VR 2013 1907 MED.0431/2BIS
BIJLAGE Dossierfiches L1touws EU-voorzitterschap
I
NR. FICHE
I
THEMA
TREKKER
BETROKKENE
1
Europees economisch bestuur
FB
DAR, 1V, BZ
2
Het cohes1ebele1d na 2013
IV
Alle beleidsdome1nen
3
Modernisering staatssteun
EWI
Alle bele1dsdome1nen
4
Herz1emng richtliJn overheidsopdrachten
BZ
Alle beleidsdomeinen
5
Honzon 2020
EWI
OV, WVG, LV, LNE, MOW
6
Erasmus +
ov
CJSM, WSE, EWI
7
Kaderprogramma Creatief Europa
CJSM
RWO, EWI
8
Werkgelegenheldspakket· naar een banenrijk herstel
WSE
OV, WVG, CJSM, LNE, BZ
9
Een andere kijk op onderwiJS
ov
WSE, EWI, CJSM
10
Beperkmg van em1ss1es d1e ontstaan door de impact op het indirect landgebruik
LNE
LV, EWI, MOW, IV
11
Herziening Milieu-effectenrapportage (MER)-Richtlijn
LNE
RWO, MOW, LV
12
Clean PowerforTransport
MOW
EWI, LNE
13
Maritieme Ruimtelijke Ordemng en Geintegreerd Kustbeheer
MOW
LNE, RWO
14
Europees Industrieel Beleid
EWI
WSE, LNE, MOW
15
Partnerschappen (JTI's/Artlke1185)
EWI
LNE
6/71
.~~ l tlD.:
Informatiefiche EU dossier
111.n n "-'"cJ
Dossiernaam
Europees Economisch Bestuur
Datum update
28Junl2013
~'ü@~
Off1c1ële volledige naam van het dOSSier
Europees Economisch Bestuur
Kenmerk voorstel
Relevante documenten -
-
-
Verdrag mzake Stab1lite1t, Coórd1nat1e en Bestuur 1n de Economische en Monetaire Un1e (VSCB) van 2 maart 2012, art1kel 11. EUCO 120/12 Verslag van de voorz1tter van de Europese Raad "Naar een echte Economische en Moneta1re Un1e" van 26 JUni 2012. EUCO 76/12· Conclus1es van de Europese Raad van 28-29 JUni 2012 COM (2012)777· Mededeling van de Commissie - Blauwdruk voor een hechte economische en monetaire un1e - Aanzet tot een Europees debat -28 11 2012 Verslag van de voorzitter van de Europese Raad van 5 december 2013 "Naar een echte economische en monetaire un~e" EUCO 205/12: Conclus1es van de Europese Raad van 13-14 december 2012 COM (2013)166: Mededeling van de Comm1ssie aan het Europees Parlement en de Raad - Naar een hechte economische en monetaire Voorafgaande cobrdinatie van plannen voor belangnjke unie hervormingen van het econom1sch beleid- 20 03.2013 COM (2013)165. Mededeling van de Comm1ssie aan het Europees Parlement en de Raad - Naar een hechte economische en moneta1re un1e - lnvoenng van een Instrument voor convergentie en concurrentievermogen- 20 03 2013 EUCO 104/2/13: Conclusies van de Europese Raad van 27-28 juni 2013
-
Actoren in de Raad
Europese Raad Belg1e wordt vertegenwoordigd door de premier. Bijeenkomsten van sherpa's: België wordt vertegenwoordigd door het kabinet van de prem1er (plus de permanente vertegenwoordiger en de vertegenwoordiger in het Econom1sch en Fmanc1eel Comité (EFC)). Besprekingen in de raadsformat1es Algemene Zaken (RAZ), Economische en Werkgelegenheid, F1nanc1èle Zaken (ECOFIN), Soc1aal Beleid, Volksgezondheld en Consumentenzaken (EPSCO).
Actoren 1n het Europees Parlement
-
Verdrag mzake Stabiliteit, Cobrd1nat1e en Bestuur 1n de Econom1sche en Monetaire Un1e Intergouvernementeel verdrag, geen directe betrokkenheid van het Europees Parlement, wel resolutie gestemd op 18 Januan 2012 (2011/2546(RSP))
7/71
-
Fase in de procedure
Resolut1e van 20 november 2012 betreffende het Verslag van de voorzilter van de Europese Raad "Naar een echte Economische en Moneta1re Ume" (212/2151(1NI)) Resolutie van 23 me1 2013 over toekomstige wetgevingsvoorstellen betreffende de EMU. react1e op de mededelingen van de Comm1ss1e COM 2013(166) en COM 2013(165) (2013/260g(RSP))
Wat betreft econom1sch bestuur (ex-ante coord1natie van economische hervormingen - contractuele arrangementen en de hiermee samenhangende solidante1tsmechamsmen) zijn concrete voorstellen vanwege de Europese Comm1ss1e momenteel nog niet voorhanden. Wat betreft het kader inzake de ex-ante cobrdinat1e van economische hervormingen 1n overeenstemming met artikel 11 van het VSCB, IS de Europese Commissie voornemens in het najaar een formeel regelgevend voorstelle presenteren.
Link prelex
Mededelingen van de Europese Comm1ss1e· hll!)://ec.euro!)a.eu/!)relex/detail dossier real.cfm?CL=ni&Dosld=202177 hll!)://ec.euro!)a eui!)relex/detail dossier real.cfm?CL=ni&Dosld=202500 hll!)://ec.euro!)a eui!)relex/detail dOSSier real cfm?CL=ni&Dosld=2024gg
Link Oe1l
Resolut1e EP mzake het verslag van de voorz11ter van de Europese Raad d d. 26 JUni 2012· hll!)://www.euro!)arl.euro!)a.eu/oeii/!10!1U!1Sifiche!)rocedure.do?lang=en&referen ce-2012/2151 (IN I) Resolutie EP mzake COM(2013)166 en COM(2013)165: hll!1'//www.euro!)arl.euro!)a.eu/oeili!10!1U!1Siflche!1rocedure do?reference=2013/ 2609(RSP)&I-en
~lW'~~ Trekker
FB
Betrokkene
1V, DAR
Aard Intra-Vlaams overleg
Ad hoc overleg
~lW'~~ Betrokkenheid andere overheden
Alle Belg1sche overheden zijn betrokken
Aard 1ntra-Belg1sch overleg
DGE
~ Samenvalling voorstel
In de afgelopen drie jaren heeft de EU reeds heel wat belangrijke en Ingrijpende maatregelen getroffen om de criSIS te boven te komen en het 8/71
econom1sch bestuur van de Econom1sche en Monetaire Unie (EMU) te versterken Om ook 1n de toekomst economisch en soc1aal welziJn voor de burger te kunnen garanderen ZIJn er evenwel meer fundamentele WIJZigingen nod1g aan de architectuur van de EMU. In ziJn verslag van 26 JUni 2012 get1leld "Naar een echte EMU", 1denl1f1ceerde de voorz1tter van de Europese Raad 4 essentiele bouwstenen voor de toekomst1ge EMU, met name· een geintegreerd fmancieel kader, een geïntegreerd begrot1ngskader, een geïntegreerd economisch beleidskader en een versterkte democratische legitim11e11 en verantwoordingsplicht In navolgmg van dit verslag gaven de staatshoofden en regeringsleiders aan de voorzitter van de Europese Raad de opdracht om tegen december 2012 een specifieke, aan een tiJdSschema gebonden, routekaart voor het verwezenliJken van een echte EMU te ontwikkelen. De voorliggende fiche focust op elementen van een begrotingskader en een geintegreerd economisch beleidskader.
geïntegreerd
Om aan het debat biJ te dragen publiceerde de Europese Comm1ssie op 28 november 2012 haar blauwdruk voor een hechte EMU waarin ze haar vis1e op de toekomstige architectuur van de EMU Uiteenzette. De Europese Commissie onderscheidde maatregelen die op korte, mlddellange en lange termiJn nod1g zijn Wat betreft de maatregelen op korte termijn (6-18 maanden) 1dent1f1ceerde de Europese Comm1ss1e de volgende elementen gerelateerd aan economische bestuur· de nood aan een volled1ge tenuitvoerlegging van het S1x Pack en een snel akkoord en snelle tenuitvoerlegging van het Two Pack. de nood aan een stelselmatige coordmatie van belangn]ke econom1sche hervorm1ngen in overeenstemming met art1kel 11 van het VSCB en b1nnen hel kader van het Europees Semester, ex-ante aan het afronden van de nat1onale beshssingsprocedures. de nood aan een instrument voor convergentie en concurrentlevermogen waarmee steun kan worden geboden aan het IIJdlg doorvoeren van structurele hervormingen die van belang ZIJn voor de hdstalen en voor een soepele werk1ng van de EMU Deze steun kan verleend worden op bas1s van verbintenissen die worden vastgelegd in contractuele arrangementen d1e door de hdslaten en de Europese Commissie worden afgesproken. In navolging van een tweede verslag van de voorzitter van de Europese Raad, stelde de Europese Raad op 13 en 14 december 2012 aan z1jn voorz1tter de vraag om een aantal belangrijke punten verder u1tle diepen en dienaangaande aan de Europese Raad van jum 2013 mogelijke maatregelen en een tijdgebonden routekaart voor te leggen, met name de ex ante coörd1nat1e van nationale hervormingen, de haalbaarheld van contractuele arrangementen voor concurrentlevermogen en groei, sohdante1tsmechanismen voor de hdslaten d1e dergelijke contractuele afspraken aangaan en de sociale dimensie van de EMU. Om aan de oproep van de Europese Raad legemoetie komen en volgend op de blauwdruk van november 2012, publiceerde de Europese Commiss1e op 20 maart 2013 twee mededelingen waann ze een aantal opt1es aanre1kte inzake de concrete invulling van de op tafel liggende concepten· een commumcatie Inzake de ex ante coórdmalie van grote economische hervormingen met sp1ll-over effect (negatief en pos1tief) De bespreking van de hervormingen zou stev1g verankerd worden 1n het proces van het Europees Semester. De hdstalen zouden het recht behouden om de opmie van de Europese Commissie en de resultaten van de discussies m de Raad/Eurogroep naast z1ch neer te leggen D1t zou evenwel een Impact kunnen hebben op de beoordeling van de lidstaat m het kader van het Europees Semester en tot uiting kunnen
9/71
komen 1n de lidstaatspecifieke aanbevelingen een communicatie aangaande het Instrument voor concurrentie en convergentievermogen: opt1es voor de opzet van enerZIJds contractuele arrangementen 1nzake spec1f1eke hervormmgen die u1tvoenng zouden geven aan de lidstaatspecifieke aanbevelingen voortvloeiend u1t de procedure inzake macro-economische onevenwichtigheden (S1x Pack) en anderZIJds een f1nanc1eel mstrument (buiten het meerJang financieel kader) om deze hervormingen te st1muleren en te ondersteunen. Tijdens de Europese Raad van juni 2013 werd de vervolled1g1ng van de bankenunie als hoofdpriorilelt op de korte termijn bevest1gd, waarmee de financiële slablillelt kan worden gewaarborgd, de financ1èle fragmentalle kan worden verminderd en de normale kredietverlening aan de econom1e kan worden hersteld De Europese Raad heeft gevraagd om verder te werken aan alle bouwstenen van de EMU (coördinatie van economisch beleid, contractuele arrangementen en daarmee samenhangende solidarile11smechanismen en de soc1ale d1mens1e) Na nauwe raadplegingen met de lidstaten, zal de Europese Raad 1n oktober 2013 kiJken naar 1nd1catoren en bele1dsgeb1eden waarop gelet moet worden 1n het kader van een versterkte coördinatie van het economisch bele1d en naar de soc1ale d1mens1e van de EMU. Het debat zal 1n december 2013 worden voortgezet, met als doel beslwten te nemen, in het biJzonder Inzake de belangnJkste elementen van contractuele arrangementen en daarmee samenhangende solidante1tsmechamsmen Recente ontwikkelingen
Voorlopig 1s er nog we1mg concrete voorwtgang op vlak van de v1er werkpunten d1e ge1dent1f1ceerd werden t1jdens de Europese Raad van december 2012, met name de coordmatie van nationale hervormingen, de contractuele arrangementen en de h1ermee samenhangende solidanlellsmechanismen en de soc1ale dimens1e van de EMU Zoals de conclusies van de Europese Raad van 27-28 JUni 2013 stellen, zijn er weliswaar convergentles rond de grondbeginselen van deze concepten, maar rest er nog wat werk Inzake de concrete Invulling van de begrippen. Wat betreft het kader inzake de ex-ante coórd1natie van econom1sche hervormmgen, neemt de Europese Commiss1e ZICh voor 1n het najaar een legislatief voorstel te presenteren. In 2013 werd verdere vooruitgang geboekt inzake het versterkt budgettair bestuur. Na de inwerkingtreding van de verordemngen van het Six Pack (2011) en het VSCB (2012) is op 30 mei 2013 nu ook het Two Pack in werk1ng getreden
• • ;,J
-
'
c
, (;~G.EVOLGE[II VOOR VLAANDEREN I'
.. ,
.. . .
