ICT, kennis en economie 2011 Statistische bijlage Deze bijlage bevat enkele tabellen met aanvullend cijfermateriaal behorend bij de publicatie ICT, kennis en economie 2011. De tabellen zijn per hoofdstuk geordend. Het betreft 27 tabellen behorend bij de hoofdstukken 3, 4, 5, 6 en 7. Waar mogelijk sluit de nummering van de tabellen in deze bijlage aan op de nummering in de publicatie waartoe deze bijlage behoort.
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 1
3 ICT-gebruik van bedrijven 3.1.1.a ICT-gebruik bedrijven naar bedrijfstak en bedrijfsomvang, 20091) Internet
Breedband internet
Mobiel breed Website bandinternet
% van bedrijven Totaal
98
91
28
82
Bedrijfstak Industrie Energiebedrijven; winning en distributie van water; afvalverwerking Bouwnijverheid Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s Vervoer en opslag Logies-, maaltijd- en drankverstrekking Informatie en communicatie Financiële instellingen Verhuur van en handel in onroerend goed Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening Gezondheids- en welzijnszorg
98 99 98 98 98 96 98 98 99 99 99 99
91 97 88 91 91 84 97 93 88 95 91 94
26 39 22 25 21 16 57 46 38 43 26 28
85 85 80 75 79 86 91 79 89 88 79 92
Bedrijfsomvang 10– 19 werkzame personen 20– 49 werkzame personen 50– 99 werkzame personen 100–249 werkzame personen 250–499 werkzame personen 500 en meer werkzame personen
97 99 99 100 99 100
88 92 95 98 99 99
19 28 41 55 63 72
77 84 88 93 95 98
Bron: CBS, ICT-gebruik bedrijven 2009. 1)
Bedrijven met tien en meer werkzame personen.
2 Centraal Bureau voor de Statistiek
3.2.1.a ICT-gebruik bedrijven naar toepassingen van interne datacommunicatie, 20091) Intern netwerk (vast)
Intern Intranet netwerk (draadloos)
Extranet
Telewerken
% van bedrijven
Totaal
83
37
33
18
56
Bedrijfstak Industrie Energiebedrijven; winning en distributie van water; afvalverwerking Bouwnijverheid Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s Vervoer en opslag Logies-, maaltijd- en drankverstrekking Informatie en communicatie Financiële instellingen Verhuur van en handel in onroerend goed Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening Gezondheids- en welzijnszorg
87 96 79 82 79 63 94 87 85 90 80 91
36 31 25 36 34 37 71 33 26 44 37 36
28 50 17 36 27 14 63 57 40 48 26 42
15 23 9 20 13 8 44 38 15 28 15 17
56 60 41 56 46 23 86 71 61 74 51 73
Bedrijfsomvang 10– 19 werkzame personen 20– 49 werkzame personen 50– 99 werkzame personen 100–249 werkzame personen 250–499 werkzame personen 500 en meer werkzame personen
76 87 91 95 97 98
32 38 44 49 53 59
23 32 46 63 79 87
13 19 22 30 41 48
44 58 71 84 88 93
Bron: CBS, ICT-gebruik bedrijven 2009. Bedrijven met tien en meer werkzame personen.
1)
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 3
3.2.1.b Interne datacommunicatie, internationaal, 2009 Intern netwerk (vast)
Intern netwerk (draadloos)
Intranet
Extranet
44 25 33 47 40 39 36 48 32 27 27 33 45 29 41 25 27 42 46 37 43 39 36 35 19 41 32 39 39 47 40 43
38 43 20 37 46 26 34 46 44 27 19 41 39 24 30 34 38 35 29 32 42 29 43 27 28 33 46 25 29 40 24 44
42 14 9 23 26 19 21 34 35 16 13 20 30 17 16 11 14 33 29 18 22 17 15 25 10 13 21 16 16 12 16 31
% van bedrijven1)
België Bulgarije Cyprus Denemarken Duitsland Estland EU-27 Finland Frankrijk Griekenland Hongarije Ierland IJsland Italië Kroatië Letland Litouwen Luxemburg Malta Nederland Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Spanje Tsjechië Turkije Verenigd Koninkrijk Zweden
83 54 80 85 85 64 76 85 77 73 55 62 71 75 73 66 62 98 84 83 71 83 72 63 53 82 68 85 65 73 74 83
Bron: Eurostat. 1)
Bedrijven met tien en meer werkzame personen, exclusief financiële instellingen.
4 Centraal Bureau voor de Statistiek
4 ICT-gebruik van huishoudens en personen 4.2.12.a Online aankopen naar soort en geslacht, 20101) Totaal
Mannen
Vrouwen
10 8 8 21 26 28 31 38 30 39 44 38 58
5 6 12 5 14 25 19 16 26 46 47 60 59
%
Loterijen of gokken Andere aankopen Levensmiddelen, cosmetica- en schoonmaakproducten Hardware Aandelen, financiële dienstverlening, verzekeringen Goederen voor het huishouden2) Elektronische benodigdheden3) Software Film, muziek Literatuur (boeken, tijdschriften of kranten) Kaartjes voor evenementen Kleding, sportartikelen Reizen, vakanties, accommodaties
8 7 10 13 20 26 26 27 28 43 45 49 58
Bron: CBS, ICT-gebruik huishoudens en personen, 2010. Internetgebruikers die online aankopen hebben gedaan in de 3 maanden voorafgaand aan het CBS-onderzoek; meerdere antwoorden mogelijk. 2) Bijvoorbeeld meubels, wasmachines en speelgoed. 3) Bijvoorbeeld mobiele telefoon, camera en radio. 1)
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 5
4.2.13.a Redenen voor het niet doen van online aankopen, 20101) Totaal
Mannen Vrouwen 12–24 25–44 45–64 65–74 Lager Middel Hoger jaar jaar jaar jaar onder baar onder wijs onder wijs wijs
%
Internetaansluiting niet snel genoeg Relevante informatie moeilijk te vinden Problematisch om thuis goederen te ontvangen Geen betaalkaart voor internet in bezit Geen ervaring met online winkelen Geen vertrouwen in levering Bezorgdheid over privacy Bezorgdheid over veiligheid Was niet nodig Andere reden Voorkeur voor zelf winkelen
1 2 2 8 16 18 29 30 40 54 64
1 1 2 7 12 18 25 27 46 58 57
1 3 3 9 19 18 33 33 34 51 70
0 2 3 9 14 16 15 15 43 67 47
1 0 4 9 14 20 27 32 42 52 70
1 2 1 6 16 18 37 35 39 50 68
0 3 3 9 21 17 34 38 34 46 70
0 2 2 9 18 18 25 26 38 57 60
1 2 2 6 13 20 31 31 42 55 66
Bron: CBS, ICT-gebruik huishoudens en personen, 2010. Internetgebruikers die geen online aankopen hebben gedaan in de 3 maanden voorafgaand aan het CBS-onderzoek; meerdere antwoorden mogelijk.
1)
6 Centraal Bureau voor de Statistiek
0 2 3 7 12 15 36 38 39 48 69
4.3.3.a Negatieve ervaringen met computervirussen en spam, internationaal, 20101) Computervirussen
Spam
%
België Bulgarije Cyprus Denemarken Duitsland Estland EU-27 Finland Frankrijk Griekenland Hongarije Ierland Italië Letland Litouwen Luxemburg Malta Nederland Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië2) Slovenië Slowakije Spanje Tsjechië Verenigd Koninkrijk Zweden
32 58 34 29 22 42 31 20 34 34 46 15 45 41 34 28 50 23 28 14 30 37 . 37 47 33 26 31 31
68 55 25 54 68 68 56 61 70 29 58 18 54 44 40 58 58 68 70 20 41 52 26 51 63 50 47 54 53
Bron: Eurostat. Personen van 16 tot en met 74 jaar met internetgebruik in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. Voor Roemenië zijn geen betrouwbare gegevens beschikbaar over negatieve ervaringen met computervirussen.
