IABa1S1 - Geschiedenis interieur 1 Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course geschiedenis interieur 1
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Hilde Bouchez , Marc Dubois
1
7
IABa1S1
Ba1
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites Geen
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites Interesse voor de relatie tussen ideologie, samenlevingsvormen,materiële cultuur, design en interieurarchitectuur.
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course - De cursus verschaft de noodzakelijke informatie om de recente architectuurgeschiedenis te kunnen begrijpen en te evalueren - De student moet in staat zijn deze informatie kritische te verwerken en op een persoonlijke wijze kunnen verwoorden. - De student zal blijk geven van historische inzicht. Dit moet hem in staat stellen zijn eigen praktijk een diepere dimensie te geven en schriftelijk en mondeling de eigen aanpak te verantwoorden. - Disciplinegebonden kunnen redeneren. De afgestudeerde is in staat om zelfstandig en in overeenstemming met disciplinegebonden inzichten een kwaliteitsvolle redenering op te bouwen. Geconsolideerde disciplinegebonden informatie (handboeken, overzichtswerken) kunnen verwerven en verwerken. Kritisch kunnen reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van de eigen discipline. In het Nederlands mondeling en schriftelijk over de eigen disciplinegebonden inzichten en disciplinegebonden methoden kunnen communiceren met vertegenwoordigers uit de eigen discipline, met vertegenwoordigers uit andere disciplines en met andere leden uit de samenleving. Begrip en betrokkenheid hebben ontwikkeld m. b. t. ethische, normatieve en maatschappelijke vragen samenhangend met de toepassing van disciplinegebonden inzichten.
Pagina 1/3
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - Van de student wordt verwacht dat hij een grondig inzicht verwerft in de behandelde thema's en dat hij de behandelde gebouwen en landschappen historisch kan situeren en systematisch kan bespreken. - Hij moet in staat zijn de behandelde materie op een persoonlijke wijze te verwoorden. - Daarom is het ook noodzakelijk dat hij vertrouwd is met de vakterminologie en met de voorstellingstechnieken van de architectuur, ze kan lezen en in staat is de plattegrond of doorsnede van gebouwen te tekenen. De student verwerft inzicht in de 'material culture' van de laatste 150 jaar. - De student kent de relatie tussen de sociaal-culturele context van een bepaalde periode en de materiele productie eigen aan deze periode. - De student herkent typische eigenschappen van de materiele productie van een bepaalde historische periode. - De student ontwikkelt een kritische houding omtrent de betekenis van het hedendaags design.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences /
Inhoud / Contents -Geschiedenis interieur en architectuur: De geschiedenis van de architectuur, inclusief het interieur, is meer dan een opeenvolging van stilistische kenmerken van de verschillende bouwstijlen. De actuele benadering richt zich meer naar de ontwikkeling van de typologie der gebouwen en de manier waarop nieuwe constructiewijzen de ruimteontwikkeling ingrijpend transformeerden. In de loop der eeuwen veranderde het concept van het interieur steeds meer als gevolg van maatschappelijke mutaties en een streven naar een beter levenscomfort. In het overzicht van de Romaanse bouwkunst tot en met de 21ste eeuw wordt de nadruk gelegd op de evolutie van de ruimtelijke structuren en de wijze waarop de mens zijn interieur heeft ingericht. De klassieke opdeling van de bouwstijlen wordt doorlopen waarbij een aantal topwerken worden toegelicht vanuit bovenvermelde invalshoek. Telkens worden ook voorbeelden uit België en vooral uit Vlaanderen besproken om alzo een betere tijdsdimensie en meer evolutie-inzicht te verwerven. - Geschiedenis Design: Aan de hand van beeldmateriaal wordt een chronologische tijdslijn met betrekking tot de sociale, politieke, economische en culturele veranderingen in de loop van de voorbij 150 jaar geschetst. Binnen deze tijdslijn wordt de nadruk gelegd op de vormelijke en inhoudelijke veranderingen van de dagelijkse gebruiksvoorwerpen in overeenstemming met de veranderende maatschappelijke situaties. Hiermee samengaand wordt ingezoomd op een aantal theoretische standpunten binnen de designmethodologie. In het algemeen wordt ruime aandacht besteed aan het modernisme versus postmodernisme. In het bijzonder zijn er inleidende lezingen omtrent het werk van Bourdieu en van Baudrillard binnen de hedendaagse betekenis van design.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials - Hilde Bouchez, Design voor een nieuwe eeuw, Ludion, Gent, 2004. - Synopsis en beeldmateriaal op Toledo.
Pagina 2/3
- Marc Dubois, eigen cursus tekst, St Lucas Architectuur - campus Brussel & Gent.
Aanbevolen bronnen / Recommended sources - McDERMOTT, C., 20ste Eeuw Design, Design museum, London, 2000. - WOODHAM J., Twentieth-Century Design, Oxford History of Art, Oxford University Press, 1997. - FIELL C.&P., Design van de 20e eeuw, Taschen, 2005- geschiedenis van het interieur. - WATKIN, D., De Westerse architectuur. Een geschiedenis, SUN Nijmegen 1994. - PEVSNER, N, Europese Architectuur, Uitgeverij Donker Rotterdam 1970. - CURTIS, W., Modern Architecture since 1900, Phaidon 1996. - FRAMPTON,K., Moderne architectuur. Een kritische geschiedenis, SUN Nijmegen 1985.
Onderwijsvorm / Teaching method Hoorcollege.
Evaluatievorm / Assessment method Schriftelijk met gesloten boek.
Penvoerder van deze fiche Marc Dubois
Pagina 3/3
IABa2S1 - Geschiedenis interieur 2 Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course geschiedenis interieur 2
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Dominique Bauer
1
5
IABa2S1
Ba2
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites Geen
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites Geen
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course De student heeft inzicht in de culturele geschiedschrijving als een levende of voortdurend evoluerende discipline - De student reflecteert cultuurkritisch op de behandelde thema's. - Kennis hebben van resultaten van in tijd en ruimte gesitueerd wetenschappelijk werk m. i. v. van inzicht in de onderzoeksmethodologische onderbouw van de disciplinegebonden resultaten. - De student heeft aandacht voor de culturele actualiteit.
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences /
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences /
Pagina 1/2
Inhoud / Contents Cultuur- en kunstgeschiedenis: Eigen object en methode van de cultuurgeschiedenis: synthese, coherentie en begrijpen versus verklaren 2. Concrete illustratie aan de hand van voorbeelden uit voornamelijk de negentiende en twintigste eeuw (architectuur, literatuur, kunst en muziek), gekoppeld aan het hedendaagse gegeven van de individuele fragmentatie en de erosie van een betekenisvolle buitenwereld - geschiedenis interieur:: Deze cursus gaat in op diverse aspecten van of thema's binnen de geschiedenis van het 20ste-eeuwse wonen. De aandacht gaat uit naar de interieurarchitectuurproductie, naar de verschillende sociaal-culturele en politiek-economische contexten waarin deze werd geproduceerd en naar de relatie ervan met andere cultuuruitingen. Bijzondere aandacht gaat uit naar de recente geschiedenis van het wonen in Vlaanderen/België. De cursus werpt tevens een licht op de verschillende vormen van actuele geschiedschrijving over interieur en wonen.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials Cultuur- en kunstgeschiedenis: eigen cursustekst Geschiedenis Interieur 2: slides met puntsgewijze samenvatting en beeldmateriaal op Toledo + de als 'sleutelteksten' gemarkeerde teksten uit de syllabus + lesnotities
Aanbevolen bronnen / Recommended sources Floré, Fredie, Geschiedenis Interieur 2: de syllabus (met uitzondering van de sleutelteksten die tot de verplichte leerstof behoren)
Onderwijsvorm / Teaching method Hoorcollege
Evaluatievorm / Assessment method Schriftelijk examen
Penvoerder van deze fiche Dominique Bauer
Pagina 2/2
IABa1S2 - Theorievorming 1 Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course theorievorming 1
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Dominique Bauer , Marc Dubois , Sven 2 Sterken
IABa1S2
Ba1
6
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De student moet de compententies van middelbaaronderwijs hebben verworven
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites - De student(e) beschikt over een normale kennis van de Franse en Engelse taal. - kunnen werken met elementaire informatica en internet (zoekrobots, Internet Explorer, Mozilla, Google)
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course - De student kan op een coherente manier een probleemstelling uiteenzetten en contextualiseren - De student kan eigen antwoord/oplossing genereren of beroep doen op externe deskundigheid - De student(e) beschikt over de nodige luister-, leer- en leesvaardigheid en reflexief vermogen om de behandelde leerstof uit te diepen en productief te beantwoorden. - De student kan kritisch kunnen reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van de eigen discipline - De student kan geconsolideerde disciplinegebonden informatie (handboeken, overzichtswerken) verwerven en verwerken in het Nederlands en in een andere forumtaal
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - Inzicht in theoretische problemen bij het ontwerpen - Deze OLOD tracht inzicht te bieden in het historische en cultureel bepaalde karakter van de filosofie - De student zal kennis hebben van de basisbegrippen uit de verschillende deelgebieden van de fysieke ergonomie. Hij moet in staat zijn om belastende houdingen en oncomfortabele activiteiten te detecteren,
Pagina 1/3
interpreteren en verklaren. Dit vereist een toegepast inzicht in de theorie. Ook moeten globale oplossingen en juiste afmetingen aangereikt kunnen worden - Vermogen om kritisch te reflecteren, specifiek m.b.t. culturele eigenheid. - De student heeft basiskennis antropologie inclusief begrip van de structuur van het vakgebied en de samenhang met andere vakgebieden, in het bijzonder de relevantie van antropologische onderzoeksmethoden voor architectuuronderzoek - Methodiek van analyse en onderzoek (aan te vullen door Marc voor deel Analyse) -Onderzoeksmethodologie kunnen hanteren: kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen. De student is in staat om gegeven een prototypische disciplinegebonden onderzoeksvraag de meeste aangewezen onderzoeksmethoden te bepalen. - Onderzoek probleemgestuurd kunnen initiëren. Geconfronteerd met 'nieuwe' disciplinegebonden theoretische en/ of toepassingsgerichte problemen door combinatie van bestaande antwoorden en/ of oplossingen planmatig een eigen antwoord/ oplossing kunnen genereren, reeds geformuleerde oplossingen/ antwoorden kunnen terugvinden of op externe deskundigheid een beroep kunnen/ willen doen. - De student is in staat om persoonlijke bevindingen communiceerbaar te maken via een gestructureerd betoog, dat inhoudelijk en vormelijk beantwoordt aan de vereisten terzake.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences /
Inhoud / Contents - Filosofie (D. Bauer) In eerste instantie wordt ingegaan op de filosofie als radicaal voorbeeld van een kritische attitude die per definitie de evidentie van welke realiteit dan ook tussen haakjes plaatst. Vervolgens wordt ingegaan, in chronologische hoofdstukken, op de belangrijkste etappes in de ontwikkeling van dit kritisch in vraag stellen, gaan de van de oudheid tot vandaag. Binnen elk hoofdstuk wordt vooral de relatie tussen het subject en de buitenwereld centraal gesteld, waarbij de historische relativiteit van dat subject en de manier waarop hij de "buitenwereld" interpreteert in de verf wordt gezet. Verder is ook binnen elk hoofdstuk ruimte gelaten voor specifieke thema's binnen de filosofie: relatie tussen schoonheid en waarheid, politiek en mensbeeld, ethiek en mensbeeld - Methodiek van analyse en onderzoek (M. Dubois en S.Sterken) De cursus onderzoek bestaat uit twee delen die parallel worden gedoceerd: - in het deel 'Analyse': Het gebouwde is de resultante van een grote diversiteit aan factoren, zowel maatschappelijke als constructief technische. Om een beter inzicht te verwerven is een onderzoek naar alle facetten noodzakelijk. Reeds de ontwerpfase kan verhelderend zijn voor de genomen opties in een breder tijdsgebonden kader. Een analyse maakt ook duidelijk dat kleine randvoorwaarden bepalend kunnen zijn voor het gehele bouwproces. Inzicht verwerven hoe een gebouw zich positioneert ten aanzien van de tijd waarin het is ontstaan laat toe het louter materiële van de constructie te overstijgen. Functies verdwijnen maar gebouwen blijven bestaan. Dit aspect van mutaties wordt geïntegreerd in de benadering van de architectuur. De gekozen voorbeelden tonen de student hoe een gebouw op een analytische wijze te benaderen en op zoek te gaan naar een veelheid aan bronnen. Het gaat om het ontwikkelen van een methodiek om op een gestructureerde wijze de betekenis van het geconstrueerde te achterhalen en te plaatsen binnen een ruimer kader - in het deel 'Onderzoeksmethodologie' krijgt de student een introductie in de onderzoeksmethodologie. Het accent ligt daarbij op het opzoeken van documentatie over gebouwen of architecten, en het op een wetenschappelijk correcte manier verwerken van deze informatie tot een consistente paper. De cursus/syllabus bestaat uit 4 delen: 1. Algemene inleiding mbt eigenheden van de wetenschappelijke methode en haar relevantie in de opleiding architectuur. 2. Een schematisch overzicht van de belangrijkste stappen in een onderzoeksproces.
Pagina 2/3
3. Richtlijnen mbt het opstellen van voetnoten, bibliografie, en het opstellen van een paper. 4. Overzicht van de voornaamste bronnen, referentiewerken en instellingen in binnen- en buitenland waar informatie kan worden gevonden mbt architectuur en stedenbouw
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials - Bauer, D. Cursus Wijsgerige aspecten. Sint-Lucas Architectuur, Gent/Brussel, 2006 - Sterken Sven, Methodologische aspecten van het architectuur(historisch) onderzoek. Syllabus Cursusmateriaal Marc Dubois?
Aanbevolen bronnen / Recommended sources /
Onderwijsvorm / Teaching method Hoorcollege
Evaluatievorm / Assessment method Schriftelijk examen
Penvoerder van deze fiche Dominique Bauer
Pagina 3/3
IABa2S2 - Theorievorming 2 Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course theorievorming 2
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Dominique Bauer , Rajesh Heynickx2 , Erik Rombaut
IABa2S2
Ba2
6
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites - Algemeen cultureel-historisch inzicht bezitten: voornaamste architectuurstijlen, cultuurhistorische periodes en denktrands in de Westerse wereld kunnen situeren. - de student heeft een behoorlijke basiskennis natuurwetenschappen: biologie, chemie, fysica
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites Kunnen werken met elementaire informatica en zoekrobots (Internet Explorer, Mozilla, Google) en elementaire ervaring met Internet is aangewezen. Vakspecifieke teksten kunnen lezen en begrijpen, ook in andere talen dan het Nederlands
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course - Denk- en redeneervaardigheid: de student kan reflecteren over een abstract probleem m.b.t. de interieurarchitectuur, architectuur en deze reflectie koppelen aan de concreet gebouwde productie. - Geconsolideerde disciplinegebonden informatie (handboeken, overzichtswerken) kunnen verwerven en verwerken - Vermogen tot synthetiseren en communiceren van theoretische concepten mbt interieurarchitectuur, zowel aan specialisten als aan leken. - Begrip en betrokkenheid hebben ontwikkeld m. b. t. ethische, normatieve en maatschappelijke vragen samenhangend met de toepassing van disciplinegebonden inzichten. De student dient immers vertrouwd te raken met de impact van maatschappelijke variabelen (gender, status, lichaamsbeleving, religie) en maatschappelijke processen (rationalisering en secularisering) op groepsidentiteiten en individuele attitudes. - Inzicht in theoretische ergonomie problemen bij het ontwerpen.
