S X
i ' M> • Hm iï s
s '.
i *gaPI1 KESP -n»'\
ÊS*^ %t$ * ^ c*^
SÊ
9-i;iH : 1fc£ j *1 W ift
* V
Ov
\
'\j
4!»i N Pi*
5 i J? v^Kj
\
%
•
3* \
. l^i
Pi;
y K
i ' '*&
' , V ' . \»v. * » > • * • » '
ti\:. mm$
"-".In•'hét-uiterste puntje van Spanje, daar waar de Atlantische , - - ^ -. Oceaan en de Middellandse Zee elkaar als minnaars omhelzen; " r - = ligt de Costa de la Luz. Het leven wordt er nog licht geleefd. Surfers, altijd in voor die ene, onbedwingbare golf, kamperen er op de voor de rest bijna compleet verlaten stranden. In de bodega's vloeit de sherry, en klinkt door de flamenco de ware getormenteerde ziel van de Andalusiër. Ingeborg De Blende verloor jaren geleden al haar hart aan dit land vol passie en pijn, trok er speciaal voor Genieten een week rond, en werd voor de zoveelste keer verliefd op dit hete, wispelturige land.
i&% € •v -
'k '..** -ê
W3.
•5rf" 'S^kT'^ft
.*•'••••£: •f-
M ?-
-«& _->ËS
strand nabij1 Mistral Schooi.
Surfplezier bij Punta de la Pena.
Surfcafé in Aguila de Oro
T
arifa is nog aan het ontwaken als ik het oude stadsgedeelte binnenwandel via de oude Puerta de Jerez. Het waait, hard zelfs, maar dat is hier niet ongewoon: aan de hele Costa de La Luz is de wind bijna constant voelbaar. Aan de kustweg die ik net vanuit Ronda volgde, staat de rechterkant vol windturbines. Don Quichot zou hier niet uitgestreden geraken. Tarifa ligt op het meest zuidelijke punt van het Iberisch schiereiland, daar waar de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan elkaar tegemoet komen. Je bent hier op amper 13 kilometer van de Marokkaanse kust, bij heldere hemel zie je de stranden aan de overkant. Ik hou van dit stadje, je kunt hier Afrika bijna ruiken. Dagelijks wagen mensen van de overkant de overtocht van de Straat van Gibraltar, met gammele bootjes of vlotten, en de ongelukkigen spoelen verdronken aan. Degenen die niet worden onderschept door de kustwacht, verdwijnen in de illegaliteit.
Toen de Moren in 711 Spanje binnenkwamen, was Tarifa de eerste stad die ze innamen, en Tarif Ibn Malluk de eerste Moor die zich in de stad vestigde en haar zijn naam gaf. Vandaag is het hier het mekka van de surffreaks. Overal vind je hier hippiewinkels en surfartikelen. Jonge mensen met slaapcamionettes staan bovenaan het grote strand, daar waar de Playa de los Lances begint, aan de kant van de Adantische Oceaan. Aan de andere kant ligt de Playa Chica, het kleine strandje waar de Middellandse Zee eindigt. Tussen de twee stranden loopt een baantje in de zee met aan het einde een fort. De sfeer in het half ommuurde, nette stadje is gemoedelijk. Kleine witte steegjes, de haven, de winkels, de surfers: alles slaapt nog half. Ik ontbijt op een terrasje een café con leche en una tostada, een geroosterde boterham met olijfolie en honing. Het is leuk om zo vroeg te kunnen rondkuieren. Ik bezoek de mooie San Mateokerk en het kasteel van Guzman El Bueno. Toen in 1292 de christenen de stad weer hadden ingenomen van de Moren, kreeg deze graaf het beheer over de stad. Maar de Moren dreig-
2 2 GENIETEN