1) 2)
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 7
4.3.7.a Gebruik van veiligheidssoftware, internationaal, 20101) Veiligheidssoftware
%
België Bulgarije Cyprus Denemarken Duitsland Estland EU-27 Finland Frankrijk Griekenland Hongarije Ierland Italië Letland Litouwen Luxemburg Malta Nederland Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Spanje Tsjechië Verenigd Koninkrijk Zweden
89 73 79 89 88 65 84 91 89 83 84 80 67 62 79 91 91 96 91 87 79 86 64 88 86 84 68 88 89
Bron: Eurostat. Personen van 16 tot en met 74 jaar met internetgebruik in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek.
1)
8 Centraal Bureau voor de Statistiek
5 Research & Development Tabel 5.1.3.a R&D-intensiteit, internationaal, 1995–20091) 1995
2000
2005
2006
2007
20082)
20092)
0,44 1,47 1,97 1,91 0,90 . 2,45 0,60 3,35 2,15 . 0,79 1,12 2,67 4,32 1,05 3,04 1,65 0,34 1,94 . . 1,94 0,64 0,73 0,37 1,05 1,88 1,39 0,65 0,91 1,94 1,21 0,48 1,81 2,71 . 2,30 . 2,53
0,46 . 1,83 2,05 1,34 2,46 2,49 0,93 3,48 2,10 0,59 0,95 1,25 2,77 4,41 1,09 3,32 1,56 0,41 1,90 1,14 1,52 2,45 0,57 0,78 0,41 1,07 2,19 1,44 0,51 1,12 2,39 1,41 0,59 1,73 2,57 0,90 2,79 3,56 .
0,49 2,00 1,86 1,97 1,42 2,48 2,53 1,13 3,48 2,10 0,58 1,00 1,25 2,99 4,42 1,13 3,40 1,66 0,39 1,88 . 1,52 2,46 0,56 0,99 0,45 1,07 2,17 1,56 0,49 1,20 2,51 1,55 0,58 1,75 2,61 0,93 3,01 3,68 .
0,51 . 1,90 1,91 1,44 2,58 2,53 1,10 3,47 2,07 0,58 0,97 1,29 2,68 4,77 1,18 3,44 1,58 0,37 1,81 1,18 1,65 2,52 0,57 1,17 0,52 1,12 2,38 1,45 0,46 1,27 2,57 1,54 0,72 1,78 2,67 0,92 3,21 3,40 .
. 2,21 1,96 1,84 1,54 2,87 2,68 1,29 3,72 2,11 . 1,00 1,45 2,65 4,66 1,23 3,44 1,56 . 1,76 . 1,64 2,67 0,60 1,50 0,58 1,03 2,61 1,65 0,47 1,35 2,77 1,47 0,73 1,77 2,79 0,92 3,36 3,70 3,00
. . 1,96 1,95 . 3,02 2,82 1,42 3,96 2,21 . 1,15 1,77 . 4,27 1,27 . 1,68 . 1,82 . 1,80 2,75 0,68 1,66 0,47 1,24 . 1,86 0,48 1,38 . 1,53 0,85 1,87 . . . 3,62 .
% van bbp
Argentinië Australië België Canada China3) Denemarken Duitsland Estland Finland Frankrijk Griekenland Hongarije4) Ierland IJsland Israël4) Italië Japan Luxemburg Mexico Nederland Nieuw-Zeeland Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Rusland Singapore Slovenië5) Slowakije4) Spanje Taiwan4) Tsjechië Turkije Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten6) Zuid-Afrika Zuid-Korea7) Zweden Zwitserland
. . 1,67 1,70 0,57 1,82 2,19 . 2,26 2,29 0,43 0,72 1,26 1,53 2,57 0,97 2,70 . 0,28 1,97 0,94 1,69 1,55 0,63 0,52 0,75 0,85 1,15 1,53 0,92 0,79 1,72 0,95 0,28 1,91 2,50 . 2,30 3,26 .
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 9
Tabel 5.1.3.a R&D-intensiteit, internationaal, 1995–20091) (slot) 1995
2000
2005
2006
2007
20082)
20092)
1,84 1,76 1,74 2,20
1,86 1,77 1,74 2,21
1,89 1,80 1,77 2,24
1,90 1,80 1,77 2,28
1,98 1,87 1,84 2,34
2,07 1,95 1,92 .
% van bbp
EU-15 EU-25 EU-27 OESO
1,76 1,68 1,66 2,05
Bron: OECD, Main Science and Technology Indicators, CBS. China (2000), Denemarken (2007), Frankrijk (1999, 2000 en 2004), Hongarije (2004), Italië (1997), Japan (1996 en 2008), Mexico (2004), Nieuw-Zeeland (2001), Portugal (2008), Slovenië (2008), Slowakije (1997), Spanje (2008), Taiwan (2002 en 2003), Verenigde Staten (1998), Zuid-Korea (2007), Zweden (2005): breuk in de tijdreeks. 2) Cijfers over 2008 en 2009 zijn voorlopig. 3) Het cijfer voor China in 1995 is een onderschatting. 4) Hongarije (1995 en 2000), Israël (1995-2009), Slowakije (1995), Taiwan (1995 en 2000): exclusief defensieuitgaven. 5) Het cijfer voor Slovenië in 1995 is een overschatting. 6) De cijfers voor de Verenigde Staten zijn exclusief het grootste deel van de kapitaaluitgaven. 7) Het cijfer voor Zuid-Korea van 1995–2006 is exclusief R&D in de sociale wetenschappen, geesteswetenschappen en klassieke talen. 1)
5.2.8.a R&D-uitgaven en -personeel, alle sectoren, naar provincie en landsdeel, 2005–2009 R&D-uitgaven 2005
R&D-personeel 2007
2009
mln euro
2005
2007
2009
arbeidsjaren
Nederland
9 772
10 342
10 408
93 602
93 786
87 874
Noord-Nederland Oost-Nederland West-Nederland Zuid-Nederland
583 1 734 4 416 3 039
589 1 756 4 992 3 006
665 1 890 5 225 2 628
5 564 18 095 43 942 25 999
5 353 17 885 45 064 25 484
5 286 17 605 43 127 21 856
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
386 115 82 375 139 1 220 928 1 505 1 925 58 2 353 687
374 115 100 488 157 1 111 1 032 1 748 2 147 66 2 443 563
474 139 52 527 154 1 210 1 005 1 839 2 305 76 2 025 603
3 864 1 071 629 4 494 1 474 12 127 9 301 15 403 18 665 573 19 128 6 869
3 369 1 034 949 5 464 1 724 10 698 9 701 16 367 18 159 838 20 009 5 475
3 719 1 048 519 5 517 1 467 10 620 8 420 15 318 18 841 549 16 755 5 101
Bron: CBS, R&D-enquêtes.