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course Pagina 1/4
specific competences Psychologie:-De student wordt geïntroduceerd in het fenomeen en de constructie van de gepsychologiseerde mens in samenhang met de cultuur waarin deze verschijnt en hoe deze aan bod komt in heel verscheiden literatuur, van filosofische teksten tot de analyse van hedendaagse psychotherapeutische tendensen -Geconsolideerde disciplinegebonden informatie kunnen verwerven en verwerken in het Nederlands. De afgestudeerde is in staat zelfstandig disciplinegebonden informatie op te zoeken, kan deze analyseren, het belang van deze informatie bepalen en er een synthese van maken voor eigen gebruik maar ook voor derden. - Interieurarchitectuutheorie1: Vermogen tot kritische reflectie: de student kan de verworven kennis en inzichten inzetten om een bestaand gebouw, idee, trend of fenomeen, of een eigen project, op gefundeerde wijze te evalueren. De student doorziet de historische en conceptuele logica binnen de voorgestelde theoretische ontwikkelingen in het architecturale veld, en is in staat zijn/haar eigen activiteit als ontwerper daarin te kaderen -Onderzoeksmethodologie kunnen hanteren: kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen. De student is in staat om gegeven een prototypische disciplinegebonden onderzoeksvraag de meeste aangewezen onderzoeksmethoden te bepalen. - Onderzoek probleemgestuurd kunnen initiëren. Geconfronteerd met 'nieuwe' disciplinegebonden theoretische en/ of toepassingsgerichte problemen door combinatie van bestaande antwoorden en/ of oplossingen planmatig een eigen antwoord/ oplossing kunnen genereren, reeds geformuleerde oplossingen/ antwoorden kunnen terugvinden of op externe deskundigheid een beroep kunnen/ willen doen. Het doorgronden van een mechanisme van culturele tegenbeelden door de analyse van duo-fenomenen of polariteiten in een wereldbeeld (zoals: interioriteit-exterioriteit, eenheid-veelheid, onderdeel-geheel, binnen-buiten, helderheid-complexiteit) .- Ecologie 1: De student verwerft inzicht in de milieuproblematiek, met name in hoe lokale oorzaken kunnen uitgroeien tot mondiale milieuproblemen. Verder verdiepte de student zich in de specifieke milieubelastende aspecten van bouwen en wonen: energie en mobiliteit krijgen in de cursus ecologie deel 1 de klemtonen. De student bestudeert een zo actueel mogelijke stand van zaken van elk besproken milieuthema en kan dat ook verwoorden. De student kan een doorgaans pessimistische benadering van de milieuproblematiek ombuigen in een optimistisch, wervend pleidooi om er werkelijk iets aan te gaan doen, gestaafd door vele voorbeelden van landen, steden, gebouwen in binnen- en buitenland, waar men de milieukaart wel trekt. De student ziet in dat een 'ecopolis' slechts kan bereikt worden door interdisciplinaire inspanningen, die zich niet beperken tot het niveau van het gebouw ma
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences /
Inhoud / Contents - Psychologie: In de cursus wordt de behandelde thematiek in een bredere kader van hun onderlinge verband geplaatst. Er wordt ingegaan op de psychologische impact van de multimediale maatschappij op de hedendaagse identiteitsconstructie (globalisering, cyberfilosofie). Er wordt ingegaan op de impact van de geprotocoliseerde samenleving op de ontwikkeling van de psychotherapie. Er wordt ingegaan op de manier waarop de mens betekenis geeft binnen de cultuur, een proces dat ook van toepassing is op de menselijke identiteitsconstructie. -theorie interieur architectuur * De idee dat ruimte geen neutrale setting is, maar sociale relaties en machtsverhoudingen
Pagina 2/4
(re)produceert, wordt afgetoetst door vanuit drie invalshoeken: -de woonruimte: In de twintigste eeuw werd de traditionele woonruimte opengebroken door functionele indelingen en een gestandaardiseerde planopbouw. Hoe kan die omslag worden bedacht? -de artistieke ruimte: Welke wereld wens(t)en kunstenaars te betreden wanneer zij de drempel van hun schrijfzolder of schildersatelier overstapten? Op welke inwijdingsrituelen en ontvangstprogramma's werd een beroep gedaan om een miniuniversum te creëren? -de sacrale ruimte: Hoe kan religie, een immens complex van diverse denkbeelden, overtuigingen, attitudes en praktijken zich 'nestelen' in een ruimte? En verder: wat blijft daarvan over in de hedendaagse capsulaire samenleving? * Tevens wordt in het ac.jr. 2007 -8 het vak Onderzoeksmethodologie aan het vak theorie interieur architectuur verbonden 1. Een algemene inleiding met een uiteenzetting over de eigenheden van de wetenschappelijke methode en haar relevantie in de opleiding interieur architectuur. 2. Een schematisch overzicht van de belangrijkste stappen in een onderzoeksproces, met aandacht voor hun eigenheden. 3. Richtlijnen mbt het opstellen van voetnoten en bibliografie. 4. Een overzicht van de voornaamste bronnen, referentiewerken en instellingen in binnen- en buitenland waar informatie. aan worden gevonden mbt interieurarchitectuur, architectuur en stedenbouw. - Ecologie 1: Dit deel OLOD vertrekt van de vaststelling dat steden vandaag vaak een bron van sociale en ecologische problemen zijn. Deze cursus wil nagaan of steden ook een bron van oplossingen kunnen zijn terzake. Uitgangspunt is het ecopolismodel. Daarin wordt een pleidooi gehouden voor een interdisciplinaire aanpak van de milieuproblemen. Men moet tegelijk vat trachten te krijgen op het debiet van de stromen (verkeer, afval, water, energie,...), een verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit van plekken realiseren en een motivatie van de actoren bereiken om ze tot participatie te verleiden. Wetenschappelijk wordt verhaald wat de oorzaken zijn, de gevolgen voor menselijke gezondheid en biodiversiteit en wordt een mogelijk toekomstscenario bij ongewijzigd beleid beschreven. Vervolgens worden de mogelijke oplossingen voorgesteld aan de hand van vele voorbeelden van landen, steden, gebouwen in binnen- en buitenland, waar men de milieukaart wel trekt
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials -( tekstenbundel) Bauer, D. Psychologie. - Sven Sterken, Methodologische aspecten van het interieurarchitectuur(historisch) onderzoek. Eigen syllabus. - Erik Rombaut, Cursus stedelijke oecologie en milieukunde deel 1 , versie 11 (2007-2008)
Aanbevolen bronnen / Recommended sources Amichai-Hamburger, Y. The Social Net. Human Behaviour in Cyberspace. Oxford, 2005
Onderwijsvorm / Teaching method Hoorcollege
Evaluatievorm / Assessment method
Pagina 3/4
- Psychologie: paper - Theorie van de interieurarchitectuur 1: schriftelijk examen, met eventueel aanvullend mondeling (ifv grootte van de groep studenten). De student krijgt zowel kennis- als denkvragen te beantwoorden.In onderzoeksmethodologie: de student wordt geëvalueerd op basis van de oefening [diversifiëren Gent/ Brussel] - Ecologie: Een schriftelijk examen wordt opgelost met open boek.
Penvoerder van deze fiche Dominique Bauer
Pagina 4/4
IABa3S1 - Theorievorming 3 Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course theorievorming 3
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Marc Dubois , Rajesh Heynickx
1
6
IABa3S1
Ba3
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De inleidende cursus(geschiedenis van de theorie van de reconversie- erfgoedzorg in 2AR en 2IA).
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites Geen.
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course - De student is in staat om zelfstandig en in overeenstemming met disciplinegebonden inzichten een kwaliteitsvolle redenering op te bouwen. Meer bepaald is de afgestudeerde in staat het fenomeen van de stad en de stedelijkheid te plaatsen in een ruimer historisch, cultureel en maatschappelijk kader. - de student heeft kennis van en inzicht in de kernbevindingen van de discipline, weet wat er het relatieve belang van is, hoe ze tot stand zijn gekomen en welke nieuwe ontwikkelingen mogen worden verwacht. Meer bepaald heeft de afgestudeerde een globaal inzicht in de voornaamste denktrends en modellen in de West-Europese stedenbouwkundige geschiedenis, en kan hij de huidige problematiek in de steden koppelen aan historische evoluties.
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - Kritisch kunnen reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van de eigen discipline: de student(e) is in staat om het spanningsveld in te zien tussen theoretische stedenbouwkundige modellen en doctrines, en de uiteindelijk gerealiseerde stedelijke omgeving. Hij/zij kan deze spanning relateren aan het algemeen maatschappelijk kader en de technologische mogelijkheden en beperkingen van een bepaalde tijd. - Ruimer gesteld is de student(e) in staat om de wisselwerking tussen algemeen maatschappelijke en
Pagina 1/3
culturele fenomenen enerzijds en de bebouwde omgeving anderzijds in te zien. D.w.z. dat hij/zij inziet dat het stedelijke leefmilieu niet enkel een product is van functionele, economische en infrastructurele eisen, maar zowel een cultureel product is als een plaats van culturele productie.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences /
Inhoud / Contents - Publieke en collectieve interieurs: Traditioneel wordt het verschil tussen privaat en publiek - tussen binnen en buiten - opgespannen tussen het huis en de straat. De straat representeert het publieke leven, het huis de domestieke bestaan. Dit verschil geldt echter niet voor zogenaamde semi-publieke ruimtes zoals musea, theaters, scholen communicatiecentra, expohallen, stationsgebouwen, winkelcentra. Ze zijn semi-publiek daar ze niet zo publiek zijn als de straat - er gelden namelijk specifieke regels - en niet zo privaat als het huis want iedereen mag er in principe binnen. Sinds publieke ruimte van de straat is dood verklaard, hebben deze ruimtes steeds meer aan belang gewonnen en hebben ze de traditionele taken van het stadsplein overgenomen. Het zijn de plekken waar men verblijft, ontmoet, afspreekt, zijn zondag doorbrengt, etc. Voor de architectuurdiscipline vormen deze 'publieke interieurs' een steeds grotere én belangrijker opgave. Elke gebouw dat de mens optrekt bezit een interieur. Naast constructies bestemd voor huisvesting zijn er diverse gebouwen die een publieke bestemming bezitten, types van gebouwen voor een collectief gebruik zoals bibliotheken, musea, ziekenhuizen, stations, enz. Naast de traditionele stedelijke ruimte die permanent door de mens kan worden gebruikt zijn er de nieuwe publieke ruimtes zoals de shoppingcentra. Één type wordt belicht, de winkelinterieurs, interieurs die specifiek zijn ontworpen voor de sector van de retail. De cursus geeft een overzicht hoe dit type interieur in de 19de en 20ste eeuw evolueerde, van de passages, de grootwarenhuizen tot de actuele shoppingsmalls. De behandelde deelthemata zijn: - Naast de traditionele stedelijke ruimte die permanent door de mens kan worden gebruikt zijn er de nieuwe publieke ruimtes. Één type wordt belicht, de winkelinterieurs, interieurs die specifiek zijn ontworpen voor de sector van de retail. De cursus geeft een overzicht hoe dit type interieur in de 19de en 20ste eeuw evolueerde, van de passages, de grootwarenhuizen tot de actuele shoppingsmalls. In elke periode ontstaan nieuwe soort winkels voor nieuwe producten, van de auto showrooms in de jaren 20/30 tot de nieuwe telecommunicatie in de jaren '90. In deze evolutie wordt een accent gelegd op de winkelprojecten van Adolf Loos, Erich Mendelsohn, Hans Hollein, de loft stores en de Japanse minimale interieurs in de jaren '80 tot de 'guerrilla stores" van de jaren '90.
- De hotellobby als semi-publieke ruimte De hotellobby is een vaak nog te weinig gekende moderne ruimte die bol staat van de dubbelzinnigheden en contradicties. Vanaf rond het jaar 1900 werd het een ruimte waar oude identiteiten uit elkaar werden getrokken en nieuwe gevormd. Het was de plaats waar individuen anonieme kamernummers werden en het was de plaats waar 'lobby lizards' (een amalgaam van permanente hotelgasten) versmolten met het meubilair. Om dit kaleidoscopisch universum in kaart te brengen en de basismechanismen daarvan te ontleden, wordt er vertrokken vanuit een essay van Siegfried Karacauer over de hotel lobby uit 1923. Specifiek zal worden gefocust op zijn statement dat een ruimtebeeld (Raumbild) zoals de lobby een hiëroglief vormt dat, eenmaal het ontcijferd is, de basis van een publieke sociale realiteit kan onthullen.
- Herbestemming en transformatie:
Pagina 2/3
Na de inleidende cursus(geschiedenis van de theorie van de reconversie- erfgoedzorg) wordt hier aan de hand van cases de complexiteit van reconversie van bestaande gebouwen onderzocht. Aan de hand van opgegeven thema's/gebouwen uit de interbellumarchitectuur maken de studenten in teamwork (5 personen) een analyse. Het algemeen thema is "innovatie in restauratie, van "het nieuwe bouwen" (modernisme) naar "duurzaam bouwen", m.a.w. analyse van het hergebruik en herbestemming in termen van duurzame ontwikkelingen. Het principe van het "herontwerpen" van gebouwen vangt aan bij het begrijpen van de logica van het gebouw en van de opvattingen en concepten van de oorspronkelijke ontwerper, wat een andere kijk geeft op de waardering van een gebouw of van zijn onderdelen. Het terugdringen van de verkwisting van grondstoffen en energiebronnen kunnen als bron van inspiratie dienen bij het herontwerp. Het is niet de bedoeling een ontwerp te maken, maar de logica en de processen te analyseren en te beschrijven bij de recyclage van gebouwen in hun context.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials Publieke interieurs deel Marc Dubois: Eigen cursustekst.
Aanbevolen bronnen / Recommended sources Peter Hall, Cities in Civilization (fragmenten) Claudio Marenco Mores, From Fiorucci to the Guerrilla stores, Venice, 2006.
Onderwijsvorm / Teaching method Stedenbouw en stedelijkheid: hoorcollege - seminarievorm./ Publieke en collectieve interieurs: hoorcolleges. Herbestemming - transformatie: oefening en seminarievorm.
Evaluatievorm / Assessment method - Publieke en collectieve interieurs: schriftelijk of mondeling examen. - Herbestemming - transformatie: voorstelling in groep van de verschillende gekozen thema's.
Penvoerder van deze fiche Marc Dubois
Pagina 3/3
IABa1S1 - Bouwtechnieken 1 (1IA) Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course bouwtechnieken 1
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Thierry Berlemont
1
6
IABa1S1
Ba1
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De student kan voorbeelden geven van toepassingen van Wiskunde en Fysica in architectuur en kunst en bezit zin voor nauwkeurigheid bij het hanteren en het toepassen van wiskunde en de wetmatigheden uit de natuurwetenschappen.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites /
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course De student heeft inzicht in meetkundige en fysische wetmatigheden die een rol spelen in het ontwerpproces. De student heeft kennis van elementaire eigenschappen van materialen en kan dit toepassen in het ontwerp.
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences De student kan wiskundige problemen planmatig aanpakken en de wiskundetaal gebruiken bij het oplossen van problemen. De student heeft inzicht in de elementaire eigenschappen van enkele veelvoorkomende materialen.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences
Pagina 1/3
De student kan zelfstandig wetenschappelijk redeneren en handelen. De student kan theoretische en toepassingsgerichte problemen oplossen aan de hand van bestaande antwoorden/oplossingen.
Inhoud / Contents Bouwtechnieken Inleiding (3 studiepunten)
Wiskunde. Vectorrekening met toepassingen in driehoeksmeetkunde (toepassingen in meetstaten), doorsnedes van rechten en vlakken, projecties en CAAD, krommen, oppervlakken (parametrisatie, oppervlakten ...).
