevallen doordat meer zekerheid is verkregen over de realisatie omdat de grondexploitaties steeds verder in uitvoering komen. Per saldo is over de totale grondexploitaties het resultaat met € 0,9 mijoen verbeterd ten opzichte van de Jaarrekening 2013. Hieronder wordt dit resultaat afzonderlijk toegelicht voor de grondexploitaties met een verwacht negatief planresultaat (waarvoor een voorziening is gevormd) en de grondexploitaties met een verwacht positief resultaat. Voorziening negatieve planresultaten Wanneer naar verwachting sprake is van verliesgevende grondexploitaties schrijft het BBV voor dat hiervoor voorzieningen gevormd dienen te worden op het moment dat deze verliezen voorzienbaar en onafwendbaar zijn. In onderstaand overzicht wordt nader gespecificeerd voor welke ontwikkelingen voorzieningen gevormd zijn. Ter vergelijking zijn in onderstaande tabel de resultaten van de nieuwe herzieningen naast de resultaten van de jaarrekening 2013 geplaatst (contant gemaakt naar 1-1-201 5). Van de 28 grondexploitaties zijn er 12 met een negatief planresultaat.
0w
Jaarverslag 2014/ 143 / Gemeente Breda
‘
~
.
.çi
~ijij
‘anfç ‘
~.,t’~’
‘‘-
j
(bedragen x €1.000)
PER 1-1-2015
TETERINGEN Bouverjen Meulenspie Via Breda Stationskwartier PRINSENBEEK Saval OVERIGE GREXEN Vlaszak/gasthuispoort Steenakker Zuid Hoogeind III (afgesloten) Triple 0 Kloosterkazerne Wisselslag Rithmeesterpark Adriaan K. landgoed Vertrek locaties Rechtbank en belastin kantoor
2013
2014
-
20.273 18.973 1.300 21.034 21.034 4.757 4.757 26.024 3.603 2.197 2.214 1.265 1.194 1.014 3.576 2.275
-1.818 1 552 266 427 427 -221 -221 1.497 173 5 412 56 6 618 183 56
8.686
18.455 17421 1 034 21.461 21.461 4.536 4.536 16.209 3.776 2.202 0 1.321 1.188 1.632 3.759 2.331
-11.312
-2.626
8.686
Totaal VNP 72.088 Overgebracht naar Voorziening verliesgevende contracten
-115
0
-11.312
60.661
Bij de Jaarrekening 2013 was de stand van de voorziening negatieve planresultaten € 69,4 mijoen. Inclusief de jaarlijkse rentebijschrjving (in 2014 3,9%) is dit per 1 1-2014 € 72,1 mijoen. Eind 2014 bedroeg de voorziening € 69,4 mijoen. De belangrijkste mutatie in 2014 is de inzet voor de afgesloten grondexploitatie van Hoogeind III. Daarnaast is op basis van de herzieningen in het kader van de jaarrekening 2014 per saldo € 0,1 mijoen vrjgevallen van de voorziening. De belangrijkste mutaties worden hierna toegelicht. •
Bouverjen: De verbetering van het resultaat heeft met name te maken met de actualisering van de ramingen bouw- en woonr)jpmaken.
•
Stationskwartier: De realisatiestrategie is verwerkt. De verslechtering wordt gedeeltelijk gecompenseerd door lagere kosten voor de infrastructurele werken.
•
Hoogeind III: De grondexploitatie wordt in 2014 afgesloten. Eén restkavel is tegen boekwaarde overgeheveld naar de verspreid liggende gronden. Een andere kavel zal voor een langdurige periode in erfpacht worden uitgegeven. Voor de (tijdelijke) waardevermindering op deze bedrjfsgronden is een voorziening gevormd ten laste van de grondexploitatie.
•
Wisselslag: de verslechtering wordt enerzijds veroorzaakt door minder uitgeefbare bouwgrond en anderszijds doordat de geactualiseerde raming voor het bouw- en woonrjpmaken hoger uitvalt.
Ter ~e
.
oung ,4 cnun ~ Jaarverslag 2014 1
144
1 Gemeente Breda
“
.
~uIdn
,~
•
Het project Belastingkantoor / Rechtbank tenslotte heeft een bijzondere status. Als direct gevolg van gesloten contracten in Via Breda heeft de gemeente zich verplicht deze locaties over te nemen van het Rijk. Deze overdracht zal de komende jaren plaatsvinden. Verkennende berekeningen geven aan dat de locaties niet kostendekkend kunnen worden ontwikkeld, vooruitlopend op de definitieve overdracht van de gronden is reeds een voorziening gevormd van € 8,7 mijoen.
Verdiencapaciteit positieve planresu Itaten Grondexploitaties met een verwacht positief planresultaat dragen bij aan de toekomstige verdiencapaciteit van het grondbedrijf. Op basis van het afgelopen jaren gebleken onzekere karakter van deze opbrengsten, zijn deze positieve planresultaten voorzichtigheidshalve niet opgenomen in het gemeentelijke meerjarenperspectief. Hiermee vormen deze resultaten nog een extra buffer voor eventuele verdere verslechtering van deze plannen. Daarnaast blijven de grondexploitaties met een positief resultaat van belang voor de financiële positie van de gemeente Breda. Gerealiseerde positieve resultaten kunnen immers te zijner tijd via het resultaat van het Grondbedrijf worden toegevoegd aan de algemene reserve. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de nieuwe herzieningen naast de resultaten van Jaarrekening 2013 geplaatst. (Bedragen x €1.000)
PER 1-1-2015
2013
TETERINGEN Waterdonken Hoge Gouw Haenen-Noord Haenen-Zuid BAVEL Roosberg Eikberg PRINSENBEEK Neel Oost Neel West OVERIGE GREXEN Chaamsebaan Fase 2 Hazeldonk III Nieuw Wolfslaar Asterd Adriaan K. bedrijven Rombout Keldermanstr Heilaar Noord Douaneterrein Totaal Positieve rexen
2014
13.870
189
14.059
5.619 4.732 876 2.643 5.169 5 013 156 2.406 72 2.334 9.451 554 953 3.180 1.398 1.228 0 1.138 1.000
-86 383 93 201 79 44 35 33 2 31 497 142 205 463 45 -87 0 215 56
5.533 5.115 969 2.442 5.248 5.057 191 2.439 74 2.365 9.948 696 1.158 3.643 1.443 1.141 0 923 944
30.896
798
Eind 2014 hebben 16 van de 28 grondexploitaties een geprognosticeerd planresultaat. Het saldo van de planresultaten bedraagt € 31,7 mijoen op NCW 1-1-201 5. jaar geleden zijn de resultaten per saldo verbeterd met € 0,8
Jaarverslag 2014/
145
31.694
positief (of neutraal) resterende positieve Ten opzichte van een mijoen.
1 Gemeente Breda
•
pa ..~
&~,Icjir.
~,
ii
;~, ‘
De belangrijkste mutaties worden hierna kort toegelicht: •
Hoge Gouw: verbeterd met € 0,4 mijoen. Dit wordt met name veroorzaakt door een lagere raming voor het bouw- en woonrjpmaken. Deze verlaging is de uitkomst van de actualisatie van de kostenraming in 2014.
•
Nieuw Wolfslaar: De verbetering van de grondexploitatie is het gevolg van de besluitvorming over de wijzigingen in de uitgifte van de gronden. Met name door de omvorming van het zogenaamde walgebouw naar grondgebonden woningen.
Afsluiten projecten In 2014 zijn de grondexploitaties Hoogeind III en Hazeldonk III afgesloten, omdat het erin vervatte programma (nagenoeg) geheel is gerealiseerd en het bijbehorend openbaar gebied is aangelegd. Voor de grondexploitatie Hoogeind III is êên restkavel tegen boekwaarde overgeheveld naar de verspreidliggende gronden. Daarnaast zijn de gronden die worden verpacht aan de evenementenzone overgeheveld naar de erfpachtgronden. Het negatief resultaat van € 2,6 mijoen wordt ten laste van de voorziening negatieve planresultaten gebracht en heeft geen effect op het Jaarrekeningresultaat. De laatste kavel van Hazeldonk III is (gedeeltelijk) uitgegeven in erfpacht voor de plaatsing van een windturbine. Deze grond is overgeboekt naar de erfpachtgronden. Het positief resultaat van deze grondexploitatie bedraagt € 1,2 mijoen en valt vrij ten gunste van het resultaat van het grondbedrijf in 2014. Tussentijdse winstnemingen In een aantal grondexploitaties die nog niet aan het einde van hun looptijd zijn, bestaan er mogelijkheden om op veilige wijze over te gaan tot tussentijdse winstneming. Een veilige wijze wil zeggen dat alle nog te maken kosten en risico’s gedekt kunnen worden uit de reeds gerealiseerde opbrengsten. In 2014 is op basis van de spelregels zoals geformuleerd in de nota Grondbeleid € 2,1 mijoen aan tussentijdse winstnemingen gerealiseerd in de grondexploitaties Roosberg (€ 1,9 mijoen) en Chaamsebaan fase 2 (€ 0,2 mijoen). Overzicht eindwaarden In onderstaande overzicht zijn de resultaten van alle grondexploitaties weergegeven op eindwaarde. Hierbij is geen rekening gehouden met de tussentijdse winstnemingen die eventueel mogelijk zijn, maar is het resultaat gepresenteerd in het jaar dat het project afgerond wordt. Daarnaast is van belang dat de voor de verwachte negatieve planresultaten een voorziening is gevormd, waardoor deze geen gevolgen meer hebben voor het resultaat. bedra enx€ 1.000 LANRESULTATEN OP EINDWAARDE:
TETERINGEN Waterdonken Bouverjen Meulenspie Hoge Gouw Haenen-Noord Haenen-Zujd BAVEL Roosberg Eikberg VIA BREDA Stationskwartier
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
-30-282-
-- -~.--—_
2025
6.700 23.659 -1.160 6.434 1.046 2.739 3.541 231
1
PRINSENBEEK
Jaarverslag 2014/
146
1 Gemeente Breda
.:‘~1’Ç,
.
•~‘
“
r
‘~
:
LANRESULTATEN OP EINDWAARDE: Neel Oost
2014
2015
Neel West
2016 80
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2.553
Saval
-5.493
OVERIG Chaamsebaan Fase 2
578
VlaszaklGasthuispoort
-4.076
Steenakker Zuid
-2.288
Hazeldonk III
1.158
Hoogeind III
-2.626
Tr~pleO
-1.373
Nieuw Woifsiaar
3.932
Asterd
1.499
Kloosterkazerne
-1.235
Wisseislag
-1.830
Rithmeesterpark Adriaan K. bedrijven Adriaan K. landgoed Rombout Keldermanstraat Heilaar Noord Douaneterrein Rechtbank! belastin ktr
-13.231
Totaal planresultaat negatief
-2.626
-4.896
-4.076
-2.990
-2.717
-5.493
Totaal planresultaat positief
1.158
3.664
8.608
6.280
578
6.931
6.434
-1.468
-1.232
4.532
3.290
-2.139
1.438
6.434
Planresultaten totaal perjaar
-23.659
30.282
-13.231
-23.659
-30.282
-13.231
Voorraad gronden en panden De voorraad gronden en panden bevat kort gezegd alle bezittingen van het grondbedrijf welke niet zijn ondergebracht in de actieve grondexploitaties. De verschillende objecten kennen uiteenlopende achtergronden. Zo bevat deze categorie de gronden en panden welke in het verleden zijn aangekocht vanwege de ontwikkelpotentie, maar nog niet tot ontwikkeling zijn gebracht. Daarnaast zijn complexen opgenomen waarvan de ontwikkeling in de afgelopen jaren is stopgezet en welke zijn afgewaardeerd naar de actuele bestemmingswaarde. Tot slot completeren de restkavels van afgesloten grondexploitaties, de langdurig verhuurde (agrarische) gronden en de gronden in erfpacht de portefeuille met een totale boekwaarde (31-12-201 4) van circa € 53,6 mijoen.
Jaarverslag 2014! 147 ! Gemeente Breda
~
.3u~Jc1~mj ~C~fk~nij
t~ett. ~‘,‘oki
-
(bedra en x € 1 m,’/oen) ITrATIES 2014 ITFATIEOVERZICHT VOORRAAD GRONDEN EN PANDEN
o~KWAARDE 1-1-2014
Panden Verspreidliggende gronden Agrarische gronden Langdurig verhuurde gronden Erf acht ronden
19,9 22,2 11,8 2,9 1,7
Totaal:
58,5
ERKOOP
OORZIENING
FBOEKING
-0,6 0,2 -0,9
0,1
-0,7
-0,3
VERIGE
OTAAL MUFA’flES
OERWAARDE 31-12-2014
PP. HA
-0,6 -2,8 -0,4
-2 1 1,4 -0,2 -0,1 0,9
-3,3 -1,6 -0,6 -0,3 0,9
166 20,6 91,2 2,6 2,6
6,8 105,8 220,7 3,6 5,0
-3,8
-0,1
-4,9
53,6
341,9
Bovenstaande tabel geeft de mutaties weer in de voorraad gronden en panden in 2014. Per saldo is de boekwaarde gedaald met € 4,9 mijoen tot circa € 53,6 mijoen. Onderliggend is er sprake van verschillende soorten mutaties. Hieronder worden de ontwikkelingen per vastgoedcategorie nader toegelicht. Met ingang van de jaarrekening wordt de afwaarderingen van objecten die in de voorraad zijn opgenomen, via een voorziening verwerkt. In voorgaande jaren werd de afwaardering op de boekwaarde in mindering gebracht door een afboeking. Het voordeel van de nieuwe werkwijze is de mogelijkheid om de voorziening weer te verlagen mocht de marktwaarde van de objecten toenemen. Dit is niet mogelijk wanneer de boekwaarde direct wordt afgeboekt. Deze werkwijze is in overeenstemming met de richtlijnen van de BBV. Wat betreft de panden is de boekwaarde per saldo met € 3,3 mijoen gedaald. Dit is deels toe te schrijven aan verkopen waardoor de boekwaarde met circa € 0,6 mijoen kon worden teruggebracht. Daarnaast is de boekwaarde van alle panden opnieuw getoetst aan de actuele marktwaarde op basis van onafhankelijke taxaties. Voor de objecten waar de marktwaarde onder de actuele waarde ligt is een voorziening van 0,6 mijjoen gevormd voor het verschil met de boekwaarde. Onder de overige mutaties is voor € 2,1 mijoen de overdracht van objecten die in gebruik zijn voor onderwijshuisvesting opgenomen. De boekwaarde van de verspreidliggende gronden is in 2014 per saldo met € 1,6 mijoen afgenomen. De afboeking van € 0,2 muoen heeft met name betrekking op een object waarvan de bestemming in het bestemmingsplan is vervallen. Daarnaast is voor € 2,8 mijoen aan voorzieningen getroffen voor objecten waarvan de waardering in lijn met de huidige bestemming is gebracht. Dit betreft onder meer: de gronden voor de ontwikkeling van landgoed ‘t Lies, gezien de marktontwikkeling is besloten deze ontwikkeling voorlopig niet op te starten. De waardering is daarom in lijn met de agrarische bestemming gebracht. de gronden waarvan de koopovereenkomst (ten behoeve van de landgoedontwikkeling in de Groene Schakel) door een besluit van de gemeenteraad van Etten-Leur is ontbonden, zijn teruggebracht naar de agrarische waarde. een aantal objecten waarbij voorzichtigheidshalve een voorziening wordt getroffen omdat in de waardering rekening was gehouden met een hogere ontwikkelingswaarde. De mutaties onder overig hebben met name betrekking op de overheveling van bedrjfskavels vanuit de afgesloten grondexploitaties.
Jaarverslag 2014/
148
1 Gemeente Breda
OL~
De agrarische gronden kenmerken zich door het feit dat er sprake is van een actuele bestemming agrarisch’ en bijbehorende (lage) boekwaarde, In 2014 is voor êën object een voorziening getroffen omdat in de waardering van dit perceel nog rekening was gehouden met een mogelijke waardestijging die gebaseerd is op een wijzigingsbevoegdheici in het bestemmingsplan. In navolging van de waardering van de verspreidliggende gronden, is voorzichtigheidshalve een voorziening getroffen voor het verschil met de waardering op basis van agrarische waarde. Onder de ‘langdurig verhuurde gronden’ en de gronden uitgegeven in ‘erfpacht zijn de gronden opgenomen waarvoor geldt dat er meerjarige verhuur /erfpachtovereenkomsten zijn gesloten. De verkopen van € 0,1 mijoen hebben betrekking op woonwagenstandplaatsen. De toename in de boekwaarde van € 0,9 muoen wordt veroorzaakt door de toevoeging van objecten uit grondexploitaties waarvoor langjarige opbrengsten zijn overeengekomen en op basis van deze inkomsten zijn gewaardeerd. Exploitatie gronden en panden Het onderdeel tijdelijk beheer van gronden en panden kent een structureel verlieslatende exploitatie als gevolg van hoge kapitaallasten versus lage (huur)opbrengsten. VÖÖr de financieel-economische crisis werd dit structurele verlies opgevangen door incidentele boekwinsten bij verkoop van gronden en panden. Sinds het uitbreken van de crisis lopen deze incidentele inkomsten sterk terug en resteert een structureel tekort op de exploitatie. Het beleid is dan ook gericht op het optimaliseren van deze exploitatie. Dit houdt concreet in dat de komende jaren wordt nagestreefd de bezittingen terug te brengen tot een beperkte voorraad daadwerkelijk strategische ontwikkellocaties. Om structurele kapitaallasten terug te dringen worden niet strategische bezittingen gefaseerd afgestoten tegen marktconforme condities. Voor zover er boekwinsten worden gerealiseerd, worden deze afzonderlijk verantwoord in hetjaarrekeningresultaat. De boekwaarde is sinds 201] van € 67,1 mijoen terug gelopen tot € 53,5 mijoen in 2014. verloop boekwaarde panden en gronden 80 ~ 70 ~60 50 ~40 •~
30
2011
2012
2013
2014
jaar
Jaarverslag 2014/ 149 /Gemeente Breda
.