''
Identificatie Vlaams belanghebbenden
Alle beleidsdome1nen van de Vlaamse overheld
Gevolgen voor Vlaamse regelgeving
H1er zal meer duideliJkheld over zijn eens de Europese Commissie concrete voorstellen heeft gepresenteerd
Globaal standpunt
Belg1é heeft als kle1ne lidstaat een eerder pos1!1eve houding ten aanzien van een ex-ante coörd1nat1e van hervormingen met een negat1ef spill-over effect en eerder ne at1eve houdm ten aanzien van contractuele arran ementen die
10/71
verder gaan dan de hUidtge lldstaatspectfieke aanbevelingen Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Een aandachtspunt voor Vlaanderen is de betrokkenhetd van Vlaanderen btJ eventuele contractuele arrangementen dte betrekking hebben op gedeelde of volledig Vlaamse bevoegdheden (cf de lidstaatspecifieke aanbevelingen). Een zelfde bemerking kan gemaakt worden inzake de ex-ante coördmatte van economtsche hervormtngen. De tmplementatte van de verplichtmgen die voortvloeien Uit de nchtiiJn begrottngskaders van het Six Pack en het VSCB tn Belgische context zal emd 2013 een feit moeten zijn Deze Implementatie veretst een verregaande tntraBelgtsche afstemmtng.
Op de Europese Raad van 27-28 JUni 2013 werden de landenspectfteke aanbevelmgen onderschreven door de staatshoofden en regenngsletders Op Raad Economtsche en Fmanctele Zaken van g juli 2013 volgt de formele goedkeunng, waarmee het Europees Semester 2013 officteel afgesloten wordt. De lidstaten zullen met deze aanbevelingen rekenmg dtenen te houden biJ de opmaak van hun begrottngen voor 2014 en btJ besllsstngen inzake structurele hervormingen. De Raad en de Europese Commtsste zullen de uttvoenng van de aanbevelingen op de voet volgen Ingevolge de op de Raad Economtsche en Financtele Zaken van 21 jun1 2013 aangenomen aanmaning om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen tn de mate dte nodig wordt geacht om de bUitenspongtekortsttuatte te verhelpen, zal België utteriiJk op 31 december 2013 ook moeten rapporteren over de uitvoenng van de lldstaatspectfieke aanbeveling nummer 1 (tnzake het door Belgié ingediend stabiliteitsprogramma) wat betreft het treffen van expllctete coórdtnatteregellngen om ervoor te zorgen dat de budgettatre doelstellingen btnnen een middellangetermtjnplann~ngsperspecttef btndend ZIJn op het federale niveau en op de subfederale niveaus. •
11/71
.~~ ~r~
Informatiefiche EU dossier
'.UT ll ""'Cl
Dossiernaam
Het cohesiebeleid na 2013
Datum update
21 JUni 2013
~m~ Offic1éle volledige naam van het dossier
1. Algemene Verordening: Voorstel van verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohes1efonds, het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor Mant1eme Zaken en V1sserij, d1e onder het gemeenschappelijk strategisch kader vallen, en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Reg1onale Ontwikkeling, het Europees Soc1aal Fonds en het Cohes1efonds, en tot intrekking van Verordenmg (EG) nr 1083/2006 2. Spec1f1eke verordenmgen Voorstel m b.t het Cohes1efonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) het Europees Soc1aal Fonds (ESF), de Europese Temtoriale Samenwerking (ETS) en de Europese Groepenng voor temtoriale samenwerking (EGTS))
Kenmerk voorstel
Algemene verordening: COM(2011 )615 Specifieke verordeningen - Cohesiefonds COM(2011 )612 - EFRO: COM(2011 )614 - ESF COM(2011 )607 - ETS· COM(2011 )611 - EGTS COM(2011 )61 0
Datum voorstel
Publicatie tijdens het Pools EU-Voorzitterschap op 6 oktober 2011
Actoren m de Raad
Het cohesiebeleid komt aan bod m de Raad Algemene Zaken, waar de Belg1sche m1n1ster van Buitenlandse Zaken ons land vertegenwoordigt In de Informele vergadenngen van m1n1sters bevoegd voor het cohes1ebele1d spreken ministers uit de deelstaten voor Belg1é volgens de toerbeurtrol TiJdens het Litouwse EU-Voorzitterschap houdt de Waalse m1n1ster-pres1dent Demotie het woordvoerderschap. In de raadswerkgroep 'structurele act1es' voeren de gewesten het woord volgens dezelfde beurtrol, wat betekent dat de Waalse attaché het woord voert tijdens het Litouwse EU-Voorzitterschap
Actoren in het
In het Europees Parlement IS voornamelijk de Comm1ss1e Regionaal Beleid 12/71
Europees Parlement
(REGI) bevoegd voor het cohesiebeleid In de CommiSSie REGI zetelen geen Belgen, ook met als vervanger Spec1f1ek voor de bepaling met betrekking tot het ESF-fonds IS ook de Comm1ssie Werkgelegenheld en Sociale Zaken relevant. In mindere mate komt het cohesiebeleid ook aan bod in de Commiss1es BeleidSUltdagingen en Budget. Rapporteurs: Algemene Verordenmg: Lambert van N1stelroiJ (EVP, NL) en Constanza Krehl (S&D, DE) - Cohesiefonds V1ctor Bostmaru (S&D, RO) - EFRO Jan Olbrycht (EVP, PL) - ESF: Elisabath Monn-Chart1er (EVP, FR) - ETS. Rikka Manner (ALDE, Fl) - EGTS Joachim Zeiler (EVP, DE)
-
Procedure 1n Raad en Europees Parlement
Co-deCISie
Fase in de procedure
-
ArtikelsgewiJZe discussie binnen de Raad
-
Bijgestelde 'mandaten' op niveau van GOREPER om consensus bmnen de EU-1nstell1ngen mogelijk te maken.
-
Informele trilogen tussen de Europese Commiss1e, de Raad en het Europees Parlement
L1nk prelex
Elementen van een algemene gedeeltelijke benadenng over het grootste deel van de Verordeningen
Algemene verordemng COMI2011 )615: htt~·//ec euro~a.eu/~relex/detail doss1er real.cfm?CL=ni&Dosld-20088g Spec1f1eke verordeningen - Cohesiefonds COMI2011 )612· htt~://ec.euro~a.eu/~relex/detail
dossier real cfm?CL=ni&Dosld-200888
- EFRO: COMI2011 )614· htt~://ec.euro~a.eu/~relex/detail
-
htt~://ec.euro~a.eu/~relex/detail
-
ETS COMI2011 )611
-
EGTS: COMI2011 )61 o·
htt~·//ec.euro~a.eu/~relex/detail htt~://ec.euro~a eu/~relex/detail
L1nk Oeil
doss1er real cfm?CL=ni&Dosld=200892
ESF. COMI2011 )607: dossier real.cfm?CL -ni&Dosld-200884 doss1er real.cfm?CL -ni&Dosld-200891 dossier real.cfm?CL=ni&Dosld=200887
Algemene verordening: COM(2011 )615 htt~.//www.euro~arl.euro~a.eu/oeil/~o~u~s/fiche~rocedure.do?reference=20
11/0276%28COD%2g Specifieke verordemngen: Cohesiefonds COM(2011 )612·
-
htt~.//www.euro~arl euro~a.eu/oeil/~o~u~s/fiche~rocedure.do?reference-
-
2011/0274%28COD%2g EFRO. COM(2011 )614:
-
2011/0275%28COD%29 ESF COM(2011 )607:
htt~://www.euro~arl.euro~a.eu/oeil/~o~u~s/fiche~rocedure.do?reference=
htt~://www.euro~arl.euro~a eu/oeil/~o~u~s/fiche~rocedure.do?reference-
2011/0268%28COD%2g
13/71
-
ETS: COM(2011 )611 htt~.//www euro~arl.euro~a.eu/oeil/~o~u~s/fiche~rocedure.do?reference=
2011/0273%28COD%29 - EGTS: COM(2011 )61 0 htt~://www euro~arl.euro~a.eu/oell/~o~u~s/flche~rocedure.do?reference=
2011/0272%28COD%29 lmpact-assesment Comm1ss1e
Algemene Verordemng SEC(2011 )1141 en SEC(2011 )1142 EFRO en ETS-Verordemng: SEC(2011 )1138 en SEC(2011 )1139 ESF-Verordenmg: SEC(2011 )1130 en SEC(2011 )1131
~@?~~ Trekker
IV
Betrokkene
Alle bele1dsdome1nen
Aard 1ntra-VIaams overleg
Ambtelijk· SOJA dossierteam "toekomst cohes1ebele1d" Politiek. Interkabinettenwerkgroep I Vlaamse Regenng Overleg met steden, provinc1es, soc1ale partners, en andere betrokken actoren (o a v1a VESOC en Vleva)
~@?~~ Betrokkenheid andere overheden
Waals Gewest (Permanente Vertegenwoordiging, administraties, kab1net Demotie) Hoofdstedelijk Gewest (Permanente en Brussels Vertegenwoordiging, admmistrat1es, kabinet Huytebroeck)
Aard Intra-Belgisch overleg
•
. .
DGE, naar aanle1d1ng van de informele ministersvergaderingen en Raden Algemene Zaken waar het thema behandeld wordt lntra-Belg1sche coordinat1e op mveau van de Permanente Vertegenwoordiging, ter voorbere1d1ng van elke Raadswerkgroep (regime voor elke raadswerkgroep) Intra-Belgische coordmat1e op niveau van de kabinetten (Peeters, Demotie en Huytebroeck) ter voorbere1d1ng van Belgische standpunten voor mformele ministersvergadenngen over cohes1e
~ Samenvatting voorstel
De huidige programmaperiode van het cohesiebeleid loopt van 2007 tot en met 2013. De voorbereiding van de volgende programmapenode (d1e start vanaf 2014) is reeds 1n 2010 Uit de startblokken geschoten met de publicatie van het Vijfde Cohesierapport door de Europese Commissie. De publicatie van de wetgevende voorstellen volgde m oktober 2011. De Europese Comm1ss1e formuleert onder andere volgende voorstellen voor het toekomstige cohes1ebele1d
.