10 Centraal Bureau voor de Statistiek
5.2.8.b R&D-uitgaven en -personeel bij bedrijven, naar provincie en landsdeel, 2005–2009 R&D-uitgaven 2005
R&D-personeel 2007
2009
mln euro
2005
2007
2009
arbeidsjaren
Nederland
5 169
5 495
4 900
48 587
49 246
42 336
Noord-Nederland Oost-Nederland West-Nederland Zuid-Nederland
231 686 1 673 2 579
245 712 2 040 2 499
250 837 1 825 1 988
2 273 8 157 16 727 21 431
2 354 8 416 17 814 20 662
2 026 8 686 15 299 16 325
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
56 111 64 162 61 463 272 572 776 53 2 099 481
34 113 98 244 76 391 368 701 910 61 2 165 333
76 134 41 295 58 484 206 658 895 66 1 635 354
756 1 018 499 2 446 731 4 979 2 921 5 921 7 367 518 16 527 4 903
418 1 013 923 3 372 970 4 075 3 488 6 436 7 115 774 17 345 3 317
614 990 423 3 638 646 4 402 1 880 5 759 7 226 433 13 287 3 038
Bron: CBS, R&D-enquêtes.
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 11
6 Kennispotentieel 6.1.a Ingeschrevenen en geslaagden naar onderwijssoort, 1995/’96–2010/’111) 1995/’96 2000/’01 2005/’06 2006/’07 2007/’08 2008/’09 2009/’102) 2010/’113)
x 1 000 Havo/vwo deelnemers leerjaar 4 en hoger totaal geslaagden totaal geslaagden natuurprofiel4)
191,8 63,5 –
173,2 57,2 –
206,4 67,4 24,5
215,5 70,1 25,8
224,7 73,8 28,0
227,5 74,7 30,3
229,7 73,6 31,4
232,3 . .
Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) niveau 2–4 deelnemers totaal deelnemers sector ICT en techniek geslaagden sector ICT en techniek
– – .
424,8 – .
460,5 122,3 35,0
473,2 123,8 34,5
487,1 127,3 34,9
492,3 129,8 37,4
498,1 126,1 37,8
505,0 123,9 38,6
Hoger beroepsonderwijs (hbo)5) ingeschrevenen totaal ingeschrevenen natuurwetenschappen geslaagden natuurwetenschappen ingeschrevenen techniek geslaagden techniek
270,6 9,7 1,8 38,0 7,6
312,7 18,4 2,2 32,6 6,3
356,8 21,5 3,6 29,7 5,5
366,7 21,5 3,4 29,8 5,2
374,8 21,3 3,5 30,5 5,0
383,7 21,8 3,5 31,3 5,3
403,3 23,2 3,4 32,0 5,3
416,9 23,9 . 32,4 .
Wetenschappelijk onderwijs (wo)6) ingeschrevenen totaal ingeschrevenen natuurwetenschappen geslaagden natuurwetenschappen ingeschrevenen techniek geslaagden techniek
177,7 14,5 2,5 19,3 2,6
166,3 13,9 1,6 17,4 1,8
205,9 16,2 2,5 17,8 2,3
208,6 16,4 2,5 17,7 2,4
212,7 16,2 2,3 18,6 2,2
220,5 16,6 2,2 19,6 2,4
233,1 17,4 2,3 20,6 2,5
241,7 18,2 . 21,6 .
4) 5) 6) 1) 2) 3)
Indeling bij mbo, hbo en wo naar de internationale onderwijsclassificatie ISCED. Geslaagden: voorlopig cijfer; deelnemers en ingeschrevenen definitief cijfer. Cijfers over 2010/’11 zijn voorlopig. Natuur en techniek (NT), natuur en gezondheid (NG) en NT én NG (dubbel profiel). Geslaagden voor het hbo bachelorexamen. Geslaagden voor wo master en doctoraal.
Bron: CBS, Onderwijsstatistieken.
12 Centraal Bureau voor de Statistiek
6.1.b Geslaagden in havo en vwo naar profiel, 2003/’04 en 2009/’101) Totaal 2003/’04
Vrouwen
Mannen
2009/’10
2003/’04
2009/’10
2003/’04
2009/’10
36 420
42 068
19 730
21 626
16 690
20 442
3 540 5 770 510 13 920 12 410 270
3 529 6 364 4 925 17 711 7 320 2 208
240 3 170 70 5 560 10 550 130
341 3 908 1 986 7 574 6 010 1 800
3 310 2 600 440 8 360 1 850 130
3 188 2 456 2 939 10 137 1 310 408
27 310
31 565
14 870
17 245
12 440
14 319
3 540 7 990 940 9 240 5 480 100
500 4 980 290 4 300 4 730 60
564 2 667 4 879 3 037 3 567 2 485
3 050 3 010 660 4 940 750 30
2 468 1 413 4 577 3 886 772 1 163
aantal
Havo waarvan natuur en techniek (NT) natuur en gezondheid (NG) natuur ongedeeld economie en maatschappij (EM) cultuur en maatschappij (CM) maatschappij ongedeeld Vwo waarvan natuur en techniek (NT) natuur en gezondheid (NG) natuur ongedeeld economie en maatschappij (EM) cultuur en maatschappij (CM) maatschappij ongedeeld
3 032 4 080 9 456 6 923 4 340 3 648
Cijfers over 2009/’10 zijn voorlopig.
1)
Bron: CBS, Onderwijsstatistieken.
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 13
6.1.c Mbo-deelnemers niveau 2–3 en 4 naar niveau en geslacht en opleidingsrichting, 2005/’06–2010/’111) 2005/’06
2006/’07
2007/’08
2008/’09
2009/’10
2010/’11
250 336
255 305
264 556
270 175
272 229
275 245
3 200 49 150 12 099 63 526 9 913 60 783 51 665
3 491 48 093 12 198 65 025 9 889 61 781 54 828
3 603 48 054 11 653 68 562 9 775 63 794 59 115
3 651 48 910 10 758 71 778 10 151 64 192 60 735
4 015 50 820 11 058 68 730 10 670 64 168 62 768
3 988 50 728 10 817 66 351 10 778 65 487 67 096
135 880
138 733
144 443
147 886
149 414
153 631
2 590 22 521 11 574 60 631 6 885 5 289 26 390
2 750 21 976 11 710 62 037 6 945 5 311 28 004
2 774 21 825 11 177 65 431 6 940 5 329 30 967
2 722 21 762 10 444 68 483 7 197 4 997 32 281
2 930 22 854 10 729 65 344 7 511 5 269 34 777
2 851 23 474 10 501 62 897 7 441 6 141 40 326
114 452
116 569
120 001
122 284
122 815
121 612
610 26 628 525 2 893 3 028 55 494 25 274
741 26 117 488 2 988 2 944 56 469 26 822
827 26 221 474 3 075 2 834 58 441 28 129
929 27 146 314 3 294 2 954 59 195 28 452
1 085 27 966 329 3 386 3 159 58 899 27 991
1 137 27 253 316 3 453 3 337 59 346 26 770
Niveau 43) Deelnemers totaal Totaal niveau 4 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid
210 164 10 207 12 382 48 218 10 869 35 854 8 667 52 468 31 499
217 932 10 940 14 588 49 145 10 508 36 049 8 752 54 357 33 593
222 565 11 556 16 981 49 314 10 927 36 176 8 976 55 489 33 146
222 104 11 641 18 988 48 099 11 246 36 034 9 276 54 575 32 245
225 889 11 628 20 850 48 660 10 926 35 395 9 590 56 812 31 997
229 786 11 835 22 034 47 801 11 124 35 574 10 006 58 393 33 019
Deelnemers, mannen Totaal niveau 4 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid
105 712 1 401 6 917 25 151 10 377 31 701 4 190 9 294 16 681
109 179 1 557 8 023 25 709 9 996 31 896 4 121 10 122 17 755
110 861 1 721 9 234 25 640 10 411 31 870 4 177 10 069 17 739
110 007 1 841 10 023 24 541 10 768 31 562 4 341 9 862 17 069
109 726 1 959 10 727 24 322 10 483 30 910 4 520 10 216 16 572
111 753 2 139 11 214 24 241 10 698 30 921 4 836 10 619 17 085
aantal Niveau 2–32) Deelnemers totaal Totaal niveau 2–3 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid Deelnemers, mannen Totaal niveau 2–3 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid Deelnemers, vrouwen Totaal niveau 2–3 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid
14 Centraal Bureau voor de Statistiek
6.1.c Mbo-deelnemers niveau 2–3 en 4 naar niveau en geslacht en opleidingsrichting, 2005/’06–2010/’111) (slot) 2005/’06
2006/’07
2007/’08
2008/’09
2009/’10
2010/’11
108 752 9 383 6 565 23 436 512 4 153 4 631 44 235 15 837
111 657 9 833 7 744 23 664 514 4 298 4 796 45 412 15 396
112 092 9 799 8 965 23 557 478 4 472 4 934 44 711 15 176
116 162 9 669 10 123 24 337 443 4 485 5 070 46 596 15 425
118 032 9 696 10 820 23 559 426 4 653 5 170 47 774 15 934
aantal Deelnemers, vrouwen Totaal niveau 4 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid
104 452 8 806 5 465 23 067 492 4 153 4 477 43 174 14 818
Mbo-opleidingen niveau 2, 3 en 4, dus zonder de assistentopleiding. Het gaat hier alleen om de opleidingen voor een diploma dat beschouwd wordt als een volwaardige startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Extraneï worden niet meegerekend. Cijfers over 2010/’11 zijn voorlopig. 2) Niveaus 2 en 3 zijn de basisberoepsopleidingen en de vakopleidingen. 3) Niveau 4 zijn de middenkaderopleiding en de specialistenopleidingen. 1)
Bron: CBS, Onderwijsstatistieken.