~
~
~
r~
Risico’s en weerstandsvermogen Risicomanagement
Risicomanagement is een essentieel onderdeel van grondbeleid. Zowel actieve grondpolitiek als faciliterende grondpolitiek kent risico’s. Bij de herziening van grondexploitaties wordt reeds consequent in kaart gebracht binnen welke bandbreedtes de projecten zich kunnen ontwikkelen, Op basis hiervan kunnen enerzijds tijdig beheersmaatregelen worden getroffen en anderzijds financiële buffers (weerstandsvermogen) worden aangehouden voor het geval de risico’s zich daadwerkelijk voordoen. De risicopositie wordt nauwlettend gemonitord als integraal onderdeel van het gemeentebrede risicomanagement. Naar de huidige inzichten geven de reeds getroffen voorzieningen in combinatie met het geca Iculeerde risicoprofiel en het daarvoor geblokkeerde weerstandsvermogen een goed beeld van financiële positie van het grondbedrijf. Het risicoprofiel wordt hieronder verder toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in project specifieke risico’s en project overstijgende risico’s Het saldo van de gewogen (kans x impact) risico’s bedraagt momenteel circa € 33,8 mijoen. Het risicoprofiel bij deze jaarrekening geeft op hoofdlijnen het volgende beeld: (bedra enx€ 7.000)
ISICO’S 31-12-2013
ISICO’S 31-12-2014
TJTATIE
RISICO’S
26.610
430
26.180
Teteri’igen
8.474
7276
7 198
Breda Oost
832
-732
700
7330
-432
6.898
163
739
902
Overige gronde~pIoitaties
9.877
671
10.482
Projectoverstijgende risico’s Voorraad gronden en panden
5.826 2.000
-788 562
5.038 2.562
34.436
-656
33.780
Projectspecifieke_risico’s:
Vie Breda Pri~senbeek
Totaal risico’s
1~
—
Bij de herziening van de grondexploitaties worden ramingen opgesteld die zijn gebaseerd op basis van een ‘mid-case-scenario’, oftewel de meest waarschijnlijke gang van zaken naar de actuele inzichten. Daarnaast wordt bij elke herziening een risicokaart opgesteld. Hierin is een overzicht van de mogelijke risico’s opgenomen die een afwijking op de financiële raming tot gevolg kunnen hebben. In het risicomanagement worden ook de kansen meegenomen, waarbij er sprake is van een mogelijk positief effect op de ramingen. De risico’s worden gekwantificeerd met een bedrag (de impact) vermenigvuldigd met de kans van optreden (de weging). Per project wordt op deze wijze een indicatie voor het financiële projectrisico berekend (het gewogen risicoprofiel). Naast de risicokaart wordt de zogenaamde IFLO norm berekend (IFLO staat voor Inspecties Financiën Lagere Overheden). Deze norm berekent het risicoprofiel op basis van twee elementen: 10% van de boekwaarde van de grondexploitatie en 10% van de nog te maken kosten in deze exploitatie. Voor het bepalen de project specifieke risico’s in het totale risicoprofiel over de grondexploitaties wordt van deze twee berekeningsmethoden (risicokaart en IFLO norm) het hoogste risicobedrag meegenomen. •
Jaarverslag 2014/
150
1
Gemeente Breda
fl~
~
oufl~,.
-~.
‘
-
Per saldo zijn de risico’s ten opzichte van 2013 iets afgenomen. Onderliggend zijn er projecten waarvan de risico’s verbeteren, maar ook projecten waarvan de risico’s verslechteren. De belangrijkste mutaties worden hierna kort toegelicht: •
•
•
Teteringen: de verbetering (€ 1,3 mijoen) is enerzijds het gevolg van het verwerken van risico’s in de grondexploitatie en anderzijds doordat onzekerheden zijn afgenomen doordat de realisatie in een verder stadium is gekomen. Via Breda (Stationskwartier): de afname van de risico’s worden met name verklaard doordat met het vaststellen van de realisatiestrategie een aantal risico’s zijn doorgerekend in de grondexploitatie. De toename van de risico’s bij de overige grondexploitaties wordt met name veroorzaakt doordat de toepassing van de FL0 norm hier bij een aantal grondexploitaties tot een hoger risicobedrag leidt.
Projectoverstijgende risico’s Met ingang van het Meerjarenperspectief Grondbeleid en Programmering (MPGP) 201 4 worden voor de projectoverstijgende risico’s scenario’s doorgerekend, naast de zogenaamde “correctie bovenlangs” (zie verderop). Van de op deze wijze berekende risico’s wordt het hoogste bedrag meegenomen in het risicoprofiel. Voor de berekening van de gewogen risico’s wordt een voorzichtige benadering gehanteerd, door uit te gaan van een kans van 75%. De uitkomst hiervan is in onderstaande tabel opgenomen, de verschillende berekeningen worden hieronder toegelicht. Voor het risicoprofiel wordt het gewogen bedrag van de correctie bovenlangs meegenomen (€ 5,0 mijoen). Overzicht resultaten scenario ~s: (bedragen x € 1.000)
Scenario
Afwjjking t.o.v. herzienin
Aantrekken woningmarkt (positief) Uitblijven herstel (negatief) Correctie Bovenlangs
Gewogen risico 75% kans
€ 3.391 € -6.104 € -6 718
€ 2.543 € -4.578 € -5.038
De scenario’s worden doorgerekend op de verschillende parameters die van invloed zijn op het resultaat van de grondexploitatie. Dit zijn de rente, kostenstijging, opbrengststijging en de looptijd, waarbij met name de effecten van de economische ontwikkeling in het algemeen en de marktontwikkelingen in het bijzonder worden meegenomen. De uitkomst van de herzieningen zelf wordt wel het midcase scenario genoemd. Dat wil dus zeggen dat er zowel slechtere als betere scenario’s denkbaar zijn. In het positieve scenario wordt aangenomen dat het voorzichtig herstel op de woningmarkt, dat nu op gang lijkt te komen, zich doorzet. De effecten zijn een lichte stijging van de woningprjzen (effect op de grondprijzen ingeschat op 1% stijging per jaar vanaf 2016) en een iets snellere afzet van het programma (het programma wordt in ca. 9jaar afgezet in plaats van in 10 jaar). Voor de bedrijventerreinen wordt geen positievere ontwikkeling meegenomen. Dit scenario leidt tot een verbetering van de resultaten van € 3,4 mijoen. In het negatieve scenario zet het herstel niet door en blijft de crisis aanhouden. De afzet van de bouwgrond voor woningen duurt langer (ca. 2,5 jaar langer) en de grondopbrengsten dalen doordat de woningprjzen stabiel blijven. Voor bedrijventerreinen duurt het herstel nog langer en is de verwachte afzet met 5jaar—--____.~.~ vertraagd. Het resultaat van de grondexploitaties verslechterd in dit scenario met j ; € 6,1 mijoen. ,
Jaarverslag 2014/
1 Gemeente Breda
—
-
•,
‘
~ .~
‘~‘
1 P
;‘‘.
Uitgangspunten diverse scenario’s grondexploitaties Midcase scenario huidi arameters
Parameters Rente Kostenstijging Opbrengstenstjging
39% 2,5% 0,0%
Looptijd woningbouw
Looptijd bedrijventerrein Mutatie in de planresultaten (op netto contante waarde per 1-12014) 1~
Positief scenario (herstel wonin markt zet door
•
Negatief scenario herstel bli’ft uit
3.9 2,5%
2023
1% Vanaf 2016 voor woningbouw 2022
2024 huidige resultaat
2023 € 3,4 mijoen
39 2,0% -0,5% 2026
2030 € 6.1 mijoen -
1
De “correctie bovenlangs” is gebaseerd op het gegeven dat ook al worden individuele projecten nog zo zorgvuldig geraamd, er altijd een wisselwerking zal bestaan tussen de projecten onderling. Aangezien deze effecten zeer moeilijk zijn te ondervangen binnen individuele projectramingen, wordt vanuit het ‘voorzichtigheidsbeginsel’ in het kader van risicomanagement een correctie ‘boven de projecten langs’ gemaakt. In de praktijk wordt daarvoor een simulatie grondexploitatie opgesteld, waarvoor alle grondexploitaties bij elkaar opgeteld worden. Het totaalbeeld dat dan ontstaat met betrekking tot de spreiding van kosten en opbrengsten, wordt vervolgens zo uit gefaseerd dat een optisch meer gelijkmatig beeld ontstaat. Door het uitfaseren verslechtert het resultaat van de simu latie-grondexploitatie. Het bedrag waarmee het resultaat verslechtert wordt aangeduid als de zogenaamde ‘correctie bovenlangs”. De berekening van deze herzieningen laat een resultaatverslechtering van € 6,7 mijoen zien. Risico’s voorraad gronden en panden De voorraad gronden en panden wordt conform de richtlijnen gewaardeerd tegen de oorspronkelijke aanschafwaarde of de actuele waarde als deze lager is dan de aanschafwaarde. De actuele waarde wordt jaarlijks getoetst door middel van taxaties en is de waarde die het object op dit moment op zou leveren bij een (normale) verkoop. Als de actuele waarde lager is dan de boekwaarde moet een afwaardering worden gedaan in de vorm van het treffen van een voorziening of het afboeken op de boekwaarde. Dit risico doet zich met name voor bij de categorie panden (gronden met opstallen) en verspreid liggende gronden (gronden met een waardering op maximaal de bestemmingswaarde). Het risico is becijferd op € 2,6 mijoen. Weerstandsvermogen Het benoemde weerstandsvermogen is noodzakelijk om de zich eventueel manifesterende risico’s vanuit de grondexploitaties in de toekomst af te kunnen dekken. Daarmee is het minimaal noodzakelijk geachte weerstandsvermogen van het grondbedrijf gelijk aan de hoogte van het risicoprofiel, de op bovenstaande wijze becijferde € 33,8 mijoen. Voor het aanhouden van weerstandsvermogen heeft het grondbedrijf sinds de jaarrekening 2012 geen eigen reserve Grondbedrijf meer. Het benodigde weerstandsvermogen wordt geblokkeerd in de gemeentebrede algemene reserve, zoals beschreven in de paragraaf Weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is daarmee direct beschikbaar gekomen en hoeft niet meer opgebouwd te worden vanuit de positieve planresultaten In de afgelopen jaren is gebleken dat deze opbrengsten een onzeker karakter hebben. Daarom wordt hier voorzichtigheidshalve niet meer mee gerekend in het gemeentelijke meerjarenperspectief. De gerealiseerde positieve ofnegatieve resultaten worden via het resultaat grondbedrijf (te zijner tijd) toegevoegd aan de algemene middelen.
Jaarverslag 2014/
152
1 Gemeente Breda
-
—
~-~--
~
~~
~
‘‘
~ ‘~
Accoun~’
~ ~‘
b
4.7.6 Verbonden partijen Inleiding Een verbonden partij is een instelling buiten de eigen Organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk èn een financieel belang heeft. Verbonden partijen zijn in elk geval alle gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt en alle NV’s en BV’s waarvan de gemeente aandeelhouder is. Een verbonden partij is één van de drie vormen voor de gemeente Breda om haar taken uit te (laten) voeren: door een eigen directie, een commerciële partij of door een verbonden partij. Verbonden partijen kunnen bestuurlijk complexe verhoudingen opleveren, omdat de gemeente zowel bestuurder is als klant. Bovendien nemen meestal meerdere partijen deel aan de verbonden partij. In dat geval is de gemeente Breda niet de enige bestuurder en niet de enige klant. Zij moet dus haar bestuurlijke doelen en ‘klantwensen’ afstemmen met die van de andere deelnemers. Dit alles kan de aansturing complex maken. Voordelen van verbonden partijen kunnen zijn de kostenvoordelen van een grotere schaal en de regionale aanpak van een regionaal onderwerp. In 2014 is het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gewijzigd met betrekking tot de in de begroting op te nemen informatie over verbonden partyen. Met deze wijziging dient in de begroting 2015 de verwachte omvang van het eigen vermogen en vreemd vermogen per begin en einde van 2015 en het verwachte resultaat voor het begrotingsjaar 2015 voor elke verbonden partij te worden vermeld Voor overheidsbedrjven zal met ingang van 2016 de vrijstelling vennootschapsbelasting (vpb) komen te vervallen. Dit heeft als gevolg dat alle NV’s en BV’s maar ook de gemeenschappelijke regelingen vpb-plichtig worden en de noodzakelijke administratieve voorbereidingen daarvoor moeten treffen. De gemeenschappelijke regelingen worden wel vrijgesteld voor zover het de uitvoering van publieke taken betreft. De verbonden partijen in Breda In Breda is in 2009 de Nota verbonden partijen vastgesteld. Hierin zijn 7 kaderstellende spelregels opgenomen om het proces van sturing, beheersing, verantwoorden en toezicht van verbonden partijen te verbeteren. Deze spelregels liggen op het vlak van informatievoorziening, bestuurlijke verantwoording en vertegenwoordiging, zitting nemen in dagelijks bestuur, actieve ondersteuning door ambtelijke organisatie, zienswijze begroting en kennisname jaarrekening, het aangaan van Verbonden Partijen en als laatste het financieel instrumentarium. Door het college van Burgemeester en Wethouders is met ingang van 2014 invulling gegeven aan de onderscheiden klant- en eigenaar-rol. Omdat hier —zoals hierboven al werd aangegeven een tegengesteld belang kan liggen, zijn de verantwoordelijkheden verdeeld over twee wethouders. Er is een inhoudelijk wethouder, die de invulling geeft aan de klant-rol, en een financieel wethouder, die invulling geeft aan de eigenaar-rol. Over relevante zaken wordt dan ook collegiaal overleg gevoerd om te zorgen voor goed afgewogen besluiten.
Jaarverslag 2014 1 153 1 Gemeente Breda
~rr~st.
voun /~cco~n~n. —~
•
‘Vond
In het overzicht Verbonden partijen (paragraaf 7.5) is de verdere professionalisering van de omgang met verbonden partijen terug te vinden, In aansluiting op landelijke ontwikkelingen wordt de eigenaar-positie voortaan gevolgd vanuit twee perspectieven. Te weten: stabiliteit en kwetsbaarheid. Bij stabiliteit moet vooral gedacht worden aan de ontwikkeling van de exploitatieresultaten en bij kwetsbaarheid aan de ontwikkeling in het risicoprofiel in relatie tot het vermogen. In het overzicht zijn nieuwe kengetallen als solvabiliteit (eigen vermogen/totaal vermogen), netto schuld quote (netto schuld/ begrotingsomvang) en weerstandsvermogen (beschikbare weerstandscapaciteit minus benodigde weerstandscapaciteit) toegevoegd en voor een deel al verstrekt. Ook zijn de eerste stappen gezet om hier, op zowel gemeentelijk als regionaal niveau, verder invulling aan te geven. De rekenkamer van de gemeente Breda heeft in 2014 een rapport opgesteld over “Verbonden partijen en de rol van de raad’. Dit rapport is in 2015 gepubliceerd en aan de Raad aangeboden. Hierna wordt verder ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen welke zich in 2014 ten aanzien van de verbonden partijen hebben voorgedaan. Rechtspersonen Enexis HoIdfr7g
De aandelen Attero zijn in 2014 verkocht. De opbrengst was ongeveer € 27.000 euro. Attero voorheen Essent Milieu Holding NV was onderdeel van Essent maar was niet meegenomen bij de verkoop van Essent aan RWE. Breda had maar een belang van 0,016% in Essent (en dus ook in Essent Milieu Holding NV) en derhalve is de verkoopopbrengst van Attero maar zeer beperkt in omvang. -
Gemeenschappelijke regelingen GR nazorq gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen;
Met betrekking tot de Bavelse Berg is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden, hierdoor zijn er geen beperkingen meer voor het toekomstig gebruik als leisure/evenementenlocatie en retail. Er wordt gestart met de bouw in 2015. De overdracht van nazorg voor de stortplaats Zevenbergen aan de Provincie is in gang gezet, maar nog niet definitief ultimo 2014. Het aandeel van het doelvermogen voor rekening van GR- nazorg gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen is bepaald op voorlopig € 19 mijoen. GR Vei/iqheidsreqio Midden en West Brabant.’
Naast de herziening van het Regionaal Crisisplan werd het Generieke Rampenbestrjdingsplan door het AB vastgesteld. Door de deelnemers werd aangedrongen op een strakkere sturing op de Reserves en Voorzieningen. In het kader van de samenwerking aangaande de gemeentelijke rampenbestrijding werd in het 4e kwartaal 2014 een dienstverleningsovereenkomst (DVO) afgesloten met de gemeenten Breda en Tilburg. GR Omgevfr,gsd,~nst midden en west Brabant:
In 2014 is de structuur van de organisatie gewijzigd naar een programmatische aanpak. Het managementteam is omgezet in een directieteam dat gevormd wordt door de programmamanagers. Verder zijn in 2014 de VVGB taken overgedragen vanuit de Provincie naar de OMWB. OR Openbare gezondheidszorg West-Brabant
Per 1-1-2015 heeft de GGD de 0-4 jarige jeugdgezondheidszorg van Thebe overgenomen.
Jaarverslag 2014 1 154 1 Gemeente Breda
‘~
~9’ ~•&
J,
bctt~— ‘‘~on~,r~ ~‘:~ric!
(bedragen x
e
7.000) 2014
2014
ECIfISPERSONEN NV Bredase Investeringsmaatschappij (BrIM)
0
NV Werkgelegenheidsinstituut West-Brabant (REWIN)
0
Chassé Theater Beheer NV
0
Enexis Holding (+6 overige NVs/BV’s)
45
Brabant Water NV
0
Intergas Holding BV
0
NV Stadsherstel Breda
0
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
327
Neovita bv
0
Stichting werk aan de wijk
0
Totaal
372
(bedragen x € 7.000) 2014
2014
EMEENScKAppEuj~ REGELINGEN GR West Brabant GR Gezondheidsdienst West-Brabant (GGD) GR Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden — Noord GR Nazorg Gesloten Stortpiaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen
638 3.500 West 0 0
GR Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant
9.912
GR Belasting samenwerking West Brabant
1.084
GR Belgisch Nederlands Grensoverleg (BeNeGo)
3
GR Programma Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten GR Omgevingsdienst Midden en West Brabant Totaal
622 1.746 17.505
-~
Jaarverslag 2014/
155
1 Gemeente Breda
‘~nst& YoungAccouflfa ~ LLP 8ui1d~ng ~ bctte~ ~~ork~nç ~?orft~
4.7.7 Financiering Kaders De treasuryfunctie bestaat uit de taken financiering, cashmanagement en renterisicobeheer met als doel de Organisatie te voorzien in de behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s. Het financieringsbeleid van de gemeente Breda stelt dat binnen de kaders van de wet Financiering Decentrale Overheden (kasgeldlimiet en renterisiconorm) bg een normale rentestructuur maximaal gebruikt wordt gemaakt van de mogelijkheid financieringsmiddelen met een korte looptijd aan te trekken. Immers in normale marktverhoudingen geldt: hoe korter de looptijd, des te lager is de te betalen rente. De kasgeldlimiet beperkt het renterisico op de netto vlottende schuld. De renterisiconorm beperkt het renterisico op de vaste schuld. Sturingsvariabelen bij de uitvoering van het financieringsbeleid zijn het gemiddeld rentepercentage van het vreemde vermogen, het renterisico, het renteresultaat en de omsiagrente. Het gaat hierbij om grote volumes, forse bedragen aan rente en aflossingen en omvangrijke geldstromen. De treasuryfunctie omvat 0,75 fte en is verdeeld over 2 functionarissen ten behoeve van de borging van de procesgang. Ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt De ontwikkelingen op de geld en kapitaalmarkt werden in 2014 gedomineerd door de Europese centrale bank. Door de maatregelen van de ECB is de rente op de geidmarkt nagenoeg tot nul verlaagd maar is ook de rente op de kapitaalmarkt gestaag gedaald. De 10-jaars swaprente (benchmarkrente op de kapitaalmarkt) heeft een gestage daling van 2,17% aan het begin van het jaar naar 0,88% aan het eind van het jaar laten zien. Het tarief voor de gemeente ligt ongeveer 0,5% hoger door de liquiditeitsopslag die banken over deze looptijd in rekening brengen.
