BIJLAGE: AV beleid en AO/IC rondom de afvalstromen
D2
1 Inleiding Aannemersbedrijf Van Ooijen is gecertificeerd voor de diverse bewerkingen die binnen de inrichting worden uitgevoerd. Daarom geldt dat het hieronder beschreven beleid en werkwijze grotendeels voortvloeit uit / parallel loopt aan de werkwijze zoals deze is beschreven in het Handboek ontwatering / rijping baggerspecie BRL SIKB 7500 / 7511. Dit handboek is hoofdzakelijk van toepassing op baggerspecie. Momenteel wordt het Handboek uitgebreid met het oog op de verwerking van de afvalstromen grond, RKGV en bentoniet (dus uitbreiding met BRL SIKB 7500 / 7510 en 9335-1). Op het moment dat de certificering voor het uitgebreide Handboek is afgerond, zal dit worden nagestuurd. Voor de volledigheid is het huidige Handboek als bijlage toegevoegd (zie Bijlage Handboek versie D9, 27032015). Hierin staan uitgebreid de procedures, bevoegdheden en verantwoordelijkheden beschreven. De Kwalibo erkenning wordt twee keer per jaar gecontroleerd door het KIWA. Hieronder staat hoofdpunten uit het Acceptatie en Verwerkingsbeleid (AV beleid) beschreven, alsmede de Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO/IC). Voor nadere detaillering / invulling wordt verwezen naar het Handboek. 2
Inkomende afvalstromen
2.1 Doel Doel van de procedure acceptatie afvalstromen is het beheersen van afvalstoffen- en deelstromen, qua volume en soort bij ontvangst voor opslag, be- en verwerking en sortering. 2.2 Aanmelding De ontdoener meldt de afvalstof (bijvoorbeeld telefonisch) aan bij de acceptant. In het Handboek is beschreven welke functies met het oog op de kwaliteitsborging onderscheiden worden, en door wie deze rollen zijn ingevuld. Na een eerste beoordeling verzoekt de acceptant de ontdoener om algemene gegevens over de partij en de noodzakelijk analysegegevens (inclusief toetsing aan de normen) toe te zenden. De mogelijkheid bestaat dat in dit stadium de afvalstof geweigerd wordt. Na ontvangst van de door de ontdoener aangereikte gegevens registreert de acceptant de aanvraag. Er wordt een afvalstroomnummer toegekend. Verder wordt een eerste ontvangstmeldingsformulier ingevuld. De originelen van deze formulieren worden maandelijks toegezonden aan Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) in Den Haag; een kopie blijft in bezit bij de acceptant. De gegevens worden verwerkt in het administratiesysteem van het bedrijf. De aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de volgende acceptatiecriteria: Deelstroom Baggerspecie Baggerspecie Baggerspecie 1 Baggerspecie
Kwaliteit Klasse AW Klasse A Klasse B Klasse NT
Risico-categorie Laag Laag Laag Laag Laag
Be-/verwerking Ontwateren/rijpen Ontwateren/rijpen Ontwateren/rijpen Ontwateren / elders storten Breken
Bestemming Werk GWW sector Werk GWW sector Werk GWW sector Werk GWW sector of erkende stortplaats Werk GWW sector
Schoon bouw- en sloopafval Snoeihout
Schoon Schoon
Laag
Shredderen
Klasse AW Klasse Wonen Klasse Industrie Klasse industrie
Laag Laag Laag Laag
Opbulken en/of zeven Opbulken en/of zeven Opbulken en/of zeven Ontwateren
Biomassa centrale of werk GWW sector Werk GWW sector Werk GWW sector Werk GWW sector Werk GWW sector of
Grond Grond Grond 1 Bentoniet
1
RKGV TAG 1
Klasse Industrie Gevaarlijk afval
Laag Laag
Ontwateren Geen
erkende stortplaats Werk GWW sector Erkende stortplaats
alleen in de compartimenten A-C