Thematische concentratie. het cohesiebeleid moet zich sterk richten op de Europa 2020 strategie en focussen op beperkt aantal, meer bepaald elf, prionteiten om zo een grotere 1mpact te knjgen
14/71
• Resu1taatgenchthe1d de hdslaten en regio's moeten nog meer dan vroeger met resultaten voor de dag komen en een deel van de financiering moet afhankeliJk gesteld worden van het bere1ken van de vooropgestelde doelen (z1e verder condit1onahte1t) • Nieuwe strategische aanpak. de Europese Commissie w11 een "Gemeenschappelijk Strateg1sch Kader" Uitwerken om een aantal belangnrke fondsen (Cohesiefonds, Europees Fonds voor Reg1onale Ontwikkeling, Europees Soc1aal Fonds, Europees Vissenrfonds en Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontw1kkehng) op elkaar af te stemmen. Daarnaast w11 ze een "partnerschapsovereenkomst" afsluiten met elke lidstaat, met daann duidelirke doelstellingen en afspraken over het cohes1ebele1d Tot slot worden de concrete act1es in operationele programma's beschreven • Cond1t1onahtelt: De CommiSSie w1l dat de uitbetaling van cohesiemiddelen afhankeliJk gemaakt wordt van de vervull1ng van een aantal voorwaarden per lidstaat of reg1o Het gaat zowel om ex-ante, expost als macro-economische condlllonahtelten Ex-ante conditionahte1ten zijn voorwaarden d1e voorafgaand aan de concrete acties vervuld moeten zijn (bijvoorbeeld omzetting relevante richtlijnen, opstellen van relevantie strategienota's) Ex-post cond111onaliteiten hebben te maken met het bereiken van resultaten biJ de u1tvoenng van het cohesiebeleid 1n de meuwe programmaperiode. Macro-economische condit1onaliteiten zirn voorwaarden die verbonden z1jn met de ru1mere economische bestuur van de Ume Hier wordt de hnk met nationale hervorm1ngsprogramma's en landenspecifieke aanbevelingen 1n het kader van de Europees Semester vooropgesteld. • lntermed1a1re categone: de Europese Comm1ss1e stelt voor om regio's met een BNP/cap1ta tussen 75 en 90% van het EU-gemiddelde (d1e niet tot de armste reg1o's behoren, maar nog onder het gemiddelde scoren) onder te brengen 1n een meuwe categorie of doelstelling en hen extra te ondersteunen • Andere thema's bredere toepassing van multi-level gevernanee en partnerschappen, meer nadruk op een geïntegreerde temtonale aanpak en het versterken van territenale cohesie, verlichting van de administratieve lasten, aandacht voor steden, 1nzet van Instrumenten van f1nanc1al engineenng, enzovoort Recente ontwikkelingen
De Informele tnlogen tussen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement startten in oktober 2012. Het Cypriotische EUVoorzitterschap bere1kte reeds een prel1m1na1r akkoord over het blok strateg1sch programmeren. Het Iers EU-Voorzitterschap kon een voorlopig akkoord bereiken over een groot aantal thematische blokken (GemeenschappeliJk Strategisch Kader, temtonale ontwikkeling, Verordemng Europese Temtoriale Samenwerking, subsidlabiliteit, communicatie en Informatie, monitonng en evaluatie, grote projecten, techmsche biJStand, beheer en controle, inkomstgenererende concrete act1es ). Eén van de grote discussiepunten tussen de Raad en het Europees Parlement onder het Iers EU-Voorzitterschap was het m1mmumaandeel voor het Europees Soc1aal Fonds. Over macro-econom1sche condllionalitelt dient nog verder onderhandeld te worden, met als kader de bepalingen uit het akkoord van de Europese Raad van 7 en 8 februan 2013.
15/71
ldentrfrcatre Vlaams belanghebbenden
De hurdrge programma's van de structuurfondsen rrchten zrch rn Vlaanderen op verseherdane prioriteiten, vooral op kenniseconomie en rnnovatie, ondernemerschap en organrsatrecultuur, rurmtelijk-economrsche omgevingsfactoren, stedelijke ontwrkkeling, arbeidsmarkt en kansengroepen. De fondsen komen zowel overheden als private actoren ten goede. Het gaat bijvoorbeeld om bedrrJven (o.a. KMO's ), ondernemers, werklozen en de VDAB, onderzoeksinstellrngen, enzovoort. Gelet op het grote budget (EU en cofrnancrering binnen Vlaanderen) en het grote aantal projecten van EFRO en ESF gaat het om een belangrijk aantal belanghebbenden brnnen Vlaanderen. In de nreuwe programmaperrode vallen bovendren ook het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwrkkeling en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en VrsserrJ onder het Gemeenschappelijk Strategrsch Kader waardoor de verscherdenherd aan prioriteiten en belanghebbenden zal toenemen.
Gevolgen voor Vlaamse regelgevrng
-
--
Het gaat om voorstellen van verordenrng waardoor geen onmrddellijke aanpassrng van Vlaamse regelgevrng vererst rs. De voorstellen vragen wel om een goede articulatre tussen bestaande Vlaamse beleidsinstrumenten of regelgeving enerzijds en EU en Cohesiefondsen anderzijds om een slimme, doelmatige en complementaire rnzet van beiden te verzekeren.
~-)
STANDPUNT VOOR VLAANDEREN I
.t •
,~,
Globaal standpunt
Het standpunt van de Vlaamse Regering rs bepaald rn een mededeling aan de Vlaamse Regering van 4 JUni 2010 ("orienterende elementen") en een mededeling aan de Vlaamse Regering van 21 januarr 2011 ("reactre op het VIJfde cohesrerapport"). De kernpunten van dit standpunt zun de volgende • het cohesiebeleid moet rn het teken staan van de Europa 2020-strategre, maar de lidstaten en regro's moeten zelf de prrorrterten voor "hun" cohesiebeleid kunnen bepalen, brnnen Europa 2020 • de admrnrstratieve lasten dre gepaard gaan met het cohesiebeleid moeten verder afgebouwd worden, onder meer door een proportionele aanpak van controles en audrts • het toekomstrge cohesiebeleid moet rnstrtutionele structuur van de lidstaten
rekenrng
houden
met
de
de condrtionalitert beperkt zrch biJ voorkeur tot voorwaarden die rechtstreeks te maken hebben met het behalen van de doelstellrngen van de partnerschapsovereenkomst Het zorgt voor problemen als men voorwaarden aan het cohesiebeleid zou koppelen die ruimer gaan dan het behalen van de doelstellrngen van het cohesrebeleid (bv omzettrng wetgevrng of begrotrngsverersten). • het cohesrebelerd moet gelden voor alle regro's, maar de focus ligt zoals rn de huidige periode- op de armste regro's. • het cohesrebelerd moet ingezet worden als een gebiedsgencht ontwrkkelingsbelerd op lange termrJn, zonder korte termijnwrnst te negeren.
16/71
• er is behoefte aan een gemtegreerde aanpak, met voldoende coord1nat1e tussen bestuursmveaus (verticaal) en bele1dsdomeinen (honzontaal) Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Knelpunt 1 cond1t1onalite1t De voorwaardeliJkheid van het cohesiebeleid kan op verschillende manieren geinterpreteerd worden Er IS enerziJds de Interne conditionalite1t, d1e z1ch richt op het bereiken van resultaten en doelstellingen waar het cohesiebeleid vat op heeft. AnderziJds kunnen ook externe condillonalite1ten, cond1tionahte1ten op bas1s van voorwaarden d1e bu1ten het cohesiebeleid zelf liggen, vastgelegd worden. De Europese Comm1ssie neemt beide vormen op In haar voorstel maakt de Europese Comm1ss1e de link tussen het cohesiebeleid en het Stab1hte1ts- en Groe1pact alsook de omzetting van regelgeving Voor cohesieprogramma's d1e beperkt in omvang ZIJn, IS de macro-economische 1mpact van het cohesiebeleid echter zeer beperkt. In Belg1è komt daarboven dat door de Interne bevoegdheidsverdehng de aanbevelingen van de Europese Comm1ss1e met betrekking tot het Stabiliteits- en Groeipact of omzettingsdoss1ers met noodzakelijk betrekking hebben op hetzelfde bevoegdhe1dsmveau dat verantwoordelijk is voor de opmaak en uitvoering van het cohesiebeleid Knelpunt 2· adminiStratieve lasten De Europese Commissie erkent dat de administratieve lasten voor ontvangers van cohes1em1ddelen vaak erg hoog z1jn en dat een verlichting z1ch opdringt. Ook de u1tvoenng van het cohesiebeleid door de regio's brengt heel wat administratieve lasten met ZICh mee, in de vorm van controles, spec1f1eke procedures, monitonng, rapportenng en evaluaties, enz Zeker voor reg1o's met een relatief beperkt cohesiebudget is het van belang dat de adm1mstrat1eve lasten zeker met toenemen
17/71
.~~ Jr.A:
Informatiefiche EU dossier
"'n Jll "U'ftT
Doss1ernaam
Modernisenng staatssteun
Datum update
28 JUni 2013
Off1c1ële volledige naam van het dOSSier
Staatssteun Modernisatie Pakket- State A1d Modermsabon (SAMl Mededeling van de CommiSSie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Soc1aal comité en het Comité van de Reg1o's De modernisering van het EU staatssteunbeleid Machtigingsverorden~ng
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 me1 1998 betreffende de toepassing van de art1kelen 92 en 93 van het Verdrag tot opnchting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van henzontale steunmaatregelen en van Verordemng (EG) nr 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg
Procedureverorden1ng: Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordemng (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag
Diverse ontwerpen van 1nhoudelqke verordeningen. richtsnoeren en mededelingen Kenmerk voorstel
kaderregelingen,
SAM COM(2012) 209flnal Machtigingsverordemng: COM(2012) 730 Procedureverordening COM(2012) 725
Datum voorstel
SAM : 08 me1 2012 Machtigings-en procedureverordening: 05 december 2012 Inhoudelijke regels: eerste drafts voorjaar 2013
Actoren
1n
de Raad
Actoren in het Europees Parlement
Raad Concurrentievermogen De Commissie Economische en Monetaire Zaken Rapporteurs: -
Procedure 1n Raad en Europees Parlement
Macht1g1ngsverordemng: Herbert DOFFMANN (EPP) Procedureverordening. Sirpa PITIKAINEN (EPP)
BeslUlt van de Raad na adv1es van het Europees Parlement
18/71
Fase 1n de procedure
Macht1g1ngs- en procedureverordening. princ1p1eel goedgekeurd door de Raad op 29 mei 2013. Nu voor advles naar het Europees Parlement (stemm1ng 1n plena1re voorz1en voor 02 JUli 2013). De andere inhoudeliJke documenten worden enkel besproken tiJdens multilaterale vergadenngen tussen de Europese Comm1ss1e en de experten van de hdslaten De Raad en het Europees Parlement worden daarbiJ n1et betrokken
L1nk prelex
Macht1g1ngsverorden1ng hl1[1://ec.euro[1a eu/[1relex/delall doss1er real cfm?CL=ni&Dosld=202218 Procedureverordening hll[1://ec.euro[1a.eu/[1relex/detail doss1er real cfm?CL -ni&Dosld-202216
Link Oe1l
Macht1g1ngsverordening hlt[1://www.euro[1arl.euro[1a eu/oeii/[10[1Uilsiflche[1rocedure.do?reference=2 012/0344{NLE}&I-en Procedureverordening. hll[1://www.euro[1arl.euro[1a eu/oellli!lOilUilsiflche[1rocedure.do?reference-2 012/0342{NLE}&J-en
Jmpact-assessment Commiss1e
Niet van toepass1ng
~©W~~ Trekker
EWI- Agentschap Ondernemen
Betrokkene
Alle bele1dsdome1nen
Aard mtra-VIaams overleg
Het Agentschap Ondernemen volgt deze vergadenngen verder op en bneft alle betrokken bele1dsdome1nen met penod1eke verslagen, ontwerpen, vragen, ..