Het 1-maands euribor tarief (een geldmarkttarief maar ook de basis voor de rente condities in rekening-courant bij de BNG) bedroeg het eerst halfjaar rond de kwart procent en is gedaald tot rond 09”.
Jaarverslag 2014/ 156 1 Gemeente Breda ‘i7
-~‘~
~. .
Treasury resultaat en renterisicobeer Het treasury resultaat bestaat uit het saldo tussen het totaal van de rentelasten en de doorbelasting daarvan (= de rentebaten). De rentelasten worden toegerekend aan de activa. Het renteresultaat bedraagt ruim € 2,1 mijjoen en ligt ruim € 1,5 mijoen lager dan bij de begroting 2014 is geraamd. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van hogere rentelasten (ruim € 1,3 mi[joen) die zijn toegerekend over de eigen financieringsmiddelen (ook wel bespaarde rente genoemd). De omvang van de eigen financieringsmiddelen was per 1/1/2014 (ijkpunt voor de rentetoerekening) aanzienlijk hoger dan geraamd door met name het rekeningresultaat van 2013 (€ 21,2 mijoen).
2014 NA WIJZIGING 1. Renteresultaat 2. Gemiddelde rente lang vreemd vermogen 3. Omsiagrente Kasgeldlimiet &
2014
2013
€ 3,7 mijoen 3,7 % 3.9 % limiet ~44 mijoen
€ 2,1 mijoen 3,7 % 4,5 % limiet niet overschreden Renterisiconorm limiet 100 limiet niet miloen overschreden *De Wet Fido begrenst via de kasgeldlimiet het maximale bedrag aan vlottende schuld.
€ 5,2 mijoen 3,7 % 4.5 % limiet niet overschreden limiet niet overschreden
De omslagrente is met ingang van 1 januari 2014 verlaagd tot 3,9%. Deze verlaging brengt de omslagrente meer in lijn met de gemiddelde rentevoet lang vreemd vermogen, maar heeft ook een lager treasury resultaat tot gevolg. De normen met betrekking tot het renterisicobeheer, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, zijn in 2014 niet overschreden. Rentevisie B~ de begroting 2014 werden op basis van de rentevisie rentepercentages ingezet van 1 % voor kort geld (geldmarkt) en gemiddeld 3 % voor lang geld (kapitaalmarkt). In 2014 zjjn de gemiddelde percentages uitgekomen op: 0,12 % voor het 1 maands euribor en 1,96% voor de 10 jaars benchmarklening (gemiddelde swaprente van 1,46% + een liquiditeitsopslag van 0,5%). De rentes liggen aanmerkelijk lager dan ingeschat als gevolg van de acties van de ECB. Met de verlaging van de herfinancieringsrente is de geldmarktrente tot bijna 0% gebracht en de aankondiging van het opkoopprogramma van obligaties heeft de kapitaalmarktrente enorm verlaagd.
2014
2014
Geldmarkt 3 maands Euribor
1%
0.12%
Kapitaalmarkt lOjaars fix lening
3%
1.96%
— 1 I~ 1— — 1 • ————_. In 2014 is een bedrag van € 35,5 mijoen aan langlopende leningen aangetrokken met looptijden van 40 jaar, 5 jaar en 1 jaar. Een deel van de leningen is betrokken van een andere gemeente (€ 2,5 mijoen) en een deel van de gemeenschappelijke regeling Nazorgfonds Bavel-Dorst en Zevenbergen (€ 8 miljoen). Door de invoering van het schatkistbankieren verkiezen decentrale overheden die een overschot aan financieringsmiddelen hebben het onderling lenen boven het beleggen in de schatkist (vanuit rendementsoogpunt). Daarnaast is nog een lening gestort van € 15 mijjoen die reeds voor 2014 was vastgelegd. Daarmee komt he~ totaal op € 50,5 mijoen aan nieuwe leningen.
1
Jaarverslag 2014/
157
/ Gemeente Breda
rnst
~
~
7 VOUpq
Account .r ‘s ii
.ork~c ~.~rrci
In 2014 is gemiddeld op jaarbasis een bedrag van € 47,5 mijoen aan kortiopend geld aangetrokken. De gemiddelde tariefstelling bedroeg 0,12 %. Door de monetaire acties van de ECB — waaronder het invoeren van een negatieve depositorente — is aan het eind van het jaar voor het eerst door de gemeente Breda met negatieve rentes geleend (voor leningen met zeer korte looptijd, tot 1 maand).
2014 2014
Daggeld en kasgeldieningen
€ 5B mijoen
€ 47,5 mijoen
Kapitaalmarktieningen
€ 16 mijjoen
€ 35,5 mijoen*
(* exclusief voorgefinancierde lening ad. € 15 mijoen)
In 2014 is een bedrag van € 63,8 mijoen afgelost en € 50,5 miljoen aangetrokken zodat het totaal aan langlopende schuld met ongeveer € 13 mijoen is afgenomen (exclusief aflossingen op de woningbouw-leningen). De aflossingen op de woningbouwleningen (een portefeuille van door de gemeente aangetrokken leningen die één op één zijn doorgeleend aan de woningbouwcorporaties) bedroegen in 2014 ruim € 18,5 mi(joen. (bedragen x€~ 1 mi/j,oen) 31-12-2014
Schulden Langi. leningen tbv eigen financiering Langi. leningen tbv woningbouw (neutrale portefeuille) Kort vreemd vermogen Verstrekte leningen Langlopende leningen tbv woningbouw (neutrale portefeuille), gewaarborgd door
31-12-2013
2014
353,92 87,7
367,2 106,2
-13,3 -18.5
3,70 % 4,37 %
45
53
8
0,13%
-18,5
4,37%
87,7
wSw Overige leningen Gewaarborgde leningen Aan woningbouw (tbv sociale woning bouw)* Overige rechtspersonen
*
100,5
27,6
72,9
1.589
1.580
9
4,6 % Zekerheden 100% WSW
15.0
13,5
1,5
grotendeels hypothecaire zekerheid
Inclusief de door de gemeente Breda verstrekte leningen aan de woningbouwcorporaties.
De schuldpositie uit hoofde van opgenomen lang- en kortlopende leningen is iets teruggelopen. De omvang van de verstrekte leningen (exclusief woningbouwleningen) is fors toegenomen door de lening aan de coöperatie Breedsaam.
~ ~
Jaarverslag 2014/
158
1 Gemeente Breda
~
“Ouno ~ •-
‘.~
f~.
.
~
‘
Verstrekte leningen en garanties In 2014 is de doordecentralisatie van de onderwijshuisvestingsmiddelen voor het Primair- en Speciaal Onderwijs tot stand gekomen. Daarbij zijn een groot aantal schoolgebouwen tegen boekwaarde overgedragen aan de coöperatie Breedsaam. Dit is gebeurt onder gelijktijdige verstrekken van een lening ad € 74,5 mijoen die in 40 jaar (lineaire aflossing) aan de gemeente Breda wordt terugbetaald. Daarmee is het uitstaand saldo van de verstrekte leningen fors toegenomen tot ruim € 100 mijjoen. In 2014 zijn een tweetal garanties aan sportclubs verstrekt voor een totaalbedrag van € 47.500. Er zijn in 2014 geen achterstanden in betalingen op gegarandeerde leningen gemeld.
1~ Jaarverslag 2014/
159
1 Gemeente Breda
~
~
... ‘
~
~\Ç~cç~ ~
U~Ifl~g ~ q world
4.7.8 Bedrijfsvoering Inleiding Bedrijfsvoering algemeen De afgelopen jaren waren vooral gericht op het realiseren van de financiële taakstellingen waarbij de basis van de in- en externe dienstverlening op orde moest blijven. Vanaf 2014 is de focus meer gericht op kwaliteit door het leveren van topdienstverlening aan de stad, wijken en dorpen door een toekomstbestendige organisatie die compact, flexibel en kwalitatief hoogwaardig is en waarbij de bedrijfsvoering efficiënt en duurzaam is. Dit is een ingezette ontwikkeling met een meerjarig karakter. In 2014 zijn door de Organisatie al diverse resultaten gerealiseerd die bijdragen aan deze kwalitatieve ontwikkeling. We noemen onder andere: Dienstverlening in- en extern: • Visie en plan van aanpak Topdienstverlening opgesteld • Visie op Strategische Bedrijfsvoering Agenda en Digitale Gemeente opgesteld Communicatie: • Doorontwikkeling en pilots (online) communicatie strategie: online en offline verbinding zoeken met de stad • Aanschaf en voorbereiding implementatie social intranet • In toenemende mate een rol bij en tijdens evenementen • Dienstverleningsovereenkomst gesloten voor crisiscommunicatie in regio • In toenemende mate inzet op samenwerking met partners: o Bijdragen aan pilots ‘initiatieven derden’ gericht op (digitale) interactie in wijken en buurten o Van Europees tot en met lokaal niveau en in verscheidenheid aan samenwerkingsconstructies Processen en informatie: • Verdere implementatie zaaksysteem uitgevoerd • Informatiebeveiligingsbeleid opgesteld • NUP-bouwstenen gerealiseerd • Optimalisatie van basisregistraties, met name BAG en BGT • Processen en informatie ten behoeve van transitie 3D’s opgezet Personeel en Organisatie: • Strategische HRM-agenda opgesteld • Bredase academie Your Goals verder geprofessionaliseerd • Impuls op uitvoering mobiliteitsbeleid • Het arbo- en verzuimbeleid geactualiseerd • Strategische personeelsplanning voorbereid voor implementatie
Jaarverslag 2014 1 160 1 Gemeente Breda
ns~
S “ni;n( ~r~nijj;
~ .~
“‘F’uiI,1in,~ .~
‘.~.
Juridische zaken en inkoop: • Voorbereiding actualisatie inkoop- en aanbestedingsbeleid • Nieuwe mandaatbesluit opgesteld • Invoering van de wet Markt en Overheid • Optimalisatie proces WOB-verzoeken, proces bezwaar en beroep en schadeafhandeling • Onderzoek naar Organisatie en werkwijze commissies bezwaar en beroep • Begeleiding van de inkoopprocessen van transitie 3D’s • Verkenning naar regionale samenwerking op gebied inkoop • Kwaliteitsborgingjuridische kennis door interne basiscursus recht voor relevante medewerkers in de Organisatie Financiën, planning en control: • Onderzoek Begrotingsdoorlichting uitgevoerd • Voorbereiding nieuwe opzet programmabegroting in samenwerking met werkgroep cyclische producten • Optimaliseren van het planning- en control proces en de informatievoorziening met behulp van de applicatie LIAS • Eerste verkenning voor traject burgerbegroting • Vereenvoudiging toerekening kosten en berekening interne tarieven • Investeringen die thuis horen in de exploitatie in beeld gebracht met doel om bij de Voorjaarsnota 2015 met financiële voorstel c.q. oplossing te komen Facilitaire zaken en ondersteuning • Implementatie K2Finance, applicatie voor financiën, miv. 1januari 2014 operationeel • Diverse aanpassingen en verbeteringen op gebied van facilitair verzorgd Informatiebeveiliging In een snel digitaliserende wereld is de beveiliging van informatie steeds belangrijker. Op 29 november 2013 is tijdens de BALV van de VNG een resolutie aangenomen over gemeentelijke zelfregulering op het terrein van informatieveiligheid. Hiertoe is onder meer de lnformatieBeveilig ingsDienst (IBD) voor gemeenten opgericht. De IBD heeft een Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten geschreven. In de gemeente Breda is op 30 oktober 2014 het op deze baseline gebaseerde en door college van B&W vastgestelde informatiebevelligingsbeleid aangeboden aan de raad. Hierbij is toegezegd om voortaan over informatiebeveiliging verantwoording af te leggen middels het jaarverslag. Over 2015 zal naar aanleiding van de invulling van dit beleid een meer uitgebreid verslag worden gedaan. In 2014 zijn verschillende audits geweest, waar ook de informatiebeveiliging onderdeel van uitmaakte. Dit betreft de IT-audit van EY in het kader van de jaarrekening, de zelfevaluatie BasisRegistratie Personen, de SuWi- en de DigiD audit. De aanbevelingen uit deze audits vormen mede input voor het informatiebeveiligingsplan 2015. Verder wordt in het informatiebeveiligingsplan 2015 invulling gegeven aan het vastgestelde beleid middels onder meer het uitvoeren van een gap-analyse, het opzetten van een incidentenregistratie en het aanbrengen van samenhang tussen de verschillende audits.
Jaarverslag 2014 1
1 Gemeente Breda
~ --
~ “OUflo ‘~
~
~,
~
~
‘
4.7.9 Rechtmatigheid Inleiding Met rechtmatigheid wordt bedoeld het voldoen aan interne en externe wet- en regelgeving. De externe regelgeving omvat alle regelgeving van hogere overheidsorganen. De interne regelgeving omvat minimaal alle door de raad genomen besluiten. Dit zijn bijvoorbeeld separate raadsbesluiten, maar ook verordeningen en besluiten rondom jaarrekeningen, begrotingen, kadernota’s en bestuursrapportages. De raad heeft in Breda via het controleprotocol met het bijbehorende normenkader alle voor de betreffende gemeente relevante wet- en regelgeving vastgesteld. Het normenkader fungeert daarmee als belangrijkste uitgangspunt voor de rechtmatigheidscontrole door de accountant. In artikel 213 van de Gemeentewet staat dat de accountant jaarlijks een verklaring moet afgeven over de mate waarin de gemeenten rechtmatig handelen. Dit betreft de rechtmatigheidsverklaring. Deze heeft uitsluitend betrekking op de financiële rechtmatigheid en dekt dus niet de rechtmatigheid van al het gemeentelijk handelen af en beoogt dus geen volledigejuridische control. De focus van de accountant in relatie tot rechtmatigheid In het controleprotocol, voor meerdere jaren vastgesteld door de raad op 12 februari 2009, is geregeld wat de accountant, in opdracht van de raad, doet om zich een oordeel te vormen over de Jaarrekening 2014 van de gemeente Breda, voor wat betreft de onderdelen getrouwheid en rechtmatigheid. In dit onderdeel gaat het primair om de bevindingen van de accountant inzake de financiële rechtmatigheid van het gemeentelijk handelen in 2014. Daarnaast richt de accountant zich op: • De risico’s die de gemeente loopt bij handelingen en beslissingen van niet financiële aard die op termijn een financieel risico met zich meebrengen: • eventuele tegenstrijdigheden in het jaarverslag ten opzichte van de jaarrekening. Het kader dat de accountant beschikbaar heeft is het bij het controleprotocol gevoegde normenkader waarin opgenomen is: • wet- en regelgeving die van hogerhand is opgelegd (Europa, rijk, en provincie); • verordeningen en andere kaderstellende raadsbesluiten (inclusief de begroting en de verordeningen 212 en 213); • hiervan afgeleide kaderstellende collegebesluiten. Het normenkader wordt jaarlijks gescreend op gewijzigde, interne en externe, regelgeving. Aan de hand van deze screening wordt het normenkader bijgesteld en door de raad vastgesteld. Het controleprotocol heeft een meerjarige werking. Alleen wanneer er wijzigingen in de uitgangspunten worden geformuleerd door het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten wordt het controleprotocol hierop aangepast. De criteria die de accountant hanteert bij de beoordeling van de rechtmatigheid zijn: • het voorwaardencriterium; • het begrotingscriterium; • het criterium misbruik en oneigenlijk gebruik. Deze criteria zijn met ingang van 2004 toegevoegd aan de reeds bestaande criteria die betrekking hebben op de getrouwheidsaspecten. ~
in
Jaarverslag 2014/ 962 1 Gemeente Breda
. ~- .~
“~, ~‘
.
~ ~ -F~
c
u.
~p
De goedkeuringstoleranties voor de accountant die de raad in het controleprotocol heeft vastgesteld zijn:
Fouten in de jaarrekening (% van de lasten) Onzekerheden in de controle (°/ van de lasten)
<
3
>3%
≥
10%
Tenslotte zijn de rapporteringstoleranties van belang. Uitgangspunt bij de rapporteringstoleranties is dat geconstateerde fouten en onzekerheden in principe in het verslag van bevindingen vermeld worden zodra deze de vermelde percentages overschrijden. Het staat de accountant daarnaast vrij om naar eigen inzicht ‘belangrijke’ bevindingen in het verslag op te nemen. Hierna wordt ingegaan op de bevindingen van de in 20~4 uitgevoerde rechtmatigheicisonderzoeken en, naar aanleiding van het onderzoek, naar de begrotingsrechtsmatigheid. Naar aanleiding van deze bevindingen is, voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening, een zogenaamd verschoningsbesluit aan de raad voorgelegd waarmee handelingen achteraf door de raad beoordeeld worden en geaccordeerd zijn. De onderzoeken in 2014 Ook in 2014 zijn diverse onderzoeken uitgevoerd waarmee voortdurend actief wordt beoordeeld of de belangrijkste gemeentelijke bedrjfsprocessen worden uitgevoerd binnen het normenkader. De gemeente Breda heeft daarbij gekozen om de kaders te handhaven, ondanks de mogelijkheid tot versoepeling op basis van de, door de commissie BBV uitgebrachte, kadernota rechtmatigheid. Via het normenkader zijn de risico’s geïnventariseerd die de gemeente loopt bij de toepassing van de voor haar relevante wet- en regelgeving. De rapportages vanuit de gerichte tussentijdse onderzoeken zorgen ervoor dat de raad kan beoordelen of deze risico’s organisatiebreed in voldoende mate worden beheerd en beheerst. In 2014 zijn onderzoeken uitgevoerd op de volgende processen:
• • •
Inkoop en aanbesteding; Waardering WOZ-waarden; Subsidieverstrekking;
•
Inkomende subsidies: SISA;
•
Legesopbrengsten verlening omgevingsvergunning;
•
Verstrekking bijstandsverlening WWB, IOAW, IOAZ;
• • •
Verstrekking WMO-voorzieningen; Legesopbrengsten Publieksservice; Verhuur en pacht van accommodaties;
•
Opbrengsten parkeerbedrjf;
•
Personele lasten;
•
Financiële administratie: betalingsorganisatie;
•
Algemene Uitkering;
•
Treasury.
De werkwijze van de gemeente, die via de methode van tussentijdse onderzoeken een actief rechtmatigheidsbeheer uitvoert, ondersteunt de accountant bij de uitvoering van de rechtmatigheidscontrole.