In genoemde afvalstromen (met uitzondering van het schone bouw- en sloopafval en het snoeihout) kunnen de “gangbare” verontreinigende stoffen aanwezig zijn. Met gangbaar wordt bedoeld: de stoffen waarop routinematig wordt geanalyseerd in milieumonsters: zware metalen en organische verontreinigingen zoals PAK’s, PCB’s en bestrijdingsmiddelen. De jarenlange ervaring met de verwerking van afvalstoffen binnen de inrichting heeft uitgewezen dat er geen specifieke verontreinigen voorkomen die het verwerkingsproces kunnen verstoren. Het enige dat kan voorkomen dat de gehalten aan verontreinigende stoffen te hoog zijn voor acceptatie. Dat wordt kenbaar gemaakt aan de ontdoener, die dan vervolgens zelf naar een andere, passende bestemming moet zoeken. De ontdoener doet zijn aanvraag aan de hand van de resultaten van onderzoeken die als erkende bewijsmiddelen gelden. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe klanten. In het Handboek staat beschreven hoe wordt omgegaan met kleine partijen, en hoe visuele inspectie plaatsvindt bij aanlevering. Acceptatie van partijen die niet vooraf zijn aangemeld komt niet voor. 2.3 In ontvangstneming De baggerspecie, bentoniet en RKGV worden aangeleverd in vloeistofdichte (vracht)wagens of tractoren met kipperbak. De overige stromen worden aangeleverd in een ‘gewone’ vrachtwagen 3 of tractor met kipperbak. Het laadvermogen van de transportmiddelen is gemiddeld 20 m . Alle aangevoerde stoffen worden in principe op de weegbrug gewogen. De hoeveelheid bagger3 specie kan echter ook in het transportmiddel worden bepaald (in m ). De vervoerder van de afvalstoffen meldt zich met elke vracht met het bijbehorende geleidebiljet bij de weegbrug. De terreinbeheerder controleert in alle gevallen of het geleidebiljet volledig en juist is ingevuld. Ook zal de terreinbeheerder de vracht zo goed als mogelijk visueel inspecteren. De terreinbeheerder kan besluiten om de vracht steekproefsgewijs te controleren. De aldus verkregen gegevens worden vergeleken met de opgeslagen gegevens in het administratief systeem. De mogelijkheid bestaat dat in dit stadium een afvalstof geweigerd wordt. De chauffeur ontvangt een plattegrond van de inrichting en gaat naar de plaats die als losplaats is aangewezen. De vracht wordt onder toezicht van de terreinbeheerder gelost. Een visuele inspectie vindt plaats. De mogelijkheid bestaat dat in dit stadium een afvalstof geweigerd wordt. De terreinbeheerder weegt het transportmiddel “uit” en verstrekt de vervoerder twee exemplaren van de gecompleteerde weegbon van de vracht. Het administratieve systeem registreert de acceptatie van de vracht. De afvalstof is feitelijk geaccepteerd. De acceptant heeft van te voren bij de terreinbeheerder aangegeven of de partij voor samenvoeging met andere partijen van dezelfde samenstelling in aanmerking komt. Samenvoeging van partijen wordt in het logboek als zodanig vermeld. Nadat de verwerking voor een betreffende partij is voltooid (opbulken, ontwateren / rijpen, zeven) wordt een uitkeuring uitgevoerd volgens de richtlijnen van het Besluit bodemkwaliteit door een gecertificeerd bodemonderzoeksbureau. 2.4 Weigeren Bij aanmelding. Als bij het eerste contact tussen de ontdoener en de acceptant blijkt dat het aan te bieden afval niet kan of mag worden verwerkt, wordt het afval geweigerd. De gegevens worden niet geregistreerd en er wordt geen verdere actie ondernomen.