Constructie. De cursus heeft als doel inzicht te verschaffen in de basisbegrippen omtrent constructieve en structurele principes van architectuur, ic. grafische communicatie, projectfases en projectmethodiek, mechanische en hygro-thermische begrippen, gebouwelementen,...
Materialenleer 1 en Materieworkshop 1 (3 studiepunten)
In de materialenleer gaat de aandacht uit naar de architecturale aspecten en de expressie van materialen. In het eerste deel wordt een algemene inleiding en situering van de materiaalklassen gegeven. Het tweede deel, dat verder gezet wordt in de OLOD Bouwtechnieken VI, behandelt de materialen vanuit de interieurarchitectuur, met aandacht voor constructie en plaatsing van deze materialen.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials eigen cursusteksten ; up-to-date bronnen via Toledo technische info te raadplegen in het technisch documentatiecentrum (TDC) info m.b.t. materialen te raadplegen in het TDC
Aanbevolen bronnen / Recommended sources J. van de Craats en R. Bosch, Basisboek Wiskunde, Pearson Education Benelux (2006). Steven V.Scokolay, Introduction to Architectural Science:The Basis of Sustainable Design, Architectural Press, Boston-London(2004).
Pagina 2/3
Onderwijsvorm / Teaching method Hoorcolleges, begeleide oefeningen, begeleide zelfstudie, workshops.
Evaluatievorm / Assessment method Schriftelijk examen en permanente evaluatie (Materieworkshop).
Penvoerder van deze fiche No documents found.
Pagina 3/3
IABa1S2 - Bouwtechnieken 2 (1IA) Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course bouwtechnieken 2
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Thierry Berlemont , Leslie Burm , Leen 2 Scholiers
IABa1S2
Ba1
7
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De student kan voorbeelden geven van toepassingen van Wiskunde in architectuur en kunst en bezit een zin voor nauwkeurigheid bij het hanteren en het toepassen van wiskunde en de wetmatigheden uit de natuurwetenschappen.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites /
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course /
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences De student kent een basiskennis van de structurele wetmatigheden en kan dit op een geïnspireerde en creatieve manier aanwenden in zijn ontwerp. De student bezit een denkpatroon, vereist voor het ontwerpen en constructief vormgeven. Vanuit drie onderzoeksthema's nl. bouwstabiliteit, bouwfysica, bouwtechnologie bezit de student op basis van kwalitatieve criteria (creatie, constructieve logica en structurele efficiëntie) een probleem-oplossend constructief denkkader: - Attitudevorming i.v.m. probleemoplossend denken. - Creativiteit - Constructieve logica - Structurele efficiëntie.
Pagina 1/3
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences De student kan zelfstandig wetenschappelijk redeneren en handelen. De student kan theoretische en toepassingsgerichte problemen oplossen aan de hand van bestaande antwoorden/oplossingen. De student kan discipline gebonden informatie verwerven en verwerken.
Inhoud / Contents Krachtenleer (3 studiepunten)
Begrippen uit de mechanica : kracht en massa, eenheden, krachten en momenten, lichamen in evenwicht, evenwicht van constructies en de globale werking van een structuur : vectoractieve, snede-actieve en vormactieve structuren. Inleiding tot vormactieve structuren.
Constructie- en vormgevingstechnieken 1 (2 studiepunten)
Het dOLOD heeft als doel inzicht te verschaffen in de constructieve en structurele principes van architectuur, ic. gebouwmorfologie (massief, skelet, hybrides), overzicht samenstellende elementen, verbindingen en koppelingen,...
Interieurconstructie 1 (2 studiepunten)
Fundamentele eisen en eigenschappen (basiseigenschappen) van hout- en metaal constructies. De vaardigheid om deze kennis en inzicht toe te passen op meubel- en interieurconstructies. Deur- en trapconstructies worden behandeld. Analyse van actuele en eenvoudige constructies in interieurprojecten.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials eigen cursustekst
Aanbevolen bronnen / Recommended sources Steven V.Scokolay, Introduction to Architectural Science:The Basis of Sustainable Design, Architectural Press, Boston-London(2004).
Onderwijsvorm / Teaching method hoorcolleges, begeleide oefeningen, begeleide zelfstudie.
Evaluatievorm / Assessment method gedeeltelijk schriftelijk, gedeeltelijk permanente evaluatie.
Pagina 2/3
Penvoerder van deze fiche No documents found.
Pagina 3/3
IABa2S1 - Bouwtechnieken 3 (2IA) Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course bouwtechnieken 3
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Thierry Berlemont
1
10
IABa2S1
Ba2
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De student kent een basiskennis van de structurele wetmatigheden en kan dit op een geïnspireerde en creatieve manier aanwenden in zijn ontwerp.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites De student beschikt over het inzicht dat fysische wetmatigheden en bouwtechnische aspecten een belangrijke rol spelen in de realisatie en kwaliteit van een ontwerp.
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course /
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences De student moet beschikken over een oordeelkundige, conceptuele dimensionering van de in zijn ontwerpen aan te wenden structuurelementen. De student heeft inzicht in de werking van snede-actieve elementen en werking van lasten. De student kan gebouwen en bouwdelen bouwfysisch beoordelen en kan een zinvolle redenering opbouwen met de basiselementen comfort-abel denken. De student heeft inzicht in de eigenschappen van veelvoorkomende materialen.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences De student heeft kennis en inzicht in de kernbevindingen van de discipline bouwtechnieken.
Pagina 1/3
De student kan een bouwtechnisch probleem in zijn ontwerp analyseren, en door op zoek te gaan naar reeds geformuleerde oplossingen, alternatieve oplossingsmethoden voorstellen. De student is in staat relevante data te verwerven om probleemstellingen aan te pakken.
Inhoud / Contents Bouwfysische aspecten (2 studiepunten)
Gebaseerd op de principes van warmte-en vochttransport leren de studenten gebouwen en bouwdelen bouwfysisch beoordelen. Speciale aandacht gaat naar het K-peil in een context van de EnergiePrestatieRegelgeving en specifieke problemen als condens- en schimmelvorming, koudebruggen, ... Colleges en oefeningen worden onderbouwd door resultaten van onderzoekswerk.
Comfort : waarom, wat, criteria - Comfort en energie & Klimaat en comfort - Uitgewerkt item : thermisch comfort en thermische behaaglijkheid : trias energetica, fanger, comforteisen
Materiaalleer 2 en Materieworkshop 2 (3 studiepunten)
De basiskennis van materialen wordt verder verdiept. Onderzoek van materiaal, eigenschappen, vormgevingsmogelijkheden en beperkingen. Leren experimenteren met materie. Doel: kennis over materiaal en zijn eigenschappen kunnen toepassen in een doordachte materiaalkeuze, inzicht verwerven in de relatie tussen materiaal en zijn omgeving en toepassen, een voldoende basis aan materiaalkennis opbouwen om 'nieuwe' materialen te kunnen situeren en evalueren. Worden o.a. behandeld : metalen, kunststoffen en hout (binnen architectuur en interieurarchitectuur). Speciale aandacht gaat uit naar materiaaleigenschappen en aspecten van constructie en plaatsing. Confrontatie met materiaalverwerking in een industriële omgeving. Toevoeging van een industriële component door bedrijfsbezoeken. Het experiment wordt gestuurd door de realiteit van de bezochte bedrijven. In de workshop worden materialen onderzocht en van daaruit wordt een object ontworpen en gerealiseerd . Constructie en vormgevingstechnieken 2 (3 studiepunten)
Inzicht in de werking van de buitenhuid en de determinerende technische en constructieve principes of ontwerpparameters.
Structuurleer 1 (2 studiepunten) Begroting van de steunpuntsreacties en de inwendige krachten in een constructie element (normaalkrachten, momenten, dwarskrachten). Het verloop van deze krachten over de lengte van een constructie-element wordt onderzocht. Het begrip 'belasting' op een constructie-element maakt hier deel van uit. Relatie tussen inwendige krachten en spanningen en dimensionering van elementen. Doorbuiging van elementen en de invloed van doorbuiging op dimensionering.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study
Pagina 2/3
materials eigen cursusteksten, up-to-date bronnen via Toledo technische info te raadplegen in het TDC info m.b.t. materialen te raadplegen in het TDC
Aanbevolen bronnen / Recommended sources Steven V.Scokolay, Introduction to Architectural Science:The Basis of Sustainable Design, Architectural Press, Boston-London,...(2004).) A. Deplazes (ed.), Constructing Architecture: Materials, Processes, Structures - Birkhauser, Basel (2005)
Onderwijsvorm / Teaching method hoorcolleges, seminaries, begeleide oefeningen, begeleide zelfstudie, workshop.
Evaluatievorm / Assessment method gedeeltelijk schriftelijk, gedeeltelijk permanente evaluatie.
Penvoerder van deze fiche No documents found.
Pagina 3/3
IABa2S2 - Bouwtechnieken 4 (2IA) Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course bouwtechnieken 4
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Sandy De Bruycker , Bruno Depré 2
IABa2S2
Ba2
9
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De student kent een basiskennis van de structurele wetmatigheden en kan dit op een geïnspireerde en creatieve manier aanwenden in zijn ontwerp.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites De student beschikt over het inzicht dat bouwtechnische aspecten een belangrijke rol spelen in de realisatie en kwaliteit van een ontwerp.
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course De student kan disciplinegebonden redeneren. en geconsolideerde disciplinegebonden informatie verwerven en verwerken in het Nederlands en in een andere forumtaal
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences De student beheerst de basis-elementen van de verschillende dolod's en kan er een kwaliteitsvolle redenering mee opbouwen en dit toepassen in ontwerpen. De student houdt bij het ontwerpen rekening met en implementeert de basisbegrippen van de dolod's.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences De student heeft kennis en inzicht in de kernbevindingen van de discipline bouwtechnieken.
Pagina 1/3
De student kan een bouwtechnisch probleem in zijn ontwerp analyseren, en door op zoek te gaan naar reeds geformuleerde oplossingen, alternatieve oplossingsmethoden voorstellen. De student is in staat relevante data te verwerven om probleemstellingen aan te pakken.
Inhoud / Contents Interieurconstructie 2 (2 studiepunten)
Verder inzicht in de fundamentele eisen en eigenschappen van interieurconstructies. Begrippen die -in onderling verband gehanteerd- de basis uitmaken van constructieve ontwerpoplossingen. Onderzoek en analyse van actuele afbouwconstructies. Afbouw en gebruik van afwerkingsmaterialen bij lichte wanden en wandafwerkingen, vloer- en trapafwerkingen, plafonds.
Ergonomie & Safety (3 studiepunten)
Ergonomie streeft naar het ontwerpen van aangename en bruikbare ruimtes voor grote groepen gebruikers. Dit wordt bekomen door de mens centraal te stellen in het ontwerpproces; Participatieve ergonomie; Casus. Via safety wordt de link gelegd van ergonomie naar gebouw, gebruiker en uitvoerder. Komen o.a. aan bod : regelgeving en begrippen inzake basisnormen brand (brandweerstand, brandklasse, compartimentering, evacuatie,...), AREI, veiligheid en gezondheid. De student wordt vertrouwd gemaakt met de belangrijke impact van veiligheidsaspecten zijn project. Energie: thermisch comfort (2 studiepunten)
De cursus behandelt de volgende theoretische onderwerpen : luchtdicht bouwen, ventilatie in woongebouwen (bepaling van de nodige debieten + toepassingen), ventilatie in andere gebouwen (bepaling van de nodige debieten). Colleges en oefeningen worden onderbouwd door resultaten van onderzoekswerk. Daarnaast wordt het volledige luik bouwfysica ingeoefend via oefeningen en voorbeeldontwerpen.
Technische uitrusting (2 studiepunten)
Sanitair - Bouwhydraulica : Wateraanvoer - Bouwhydraulica : Waterafvoer = Buitenrioleringssystemen en Binnenrioleringssystemen
- Sanitaire uitrustingen : verdiepend specifiek voor interieur architecten
Akoestiek - Wat is geluid - Werkingsmechanismen van geluidsisolatie - Karakterisatie van geluidsisolatie in bouwwerken en van geluidsisolatie in situ - Toepassingen
Pagina 2/3
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials eigen cursusteksten, up-to-date bronnen via Toledo technische info te raadplegen in het TDC info m.b.t. materialen te raadplegen in het TDC
Aanbevolen bronnen / Recommended sources NBN B41 VMM : Waterwegwijzer voor architecten WTCB, Technische Voorlichting 200, 212 WTCB, Technische Voorlichting 192, 203
Onderwijsvorm / Teaching method hoorcolleges, seminaries, begeleide oefeningen, begeleide zelfstudie.
Evaluatievorm / Assessment method schriftelijk ; permanente evaluatie oefeningen & workshop
Penvoerder van deze fiche No documents found.
Pagina 3/3
IABa3S1 - Bouwtechnieken 5 (3IA) Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course bouwtechnieken 5
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
IABa3S1
Ba3
Bruno Depré , Erik Geens , Dirk Jaspaert 1 , Patrick Lints , An Vanderveken 11
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De student kent een basiskennis van de structurele wetmatigheden en kan dit op een geïnspireerde en creatieve manier aanwenden in zijn ontwerp. De student moet beschikken over een oordeelkundige, conceptuele dimensionering van de in zijn ontwerpen aan te wenden structuurelementen. De student kan gebouwen en bouwdelen bouwfysisch beoordelen. De student heeft inzicht in de eigenschappen van veelvoorkomende materialen.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites De student beschikt over het inzicht dat fysische wetmatigheden en bouwtechnische aspecten een belangrijke rol spelen in de realisatie en kwaliteit van een ontwerp.
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course /
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences De student heeft inzicht in de constructieve opbouw van bestaande en nieuwe architectuurrealisaties. De student kan bestaande oplossingstechnieken aanwenden in zijn eigen ontwerp. De student kan een structuurgebonden probleem analyseren en op zoek te gaan naar reeds geformuleerde oplossingen voor gelijkaardige of verwante problemen, de verschillen tussen het concrete probleem en de teruggevonden probleme identificeren, en een geschikte oplossing voor het zich stellende probleem betreffende stabiliteitsconcept en dimensionering te formuleren. De student is in staat kritisch te reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van deze discipline. De student via de aangeboden onderdelen het ontwerpresultaat constructief via bouwtechnologie, techniek en sfeer,
Pagina 1/3
ecologie en ergonomie laten onderbouwen en versterken. De student kan het projectspecifiek gebonden concept van "Technische installaties" ontwikkelen vanuit zorg voor comfortkwaliteit energie en architectuurconcept.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences De student heeft kennis en inzicht in de basisbevindingen van de discipline, en kan deze aanwenden in een eigen of een bestaand ontwerp. De student is in staat relevante data te verwerven om probleemstellingen aan te pakken.
Inhoud / Contents Constructie en vormgevingstechnieken 3 (3 studiepunten)
De basisbegrippen van ruwbouw-constructie uit 1Ba Int Arch worden verder uitgediept en gekoppeld aan technische voorschriften, uitvoerbaarheid: fundering en grondwerken, kelder- en dichtingswerken, muur- en wandconstructies, daken en dakbedekking, gevels, .... Aandacht wordt besteed aan het analyseren van de problematiek van renovatie, herbruik, verbouwing, waarbij belang van materiaalgebruik en energie wordt hierbij benadrukt.
Interieurconstructie 3 (1 studiepunt)
Kennis en inzicht in opbouw van meubelconstructies door middel van meubelbeslag, opmeten en uittekenen van een balie/receptiemeubel en omgaan met technische uitrusting in afbouwconstructies.