Jaarverslag 2014/
163
1 Gemeente Breda
‘~‘
-
‘
~‘
,
1
...,
,
-
Over 2014 ontvangt de gemeente Breda een goedkeurend oordeel bij de jaarrekening met betrekking tot de rechtmatigheid van het financieel handelen. Gezien deze continuiteit in het afgeven van de goedkeurende verklaring en de verdergaande aanscherping van de ingestelde (en in de toekomst in te stellen) onderzoeken toont de gemeente aan in staat te zijn een continue kwaliteit te leveren. Er zijn wel constateringen gedaan, waaruit blijkt dat wij niet in alle gevallen binnen de externe en interne regels hebben gewerkt. Deze constateringen blijven echter binnen de gestelde goedkeuringstoleranties, hebben betrekking op een fractie van de totale lasten respectievelijk baten, en zijn sporadisch te noemen in vergelijking met de veelheid aan processen en financiële handelingen. Daarbij is er een duidelijke trend waarneembaar, waarbij do kwaliteit van onze financiële handelingen iederjaar toeneemt. De accountant heeft deze constateringen in zijn rapportage verwerkt, maar het college is van mening dat de raad deze informatie uit de eerste hand dient te verkrijgen. Deze constateringen komen voort uit de rechtmatigheidscontrole vanuit de interne controle. Hieronder zijn de constateringen omtrent de externe en interne werking opgenomen: Externe werki’ig
Er zijn afwijkingen geconstateerd ten aanzien van de Europese aanbestedingsrichtljnen. Binnen het totale inkoopvolume zijn er enkele opdrachten verstrekt die niet conform de Europese aanbestedingsrichtljnen zijn verlopen. Het betreft opdrachten voor dienstverlening WMO-kantoor, De incubator-NHTV een inhuuropdracht en softwarelicenties waarbij geen Europese aanbesteding heeft plaatsgevonden waar dit wel een vereiste was. In totaliteit is hierdoor voor € 1,7 muoen onrechtmatig aanbesteed. Ten aanzien van het WMO-kantoor is gekozen voor één op één gunning aangezien op basis van verkenning dit de enige aanbieder bleek welke deze dienstverlening binnen de gewenste kaders en de gestelde termijn kon verstrekken. Interne werking
Via het verschoningsbesluit zijn er enkele handelingen binnen de kaders van de rechtmatigheid gebracht. Er zijn afwijkingen op de interne regelgeving geconstateerd bij het verstrekken van inkoopopdrachten, het toepassen van de mandaatregeling, toepassing van de subsidie-verordening een afwijking ten aanzien van WABO-leges en UWV-inschrjvingen. De volgende afwijkingen zijn geconstateerd ten aanzien van de toepassing van de mandaatregeling: De incidentele contracten verhuur sport- en welzijnsaccomodaties zijn ondertekend door de teamleider. Volgens het mandaat besluit is alleen het afdelingshoofd bevoegd tot het verhuren van onroerende zaken. Door het ontbreken van een ondermandaat is er sprake van een afwijking van het algemeen mandaatbesluit. Voor de directie servicebedrjf en de directie concernstaf is er geen ondermandaatregeling beschikbaar. Dit betekent dat het aangaan van verplichtingen in principe is voorbehouden aan de directeur. De verplichtingen, die zijn aangegaan door afdelingshoofden, wijken als gevolg hiervan af van het mandaatbeslujt. —
~
Jaarverslag 2014/ 164 1 Gemeente Breda
~ .a’..~
~
~c ou
UUclm,j .j ~ ~ ~ dc!
~~r’
Ten aanzien van toepassing van de subsidieverordening zjjn de volgende afwijkingen geconstateerd: Bij éën deelwaarneming is in de ingediende accounta ntsverklaring aangegeven, dat de verantwoorde facturen betrekking hebben op 2011. De kosten zijn eveneens in 2011 gemaakt. Als gevolg hiervan had de vaststelling van de subsidie moeten leiden tot een terugvordering. Dit leidt tot een financiële rechtmatigheidsfout van € 10.000. Bij één subsidieaanvraag blijkt uit de indieningstukken dat er niet voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden, Er wordt niet voldaan aan het ledenaantal van 25. Omdat er geen gebruik is gemaakt van de hardheidsclausule, leidt dit tot een financiële onrechtmatigheid van € 21.700. Met betrekking tot de WABO-leges is bij het vaststellen van de bouwkosten bij een waarneming gebleken dat de grondslag voor de bouwleges te hoog was. De projectkosten zijn opgenomen in de bouwkosten. Hierdoor zijn te veel leges in rekening gebracht. Het legesbedrag op basis van de (herberekende) bouwsom bedraagt € 10.837,11 in plaats van € 17.747,61. Het verschil ad € 6.910,50 leidt tot een incidentele financiële rechtmatigheidsfout. Uitkeringsgerechtigden moeten, om recht te hebben en houden op een uitkering, ingeschreven zijn als werkzoekende bij het UWV. Niet altijd is vastgesteld of uitkeringsgerechtigden een inschrijving bij het UWV hadden. Na constatering van deze omissie zijn deze inschrijvingen alsnog gecontroleerd en aangevuld waarmee voldaan is aan de voorschriften. De in de periode, waarin onzekerheid bestond over de UWV-inschrjvingen, verstrekte uitkeringen worden, om onduidelijkheid over de rechtmatigheid te voorkomen, verschoond. De omvang van de verstrekte uitkeringen waarop dit betrekking heeft bedraagt € 205.000. De begrotingsrechtmatigheid
Het begrotingscriterium is het laatste toetsingscriterium in het kader van het rechtmatigheicisbeheer dat in deze paragraaf aan de orde wordt gesteld. Zaken die niet passen binnen dit criterium en derhalve als niet rechtmatig kunnen worden aangemerkt zijn eveneens via het verschoningsbesluit vooraf aan de raad voorgelegd. In de Kadernota Rechtmatigheid van de commissie BBV wordt begrotingsrechtmatigheid omschreven als: “Financiële beheershandelingen, d,~’ ten grondslag /iggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautonseerde begroting en hiermee samenhangende programma ~s (begrotingscriten~im). In de begrotfrig zijîi de maxüna voor de lasten vermeld die door de raad 4Jn vastgesteld. Dit houdt in dat de f?hanciële beheershandeli’igen dienen te passen bfrmnen de begroting, waarbij het juis’te programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotihgijaar van belang zijn.
~
Jaarverslag 2014 1 165 1 Gemeente Breda
. ~
1~r~
Door een systeem te ontwikkelen met voldoende waarborgen voor tijdige melding van budgetoverschrjdingen aan de gemeenteraad dienen de risico’s met betrekking tot de uitoefening van het budgetrecht van de raad te worden beheerst. Uit het hierna gepresenteerde overzicht blijkt bij welke taakvelden zich de relevante te beoordelen verschillen voordoen, tussen de realisatie in 2014 en de bijgestelde Begroting 2094. (bedragen x
€‘
1.000)
Beheervandestad Werk en Inkomen
111.1871
53.1251
Ontwikkeling van de 74 696~ stad fysiek Ontwikkeling van de 188 8071 stad maatschappij Dienstverlening aan 64 1401 de burgers Veiligheid en bestuur 22.9 Algemene baten en 14 661 lasten Totaal baten
lasten
en 529.582 ~
Totaal mutaties in reserves
Totaal
_______________________________________________
19 4~
549.066 ~~J~J’II1
____________________________
In het algemeen kan worden gesteld dat de hier gepresenteerde extra uitgaven en inkomsten door het college zijn gedaan c.q. gerealiseerd binnen het door de raad uitgezette beleid. Alleen de met een * gemarkeerde taakvelden komen voor verschoning in aanmerking. De toelichtingen op alle belangrijke verschillen tussen begroting en Jaarrekening in hoofdstuk 3 van deze jaarrekening leiden tot die conclusie. Met het vaststellen door de raad van de ijaar)rekening, waarin die uitgaven zijn opgenomen, worden de uitgaven alsnog geautoriseerd. Over het algemeen zal de accountant deze overschrjdingen dan ook niet betrekken bij de beslissing of al dan niet een goedkeurende accountantsverklaring kan worden gegeven. Waar deze algemene regel niet toepasbaar is kan de rechtmatigheid via verschoning worden geborgd. Daarbij is de werkwijze gehanteerd dat eerst de te nemen verschoningsbesluiten, gespecificeerd op hoofdlijnen, zijn toegelicht. Daarna zijn, ter afronding, de budgetverschillen waar geen verschoning voor wordt gevraagd opgesomd met vermelding van de reden waarom op die onderdelen geen verschoning nodig is. Afzonderlijk worden vervolgens de te verschonen bedragen vermeld. Deze redenen sluiten aan bij de in het Normenkader van de commissie BBV genoemde mogelijkheden.
~
Jaarverslag 2014/
166
1 Gemeente Breda
..~
..‘
De te nemen verschoningsbesluiten in verband met de begrotingsonrechtmatigheid zijn: Taakveld 1: Beheer van de stad Dit taakveld kent een overschrijding van € 14.731.000. Hiertegenover staan meeropbrengsten tot een bedrag van in totaal € 1 .81 2.000. In afwijking van de begroting 2014 is € 11,8 mijoen gestort in de door de raad ingestelde voorziening Achterstallig onderhoud. Dit is conform de regels van het BBV gewenst. Er is geen sprake van onrechtmatige begrotingsoverschrjcling. De resterende overschrjdingen zijn met name ontstaan op het beheer van de Openbare ruimte (ruim € 4 mijoen). Stadsingenieurs Breda heeft een grotere orderportefeuille gehad in 2014 dan in de begroting voorzien. Om deze orders uit te kunnen voeren heeft inhuur plaatsgevonden wat tot een overschrijding heeft geleidt. Tegenover deze hogere lasten staan ook hogere inkomsten uit deze orders, Op civieltechnische werkzaamheden zoals kunstwerken en sierende elementen zijn meer uitgaven geweest dan voorzien. Reparaties en calamiteiten hebben geleid tot meerkosten. Ook aan sierende elementen zijn extra aanpassingen en reparaties uitgevoerd die niet voorzien waren wat tot meerkosten heeft geleid. Ook op het gebied van verkeersmaatregelen z~n de uitgaven hoger dan voorzien. Extra wegmarkeringen en maatregelen als gevolg van schades waren hieraan debet. Binnen afvalservice zijn zowel de lasten als de baten ongeveer € 1,3 mijoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een afwijkende administratieve verwerking van de kwijtscheldingen. Binnen de begroting is de kwijtschelding als last geraamd, terwijl de feitelijke verwerking ervan als correctie op de opbrengst wordt verantwoord. Daardoor ontstaat in de vergelijking tussen begroting en realisatie zowel aan de lasten- als de batenzijde dit verschil. Alle activiteiten die zijn uitgevoerd passen binnen de vastgestelde beleidskaders. De hogere uitgaven worden om onzekerheid over de rechtmatigheid te voorkomen verschoond. Taakveld 5: Dienstverlening aan de burger De uitgaven op dit taakveld zijn € 532.000 hoger dan begroot. De baten zijn eveneens hoger dan begroot namelijk € 3.224.000. De lasten overschrijding wordt daarom meer dan goed gemaakt met deze hogere opbrengsten. De extra opbrengsten hangen echter niet geheel met de lastenoverschrjding samen waardoor een verschoningsbesluit vereist is. Bij publieksservice is er sprake van hogere uitgaven tot een bedrag van € 1,5 mijoen. Hier zijn de rjksleges in 2014 ongeveer € 650.000 hoger dan begroot. Dit geldt zowel voor de uitgaven als de inkomsten. Daarnaast is eind 2014 een eenmalige uitkering RNI van € 0,4 mijoen ontvangen welke wordt overgeheveld naar 2015. De gemeentelijke leges zijn ongeveer € 0,2 mijoen hoger dan begroot. Zowel de hogere lasten als baten kennen dus een direct verband op dit onderdeel. Dit geldt echter niet voor de hogere uitgaven die zijn ontstaan bij dienstverlening in algemene zin. De begroting kende reeds een taakstelling van ruim € 0,25 mi(joen welke uiteindelijk niet haalbaar is gebleken. Tevens heeft extra ureninzet bij Toezicht en Handhaving plaatsgevonden waarvoor ondermeer inhuur noodzakelijk was. Deze lasten waren niet voorzien maar passen wel binnen de vastgestelde beleidskaders. Om onzekerheid met betrekking tot de rechtmatigheid te voorkomen worden deze overschrjdingen zekerheidshalve verschoond.
Jaarverslag 2014/ 167 1 Gemeente Breda
De hierna volgende budgetverschillen tasten de begrotingsrechtmatigheid niet aan: Taakveld 2: Werk en Inkomen Het taakveld Werk en Inkomen kent zowel op de lasten als de baten een overschrijding van de begroting. Oorzaak van deze overschrijding is terug te herleiden tot een hogere SW-taakstelling dan waarmee in eerste instantie rekening werd gehouden. Deze hogere taakstelling leidt tot hogere loonkosten van de sociale werkvoorziening. Ook de directe kosten nemen hierbij toe. Tegenover de hogere taakstelling staat echter ook een hogere SW subsidie. De extra inzet heeft uiteraard tot een hogere productie geleid welke meer omzet heeft gegenereerd. Geconcludeerd kan dan ook worden dat de hogere lasten en baten samenhangen met elkaar. Daar de hogere baten de hogere lasten overschrijden kan verschoning achterwege blijven. Naast de hogere uitgaven op de taakvelden kunnen er ook kredieten zijn waar onvoorzien extra uitgaven hebben plaatsgevonden. Ook hiervoor geldt dat deze in zijn algemeenheid zijn gepleegd/gerealiseerd binnen het door de raad uitgezette beleid.
Ounç Jaarverslag 2014 1 168 1 Gemeente Brede
~
4.7.10 (Concern)control Inleiding Sinds de Jaarrekening 2008 informeert het college van B&W de gemeenteraad over de ontwikkeling en uitvoering van de controlfunctie. Hiermee wordt feitelijk gerapporteerd over de uitvoering van de opdracht van de gemeenteraad aan het college van B&W tot het doeltreffend en efficiënt sturen en beheersen van de gemeentelijke organisatie. Overigens vervangt deze paragraaf ‘Onderzoeken ex artikel 21 3a Gemeentewet’. In die opzet werd alleen ingegaan op onderzoeken die het college van B&W moest voeren naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur. Ontwikkelingen 2014 Control Organisatie Het jaar 2014 stond vooral in het teken van de doorontwikkeling van de organisatie. Doorontwikkeling vanuit twee lijnen, bedrijfsvoering! organisatieontwikkeling en de rol en positie in de regio. Op bedrjfsvoeringsgebied is een jaarrekeninganalyse uitgevoerd en is gekeken naar de robuustheid van de begrotingsmethodiek. De adviezen hiervan worden meegenomen in een vervolgtraject. Daarnaast is naar de doorontwikkeling van het Leerwerkbedrjf gekeken en zijn hiervoor aanbevelingen gedaan. De steeds verdergaande decentralisaties van rjkstaken en daarmee de rol in de regio zijn belangrijke -en steeds belangrjkere- ontwikkelingen. Hiervoor dient een passend controlinstrumentarium te worden ontwikkeld. Hiervoor zijn de eerste stappen gezet. De governance op derden in het algemeen is een punt waar de controlaandacht steeds meer naar uitgaat. Een steeds groter deel van middelen wordt namelijk uitgegeven door andere partijen dan de gemeente zelf. Ook op dit gebied zijn stappen gezet. Enerzijds is dit gedaan via een globale scan op gesubsidieerde partijen, maar ook door het toezicht op verbonden partijen een steviger positie te geven. Ook is samenwerking in de regio gezocht. Risicomanagement Het werkprogramma van de afdeling Control is gebaseerd op risico-inventarisaties. Aan die onderwerpen, waar we de grootste risico’s lopen, geeft de afdeling Control de meeste aandacht. Om de risico’s in beeld te krijgen, worden verschillende bronnen gebruikt, maar een ambtelijk goed functionerend risicomanagementproces is hiervoor onontbeerlijk. In 2014 heeft het risicomanagement rondom de decentralisatie-opgaven in samenwerking met het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) en het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) vorm gekregen. Ook zijn verschillende instrumenten bekeken om risicomanagement beter te integreren met doelen en activiteiten. In 2015 zal bekeken worden in hoeverre deze een zinvolle bijdrage kunnen leveren, In 2014 is ook veel aandacht geweest voor het cultuuraspect van risicomanagement.
Jaarverslag 2014 1 159 1 Gemeente Breda
Jaarverslag 2014/
170
1 Gemeente Breda
—‘t
It,
t .%
2
~t;tJ
-:~‘-q~,
S
/ -
0 0
cri
A
1
‘4
r
•
•
~-~-~/
t!.
-
7/
~•
0
.
--~
~ ~
5 5.1
RONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Algemeen De voor de jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de verslaggevingsvoorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de Verordening ex artikel 292 van de Gemeentewet (de Financiële Verordening Gemeente Breda). In de geconsolideerde cijfers van deze jaarrekening zijn alle tot de gemeente Breda behorende organisatieonderdelen inclusief de gemeenteraad en de rekenkamer betrokken. Waardering De activa zijn in beginsel gewaardeerd tegen de verkrjgings- of vervaardigingsprjs. Voor materiële vaste activa geldt dat de verkrjgingsprjs, waar van toepassing, is verminderd met ontvangen bijdragen van derden die in directe relatie met het actief staan, subsidies en bijdragen uit reserves. De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De geleasede activa in het kader van financiele lease worden gewaardeerd op basis van economische waarde, onder schulden wordt de contante waarde van de nog resterende leasetermijnen verantwoord. Operationele lease wordt als huur beschouwd. In uitzonderingssituaties wordt de marktwaarde als waarderingsgrondslag gehanteerd, namelijk wanneer deze voor voorraden en deelnemingen lager is dan de verkrjgings- of vervaardigingsprjs. Uitgangspunt is dat de materiële vaste activa met economisch nut altijd worden geactiveerd. Investeringen met een maatschappelijk nut worden slechts geactiveerd indien er onvoldoende financiële middelen zijn voor dekking uit reserves of via de exploitatierekening. Hiermee wordt volledig aangesloten op het BBV. Indien investeringen met een maatschappelijk nut worden afgeschreven gelden de termijnen uit de Afschrjvingsverordening. In de door de gemeenteraad vastgestelde Afschrjvingsverordening zijn de geldende afschrjvingstermijnen opgenomen. De jaarlijkse afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden in principe Iineair bepaald. In uitzonderingssituaties wordt de annuïta ire afschrjvingsmethocie gehanteerd, maar dan wordt dat gerechtvaardigd vanuit externe omstandigheden, bijvoorbeeld vanuit een match met rijkssubsidies. In deze Afschr[jvingsverordening heeft de raad uit praktisch oogpunt bepaald dat investeringen met een aanschafwaarde onder de € 10.000 niet geactiveerd hoeven te worden. De grondvoorraden en onderhanden werken worden gewaardeerd tegen verkrjgingsprjs of vervaardigingsprjs verminderd met al ontvangen verkoopopbrengsten. Voor verliesgevende grondcomplexen is een voorziening gevormd. De gemeente heeft extra comptabel inzichteljk gemaakt welke winstpotentie aanwezig is voor de complexen die naar verwachting afsluiten met een batig saldo. Winstneming gebeurt op het moment dat de winst daadwerkelijk is gerealiseerd. Vaak zal dat zijn als het complex in financiële zin is afgerond. Tussentijds kan echter ook al winst worden genomen. In dat geval moet ervan uitgegaan kunnen worden dat het deel van de winst dat wordt onttrokken aan de exploitatie en toegevoegd aan de weerstandscapaciteit, ook daadwerkelijk is gerealiseerd. Om dat te bepalen, wordt gekeken naar de boekwaarde, de nog te ontvangen inkomsten uit grondverkopen en de nog te betalen kosten van bouwrijp maken. Criteria zijn ontwikkeld voor het tussentijds nemen van winst van grondexploitaties.