~©W~~ Betrokkenheld andere overheden
FOD Economie, Waals Gewest, Brussels HoofdstedeliJk Gewest
Aard mtra-Belg1sch overleg
IEC
OOr9lY© Samenvatting voorstel
•
SAM
De Europese Commissie wenst tegen eind 2013 nagenoeg het volledige wetgevende kader mzake staatssteun te herzien en te coord1neren Een groot deel van de inhoudeliJke staatssteunregels d1e momenteel van kracht ZIJn lopen 1mmers af emd 2013, zodat de Europese Comm1ss1e momenteel bez1g
19/71
is aan een grondige herz1emng en consolidatie. Daarbij worden procedureel 2 p1stes parallel gevolgd. lnhoudeluke regels EnerziJds ZIJn er de Inhoudelijke staatssteunregels waarvoor de Europese Comm1ss1e exclusief bevoegd is Deze worden met voorgelegd aan de Raad of het Europees Parlement, maar worden enkel besproken op multilaterale vergadarmgen tussen de Europese Comm1ss1e en de experten van de lidstaten. Daarna kan de Europese Commissie deze umlateraal goedkeuren, al dan met rekemng houdende met de gegeven opmerkingen Het voorbiJe jaar heeft de Europese Comm1ssie reeds diverse openbare consultaties georgamseerd omtrent de werkmg van het hU1d1ge regelgevende kader In een aantal dome1nen heeft de Europese Comm1ss1e reeds "non-papers" of "1ssues papers" opgesteld De komende maanden zal de Europese CommiSSie de eerste ontwerpen opstellen van de meuwe verorden~ngen, nchtsnoeren, kaderregelingen en mededelingen. InhoudeliJk staan o a volgende onderwerpen op de agenda: Richtsnoeren 1nzake reg1onale steun Algemene groepsvrijstellingsverordening De-m1mm1sverordening Kaderregeling 1nzake staatssteun voor 0&0&1 Richtsnoeren 1nzake staatssteun voor m11ieu en energ1e Richtsnoeren 1nzake staatssteun voor ns1cokap1taalfinanc1enng Richtsnoeren mzake reddings- en herstructurenngssteun Mededeling betreffende het begnp staatssteun Inhoudelijk heeft de Europese Commissie de voorbiJe maanden reeds een eerste draft gepubliceerd Inzake de Algemene Groepsvnjstellingsverordening en de de-minim1s. Beide teksten bevatten echter een groot aantal strengere bepalingen die het verlenen van steun administratief meer belastend maken, zowel voor de begunst1gde als voor de steunverlenende overheid. Zo zou de begunst1gde biJ elke steunaanvraag een standaard formulier moeten invullen betreffende het beWIJS dat de steun een stimulerend effect heeft. Bovendien moet de steunverlenende overheid ook via een publieke website alle begunstigden individueel vermelden met naam, steunbedrag, 1nvestermgsbedrag, .. Ook de controle en het toezicht worden strenger. Inzake de-m1mm1s w11 de Europese Commissie tegen 2016 verplicht een centraal reg1ster per lidstaat opleggen waann alle de-m1n1missteun verzameld wordt Dat Impliceert dat er afspraken moeten gemaakt worden tussen de gewesten en de federale overheid, maar biJVoorbeeld ook bmnen de Vlaamse overheid. Momenteel IS elke entiteit verantwoordeliJk voor ZiJn e1gen bevoegdheden en is er geen centraal overzicht omtrent wie wat geeft en onder welke voorwaarden Vele lokale steunregimes van gemeentes, prov1nc1es, .. kunnen ook onder de-minim1s vallen, zonder dat die entiteiten zich daar van bewust zijn De Regionale Steun Richtlijnen ZIJn ondertussen emd JUni 2013 def1n1tief goedgekeurd door de Europese Comm1ssie. De lidstaten kunnen nu starten met het opstellen van de n~euwe reg1onale steunkaarten voor de periode 2014-2020 Momenteel IS er politiek overleg tussen de 3 gewesten omtrent de verdeelsleutel waarmee het bevolkingsplafond zal verdeeld worden tussen de gewesten Pas daarna kan worden gestart met het eigenlijke opstellen van de kaarten en de aanmelding daarvan biJ de EU De andere doss1ers zitten nog 1n een minder ver gevorderd stadium aanQezlen er nog Qeen eerste ontwerpen verspreid zijn Waarsch11nli1k zal de
20/71
Europese CommiSSie nog een aantal daarvan verspreiden tiJdens de zomer waarna deze dan vanaf september inhoudeliJk zullen besproken worden tiJdens vergaderingen met de experten van de lidstaten. 2
Procedurele regels
AnderziJds IS de Europese Commissie vragende partiJ om een aantal procedurele verordeningen te WIJZigen, waarvoor echter het akkoord van de Raad en het Europees Parlement vere1st zijn.
•
Wijziging aan de machtigingsverordening
Via de machtig1ngsverordening geeft de Raad een delegatie aan de Europese Commissie om met betrekking tot enkele categoneën van steun waarmee de Europese Comm1ss1e reeds voldoende ervaring heeft opgebouwd, een vnjstellingsverordemng u1t te vaardigen, zodat met alle steunregimes moeten aangemeld worden biJ de EU. De onderwerpen uit de hUidige macht1gmgsverordening ZIJn momenteel al allemaal benut (KMO, 0&0, milieu, werkgelegenheld en ople1d1ng). De Europese CommiSSie wou graag nog m een aantal andere dome1nen de mogeliJkheid hebben om dergelijke geneneke vnJstellingen te verlenen. In het voorstel wordt gedacht aan volgende dornemen cultuur (o.a ook cinema) en erfgoedbeschermmg steun voor natuurrampen steun 1.v.m slecht weer m de VIsserij sector steun voor 1nnovat1e steun voor bosbeleid steun voor conservatle van "manne biologica! resources" steun voor amateur sport soc1ale steun voor transport naar afgelegen regio's steun voor bepaalde soorten van breedbandinfrastructuur Tijdens de Raadswerkgroepen was één van de voornaamste d1scuss1epunten het opnemen van een art1kel inzake "transport" waardoor de sector specifieke bepaling van art1kel 9 van Verordenmg nr. 1370/2007 zou geschrapt worden Vele lidstaten (waaronder ook België) hebben zich hard tegen deze piste verzet met als gevolg dat dit art1kel geschrapt werd. De Europese Commissie kondigde echter tiJdens de Raad van 29 mei 2013 aan dat ZIJ hier principieel met akkoord mee gaat en dat ziJ zich zal beraden over een toekomstig nieuw init1at1ef om dit aspect opnieuw (apart) op de tafel te krijgen. De stnjd is h1er met andere woorden voorlopig beslecht maar zeker nog niet defimt1ef gestreden. De Europese Comm1ssie benadrukt dat dit met betekent dat er vanaf 2014 onmiddellijk dergelijke verordeningen zullen opgesteld worden. Aangezien de hwd1ge algemene groepsvnjstellingsverordemng (GBER) ook afloopt eind 2013 en de opvolger moet klaar ZIJn op 1 januari 2014 zal het toepass1ngsgeb1ed van de meuwe GBER wellicht 1n een eerste fase nog 1dent1ek Zijn aan de hwd1ge, maar dat slwt dan n1et wt dat in de jaren die daarop volgen een uitbre1d1ng wordt doorgevoerd.
•
Wijziging aan de eigenlijke procedureverordening
De voornaamste voorstellen tot Wijziging ZIJn· een vlottere aflnandeling van klachten (klager moet standaard formulier gebruiken, moet een belang aantonen, klacht kan afgewezen worden 1nd1en met voldoende gemotiveerd, . ) opvragen van marktinformatie 1n staatssteun zaken zal met enkel via 21/71
de lidstaat kunnen, maar ook rechtstreeks biJ de begunstigde, de concurrenten of de sectororganisat1es. De Europese Comm1ss1e kan een boete geven aan de geadresseerden d1e geen, laaitiJdig of verkeerde informat1e aanleveren. Dit zal slechts worden gebruikt voor enkele zaken per Jaar waarbiJ de formele onderzoeksprocedure reeds werd geopend en de Europese Commissie niet v1a de normale kanalen aan voldoende relevante fellelijke data kon geraken er wordt formeel een kanaal gecreeerd waarmee de nat1onale rechters de Comm1ssie om een adv1es (am1cus cunae) kunnen verzoeken Het door de Europese Commissie opgestelde ontwerp werd naar aanle1dmg van de d1scuss1es in de Raadswerkgroepen wat aangepast en verduidelijkt, maar werd 1n grote lijnen aanvaard ~~·i)'l'l';f'o.,,
~'·'
R"•" •
,
./,
~ ~
:;•lGEVOLGEN VOOR VLAANDEREN
>i.',
, ;
,
1
_-
.
"
"
~I,•
.
. Identificatie Vlaams belanghebbenden Gevolgen voor Vlaamse regelgeving
.... .;••
<
,
,,
0
t
> .~~<'
,
{,'
~
'
''
Alle beleidsdomemen Alle bestaande en toekomst1ge Vlaamse staatssteunregels zullen z1ch moeten confirmeren aan het meuwe EU kader. Eens de meuwe regels van kracht worden (begin 2014) zullen v1a dienst1ge maatregelen de nodige WIJZigingen aan de bestaande reg1mes opgelegd worden indien deze niet zouden voldoen aan de meuwe regels
STANDPUNT VOOR VLAANDEREN
Globaal standpunt
De Vlaamse overheld IS voorstander van de door de Europese Comm1ss1e gewenste vereenvoudiging en consolidatie en JUicht de verdere Inhoudelijke uitbre1dmg van het gebruik van vnjstellingsverorden1ngen toe. Er moet echter wel over gewaakt worden dat de door de Europese Comm1ss1e gevraagde tegenprestalle van de lidstaten (onder andere een sinklere controle en een strengere interpretatie van de begnppen stimulerend effect en noodzaak van de steun) er met toe leiden dat de adm1mstrat1eve last voor de overheld en de potentiele begunstigden al te zeer toenemen of er zelfs de facto toe le1den dat het verlenen van steun voor bepaalde categoneen van ondernemingen of 1nvestermgen zeer moelliJk wordt
Informatiefiche EU dossier 22/71
,t;
·~
!'~
_..0 11 "'111JCT
Dossiernaam
Herziening richtlijnen overheidsopdrachten
Datum update
27 JUni 2013
~1i@~
Offocoele volledoge naam van het dossier
Rochtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het gunnen van overheodsopdrachten. Dit voorstel van RichtliJn maakt deel uit van een totaalprogramma voor een diepgaande modernoserong van de overheodsopdrachten on de EU met inbegrop van een richtliJn over concessoes De twee andere voorstellen van dit pakket zijn - Voorstel van Rochtli)n betreffende het gunnen van opdrachten on de sectoren water- en energoevoorzoening, vervoer en postdoensten (COM (2011) 895) - Voorstel van RochlloJn betreffende de gunnong van concessieopdrachten (COM (2011) 897) Daarenboven publoceerde de Europese Commossie op 26 JUni 2013 een voorstel van rochtloJn onzake e-facturering boj overheidsopdrachten (COM (2013) 449), vergezeld van een mededeling waarin zij haar standpunt uoteenzet onzake de volledoge dogotaloserong van de openbare-aanbestedingsprocedure, de zogenaamde "eind-tot-eind e-aanbestedong"
Kenmerk voorstel
COM (2011) 896 2011/0438(COD)
Datum voorstel
20 december 2011
Actoren on de Raad
In de Raad concurrentoevermogen (Interne Markt, Industrie, Onderzoek en Ruimtevaart) wordt Belgoe voor dit dossoer vertegenwoordigd door federaal mi noster van Economoe Johan Vande Lanotte. In de bevoegde raadswerkgroep wordt Belgié vertegenwoordogd door de federale attaché concurrentievermogen en experts van de Kanselarij van de Premier.