Structuurleer 2 (3 studiepunten)
- optimaliseren van structureel ontwerp vanuit specifieke sterkte en stijfheid van materialen - vergelijkende structuuranalyse : staal - lichte metalen - glas - hout - composieten - optimalisatie van structuurelementen vanuit verhouding massa / traagheidsmomenten - specifieke problematiek verbouwing en renovatie : bepalen draagvermogen bestaande constructies / wegnemen en compenseren van structuurelementen / toevoegen van lasten aan bestaande constructies - structureel ontwerp van kleinschalige objecten ( meubel bv ) aan de hand van talrijke cases
Comfort en energie (4 studiepunten) - Energiezorg : kritisch definiëren van het thermisch en lucht comfort. - Energiezorg : hernieuwbare bronnen : concepten en toepassingsmogelijkheden
verwarming - Verwarming met fluidum water of lucht : Opbouw van het systeem, verwarmingslichamen, regeling.
thermisch en luchtcomfort : ventilatie - Natuurlijke ventilatie en mechanische ventilatie : concept en systemen, opbouw van de systemen - Energiezorg : warmteterugwinning
Pagina 2/3
koeling - Koellast = warmtewinsten door wanden, beglazing, interne warmtewinsten - Installaties voor koeling : warmtepomp, luchtconditionering, klimaatbalken, cooled ceilings, vloerkoeling, betonkernactivering,...
sanitair - Bouwhydraulica : Wateraanvoer - Bouwhydraulica : Waterafvoer = Buitenrioleringssystemen en Binnenrioleringssystemen
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials eigen cursustekst technische info te raadplegen in het technisch documentatiecentrum, info m.b.t. materialen te raadplegen in de tactiele- of materialenbibliotheek.
Aanbevolen bronnen / Recommended sources A. Deplazes (ed.), Constructing Architecture: Materials, Processes, Structures - Birkhauser, Basel (2005) WTCB, diverse Technische Voorlichtingsnota's (volgens opgave) NBN B41 WTCB, Technische Voorlichting 200 en 212 VMM : Waterwegwijzer voor architecten
Onderwijsvorm / Teaching method hoorcolleges, seminaries, begeleide oefeningen, begeleide zelfstudie.
Evaluatievorm / Assessment method schriftelijk (Gent) ; schriftelijk & mondeling (Brussel); pernamente evaluatie oefeningen
Penvoerder van deze fiche No documents found.
Pagina 3/3
IABa3S2 - Bouwtechnieken 6 (3IA) Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course bouwtechnieken 6
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Jan Dekeyser , Bruno Depré
2
6
IABa3S2
Ba3
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De student moet beschikken over een oordeelkundige, conceptuele dimensionering van de in zijn ontwerpen aan te wenden structuurelementen. De student heeft inzicht in de eigenschappen van veelvoorkomende materialen.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites De student beschikt over het inzicht dat bouwtechnische aspecten een belangrijke rol spelen in de realisatie en kwaliteit van een ontwerp.
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course /
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences De student moet via de aangeboden onderdelen het ontwerpresultaat constructief via bouwtechnologie, techniek en sfeer, ecologie en ergonomie kunnen onderbouwen en versterken. De student kan een projectspecifiek gebonden concept van "Technische installaties" en "Akoestiek" ontwikkelen vanuit zorg voor comfortkwaliteit, energie en architectuurconcept.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences De student heeft kennis en inzicht in de basisbevindingen van de discipline, en kan deze aanwenden in
Pagina 1/3
een eigen of een bestaand ontwerp. De student is in staat relevante data te verwerven om probleemstellingen aan te pakken. De afgestudeerde is in staat kritisch te reflecteren over alternatieve verklaringen en benaderingen voor problemen binnen en op de grens van de bouwtechnische discipline. De afgestudeerde is in staat over de eigen werkzaamheden te rapporteren.
Inhoud / Contents Materieworkshop 3 (1 studiepunt)
Confrontatie met materiaalverwerking en -ontwerp in een industriële omgeving, gelinkt aan interieurarchitectuur. De industriële component bestaat uit een kort verblijf bij een bedrijf (gecombineerd met de stage?), van waaruit het experiment geformuleerd en gestuurd wordt.
Kleur en licht/Electra (3 studiepunten)
- psychologie van het zien : Gestallt/Piaget/D.Marr - Daglicht. : de zichtbare straling en 'licht'. - Kunstverlichting : verlichtingsbronnen, Verlichtingsberekening, Noodverlichting- Distributienet :
- Hoogspanning - Binnennet : Laagspanningsinstallatie 230v / 400v - Zwakstroominstallaties
Akoestiek (2 studiepunten)
- Geluidsisolatie van gevelelementen (glas, vensters, dichtingen, ventilatieroosters en lekken), van dakconstructies en gevelwanden. Berekenen van geluidsisolatieniveau's - Geluidsisolatie van binnenwanden : 'zware' wanden en lichtgewichtwanden - Geluidsisolatie tussen 2 ruimten. Bouwrichtlijnen voor rijwoningen en appartementen, Contactgeluid en contactgeluidsisolatie - Geluid in leidingen - Geluid in renovaties : o.a. houten vloeren - Toepassingen-
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials eigen cursustekst Softwarepakket dialus of relux ( gratis te downloaden)
Aanbevolen bronnen / Recommended sources
Pagina 2/3
AREI EPN EN 15193, NBN L13-001, KB 26/09/1966
Onderwijsvorm / Teaching method hoorcolleges, begeleide oefeningen, begeleide zelfstudie, workshop.
Evaluatievorm / Assessment method gedeeltelijk schriftelijk, gedeeltelijk permanente evaluatie, gedeeltelijk schriftelijke rapportering met mondelinge toelichting.
Penvoerder van deze fiche No documents found.
Pagina 3/3
IABa1S1 - Media!Studio / Beeld!Studio 1 Opleiding / Programme
Opleidingsonderdeel / Course media!studio / beeld!studio 1
Code / code
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Interieur Architectuur
IABa1S1
Ba1
Corneel Cannaerts , Floris De Bruyn 1 , Petra Decouttere , Tiemen Schotsaert 7 , Willem Van De Putte , Anne Vandevelde , Dimitri Vangrunderbeek
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De student heeft een basiskennis werking ICTechnologie en handvaardigheid computergebruik, ICT-eindtermen gesteld in het onderwijstype ASO: 1. Basisbegrippen van Informatietechnologie (IT); 2. De computer gebruiken en bestanden beheren; 3. Tekstverwerking; 4. Spreadsheets; 6. Presentaties; 7. Informatie en Communicatie. De student heeft interesse voor het tekenen met de vrije hand.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites De student bezit een sterke Interesse voor communicatie- en presentatietechnieken eigen aan het vakgebied interieurarchitectuur, met nadruk op de grafische voorstellingscapaciteiten. De student bezit een basisinteresse in de beeldende kunsten. De student kent de basisbegrippen meetkunde (punt, rechte, vlak) en kan hiermee abstract redeneren. De student is creatief ingesteld en bereid tot het maken van plastische oefeningen.
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course De student kent communicatie- en voorstellingstechnieken eigen aan het vakgebied. De student kan zichzelf uitdrukken, voorbij het mondelinge aan de hand van beeldend werk.
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences De student heeft Inzicht in de voorstellingsmethodiek: basisbegrippen,basiskennis en basisinzicht in ruimtelijke voorstelling. De student kan inspelen op het "visueel" bespreekbaar maken van diverse stappen binnen het
Pagina 1/4
ontwerpproces: verkenning, opmeting en analyse van de context, de embryonale fase, de detailstudie, de concept-nota vormen een referentiekader voor interactie met ontwerpers, opdrachtgevers, publiek, technici, uitvoerders... De student heeft het vermogen tot omzetting van 2D-informatie (plan-gevel-doorsnede) naar een 3D-voorstelling en vice versa, zowel van concrete als fictieve vormconcepten. De student kan zichzelf uitdrukken, voorbij het mondelinge, door middel van een plastisch autonome beeldvorming. De student heeft kennis van het vormvocabularium (vatbaar,meetbaar, objectmatig, plaatsgebonden...) en heeft de vaardigheid om te werken met symboolwaarde, metafoor,... De student is in staat inhoud te geven aan het begrip 'concept', kan ideeën schetsend communiceren. en kan plastisch werken.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences De student is in staat een kwaliteitsvolle redenering op te bouwen in het kader van voorstellingstechnieken. De student kan over eigen werkzaamheden communiceren. De afgestudeerde is in staat om via een kritische reflectie het eigen werk te verdiepen, verbreden.
Inhoud / Contents MEDIA! - Basis-Digitaal : Via een aantal inleidende lessen worden de basisbegrippen voor het werken met cad-software duidelijk gemaakt (positioneren, coördinaten, selecteren, structuur met layer-opbouw) . Het 3D-model is de focus van de praktijklessen en het middel via welke de inleidende werkmethodes kunnen eigen gemaakt worden. Meer specifiek dient de student daarbij: . vanuit de 2d-projecties het 3d-model te kunnen ontwikkelen . vanuit een 3d-model de 2d-projecties te kunnen genereren. Daarnaast zal de gebruikte software eveneens in een breder perspectief geplaatst worden en besteden we aandacht aan complementaire begrippen zoals beeldformaten (gif, jpeg, tiff,...), lay-out, presentatie, visualisatie,.... - Ontwerpschetsen : basispakket gerelateerd aan de rechthoekige geometrie. 'X,Y,Z'- assen. Theoretische studie van perspectivische wetmatigheden + praktische toepassing hiervan: methodiek centraal vluchtpunt versus meerdere vluchtpunten. Analyse van het vlak in de ruimte, gerelatieerd aan de rechte ruimtehoek (XYZ) en de opbouw van het volume (hol-vol). Versterken van de plastische weergave via studie van licht en schaduw, kleur en textuur. Manipulatie van de vorm: ontwikkelen van een schetsmatige perspectivische behendigheid dmv diverse interacties, zoals plooien, versnijden, vermenigvuldigen, stapelen, exploderen, roteren, perforeren, ... - Methodische observatie en registratie + omzetting binnen een virtuele context. - Ruimtelijke wetmatigheden: verschillende projectiemethoden (orthogonale projecties, cavalier perspectief, militair perspectief, centraal perspectief), toepassingen in het bepalen van doorboringen van elementaire 3d-lichamen, ontwikkelingen - Media-Integratie: de verworven competenties in projectiemethodiek kunnen gebruiken binnen de andere opleidingsonderdelen digitale technieken en ontwerpschetsen. Schetsmatige voorstelling van een eenvoudig ontwerp. Visualisatie vanuit de globaliteit tot detail. Duiding hoofd- en bijstructuur. Expressie van de vorm: de lineaire schets als frame voor de volumeschets. Plasticiteit via licht en schaduw. Bijzondere aandacht voor proporties d.m.v. verschaling en de relatie tot de mens. Exterieur versus interieur.
Pagina 2/4
Vanuit een aantal projecties kan een eenvoudig 3D-model opgebouwd worden. Nadien zijn de ontbrekende projecties (snede,...) terug af te leiden uit dit model. Een synthese van de leerstof toont een basis begrip van modelleren, schaal, hol naast vol, massa, het doorsnijden van objecten,... BEELD!: De student ontwikkelt inzichten in vormaspecten van de moderne en hedendaagse kunst en de betekenis voor het architecturale geënt op het statisch vormvocabularium. -Hij onderzoekt het STATISCH VORMVOCABULARIUM (vatbaar, meetbaar, objectmatig, plaatsgebonden...) woordenschat en vormbegrippen in relatie tot het omgaan met plaats, object en ruimte - Hij leert dit toe te passen in eigen creaties, en tracht een beeldende vertaling te maken van zijn vormconcept. Hij begrijpt wiskundige begrippen en wetmatigheden en past deze toe in zijn ontwerpen. Hij hanteert een woordenschat en begrippen in relatie tot de omgang met materie, kleur en textuur, aspecten van complementariteit en van simultaneÏteit WISKUNDE : Symmetrietransformaties in het vlak en de ruimte, studie van symmetrie in friezen en tegelpatronen (resp. 7 en 17 symmetriegroepen), inleiding tot fractalen, veelvlakken (platonische, archimedische, ...) en hun symmetrie, stelling van Euler (en de omgekeerde), (minimale) oppervlakken, geodeten.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials - MEDIA! Eigen cursustekst opgesteld door de betrokken docent. - Syllabus MM-BEELD : de student krijgt bij aanvang van elke thematische oefening een introductieles waarbij een sylabus de inhoud van de lezing begeleidt. De lezingen worden gegeven aan de hand van diareeksen of powerpointpresentaties. Deze laatste worden jaarlijks geactualiseerd en zijn te raadplegen via TOLEDO - Syllabus WISKUNDE: er wordt een syllabus ter beschikking gesteld van de studenten;
Aanbevolen bronnen / Recommended sources - Robert W. Gill, 'Perspective: from basic to creative', Thames and Hudson, London, 2006. - R. Verschraegen, 'Wetenschappelijk Tekenen 1 en 2', Van In, Lier, 1964. - H. Trappeniers , 'Schetsen: waarneming, visualisering, communicatie' - E. Dexter, 'Vitamin D, New Perspectives in Drawing', Phaidon, 2005 - Jay Kappraff, Connections: The Geometric Bridge Between Art and Science, Series on Knots and Everything, vol. 25, World Scientific, 2001.
Onderwijsvorm / Teaching method Theorie en praktijk alterneren via thematische oefeningen. MEDIA! seminaries, begeleide oefeningen BEELD!: Naast de creatie van objecten wordt de zin voor voorstelling vooral op een analoge wijze onderzocht en aangeleerd via plastisch expressieve tekeningen en picturale oefeningen. De oefeningen worden wekelijks in groep besproken.
Pagina 3/4
Lesvorm WISKUNDE: Het noodzakelijk vocabularium wordt aangeleerd tijdens hoorcolleges. Tijdens de lessen worden oefeningen besproken en dienen als leidraad om extra opgaves uit de syllabus te kunnen oplossen. Het aangeleerde vocabularium wordt getoetst aan de hand van voorbeelden uit bestaande gebouwen en hun interieur.
Evaluatievorm / Assessment method Beoordeling MEDIA! De student wordt 4x geëvalueerd bij het onderdeel basis-digitaal, ontwerpschetsen, ruimtelijke wetmatigheden en media-integratie., adhv projectwerk. Beoordeling BEELD! : zowel presentatie van, als het eigenlijke project worden door de begeleider geëvalueerd alsook het ontwikkelingsproces. Beoordeling WISKUNDE: schriftelijk examen
Penvoerder van deze fiche No documents found.
Pagina 4/4
IABa1S2 - Media!Studio / Beeld!Studio 2 Opleiding / Programme
Opleidingsonderdeel / Course media!studio / beeld!studio 2
Code / code
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Interieur Architectuur
IABa1S2
Ba1
Corneel Cannaerts , Floris De Bruyn 2 , Petra Decouttere , Mira Sanders7, Robin Schaeverbeke , Tiemen Schotsaert , Willem Van De Putte , Anne Vandevelde , Dimitri Vangrunderbeek
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites volgde Ba1 semester 1 - Vereist de nodige interesse en vaardigheid voor het schetsen met de vrije hand om aldus elementaire twee-en driedimensionale informatie op een objectieve wijze in het platte vlak te registreren. - vereist de nodige interesse en technische vaardigheid om de basisprincipes van twee-en driedimensionale informatie digitaal te kunnen verwerken. Volgde expressie in Ba1 semester 1.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites Interesse in de beeldende kunsten, actuele kunsten. Kan (plastisch) creatief werken. Een gedisciplineerde attitude in functie van het ontwikkelen van een persoonlijke schetsvaardigheid m.b.t. de weergave van elementaire geometrische vormen. Hierbij is het vlot en correct toepassen van perspectivische wetmatigheden zeer welkom. Interesse om digitale presentaties van (interieur)architecturale vormen begrijpbaar en leesbaar te maken voor derden. Dit verwacht een zekere vorm- en ruimteintellegentie.