—
•
Jaarverslag 2014/
173
1 Gemeente Breda
-~.
.
~‘
S,••~
~
~
De overige kortlopende activa, zoals debiteuren, overige vorderingen en liquide middelen, zijn opgenomen tegen de nominale waarde, verminderd met een voorziening voor oninbaarheid. Kortiopende passiva, zoals crediteuren en overige schulden zijn eveneens opgenomen tegen nominale waarde. Voorzieningen z~n onderbouwd met een meerjarenperspectief. In mindere mate geldt dit voor bestemmingsreserves. De algemene reserves dienen als algemeen financieel weerstandsvermogen. Op bijzondere waarderingsgrondslagen van specifieke balansonderdelen wordt bij het desbetreffende onderdeel in de toelichting op de balans nader ingegaan. Resultaatbestemmirig De mutaties in reserves waartoe de gemeenteraad bij begroting(swijziging) al heeft besloten, worden pas verantwoord nadat het bruto resultaat volgens de rekening van baten en lasten is bepaald. Het resultaat volgens de rekening van baten en lasten leidt, samen met de mutaties in de reserves waartoe de raad al besloten heeft, tot een nog te bestemmen nettoresultaat. Het nettoresultaat is als afzonderlijke post opgenomen op de balans, De gemeenteraad neemt bij de behandeling van dejaarrekening ook een besluit over de resultaatbestemming.
le
rnst & ‘~bung Accountants Jaarverslag 2014 1 174 1 Gemeente Breda
~
~jjj
5.2
ALANS MET TOELICHTING
De balans per 31 december 2014 (bedragen x
€‘
1 000)
CTIVA
31 DECEMBER 2014
Vaste activa
608.638
Immateriele vaste activa Materiele vaste activa investeringen met economisch nut Investeringen riolering en afvalstoffen Investeringen met maatschappelijk nut Financiële vaste activa
607.294
0
0
412.873
460.465
257.617
304.486
93.792
92.116
61.464
63 863
195.765
146.829
Vlottende activa
159.828
Voorraden
168.847
65.942
85.066
-
nog in exploitatie te nemen gronden
o
8.878
-
gronden in exploitatie
32.586
24.353
-
overige grond- en huipstoffen
32.626
51.279
-onderhanden werk
637
416
magazijnvoorraden
93
140
14.575
19.259
2.468
601
0
0
-
Vorderingen -
vorderingen
O~
Openbare lichamen
rekening-courantverhouding met niet financiële instellingen
12.107
18 658
Liquide middelen
13.292
1.075
Overlopende activa
66.019
63.447
-
overige vorderingen
Totaal activa
768.466
ASSIVA
776.141
31 DECEMBER 2014
Eigen vermogen
31DECEMBER2013
132.077
Reserves
-
31DECEMBER2013
134.682
130.740
113.438
algemene reserves
89.029
61.899
bestemmingreserves
41.711
51.539
1.337
21.244
Nog te bestemmen resultaat Voorzieningen
58.217
30.463
Vaste schulden
444.307
477.217
Vlottende passiva
133.865
133.779
Kortiopende schulden
67.204
74.236
Overlopende passiva
66.661
59.543
Totaal passiva Totaal gewaarborgde leningen
768.466
776.141
1.604.270
1.594.571
‘011
Jaarverslag 2014/
175
1 Gemeente Breda
,~.
~
0
Toelichting op cie balans Activa Vaste Activa Vaste activa zijn zaken die meerjarig hun nut en waarde behouden. Uitgaven aan deze zaken worden in beginsel geactiveerd en vervolgens gedurende de gebruiksduur afgeschreven ten laste van de rekening van baten en lasten. Er wordt onderscheid gemaakt in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten, gemaakt voor Onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard (bijvoorbeeld gebouwen, computers, sportvelden en voertuigen). De financiële vaste activa tenslotte omvatten geldieningen, beleggingen en vorderingen op lange termijn. Het verloop van de boekwaarden van de vaste activa was in 2014 als volgt: (bedragen x6 1.000)
Boekwaarde per 31 december2013 Herrubricering per 1januari 2014
4 -4
460.436 29
Bij: vermeerderingen Investeringen in het afgelopen jaar Verstrekte geldleningen
22
69.694
Subtotaal
22
Af: verminderingen Afschrijvingen ten laste van de rekening van baten en lasten Afschrijvingen ten laste van reserves Bijdragen van derden Desinvestering Ontvangen aflossingen
22
Totaal
0
530.159
146.855 -26
607.295 -1
70.082
69.716 70.082
216.911
747.092
27.848
27.848
1.575 18.484 69.379 21.146
1.597 18.484 69.379 21.146
195.765
608.638
412.873
Onderstaand worden per onderdeel in het kort de belangrijkste ontwikkelingen in 2014 weergegeven, In Hoofdstuk 6 is een overzicht opgenomen van de investeringen in 2014. Immateriële vaste activa De immateriele activa zijn nagenoeg nihil. Het activeren van uitgaven in de sfeer van immateriële vaste activa wordt, gegeven de aard ervan, bewust beperkt. Het uitgangspunt is om deze uitgaven zoveel mogelijk in ëën keer als kosten te verantwoorden en slechts in uitzonderingssituaties te activeren. Het afschrijven vindt dan plaats op zo kort mogelijke termijn. Materiële vaste activa Zoals in de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling is verwoord, wordt onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. (BEDRAGEN x €1.000) EC0N0MISCH/MAArsCHAppE~~JK NUT:
31 DECEMBER 2014
Investeringen met een economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut Totaal materiële vaste activa Na herrubricering per 1januari 2014
Jaarverslag 2014 1
31 DECEMBER 2013~
351.409
396.603
61 464
63.863
412.873
176
1 Gemeente Breda
--
~
~-rnst ~‘ .~,
-
~‘utinq A c
~
•.~
-
Het uitgangspunt is dat de materiële vaste activa met economisch nut altijd worden geactiveerd. Investeringen met een maatschappelijk nut worden slechts geactiveerd indien onvoldoende financiële dekkingsmiddelen beschikbaar zijn om deze in éën keer ten laste van reserves of van de exploitatierekening te brengen. Hiermee wordt aangesloten bij de uitgangspunten van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Indien investeringen met een maatschappelijk nut worden afgeschreven gelden de termijnen uit de afschrjvingsverordening. De materiële vaste activa zijn verder als volgt te specificeren: (bedragen X é~ 7.000) z ERLOOP ACTIVA
MATERJELE
ç)
0 0
Boekwaarde per 1januari 2014 Bij: vermeerderingen Investeringen in het afgelopen jaar Subtotaal Af: verminderingen Afschrijvingen t lv. de exploitatie Afschrijvingen t.l.v. reserves en voorzieningen Bijdragen van derden Desinvesteringen Totaal
-~
VASTE
32.895
>
137
11.539
233.833
149.512
5.785
18.505
19.798
460.465
18.457
33.949
1.321
995
3.433
69.694
44.434
137
252.290
183.460
7.107
19.500
23.232
530.159
198
14
9.745
10.754
1.141
2.017
0
27.848
1.575 1.331 189 42.716
123
1.575
1.342 69.065
15.604
126 50
15 2
66 73
18.484 69.379
172.138
155.527
5.790
17.466
19.113
412.873
Van de gronden en terreinen is € 3,8 mijoen in erfpacht uitgegeven De belangrijkste investeringen op infrastructureel terrein zijn gedaan rondom het nieuwe station. Eind 2014 is het noordelijke deel inclusief de nieuwe busterminal in gebruik genomen. In hoofdstuk 6 en bijlage 7.7 wordt verder ingegaan op de investeringen in 2014, de lopende kredieten en bestedingsplannen van deze kredieten in de komende jaren. De belangrijkste mutatie van 2015 is een verschuiving tussen materiële vaste activa (gebouwen) en financiële vaste activa. De desinvestering in gebouwen is veroorzaakt door het overdragen van de schoolgebouwen aan de coöperatieve vereniging BreedSaam. Samen met de overgedragen investeringen van 2015 staat hier tegenover een lening.
~ .+~:
Jaarverslag 2014/
177
1 Gemeente Breda
~ ~i)St & Yo~
~ ~.
~
—
Ior,çi ~ Ir’
~
.
.
.
Financiële vaste activa De tot de financiële vaste activa behorende vorderingen zijn opgenomen tegen de nominale waarde en zijn als volgt te specificeren: (bedragen x
€‘
1.000)
PECIFICATIE FINANCIËLE VASTE ACTIVA
31 DECEMBER 2014
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Leningen aan woningbouwcorporaties Leningen aan deelnemingen Overige langlopende leningen Overige langlopende vorderingen B~dragen aan activa in eigendommen van derden Totaal financiële vaste activa Na herrubricering per 1januari 2014
31DECEMBER 2013”
2.077 95.197 17.211 76.403 2.768 2.109
2.077 114.581 17.662 7 051 3.230 2 228
195.765
146.829
De grote toename van de langlopende leningen is veroorzaakt door de lening aan BreedSaam. Dit samenwerkingsverband van schoolbesturen heeft in 2014 de schoolgebouwen van de gemeente overgenomen. De daarvoor verstrekte lening wordt in 40 jaar afgelost. De geactiveerde leningen aan de woningbouwcorporaties zullen de komende jaren als gevolg van de aflossingsverplichtingen met respectievelijk € 13 mijoen (2015) en € 2,5 mijoen (2016) afnemen. Tot en met 2025 zal de aflossing circa € 25,7 mijoen bedragen. Het uitstaande saldo bedraagt dan eind 2025 nog € 49 mijoen. Kapitaalverstrekkingen De kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen zijn als volgt te specificeren: (bedragen x € 1.000) AAN
DEELNEMINGEN
31 DECEMBER 2014
Brabant Water NV Bank Nederlandse Gemeenten NV Intergas NV Enexis / Essent NV Stadsherstel NV Chassé Theater Beheer NV Bredase lnvesteringsmaatschappij NV (BrIM) Rewin Totaal kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
31 DECEMBER 2013
735 644 1 24 204 227 226 16
735 644 1 24 204 227 226 16
2.077
2.077
Leningen De uitstaande leningen betreffen voornamelijk woningbouwleningen. Hierbij heeft de gemeente Breda een intermediaire rol. De gemeente heeft leningen aangetrokken bij derden en deze gelden vervolgens onder dezelfde condities doorgeleend aan de woningbouwcorporaties.
i
~‘j~
.~f
igr Jaarverslag 2014 1
178
1 Gemeente Breda
S
‘
in
i~rr ii
-, -~
1’.”
Leningen aan deelnemingen (bedragen x 6 1 000) PECIFICATIE LENINGEN AAN DEELNEMINGEN
31 DECEMBER 2014
31 DECEMBER 2013
Chassé Theater Beheer NV Stadsherstel NV
16.064 1.147
16.515
Totaal overige leningen aan deelnemingen
17.211
17.662
1.147
Overige langlopende vorderingen en leningen De overige langlopende vorderingen en leningen bestaan uit: (‘bedragen x € 1.000,) VORDERINGEN EN LENINGEN
LANGLOPENDE
31 DECEMBER 2014
Leningen Gemeentelijke Kredietbank Leningen Sociale Zaken Museum of the Image (MOTI) Startersleningen Deposito voormalig Hypotheekfonds NoordBrabantse Gemeenten (HNG) BreedSaaM
69.032
Totaal kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
79.171
31 DECEMBER 2013
2.264
2.324
1.872 1.035 2.200 2 768
1 873 1.656 1 200 3 228
10.281
Per 31 december is de huisvesting van het primair en speciaal onderwijs overgedragen aan de coöperatieve vereniging BreedSaam. Deze vereniging van schoolbesturen heeft het eigendom van de onderw(jspanden overgenomen van de gemeente. Daar tegenover staat een lening van de gemeente ad € 69 mijoen, welke in 4Ojaar zal worden afgelost. Bijdragen aan activa in eigendom van derden Bijdragen voor de activa in eigendom van derden zijn voornamelijk restauratiesubsidies en bijdragen voor aanpassingen voor mindervaliden in welz[jnsaccommoclaties. Vlottende activa Vlottende activa zijn bezittingen waarin het vermogen in principe voor een periode korter dan een jaar is vastgelegd, zoals voorraden, vorderingen en liquide middelen. Voorraden De voorraden en het onderhanden werk zijn als volgt te specificeren: (bedragen x 6 1.000) VOORRADEN
31 DECEMBER 2014
Nog in exploitatie te nemen gronden Voorziening negatieve planresultaten Gronden in exploitatie Voorziening negatieve planresultaten Verspreid liggende gronden Voorziening grondexploitatie Onderhanden werk Magazijnvoorraden
0 0 93.247 60.661 35.564 -2.938 637 93
Totaal voorraden
65.942
31 DECEMBER 2013 14.535
-5.657 88.077 -63.725 51.729 -450 416
1 T~
85.066
Ernst & Younq ccorjn ~ Jaarverslag 2014 1
179
1 Gemeente Breda
,‘
L
Bu:Idrnq z, bctt», wOrkir~ ~ i~’
De voorraden betreffen hoofdzakelijk de grondexploitatie. Op de onderhanden grondexploitaties is een verliesvoorziening in mindering gebracht. Voor de nadere toelichting over de grondexploitaties wordt verwezen naar hoofdstuk 4.7.5 (paragraaf Grondbeleid) en naar hoofdstuk 3.2, taakveld 3 (Ontwikkeling van de stad fysiek) Waardering onderhanden werk grondexploitaties Wanneer naar verwachting sprake is van een verliesgevende grondexploitatie schrijft het BBV voor dat hiervoor een voorziening gevormd dient te worden op het moment dat deze verliezen voorzienbaar en onafwendbaar zijn’. De afgelopen jaren is met name het vormen van deze voorzieningen voor verliesgevende grondexploitaties bepalend geweest voor de negatieve resultaten van het Grondbedrijf. De voorzieningen worden gevormd ten laste van het resultaat van het Grondbedrijf. Bij het afsluiten van een grondexploitatie wordt het negatieve resultaat ten laste van deze voorziening gebracht. Na de toevoeging in 2014 zijn de belangrijkste voorzieningen voor negatieve planresultaten: (bedragen x 6 1.000) OMSCHRIJVING
IEGG
NIEGG
Teteringen Stationskwartier Saval VlaszaklGasthuispoort Adriaan Klaassenstraat (landgoed) Steenakker Zuid Rithmeesterpark Vertreklocaties belastingkantoor en rechtbank Overige grondexploitaties
18,4 21,4 4,5 3,8 2,3 2,2 3,8 8,6 4,3
Totaal IEGG In exploitatie genomen gronden NIEGG: Niet in exploitatie genomen gronden
69,3
De bepaling van de voorziening voor negatieve planresultaten is gebaseerd op de verwachte negatieve grondexploitaties van de herzieningen bij deze jaarrekening Deze herzieningen bevatten aannames over de verwachte kosten en opbrengsten. uitgangspunt voor de herzieningen is een zogenaamd “midcase” scenario. Daarmee is de huidige waardering voor de projecten tot stand gekomen op basis van de beste inschatting van dit moment. De waardering grondexploitaties bevat dus een schattingselement, waardoor de realisatie kan afwijken van de verwachtingen. In de grondexploitaties bestaat onzekerheid over de in de verschillende grondexploitaties na boekjaar 2014 opgenomen nog te realiseren kosten- en opbrengstenposten. Hoewel de kostenposten met een hogere mate van zekerheid zijn te voorspellen en te beinvioeden, liggen de grootste risico’s aan de opbrengstenkant. Het in de berekeningen van de grondexploitaties gehanteerde uitgiftetempo blijft, zeker gezien de economische omstandigheden en demografische ontwikkelingen, onzeker. Ook is het onzeker of de in de grondexploitaties gehanteerde en doorgerekende uitgifteprjzen in de toekomst zullen worden gerealiseerd. Deze risico’s zijn inzichteljk gemaakt in paragraaf 4.7.5 Grondbeleid en 4.7.3 Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Jaarverslag 2014 1
180
1 Gemeente Breda
•‘•~~
i
.
Vorderingen Bij de vorderingen zijn de tegoeden per 31 december 2014 met een looptijd van minder dan ë6n jaar opgenomen. De vorderingen zijn als volgt te specificeren: (bedragen x € 1.000) VORDERINGEN
31DECEMBER2014
Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Debiteuren verhaal en terugvordering Wwb/BUIG Voorziening debiteuren verhaal en terugvordering Wwb/BUIG Overige vorderingen Totaal vorderingen
31DECEMBER2013
11.080
14.759
-2.784 17.298 11 019
2.135 17 182 10 547
14.575
19.259
Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen de kasmiddelen en de tegoeden op de bankrekeningen, inclusief kruisposten. (bedragen x € 1.000) IQUIDE MIDDELEN
31DECEMBER2014
31DECEMBER2013
Kasgelden Banktegoeden Kruisposten
13.147 105
39 802 234
Totaal liquide middelen
13.292
1.075
40
De banktegoeden bestaan voor € 10 mijoen uit een vordering op het Rijk in het kader van het schatkistbankieren. Een deel van de overtollige middelen (het drempelbedrag) zijn uitgezonderd van de regeling schatkistbankieren. Het drempelbedrag (2014) bedraagt € 3,75 mijoen. Overtollige middelen worden automatisch afgeroomd boven de € 2 mijoen en daarmee voldoet de gemeente Breda altijd aan de eisen van de regeling. Er wordt gemiddeld maximaal € 2 mijoen per dag buiten de schatkist gehouden. Overlopende activa Overlopende activa zijn posten die aan het verslagjaar toegerekend zijn maar waarvan de feitelijke afwikkeling pas in het jaar daarna plaatsvindt. (bedragen x€ 1.000) VERLOPENDE ACTIVA
31 DECEMBER 2014
31DECEMBER2013
Nog te ontvangen posten Vooruitbetaalde bedragen
54.609 11.410
46.273 17.175
Totaal overlopende activa
66.019
63.447
De nog te ontvangen posten bestaan onder meer uit € 22,5 mijoen nog te ontvangen compensabele BTW en een post van € 6,9 mijoen nog te ontvangen gemeentelijk belastingen. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met een verliesvoorziening van € 0,4 mijoen. Onder de overlopende passiva valt ook € 2,1 mijoen aan de overlopende rente. Dit is een bedrag aan renteopbrengsten dab pefl 31 december 2014 te vorderen is, maar pas ontvangen wordt in de loop van 201A~r op de vervaldatum van de lening.
1
Jaarverslag 2014/
1 Gemeente Breda
————
S.