2
Bij de aanmelding aan de poort. De terreinbeheerder kan een vracht in zijn geheel of gedeeltelijk weigeren als de informatie op het geleidebiljet niet voldoende is, niet overeenkomt met de informatie in het contract of als deze niet overeenkomt met de aangeboden vracht. De terreinbeheerder registreert elke vracht die bij de poort geweigerd wordt. Alle relevante gegevens worden geregistreerd op het formulier “geweigerde vrachten”. 2.5 Verwerking In alle gevallen geldt dat er sprake is van een relatief extensieve verwerking: Baggerspecie: ontwateren / rijpen, opbulken, samenvoegen. Het samenvoegen gebeurt aan de hand van de inkeuringsgegevens: uitsluitend partijen van dezelfde klasse worden samengevoegd. Om het ontwateren te bespoedigen, wordt de baggerspecie regelmatig met een grijperkraan omgezet. Grond: opbulken, samenvoegen en zo nodig zeven. Het samenvoegen gebeurt aan de hand van de inkeuringsgegevens: uitsluitend partijen van dezelfde klasse worden samengevoegd De zeefbewerking wordt uitgevoerd om zo nodig de civieltechnische kwaliteit van de grond te verbeteren (grofvuil eruit halen), met het oog op toepassing. RKGV: ontwateren en opbulken Bentoniet: ontwateren en opbulken. Voor alle genoemde stromen geldt dat de verwerking niet is gericht op milieuhygiënische kwaliteitsverbetering (het zijn dus geen reinigingsstappen). De verwerkingsstappen maken de stromen geschikt voor nuttige toepassing in de Grond- Weg- en Waterbouw. Alle uitgaande stromen ondergaan een uitkeuring volgens de voorschriften uit het Besluit bodemkwaliteit. Bij de verwerking van deze reguliere stromen binnen de inrichting wordt visueel waarneembaar grofvuil en ongewenste bijmengingen uit de stroom gehaald en in een container verzameld. De aard van het grofvuil is velerlei: verhardingsmaterialen, fietsen, hout, etc. De volle container wordt naar een erkende afvalverwerker afgevoerd. 2.6 Opslag afvalstoffen, sortering en puinbreker houtshredderaar De ter sortering en breken aangevoerde afvalstoffen (schoon bouw- en sloopafval) worden gescheiden naar soort. De deelstromen die binnen de inrichting worden verwerkt worden direct geplaatst binnen de opslagdepots voor de aangewezen afvalstoffen. Overige deelstromen worden ingezameld op daarvoor bestemde locaties, dusdanig dat geen vermenging met of verontreiniging van andere stromen kan plaatsvinden. De bewerkte bouwstoffen vanuit de puinbreker worden gescheiden opgeslagen, zodanig dat geen vermenging kan plaatsvinden. Voor het schone snoeihout geldt hetzelfde. Er vindt gescheiden opslag plaats, op de plaats waar het shredderen zal worden uitgevoerd. Er kan geen vermenging met andere stromen binnen de inrichting plaatsvinden. 2.7 Inventarisatie Feitelijk wordt het voorraadbeheer dagelijks uitgevoerd: Van alle afvalstoffen wordt dagelijks bijgehouden hoeveel er is aangevoerd. Door deze hoeveelheden te sommeren is de totale hoeveelheid bekend. Het belang ervan is dat als bepaalde hoeveelheden zijn gehaald, verwerkingsstappen kunnen plaatsvinden (breken in het geval van puin; opbulken/uitkeuren in het geval van grond). Op ieder moment is dus bekend hoeveel van een bepaalde afvalstof aanwezig is en waar deze is opgeslagen.
3
3
Uitgaande afvalstromen
3.1 Doel Het doel van deze procedure is het bedrijf inzicht geven in de wijze van levering en controle van uitgaande afvalstromen aan derden. 3.2 Uitvoering De afzet van afvalstoffen, deel- en residustromen en eindproducten bij derden vindt veelal plaats op basis van contracten. Het volgende product kan zonder contract bij de poort worden afgehaald: Schoon gebroken puin. Uitgaande afvalstromen onder contract: Een medewerker van het bedrijf neemt contact op met potentiële afnemers. Een afspraak met een afnemer wordt schriftelijk vastgelegd in een contract / prijsafspraak. Alleen een directielid is bevoegd tot het tekenen van contracten en prijsafspraken. De producten worden door (of in opdracht van) de klant opgehaald op het terrein van de inrichting. De transporteur meldt zich met de contractgegevens bij de weegbrug. De terreinbeheerder weegt de vrachtwagen in, wijst de locatie aan waar het product kan worden geladen en roept de kraanmachinist op om de wagen te laden. De kraanmachinist laadt, onder verantwoording van de terreinbeheerder de wagen / tractor. De wagen wordt uitgewogen en de noodzakelijke transport- en geleide formulieren worden aan de chauffeur overhandigd. De gegevens worden bijgehouden in het administratieve systeem van het bedrijf. Vrij af te halen producten Schoon gebroken puin is per vracht af te halen op het terrein van de inrichting. Levering geschiedt te allen tijde tegen een standaard tarief. De werkwijze van aanmelden, inladen etc. is exact hetzelfde als hierboven beschreven. De volgende gegevens worden op een kleine bon (A5 formaat) geregistreerd: NAW gegevens afnemer; Datum; Omschrijving product; Toepassingslocatie; Transporteur; Kenteken; Hoeveelheid. 