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course Inzicht in en semantiek van de verschillende voorstellingstechnieken verwerven. De student drukt zichzelf uit voorbij het mondelinge aan de hand van beeldend werk
Pagina 1/5
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences Verder inzicht in de voorstellingsmethodiek: basisbegrippen,basiskennis en basisinzicht in ruimtelijke voorstelling. Dieper inspelen op het "visueel" bespreekbaar maken van diverse stappen binnen het ontwerpproces: verkenning, opmeting en analyse van de context, de embryonale fase, de detailstudie, de concept-nota enz... vormen een referentiekader voor interactie met ontwerpers, opdrachtgevers, publiek, technici, uitvoerders... Verder ontwikkelen van het vermogen tot omzetting van 2D-informatie (plan-gevel-doorsnede) naar een 3D-voorstelling en vice versa, zowel van concrete als fictieve vormconcepten. De student kan zichzelf uitdrukken, voorbij het mondelinge, door middel van autonoom plastisch beeldvorming Hij is in staat tot conceptueel denken. Hij is in staat een autonoom plastisch werk te maken. Hij schetst zijn ideëen Zijn werk is geen representatie - zoals een maquette of plan dat wel is - maar staat op zichzelf. De student kan geargumenteerd meepraten over een statisch vormvocabularium (vatbaar,meetbaar, objectmatig, plaatsgebonden...) Hij leert dit toe te passen in eigen creaties, en slaagt om een beeldende vertaling te maken van zijn vormconcept.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences Zelfredzaamheid bij gebruik technieken en communicatiestrategie. Ontwikkeling van een eigen beeldvorming op basis van de gekende technieken. De vaardigheid ontwikkelen om een ruimtelijk object voor te stellen a.d.h.v. projecties, en omgekeerd. Op zoek gaan naar persoonlijke oplossingen en streven naar vernieuwing binnen de gestelde opdracht. De student kan over een idee, probleem, oplossing.communiceren (ahv. beeld, voorbij het mondelinge.) De student kan teamgericht werken (groepswerk). De student ontwikkelt oplossingsstrategieën.
Inhoud / Contents MEDIA! - Ontwerpschetsen: Deel 1: basispakket gerelateerd aan de circelvormige geometrie. Specifieke wetmatigheden van de cirkel in de ruimte in relatie tot de cilinder, kegel en bol. Analyse van geprofileerde en samengestelde basisvormen. Volumeweergave bij de cirkelvormige geometrie via licht en schaduw, kleur en textuur. Deel 2: globaliteit versus detail en complexiteit versus identiteit. Confrontatie cirkelvormige versus rechthoekige geometrie : studie van de complexere vorm. Theoretische aspecten bij het schetsmatig visualiseren in relatie tot de perspectivische wetmatigheden. Onderzoek van de hoofdvorm, bijstructuren en details. Methodisch observeren en registreren van specifiek geprofileerde objecten. (Tactiele en mobiele vormen : vb. het meubel). In abstracto objectmatig gerelateerd aan het begrip schaal: "verschaling" van de vorm (virtuele input op het object). - Basis digitaal: Via cad-software dienen de studenten een "architecturale tekening" te genereren. Daarbinnen maken we een onderscheid tussen "de digitaal-grafische ruimtelijke voorstelling" en" de digitaal-grafische planmatige voorstelling". Het begrijpbaar maken voor derden, plancommunicatie en leesbaarheid bepalen de opbouw en compositie van de tekening. De kennis van digitale technieken (en complementaire software) kan via theorielessen en praktijktoepassingen verder uitgediept worden. Thema's die hier aan bod komen zijn: gebruik van visualistietechnieken door middel van bvb. 3DSViz, plotten via paperspace (+kleur afhankelijke plotstijl
Pagina 2/5
en ...), properties (lijndikte, lijntype), tekenconventies, lay-out, schaal,... Via synthese, analyse en projectie ontwikkelen de studenten de nodige vorm- en ruimteintelligentie. - Media-Integratie: - Algemeen: fungeert als platform ter "optimalisatie" van het deelopleidingsonderdeel (dOLOD) van semester 2. Hierbij wordt uitgegaan van een gezamenlijk thema, een bestaande project die vanuit de diverse deelvakken symbiotisch worden benaderd. De student maakt een twee-luik over één thema dat de relatie tussen 2d en 3d behandelt. Dit omvat zowel voor digitaal als analoog het ruimtelijk kunnen doorzien van composities op basis van primitieven, de ruimtelijke voorstelling vanuit 2d-projecties en de planmatige voorstelling van 3d-objecten. - Analoog: de studenten maken een planmatige voorstelling (op A1) van een bestaand atelierontwerp. De student toont via de oefening de bekwaamheid om complexere objecten zowel in 2D als 3D te vatten. Uiteindelijk kan hij via een lijst van criteria (conventies, bovengronds versus ondergronds, layout, schaal, informatie, arcering, bemating, lijntypes en diktes, kleur) en intensieve begeleiding de tekening toetsen aan de vereiste competenties. De voor derden begrijpbaar maken van een architecturaal gegeven is het doel. - Digitaal: de studenten vertrekken van een verduidelijking van hun project adhv een conceptschema. Via duimschetsen gaat men het ontwerp, zowel extern als intern verkennen. Deze zoektocht zorgt voor een selectie van bijzondere standpunten en vormt de basis voor de uitbouw van reeks specifieke expressieschetsen. Hierbij wordt in het bijzonder aandacht geschonken aan de expressie van vorm & ruimte, licht & materie (dimensionering, textuur, kleur...) alsmede gerelateerd aan de maat van de mens. Het hele proces moet mondeling kunnen besproken en verdedigd worden aan de hand van een syntheseblad (A1) waar layout een belangrijke rol gaat spelen.
BEELD!: Dieper inzicht in aspecten van de moderne en hedendaagse kunst en de betekenis voor het architecturale geënt op het statisch vormvocabularium. Verder onderzoek naar het STATISCH VORMVOCABULARIUM (vatbaar, meetbaar, objectmatig, plaatsgebonden...) woordenschat en vormbegrippen in relatie tot het omgaan met plaats, object en ruimte Hij leert dit toe te passen in eigen creaties, en tracht een beeldende vertaling te maken van zijn vormconcept. Hij begrijpt wiskundige begrippen en wetmatigheden en past deze toe in zijn ontwerpen. Hij hanteert een woordenschat en begrippen in relatie tot de omgang met materie, kleur en textuur, aspecten van complementariteit, aspecten van simultaneÏteit. KLEUR : Kleurtheorie onderzoekt enerzijds kleur als fenomeen en anderzijds kleur als medium. In de beschrijving van het fenomeen kleur worden zowel licht als materie en waarnemer behandeld. In de bespreking van kleur als medium wordt naar kleurordening, de expressieve, culturele en normatieve waarde van kleur en het persoonlijke kleurpallet gekeken. SEM1: biedt een introductie met nadruk op kleur als medium
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials -Syllabus MM-BEELD : de student krijgt bij aanvang van elke thematische oefening een introductieles waarbij een sylabus de inhoud van de lezing begeleidt. De lezingen worden gegeven aan de hand van diareeksen of powerpointpresentaties. Deze laatste worden jaarlijks geactualiseerd en zijn te raadplegen via TOLEDO
Pagina 3/5
- Syllabus MM-KLEUR: er wordt een digitale syllabus ter beschikking gesteld van de studenten; MEDIA! Eigen cursustekst opgesteld door de betrokken docent.
Aanbevolen bronnen / Recommended sources - H. Trappeniers , 'Schetsen: waarneming, visualisering, communicatie' - 'Vitamin D, New Perspectives in Drawing', Phaidon
Onderwijsvorm / Teaching method Theorie en praktijk alterneren via thematische oefeningen. Ondewijsvorm MEDIA! - Ontwerpschetsen: - Elke lesweek wordt een specifieke probleemstelling behandeld en omvat een theoretisch gedeelte in relatie tot het practicum (begeleide oefeningen). De course fungeert als schets-labo en verloopt aldus onderzoeksmatig. Het practicum wordt geverifieerd via logewerk in de laatste les. - Weekschetsen: de behandelde probleemstellingen worden gekoppeld aan een input van wekelijkse schetsopdrachten. Deze thematische opdrachten beogen een geïntegreerde confrontatie van object versus ruimte en streven naar een evenwichtig aanbod. - Alles wordt individueel uitgevoerd & ingediend. - Basis digitaal: - Theoretische inleiding - verder ondersteund door on-line cursus materiaal - Begeleide oefeningen - consult, in het computerlokaal - Elke opdracht wordt individueel uitgevoerd & ingediend. - Media- integratie - Analoog: de lessen fungeren als "schets-labo" ter ondersteuning van de specifieke benadering van deze sessie. Hierbij kan de student zowel gebruik maken van een theoretisch als praktisch consult. - Digitaal: de lessen worden als consult beschouwd waar de student problemen kan voorleggen betreffende het uittekenen van de 2d- en 3d onderdelen van de opgelegde oefening. Onderwijsvorm BEELD!: Naast de creatie van objecten wordt de zin voor voorstelling vooral op een analoge wijze onderzocht en aangeleerd via plastisch expressieve tekeningen en picturale oefeningen.. de oefeningen worden wekelijks in groep besproken Syllabus BEELD EXPRESSIE : de student krijgt bij aanvang van elke thematische oefening een introductieles waarbij een sylabus de inhoud van de lezing begeleidt. De lezingen worden gegeven aan de hand van diareeksen of powerpointpresentaties. Deze laatste zijn achteraf te raadplegen via TOLEDO Onderwijsvorm KLEUR: de basis voor de les vormt een (of meerdere) begeleide oefening(en), waarbij de student een inhoudelijk kleurvraagstuk op expressieve wijze dient te beantwoorden de oefeningen worden wekelijks in groep besproken de problemen, vraagstukken en uitdagingen uit de oefeningen worden aangegrepen om theoretische beschouwingen te maken over het fenomeen kleur; hierbij wordt naar de syllabus verwezen en worden student aangemoedigd en op weg gezet voor verdere zelfstudie - Syllabus KLEUR: er wordt een digitale syllabus ter beschikking gesteld van de studenten;
Pagina 4/5
Evaluatievorm / Assessment method Beoordeling MEDIA! De student wordt 3x geëvalueerd, nl. bij het onderdeel basis-digitaal, ontwerpschetsen, en media-integratie. - Ontwerpschetsen Permanente evaluatie: berust op een geïndividualiseerde interactie van de docent met het beeldend verslag van de student tijdens de lessen. Het semesterwerk (weekschetsen en lesschetsen) worden samen met het logewerk ingediend en geëvalueerd. - Basis digitaal Permanente evaluatie van de in te dienen oefeningen. - Media- integratie - Zowel bij digitaal en analoog is er een permanente evaluatie tijdens het consult en wordt de ingediende A1 (samen met werkbundel) geëvalueerd. Beoordeling BEELD!: zowel presentatie van, als het eigenlijke project worden door de begeleider geëvalueerd alsook het ontwikkelingsproces. Beoordeling KLEUR: de oefening wordt individueel beoordeeld; bij de nabespreking van de oefening wordt in een dialoog tussen docent en student impliciet de theoretische achtergrond van de student getoetst.
Penvoerder van deze fiche Kristien Vanmerhaeghe
Pagina 5/5
IABa2S1 - Media!Studio / Beeld!Studio 3 Opleiding / Programme
Opleidingsonderdeel / Course media!studio / beeld!studio 3
Code / code
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Interieur Architectuur
IABa2S1
Ba2
Corneel Cannaerts , Wouter Cox , Francis 1 Glorieux , Wim Goossens , Michiel 6 Helbig , Robin Schaeverbeke , Tiemen Schotsaert , Anne Vandevelde , Dimitri Vangrunderbeek
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites - De opgedane kennis (m.b.t. analoge en digitale media) van 1ste Bachelor kunnen toepassen. 2º Ba bouwt op deze kennis verder en gaat de opgedane kennis exploreren, uitdiepen en finaliseren. - Algemeen inzicht in de voorstellingsmethodiek dient aanwezig te zijn. Meer bepaald basisbegrippen, basiskennis en basisinzicht in ruimtelijke voorstelling, vertaling naar het vlak, beeldverwerking en presentatietechnieken. De student is in staat creatief beeldend werk / plastische oefeningen te maken. De student kan over een idee, probleem, oplossing.communiceren (ahv. beeld, voorbij het mondelinge.) De student kan teamgericht werken (groepswerk). De student ontwikkelt oplossingsstrategieën. De student kent de basis van kleurenleer (conform Ba 1, sem 2) Hij kan schetsen (conform de doelstelling van voorstellingstechnieken 1ar sem2) basiskennis kleurenleer (conform Ba 1, sem 1)
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites - Interesse in de beeldtaal van het architectonisch ontwerpen en voor communicatie- en presentatietechnieken eigen aan (interieur)architectuur. - Van elke student wordt de nodige motivatie verwacht om en die interesse persoonlijk te vertalen en grafische communicatievaardigheden op te bouwen. -actieve interesse in de beeldende kunsten , actuele kunsten / (bvb het op eigen initiatief ondernemen van culturele activiteiten)
Doelstelling / Goal
Pagina 1/5
Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course Inzicht in en semantiek van de verschillende voorstellingstechnieken verwerven. De student heeft inzicht in een idee, concept expressief communiceren op verschillende beeldniveau's (annotatie/illustratie//presentatie)
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences In het eerste semester van het 2de bachelor jaar worden de vaardigheden & kennis van het 1ste bachelor jaar verdiept en aangevuld (verticaal). - Het inzichtelijk kunnen voorstellen van ruimtelijke (interieur-)architectonische oplossingen in al haar aspecten (analoog getekend ontwerponderzoek, planmatige representaties en driedimensionele representaties). - Omgaan met concepten als grafische coherentie, communicatie, leesbaarheid, schaal, conventies, ... - De aangeleerde media compilatief kunnen hanteren. - Zelfredzaamheid bij gebruik technieken en communicatiestrategie. Het is van belang dat van bij het begin van de opleiding de optie wordt genomen studenten te sturen naar de ontwikkeling van een eigen beeldvorming op basis van de gekende technieken. - Inzicht en semantiek van de technieken verwerven eerder dan de zuiver syntactische kennis. Bvb voor digitale media is de keuze van het CAD programma niet bepalend voor het aanleren van de principes. De student kan zichzelf uitdrukken, voorbij het mondelinge, door middel van plastisch autonome beeldvorming en doet dit op plastisch relevante wijze. Hij is in staat ruim conceptueel te denken
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences - Beschikken over het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen zowel aan specialisten als aan leken. - Disciplinegebonden kunnen redeneren. - Inzicht hebben in de beperktheden van de eigen disciplinegebonden competenties en de bereidheid hebben om deze via opleiding of zelfstudie weg te werken. De student heeft inzicht in het eenduidig over een idee, probleem, oplossing.expressief communiceren (ahv. beeld, voorbij het mondelinge.) De student beheerst het teamgericht werken (groepswerk). De student ontwikkelt gerichte oplossingsstrategieën. De student is bereid alternatieve verklaringen en benaderingen in overweging te nemen.