.9
—‘——-
~“~J ~
.
.5
..,,,,.,,‘.“
.. ‘ S..5 ~. . .; ,
Passiva Aan de passiva kant van de balans staan het vermogen en de schulden van de gemeente gerangschikt. Hieronder wordt ingegaan op de verschillende bestanddelen. Eigen vermogen Het eigen vermogen van de gemeente wordt gevormd door de reserves en het rekeningresultaat. Nog te bestemmen resultaat Verderop in dit hoofdstuk Financiële Rekening is een samenvatting gegeven van het ontstaan en de samenstelling van het rekeningresultaat. Voor de verdeling van het nog te bestemmen resultaat 2014 (€ 1,34 mijoen) wordt afzonderlijk door de raad besloten. Reserves Onder de reserves vallen enerzijds vermogensbestanddelen die vrij ter beschikking staan en anderzijds delen waarover al een bestedingsbeslissing is genomen. Het verloop van de reserves ziet er voor 2014 als volgt uit: (bedragen x 6’ 1.000) OEKWAARDE
ESERVES
Algemene reserve Bestemmingsreserve Verdeeld resultaat 2013 Subtotaal reserves
PER 31-12-2013
ESULTAAT BESTEMMING 2013
61.899 51.539 21.244
BU
13.953 7.29] -21.244
134.682
DEKWAARDE PER 31-12-2014
13.206 4.945
29 22.064
89.029 41.711
18.151
22.093
130.740
Nog te verdelen resultaat 2014
1 337
Totaal reserves
132.077
Hieronder zijn de reserves verder uitgesplitst. Het nog te verdelen resultaat 2014 zal na het besluit van de raad over de bestemming, worden toegevoegd. Algemene reserve De algemene reserve van Breda wordt als een geheel gepresenteerd. Deze algemene reserve is opgebouwd uit de centrale algemene reserve, de reserve ATEA en de reserve WMO/Zorgfonds. Begin 2015 vindt een herjking plaats van het beleid rondom reserves. De resultaten hiervan zullen bij de Voorjaarsnota 2015 duidelijk worden. (bedragen x 6’ 1.000) DEKWAARDE PER 31-12-2013
ESULTAAT BESTEMMING 2013
Algemene reserves
61.899
13.953
13.206
Onderverdeeld n: Algemene reserve Reserve WMO zorgfonds
53.927 0
13.953
10.048 3.158
Reserve ATEA
BIJ
OEKWAARDE PER 31-12-2014
89.029
7.972
•
77.928 3.158 _...7..943_
~ ..3~
Jaarverslag 2014/
182
1 Gemeente Breda
-‘.~
~i7
~
~
4’,
Het resultaat van het Grondbedrijf wordt in de begroting en jaarrekening opgenomen en toegevoegd aan de algemene reserve. Binnen de algemene reserve van de Gemeente Breda is een deel bestemd om de risico’s, en daarmee de mogelijke negatieve resultaten, die samenhangen met het voeren van grondbeleid op te vangen. Dit is het weerstandsvermogen ten behoeve van het Grondbedrijf. Bij de Begroting 2014 is een nieuwe reserve Wmo ingesteld om mogelijke effecten van de decentralisatleopgave op te kunnen vangen. Omdat nog niet geheel duidelijk is wat het effect zal zijn van de decentralisatieopgave van de zorg, is bij de Begroting 2014 voorgesteld om de onderuitnutting van de Wmo 2014 (€ 2 mijoen) in een nieuwe te vormen reserve WMO/Zorcjfonds te storten. Later is daar de bijstelling van de integratieuitkering Wmo van € 1,158 mi[joen aan toegevoegd. Deze reserve is nodig om de zorg te kunnen blijven bieden aan mensen die het nodig hebben. In de begroting 2015 is een onttrekking geraamd van € 1,0 mijoen. Bestemmingsreserve De bestemmingsreserve bestaat uit de volgende onderwerpen. (bedragen x €‘ 1.000) DEKWAARDE
PER 31-12-2013
Bestemmingsreserve Onderverdeeld in. Exploitatiereserve Begrotingsreserve Centrale bedrjfsreserve Investeringsreserve Reserve onderwijshuisvesting Reserve afvalservice Reserve parkeerbedrjf Reserve riolering Reserve armoedebestrjding Risicoreserve bijstand/Wmo Reserve sociale zaken en werkgelegenheid Reserve parkeertonds Reserve groenfonds Reserve Wijkontwikkeling Reserve toeristenbelasting Reserve Bodemfonds Reserve Culturele hoofdstad
ESULTAAT BESTEMMING 2013
BIJ
OEKWAARDE PER 31-12-2014
51.539
7.291
4.945
22.064
41.711
6.429 7.585 350 20.576 195 1.298 0 512 476 50 2 794
4.565
1.001 297
2 141
1.280 1.312 66
9.481 1.739 300 4.826
2.514 6.143 50 19.171 1.507 0 233 0 476 0 2.587
392 233 110
1.756
16
418 50 207
430 841 9.513 200
5 118
435 820 6.575 265 855 80
139 2.938
65 855
290
210
De toelichting op de bestemmingsreserve is hieronder per onderwerp gegeven. In de ex~loitatiereserve worden bedragen gereserveerd voor exploitatie-uitgaven in komende jaren. Dit kan enerzijds gaan om bedragen waarvan bij jaarrekening is besloten deze over te hevelen naar een volgend jaar. Anderzijds zijn het gereserveerde middelen, waarvan de besteding is verdeeld over meerdere jaren. De becirotincisreserve is gevormd om het wegvallen van structurele middelen geleidelijk in het meerjarenperspectief te verwerken. Vanuit deze eenmalige middelen wordt een jaarlijks afbouwende inzet ten gunste van de begrc~ting.—~ gebracht.
Jaarverslag 2014/
183
1 Gemeente Breda
nst &
~_.. -
Vnijn Fdir,n
~.
~
~,
De bedriifsreserve is bedoeld om schommelingen in de bedrijfsvoering op te vangen. Ze heeft een bodemblokkering van € 025 mijoen. De Investeringsreserve is gekoppeld aan het meerjareninvesteringsplan (MIP) en is bestemd voor uit te voeren projecten. Deze reserve wordt gevoed uit bij voorjaarsnota of begroting beschikbaar gestelde eenmalige middelen, In de exploitatie worden schommelingen van de kapitaallasten opgevangen via de stelpost kapitaallasten. De overschotten of tekorten op deze stelpost kapitaallasten worden met de reserve verrekend. Omdat deze reserve ook de rentecomponent van de kapitaallasten opvangt, wordt rente over het saldo berekend. De reserve huisvestinci Onderwijs is bestemd om overschotten en tekorten op de investeringsgelden binnen het onderwijsveld te houden. Een deel van deze reserve is in het verleden ingezet voor de opvang van de extra afschrjving van € 5,6 mijoen, als gevolg van een verlaging van de afschrjvingstermijn van 60 naar 40 jaar van de onderwijsgebouwen. De reserves voor afvalservice en riolering zijn op basis van de verplichting vanuit de BBV-regelgeving per balansdatum 31-12-2014 omgezet naar een voorziening. Via de reserve parkeren worden overschotten en tekorten binnen dit bedrjfsonderdeel verrekend. De reserve armoedebestniding is bestemd om financiële gevolgen van de economische crisis op het armoedebeleid op te kunnen vangen. Bijzondere bijstand is een open-einde regeling. Door onder andere meer voorlichting en meer ruimte voor maatwerk kunnen het aantal aanvragen, toekenningen en daarmee uitgaven bijzondere bijstand meer toenemen. Ook is op dit moment nog niet bekend wat de decentralisatleopgave voor effect zal hebben op de armoederegelingen. De risicoreserve biistand/Wmo is gecreëerd bij de invoering van de Wwb (Wet werk en bijstand) en Wmo om een degelijk financieel fundament te hebben. Het restant van de reserve is ingezet ter ondersteuning van de thuis- en mantelzorg. De reserve Sociale Zaken en Werkgelegenheid is gevormd met de in 2009 vrjgevallen middelen als gevolg van de omzetting van uitgaven naar het Participatiebudget. Sinds 2012 wordt de reserve ingezet om de bezuinigingen op de verschillende beleidsterreinen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op te vangen. Er is in 2014 voor € 207.000 een beroep op de reserve gedaan. In de begroting 2015 wordt € 50.000 ingezet. Het Parkeerfonds bestaat uit bijdragen van derden, welke ontvangen zijn als afkoop voor de verplichting tot het creëren van parkeervoorzieningen bij bouwprojecten. De gemeente heeft de verplichting om met deze gelden voor alternatieve parkeervoorzieningen te zorgen. Het Groenfonds heeft tot doel de kwaliteit van het groen en water in de gemeente Breda te versterken. Hiervoor worden bijdragen van derden gereserveerd voor het realiseren van groenvoorzieningen in het buitengebied. De reserve Wilkontwikkeling is gevormd ten behoeve van de integrale aanpak van het programma Wijkontwikkeling. Het programma is gefinancierd met gemeentelijke middelen en subsidies, welke in deze reserve samenkomen. In het uitvoeringsprogramma Wijkontwikkeling 3.0 2012-2014 zijn alle middelen toegewezen aan de diverse projecten, waaronder de uitvoering van de prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties. 1
Jaarverslag 2014/ 184 1 Gemeente Breda
-.-
~rns~ ~ ~ ~
-
-
j
lJnrJ
~
,—.1 •S~~ Cu~Idi,~q ,‘,i
A:
‘°tir.I’~,~
‘.:
In 2014 is € 1.5 muoen ingezet. Het programma wijkontwikkeling is beëindigd. De inschatting is dat nog € 3,5 mijoen van de reserve nodig is om de lopende projecten af te wikkelen. De Gemeente Breda is in 2013 gestart met het heffen van toeristenbelasting. Om de gelden beschikbaar te houden binnen de sector is een reserve gevormd. Uit de reserve wordt onder andere een bijdrage geleverd aan de financiering van de Koning Willem- Alexanderbrug. Met de stichting Toeristisch Fonds Breda is een meerjarenovereenkomst gesloten waarbij de stichting onder voorwaarden de meeropbrengsten van de toeristenbelasting kan besteden. Ten behoeve van de kandidatuur van Brabant voor de nominatie Culturele Hoofdstad, is een reserve gevormd om gelden voor projecten rondom deze nominatie te verzamelen. Nu de nominatic niet doorgaat vervalt het restant van de reserve. Voorzieningen Onder voorzieningen worden verplichtingen en verliezen als gevolg van risico’s opgenomen waarvan de omvang onzeker, maar toch redeljkerwijze in te schatten is. Tevens zijn voorzieningen gevormd voor uitgaven die in een volgend jaar gedaan zullen worden, maar hun oorzaak vinden in of vÔÖr het verslagjaar. (bedragen x € 1.000) OORZIENINGEN
31 DECEMBER 2013
OTATIES
ANWENDING
Onderhoudsvoorzieningen Achterstallig onderhoud verhardingen Personeelsvoorzieningen Voorziening verliesgevende contracten Overige voorzieningen
18.396
8.484 17.500
5.781
12.067
1.358 8.686
2.377
o 0
1.971
Totaal voorzieningen
30.463
37.999
RIJ VAL
31 DECEMBER 2014
2.087
11.048 8.686 1.971
8.158
2.087
Hieronder worden de bijzonderheden per voorziening nader toegelicht. Voorziening onderhoud Om de kosten van onderhoud van gebouwen regelmatig over de jaren te verdelen wordt gewerkt met een egalisatie via de onderhoudsvoorzieningen. Uitgangspunt is dat de kosten van het onderhoud van de accommodaties passen binnen het totaal van de beschikbare voorzieningen. In 2014 is een voorziening gevormd van € 20 mijoen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan wegverhardingen. Hiervan is in 2014 € 2,5 mijoen besteed. Omdat voor de feitelijke instelling van de voorziening deze besteding had plaatsgevonden is dit bedrag niet meer betrokken bij de werkelijke dotatie. Personeelsvoorzieningen Het totaal van 11 mijoen aan personeelsvoorzieningen bestaat voor € 7,1 mijoen uit pensioenvoorzieningen voor politieke ambtsdragers (Wet AppA) en voor € 3,9 mijoen uit kosten voor voormalig personeel en verlofsparen. Jaarlijks wordt beoordeeld in hoeverre de stand van de personeelsvoorzieningen toereikend zijn. De voorziening AppA is begin 2014 geactualiseerd en is toereikend. In 2014 is de voorziening voor kosten van voormalig personeel aangepast in verband met het definitief worden van een aantal kosten voor St@dswjis en een CAO-aanpassing.
‘st’? Jaarverslag 2014 1
185
1 Gemeente Breda
19.012 17.500
‘~~y
t
j~. i.~
58.217
Voorziening verliesgevende contracten Gebleken is dat in 2013 ten onrechte de voorziening ten behoeve van de vertreklocatie Rechtbank! Belastingkantoor als negatieve grondexploitaties is geclassificeerd. Omdat er echter nog geen sprake is van een door de raad vastgestelde grondexploitatie wordt deze voorziening in 2014 gecorrigeerd en opgenomen als dotatie aan de voorziening verliesgevende contracten. Overige voorzieningen Als gevolg van de verplichting vanuit de BBV-regelgeving zijn de oorspronkelijke reserves Afvalservice en Riolering per balansdatum 31-12-2014 omgezet naar een voorziening. Vaste schulden Onder de vaste schulden zijn schulden opgenomen met een looptijd van meer dan ~énjaar. De vaste schulden zijn als volgt te specificeren: (bedragen xe 1.000) PECIFICATIE VASTE SCHULDEN
31DECEMBER2014
Onderhandse leningen van: Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen Binnenlandse banken Overige sectoren
31DECEMBER2013
17 500 441.651 1.065
Subtotaal
455.950 1 .539 442.716
474.989
1.591
2.228
444.307
477.217
Waarborgsommen Totaal vaste schulden
Bovenstaande tabel is in overeenstemming met de voorgeschreven indeling in het BBV. Onderstaande tabel geeft aan waar de leningen zijn ingezet. De totale rentelast van de langlopende vaste schuld bedraagt € 17,1 mijoen. Hiervan betreft € 13,3 mijoen de rentelast voor de leningen aangetrokken voor de gemeentelijke investeringen. De overige € 3,8 mijoen is voor de leningen die aan de woningbouwcorporaties zijn doorgeleend. Hier staat een zelfde bedrag renteopbrengst tegenover. (bedragen x€ 1.000) PECIFICATIE ONDERHANDSE LENINGEN
Leningen ten behoeve van de eigen financiering Leningen ten behoeve van de woningbouw
31DECEMBER2014
31DECEMBER2013
353.932 87.719
Subtotaal
367.212 106.238 441.651
Overige leningen en langlopende vorderingen: Besluit woninggebonden subsidies Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
473.450
0 1.065
0 1 539
Subtotaal
1.065
1.539
Waarborgsommen
1.591
2 228
444.307
477.217
Totaal vaste schulden
Leningen ten behoeve van de eigen financiering In 2014 is voor nominaal € 35,5 mijoen aan langlopende leningen vastgeleg~~ Daarnaast is een voorfinancierde lening ad €15 mijoen in 2014 gestort.
verslag 2014 t
186 1 Gemeente Breda
~
~ ~r~i 5?. ‘7 —~
~fr
u:e~~.
c’
~cr
‘
Leningen ten behoeve van de woningbouw Bij de woningbouwleningen heeft de gemeente Breda uitsluitend een intermediaire rol. De gemeente sluit leningen af met derden en leent deze bedragen vervolgens tegen dezelfde voorwaarden door aan de woningbouwverenigingen, Op de restant hoofdsom van deze opgenomen geldieningen is in 2014 €18,5 rni!joen afgelost. Overige leningen en langlopende vorderingen De vorderingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestaan uit een combinatie van bedragen betreffende de uitvoering van diverse sociale wetten. Waarborgsommen Waarborgsommen zijn bedragen ingehouden op de koopsommen van onroerend goed. Deze bedragen worden uitgekeerd bij ontruiming c.q. oplevering. Kortlopende schulden De specificatie van de kortlopende schulden is als volgt: (bedragen x€ 1.000 ORTLOPENDE SCHULDEN
31DECEMBER2014
31 DECEMBER 2013
Crediteuren Schulden aan publiekrechteljke lichamen Schulden aan bankinstellingen
11.175 1.029 55.000
15.813 939 57 484
Totaal kortiopende schulden
67.204
74.236
Op basis van de raamovereenkomst met de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten heeft de gemeente Breda een kredietfaciliteit in rekening-courant van maximaal € 50 mijoen. De hierboven genoemde schulden aan bankinstellingen betreffen voor een deel de kredietfaciliteit BNG en daarnaast kasgeldleningen bij diverse bankinstellingen. Overlopende passiva Het totaaloverzicht van de overlopende passiva is als volgt: (bedragen x € 1.000) VERLOPENDE PASSIVA
Te betalen kosten Vooruitontvangen
31 DECEMBER 2014
*
Totaal kortlopende schulden *waarvanjaaroverstijgende subsidies
31 DECEMBER 2013
53.443 13.218
40.955 18.588
66.661
59.543
3.365
4.662
(bedragen x € 1.000) AAROVERSTIJGENDE SUBSIDIES
31 DECEMBER
OEVOEGINGEN
Wwb werkdeel Verbetering luchtkwaliteit Jeugdwerkeloosheid (regio) Onderw(jskansenbeleid Overige subsidie
1.368 681 546 1.147 920
0 244 0 279 294
Totaal overlopende subsidies
4.662
817
Jaarverslag 2014/
187
/ Gemeente Breda
AANWENDING
31 DECEMBER
1.028 239 3 344 r’--—5OO--~
340 686 543 1.082
Ter k~e *•~L~ nst & ~
‘OUnq ~ . . .
eud~nrj WOriune ~‘‘.-
(bedragen x
~‘
1.000)
EWAARBORGDE GELDLENINGEN
31DECEMBER2014
31 DECEMBER 2013
Geldieningen voor het verkrijgen/verbeteren van woningen Waarborgfonds sociale woningbouw Overige leningen
1 772
1 411
1.589.261 15.009
1.579.602 13.558
Totaal gewaarborgde geldleningen
1.606.042
1.594.571
Bij de geldleningen voor het verkrijgen/verbeteren van woningen en bij de overige leningen staat de gemeente 900% garant bij het Nationaal Restauratie Fonds (NRF). Bij het Waarborgfoncls Sociale Woningbouw heeft de gemeente een achtervang positie. De leningen die de gemeente rechtstreeks verstrekt heeft aan de woningbouwcorporaties zijn ook onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gebracht. Deze leningen zijn in de balans verantwoord. Het aantal verstrekte garanties door de gemeente Breda is al jaren zeer beperkt (zie Post overige leningen in bovenstaande tabel). Dit is mede dankzij landelijk opererende garantiefondsen die op specifieke beleidsterreinen gara ntiestellingen verlenen en daarmee een goed alternatief zijn voor directe gemeentegaranties. Voorbeelden zijn het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Stichting Waarborgfoncis Sport, Waarborgfonds Eigen Woningen, Waarborgfonds voor de Zorgsector en het Nationaal Restauratiefonds. In 2014 zijn 2 garanties verstrekt tot een totaalbedrag van € 47.500. Specificatie van de restschuld van de gegarandeerde leningen: (bedragenxe lm///oen)
31DECEMBER2014
Stichting Elisabeth Internationale school Breda Building Breda Overige garanties
6.816 2 751 3.600 1.842
Totaal
15.009
Verkoop Essent Met de verkoop in 2009 van het Productie en leveringsbedrjf van Essent aan RWE heeft de gemeente Breda een belang gekregen in een aantal B.V. s welke ter zekerheid dient van mogelijke claims, voortvloeiend uit de transactie of rechtshandeling van de verkoop, In de komende zeven jaar worden deze claims afgewikkeld en zullen hier opbrengsten uit voortvloeien voor de gemeente. Gezien de onzekerheid omtrent de hoogte en het tijdstip van de uiteindelijke opbrengsten (welke naar de huidige inzichten geschat worden op € 200.000) zijn deze niet als vordering in de balans verwerkt.