den ermee zijn negenjarige zoon te kelen als hij hun de stad niet teruggaf. Als antwoord gooide hij zijn eigen dolk naar beneden want hij weigerde te kapituleren. Hij verloor zijn zoon. Ik verlaat de stad en kom via de Playa de los Lances aan de Punta Paloma. Tientallen en tientallen parapentes zweven er in de lucht, en op het strand zijn nog andere hedendaagse Icarussen zich aan het klaarmaken om te sky-surfen: ze surfen op de golven, de kracht van de wind in de parapente houdt hen omhoog. Verder langs de kusdijn is de volgende halte Bolonia. Hier, in een baai, liggen de ruïnes van de Romeinse stad Baelo Claudio. Je kan de zuilen van een paleis nog zien, de grondvesten van het marktplein en van de huizen, en je ziet waar de vis gepekeld werd. Men leefde van de tonijnvangst, Baelo Claudio zou toen de belangrijkste maritieme stad geweest zijn. Ze dreef handel met Tanger in Marokko dat hier op amper tien kilometer vandaan ligt. Bolonia is een zeer mooie plek. De ruïnes, de zuilen met op de achtergrond de azuurblauwe wilde zee en bruine koeien op het strand die daar altijd al gelopen hebben: het nodigt allemaal uit om je hier neer te vleien en weg te dromen over oude tijden. Even verderop ligt Zahara de los Atunes, Zahara van de tonijn. Buiten het toeristische seizoen is het hier rusrig en pittoresk, maar langs deze kuststrook, tot in Adanterra, komen steeds meer nieuwe, grote hotels. Maar het strand is hier lang, er is nog plaats genoeg. Ik slaap hier heerlijk, met zicht op de oceaan. En de wind, die blaast maar voort. De volgende ochtend maak ik een prachtige tocht langs de oceaan, rij van Zahara de los Atunes via Barbate naar de Carios de la Meca en kom in een stukje paradijs. Ik rij door een natuurgebied vol pijnbomen, daal af naar de oceaan, en zie prachtige witte, compleet verlaten stranden. En dan komt een verrassing. Recht voor mij staat de vuurtoren, el cabo de Trafalgar, die van Trafalgar. Niets op deze plaats verwijst naar de strijd die hier voor de kust gevoerd werd in 1805 tussen de Spaans-
De heuvels rond Tarifa.
Romeinse ruïne in Bolonia. j ir
te schoonmaak bezig. De buurtcomités hebben de handen ineengeslagen en houden sensibiliseringscampagnes om de stad schoon te krijgen. Een van de mooiste huizen hier is een barok 17de-eeuws paleis, op de Plazuela San Martin, La Casa del Almiral. Het is in privéhanden en staat al een tijd te koop, voor 50 miljoen pesetas. 'Een echte schande', zegt de woordvoerder van een ecologische vzw die een benedenruimte heeft opgeknapt. 'De stad heeft miljoenen overgehad voor schoonmaak en restauratie, maar het geld is nu al op. Dit huis is de trots van de buurt en zou toch in handen van de stad zelf moeten kunnen blijven. Het is een beschermd pand, maar het is al aan het verkrotten.' Rechtover dit pand is een bijzonder pittoresk straatje, met een oude kapper die de muren geel heeft geschilderd. Aan de overkant is een steeg, de Callejon del Duende. Heel de sfeer hier doet me denken aan de Brusselse Marollen, aan de Kandelaarsstraat bijvoorbeeld, waar trouwens ook nog Spaanse huizen uit de 17de eeuw staan, en die men ook jaren heeft laten verkrotten tot ze werden opgekocht door antiekhandelaars of rijke speculanten. Het is een echte schande dat hele volkswijken verkommeren en verloederen. In de namiddag lig ik hierover na te denken op het ldeine strand La Caleta, om daarna via de lange pier tot aan het Castillo San
24 GENIETEN
Gieren in de heuvels rond Tarifa.