Actoren on het Europees Parlement
Commossoe Interne Markt en Consumentenbescherming (IMCO) Rapporteur·
-
Marc Tarabella (S&D)
Procedure in Raad en Europees Parlement
Gewone wetgevingsprocedure, met gekwalificeerde meerderheid on de Raad Begin 2013 waren de amendementen van het Europees Parlement (voorbereid in de Commossoe IMCO) klaar voor besprekong in de plenaore vergaderong
Fase in de procedure
De besprekong on de raadswerkgroep leidde tot een compromisvoorstel met vermeidong 16190/12 op 14 november 2012. Na een laatste besprekong on GOREPER op 28 november 2012 publoceerde het Cyprootosche EUVoorzotterschap op 30 november 2012 een compromisvoorstel (document 23/71
16725/1/12 REV 1) ter voorbereiding van de Raad Concurrentlevermogen (1011 december 2012). Op bas1s van de bespreking 1n d1e Raad startte het Iers Voorzitterschap begm 2013 met de tnlogen. De terugkoppeling en aansturing gebeurde hoofdzakeliJk binnen GOREPER (met penodieke biJeenkomsten van de raadswerkgroep Overhe1dsopdrachten) De tnlogen werden succesvol afgerond op 26 JUni 2013 Lmk prelex
htt[!://ec.euro[!a eu/[!relex/detail dossier real cfm?CL=ni&Dosld=201258#415 442
Link Oe1l
htt[!·//www.euro[!arl.euro[!a.eu/oeiii[!O[!U[!S/flche[!rocedure.do?reference=2011/ 0438%28COD%29&1 en
Impact-assasment Comm1ss1e
hlt[!.//ec.euro[!a eu/governanceilm[!actlla carned ouVdocslla 2011/sec 201 1 1585 en.[!df
~@?~~ Trekker
BZ
Betrokkene
Alle beleidsdome1nen
Aard Intra-Vlaams overleg
Behalve informatieverspreiding v1a SOJA en de meuwsbnef van de afdeling overheidsopdrachten vond geen intra-VO-overleg plaats
~@?~~ Betrokkenheid andere overheden
Alle federale en geledereerde (gemeenschappen, gewesten) entiteiten, evenals provmciale en lokale overheden en samenwerkingsverbanden.
Aard 1ntra-Belg1sch overleg
Overleg vmdt plaats bmnen de federale commissie overheidsopdrachten en op de lEG-biJeenkomsten d1e door de FOD Economie worden georganiseerd. Deze biJeenkomsten v1nden regelmatig plaats
~ Samenvatting voorstel
Jn Europa besteden overheidsdiensten ongeveer 18% van het BBP aan werken, Jevenngen en diensten. Overheidsopdrachten kunnen gebruikt worden als een krachtige hefboom om te komen tot een interne markt d1e slimme, duurzame en inclusieve groe1 stimuleert. In diverse recente verslagen en beleidsverklaringen werd nadrukkelijk voor een herz1enmg van de nchtlijnen gepleit De herz1emng van het kader voor overheidsopdrachten IS een prioritelt van de "S1ngle Market Act" Bmnen dat kader publiceerde de Europese Comm1ss1e e1nd 2011 voorstellen om de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG te versterken en aan te passen Er zijn dne kernproblemen vastgesteld 1" Ontoereikende kosteneff1ciént1e - de hU1d1ge EU-regels leveren een JaarliJkSe bespanng op van ongeveer 20 miljard euro op een bedrag van 420 milJard euro, maar door hun kostpnjs van ongeveer 5,6 milJard euro zouden de procedures een te zware last inhouden 2" Gem1ste kansen voor de samenleving - door de huidige regels kunnen belanghebbenden met altijd opt1maal gebrulkmaken van hun mlddelen en/of
24/71
kunnen ze voor hun aankopen met altijd de beste keuze maken 3" De markt voor overhe1dsaanbested1ngen is veeleer nationaal dan Europees - meer dan 98% van de conform de EU-regels gegunde opdrachten gaat naar nat1onale bieders (ongeveer 96% van de totale waarde). Deze problemen betreffen. Toepass1ngsgeb1ed· complexe regels Onevenredige en starre procedures Onzekerheld en ontoereikende bepalingen met betrekking tot de 1ntegrat1e van strategische doelstellingen Door de wetgev1ng veroorzaakte en "natuurliJke" belemmeringen voor markttoegang Op vlak van gavernanee ZIJn er verschillende Uiteenlopende adm1n1strat1eve capac1te1t 1n de lidstaten
modellen
en
Er ZIJn specifieke doelstellingen om de bovenbeschreven hoofdproblemen aan te pakken
1" de kosteneff1cienhe verbeteren van EU-regels en -procedures in verband met overhe1dsopdrachten; 2" ten volle de mogelijkheden benutten om de samenleving het best mogelijke resultaat te bieden, 3" EU-markten 1n plaats van nationale markten voor overheidsopdrachten tot stand brengen De voorgestelde hervorming IS dus gencht op een grondige modernisering van de bestaande werktUlgen en Instrumenten Hoofddoel 1s de vereenvoudiging en versoepeling van de regels en procedures. De Europese Commissie stelde daarvoor het volgende voor - de mogelijkheld om meer gebruik te maken van onderhandelingen, waardoor de aanbestedende diensten goederen en d1ensten kunnen kopen d1e meer aan hun behoeften beantwoorden en d1t tegen de beste pnJs; - de uitbre1d1ng en op mlddellange termijn de algehele verbred1ng van de elektromsche commumcat1em1ddelen 1n de overheidsaanbestedingen, omdat d1t een essent1ele factor is van vereenvoudiging van overheidsopdrachten, - een drastische vermindenng van de administratieve last, onder meer 1nzake de documentalle die ondernemers moeten indienen. 2. Bevorderen van de toegang tot overhe1dsaanbested1ngen voor kle1ne en mlddelgrote ondernemingen: deze zal worden vergemakkelijk! en u1tgebre1d mlddeis maatregelen die de last verminderen en een forse pnkkel om opdrachten 1n percelen op te splitsen en door de beperking van de eisen inzake f1nanc1ële capac1te1t voor het 1nd1enen van een inschriJVing 3 Tegelijk beoogt de voorgestelde hervorming het vergemakkelijken van een beter kwal1tat1ef gebruik van overheidsopdrachten doordat beter rekening wordt gehouden met maatschappelijke en milieucntena, biJVoorbeeld de levenscycluskosten of de integratie van kwetsbare en kansarme personen, waardoor tot de realisatie van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie wordt bijgedragen 4 De hervorming heeft ook betrekking op. - verbetenngen van de bestaande waarborgen om belangenconfticten, favoritisme en corrupt1e tegen te gaan en te zorgen voor meer integnte1t van de procedures, rekening houdend met de financiele 1nzet, - de aanwijzing door de lidstaten van één nationale autoriteit belast met de
25/71
bewakmg, de uitvoering en de controle op overhe1dsaanbestedingen om voor een betere toepassmg van de regels op het terrem te zorgen Onder het Deens EU-Voorzitterschap werd het CommiSSievoorstel voor de herziening van de "algemene" overheidsopdrachten RichtliJn (COM (2011) 896) mtens1ef besproken 1n de bevoegde Raadswerkgroep.
Recente ontwikkelingen
Onder het EU-Voorzitterschap van Cyprus werden de besprekingen voortgezet en Raad tijdens een comprom1s bereikt de Concurrentlevermogen van 10-11 december 2012 De door het Europees Parlement goedgekeurde amendementen pleitten onder meer voor meer flexibele procedures, meer rechtszekerheld en meer bindende regels voor de soc1ale en milieubescherming. Onder het Iers EUVoorzitterschap vond een reeks trilogen plaats De bevoegde raadswerkgroep en GOREPER werden zeer regelmatig op de hoogte gehouden. Op 26 JUni 2013 werden de trilogen succesvol afgerond Het document 11644/13 dat het Secretariaat-Generaal op 26 JUni 2013 publiceerde, bevat een overzicht van de f1nale compromis-elementen Het 1s duideliJk dat bepaalde hervormmgsdoelstellingen van de oorspronkelijke CommiSSievoorstellen (zoals op vlak van gevernanee) IIJdens het onderhandelingsproces werden afgezwakt.
•
•
-
•
~ ' ~. ,_'
"
~
'
' :GEVOLGEN VOOR VLAANDEREN ,
,
'
,
I ,:
'
•
',
-~
~
1- •
\t
·_~. . . ' '
d
•
Identificatie Vlaams belanghebbenden
Overheden, bedriJVen, en ook ngo's lieten m de loop der besprekingen al op1mes horen over dit doss1er
Gevolgen voor Vlaamse regelgevmg
N1et direct, Inzake overheidsopdrachten past Vlaanderen enkel de federale wetgeving (d1e de EU wetgeving omzet) toe
.
' I
"
'
I,.STÁNDPUNT VOOR VLAANDEREN ' t
~
•
Globaal standpunt
,
•
.
•
--
,'
·
'
Een globaal standpunt werd met ingenomen maar elementen werden in de loop van het naJaar 2012 geleldelijk voorbereid. Vlaamse overheidsdiensten nemen deel aan de vergaderingen van de Federale Comm1ss1e Overheidsopdrachten en van de FOD Economie (IEC) en geven daar soms spec1f1eke commentaar Het vermijden van meuwe adm1mstratieve lasten is een belangriJk aandachtspunt. Daarnaast biedt de herz1emng de mogelijkheid om - cf V1A en andere Initiatieven - Vlaamse bele1dsamb111es (voor duurzaamheid, maatschappelijke verantwoordelijk ondernemen, 1nnovatie, kostenefficiëntie) mede via een betere overheldsopdrachtenwetgevmg te kunnen realiseren. Het pleidooi van Belgie voor een langere omzettmgstermiJn werd in Vlaanderen met gedeeld onder meer omdat de Vlaamse overheld op het vlak van eprocurement tot de Europese voorlopers behoort. De finale compromistekst voorz1et nog steeds een langere omzettingstermijn voor de e-procurement bepalingen dan voor de andere bepalingen
Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Een Inventarisatle van Vlaamse aandachtspunten werd m het naJaar 2012 opgestart.
26/71
,_.' 1'-.Ji'
.