6.1.d Mbo-geslaagden niveau 2–3 en 4 naar niveau en geslacht, 2005/’06–2009/’101) 2005/’06
2006/’07
2007/’08
2008/’09
2009/’10
80 826
81 728
87 055
91 540
121 308
798 13 686 3 412 20 852 3 566 21 466 17 046
885 14 109 3 447 20 790 3 575 21 439 17 483
1 055 14 341 3 395 21 442 3 728 22 140 20 954
1 012 15 661 3 323 23 829 3 700 22 282 21 733
1 227 16 555 3 458 24 783 3 911 47 845 23 528
43 409
44 124
47 283
50 084
55 336
623 5 857 3 293 20 131 2 487 1 616 9 402
712 6 136 3 350 20 011 2 424 1 511 9 980
802 6 135 3 261 20 678 2 550 1 559 12 298
762 6 764 3 240 22 774 2 519 1 457 12 568
890 6 787 3 359 23 834 2 688 4 093 13 684
aantal Niveau 2–32) Geslaagden totaal Totaal niveau 2–3 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid Geslaagden, mannen Totaal niveau 2–3 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 15
6.1.d Mbo-geslaagden niveau 2–3 en 4 naar niveau en geslacht, 2005/’06–2009/’101) (slot) 2005/’06
2006/’07
2007/’08
2008/’09
2009/’10
aantal Geslaagden, vrouwen Totaal niveau 2–3 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid
37 411
37 589
39 741
41 456
65 972
175 7 829 118 720 1 078 19 848 7 643
173 7 972 97 772 1 151 19 925 7 499
253 8 201 133 754 1 178 20 576 8 646
250 8 897 83 1 055 1 181 20 825 9 165
337 9 768 99 949 1 223 43 752 9 844
Niveau 43) Geslaagden totaal Totaal niveau 4 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid
52 545 4 107 2 126 13 757 3 381 7 318 1 838 13 391 6 627
53 784 4 191 2 259 14 107 2 697 7 588 1 826 13 803 7 313
55 158 4 107 2 538 14 042 2 519 7 550 1 945 14 530 7 927
57 009 3 889 3 099 14 506 2 667 7 970 1 937 14 877 8 064
59 468 3 574 3 683 16 026 2 401 8 001 1 950 15 578 8 255
Geslaagden, mannen Totaal niveau 4 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid
23 752 361 1 126 6 438 3 236 6 519 912 1 880 3 280
24 343 444 1 261 6 796 2 577 6 734 877 2 014 3 640
24 714 405 1 387 6 832 2 410 6 679 874 2 093 4 034
25 825 433 1 672 6 922 2 559 7 092 940 2 247 3 960
26 480 422 1 900 7 409 2 285 7 194 875 2 382 4 013
Geslaagden, vrouwen Totaal niveau 4 Onderwijs Vormgeving en audiovisuele productie Handel, administratie en juridische ondersteuning ICT Techniek, Industrie en bouw Landbouw en dieren Gezondheidszorg en welzijn Persoonlijke dienstverlening, vervoer en veiligheid
28 790 3 746 1 000 7 318 145 799 926 11 511 3 345
29 430 3 746 998 7 310 120 853 948 11 783 3 672
30 432 3 702 1 151 7 207 108 867 1 071 12 437 3 889
31 184 3 456 1 427 7 584 108 878 997 12 630 4 104
32 988 3 152 1 783 8 617 116 807 1 075 13 196 4 242
Mbo-opleidingen niveau 2, 3 en 4, dus zonder de assistentopleiding. Het gaat hier alleen om de opleidingen voor een diploma dat beschouwd wordt als een volwaardige startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Extraneï worden wel meegerekend. Cijfers over 2009/’10 zijn voorlopig. 2) Niveaus 2 en 3 zijn de basisberoepsopleidingen en de vakopleidingen. 3) Niveau 4 zijn de middenkaderopleiding en de specialistenopleidingen. 1)
Bron: CBS, Onderwijsstatistieken.