Sebastian te wandelen. Ik vertrek met het licht van de ondergaande zon, maar ik zal Spanjes oudste stad nog dikwijls moeten bezoeken om haar te leren kennen. Het dilemma van de reiziger is altijd dat je op korte tijd nooit alles kan zien en proeven wat je zou willen, en je enkel wat kan rondfladderen als een vlinder, om vluchtige indrukken op te doen. Want morgen is er weer een nieuwe stad, een nieuw lied ... J E R E Z DE LA F R O N T E R A : DE F L A M E N C O , DE F U R I E El sol Hora sin consuelo Lagrimas de orofino Que se convierten en vino Al tropezar con el suelo. De zon weent zonder troost fijne gouden traantjes die veranderen in wijn zodra ze op de grond vallen. O p de weg naar Jerez de la Frontera duiken de sherryhuizen op, waarvan de bekendste die van Osborn en Domecq zijn. Als je wilt weten hoe de zeer fijne sherry gemaakt wordt, kan
Franse vloot en en Engelsen, aangevoerd door de sublieme lord Horatio Nelson. De Engelsen wonnen de strijd, maar Nelson kreeg een kogel die zijn long doorboorde en zijn rib brak. Hij overleed aan zijn verwondingen. Omdat hij en het half vergane schip de Victory naar Engeland moesten teruggebracht worden, werd zijn lijk in een ton brandy gestoken. Verschillende verhalen doen de ronde. Dat het lijk bij aankomst volledig ontbonden zou geweest zijn omdat zeemannen de brandy hadden opgedronken. Of dat een bewaker van de ton de schrik van zijn leven opdeed omdat het lijk de alcohol geabsorbeerd had en daardoor gassen ontstonden die druk uitoefenden op het deksel, dat steeds omhoog kwam. Geen museum of gedenkplaat te bespeuren, het massatoerisme is hier nog niet echt doorgedrongen. Je kan hier uren wandelen, naar de mooiste schelpen zoeken. Alleen kan je de levantewind hier moeilijk wegdenken. Als hij in de zomer opsteekt, is hij heet en wispelturig en duurt dan drie of zeven dagen. De golven rollen dan zo hoog en de zandkorrels waaien zo hard tegen je gezicht dat het steentjes lijken. Natuurliefhebbers en reizigers die van wilde en pure schoonheid houden, moeten naar hier komen. Ik rij verder naar Vejer de la Frontera, een prachtig wit dorp hoog op de rotsen met steile straatjes en een boeiende geschiedenis. Aan de voet van de rotsen hakten de berbers nog woongrotten uit. Hier moetje zeker een tapa gaan eten, voor je verder rijdt tot in Cadiz via de N340.
C A D I Z : DE P A S S I E , DE P I J N Onderweg, terwijl de landschappen aan mij voorbij glijden, luister ik naar de wondermooie 'Liederen uit Spanje' van Isaac Albeniz. Jim Morrison coverde de Prélude 'Leyenda' als zijn 'Spanish Caravan'. De muziek evoceert wat ik al zie en voel: de glooiende heuvels in verschillende tinten alsof men hier warme fluwelen tapijten neerlegde, de passie, de alegria, maar ook de pijn die steeds onderhuids aanwezig is in het temperament van de Andalusiërs.
Ik rij naar Cadiz via de Puerto de Santa Maria. Via een lange brug over de oceaan kom je eerst het nieuwe en zeer lelijke stadsgedeelte in. Het oude historische centrum begint aan de Puerta de Tierra. Vrijwel onmiddellijk krijg je aan de rechterkant zowat het mooiste en meest verblindende van heel Cadiz te zien: de gouden kathedraalkoepel van gele azulejos die prachtig contrasteert met de staalblauwe lucht, op een boulevard die lijkt op de Malecón van Havana, met pastelkleurige huizen als decor. Meeuwen cirkelen boven de torens van de stad, vissers kijken dromerig naar de overkant van de oceaan. Tussen Cadiz en Havana was er overigens een drukke handelsroute en zo ontstonden o.a. de habaneras, de cantes de iday vuelta, of liederen van komen en gaan, beïnvloed door de reizigers uit beide werelddelen. Het is een mooie plek om een stadswandeling te beginnen. In de crypte van de kathedraal ligt het graf van componist Manuel de Falla, die het vurige 'Amor brujo' of'Behekste liefde' schreef. Ik drink een lekkere koffie op het terras van 'La ultima carta', terwijl ik de kathedraal en het gebeuren op het plein gadesla. Dan stap ik door de Calle Compania, een volkse winkelstraat