' ',' .: ,J ·~1 '
'
,; «'1,,
Concessies Samen met de twee voorstellen voor de herziening van de RichtliJnen 2004/17/EG en 2004/18/EG publiceerde de Europese Comm1ss1e op 20 december 2011 ook een voorstel voor een Richtlijn betreffende de gunning van concessieopdrachten (COM (2011) 897). Het voorstel voor een nchtiiJn inzake concessies geldt voor partnerschapsakkoorden tussen een gewoonliJk publieke ent1te1t of overheld en een vaak pnvate onderneming, waarbij deze het exploitatlerisico op z1ch neemt in verband met het onderhoud en de ontwikkeling van de Infrastructuur (havens, watervoorz1en1ng, parkeergelegenheid, tolwegen, enz ) of de levering van diensten van algemeen econom1sch belang (energ1e, gezondheid, d1stnbut1e en waterzulvering en afvalverwijdenng, enz.). Het voorstel van nchti1Jn w1l geen buitensporige administratieve lasten ereeren en zal uitslUitend op concessies voor een bedrag hoger dan 5 000.000 euro van toepassmg ZIJn 1n gevallen waann het grensoverschriJdend belang manifest 1s D1t specifieke voorstel van nchtlijn zal de Europese regeling voor overheidsopdrachten aanvullen De toekomstige regeling zal namelijk ook op concessies voor diensten van toepassing ZIJn, d1e momenteel als en~ge niet onder bepalingen van afgeleid recht vallen Het voorliggende 1n1t1at1ef strekt ertoe ten voordele van de autonte1ten en ondernemers de rechtszekerheld rond de gunn~ng van concessieopdrachten te vergroten Z1j zijn erop gencht de effectleve toegang tot de concessiemarkt te waarborgen voor alle Europese ondernemingen, inclusief kle1ne en middelgrote ondernemingen, en zouden aldus kunnen bijdragen tot het stimuleren van de ontwikkeling van publiek-pnvate partnerschappen waarvan concessies een voorkeursinstrument ZIJn De Europese Comm1ss1e stelt voor concessies aan verplichte bekendmakmg 1n het Publicatieblad van de EU te onderwerpen ZIJ stelt eveneens voor de verplichtingen van aanbestedende d1ensten betreffende de keuze van selectie- en gunn~ngscriteria te concretiseren, bepaalde basisgaranties op te leggen d1e tiJdens de gunningsprocedure moeten worden gerespecteerd en de voordelen van de nchtl1jn mzake rechtsmiddelen op het gebled van overhe1dsaanbestedmgen u1t te breiden tot ledere belanghebbende bij het verknjgen van een concessie. Tevens wenst het voorstel bepaalde verduideliJkingen aan te brengen betreffende de regeling voor wijzigingen van concessies 1n Uitvoering. Dit voorstel werd 1n de loop van de Deense en Cypnsche EU-Voowtterschappen ook binnen de IntraBelgische overlegfora (Federale Comm1ss1e Overhe1dsopdrachten, IEC) al besproken met inbreng van departementale VO-standpunten. In het Europees Parlement was de rapporteur Philippe Juvm (EPP). Na de Raad Concurrentlevermogen op 10 en 11 december, verspreidde het Secretariaat-Generaal van de Comm1ss1e op 20 december 2012 een n1euw document (18007/12) met een geamendeerd tekstvoorstel en een algemene aanpak. Na de amendementen van het Europees Parlement begin 2013 startten onder het Iers EU-Voorzitterschap ook voor d1t deeldossier de tnlogen d1e op 26 JUni 2013 succesvol werden afgerond. E-facturering bij overheidsopdrachten. Op 26 JUni 2013 publiceerde de Europese Commissie haar voorstel voor een nchtliJn mzake afacturering bij overheidsopdrachten (GOM (2013) 449). Dit voorstel is vergezeld van een mededeling met de v1s1e van de Europese Commissie mzake de volledige d1g1talisenng van de openbareaanbestedingsprocedure, de zogenaamde "emd-tot-emd e-aanbestedmg" E-facturenng is een belangnJke stap 1n de richting van een papierloze overhe1dsadmin1strat1e (e-government) in Europaeen van de pnorite1ten van de D1g1tale Agenda- en biedt potentieel voor aanzienliJke economische en milieuvoordelen De Commissie schat dat de overstap naar a-facturering biJ overheidsopdrachten in de hele EU kan lelden tot besparmgen van max1maal 2,3 miljard euro. In de ontwerp-nchtliJn mzake a-facturering biJ overheidsopdrachten wordt een Europese norm voor afacturering voorgesteld, waarmee naar verwachtmg de interoperabiliteit tussen de verschillende, voornamelijk nationale e-factureringsystemen zal verbeteren. Het doel IS een emde te maken aan de rechtsonzekerheid, de bUitensponge complexiteit en extra exploitatiekosten voor de marktdeelnemers, d1e momenteel verschillende systemen voor elektronische facturenng 1n de lidstaten moeten ebruiken. Z1 zal ook de Introductie van a-facturering in Europa helpen bevorderen, die nog maar bi 4 27/71
% tot 15 % van alle Uitgewisselde facturen wordt gebruikt De mededeling over e1nd-tot-e1nd aaanbestedingen plaatst de ontwerp-nchtlljn inzake a-facturering bij overheidsopdrachten 1n een bredere context en bevat het standpunt van de Europese Comm1ssie over de d1g1tailsenng van de procedures voor overheidsopdrachten De mededeling beschrijft de hUidige stand van zaken 1n verband met de Uitvoering van elektromscha aanbestedmgen en elektromscha facturenng 1n de EU, en stelt de terreinen vast waarop maatregelen moeten worden genomen om de overgang naar eind-toteind e-aanbested1ng te bewerkstelligen Daarbij gaat het om· •van e-facturenng bij overheidsopdrachten de regel maken 1n plaats van de uitzondenng, ·werk maken van normalisatiewerkzaam heden, •ontwerpen van nationale strateg1eèn voor eind-tot-eind e-aanbestedmg, •uitwisselen van goede praktijken De mededeling zal als bas1s d1enen voor eventuele toekomst1ge 1n1t1at1even mzake de verdere d1gitalisenng van de procedures voor overhe1dsopdrachten.
28/71
'~~ ~r~
Informatiefiche EU dossier
"" • ,..,,er
Dossiernaam
Horizon 2020
Datum update
26 JUni 2013
~m~@~
Offic1ele volledige naam van het dossier Kenmerk voorstel
Pakket Honzon 2020 - The Framewerk Programme for Research and Innovation
• • • • • •
Mededeling Horizon 2020 COM(2011 )808 Algemeen Besluit of Kaderprogramma COM(2011 )809- 2011/0401 (GOD) Deelnameregels COM(2011 )81 0- 2011/0399 (GOD) Spec1f1ek Programma COM(2011 )811 - 2011/0402 (CNS) EJT -Verordening COM(2011 )817- 2011/0384 (GOD) EIT Strategische Innovatie-Agenda COM(2011 )822- 2011/387 (GOD)
Datum voorstel
30 november 2011
Actoren 1n de Raad
Raad Onderzoek- lngnd Lieten (FG) Raadswerkgroep Onderzoek- Patnek Larnol (FOD Economie)
Actoren in het Europees Parlement
De Commissie ITRE Rapporteurs. -
-
Procedure m Raad en Europees Parlement
Mededeling: Kaderprogramma: RIERA MADURELL Teresa (S&D) Deelnameregels· EHLER Chnst1an (EPP) Specifiek Programma: CARVALHO Mana Da Graça (EPP) EIT -Verordemng: LAMBERTS Philippe (Greens-EFA) EIT SlA: MATJAS Mansa (GUEINGL)
Kader(lrogramma, deelnameregels en EIT: gewone beslwtvormmgsprocedure (gekwalificeerde meerderheld 1n de Raad en medebeslissingsrecht van het Europees Parlement) S[leCiflek wogramma· biJZOndere besluitvormmgsprocedure (gekwalificeerde meerderheld m de Raad)
Fase 1n de procedure Lmk prelex
1"1ez1ng COM(2011 )808 hll(l.//ec euro(la.eu/(lrelex/detail dossier real.cfm?CL -ni&Dosld-201132 COM(2011 )809: hll(l://ec euro(la eu/(lrelex/detail doss1er real cfm?CL=ni&Dosld=201135 COM(2011 )81 0: hll(l://ec.euro(la eu/(lrelex/delall dOSSier real cfm?CL=ni&Dosld=201133
29/71
COM(2011 )811: htt[l 1/ee.euro[la eu/[lrelex/detall doss1er real efm?CL-ni&Dosld=201136 COM(2011 )817. htt[l /lee euro[la eu/[lrelex/detail doss1er real cfm?CL -en&Dosld=201139 COM(2011 )822. htt[l /lee euro[la eu/Qrelex/detail dossier real efm?CL=en&Dosld=201140 L1nk Oeil
COM(2011 )808:
COM(2011 )809: htt[l.//www.euro[larl euro(la.eu/oeil/[lO[lU[ls/flehe[lroeedure do?lang=en&refere nee-2011/0401 %28COD%29 COM(2011 )81 0 htt[l.//WWW.euro[larl.euro[la .eu/oeil/[lo[lu [lS/fiehe[lroeed ure .do?referenee=20 11/ 0399%28COD 0.1>29&1g-en COM(2011 )811 htt[l://www.euro[larl.euro[la.eu/oeil/[lO[lU[lslfiehe[lroeedure.do?lang=en&refere nee=2011/0402%28CNS%29 COM(2011 )817 : htt[l://www.euro[larl.euroQa.eu/oeil/[lO[lU[lslfiehe[lroeedure do?lang=en&refere nee=2011/0384%28COD 0.1>29 COM(2011 )822 : htt[l.//www.euro[larl.euro(la eu/oeil/[lO[lU[lsiflehe[lroeedure do?lang=en&refere nee=2011/0387%28COD%29 lmpaet-assesment Comm1ss1e
Honzon 2020 IA. htt[l.//ee euro[la eu/researeh/horizon2020/[ldf/[lro[losals/horizon 2020 im[lae
t assessment annexes.[ldf IAAnnexes httQ·//ee.euro[la.eu/researeh/horizon2020/[ldf/[lrO[losals/horizon 2020 1mr1ae t assessment annexes.[ldf Samenvattmg IA' htt[l://ee euro[la.eu/governaneeilm[laeVia earried ouVdoes/ia 2011/see 201 1 1428 en.[ldf EIT IA: http://eurlex euro[la.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=SEC:2011 1433:FIN.EN:PDF Samenvatt1ng IA: htt[l//eurlex.euro[la.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?un=SEC:2011 1434:FIN:NL:PDF
Trekker
I
EWI
30/71
Betrokkene
LV, LNE, MOW, OV, WVG
Aard Intra-Vlaams overleg
Schnftelljk Vla VVPV
Betrokkenheld andere overheden
Federale overheid, Waals Gewest en Brussel Gewest
Aard 1ntra-Belg1sch overleg
CIS-CFS /IEC
Samenvatting voorstel
De Europese Commissie nam op 30 november 2011 haar voorstellen aan voor Horizon 2020, de opvolger van het Zevende Kaderprogramma voor Onderzoek en Technologische Ontwikkeling (?KP OTO). Horizon 2020 slorpt ook de 1nnovat1e-aspecten op van het Kaderprogramma voor Concurrentlevermogen en lnnovat1e (CIP), waarvan de rest een vervolg knjgt als Programma voor Concurrentlevermogen van bednjven en KMO's. De Europese Commiss1e spreekt van een breuk met het verleden in haar voorstel, en d1t omw1lle van de sterke vereenvoud1g1ng, de inclus1eve aanpak, de integratie van onderzoek en Innovatie, de directe economische stimulus d1e van het programma zal uitgaan en de naadloze Implementatie van labo tot markt d1e wordt ondersteund. De structuur van Honzon 2020 verschilt alvast van de structuur van het hUidige KP OTO. Voortaan wordt het KP OTO opgedeeld 1n drie pijlers· excelleren 1n fundamenteel wetenschappelijk onderzoek (Europese Onderzoeksraad, infrastructuur, Mane Curie, Future and Emergmg Technologies), industrieel leiderschap creëren (Key Enabling Technologies, toegang tot kapitaal, innovatie 1n KMO's) en het aanpakken van maatschappelijke problemen De Europese Comm1ss1e stelt een budget voor van ca. 80 miljard euro voor de periode 2014-2020. Daarvan zou excellente wetenschap rUim 25 milJard ontvangen, industrieel leiderschap een kle1ne 20 miljard en maatschappelijke uitdagingen ca. 35 miljard euro
Recente ontwikkelingen binnen de EUInstellingen
In de loop van 2012 bereikte de Raad gedeeltelijke algemene benaderingen rond het Kaderprogramma, de Deelnameregels en het Specifieke Programma, de EIT-Verordemng en de EIT-Strategische Innovatie-Agenda. D1t was het startschot voor het Iers EU-Voorzitterschap om in de eerste helft van 2013 de onderhandelingen met het Europees Parlement aan te gaan Op 25 juni 2013 werd een voorlop1g akkoord bereikt dat evenwel nog door lidstaten 1n de Raad moet worden aanvaard Het akkoord omvat volgende elementen· het financieringsmodel van de Raad blijft behouden (i.e. geen opt1e voor zogenaamde "full cast accounting" of de terugbetaling van werkelijk gemaakte indirecte kosten, zoals gevraagd door het Europees Parlement), een pilootinstrument Fast Track to lnnovat1on, dat is een mstrument dat gencht is op het versneld naar de markt brengen van innovaties, meer ZIChtbaarheld en een apart budget voor de onderdelen 31/71
"W1dening Partc1pat1on" (verbreden van de deelname aangez1en 95% van de mlddelen momenteel naar de EU-15 gaat) en "Science w1th and for Society" (soc1ale en menswetenschappen), oormerking van middelen voor het KMO-mstrument, toevoegen van een actiVIteitenliJn rond gemtegreerde benadenng van mant1em onderzoek; Europees Instituut voor Innovatie en Technologie opnchtmg van KICs (Knowledge & lnnovat1on Commumties) 1n 3 golven van 2 KICs (2014-2016-2018) 1n plaats van twee golven van dne KICs (20142018). Tijdens de eerste helft van 2013 werd ook het budget voor Henzon 2020 duideliJk In plaats van de voorgestelde 80 milJard euro, zal 70,2 milJard euro beschikbaar zijn voor Henzon 2020 Als bas1s voor de onderhandelingen, werd van elke budgetliJn 1/8° afgetrokken (de zogenaamde pro rata vermindenng) De daaropvolgende aanpassingen waren van relatief kle1ne aard In de eerste piJler werd het Mane Cune-programma verhoogd ten nadele van de Future and Emerging Technolog1es. In de tweede piJler werd een lichte verhoging genoteerd voor 1ndustrièle technolog1eén, ten nadele van de fmancièle instrumenten Onder maatschappelijke uitdagingen noteren we een verhoging van de u1tdag1ngen energie en klimaat, ten koste van de andere maatschappelijke uitdagingen. ~·
1
GEVOLGEN VOOR VLAANDEREN "
,
ldent1f1cat1e Vlaams belanghebbenden
Onderzoeksinstellingen, umvers1te1ten, bedriJven
Gevolgen voor Vlaamse regelgeving
Geen aanpassing voorzien.