Ter ~
Jaarverslag 2014 /
988
/ Gemeente Breda
Verkoop Intergas In 2011 heeft Intergas haar netwerkbedrjf verkocht aan Enexis. Van de verkoopopbrengst is 80 % uitgekeerd aan de aandeelhouders. Een restant van € 20 mijoen is destijds in depot (escrowregeling) geplaatst om hieruit de aan de koper afgegeven garanties en vrjwaardingen te kunnen voldoen. In juni 2012 is hiervan € 15 mijoen (aandeel Breda € 954.000) uitgekeerd. Het restant van de laatste € 5 mijoen (aandeel Breda € 320.000) zal pas over 6 tot 7jaar vrjvallen als de termijn van alle garanties is verstreken. Gezien de onzekerheid over de hoogte van de uiteindelijke vorderingen zijn deze niet in de balans verwerkt. Vakantiegelden, nog op te nemen verlofuren, overuren en ADV-spaarcontracten Voor de opgebouwde aanspraken van werknemers op vakantiegeld is geen voorziening gevormd. Evenmin voor de nog op te nemen reguliere verlofuren. De verplichtingen zijn wel per organisatieonderdeel in beeld. Per balansdatum is voor € 2,7 mijoen aan vakantiegeld opgebouwd. Deze verplichting zal in mei leiden tot uitbetaling. Langlopende contracten De bedragen, gemoeid met langlopende contracten zoals huur, lease, onderhoud, levering en diensten zijn per directie bekend, maar niet in het totaal geconsolideerd. Verplichtingen uit lopende projecten en kredieten De lopende projecten en het investeringsplan geven een indicatie van de middellange en lange termijn verplichtingen. Voor deze verplichtingen is een financiële dekking aanwezig. Brandweerkazernes Ulvenhout en Teteringen Eind 2013 zijn, in het kader van BTW-aspecten, de brandweerkazernes Ulvenhout en Teteringen overgedragen aan de Veiligheidsregio. In deze overdracht is geregeld dat de kazernes na de fiscale herzieningstermijn van maximaal 10 jaar weer worden teruggeleverd aan de gemeente Breda. Langlopende contracten Door de gemeente is een groot aantal contracten aangegaan die een meeijarig karakter hebben. Omdat voor een belangrijk deel van deze contracten geldt dat het of een raamovereenkomst of een zogenoemde openeindregeling betreft is het niet mogelijk een totale contractwaarde te benoemen. Voor de contracten geldt dat voor de aangegane verplichting de financiële middelen in de (meeijaren)begroting beschikbaar zijn. Omdat de meerjarenbegroting een periode bestrijkt van maximaal vier jaar is onderzoek gedaan naar de contracten die per ultimo 2014 een (resterende) looptijd kennen van meer dan vierjaar. Uit dit onderzoek is gebleken dat de financiële waarde van deze (drie) contracten zeer beperkt is (circa € 30.000) waardoor de aangegane verplichting geen belemmeringen vormen.
Ter ~dent[jc ~
Ernst & Jaarverslag 2014 1 189 1 Gemeente Breda
Youricj
i~uIId,ri,
.t.•
5.3
OTAALBEELD TAAKVELDEN MET TOELICHTING Inleiding In de financiële rekening is een verkorte weergave gegeven van de exploitatieonderdelen, reserves en voorzieningen zoals opgenomen binnen de taakvelden. Het resultaat 2014 wordt in grote lijnen toegelicht. In hoofdstuk 3 van dit jaarverslag is uitvoerig ingegaan op de inhoudelijke en financiële verantwoording van de programmas en taakvelden. Overigens is 2014 het laatste jaar waarin over taakvelden wordt gesproken. Met ingang van de Begroting 2015 is sprake van een overgang, waarbij alleen nog wordt gesproken over programmas. Exploitatie Het totaal van de taakvelden en de algemene middelen vormt de gemeentelijke begroting en rekening. Onderstaand wordt een financieel beeld gegeven van de taakvelden. (bedragen x 6 1.000) 2014 SALDO 2014
2014
2013
van de stad Exploitatie Mutaties reserves Totaal
-42.439
-31.676
-42.318
~Werk en Inkomen Exploitatie Mutaties reserves
-6.603 921
-10.278 1.419
Totaal
-5.682
-8.859
ntwikkeling van de stad siek Exploitatie Mutaties reserv
-23.286 5.565
-20.776 2.707
Totaal
-17.721
-18.069
ntwikkeling van de stad aatschappij Exploitatie Mutaties reserv
-80.399 -627
-98.263 5.353
Totaal
-81.026
-92.910
180.899
96.014
-84.885
8.025
1-—i0 Jaarverslag 2014 1
190
1 Gemeente Breda
2014 SALDO 2014
2014
2013
ienstverlening aan de urgers Exploitatie Mutaties reserves
-43.019
Totaal 6 freilig held en bestuur Exploitatie Totaal 7 Algemene baten en lasten Exploitatie Mutaties reserves Totaal
26 564
-22.541
-26.564
-22.541
226.673 -1.856
[
224.817
Exploitatie Mutaties reserves Totaal
229.255 1.619 230.874
-8.061
21.244
Het resultaat van € 1,3 mijoen is in grote lijnen als volgt te verklaren: (bedragen x € 1 m,ji~ien)
Beheer Publieke Ruimte Storting voorziening achterstallig onderhoud Riolering Vastgoedbeheer Grondexploitaties Bedrijventerreinen Bijzondere Bijstand Participatie Jeugd en Onderwijs Sport Onderwijshuisvesting (vrjval voorziening) Wijkontwikkeling (beëindiging programma) BUIG WMO Servicebedrjf/Centrale Middelen Overige verschillen
€0,7 €11,8 €0,5 €0,8 €0,2 €0,5 €0,9 €0,6 €1,4 €0,8 €2,1 €1,4 €1,8 €2,2 €3,7 €2,5
N N V N N V V V V V V
v
),
N V V V
Totaal ~
Jaarverslag 2014/
1 Gemeente Breda
~
~
i~
Onder de kop Beheer Publieke Ruimte vallen de resultaten van enkele interne afdelingen. Het nadelige resultaat is te relateren aan kapitaallasten van gedane investeringen, welke nog niet vanuit de daarvoor beschikbare centrale dekkingspost zijn afgedekt. Tegenover dit nadeel staat daarom binnen de centrale middelen de tegenhanger als dekkingsbron. Binnen de begroting was een gefaseerde storting in de voorziening achterstallig onderhoud voorzien. In 2014 heeft echter op grond van de geldende regelgeving de volledige storting van het noodzakelijke bedrag plaatsgevonden, hetgeen tot een verschil van € 1 1,8 mijoen nadelig leidt ten opzichte van de begroting. Het voordeel onder Riolering is veroorzaakt door lagere kapitaallasten, dan waarmee in de begroting was gerekend. Op het vlak van vastgoedbeheer is een incidentele opbrengst vanuit verkoop van maatschappelijk vastgoed gerealiseerd. Daar tegenover is echter een aantal tegenvallers te noemen, welke onder andere tot extra dotaties in de onderhoudsvoorziening hebben geleid of waar voor specifieke panden tot extra afschrjving overgegaan moest worden. De jaarlijkse toetsing van de boekwaarde van gronden en panden heeft tot afwaardering geleid. Tegenover een positief resultaat op de jaarschijf grondexploitaties leidt dit per saldo tot een nadelig resultaat. De afschrjvingskosten van de bedrijventerreinen blijven in de praktijk achter bij de raming in de begroting, waardoor op dit onderdeel een voordelig effect optreedt. Op het terrein van de Bijzondere Bijstand is een positief resultaat van € 0,9 mijoen zichtbaar. Voor ruim de helft hiervan is in relatie tot de middelen voor het verzachten van koopkrachtverlies voor sociale minima, de inzet van de zogenaamde Kljnsmagelden (Bredase Plus÷) en de intensivering van het armoedeen schuldenbeleid een verzoek tot overheveling goedgekeurd. Het restant wordt verklaard door achterblijvende uitgaven voor bijzondere bijstand. Op het product Participatie is een voordelig resultaat zichtbaar. Belangrijkste elementen hierin zijn teruggevorderde subsidies en achterblijvende aanvragen informele zorg. Het voordelig resultaat op het terrein van Jeugd en Onderwijs heeft een aantal oorzaken. Allereerst is op het vlak van leerlingenvervoer een positief resultaat behaald. De beschikbare middelen voor het contactmoment Adolescenten is in 2014 niet nodig gebleken. Daarnaast is van de Kostwinnersregeling Peuteropvang minder gebruik gemaakt dan verwacht, omdat de regeling pas vanatjuli 2014 van kracht is geworden. Het voordelig resultaat op het product Sport heeft relatie met activiteiten die om diverse redenen nog in 2014 niet zijn uitgevoerd, maar een doorloop kennen naar 2015. Voor de diverse onderwerpen die dat betreft, is een voorstel gedaan (en geaccordeerd) om de restantmiddelen door de schuiven naar 2015. Door de doordecentralisatie van onderwijshuisvesting is de daarvoor in het verleden gevormde voorziening vrjgevallen ten gunste van het jaarrekeningresultaat. De lopende verplichtingen zullen worden bekostigd vanuit de reserve, welke gevoed wordt vanuit de vrjvallende middelen.
~er ~ent~~L
‘
Jaarverslag 2014/
192
1 Gemeente Breda
-
ii
Cl/’cç(
~
‘Ir
.
.
Het programma Wijkontwikkeling stopt per eind 2014. Een aantal onderwerpen daaruit loopt door in 2015 Voor een deel (ad € 1,4 miljoen) vallen de restantmiddelen vrij in het jaarrekeningresultaat 2014, waarvan de bedoeling is dat deze deels (€ 0,6 miljoen) in 2015 opnieuw worden ingezet. Ook de in de specifieke reserve Wjjkontwikkeling resterende middelen zullen in 2015 ingezet worden voor een aantal specifieke projecten. Het financiele resultaat op het product BUIG bedraagt € 1,8 mi[joen nadelig. Dit is inclusief de resterende taakstelling Arbeidsparticipatie van € 0,6 mijoen. Het resultaat op de WMO-voorzieningen is € 2,2 mijoen positief. Oorzaken zijn een afname van uitgaven ten aanzien van de aanvragen van voorzieningen en het bedingen van scherpe tarieven bij diverse aanbieders van woon- en verplaatsingsvoorzieningen Een deel van deze € 2,2 mijoen wordt overgeheveld naar 2015. Het restant wordt gestort in de Reserve WMO voor de zachte landing van de korting Huishoudelijke Verzorging (HV). Op de diverse onderdelen die relatie hebben met het Servicebedrjf/Centrale Middelen is sprake van onderuitnutting. Deels hangt dit samen met restantmiddelen Digitale Gemeente 2018, welke de komende jaren daadwerkelijk nodig zullen zijn. Daarnaast heeft in 2014 geen verrekening met de betreffende relevante producten plaatsgevonden tussen de middelen, beschikbaar voor de dekking van kapitaallasten. Hierdoor is een voordeel zichtbaar op dit onderdeel, welke in relatie gezien moet worden met tekorten binnen diverse producten op de diverse taakvelden. In onderstaande grafiek wordt een grafisch beeld gegeven van de uitgaven in de diverse taakvelden. Wat heeft het gekost? Beheer van de stad (~ 126 miljoen = 22,5%) 126
•werk en inkomsten (C S4niiljoen = 9 7%) 54
42
• Ontwikkelingvan de Stad fysiek
(~ 71 miljoen = 12.7%)
22 71 65
•Ontwikkelingvande stad Maatachappij(g 179 miljoen = 32%) Dienstverleningaande burger (C 65 miljoen = 11,6%)
179
Veiligheid en Bestuur (~ 22 miljoen 3,9%)
0
Jaarverslag 2014/ 193 1 Gemeente Breda
Ernst & ‘~‘oL~ng Ac~~tipi~ S ..,,,
BUit ding
~ bctt
De ontvangsten van de gemeente komen uit diverse bronnen. Hiervan is het gemeentefonds met € 194 mijoen de belangrijkste inkomstenbron, In onderstaande grafiek een globaal beeld waar het geld in 2014 vandaan is gekomen.
• Gemee tefonds (C 194miljoen~ 34,9%) • Onroerende Zaak Belasting (~ 33 miljoen = 5,9%) • Afvalstoffen en riolering (C 38miljoen= 6,8%) Tarieven (C 22 miljoen= 3,9%) 33
1 Grondexplo tatie
f 45 miljoen 38
8,1%)
Bijdragen rijk en derden (C 45miljoen= 8,1%)
22
Overige inkomsten (C 181 Iniljoen=32,4%)
Mutaties in reserves Hieronder is een totaalbeeld gegeven van de werkelijke mutaties in reserves in de taakvelden ten opzichte van de in de Begroting 2014 geraamde mutaties. (bedragen x € 1 000) EGROTING 2014 TORTING
Mutaties in reserves Per gemuteerd
19.484
AARREKENING 2014
ONTrREKKING
STORTING
ONTtREKKING
27.546
18.149
20.122
AARREKENING 2013 STORTING
ONTTREKKING
22.129
saldo
25649 3.520
8.061
1.973
Bij de taakvelden is een toelichting gegeven op de verschillen tussen de geraamde en de werkelijke mutaties. Het verschil is vooral ontstaan bij Wijkontwikkeling, waar de uitgaven en dus de dekking uit de reserve belangrijk zijn achtergebleven bij de ramingen. De middelen uit deze reserve worden in 2015 deels ingezet voor een aantal specifieke projecten.
Ter ~den Wcatj’ ‘7 Jaarverslag 2014 1
194
1 Gemeente Breda 1
lUtnr
. .
Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Het normenkader rondom de ‘Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna: WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrjksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrjksrelaties van 26 februari 2014, nr. 209 4-0000 104920. De WNT is per 1januari 2013 in werking getreden. Beloningen van bestuurders en overige topfunctionarissen in de (semi)publieke sector dienen wettelijk geformeerd, respectievelijk gemaximeerd te worden. Dit heeft geresulteerd in de wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Hiermee wordt WOPT ingetrokken. De WNT voorziet in een democratisch gelegitimeerd instrument waarmee normen en verplichtingen kunnen worden opgelegd voor de bezoldiging van bestuurders en andere topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen hebben wfj gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 lid 2 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen, Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT k~n en hoeven wij niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim-niet top-functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT. In 2014 hebben geen bezoldigingen boven de geldende bezoldigingsnorm plaatsgevonden. De WNT geeft aan dat de gemeente verplicht is om jaarlijks in de jaarrekening de bezoldiging van iedere topfunctionaris en gewezen topfunctionaris (tf) op persoonsnaam op te nemen, ongeacht een eventuele overschrijding van het bezoldigingsmaximum. Dit houdt in dat de gemeentesecretaris en griffier opgenomen moeten worden in dejaarrekening. In 2014 betreft dit de volgende personen: WNT Topfunctionaris Naam Beloning Sociale verzekeringspremies (inclusief pensioen) Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn
Herk, G. van € 15.163
€ 26.611
€ 2.097
€466
Functie Duur dienstverband in boekjaar 2094
€0 .
tot 01 12 2014)
Gemeente. . secretaris a.i. va 01 12 2014
~r”-—~’~
Omvang dienstverband in boekjaar 2014 Toelichting omvang bezoldiging
€0:
€0 Gemeente. secretaris
Functieboek
Gewezen tf Meulenbroek
1’
Meulenbroek, R.J ~ € 117.649
Functieboek
Piket, P
R.J P.
€ 104.353 ~:
€ 16.266
€ 24.192
€ 2.419
€539
€0
€0
€0
Griffier
Concern controller
— gehelejaar ve 01 12 2014 ~
Functieboek
Functieboek
er ~er~ Wc
+ 5.
Jaarverslag 2014 1
195
1 Gemeente Breda
.
n
.ç
.~—{,
cl) cl) cl) cl)
E
cl)
(D
Q c-’J D) cl)
.q
~.Ccoir
1~~lciuccj lul III~!J ~lQl
-
1~
(1)
A
e ~den~:;~~.-e,
#‘ 4.
‘0 4’-
‘t
S.
4-
‘S
eb 5~4
4, t. It. -t t
‘eb
II.