4 Samenvattend: administratie en registratie Van alle geaccepteerde, geweigerde, in bewerking zijnde en af te voeren (delen van) partijen, afvalstoffen en vrijkomende (rest)fracties word(t)(en) steeds op overzichtelijke wijze het volgende geregistreerd: de datum van ontvangst c.q. afvoer; de NAW-gegevens van de ontdoener/aanbieder; een omschrijving van de herkomst, aard en samenstelling; de Eural-code; de hoeveelheid in volume en/of gewichtseenheid (m 3 en/of tonnen droge stof basis); de (door de ontdoener aangeleverde en/of door eigen inkeuring binnen de inrichting) verkregen analysegegevens dan wel de daarvoor in aanmerking komende vervangende product- of procescertificaten (geldt niet voor geweigerde vrachten); indien vereist gegevens op grond van het Besluit Melden Bedrijfsafvalstoffen en Gevaarlijke Afvalstoffen;
4
de reden van weigering en de bewerker waarnaar is doorverwezen (indien van toepassing); welke partijen wanneer, met welke hoeveelheden en in voor zover van toepassing welke bewerkingslocatie(s) gezamenlijk zijn verwerkt. Daarnaast worden binnen de inrichting gegevens vastgelegd omtrent: actuele positie opslag aangevoerde partijen, bewerkingsclusters en eind- en restproducten (aan de hand van een plattegrond; minimaal één maal per drie maanden); gegevens omtrent de bedrijfsvoering (periode van bewerking e.d.) en (afwijkende) procescondities (logboek; dagelijks bijhouden). Op basis van bovenstaande gegevens wordt minimaal eenmaal per drie maanden een materialen balans opgesteld. Minimaal één keer per jaar wordt een balans opgemaakt van de gedurende dat jaar verwerkte hoeveelheden grond of baggerspecie. Minimaal één keer per jaar wordt een voorraadopname gemaakt. Hierbij worden alle (nog te verwerken) afvalstoffen alsmede de voorraden aan eind- en restproducten ingemeten/geregistreerd. Op dit moment is er nog geen digitale koppeling tussen het registratiesysteem voor de grondstromen en het financiële systeem. Het bedrijf oriënteert zich momenteel op de aanschaf van een dergelijk systeem. Een van de vereisten is dat de gegevens van de weegbrug direct in het systeem kunnen worden opgenomen. De koppeling tussen het registratiesysteem van de grondstromen enerzijds en de financiële gegevens anderzijds gebeurt nu dus handmatig. Aan de hand van de unieke afvalstroomnummers, die in beide registratiesystemen gebruikt worden, kan handmatig te allen tijde gecontroleerd worden of beide systemen met elkaar in overeenstemming zijn. Eventuele discrepanties worden in opdracht van de directie nader onderzocht en verholpen. 5 Evaluatie Aannemersbedrijf Van Ooijen is voortdurend bezig om zijn eigen werkwijze te evalueren en waar nodig te verbeteren. Jaarlijks wordt een interne audit uitgevoerd op de kantoorlocatie bij het baggerdepot. Alle relevante onderdelen uit het primair proces worden in principe getoetst: samenstelling in- en uitgaande partijen, hoeveelheden, locatie in het depot, eventuele clustering, materialenbalans. Hierbij zullen circa vijf uitgevoerde projecten worden beoordeeld. Gelet wordt op de inhoudelijke eisen van de verschillende beoordelingsrichtlijnen, protocollen en voorschriften. Deze jaarlijkse audit is opgenomen in de auditplanning conform ISO 9001. Gezien het feit dat binnen het bedrijf de rol van enerzijds vooracceptant / eindacceptant en anderzijds KAM functionaris (voor alle bedrijfsactiviteiten) bij dezelfde persoon ligt, is er een aparte rol voor de het uitvoeren van de interne audits op het baggerdepot in het leven geroepen. Hiermee wordt voorkomen dat de KAM functionaris haar eigen werkzaamheden moet controleren. De eindverantwoordelijkheid van het correct uitvoeren van het acceptatie- en verwerkingsbeleid ligt bij de directie van het bedrijf. Zij zetten interne kwaliteitscontroles op, voeren verbeteringen in de bedrijfsvoering door en nemen zo nodig corrigerende maatregelen.
5