16 Centraal Bureau voor de Statistiek
6.1.e Geslaagden in het hoger beroepsonderwijs (bachelorexamen) naar studierichting, 1995/’96 en 2009/’101) Mannen
Totaal2) 1995/’96
Vrouwen
2009/’10
1995/’96
2009/’10
1995/’96
2009/’10
aantal Totaal
51 177
62 054
25 218
26 934
25 959
35 120
1. Onderwijs waaronder Pedagogiek Lerarenopleiding basisonderwijs Lerarenopleiding voortgezet onderwijs Lerarenopleiding beroepsonderwijs
10 297
11 389
3 113
2 674
7 184
8 715
152 4 037 3 178 2 930
1 453 5 331 2 099 2 463
35 562 1 161 1 355
55 707 729 1 170
117 3 475 2 017 1 575
2. Taalwetenschappen, geschiedenis en kunst waaronder Beeldende kunst en vormgeving Uitvoerende kunst Audiovisuele techniek Industriële vormgeving
2 619
3 834
1 178
1 863
1 441
1 971
1 376 516 228 263
1 673 1 077 335 330
797 226 115 118
1 041 529 56 58
3. Sociale wetenschappen, bedrijfskunde en rechten waaronder Communicatiewetenschappen Economie Journalistiek en documentatie Bedrijfskunde Commerciële economie Internationale organisaties Juridische bestuurskunde Personeel en arbeid
14 814
17 526
8 428
9 205
6 386
8 321
321 451 884 4 720 3 008 – 1 295 2 253
2 075 499 526 2 405 3 071 1 134 1 824 1 544
86 331 296 3 549 1 760 – 717 768
579 316 215 1 860 2 140 585 1 041 376
235 120 588 1 171 1 248 – 578 1 485
1 496 183 311 545 931 549 783 1 168
4. Natuurwetenschappen, wiskunde en informatica waaronder Informatica waarvan: informatica en informatiekunde bedrijfskundige informatica communicatiesystemen technische informatica
1 815
3 435
1 539
3 055
276
380
1 623
3 300
1 443
2 969
180
331
1 080 501 42 –
1 141 848 984 327
981 433 29 –
1 115 780 751 323
5. Techniek, industrie en bouwkunde waaronder Werktuigbouwkunde Elektrotechniek Procestechnologie en biotechnologie Architectuur en bouwkunde
7 591
5 287
6 613
4 426
978
861
1 903 1 792 1 179 1 741
1 026 741 524 2 234
1 841 1 761 851 1 431
1 004 716 353 1 919
6. Landbouw en diergeneeskunde Landbouw en bosbouw Dierhouderij
936 284 652
755 277 478
762 234 528
418 214 204
174 50 124
579 290 113 145
632 548 279 272
99 68 13 –
62 31 328 310
1 398 4 624 1 370 1 293
26 68 233 4
22 25 171 315
337 63 274
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 17
6.1.e Geslaagden in het hoger beroepsonderwijs (bachelorexamen) naar studierichting, 1995/’96 en 2009/’101) (slot) Mannen
Totaal2) 1995/’96
Vrouwen
2009/’10
1995/’96
2009/’10
1995/’96
2009/’10
aantal
7. Gezondheidszorg en welzijn waarvan Gezondheidszorg waaronder Verpleegkunde Medische diagnostiek Therapie, revalidatie Maatschappelijke dienstverlening Maatschappelijk werk en dienstverlening Sociaal-pedagogische hulpverlening
9 704
13 611
1 958
2 428
7 746
11 183
5 343
7 316
1 124
1 388
4 219
5 928
2 353 522 1 793 4 361 1 420 1 913
2 621 918 3 179 6 295 2 357 2 883
315 189 420 834 294 279
242 371 642 1 040 378 423
2 038 333 1 373 3 527 1 126 1 634
2 379 547 2 537 5 255 1 979 2 460
8. Persoonlijke dienstverlening en vervoer waaronder Horeca Toerisme en vrijetijdsbesteding Facility management Vervoerswetenschappen en logistiek
3 401
6 217
1 627
2 865
1 774
3 352
1 158 2 322 1 005 797
729 1 611 585 131
677 534 924 748
277 112 257 641
429 711 420 666
400 422 667 107
Studierichting volgens de ISCED-indeling (Internationational Standard Classification of Education). Cijfers over 2009/’10 zijn voorlopig. Voor meer detail zie de Statline-tabel: Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs; afgestudeerden. Inclusief geslacht onbekend.
1)
2)
Bron: CBS, Onderwijsstatistieken.
18 Centraal Bureau voor de Statistiek
6.1.f
Geslaagden in het wetenschappelijk onderwijs (doctoraal en masterexamen) naar studierichting, 1995/’96 en 2009/’101) Mannen
Totaal2) 1995/’96
Vrouwen
2009/’10
1995/’96
2009/’10
1995/’96
2009/’10
aantal
Totaal3)
28 295
30 197
14 078
13 570
14 217
16 627
1. Onderwijs
1 073
1 367
155
100
918
1 267
2. Taalwetenschappen, geschiedenis en kunst waaronder Kunstonderwijs Godsdienst algemeen Vreemde talen Nederlands Geschiedenis en archeologie Literatuur- en Taalwetenschappen
3 942
3 413
1 190
1 347
2 752
2 066
702 183 1 011 341 597 966
14 549
16 472
7 337
7 121
7 212
9 351
931 1 410 1 331 400 3 674 3 300
1 260 2 217 1 293 433 711 6 640
209 312 493 219 2 674 1 986
330 474 424 210 437 3 836
722 1 098 838 181 1 000 1 314
930 1 743 869 223 274 2 804
1 576 709 3 485
3 016 1 251 3 721
1 109 392 1 434
1 877 593 1 360
467 317 2 051
1 139 658 2 361
2 537
2 271
1 773
1 636
764
635
607 1 050 724
392 772 865
278 762 626
130 615 740
329 288 98
262 157 125
3. Sociale wetenschappen, bedrijfskunde waaronder Sociale wetenschappen algemeen Psychologie Sociologie en cultuurwetenschappen Politicologie Economie en econometrie Bedrijfskunde en administratie waaronder (Technische) Bedrijfskunde Bestuurskunde Rechten 4. Natuurwetenschappen en informatica waaronder Biowetenschappen Fysische wetenschappen Informatica waarvan: informatica en informatiekunde bedrijfskundige informatica communicatiesystemen technische informatica 5. Techniek, industrie, bouwkunde waaronder Technische natuurwetenschappen Werktuigbouwkunde Elektrotechniek Procestechnologie en biotechnologie Architectuur en stedenbouwkunde Bouwkunde en civiele techniek 6. Landbouw, diergeneeskunde waaronder Land- en bosbouw, excl. dierhouderij Dierhouderij Diergeneeskunde
185 172 54 313
861 282 558 162 564 683
288 234 196 147
264 115 190 83 280 170
160 131 35 300
382 135 124 29 290 210
257 184 167 132
438 68 821 258 317 796
25 41 19 13
479 147 434 133 274 473
31 50 29 15
2 603
2 487
2 149
1 854
454
633
405 443 330 447 435 226
386 10 264 252 847 272
363 413 317 362 286 196
272 7 219 162 581 224
42 30 13 85 149 30
114 3 45 90 266 48
446
509
256
187
190
322
156 178 112
130 131 248
104 112 40
73 54 60
52 66 72
57 77 188
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 19
6.1.f
Geslaagden in het wetenschappelijk onderwijs (doctoraal en masterexamen) naar studierichting, 1995/’96 en 2009/’101) (slot) Mannen
Totaal2) 1995/’96
Vrouwen
2009/’10
1995/’96
2009/’10
1995/’96
2009/’10
aantal
7. Gezondheidszorg waaronder Gezondheidszorg algemeen Geneeskunde algemeen Tandheelkunde Medische diagnostiek Farmacie
2 465
3 209
904
1 078
1 561
2 131
556 1 286 183 244 196
893 1 417 23 692 97
8. Persoonlijke dienstverlening en vervoer waaronder Toerisme en vrijetijdsbesteding Milieubescherming
680
454
314
240
366
214
231 387
72 295
101 209
26 147
130 178
46 148
125 510 91 103 75
202 517 12 294 39
431 776 92 141 121
691 900 11 398 58
Studierichting volgens de ISCED-indeling (Internationational Standard Classification of Education). Cijfers over 2009/’10 zijn voorlopig. Voor meer detail zie de Statline-tabel: Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs; afgestudeerden. 2) Inclusief geslacht onbekend. 3) Inclusief studierichting onbekend. 1)
Bron: CBS, Onderwijsstatistieken.