Inhoud / Contents MEDIA! Basis-digitaal - gevorderde vaardigheden, kennis & technieken m.b.t. de planmatige voorstelling; o.m. onderscheid type plannen (o.a. architectuur-, ontwerp-, bouwkundige-, publicatie- en detailtekeningen), gebruik van conventies ifv. leesbaarheid/ schaal/ layout, plotten, ... Ontwerpschetsen - ontwikkelen van de eigen signatuur, tekenstijl. Uitbreiding naar ruimtelijkheid en complexe architectonische ensembles door locatieschetsen enerzijds en uitwerkingen van fictieve constellaties. - ontwikkelen van de teken-/ schetssnelheid door korte ontwerpopdrachten, grafische opdrachten of opdrachten met een eerder abstracte inhoud.
Pagina 2/5
Media integratie - gevorderde technieken voor de ruimtelijke voorstelling van ontwerpen, zowel analoog als digitaal (o.a. (hyper)-(foto)realistische rendering) - gevorderde vaardigheden i.f.v. eindpresentaties i.f.v. eenduidige communicatie van ontwerpen - de relatie tussen ontwerpidee/ architectonisch concept, schetsmatige representatie van dat idee/ concept en voorbereiding en vertaling naar een definitieve gefinaliseerde lay-out. BEELD!: - onderzoek naar het DYNAMISCH VORMVOCABULARIUM (circulatie, ruimte, schaal, beweging en tijd) woordenschat en vormbegrippen in relatie tot het omgaan met de begrippen ruimte, tijd en beweging. Aspecten van duur, diversiteit en verandering, context en plaats, virtualiteit... / Aspecten van energie, illusie... De student gebruikt dit dynamisch vormvocabularium ((circulatie, ruimte, schaal, beweging en tijd)) Hij past dit toe in eigen creaties, die een beeldende vertaling van zijn vormconcept vormen. KLEUR : Kleurtheorie onderzoekt enerzijds kleur als fenomeen en anderzijds kleur als medium. In de beschrijving van het fenomeen kleur worden zowel licht als materie en waarnemer behandeld. In de bespreking van kleur als medium wordt naar kleurordening, de expressieve, culturele en normatieve waarde van kleur en het persoonlijke kleurpallet gekeken. Det semester biedt een introductie met nadruk op kleur als fenomeen.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials - Basis Digitaal IA 2BaS3 Cursus (toledo) - Ontwerpschetsen IA 2BaS3 Cursus (toledo) - Media Integratie IA 2BaS3 Cursus (toledo) - WTCB richtlijnen H. Trappeniers: Schetsen (waarneming, visualisering, communicatie)/ Sint Lucas/ Brussel. Syllabus MM-BEELD : de student krijgt bij aanvang van elke thematische oefening een introductieles waarbij een sylabus de inhoud van de lezing begeleidt. De lezingen worden gegeven aan de hand van diareeksen of powerpointpresentaties. Deze laatste zijn achteraf te raadplegen via TOLEDO. Syllabus KLEUR: er wordt een digitale syllabus ter beschikking gesteld van de studenten.
Aanbevolen bronnen / Recommended sources Achtergrondinformatie wordt per onderdeel verder ter beschikking gesteld. Voor de algemene achtergrond literatuur wordt de nodige bronnenlijst opgesteld. - E.H. Hombrich: Art and Illusion/ Princeton University Press/ Princeton/ 1960-2000 - Alberto Pérez Gómez/ Louise Pelletier: Architectural Representation and perspective hinge/ MIT/ Massachusetts/ 1997 - Dexter/ vitamin D/ phaidon/ 2005 - Gunther Kress/ Theo Van Leeuwen: Reading Images/ Routledge/ London and New York/ 1996
Onderwijsvorm / Teaching method
Pagina 3/5
Theorie en praktijk alterneren via thematische oefeningen. De theorie omvat inzichten in aspecten van de moderne en hedendaagse kunst en de betekenis voor het architecturale geënt op het dynamisch vormvocabularium. Onderwijsvorm MEDIA! Elk onderdeel heeft haar eigen opdrachten. Per opdracht worden de volgende onderwijsvorm toegepast : - Theoretisch inleiding - verder ondersteund door on-line cursus materiaal - Begeleide oefeningen - consult, begeleiding in het computerlokaal, begeleiding op locatie - Indienen resultaten (analoog & digitaal materiaal) Elke opdracht wordt individueel uitgevoerd & ingediend. Het leerproces wordt ondersteund door het doen en zien doen. De zelfredzaamheid van de student wordt sterk gecultiveerd tijdens de oefeningen. Onderwijsvorm BEELD!: Naast de creatie van objecten wordt de zin voor voorstelling vooral op een analoge wijze onderzocht en aangeleerd via plastisch expressieve tekeningen en picturale oefeningen. Waar inzetbaar wordt het digitale als creatiemogelijkheid onderzocht (wetmatigheid, ruimtelijkheid). Fotografie en fotograferen wordt een actieve benadering- en inventariseringsact in functie van de waarneming, inventarisatie en de communicatie. de oefeningen worden wekelijks in groep besproken. Onderwijsvorm KLEUR: de basis voor de les is een (of meerdere) begeleide oefening(en), waarbij de student een inhoudelijk kleurvraagstuk op expressieve wijze dient te beantwoorden. de oefeningen worden wekelijks in groep besproken. de problemen, vraagstukken en uitdagingen uit de oefeningen worden aangegrepen om theoretische beschouwingen te maken over het fenomeen kleur; hierbij wordt naar de syllabus verwezen en worden student aangemoedigd en op weg gezet voor verdere zelfstudie.
Evaluatievorm / Assessment method Beoordeling MEDIA! De student wordt 3x geëvalueerd, nl. bij het onderdeel basis-digitaal, ontwerpschetsen en media-integratie. In elk van die onderdelen worden regelmatig reviews voorzien. Voor elke opdracht worden afgelijnde criteria vastgelegd. De docent maakt onderscheid tussen een kwantitatieve evaluatie (het dossier) en een kwalitatieve evaluatie (de kwaliteit van de communicatie). Kwantitatieve evaluatie: - De gevraagde documenten inleveren - De documenten bevatten alle gevraagde elementen Kwalitatieve evaluatie: Basis-digitaal - De gevraagde elementen zijn correct uitgevoerd (verhouding, schaal, ...) - Het geheel van de documenten voldoet aan de vooropgestelde normen (eenheid, volledige informatie, ...) - De documenten zijn leesbaar en communicatief (lijndiktes, diepte/contrast, gekozen snedes, syntaxis, ...) Ontwerpschetsen - vermogen tot grafische synthese binnen beperkt tijdsbestek - grafisch inzichtelijk presenteren van architectonische oplossing - evolutie wekelijkse les- en weekschetsen - en totaalbeeld van de presentaties wordt beoordeeld op afwerking, homogeniteit, continuiteit,
Pagina 4/5
leesbaarheid en artistieke signatuur Media integratie - Model (uitvoering en detail) - Materialen, Sfeer & aankleden ruimtes, Belichting render - Meerwaarde opwerken in photoshop - Grafische kwaliteit collage
Beoordeling BEELD EXPRESSIE : zowel presentatie van, als het eigenlijke project worden door de begeleider geëvalueerd alsook het ontwikkelingsproces. Beoordeling KLEUR: de oefening wordt individueel beoordeeld; bij de nabespreking van de oefening wordt in een dialoog tussen docent en student impliciet de theoretische achtergrond van de student getoetst.
Penvoerder van deze fiche Michiel Helbig
Pagina 5/5
IABa2S2 - Media!Studio / Beeld!Studio 4 Opleiding / Programme
Opleidingsonderdeel / Course media!studio / beeld!studio 4
Code / code
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Interieur Architectuur
IABa2S2
Ba2
Corneel Cannaerts , Wouter Cox , Francis 2 Glorieux , Michiel Helbig , Dany 6 Herteleer , Dirk Huylebrouck , Robin Schaeverbeke , Tiemen Schotsaert , Willem Van De Putte , Dimitri Vangrunderbeek , Kristien Vanmerhaeghe
Begintermen
De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites Zelfredzaamheid bij gebruik technieken en communicatiestrategie. Ontwikkeling van een eigen beeldvorming op basis van de gekende technieken. De vaardigheid ontwikkelen om een ruimtelijk object voor te stellen a.d.h.v. projecties, en omgekeerd. Op zoek gaan naar persoonlijke oplossingen en streven naar vernieuwing binnen de gestelde opdracht. De student kan over een idee, probleem, oplossing.communiceren (ahv. beeld, voorbij het mondelinge.) De student kan teamgericht werken (groepswerk). De student ontwikkelt oplossingsstrategieën. De student kent de basis van kleurenleer (conform Ba 1, sem 2)
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites - Interesse in de beeldtaal van het (interieur-) architectonisch ontwerpen en die interesse persoonlijk vertalen. - Inzicht in het communicatief en grafisch presenteren van architectuur in al haar aspecten. - Reproductietechnieken als copiëren, scannen en afdrukken beheersen. De student toont actieve interesse in de beeldende kunsten / (bvb het op eigen initiatief ondernemen van culturele activiteiten)
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course De student verwerft kennis en inzicht van de ruimtelijke voorstelling. Hij leert technieken voor de uitdrukking van ruimtelijke objecten in het platte vlak en via ruimtelijke media - het persoonlijk verwerken en vormgeven van (interieur-) architectonische voorstellen en concepten. De student is in staat een idee, concept expressief communiceren op verschillende beeldniveau's (annotatie/illustratie//presentatie)
Pagina 1/4
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - De student kan aangeleerde media compilatief hanteren. - Het inzichtelijk kunnen voorstellen van ruimtelijke (interieur-)architectonische oplossingen in al haar aspecten (analoog getekend ontwerponderzoek, planmatige representaties en driedimensionele representaties). De student gaat om met concepten als grafische coherentie, communicatie, leesbaarheid, schaal, conventies, archiveert ontwerponderzoek, illustreert met grafische (architectonische-) referenties en synthetiseert alle materiaal en kennis De student kan zichzelf uitdrukken, voorbij het mondelinge, door middel van plastisch autonome beeldvorming en doet dit op relevante wijze. Hij is in staat zijn concept voor te stellen voor een groep. Hij is in staat zijn eigen werk te verdedigen en zijn ontwerpproces kritisch te evalueren. Hij is in staat een driedimensioneel object of beeldend werk geoefend weer te geven via tweedimensionele communicatiemethodes (tekeningen, collages, fotografie...). Zijn werk is geen representatie - zoals een maquette of plan dat wel is - maar staat op zichzelf en communiceert een achterliggend idee. Hij is in staat te denken en te communiceren op een abstract niveau, voorbij de anekdote. Waar inzetbaar en relevant is hij/zij in staat het digitale als creatiemogelijkheid aan te wenden. De student kan geargumenteerd meepraten over het dynamisch vormvocabularium ((circulatie, ruimte, schaal, beweging en tijd)) Hij past dit toe in eigen creaties, en slaagt om een beeldende vertaling te maken van zijn vormconcept.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences Ingesteldheid tot levenslang leren. De student ontwikkelt een eigen beeldtaal. Over de eigen disciplinegebonden methoden kunnen communiceren met vertegenwoordigers uit de eigen discipline en met andere disciplines en met andere leden uit de samenleving. De student kan eenduidig over een idee, probleem, oplossing expressief communiceren (ahv. beeld, voorbij het mondelinge.) De student beheerst het teamgericht werken (groepswerk). De student ontwikkelt gerichte oplossingsstrategieën. De student is bereid alternatieve verklaringen en benaderingen in overweging te nemen.
Inhoud / Contents MEDIA! compilatie technische component a (analoog) en b (digitaal) [8 weken] - Lessen compilatie technische component worden georganiseerd in labovorm en kennen verschillende vormen (hoorcolleges, begeleide oefeningen, workshops,...): elke week wordt een aspect in atelierverband onderzocht en uitgediept (weken 1 t.e.m. 8). - De student kiest één analoge en één digitale component. Middels een keuzecomponent gaat de student een persoonlijke interesse m.b.t. het voorstellen van architectuur verder onderzoeken en uitdiepen. De studenten krijgen in beperkte groep persoonlijke begeleiding bij het uitwerken van verschillende grafische technieken. - Schakelen tussen verschillende media om performantere persoonlijke communicatie mogelijk te maken. - Verschillende grafische technieken, reproductietechnieken en software-pakketten worden aangebracht (centraal staat de relatie tussen analoge en digitale handelingen: elke analoge handeling heeft een digitale tegenhanger). De nadruk ligt op de fysieke/ analoge output.
Pagina 2/4
Media integratie - De media integratie wordt georganiseerd o.v.v. intensieve workshop/ logewerk en media!studio voorziet permanent in een grafische ondersteuning voor alle aspecten van de oefening waarin de nadruk komt te liggen op een individuele representatie van een eigen (interieur-) architectuur. - A.h.v. eigen ontwerp uit 3 ontwerpstudio's (bouw!studio, denk!studio en beeld!studio) wordt een grafische ontwerpsynthese onder begeleiding vormgegeven. - Communicatief beheren en presenteren van architectonische informatie van concept tot presentatie per studio. - Theoretische en praktische achtergrond m.b.t. grafische concepten als lay-out, leesbaarheid, typografie, grafische vormgeving en informatie-ontwerp d.m.v. specifieke lezingen en gastdocenten uit de grafische sector. De gastdocenten (uit de grafische sector) zorgen voor bijkomende grafische begeleiding tijdens de workshop waarbij het accent verschuift van (interieur-) architectuur naar grafiek en grafische identiteit. - Verschillende grafische softwarepakketten en - technieken werden inleidend behandeld tijdens de compilatie technische component, de student is vrij (naar eigen inzicht) een pakket te hanteren of te compileren. Het leren schakelen tussen analoge en digitale systemen is het doel. - Verschillende middelen en methodes hiertoe worden aangereikt. De student kiest een eigen systeem om aldus tot een bepaalde grafische signatuur te komen. - De uiteindelijke output vormt de ontwerp- en grafische synthese van de activiteiten binnen de vier studio's op een vooraf vastgelegd formaat. - De workshop legt de klemtoon op het individueel verwerken van alle informatie voor de drie ontwerpstudio's in een grafisch gecombineerd document (verzameling van verschillende panelen).
BEELD!: Verder onderzoek naar het DYNAMISCH VORMVOCABULARIUM (circulatie, ruimte, schaal, beweging en tijd) woordenschat en begrippen in relatie tot het omgaan met lichaam, actie, interactie Aspecten van handelen, bewegen, veranderen en dynamische communicatie (installatie/interactie) De student gebruikt dit dynamisch vormvocabularium ((circulatie, ruimte, schaal, beweging en tijd)) Hij/zij past dit toe in eigen creaties, die een beeldende vertaling van zijn vormconcept vormen.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials MEDIA! - Analoog vs. Digitaal Inleidingen tot photoshop, illustrator en indesign (R. Schaeverbeke e.a.) [cursus wordt op toledo gepubliceerd] - Schetsen: waarneming, visualisering, kommunikatie (H. Trappeniers ) ) [wordt op toledo gepubliceerd] Syllabus BEELD! : de student krijgt bij aanvang van elke thematische oefening een introductieles waarbij een sylabus de inhoud van de lezing begeleidt. De lezingen worden gegeven aan de hand van diareeksen of powerpointpresentaties. Deze laatste zijn achteraf te raadplegen via TOLEDO.