waar je nog een heuse messenslijperij kan bewonderen. Via de Plaza de Flores kom ik aan de markt, de mercado central, waar het leuk kuieren is. Niet zo ver daarvandaan staat het Hospita! de Nuestra Senora del Carmen, een vrouwenziekenhuis uit de 18de eeuw. De patio heeft azulejos uit Andalusië en Delft, marmer uit Toscane en vloertegels uit Genua. In de kapel van San Francisco van Assisi hangt helemaal achteraan links een 'San Francisco', van de Griekse naar Spanje uitgeweken schilder El Greco. Het is een prachtig werk, maar hoe jammer is het dat het glas rond het werk het licht weerkaatst, zodat je de mooie grijze kleurschakeringen niet kunt zien. In het Oratorium San Felipe Neri, ook daar in de buurt, kunnen de liefhebbers een 'Immaculada' van Murillo bewonderen. Cadiz is niet echt een mooie stad. Ze schittert wel, door het felle zonlicht en de oceaan, maar ze is erg vervallen. In el Barrio del Populo, de oude wijk rond de kathedraal, is men aan een gro-
GENIETEN 23
je best een bezoek brengen aan een van de bodega's in de stad, waar je de verschillende soorten kan proeven. Hier in deze streek worden al drieduizend jaar druiven verbouwd, maar sherry drinkt men hier sinds de 14de eeuw, toen de Andalusische zeelieden ontdekten dat hun wijn langer goed bleef als er wijngeest aan werd toegevoegd. Eind 16de eeuw stalen de Britten tijdens een inval in Cadiz 2900 vaten sherry en maakten de drank zo populair in hun eigen land. Het regent pijpenstelen als ik in Jerez aankom, op de markt moet iedereen opkramen. Ik schuil in een bar en eet wat tapa's. Hoe prachtig dit land ook is, als het regent en de wolken hun schaduw over de stad leggen, is het hier even troosteloos als in België. Ik breng een paar uur door in het Centro Andaluz de Flamenco, op de Plaza San Juan, waar literatuur en video's over flamenco kunnen worden geraadpleegd. Ik loop ook even langs de Escuela de Arte Escuestre, waar je op bepaalde dagen om 12 uur een heus dansspektakel van Andalusische paarden kunt bewonderen. In de namiddag breekt de zon door en ik loop al heel wat opgeruimder door de buurten San Miguel en Santiago. Daar, tussen kloosters en paleizen, tussen patio's en tavernas ligt de magie van Jerez. Op een bankje zitten twee zigeuners die een
praatje met me willen maken, en me hun mooiste glimlach schenken. Ze lopen met me mee naar het Alcazar, en daarna naar de kathedraal, waar een schilderij van Zurbaran hangt. 's Avonds ga ik naar de bar Los Arcos van Augustfn, die een vriend is van Ivo Hermans. Ivo is een groot flamenco kenner die onlangs het schitterende boek 'Duende, een bericht over Andalucia, flamenco en zigeuners' schreef. Omdat ik Ivo ken, word ik met open armen ontvangen. Hier komen de flamenco-afficcionados. Ik word aangesproken door een wat excentrieke Amerikaan, Edward Mead, die drie jaar geleden naar hier kwam om een boek te schrijven over flamenco in Jerez, en is blijven plakken. Een dag of drie later belt hij me laat op de avond op, en zegt dat hij in Los Arcos zit met Tomatito, dé grote flamencogitarist, en Enrique Morente, de grote zanger. Of ik niet even langskom? Maar ik zit ondertussen alweer ergens anders. In Rota namelijk. Omdat hier, net zoals in Chipiona, voornamelijk Spaanse toeristen op vakantie komen, is de sfeer nog heel Spaans en wat minder 'braadworstachtig' dan aan de Costa del Sol. De stranden zijn mooi, alles wat de toerist nodig heeft, zal hij hier in overvloed vinden. Lekkere wijnen, lekker eten, golfterreinen in de buurt. •
GENIETEN 2 5