20 Centraal Bureau voor de Statistiek
6.1.g Bevolking en werkzame beroepsbevolking van 15 tot 65 jaar naar onderwijsniveau, leeftijd en geslacht, 2003 en 20101) Totaal 15 tot 65 jaar
2003
waaronder 25 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 65 jaar
2010
2003
2010
2003
2010
2003
2010
11 017
2 281
1 976
2 589
2 423
4 113
4 612
x 1 000 Bevolking2) Totaal mannen en vrouwen2)3)
10 903
% waarvan: Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2–4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
11 25 10 31 15 8
8 23 10 30 18 10
5 17 10 37 20 11
4 13 8 33 26 14
7 21 10 35 17 10
5 17 7 37 20 13
13 26 6 31 15 8
10 23 6 32 18 10
x 1 000
Totaal mannen2)
5 512
5 533
1 149
986
1 313
1 215
2 074
2 315
% waarvan: Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2–4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
10 23 10 32 15 9
8 22 9 31 18 11
5 18 9 37 18 11
4 15 9 33 23 14
7 20 8 35 18 12
5 17 7 35 20 14
11 20 5 34 17 11
9 20 5 33 20 13
x 1 000
Totaal vrouwen2)
5 391
5 485
1 132
990
1 276
1 208
2 039
2 298
% waarvan: Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2–4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
11 27 11 30 15 6
8 23 10 30 18 9
5 15 10 36 21 11
3 11 7 33 28 15
7 22 11 35 17 8
5 16 8 38 20 12
15 32 7 28 13 5
12 27 7 30 17 7
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 21
6.1.g Bevolking en werkzame beroepsbevolking van 15 tot 65 jaar naar onderwijsniveau, leeftijd en geslacht, 2003 en 20101) (slot) Totaal 15 tot 65 jaar
2003
waaronder 25 tot 35 jaar
35 tot 45 jaar
45 tot 65 jaar
2010
2003
2010
2003
2010
2003
2010
7 391
1 834
1 650
2 013
2 000
2 343
2 984
x 1 000 Werkzame beroepsbevolking Totaal mannen en vrouwen2)3)
7 001 %
waarvan: Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2–4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
6 20 9 36 19 10
5 17 8 34 22 12
3 14 9 39 22 12
2 11 7 34 28 16
5 19 9 36 19 11
4 15 7 37 22 14
8 21 7 34 19 10
7 19 7 33 22 12
x 1 000 Totaal mannen2)
4 127
4 119
1 020
866
1 191
1 103
1 483
1 752
% waarvan: Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2–4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
6 21 8 36 17 11
5 19 8 34 21 13
4 17 8 39 19 11
3 14 8 35 24 14
5 19 8 36 18 12
4 16 7 36 21 15
9 20 6 35 19 12
7 19 6 33 21 14
x 1 000 Totaal vrouwen2)
2 874
3 272
814
785
822
897
860
1 232
% waarvan: Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2–4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
5 19 11 35 20 9
4 16 9 35 24 12
Exclusief personen die wonen in inrichtingen, instellingen en tehuizen. Totaal, inclusief onderwijsniveau onbekend. 3) Totaal, inclusief geslacht onbekend. 1) 2)
Bron: CBS, Enquête Beroepsbevolking (EBB).
22 Centraal Bureau voor de Statistiek
2 11 9 39 25 13
1 8 6 33 32 17
4 18 12 36 20 10
3 13 8 39 23 14
8 24 8 33 19 8
6 20 8 34 22 9
6.1.h Netto arbeidsparticipatie1) van personen van 15 tot 65 jaar naar onderwijsniveau, leeftijd en geslacht, 2003 en 20102) Totaal 2003
Mannen
Vrouwen
2010
2003
2010
2003
2010
%
Totaal 15 tot 65 jaar3) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2 en 3 Mbo 4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
64 35 52 56 71 78 80 84
67 37 51 56 71 80 82 86
75 48 68 62 82 85 85 87
74 49 62 60 79 86 86 88
53 22 38 51 57 70 74 80
60 26 40 52 63 74 79 82
Per leeftijdsgroep 15 tot 25 jaar3) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2 en 3 Mbo 4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
42 13 39 33 80 71 70 68
38 12 29 31 71 66 62 59
44 16 45 34 85 70 67 .
39 14 33 33 74 67 59 .
40 10 33 33 74 71 73 .
36 10 24 30 69 65 64 62
25 tot 35 jaar3) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2 en 3 Mbo 4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
80 54 69 71 83 87 88 90
84 53 71 74 82 88 90 91
89 72 84 78 93 95 92 92
88 71 81 77 91 93 91 92
72 32 51 64 69 80 85 88
79 32 57 69 74 84 90 90
35 tot 45 jaar3) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2 en 3 Mbo 4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
78 55 69 76 78 83 87 88
83 58 72 81 79 87 90 90
91 74 87 87 94 95 94 93
91 74 85 88 90 95 95 95
65 36 53 67 61 71 79 80
74 41 59 75 70 80 85 84
45 tot 55 jaar3) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2 en 3 Mbo 4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
73 51 63 74 76 81 84 86
79 55 71 78 76 84 88 90
87 74 84 88 89 91 91 90
88 71 85 87 86 92 93 94
58 33 48 63 63 68 75 76
69 42 57 72 68 76 83 83
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 23
6.1.h Netto arbeidsparticipatie1) van personen van 15 tot 65 jaar naar onderwijsniveau, leeftijd en geslacht, 2003 en 20102) (slot) Totaal 2003
Mannen
Vrouwen
2010
2003
2010
2003
2010
49 31 39 52 47 56 61 68
52 40 48 52 50 53 60 66
61 47 58 65 56 64 67 73
23 12 17 30 27 27 37 56
36 19 27 41 38 45 54 59
%
55 tot 65 jaar3) Basisonderwijs Vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo Mbo 2 en 3 Mbo 4 Hbo, wo bachelor Wo master, doctor
1) 2) 3)
38 24 28 40 40 43 51 63
Netto arbeidsparticipatie is het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking. Exclusief personen die wonen in inrichtingen, instellingen en tehuizen. Totaal, inclusief onderwijsniveau onbekend.
Bron: CBS, Enquête Beroepsbevolking (EBB).
24 Centraal Bureau voor de Statistiek
6.2.a Wetenschappelijk en technologisch arbeidspotentieel (HRST)1) 25–64 jaar, 2000–2009 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
3 333 1 818 1 515
3 428 1 841 1 587
3 645 1 930 1 715
3 773 2 010 1 763
3 785 2 004 1 781
3 716 1 917 1 799
3 875 2 011 1 864
3 955 2 043 1 911
3 994 2 043 1 951
x 1 000
Totaal Mannen Vrouwen
3 298 1 796 1 501
% Aandeel in de bevolking 25–64 jaar Totaal Mannen Vrouwen
37,3 37,4 38,2 40,5 41,8 42,0 41,2 43,0 44,0 44,5 40,1 40,3 40,6 42,4 44,1 44,2 42,3 44,4 45,3 45,4 34,4 34,4 35,8 38,6 39,5 39,8 40,1 41,5 42,6 43,6
% Aandeel in de beroepsbevolking 25–64 jaar Totaal Mannen Vrouwen
45,4 45,4 45,8 48,2 49,4 49,3 48,1 49,8 50,5 50,9 43,9 44,3 44,2 46,1 47,8 47,7 45,5 47,8 48,5 48,5 47,5 47,1 48,0 51,0 51,5 51,2 51,2 52,3 53,0 53,7
Human Resources in Science and Technology.
1)
Bron: Eurostat.