Aanbevolen bronnen / Recommended sources MEDIA! - E.R. Tufte: Envisioning Information [graphis press Connecticut 1990] - E.R. Tufte: The Visual Display of Quantitative Information [graphis press Connecticut 2001] - Misjel Vossen: Als beelden het woord voeren [Academia press Gent 2004] - David Jury: Over Typografie [Bis Amsterdam 2003] - Paul Mijksenaar/ Piet Westendorp: Hier openen [köneman Keulen 2000] - Derek Birdsall: Notes on Bookdesign [Yale University Press . New Haven & London]
Pagina 3/4
Onderwijsvorm / Teaching method Theorie en praktijk alterneren via thematische oefeningen, basis kleurtheorie (6 lestijden in eerste of tweede semester), wiskundige wetmatigheden (6 lestijden in eerste of tweede semester) en inzichten in aspecten van de moderne en hedendaagse kunst en de betekenis voor het (interieur)architecturale geënt op het dynamisch vormvocabularium. Lesvorm MEDIA! Lessen : hoorcolleges, begeleide oefeningen, workshops. Mediaintegratie : workshop, Logewerk en consult . Lesvorm BEELD!: Naast de creatie van objecten wordt de zin voor voorstelling vooral op een analoge wijze onderzocht en aangeleerd via plastisch expressieve tekeningen en picturale oefeningen. Waar inzetbaar wordt het digitale als creatiemogelijkheid onderzocht (wetmatigheid, ruimtelijkheid). Fotografie en fotograferen wordt een actieve benadering- en inventariseringsact in functie van de waarneming, inventarisatie en de communicatie. De oefeningen worden wekelijks in groep besproken.
Evaluatievorm / Assessment method Beoordeling MEDIA! - Eindpresentatie via presentatiepanelen door een opstelling en korte toelichting/ motivatie voor een evaluatieteam bestaande uit de begeleiders van de vakgroeponderdelen die hebben deelgenomen aan de oefening, eventueel uitgebreid met externe deskundigen en bevoorrechte getuigen. - Eindpresentatie wordt voorafgegaan door een tussentijdse evaluatie op basis van de output van compilatie technische componenten. - Het gewicht van de verschillende evaluaties wordt voorafgaand aan de oefening beslist. - De verschillende onderdelen (schetsen/ tekenen; Planmatige representatie en driedimensionale voorstelling) worden apart beoordeelt en in onderling overleg door de verschillende evaluerende partijen naar één punt gebracht. Uiteindelijk wordt slechts één punt gecommuniceerd op basis van de grafische kracht van de presentatie. Beoordeling BEELD!: zowel presentatie van, als het eigenlijke project worden door de begeleider geëvalueerd alsook het ontwikkelingsproces. De student legt zijn resultaat voor aan docenten tijdens een beknopte en verzorgde presentatie.
Penvoerder van deze fiche Robin Schaeverbeke
Pagina 4/4
IABa1S1 - Ontwerpen: Denk!Studio / Bouw!Studio 1 Opleiding / Programme
Opleidingsonderdeel / Course ontwerpen: denk!studio / bouw!studio 1
Code / code
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Interieur Architectuur
IABa1S1
Ba1
Tom Callebaut , Wouter Cornillie , Karel 1 Deckers , Francis Glorieux , Geert 10 Peymen , An Vanderveken , Peter Vansteenkiste-Muylle
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites /
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites - de student leest artikels of boeken over actualiteit, - de student kijkt kritisch naar zichzelf en omgeving,
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course - Denk- en redeneervaardigheid ontwikkelen binnen een abstracte en concrete context.
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - De student ontwikkelt een besef van het vertalen van abstracte denkmodellen naar ruimtelijke en objectmatige modellen. - Ruimtelijk en objectmatig ontwerpen.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences /
Pagina 1/3
Inhoud / Contents Denk!studio: Archètypes - Inleiding tot patroondoorbrekend denken of hele nieuwe velden bewandelen - Inleiding tot het omgaan met expressiviteit: materialen, textuur, licht, kleur, tactiliteit, schaal, verhouding - Inleiding tot het creëren van een scenografie. Ruimtelijke vertaling (Denk!studio) - Ontwerpen van een ruimtelijke context, startend van een tekstfragment en de schaal van de mens. Bouw!studio: Lichtinval - Inleiding tot het ontwerpen van een ruimte van binnenuit gedacht, met specifieke aandacht voor lichtinval. - Verticale en horizontale doorsneden maken van een project. Relaties tussen ruimtes (Bouw!studio) - Vertalen van een beperkt aantal functies naar een beperkt aantal ruimtes en die in relatie brengen met elkaar. Intergratieworkshop (denk! en bouw!studio): Geïntegreerde oefening van bouwtechnieken en architectuurwetenschappen Het verbinden van een theoretische inspiratie vanuit de mantelwetenschappen met een creatieve ruimtelijke ingreep Reflectieoefening (denk! en bouw!studio): Het kritisch terugblikken op de reeds gerealiseerde werken van het voorbije semester, individueel en in kleine groep Het maken, in kleine groep, van een nieuw werk, naar aanleiding van de reflectie in kleine groep Het presenteren van het reflectiewerk aan de grote groep
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials /
Aanbevolen bronnen / Recommended sources - Ed Melet, "Daglicht in de architectuur", Uitg. Alneas, 2006 - S. Marble, "Architecture and Body", Uitg. Rizzoli, New York, 1988 - Igor Byttebier, "Creativiteit, Hoe?Zo!", Uitg. Lannoo, Tielt, 2002
Onderwijsvorm / Teaching method De basis onderwijsvorm is het ontwerpproject. Daarnaast worden verschillende facetten van de opdracht belicht via hoorcollege, logewerk, begeleide oefeningen, workshop, groepswerk.
Evaluatievorm / Assessment method Permanente evaluatie en evaluatie van het eindresultaat door de atelierbegeleiders. Mondelinge presentatie en workshops Evaluatie door presentatie en werkmap
Pagina 2/3
Penvoerder van deze fiche Tom Callebaut
Pagina 3/3
IABa1S2 - Ontwerpen: Denk!Studio / Bouw!Studio 2 Opleiding / Programme
Opleidingsonderdeel / Course ontwerpen: denk!studio / bouw!studio 2
Code / code
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Interieur Architectuur
IABa1S2
Ba1
Francis Glorieux , Geert Peymen , Dominique 2 Pieters , An Vanderveken 10, Peter Vansteenkiste-Muylle
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites - Denk- en redeneervaardigheid ontwikkelen binnen een abstracte en concrete context. - De student vertaalt abstracte denkmodellen naar ruimtelijke en objectmatige modellen. - Ruimtelijk en objectmatig ontwerpen.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites - de student leest artikels of boeken over actualiteit, - de student kijkt kritisch naar zichzelf en omgeving,
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course - informatie verwerven en verwerken, analyseren en synthetiseren. - communicatievaardigheid ontwikkelen om ideeën duidelijk te communiceren naar anderen.
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - De student kan relevante informatie verzamelen die de oordeelvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen. - De student vertaalt abstracte denkmodellen naar ruimtelijke en objectmatige modellen.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences
Pagina 1/2
/
Inhoud / Contents Ruimtelijke suspense (Denk!studio!) - omgaan met het aspect tijd, verandering, flexibiliteit en ruimtelijke beleving (scénografie) - ontwerpen van een ruimtelijke construct vertrekkende vanuit teksten, beelden of een andere abstract gegeven - het verbinden van een theoretische inspiratie/theorie met een creatieve ingreep Levels (Bouw!studio) - een koppeling van ruimtes ontwerpen met een specifieke functie en context - het tweedimensionaal (schetsen en technische tekeningen) en driedimensionaal (maquettes) communiceren van een eigen idee. - het ontdekken van kwaliteit en potentie voorbij het genormaliseerde Sublimatie-oefening: - Het reflecteren op de voorbije oefeningen uit sem 2 en hieruit de grootste werkpunten expleciteren - Het sublimeren naar presentatie van een tekening en een maquette uit één van de voorbije oefeningen uit semester 2
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials - Italo Calvino, "De onzichtbare steden", Uitg. Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 2007 (tiende druk)
Aanbevolen bronnen / Recommended sources - Luc de Brabandere en Erik Durnze, "Twintelligentie, de weg van creativiteit naar innovatie", Uitg. Lannoo, Tielt, 2000
Onderwijsvorm / Teaching method De basis onderwijsvorm is het ontwerpproject. Daarnaast worden verschillende facetten van de opdracht belicht via hoorcollege, logewerk, begeleide oefeningen, workshop, groepswerk.
Evaluatievorm / Assessment method Permanente evaluatie en evaluatie van het eindresultaat door de atelierbegeleiders. Mondelinge presentatie en workshops Evaluatie door presentatie en werkmap
Penvoerder van deze fiche Tom Callebaut
Pagina 2/2
IABa2S1 - Ontwerpen: Denk!studio / Bouw!studio 3 Opleiding / Programme
Opleidingsonderdeel / Course ontwerpen: denk!studio / bouw!studio 3
Code / code
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level uitdiepend
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Interieur Architectuur
IABa2S1
Ba2
Karel Deckers , Hans Foncke , Francis 1 Glorieux , Geert Peymen , Leen9Scholiers , Peter Vansteenkiste-Muylle
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites Denk- en redeneervaardigheid ontwikkelen binnen een abstracte en concrete context. - Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling - Correct hanteren van basisbegrippen m.b.t. het tekenen en ontwerpen - Een ontwerp kunnen presenteren aan de hand van tekeningen en maquettes - Kunnen reflecteren over eigen en andermans werk
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites /
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course Informatie verwerven en verwerken - De student verzamelt relevante informatie die de oordeelvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen. - De student verwerkt, analyseert en synthetiseert deze informatie.
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - De student ontwikkelt een ontwerp vanuit bouwtechnische invalshoek. - De student ontwikkelt een ontwerp vanuit architectuurwetenschappelijke invalshoek.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde /
Pagina 1/3
Contribution to the generic competences /
Inhoud / Contents 1. Casestudie (denk!- & bouw!studio) Aan de hand van een analyse van een interieur-architecturaal meesterwerk worden ongekende en gekende woonpatronen onderzocht door middel van gekozen analysethema's. Aspecten van wonen en woningen worden geïnventariseerd en geregistreerd. Onderzoek en interpretatie van het interieur of een gedeelte van het interieur aan de hand van een maquette. Het maken van een synthese na een onderzoek en het bepalen van een eigen invalshoek. 2. Woonmodel (denk!studio) Ontwikkelen van een woonmodel gebaseerd op een fictief personage waarbij de karakteristieken in het ontwerp worden getransponeerd. 3. Herbestemmen (bouw!studio) Onderzoeken van typologiën van bestaande panden en het opmeten ervan. Ontwikkelen van een woonprogramma vanuit een eigen invalshoek en het pand aldus herbestemmen naar een woning. Organisatorische compositie en het profileren van ruimtes aan de hand van een sterk ruimte-bepalende interieurarchitecturale ingreep. 4. Geïntegreerde oefening bouwtechnieken en architectuurwetenschappen (denk!- & bouw!studio) Het verbinden van een theoretische inspiratie vanuit de mantelwetenschappen met een creatieve ruimtelijke ingreep. 5. Reflectieoefening (denk! & bouw!studio) Presenteren van een ontwerp en reflecteren over het ontwerpproces.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials - 40 basisdocumenten (grondplannen en doorsnedes, foto's en basisbibliografie) van de te analyseren woningen, aan de student aangeboden per case - DE ZEEUW, Peter, GRAFE, Christophe, KÖRNIG, Nicola, e.a., Ontwerp en analyse. Rotterdam: 010 Publishers, 1993.
Aanbevolen bronnen / Recommended sources - CRAMER, Johannes, BREITLING, Stefan, Architecture in existing fabric. Basel: Birkhäuser, 2007 - SCARDI, Gabi, Alternative Living Strategies. Milano,5 Continents Editions SRL, 2006
Onderwijsvorm / Teaching method De basis onderwijsvorm is het ontwerpproject. Daarnaast worden verschillende facetten van de opdracht belicht via hoorcollege, begeleide oefeningen, workshop, groepswerk, terreinbezoek.
Evaluatievorm / Assessment method Evaluatie van het eindresultaat door de eigen begeleiders, mondelinge presentatie en workshops.
Pagina 2/3
Penvoerder van deze fiche Leen Scholiers
Pagina 3/3
IABa2S2 - Ontwerpen: Denk!Studio / Bouw!Studio 4 Opleiding / Programme
Opleidingsonderdeel / Course ontwerpen: denk!studio / bouw!studio 4
Code / code
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level uitdiepend
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Interieur Architectuur
IABa2S2
Ba2
Wouter Cornillie , Hans Foncke , Francis 2 Glorieux , Leen Scholiers , Peter 9 Vansteenkiste-Muylle
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites - De student is in staat om de relevante informatie te verzamelen die de oordeelvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen. - De student is in staat deze informatie te verwerken, analyseren en synthetiseren. - De student begrijpt en hanteert begrippen zoals: woonprogramma, woonmodel, herbestemming
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites /
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course - De student is in staat over het eigen ontwerp te rapporteren. - De student communiceert informatie, ideeën, problemen en oplossingen aan specialisten.
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - De student ontwikkelt eigen ontwerpmatige uitgangspunten. - De student ontwikkelt een organisatorische, esthetische en materiële toestand.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences /
Pagina 1/2
Inhoud / Contents 1. Thema (denk! & bouw!studio) Onderzoek van een hedendaags thema (bibliotheek) vanuit verschillende invalshoeken: concreet-pragmatisch en abstract. Ruimtelijke en temporele grenzen van een bepaalde maatschappelijke conditie worden onderzocht. Opmaken van een programma. Organisatorische compositie ahv sterk ruimte-bepalende interieurarchitecturale ingreep, als antwoord op omgeving, het kader, de beoogde sfeer, de gestelde vraag. 2. Presentatie (denk!- & bouw!studio) Visualiseren, concretiseren en materialiseren van het ontwerp. Het expliciteren van inhoud, vorm en de boodschap van tekeningen, zowel in de totaliteit als in het detail.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials DETAIL 3, 2005, Libraries, Review of Architecture and Construction Details
Aanbevolen bronnen / Recommended sources /
Onderwijsvorm / Teaching method De basis onderwijsvorm is het ontwerpproject. Daarnaast worden verschillende facetten van de opdracht belicht via hoorcollege, logewerk, begeleide oefeningen, workshop, groepswerk, studie- en terreinbezoek.
Evaluatievorm / Assessment method Evaluatie van het eindresultaat door de eigen begeleiders, mondelinge presentatie en workshop.
Penvoerder van deze fiche Leen Scholiers
Pagina 2/2
IABa3S1 - Ontwerpen: keuze Beeld!+Media!Studio/Denk!Studio/Bouw!Studio Opleiding / Programme Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Code / code Course ontwerpen: keuze IABa3S1 beeld!+media!studio/denk!st udio/bouw!studio
Statuut van het OLOD / Status keuzevak+kernvak
Niveau van het OLOD / Level uitdiepend
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Ba3
Tom Callebaut , Wouter Cornillie , Karel 1 Deckers , Michiel Helbig , Jo Liekens 10 , Leen Scholiers , Jao Smet , Kristien Vanmerhaeghe
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites De student kent en heeft inzicht in de gelijkenissen en de verschillen tussen de drie benaderingen in denk!studio, bouw!studio en beeld! & media!studio. De student is in staat een (ruimtelijk) idee grafisch te vertalen in schaaltekeningen, schema's en simulaties. De student heeft een ruime culturele bagage en interesse. De student is in staat een (ruimtelijk) concept te ontwikkelen voor een gesteld maatschappelijk of cultureel gegeven.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites De student is gemotiveerd om één van de gekende benaderingen van de studio's verregaand te testen in een project.