.
.
' STANDPUNT VOOR VLAANDEREN Globaal standpunt
Vlaanderen heeft 1nput geleverd voor het Belgische ambtelijke standpunt over het voorstel rond Henzon 2020 Volgende elementen werden onder meer verwelkomd· de aanzienlijke verhoging van het totaalbudget, de gemtegreerde en brede benadenng van 1nnovat1e, de nadruk op technologles ),
ondersteunende
technologieën
(key
enabling
excellentie als voornaamste critenurn, de vereenvoud1g1ng van KMO-deelname, de nadruk op maatschappelijke uitdagingen, de verdere ontwikkeling van f1nanc1éle instrumenten onder de piJler "lndustneel Leiderschap", vereenvoudiging, met name de umeke set van regels, vereenvoudigde boekhoudkundige methodes, minder controle en audit.. De aanpak van het Iers EU-Voorzitterschap was het bewaren van het sterk vereenvoudigd f1nanc1eringsmodel van de Raad in rUil voor toegevmgen op de andere belan rïke elementen van het Europees Parlement, zoals het 32/71
verbreden van de deelname Vlaanderen had liever een andere aanpak gez1en, maar stond ter zake m de mmderhe1d Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Het 1n1t1ele ambtelijke standpunt vermeldt onder meer volgende bezorgdheden
-
het gebrek aan een duideliJke argumentatle voor de budgetverdeling, het ontbreken van de mogelijkheid voor verenigingen zonder winstbejag om de volledige kosten te worden terugbetaald,
-
het lage budget dat aan Mane Cune acties wordt toegekend,
-
het gebrek aan duidelijke complementariteit tussen Honzon 2020, het Cohesiebeleid en het Programma voor het Concurrentlevermogen van KMO's en Bednjven (COSME)
het gebrek aan coordmat1e tussen Horizon 2020 en Gezamenlijke Programmenng,
Het lijkt alvast dat het Europees Parlement vrij veel wt de onderhandelingen heeft weten te slepen Behalve op het punt van het fmancienngsmodel, scoort het mm of meer op alle andere belangrijke punten.
Informatiefiche EU dossier
33/71
,D
'~
;r...:
,_.Sf Jt I'UIICT
Dossiernaam
Erasmus + (oorspronkelijke benaming in het Commissievoorstel· Erasmus voor iedereen)
Datum update
26 JUni 2013
~m~ Officièle volled1ge naam van het doss1er
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van "Erasmus voor Iedereen" Het programma van de Ume voor onderwiJS, beroepsopleiding, Jeugd en sport Opmerking· met het Europees Parlement werd 1nm1ddels een akkoord bereikt over een meuwe benammg voor het programma: "Erasmus+"
Kenmerk voorstel
COM/2011/788 definitief- 2011/0371 (COD)
Datum voorstel
23 november 2011
Actoren m de Raad
Het voorstel wordt besproken 1n de Raad OnderwiJS, Jeugd, Cultuur en Sport waar de Duitstalige Gemeenschap tiJdens het L1touws EU-Voorzitterschap het woord voert voor Belgie voor d1t agendapunt.
Actoren m het Europees Parlement
Bevoegde Commissie: Cultuur Rapporteur
-
Doris Pack (EEP), aangeduid op 24 januan 2012
Procedure 1n Raad en Europees Parlement
Gewone wetgevende procedure
Fase in de procedure
Goedkeunng akkoord triloog op 26/06/2013
Link prelex
htli:!.l/ec eurol:!a.euil:!reJex/detaiJ dossier reaJ.cfm?CL=en&Dosld=201 095
Link Oeil
hit!:! //www.eurol:!arl.eurol:!a.eu/oeili!:!OI:!U!:!Siflchel:!rocedure.do?Jang=en&referen ce=2011/0371{COD)
Jmpact-assesment Comm1ss1e
Trekker
htli:!://ec.eurol:!a eu/education//erasmus-for-all/doc/iml:!act1 en.1:1df
1 av
34/71
Betrokkene
CJSM-WSE-EWI
Aard 1ntra-Vlaams overleg
Structureel overleg met CJSM en ad hoc raadpleging van andere actoren
~@?~~ Betrokkenheid andere overheden Aard 1ntra-Belg1sch overleg
Samenvatting voorstel
Franse en Duitstalige Gemeenschap Intra-Belgische cobrdinatievergadenngen voor elke raadswerkgroep DGE voor Raad
Het voorstel van verordenmg voor de instelling van een meuw programma voor onderwiJS, jeugd en sport voor de penode 2014-2020 dat de Europese Comm1ss1e op 23 november 2011 heeft voorgesteld aan Europese Raad en het Europees Parlement als Erasmus for A/1/Erasmus voor iedereen, mag gez1en worden als de opvolger van zowel het programma Een leven lang leren, Jeugd in Actie alsook van de miernationale onderwijsprogramma's zoals Erasmus Mundus en Tempus Erasmus + zoals het programma UileindeliJk zal heten, heeft evenwel een ingrijpend andere architectuur dan de programma's van de vorige generatle (2007-2013). Bas1s voor de indeling 1n grote acties IS niet meer - zoals voorheen - het onderwiJS-of opleidmgsniveau of doelgroep. maar wel op bas1s van het type van de actie. De acties worden voortaan opgedeeld 1n dne categoneen ( 1) individuele leermob11iteit, (2) samenwerking voor 1nnovat1e en goede praklijken en (3) steun aan hervormingen in het beleid. Onder elk van deze types van acties kunnen sub-acties hun plaats vinden d1e betrekking hebben op een bepaalde doelgroep
De Europese Comm1ss1e stelde een budget van 19 milJard euro voor Dit betekent een stijging van biJna 70 % 1n vergelijking met het budget van de programma's van de vonge generat1e. Recente ontwikkelingen binnen de EUInstellingen
De Raad onderwiJS bereikte op 11 mei 2012 een gedeeltelijke algemene benadenng. De Commissie Cultuur en Onderwijs van het Europees Parlement bereikte een akkoord op 27 november 2012 De Raad en het Europees Parlement bereikten een akkoord op 26 JUni 2013 op COREPER. Het def1mtief akkoord zal volgen nu er een globaal akkoord 1s over het MeerJang Financieel Kader van de EU
~~~ ldent1f1catie Vlaams belanghebbenden
De Vlaamse onderwijs- en jeugd sector, alsook actoren act1ef in de (recreatieve) sport.
35/71
Gevolgen voor Vlaamse regelgeving
Vlaamse co-f1nanc1enng van bepaalde act1es d1e onder het programma georganiseerd zullen worden Organisatie van (een) Vlaams(e) agentschap(pen) voor de uitvoenng van het programma.
Globaal standpunt
Vlaanderen verwelkomt het bereikte akkoord tussen de Raad en het Europees Parlement H1erb1J werd het programma omgedoopt tot Erasmus + Met het behoud van de vroegere benam1ngen u1t het huidige 'Een Levenlang Leren programma'. Erasmus. Comenius, Grundtv1g en Leonardo, alsook de aparte lUlken voor Jeugd (Jeugd in Act1e) en Sport is de zichtbaarheid van en de toegankeliJkheld voor de spec1f1eke doelgroepen en sectoren (biJvoorbeeld leerphchtonderw1js, volwassenenvorming en Jeugdwerkorgamsatles en Jeugdbeleid, sportsector) beter gewaarborgd dan m het oorspronkeliJk voorstel van de Europese Commissie Tevens is er een aparte budgetlijn voor Jeugd (10%) en bestaat de mogeliJkheld dat het Programmacomité ook kan vergaderen rond 'sector 1ssues'.
Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Met het oog op de 1mplementat1e van het programma IS het af te wachten hoe de fmanc1ele enveloppe voor Belg1é er zal uitzien. Nadien moet dan IntraBelgisch bekeken worden hoe de onderverdeling per gemeenschap en per sector zal gebeuren
Informatiefiche EU dossier 36/71
·~ ;r...: ,b
'•UT .11
'
,_trrcr
Dossiernaam
Kaderprogramma Creatief Europa
Datum update
24 JUni 2013
~m~ Off1ciéle volledige naam van het dOSSier
Voorstel voor een verordemng van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma Creat1ef Europa
Kenmerk voorstel
COM/2011/0785 def1n1t1ef- 2011/0370 (GOD)
Datum voorstel
23 November 2011
Actoren 1n de Raad
Het voorstel wordt besproken 1n de Raad Audiovisuele zaken waar de Franstalige minister Fad1la Laanan het woord voert voor Belgie tijdens het Iers EU-Voorzitterschap. In de raadswerkgroep AudiOVIsuele Zaken wordt Belgie vertegenwoordigd door de Franstalige attaché Pauline François.
Actoren 1n het Europees Parlement
Bevoegde EP-commissie. GULT
Procedure
Gewone wetgevingsprocedure
Fase 1n de procedure
1elezlng
Link prelex
httQ.//ec.euroQa.eu/Qrelex/detall dossier real cfm?CL=en&Dosld=201092
Link Oe1l
httQ://www.euroQarl.euroQa.eu/oelliQOQUQSificheQrocedure.do?lang=en&refere nce-2011/0370(COD)
lmpact-assesment Comm1ss1e
httQ'//WWW.IQex.eu/IPEXL-WEB/dossier/files/download/082dbcc533b5ff4d 0133da10317003ca.do
Trekker
CJSM
Betrokkene
RWO, EWI
Rapporteur. Silv1a Costa (S&D)
37/71
Aard Intra-Vlaams overleg
PLINT (Platform INTernationaal overleg) CJSM VL-EUROP-verzendlijst
.
..
·.~@lil~~ ~ --~-< ~ '
--
Betrokkenheld andere overheden Aard 1ntra-Belg1sch overleg
-
-
-
-
"'•
,tl.: }.!
'
,,
-
..:.
''
~ • ~~r.~ ~ ~ "'·~
...
;~.;:·:
~~··-
l;'~,..
l
'•
,-
'
--:~ ·'
'
'
; '. ·~"'~"f. - •;rf~ ,, 1 ' •t
' ' ,. :l'·
r·:
Franse en Duitstalige Gemeenschap Intrabelgische verzendlijst Intrabelgische coórdmat1evergadermgen voor elke raadswerkgroep DGE voor Raad
Samenvatting voorstel
Het kaderprogramma "Creatief Europa" (binnen het Meerjang Fmancieel Kader (MFK) 2014-2020) gaat om een voorstel voor opvolger van het hu1dige Cultuur- en het MEDIA-programma. Zoals aangekondigd zal dit kaderprogramma dne grote piJlers bevatten: een pijler "cultuur" (opvolger van het hU1d1ge Cultuurprogram ma); •
een pijler "MEDIA" (opvolger van het huidige MEDIA-programma);
•
een meuwe pijler voor ter ondersteunmg van de culturele en creat1eve sectoren.