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 25
6.2.b Wetenschappelijk en technologisch arbeidspotentieel (HRST)1) 25–64 jaar, 2009 Wetenschappelijk en technologisch arbeidspotentieel Totaal
waarvan HRST-beroep
Geen HRST-beroep2)
totaal
waaronder hoger opgeleid
waaronder specialisten
x 1 000
Totaal waarvan 25–34 jaar 35–44 jaar 45–64 jaar
3 994
2 916
1 813
503
1 078
1 029 1 162 1 803
787 880 1 250
543 528 742
146 154 202
242 282 553
Mannen waarvan 25–34 jaar 35–44 jaar 45–64 jaar
2 043
1 458
940
354
585
479 570 994
358 422 678
245 264 431
94 106 154
121 148 316
Vrouwen waarvan 25–34 jaar 35–44 jaar 45–64 jaar
1 951
1 459
873
148
492
550 592 809
429 457 572
299 264 311
52 48 48
121 135 237
Human Resources in Science and Technology. Personen die een opleiding hebben afgerond op hbo- of wo-niveau, maar geen HRST-beroep uitoefenen.
1) 2)
Bron: Eurostat.
26 Centraal Bureau voor de Statistiek
6.2.c Wetenschappelijk en technologisch arbeidspotentieel (HRST)1) 25–64 jaar, internationaal, 2000 en 2009 Wetenschappelijk en technologisch arbeidspotentieel 25–64 jaar waarvan aandeel in bevolking 25–64 jaar totaal
mannen
vrouwen
x 1 000
EU-27 België Bulgarije Cyprus Denemarken Duitsland Estland Finland Frankrijk Griekenland Hongarije Ierland IJsland Italië Kroatië Letland Litouwen Luxemburg Macedonië Malta Nederland Noorwegen Oostenrijk
2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009
70 839 91 681 1 824 2 336 1 085 1 344 104 167 492 936 15 723 17 450 253 300 1 177 1 309 8 829 11 934 1 116 1 608 1 155 1 490 492 936 49 76 6 331 8 627 – 538 328 424 789 649 70 127 – 204 34 50 3 298 3 994 962 1 186 1 116 1 507
totaal
waarvan aandeel in beroepsbevolking 25–64 jaar
mannen
vrouwen
totaal
mannen
vrouwen
28,7 33,2 34,4 39,8 20,4 22,4 34,0 38,8 37,2 43,7 37,3 40,7 26,3 31,2 36,8 39,4 30,6 36,5 21,9 26,6 19,0 22,5 26,0 35,8 33,7 39,8 21,6 25,8 – 23,8 22,1 25,9 37,8 29,3 33,0 49,1 – 18,0 21,5 23,3 40,1 45,4 41,0 43,3 28,2 36,0
26,2 34,3 32,2 40,5 26,9 31,8 26,0 37,9 37,2 47,9 30,7 37,7 43,2 51,8 47,2 51,2 27,9 37,2 17,9 26,2 24,7 30,9 25,9 40,7 38,3 53,3 18,1 26,0 – 24,8 29,5 42,9 48,1 42,9 25,2 43,1 – 18,6 12,1 19,6 34,4 43,6 40,3 48,5 21,8 29,6
34,0 40,1 41,7 48,2 29,7 32,2 35,7 43,0 42,7 51,8 41,5 44,8 39,8 45,6 48,0 50,7 34,7 43,2 25,3 31,8 29,6 33,2 32,4 44,7 38,3 50,0 28,8 34,3 – 31,6 31,4 38,9 47,7 41,7 37,7 55,3 – 23,4 28,2 32,3 45,4 50,9 45,3 51,3 31,4 39,0
32,1 36,9 39,5 45,2 24,4 26,0 35,6 40,3 41,4 48,1 41,3 44,0 29,4 34,1 41,4 44,4 34,3 41,5 23,3 28,3 23,3 26,1 28,6 39,3 34,7 41,4 25,9 30,0 – 28,7 24,9 28,7 40,5 33,0 36,8 54,8 – 19,2 24,4 27,1 43,9 48,5 44,3 47,5 31,8 40,3
36,4 44,1 44,7 51,8 35,7 39,1 35,9 46,2 44,2 55,8 41,7 45,7 50,4 56,8 55,1 57,4 35,1 45,1 28,6 36,8 37,3 41,6 38,1 51,6 42,4 60,0 33,5 40,5 – 34,7 38,3 48,9 54,8 50,0 39,0 56,0 – 29,9 39,4 43,5 47,5 53,7 46,5 55,6 31,0 37,5
%
36 758 44 765 947 1 162 436 457 58 84 551 645 8 687 9 094 89 105 520 574 4 554 5 784 606 810 486 609 247 439 23 33 3 435 4 275 – 254 131 151 327 249 40 68 – 102 22 28 1 796 2 043 492 570 627 824
34 081 46 915 878 1 174 600 672 46 83 533 698 7 036 8 356 165 195 657 734 4 275 6 150 510 798 669 881 245 497 26 43 2 895 4 352 – 284 197 273 462 400 30 59 – 103 12 23 1 501 1 951 470 616 489 682
27,4 33,8 33,3 40,2 23,7 27,2 29,9 38,3 37,2 45,8 34,0 39,2 35,3 42,1 41,9 45,2 29,2 36,9 19,9 26,4 22,0 26,8 26,0 38,3 36,0 46,4 19,8 25,9 – 24,3 26,0 34,8 43,2 36,4 29,2 46,1 – 18,3 16,8 21,5 37,3 44,5 40,6 45,9 25,0 32,8
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 27
6.2.c Wetenschappelijk en technologisch arbeidspotentieel (HRST)1) 25–64 jaar, internationaal, 2000 en 2009 (slot) Wetenschappelijk en technologisch arbeidspotentieel 25–64 jaar waarvan aandeel in bevolking 25–64 jaar totaal
mannen
vrouwen
x 1 000
Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Spanje Tsjechië Turkije Verenigd Koninkrijk Zweden Zwitserland
1)
2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009 2000 2009
3 971 5 841 768 1 201 1 814 2 232 276 395 628 845 5 607 8 944 15 723 17 450 – 4 837 9 669 12 698 1 886 2 197 1 632 2 143
28 Centraal Bureau voor de Statistiek
mannen
vrouwen
totaal
mannen
vrouwen
16,6 22,8 14,4 19,0 15,2 17,3 23,6 29,4 19,6 23,4 28,1 34,0 25,6 30,5 – 17,2 34,2 39,7 40,6 42,8 49,1 55,2
23,1 32,3 13,9 21,3 15,8 20,0 26,3 38,6 25,3 31,0 24,0 33,5 26,7 33,3 – 10,2 28,3 38,6 40,1 47,9 32,7 43,9
25,1 34,9 17,3 23,5 18,4 24,1 30,6 40,6 27,7 32,0 32,9 39,0 31,5 37,9 – 20,7 36,9 44,4 44,5 49,6 46,9 54,5
19,5 26,9 16,2 21,0 16,6 19,9 27,3 34,1 22,0 25,6 30,2 36,2 28,4 33,5 – 18,9 37,2 42,7 44,2 46,0 51,0 57,4
31,6 44,4 18,7 26,3 20,5 29,3 34,5 48,1 34,6 39,9 37,1 42,6 35,4 43,6 – 25,9 36,5 46,4 44,8 53,6 41,7 51,1
%
1 632 2 361 381 556 874 1 027 131 175 268 360 3 013 4 535 711 938 – 3 034 5 226 6 357 963 1 052 980 1 197
Human Resources in Science and Technology.