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course /
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences 1. keuzestudio's: De domeinspecifieke competenties verschillen per studio:
Pagina 1/3
1a. denk!studio - De student ontwerpt het ontwerp als een gedachte-experiment. - De student koppelt culturele thema's en actuele problemen zinvol aan elkaar. - De student ontwikkelt architectuurtheoretische inzichten via zijn ontwerp of past deze in zijn ontwerp expliciet toe. 1b. bouw!studio - De student pakt een concrete probleemstelling inventief en creatief aan. - De student ontwikkelt een ver doorgedreven zin voor detail en materialisatie van het ontwerp. 1c. beeld! & media!studio - De student gebruikt de voorstellingstechnieken als generatieve motor van zijn ontwerpvaardigheid. - De student ontwikkelt een eigen invoelende, concrete appreciatiemethode voor architecturale ruimtes. - De student ontwikkelt een ontwerp dat dialogeert met een gegeven context. 1d. accent!studio idem (naargelang keuze student) 2. workshops: De student reflecteert en synthetiseert. Presentatie en lay-out zijn cruciaal.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences De student is in staat om zelfstandig en in overeenstemming met disciplinegebonden inzichten een kwaliteitsvolle redenering op te bouwen: De student kan eigen ontwerpmatige uitgangspunten ontwikkelen. De student is in staat kritisch te reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van de eigen discipline. De student is in staat om zijn ontwerp en onderzoek probleemgestuurd te initiëren: De student kan een ontwerpprobleem analyseren.
Inhoud / Contents 1. keuzestudio's De student maakt zijn voorkeur bekend voor één van de drie studio's. De studenten worden aan de verschillende studio's toegewezen op basis van voorkeur, praktische en organisatorische randvoorwaarden en didactische overwegingen. De inhoud van het OLOD verschilt per studio: 1a. denk!studio Denk!studio biedt een gediversifieerde opdracht waarin complexe culturele begrippen gekoppeld worden aan concrete locaties en programma's. De verbinding tussen beide zet de student ertoe aan beide aspecten tegen elkaar af te wegen. 1b. bouw!studio Bouw!studio stelt een concrete, inhoudelijk complexe opdracht. Studenten worden begeleid in een methodische zoektocht naar een optimale formele, constructieve en inhoudelijke oplossing. 1c. beeld! & media!studio Het parcours van de student in beeld! & media!studio start bij de analyse van een concreet architecturaal gegeven en ontwikkelt zich daarna op basis van de inbreng van de individuele studenten. Het eindproduct is de constellatie van tussenstappen en een concrete realisatie van de verworven inzichten in een installatie in situ. 1d. accent!studio De student kiest binnen één gegeven opdracht uit bovenstaande benaderingen om zijn ontwerptraject te richten. 2. workshops: Het eerste semester wordt afgesloten met workshops die verschillende thema's dekken: 2a. 'portefolio' en '3D', waarin de student reflecteert over het tot dan toe gerealiseerde studentenwerk en een aanzet doet naar het opstellen van een persoonlijke portefolio. De student krijgt hierbij specfieke input met betrekking tot driedimensionaal tekenen. 2b. 'lezing van een site - genius loci', deels als voorbereiding op de bachelorproef in het tweede semester.
Pagina 2/3
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials -Cramer, Johannes, Breitling, Stefan (2007). Architecture in existing fabric - planning, design, building. Basel: Birkhäuser Publishers -Hekkema, Herma (2002). Uitvaartcultuur als ontwerpopgave, een ideeënprijsvraag. Groningen: Tienkamp & Verheij -Rossi, Aldo (1994). Wetenschappelijke autobiografie. Nijmegen: Sun -Colomina, Beatriz (1992). Sexuality and space. New York: Princeton Architectural Press -Cuyvers, W e.a. (1995) catalogus tentoonstelling Cuyvers in deSingel. Antwerpen: deSingel -Heynen, Hilde, Loeckx, André, De Cauter, Lieven, Van Herck, Karina (2004). 'Dat is architectuur', Sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam: 010 publishers
Aanbevolen bronnen / Recommended sources -Leupen, Bernard, Grafe, Christoph, Körnig, Nicola, Lampe, Marc, De Zeeuw, Peter (2005). Ontwerp en analyse. Rotterdam/ 010 Publishers -Van Sevenant, Ann (1994). Poetica van de architectuur. Antwerpen: Hadewijch uitgevers -Brand, Jan, Janselijn, Han (1989). Architectuur en verbeelding. Zwolle: uitgeverij Waanders -Diller, Elizabeth, Lewis, Diane, Shkapich, Kim (1998). Education of an architect, the Irwin S. Chanin School of Architecture of the Cooper Union. New York: Rizzoli -Oosterling, H (1989) De opstand van het lichaam, over verzet en zelfervaring bij Foucault en Bataille. Amsterdam: uitgevrij SUA -Cuyvers, Wim (1999) Visies en Verhalen. Rotterdam: Nai -Bachelard, G (1958) 1994 poetics of space. Boston: Beacon Press
Onderwijsvorm / Teaching method 1. keuzestudio's: De basis onderwijsvorm is het ontwerpproject. Daarnaast worden individuele facetten van de opdrachten belicht via logewerk, begeleide oefeningen, seminaries en hoorcolleges. 2. workshops: De basis onderwijsvorm is hier de workshop (mogelijk gekoppeld aan logewerk).
Evaluatievorm / Assessment method Permanente evaluatie gecombineerd met een presentatie voor en evaluatie door de begeleidende docenten. De evaluerende docenten kunnen bijgestaan worden door andere docenten of externen. De workshops worden geëvalueerd door de begeleidende docenten.
Penvoerder van deze fiche Jo Liekens
Pagina 3/3
IABa3S2 - Ontwerpen - bachelorproef Opleiding / Programme Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Code / code Course ontwerpen integratie IABa3S2 media!studio/beeld!studio/d enk!studio/bouw!studio
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level uitdiepend
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Ba3
Wouter Cox , Karel Deckers , Jan Dekeyser 2 , Michiel Helbig , Jo Liekens 15, Mira Sanders , Leen Scholiers , Dimitri Vangrunderbeek , Kristien Vanmerhaeghe
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites - De student kan eigen ontwerpmatige uitgangspunten ontwikkelen. - De student kan een bestaande organisatorische en materiële toestand analyseren.
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites /
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course /
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - De student kan een bestaand, complex, ruimtelijk en organisatorisch geheel analyseren. - De student kan een coherent gebruiks-, vorm- en structuurconcept voor een complexe organisatie ontwikkelen. - De student kan complexe temporele en ruimtelijke gebruikspatronen ontwerpen. - De student kan de door hem/haar opgedane kennis in de verschillende bachelorjaren op een synthetiserende wijze aanwenden. Zowel de kennis van denk!-, bouw!-, beeld!- en media!studio worden optimaal en strategisch ingezet om een totaalresultaat te genereren.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Pagina 1/3
Contribution to the generic competences Denk- en redeneervaardigheid beoefenen: De student kan op basis van de analyses van de site en van vergelijkbare projecten een eigen, coherente visie ontwikkelen op het gestelde ontwerpprobleem. Informatie verwerven en verwerken: De student kan doelgericht informatie verzamelen en verwerken Leiding geven: De student kan leiding geven in een afgebakend groepswerk met een kleine groep. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen zowel aan specialisten als aan leken: De student kan zijn visie en zijn project zowel grafisch als verbaal communiceren aan een jury van docenten die niet met het project vertrouwd zijn.
Inhoud / Contents De bachelorproef omvat het ontwerp, binnen een bestaand gebouw, van een complex programma. Dit complexe programma omvat hoofdzakelijke publieke interieurs. Mogelijke onderwerpen van de ontwerpopdracht zijn: een bibliotheek, een museum, een station, ... De proef is opgedeeld in vier fases: 1.vooronderzoek: de site en vergelijkbare projecten worden geanalyseerd. 2.conceptvorming en schetsontwerp: op basis van de synthese van het vooronderzoek worden de basiskeuzes (inhoudelijk en formeel) vastgelegd. Deze basiskeuzes worden op hun coherentie getest. 3.voorontwerp en diepere uitwerking van een fragment, 4. grafische en mondelinge presentatie.
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials - Cramer, Johannes, Breitling, Stefan (2007). Architecture in existing fabric - planning, design, building. Basel: Birkhäuser Publishers - Colomina, Beatriz e.a. (1992). Sexuality and space. New York: Princeton Architectural Press
Aanbevolen bronnen / Recommended sources - Diller, Elizabeth, Lewis, Diane, Shkapich, Kim (1998). Education of an architect, the Irwin S. Chanin School of Architecture of the Cooper Union. New York: Rizzoli - Brand, Jan, Janselijn, Han (1989). Architectuur en verbeelding. Zwolle: uitgeverij Waanders - Van Sevenant, Ann (1994). Poetica van de architectuur. Antwerpen: Hadewijch uitgevers - Leupen, Bernard, Grafe, Christoph, Körnig, Nicola, Lampe, Marc, De Zeeuw, Peter (2005). Ontwerp en analyse. Rotterdam/ 010 Publishers - Koolhaas, Rem (1994). Delirious New York. Rotterdam: 010 publishers - Heynen, Hilde, Loeckx, André, De Cauter, Lieven, Van Herck, Karina (2004). 'Dat is architectuur', Sleutelteksten uit de twintigste eeuw. Rotterdam: 010 publishers
Onderwijsvorm / Teaching method De basis onderwijsvorm is het ontwerpproject. Daarnaast worden individuele facetten van de opdracht belicht via logewerk, begeleide oefeningen, seminaries, consult en hoorcolleges. Elke week wordt een grafisch weekverslag ingediend.
Evaluatievorm / Assessment method De evaluatie van de bachelorproef bestaat uit twee onafhankelijke delen. De eerste evaluatie gebeurt door de begeleidende docenten, voor de presentatiefase voor de studenten aanbreekt. De eindevaluatie
Pagina 2/3
gebeurt door een jury, hoofdzakelijk samengesteld uit docenten van het instituut die de proef niet begeleid hebben. De jury kan ook een extern lid bevatten. Beide evaluaties gebeuren op basis van vijf gelijkwaardige onderdelen: 1. vooronderzoek en evolutie van het project 2. conceptvorming 3. masterplan 4. detail 5. mondelinge en grafische presentatie.
Penvoerder van deze fiche Jo Liekens
Pagina 3/3
IABa3S1 - Beroepspraktijk 1 Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course beroepspraktijk 1
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level elementair
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Nele Boussemaere
1
3
IABa3S1
Ba3
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites - basiscompetenties volgens de eindtermen van het secundair onderwijs
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites /
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course - De student is in staat om economische mechanismen te begrijpen en te interpreteren. - De student krijgt inzicht in marktmechanismen, de wijze waarop gedragspatronen onze economie beïnvloeden en omgekeerd. - De student is in staat de rechtsstructuren en rechtsstelsels te herkennen en te interpreteren .
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences - De student kan uit de veelheid van informatie een kritische selectie en analyse maken met het oog op toepasbaarheid voor zijn ontwerp.
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences /
Pagina 1/2
Inhoud / Contents -Inleiding economie: Structuur van de economie Nationaal inkomen, nationaal product, nationale Macro-economische indicatoren - verklaring van conjunctuurgolven bestedingen Economische politiek Topics: economie en bouwsector -Inleiding tot het recht: Ontstaan van Belgisch Rechtssysteem - ontwikkeling Nationaal privaatrecht -Nationaal publiekrecht -Definities - principes - rechtstakken - grondwettelijke basisregels voor de organisatie van de staat - het federale België - gemeenschappen en gewesten - het provinciaal niveau het gemeentelijk niveau - enkele onafhankelijke instanties summiere toelichting bij enkele privaatrechtelijke thema's Privaat recht - nationaal- en grensoverschrijdend recht - Het grensoverschrijdend recht of IPR - Het Europees Recht - Voorrang van het grensoverschrijdend recht op het interne recht- meerdere soorten Europese rechtsregels - subsidiariteitsbeginsel - bestuurlijke organisatie - bevoegdheden - De rechterlijke macht -Marketing - basisbegrippen - de marktomgeving (micro & macro) - de markt : definitie, omvang, evolutie, segmentatie - marketing strategie en planning - de marketingmix : productbeleid, promotiebeleid, communicatie, prijsbeleid, plaatsbeleid & distributie
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials Naam auteur, V., Titel, Uitgever, Stad, Jaar. - cursus Inleiding economie: Nele Boussemaere - cursus Inleiding tot het Recht : Steven Roosen - cursus Inleiding tot de Marketing: Nele Boussemaere
Aanbevolen bronnen / Recommended sources België voor beginners - uitg. Die Keure - Auteurs: Johan Vande Lanotte, Siegfried Bracke, Geert Goedertier
Onderwijsvorm / Teaching method Hoorcollege ondersteund door zelfstudie.
Evaluatievorm / Assessment method Inleiding economie:schriftelijk examen Inleiding recht :schriftelijk examen Marketing :schriftelijk examen
Penvoerder van deze fiche Johan Rutgeerts
Pagina 2/2
IABa3S2 - Stage Opleiding / Programme
Code / code
Interieur Architectuur
Opleidingsonderdeel / Course stage
Statuut van het OLOD / Status kernvak
Niveau van het OLOD / Level uitdiepend
Studiejaar / Year
Lesgever(s) Teachers
Semester / Semester
Studiepunten / Credits
Dominique Pieters
2
9
IABa3S2
Ba3
Begintermen De algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregeling De aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven
Aanvangscompetenties / Prerequisites 1. De stage veronderstelt een basiskennis opgedaan in de opleidingsonderdelen constructie 1 Ba en 2 Ba interieurarchitectuur of gelijkgestelde. 2. De stage veronderstelt enige kennis van materialen, verwerkingsmogelijkheden, machines ter verwerking, e.d. 3. daarbij moet de student nieuwe informatie kunnen verwerken om daaruitvolgend disciplinegebonden te kunnen redeneren 4. projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling is een hoofdzaak
Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites 1. een ingesteldheid tot levenslang leren hebben 2. materialen doorlichten vanuit hun constructieve opbouw
Doelstelling / Goal Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course 1. Kritische reflectie (verwerpen van vooroordelen) / academisch reflecteren over praktijkervaring 2. Attitudevorming i.v.m. probleemoplossend denken. 3. het ontwerpresultaat constructief onderbouwen en versterken a.h.v. be- en verwerkingsmethodes, bouwtechnologie, techniek, ecologie, kostenplaatje,... 4. het vermogen tot communiceren van technische informatie, ideeën en oplossingen
Wetenschappelijke, domein- en / of beroepsspecifieke competenties / Course specific competences 1. Creativiteit 2. Constructieve logica
Pagina 1/2
3. Systematische aanpak van een probleemstelling op de stageplaats
Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde / Contribution to the generic competences /
Inhoud / Contents 9 credits of studiepunten voor: 1. een assertieve zoektocht naar een geschikte stageplaats 2. administratief correct en gedisciplineerd in orde brengen van de stagecontracten, verzekeringsformulieren, e.d. 3. begrijpelijk en inhoudelijk interessant schrijven van 6 weekverslagen 4. volledig eindverslag 5. reflectieve presentatie van de stage 6. de inzet van de student op de werkvloer zelf
Studiemateriaal / Study material Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study materials de apparatuur in het atelier van de stageplaats
Aanbevolen bronnen / Recommended sources /
Onderwijsvorm / Teaching method 1. praktijkervaring opdoen in het atelier van een bedrijf 2. de stage loopt gedurende 6 weken
Evaluatievorm / Assessment method 1. De verworven kennis wordt getoetst aan de hand van weekverslagen (richtlijn: 750 woorden = anderhalve pagina), een eindverslag (richtlijn: 50 pagina's inclusief bijlages en beeldmateriaal), een digitale presentatie (richtlijn: 7 minuten, vooral reflecterend) 2. Een docent brengt een bezoek aan de student op de stageplaats en beoordeelt daar de werkkracht 3. De begeleider in het bedrijf zelf laat zijn stem gelden via een uitgebreid invulformulier
Penvoerder van deze fiche Dominique Pieters
Pagina 2/2