44-
6 6.1 NVESTEmNGEN De besluiten van de raad met betrekking tot toekomstige investeringen zijn verwerkt in een meerjareninvesteringsplan (MIP). In deze planning zijn de beschikbare investeringsvolumes verdeeld, Op een later tijdstip, te weten het jaar van uitvoering, worden de bijbehorende investeringskredieten door de raad beschikbaar gesteld. Voor kredieten lager dan € 1 mijoen vindt de votering plaats bij het vaststellen van de begroting. Op basis van de door de raad vastgestelde Financiële Verordening Breda ex artikel 212 van de Gemeentewet is het mogelijk dat de raad met het vaststellen van de begroting in principe ook de gehele jaarschijf van de investeringskredieten van het desbetreffende begrotingsjaar autoriseert. Hierbij heeft de raad de mogelijkheid om bij de begroting expliciet aan te geven welke investeringsprojecten in de loop van het jaar ter besluitvorming terug moeten komen. Voor 2014 is op deze wijze bij de begroting een bedrag van € 22,1 mijoen gevoteerd: € 4,3 mijoen voor bedrjfsmiddelen, € 1 2,3 mijoen voor instandhoudingsinvesteringen en € 0,6 mijoen voor overige investeringen beneden € 1 mijoen. Daarnaast is bij de begroting de jaarschijf 2014 van het uitvoeringsprogramma Mobiliteit ad € 4,1 mijoen gevoteerd en een extra bedrag voor dejaarschijf 2013 ad €0,8 mijoen. Vervolgens is in de loop van 2014 door de raad voor diverse projecten € 19,1 mijoen gevoteerd, zodat in totaal in 2014 een bedrag van € 41,2 mi(joen aan nieuwe kredieten beschikbaar was. In 2014 gevoteerde kredieten (bedragen x
€‘
1.000.000)
Omschrijving 8
Bedrag
BiBe rot,» 2014
Bedrjfsmiddelen Diverse instandhoudingsinvesteringen Overige investeringen < € 1 mijoen Uitvoerin s ro ramma Mobiliteit Subtotaal b
12,3 0,6 4.9 221
In de loo van het aar evoteerd
Fietsenkelder zuidplein OVTc Uitbreiding Amphia Molengracht Aankoop en verbouwing de Vliet Investeringen buiten~port Aanpassingen infra Hoogeind (Bavelse Berg) Revitalisering bedrijventerrein Krouwelaarhaven Oven e
33 8,5 2,3 1,7 1,5 1,3 0,5
Totaal:
41,2
~de~ tî~~ Jaarverslag 2014 1
199
1 Gemeente Breda
Totaal beschikbaar investeringsvolume in 2014 Naast de nieuw gevoteerde kredieten in 2014 was nog een bedrag van € 97,5 mijoen aan lopende kredieten uit voorgaandejaren onderhanden. In totaal was voor 2014 een investeringsvolume beschikbaar van € 138,7 mijoen. Investeringen in 2014 Van het totaal beschikbare investeringsbedrag is in 2014 € 54,4 mijoen besteed. Deze uitgaven zijn voor € 1 7,9 mijoen gedekt door subsidies van rijk en provincie, investeringsreserve en uit overige bijdragen. In hoofdstuk 3 van ditjaarverslag staat per taakveld een specificatie van de investeringen. Hier wordt volstaan met het benoemen van de belangrijkste investeringsprojecten in 2014. (bedragen x 6 1.000.000)
Omschrijving
Bedrag
Riolering Via Breda Bruisend waterplein Bedrjfsmiddelen Bedrijventerreinen MENs Wijkzaken Mobiliteit Onderwijs Sportaccommodaties De Vliet Overige
11,2 9,8 1,1 4.9 2,1 5,9 2,1 3,7 4,1 1,8 1,6 6,1
Totaal geïnvesteerd in 2014
54,4
Lopende kredieten per 31-12-2014 Per 31-12-2014 is het buitenonderhoud van de scholen overgeheveld naar BreedSaam, hierdoor zijn de restantkredieten voor een totaalbedrag van € 10,4 mijoen komen te vervallen. Na overige vrjval van € 6,2 mi(joen (hiervan is een bedrag van € 1,8 mijoen al in de loop van het jaar vrjgevallen) resteert een totaal investeringsvolume van € 67,7 mijoen. Het merendeel van de investeringen wordt afgerond in 2014, Met name de investeringen Via Breda en Amphia kennen een langere looptijd. In Bijlage 7 is een nadere specificatie van de lopende kredieten opgenomen.
Ter
Jaarverslag 2014 1
200 1 Gemeente Breda
ent~j~ca~e
6.2
UBSIDIES De gemeente Breda maakt gebruik van inkomende subsidieregelingen vanuit Europa, het Rijk en de provincie. Deze middelen vormen een belangrijke inkomstenbron voor de dekking en uitvoering van beleid en projecten. Ze vertegenwoordigen zon €201.794.311 mijoen aan inkomsten verdeeld over 107 subsidies, waarbij een aanzienlijk deel (€ 65 mijoen) betrekking heeft op de uitvoering van de Wet Buig en het participatiebudget. Deze subsidies kunnen als volgt worden onderverdeeld: (bedragen x6 1.000) OMSCHRIJVING
UBSIDIEBEDR4G
(Pre-)aanvraagfase Uitvoeringsfase Verantwoordingsfase Totaal
AANTALLEN
2.127
10
174 581
68
25.086
29
201.794
107
Van deze 107 subsidies zijn er 15 van Europa, 15 van het rijk, 75 van de provincie en 2 van een overige instantie.
1 Jaarverslag 2014/
201
ent~c~tî~~
1 Gemeente Breda
~tC
-
•
-
-‘-/
‘1? jul
uit.
s
,. -
Jaarverslag 2014 1
202
1 Gemeente Breda
cr1
A
Ter
ertTt-~.
1. .~..
~&‘-~
i•.
~
~
~
k
—
—
~“!; iv~i 1 —~
v
[1 Li
k
L
1
1
Ii
-,.
ii. fr4~
~•
t
~
1~
~ ~~i•i
--
•
-~
~\l~.1
•‘~ ~
1
q~—— T- ~
1 ~ ‘1
t•
11
~‘.
1h
t.
1
7
T:r dern-c~-~-
0 Jaarverslag 2014/
205
1 Gemeente Breda
7.1 LJLAGE TAAKVELDEN Taakveld 1 Beheer van de stad (bedragen x € 7.000) 2014
2014
2014
SALDO
1
Exploitatie Afvalservice Beheer Algemeen Beheer Publieke Ruimte Natuur en Milieueducatje ParkeerberJi jf Riolering Vastgoedbeheer
Mutaties reserves Reserve Afvalservice Reserve Parkeerbedrjf Reserve Riolering
1 Totaal Per saldo bijdrage uit algemene middelen
i
21.021 -9 30.494 862 11./54 12.544 15.302
24.100 66 3.800 206 13.812 13.762 8.4681
91.969j
64.2131 111.1871
21.812 100 42.684 844 11.330 13.310 21.106
24.894 271 4.090 211 13.413 14.5281 11.3401
20.345 273 58.608 1.001 11.101 12.693 21.896
23.593 297 7.477 303 13.165 14.393 11.331
1.467 -173 -1 5.924 -156 229 617 -790
1.301 -2t -3.381 -93 24~ 134 9
68.7481 125.9181
70.5591
-14.7311
-1.812f
oj
203 Oj
•I
II
206
661
oj
‘1
01 1401
2031 Oj
16j
01
161
7f
3461
821
2031
91.976f
64.559f
111.2691
i
27.4171
__________
66
1 II II
0I
II II
•l
821
203I
Ol
of
68.9501 125.9991
70.762 f
1
-1 .81~]
42.3181
55.237
-14.731
i .12.9191
Analyses en toelichtingen Beheer algemeen Is kleine bedrjfsvoeringspost. Wordt verantwoord binnen beheer publieke ruimte. Vastgoedbeheer Het jaarresultaat van Vastgoedbeheer bedraagt € 440.000 negatief en wordt als volgt verklaard: De verkoop van maatschappelijke vastgoed levert eenmalig netto € 760.000 op. In 2014 is weinig beroep gedaan op de beschikbare posten onvoorzien, dit levert een plus op van € 112.000. De 078 lasten vielen lager uit dan begroot (€ 52.000 voordelig). Tegenvallers waren er te vinden bij het Stadskantoor C i.v.m. de afkoop van een geschil met de NHTV (€ 145.000 nadelig), en bij de huurinkomsten NAC werd een terugbetaling aan NAC gedaan van € 186.000 i.v.m. de huurverlaging die per 1juni 2013 van kracht werd omdat een lagere rente werd toegepast. Er zijn extra dotaties in de onderhoudsvoorziening gedaan i.v.m. betonreparaties 2015 Rat Verlegh Stadion (€ 175.000), groot onderhoud Rat Verlegh stadion 2015 en 2016 (€ 500.000) en groot onderhoud Grote Kerk (€ 135.000). Op ~ panden moest extra afgeschreven worden (€ 290.000) in verband met he~ ~ verkooptraject. Het gaat dan om Scheldestraat 1 en de Schorsmolenstraat 9.
Jaarverslag 2014 1
206
1 Gemeente Breda
1-it
‘~r~’1
~
Het restant wordt verklaard door een groot aantal kleinere positieve en negatieve resultaten. Beheer publieke ruimte De dotatie aan de voorziening voor het achterstallig onderhoud van de wegen is uitvoerig in de vorige hoofdstukken beschreven. Het Ingenieursbureau (SIB) heeft het jaar afgesloten met een positief resultaat van € 230.000 door een grotere orderportefeuille dan begroot. Het Beheer van de Openbare ruimte door Wijkzaken en Uitvoering heeft, exclusief riolering, een negatief resultaat opgeleverd van ca € 370.000. Bij het uitvoeren van het voorgenomen beheerprogramma is steeds gestuurd op een neutraal resultaat. Dit is ook gelukt, de afwijking is uiteindelijk veroorzaakt door (niet beïnvioedbare) hogere kapitaallasten dan begroot, als gevolg van een concernbrede actie om de activastaat op te schonen en her te berekenen voor het nieuwe financieel systeem. Dit negatief saldo wordt gedekt door een centraal opgenomen stelpost. Parkeerbedrjf Het resultaat van het parkeren in de garages en het straatparkeren is licht positief. Het kort parkeren is ten opzichte van 2013 afgenomen, maar omdat in de begroting 2014 rekening was gehouden met een grotere afname, is het resultaat toch positief. Bij het lang parkeren is een (andere) afname te zien in het gebruik van abonnementen, daarnaast neemt ook de afname van uitrjkaartjes voor bedrijven af. De opbrengst van de naheffingen is € 300.000 lager dan begroot, dit wordt deels gecompenseerd door lagere kosten voor toezicht en handhaving van € 100.000. Het tekort op de fietshandhaving Station bedraagt € 55.000, daar staat tegenover dat de kosten op de fietshandhaving in het centrum van Breda lager zijn dan begroot door minder benodigde inzet van uren. Daarnaast heeft er binnen het Parkeerbedrjf een besparing op kosten kunnen plaatsvinden als gevolg van de eerder ingevoerde meldkamer en zijn diverse kleinere posten lager dan begroot. Al de bovenstaande plussen en minnen samen zorgen voor een licht negatief resultaat van het Parkeerbedrjf. Afvalservice Het resultaat van afvalservice bedraagt € 205.000 negatief. Dit valt uiteen in € 180.000 negatief voor huishoudelijk afval (heffingsdeel) en € 25.000 negatief voor bedrjfsafval. Het tekort bij huishoudelijk afval is een combinatie van hogere kosten voor afvalverwerking, hogere opbrengst van de heffing, lagere opbrengsten voor extra containers, hogere inhuurkosten vanwege hoog ziekteverzuim, lagere personeelsiasten vanwege vacatures. Tenslotte is aan het eind van het jaar op advies van de accountant een gemeentebrede voorziening dubieuze debiteuren gevormd, waaraan ook vanuit de afvalstoffenheffing een bijdrage geleverd moest worden. Het (geringe) tekort voor bedrjfsafval vindt zijn oorzaak in lagere opbrengsten bedrjfsafval en meer kosten door de bijdrage aan de voorziening dubieuze debiteuren. Riolering De exploitatie van riolering is vrijwel neutraal geëindigd, op twee relevante posten na: een overschrijding op dejaaropdracht van Uitvoering: er waren meer storingen dan verwacht. Dit wordt echter ruimschoots gecompenseerd door lagere kapitaallasten dan begroot. Voorgesteld zal worden om het resterend overschot—-(ca. € 400.000) toe te voegen aan de reserve riolering, om toekomsti~o i’de~1 tegenvallers mee op te kunnen vangen. -
Jaarverslag 2014/ 207 / Gemeente Breda
.~
‘
‘~
~at~€
Natuur en milieueducatje Voor Natuur Milieu en Educatie is het resultaat van € 65.000 negatief. Deze afwijking ontstaat door onvermijdelijke inhuur ter vervanging van langdurig ziekteverzuim van een fulltime dierenverzorger. Daarnaast wordt sinds april 2014 de horeca in eigen beheer geëxploiteerd nadat de exploitant eind 2013 gestopt is. Dit heeft enerzijds consequenties voor het wegvallen van de begrote huurinkomsten en anderzijds zijn, zeker in de eerste maanden, de kosten en inkomsten nog niet in evenwicht. Daarnaast is er een afwijking van € 10.000 op de kapitaallasten als gevolg van investeringen uit het onrendabel investeringsvolume deze worden gedekt door de eerder genoemde centrale stelpost. Taakveld 2 Werk en inkomen (bedragen x 6’ 1.000) 2014
2014
Exploitatie Reintegratie: Leerwerkbedrjf, arbeidstoeleiding en activering Reintegratie; Publieke taken Sociale werkvoorziening
6.325
1 Mutaties reserves ATEA algemene reserve
Totaal Per saldo bijdrage uit algemene middelen
2014
3.607
SALDO
5.202
-1.595
1.
9.482
3.762
5.727
0
3.827
0
1.900
0
36.819
35.620
43.791
42.372
45.344
44.777
-1.553
-2.405
52.626!
46.9061
53.1251
42.8471
54.3721
~~•~47I
-1.247!
-2.1001
•I
ii
II
•I
:1
•1
•1
01
0!
0!
1.4191
01
281
01
1.391!
52.6261
46.906!
53.1251
44.266!
54.3721
44.975f
-1.247~
~
5.720~
8.859~
9.398~
-539~
Analyses en toelichtingen Het resultaat van de Sociale Werkvoorziening is € 539.000,- beter dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een hogere SW-taakstelling dan in eerste instantie in de begroting is aangenomen. Hierdoor is meer SW subsidie ontvangen. Voorts is een hogere omzet gerealiseerd in de BSW Werkbedrjven Industrie (logistieke werkzaamheden) en Diensten (niet-gemeentelijk groen en schoonmaak). Hiertegenover staan hogere SW loonkosten, welke eveneens door de hogere taakstelling worden veroorzaakt en hogere directe kosten van de omzet. De gezamenlijke lasten van Reintegratie met betrekking tot het leerwerkbedrjf, arbeidstoeleiding en activering en van de publieke taken zijn conform begroting. Gedurende 2014 zijn minder onttrekkingen aan de reserve ATEA gedaan.
er :.rn~
Jaarverslag 2014 1
208
1 Gemeente Breda
~de
fl•~’.
v~-~ F~’( Wn
7
Taakveld 3 Ontwikkeling van de stad fysiek (bedragen x € 1000) 2014
Exploitatie Bedrijventerreinen Cultureel erfgoed Exploitatie/verkopen gronden en panden Groen en Water Grondbedrijf Algemeen Jaarschijf Grondexploitaties Milieu Mobiliteit Mutatie onderhanden werk (OHW) Ruimtelijke ordening Stedelijke planning en programmering Via Breda
Totaal
SALDO
109
0 260
1.610 1.734
0 260
1.097 1.972
0 28
513 -238
0 132
0
0
2.690
1.350
7.473
31
-4.783
-1.181
197
0
1.035
305
665
27
370
-122
0
0
4.649
0
4.530
3
119
-3
0
0
40.689
50.469
31.830
44.559
8.859
5.910
2.534
43
2.601
809
2.760
1.258
-159
-449
3.898
13
3.920
59
4.200
57
-279
2
0
0
9.780
0
9.366
0
414
0
1.743
281
1.628
277
1.221
300
407
23
1.770
250
1.783
250
3.828
1.860
-2.045
1.610
991
141
141
l.844~
39
732
103
3.9111
2.7591
9881
74.696j
53.9201
70.7861
51.161I
0
0
0
1.500
0
1.041
0
455
0
120
0
1.545
0
1.061
0
484
0
855 133
0
0
0
650
855 118
0
01
0 0,
139
151
511
Ol
1201
988l
3.6951
~
2.241(
151
1.4541
13.1981
1.1081
75.6841
57.6151
71.7581‘
53.402~
3.926j
4.2131
.
Per saldo bijdrage uit algemene middelen
2014
1.957
13.1981 Mutaties reserves Centrale Investerings reserve herstructurering Centrale lnvesterings reserve Via Breda Reserve Bodemfonds Reserve Groenfonds
2014
12.090
18.069
18.357
-287
Analyses en toelichtingen Bedrijventerreinen Het resultaat op de bedrijventerreinen bedraagt € 005 mijoen positief. De lasten zijn lager als gevolg van lagere kapitaallasten dan begroot, de onttrekking uit de investeringsreserve in het boekjaar is hierdoor ook lager. Het resultaat is ontstaan door minder bestede uren. Cultureel erfgoed Het resultaat op dit product is € 0,370 mijoen negatief, van de provincie zijn de definitieve afrekeningen van de restauraties subsidi~—.—-.—.——_...,~_ ontvangen, er is € 0,097 mijoen minder subsidie toegekend dan verwacht, het ‘Ter ~de tii~ca ~ç. betreft OLV van Altijd Durende Bijstand, dit zorgt voor een overschrijding.
Jaarverslag 2014 /
209
1 Gemeente Breda
Daarnaast is een voorziening voor een dubieuze debiteur getroffen voor een bedrag van € 0,119 mijoen. De vermindering van de kapitaallasten van 2014 ad € 0,026 mijoen worden gedoteerd na resultaatbepaling. Groen en Water Het resultaat op dit product is € 0,004 mijoen negatief, geen bijzonderheden. In de Reserve Groenfonds hebben minder kosten en stortingen plaats gevonden dan begroot. De overschrijding op de kapitaallasten van 2014 ad € 0,037 mijoen worden geclaimd na resultaatbepaling. Grondbedrijf Het jaarresultaat van het grondbedrijf bedraagt € 0,1 mijoen negatief. In de onderstaande tabel zijn de specifieke onderdelen van het grondbedrijf samengevoegd in een overzicht. Hiermee is het resultaat van het grondbedrijf zichtbaar gemaakt en is de onderverdeling in de onderdelen grondexploitaties, voorraad gronden en panden en algemene kosten in beeld gebracht. Vervolgens zijn de verschillende posten toegelicht. In deze toelichting wordt ingegaan op de mutaties in de jaarschijf die van invloed zijn op het resultaat in 2014. Een uitgebreide toelichting op het grondbedrijf is opgenomen in de paragraaf Grondbeleid.
(bedra en x € 1.000) EGROTING
RONDBEDRIJF
EALISATIE
(BUGESTELD) LASTEN
BATEN
LASTEN
50.469
BATEN
JaarschijfGrondexploitatie Liquidaties en winstnemingen Mutatie onderhanden werk Mutatie voorziening negatieve planresultaten Exploitatie gronden en panden Algemene kosten Grondbedrijf
40.689
2.690 4.649
1.350
7.473 4.530
113 2.531 3
Subtotaal
57.808
51.819
49.887
43.780
9.780
28.518
37.883 3.250
9 366
Subtotaal resultaat
-5.989
-6.107
Bijdrage uit algemene middelen
5.989
5.989
0
-118
Resultaat
Jaarschj~fgrondexpIo/tat,~s Het resultaat van het product is € 3,3 mijoen positief. De jaarschijf 2014 is een afgeleide van de meerjarige projectramingen van de grondexploitaties. Tijdens de looptijd van een project worden de kosten en opbrengsten geactiveerd als ‘onderhanden werk’ op de balans. Verschillen tussen begroting en realisatie van een jaarschijf zijn daarmee een indicator voor de voortgang van een project, maar hebben niet direct consequenties voor hel resultaat. Het jaarrekeningresultaat van de grondexploitaties wordt bepaald doo~ de resultaten van de afgesloten grondexploitaties, de tussentijdse winstnemingen en de mutaties in de voorziening negatieve planresultaten.
Jaarverslag 2014/
210
1 Gemeente Breda
...~
~