Bron: Eurostat.
totaal
waarvan aandeel in beroepsbevolking 25–64 jaar
2 339 3 480 387 645 941 1 205 145 220 359 485 2 594 4 409 749 1 008 – 1 803 4 444 6 341 923 1 145 653 946
19,9 27,6 14,2 20,2 15,5 18,7 25,0 33,9 22,5 27,2 26,1 33,8 26,1 31,9 – 13,7 31,2 39,1 40,4 45,3 40,9 49,5
6.3.3.a ICT-vaardigheden naar leeftijd en opleidingsniveau, 2010 Internetvaardigheden2)
Computervaardigheden1) geen vaar digheden
weinig vaar digheden
doorsnee vaar digheden
veel vaar digheden
geen vaar digheden
weinig vaar digheden
doorsnee vaar digheden
veel vaar digheden
% Leeftijd 12 tot 25 jaar 25 tot 45 jaar 45 tot 65 jaar 65 tot 75 jaar
2 5 11 25
20 12 20 30
41 34 34 26
38 49 35 19
0 0 2 5
15 36 51 61
45 42 38 29
40 22 10 4
Opleidingsniveau Lager onderwijs Middelbaar onderwijs Hoger onderwijs
16 6 2
27 16 11
36 39 29
20 39 58
3 1 1
41 41 33
37 41 43
20 17 24
Bron: CBS, ICT-gebruik huishoudens en personen, 2010. 1) 2)
Personen van 12 tot en met 74 jaar met computergebruik. Personen van 12 tot en met 74 jaar met internetgebruik.
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 29
7 Capita selecta 7.2.3.a Nationale overheidsfinanciering naar type financiering, internationaal, 2008 Financiering van nationale uitvoerders projectfinan ciering (nationaal)
Financiering van internationale uitvoerders
institutionele financiering hoger onder wijs (nationaal)
overige institutionele financiering (nationaal)
geen uitsplitsing institutionele project geen uitsplitsing (nationaal) financiering financiering (internationaal) (internationaal) (internationaal)
23,09 3,63 13,37 24,63 24,31 22,92 20,22 34,35 25,01 45,30 28,94 32,69 17,31 57,01 46,14 50,25 65,83 61,66
4,99 18,68 25,12 21,27 22,59 29,95 32,43 20,55 32,90 18,32 35,01 29,49 39,18 11,82 21,88 3,41 6,37 0,00
0,00 8,77 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 11,95 0,00 0,00 18,17 0,00 38,31
%
Nieuw-Zeeland Zuid-Korea België Finland Ierland Australië Tsjechië Noorwegen Slowakije Israël Canada Duitsland Polen Oostenrijk Nederland Denemarken Zwitserland Zweden
71,82 68,81 48,36 51,33 51,27 47,13 46,13 38,96 37,86 35,34 33,79 32,83 31,29 27,94 26,31 25,15 21,82 0,00
0,00 0,00 10,22 2,67 1,66 0,00 0,00 0,93 4,23 0,55 0,00 4,20 0,05 1,67 0,97 3,01 1,59 0,00
Bron: OESO, voorlopige gegevens verzameld in het project over publieke R&D-financiering.
30 Centraal Bureau voor de Statistiek
0,10 0,12 2,93 0,10 0,17 0,00 0,00 5,21 0,00 0,00 2,26 0,79 0,24 1,56 4,70 0,00 4,39 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1,22 0,00 0,00 0,49 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,04
7.2.4.a Nationale overheidsfinanciering van nationale uitvoerders naar sector van uitvoering, projectfinanciering, internationaal, 2008 Hoger onderwijs
Researchinstellingen
Bedrijven
Privaat non-profit
Geen uitsplitsing
0,30 0,00 8,25 6,45 9,73 35,80 21,27 37,66 29,75 4,93 39,31 57,89 50,44 0,00 4,25
4,42 23,25 25,28 34,46 35,26 5,72 27,75 15,33 37,17 63,03 24,32 18,42 36,77 7,10 88,01
17,15 0,00 0,00 1,06 0,60 0,11 0,00 0,00 1,67 2,91 8,65 0,00 0,88 0,00 1,27
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 4,33 0,00 0,00 0,21 0,00 0,00 0,00 0,00 85,87 0,00
%
Zwitserland Canada Ierland België Australië Polen Noorwegen Nederland Tsjechië Oostenrijk Zuid-Korea Nieuw-Zeeland Duitsland Denemarken Israël
78,13 76,75 66,47 58,03 54,41 54,03 50,99 47,00 31,20 29,14 27,71 23,68 11,92 7,03 6,46
Bron: OESO, voorlopige gegevens verzameld in het project over publieke R&D-financiering.
7.2.5.a Nationale overheidsfinanciering van nationale uitvoerders naar sector van uitvoering, institutionele financiering, internationaal, 2008 Hoger onderwijs
Researchinstellingen
Bedrijven
Privaat non-profit
Geen uitsplitsing
0,00 4,07 7,52 17,77 20,63 27,05 32,18 37,43 46,70 43,91 56,63 52,41 55,42 45,68 80,01
6,36 0,89 2,62 0,00 2,59 0,00 0,00 0,00 0,73 0,00 0,00 6,18 1,48 0,51 0,01
0,00 2,53 0,32 0,00 1,55 0,00 0,00 0,00 0,00 5,56 0,13 0,14 3,96 0,23 1,47
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1,84 0,00 22,91 0,00
%
Denemarken Zwitserland Oostenrijk Nieuw-Zeeland Israël Ierland Nederland Noorwegen Duitsland Canada Australië Tsjechië België Polen Zuid-Korea
93,64 92,51 89,55 82,23 75,24 72,95 67,82 62,57 52,57 50,53 43,24 39,44 39,13 30,66 18,51
Bron: OESO, voorlopige gegevens verzameld in het project over publieke R&D-financiering.
Statistische bijlage ICT, kennis en economie 2011 31
7.2.6.a Nationale publieke projectfinanciering van nationale uitvoerders naar financierende organisatie, internationaal, 20081) Onderzoeksministerie
Overige ministeries
Regionale overheden
Onafhankelijke organisaties
Geen uitsplitsing
7,36 11,72 9,59 9,06 18,63 23,25 21,82 24,44 20,42 46,06 13,64 40,80 8,47 72,00 91,06
0,00 0,54 7,05 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,09 0,00 0,00 0,00 0,00
90,91 87,74 83,35 79,78 78,71 76,75 76,47 60,68 45,61 25,55 24,47 20,05 5,49 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 6,85 0,00 0,00 0,00
%
Finland Nieuw-Zeeland Zwitserland België Nederland Canada Noorwegen Oostenrijk Australië Tsjechië Polen Duitsland Denemarken Zuid-Korea Israël
1,73 0,00 0,00 11,16 2,66 0,00 1,71 14,87 33,97 28,38 61,81 32,29 86,05 28,00 8,94
Bron: OESO, voorlopige gegevens verzameld in het project over publieke R&D-financiering. Ordening op basis van het aandeel van onafhankelijke organisaties.
1)
7.2.7.a Nationale publieke projectfinanciering naar nationale uitvoerders en projectoriëntatie, internationaal, 2008 Academisch georiënteerd
Beleidsgeoriënteerd
Innovatiegeoriënteerd
Geen uitsplitsing
18,26 8,73 12,87 23,65 10,17 27,93 39,55 78,47 0,00 0,00
11,23 32,21 32,77 22,25 43,55 34,78 25,91 8,17 85,04 23,25
0,00 0,00 0,00 7,08 0,00 0,00 0,45 0,00 8,06 76,75
%
Zwitserland Australië Polen Denemarken België Nederland Tsjechië Nieuw-Zeeland Israël Canada
70,51 59,06 54,36 47,02 46,28 37,28 34,08 13,35 6,90 0,00
Bron: OESO, voorlopige gegevens verzameld in het project over publieke R&D-financiering.
32 Centraal Bureau voor de Statistiek