SANLUCAR DE BARRAMEDA EN PARQUE DONANA: DE SCHOONHEID, DE STILTE Mijn laatste bestemming is Sanlucar de Barrameda, een vrij grote stad met een historisch centrum. O p dinsdag is het markt, het kwettert er en ruikt er naar lekkere dingen. In kleine bakken worden camarones verkocht, honderden krioelende en opspringende witzilveren garnalen. Ik trek naar het strand Bajo de Gufa, aan de monding van de rivier El Guadalquivir. Sanlucar is beroemd om z n heerlijke manzanilla, de droge fïno-sherry met een zeer kruidig aroma. Ik proef hem en eet de bekende langostinos van hier. In de Fabrica de Hielo, een oude ijsfabriek, is het bezoekerscentrum gevestigd van het Parque Donana, een natuurgebied uitgeroepen door de Unesco als Reservaat van de biosfeer, en als Patrimonium van de mensheid. Het omvat een nationaal park van 50.000 ha en een natuurpark van 53.000 ha, de thuis van honderden vogelsoorten, reptielen, amfibieën en zoogdieren met als grote trots de lynx. Hier liggen de mooiste moerassen, koralen, maagdelijke stranden en vind je meest bijzondere duinen en plantensoorten, en ze worden allemaal angstvallig bewaakt. Per dag mogen er maar 250 bezoekers in het park, onder begeleiding. Om vier uur 's namiddags neem ik de boot El Real Fernando en krijg zo een stukje van het natuurschoon te zien. Midden in dit gebied, in de provincie Huelva, ligt het pittoreske dorpje El Rocio, een bedevaartsoord dat elk jaar op het einde van mei honderden gelovigen en nieuwsgierigen aantrekt om de Heilige Maagd van de Ochtenddauw te vieren. Buiten dit gebeuren is het dorp een Far-Westachtig plekje met veel paarden, omgeven door moerassen. Je kan het per auto bereiken via de baan van Sevilla naar Huelva. Een aanrader. Wil je graag ook mooie witte dorpen zien? Vergeet dan vooral niet van in Jerez richting Antequera te rijden. Onderweg kom je dan eerst Arcos de la Frontera tegen, daarna het allermooiste dorpje Zahara de la Sierra, en vandaar kan je via Grazalema naar Ronda rijden. Ik beloof het je: als je een rustige, opwindende, boeiende vakantie wilt, met veel zon en zee, maar met evenveel mooie dingen om te bezichtigen, ga dan naar deze kust van licht. Ik weet zeker: je zult er net zoals ik nog vaak terugkeren voor meer. Hasta luegol • T E K S T : I N G E B O R G DE B L E N D E / F O T O G R A F I E : A X E L J A G E N E A U EN I N G E B O R G
26
GENIETEN
DE B L E N D E
Deze reportage kwam tot stand i.s.m. Neckermann. Deze zomer vliegt Neckermann tweemaal per week naar Jerez de la Frontera, op dinsdag en op zaterdag. Vluchtduur: circa 2u45. Via deze touroperator kan je de volgende hotels boeken: • Hotel Brasilia*** in Chipiona: een klein, charmant en typisch Andalusisch hotel, met een ideale ligging (op 300 meter van het mooie strand van Playa de Regla en het centrum van Chipiona). Prijs: 1 week in halfpension vanaf 445 euro per persoon, vlucht inbegrepen. • Hotel Duque de Najera****Prestige in Rota: een klassevol en romantisch hotel, tegenover het stadscentrum van Rota en vlak bij de jachthaven, aan het begin van de strandpromenade. Het hotel (met een Belgisch management) is gebouwd volgens de traditionele stijl van het paleis van de hertog van Najera. De uitstekende ligging aan het strand en in het historische centrum van Rota, samen met een uitgelezen keuken en een uitstekende service, maken van dit hotel een ideaal vakantieverblijf! Prijs: 1 week in halfpension vanaf 561,50 euro per persoon, vlucht inbegrepen. Voor meer informatie en boeking, ga langs in een van de 91 Neckermann-centra, bel de advies- en boekingslijn op tel.: 070/233.966 of surf naar www.neckermann.be. VOORBEREIDING Spaanse Dienst voor Toerisme, Koningsstraat 97, 1000 Brussel. Tel.: 02/280.19.26 NUTTIGE TIPS Feesten De Costa de la Luz is traditioneel de Spaanse landstreek waar (religieuze) feesten nog écht als een feest gevierd worden. De belangrijkste feesten: ferio del caballo in Jerez de la Frontera (van 12 tot 19 mei), corpus Christi, vooral in de witte dorpen (juni), paardenrennen in Sanlucar de Barrameda (juli en augustus), semana santa in heel Andalusië (maart). Bezienswaardigheden • Real escuela de arte escuestre, avenida Duque de Abrantes, Jerez: dansspektakel met Andalusische paarden. • Centra de visitantes del Parque Donana, Fabrica de hielo, Sanlucar de Barrameda, tel.: 0034 (0)956/38.16.35. Boot om 10u en 16u. Reserveren is aangeraden. • Camera obscura, Torre Tavira, Calle Marqués del Real Tesoro 10, Cadiz. Van hieruit kan je de hele stad in detail bekijken. www, torretavira. com