Waar de eerste twee piJlers mm of meer traditionele 'subs1d1e-instrumenten' blijven, IS de derde pijler een garantiefaciliteit biJ de Europese lnvestenngsbank dat als hefboom moet d1enen om de toegang tot kapitaal te vergemakkelijken voor culturele en creat1eve ondernemers Recente ontwikkelingen binnen de EUInstellingen
Het voorstel is door de Europese Commiss1e voorgesteld tiJdens de Raad Cultuur van 29 november 2011 In de loop van 2012 werd in twee fasen een partlal general approach bere1kt in de Raad In een eerste fase onder Deens EU-Voorzitterschap werd over alle inhoudelijke elementen een akkoord bere1kt behalve over de nieuwe PIJler (garantiefaciliteit voor de Culturele en Creatieve Sectoren) In een tweede fase, onder Cypnotisch voorzitterschap werd ook over deze garant1efac11iteit een akkoord bereikt tussen Lidstaten. De 'part1al general approach' overspant het grootste deel van de tekst Enkel de passages over het budget werden UI! de 'part1al general approach' gehouden omdat ze te sterk gelinkt zijn aan de budgettaire onderhandelingen binnen het Meerjarig Financieel Kader Het Europese Parlement keurde op 18 december 2012 haar ontwerprapport goed in de Comm1ss1e Cultuur Het Iers EU-Voorzitterschap heeft de tnlogen gevoerd en op 21 JUni 2013 een compromistekst aan CDREPER voorgelegd met het oog op een princ1p1eel akkoord. Van zodra de f1nanc1éle enveloppe voor het programma bekend 1s en de verdeling van deze enveloppe binnen het programma 1s vastgelegd op bas1s van de 1n het compromis vervatte bepalingen, zal de gebruikelijke bnef aan de voorz1tter van de Commissie Cultuur van het Europees Parlement verstuurd worden.
38/71
Identificatie Vlaams belanghebbenden
De Vlaamse culturele en creatieve sectoren in brede z1n (zowel marktgenchte als met-marktgerichte spelers, Inclusief de Vlaamse filmsector en gammg bednjven)
Globaal standpunt
Vlaanderen gelooft 1n de kracht van de culturele en creat1eve sectoren. Zowel op maatschappeliJk als op econom1sch vlak Daarom ondersteunt Vlaanderen het door de Europese Commissie voorgestelde budget voor dit programma b1nnen het MeerJang F1nanc1eel Kader. Vlaanderen steunde het compromis dat door het Deense en Cypnot1sch EUVoorzitterschap werd bereikt
Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Het voorgestelde budget voor Creatief Europa IS klem 1n vergeliJking met de andere Uitgavenrubrieken van de Europese meerJarenbegroting, en de mlddelen worden verdeeld over relat1ef kle1ne proJecten. Budgetverlagmgen worden daarom erg hard gevoeld op het terrein Bovendien betekenen de voorgestelde acties voor Belg ie duideliJk een meerwaarde. Toch pleiten enkele lidstaten voor een bespanng op Creat1ef Europa HierbiJ komt het budget van de n1euwe garantiefaciliteit voor de creatieve sector, goed voor ruim 200 miljoen euro in het vizier. Voor Vlaanderen houdt dil mstrument echter mogelijks meuwe kansen In.
39/71
'~~ 1r~
Informatiefiche EU dossier
Nn 11 'U'tn
Dossiernaam
Werkgelegenheidspakket: naar een banenriJk herstel
Datum update
28juni2013
~m~@~
Off1c1ele volledige naam van het dOSSier
Mededeling van de Comm1ss1e aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Soc1aal Com1té en het Comité van de Reg1o's: Naar een banenrijk herstel
Ken merk voorstel
COM(2012) 173 final
Datum voorstel
18 april 2012
Actoren 1n de Raad
Raad EPSCO - Werkgelegenheld en Soc1ale Zaken federaal m1mster Momca DeConmck Raadswerkgroep Soc1ale Vraagstukken waann de federale attaché het woord voert en waarbiJ de Vlaamse attaché aanwezig z1jn.
Actoren in het Europees Parlement
Comm1ss1e Werkgelegenheid en Sociale Zaken
L1nk prelex
htt(l·lfec euro(la.eui(lrelexldetail doss1er real.cfm?CL=ni&Dosld=199904
Link Oeil
htt(l//www.euro(larl.euro(la.eu/oeil/(lo(lu(lslfiche(lrocedure.do?reference =20 12/264 7( RSP)&I=en#basiclnformation
lmpact-assesment Comm1ss1e
N1et van toepassing
Trekker
WSE
Betrokkene
OV, WVG, CJSM, LNE, BZ
40/71
. ' '
Betrokkenheld andere overheden
~l· .,. >U
Federale overheidSdienst werkgelegenheid, abe1d en soc1aal overleg (FOD WASO), Kabmet federaal m1n1ster De Coninck, Serv1ce Public de Wallon1e, Admm1strat1on régionale de I'Empl01, Kabmet minister Antoine, FOREM MiniSterie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Adm1mstrat1e Econom1e en Werk, Kabinet m1nister Cerexhe, ACTIRIS
Aard 1ntra-Belg1sch overleg
DGE- voorbereiding EMCO (FOD WASO)
Samenvatting voorstel
Deze belaidsmededeling tracht de werkgelegenhe1dspnonte1ten van de jaarlijkse groeianalyse aan te vullen met beleidsnchtsnoeren op de mlddellange .termiJn op grond van de werkgelegenheldsdoelstellingen van Europa 2020 ZIJ bouwt voort op de werkgelegenheldsnchtsnoeren, stelt act1es vast en komt tegemoet aan de oproep van de Europese Raad om het n1euwe economisch bestuur te ondersteunen met een nauwere mon1tonng van het werkgelegenhe1ds- en soc1aal beleid op die gebieden waar d1t van 1nvloed kan zijn op de macro-economische stabiliteit en groe1. Deze mededeling gaat vergezeld van negen werkdocumenten, waarvan twee d1scuss1enota's: •
Trends en u1tdag1ngen op de arbeidsmarkt (analysedocument);
•
Een kwaliteitskader voor stages (discussienota);
•
Uitvoenng van het 1n1t1atief "Kansen voor Jongeren"· eerste genomen stappen (voortgangsverslag), Benutting van het werkgelegenhe1dspotent1eel van groene groei, Benutting van het werkgelegenhe1dspotentieel van ICT's; Een actieplan voor de gezondheidswerkers 1n de EU;
•
Arbeidskrachten 1n huishoudelijke d1ensten (d1scuss1enota);
•
Open, dynamische en inclusieve arbeidsmarkten (evaluatie van het begrip flex1zekerheid)
In ZIJn geheel draagt dit werkgelegenheidspakket niet alleen biJ tot de u1tvoenng van het vlaggenschipinitiatief van Europa 2020 mzake "N1euwe vaardigheden en banen", maar helpt het ook om v1a synergie betere resultaten te boeken biJ de u1tvoenng van andere vlaggenschipinitiatieven De Europese Commissie stelt in de mededeling beleidsnchtsnoeren voor biJ de ondersteuning van de creatie van banen in de groene economie, de gezondheids- en de ICT -sectoren, en de hervorming van de arbeidsmarkt Verder geeft de Europese CommiSSie de stappen aan om de slechte afstemming van vraag en aanbod op het gebled van vaardigheden aan te pakken en de arbeidsmobiliteit te verbeteren door het wegnemen van de obstakels d1e een echte Europese arbeidsmarkt obstrueren en door de hervorming van de EURES-dienstverlening. Tenslotte legt het pakket de nadruk op de hechte band tussen het beleid en de financiële Instrumenten van de EU (zoals het Europees Sociaal Fonds (ESF)) biJ de ondersteuning van de prionteiten en hervormmgen 1nzake werkgelegenheld 1n de lidstaten.
41/71
;
Recente ontwikkelingen binnen de EUInstellingen
Tijdens ZIJn Zllllng op 4 oktober 2012 nam de EPSCO-Raad conclus1es aan over "naar een banennjk herstel en betere kansen voor Jongeren" d1e de belangnJkSte elementen u1t het werkgelegenhe1dspakket overnemen met een focus op JOngeren Uit het werkgelegenhe1dspakket werden mmiddels ook een aantal acties door de Europese Comm1ss1e gerealiseerd zoals o.a het EUvaardlgheidspanorama (d 1 een webs1te met kwan111a11eve en kwahtat1eve gegevens over vaard1ghe1dsbehoeflen op korte en mlddellange termiJn, over het aanbod aan vaardigheden en over d1screpanl1es tussen vraag en aanbod van vaardigheden), de lancenng van het Europees vaard1ghe1dspaspoort, de aanzet tot de hervorming van het EURES-netwerk (Europese d1ensten voor arbe1dsvoorz1enmg) in de nchtmg van een omvattend Europees werkgelegenhe1dsinstrument dat op de doelstellingen van Europa 2020 is afgestemd. Het Litouws EU-Voorzitterschap zal eveneens een paar doss1ers uit dit pakket behandelen: het voorstel van nchiiiJn over de toepass1ng van het recht op VriJ verkeer van werknemers en een voorstel van beslUlt over de versterkte samenwerking onder de openbare diensten voor arbeidsvoorziemng (benchmarkmg, 1dentif1ceren van goede praktijken) Op 5 december 2012 lanceerde de Europese Comm1ssie het Jeugdwerkgelegenheldspakket met de overkoepelende mededeling "Jongeren aan het werk helpen" (COM (2012) 727 fmal). D1t pakket bevat onder meer twee act1es d1e de Europese Commissie vooropstelde m het Werkgelegenhe1dspakket, met name de Indiening van: 1) een voorstel voor een aanbeveling van de Raad Inzake Jeugdgarantles en 2) verdere stappen in de richtmg van een voorstel voor aanbeveling over een kwaliteitskader voor stages Voor dil laatste IS er eerst een raadpleging van de Europese soc1ale partners Verder kondigt het pakket een Europees Verbond voor leerplaatsen aan om de kwaliteit en het aanbod van beschikbare leerplaatsen te verbeteren De Europese Raad van 13 en 14 december 2012 riep de Raad op onverwiJld aandacht te schenken aan de voorstellen in dit pakket, met name met het oog op de aanneming, begin 2013, van de aanbeveling over een Jeugdgarantle. Op de EPSCO Raad op 28 februan 2013 werd een politiek akkoord bereikt over de aanbeveling over een jongerengarant1e. Doel van de jeugdgarantie IS te garanderen dat alle jongeren tot 25 Jaar b1nnen vier maanden nadat ZIJ het formele onderwiJS hebben verlaten of werkloos geworden ZIJn, een goede baan, voortgezet onderwijs/ople1dmg, een plaats in het leerlingstelsel of een stage aangeboden krijgen De laatste maanden staat de JOngerenwerkgelegenheld hoog op de Europese poht1eke agenda. Op de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013 werd beshst het JeugdwerkgelegenheldSm1tial1ef op te nchten, d1! is een Europees Fonds van 6 miljard euro (waarvan 3 milJard euro Uil het ESF) om m het biJzonder de 1nvoenng van de jongerengarantie financieel te ondersteunen 1n het bijzonder 1n NUTS 2 reg1o's waar de jeugdwerkloosheld hoger IS dan 25% TIJdens het debat op de EPSCO Raad op 20 juni 2013 vroegen de hdstalen dit bedrag van 6 milJard euro vervroegd uit te keren zodat deze middelen in 2014 en 2015 worden toegewezen in plaats van gedurende de zevenJange looptijd van het MFK De beslissing daartoe werd genomen op de Europese Raad van 27 en 28 jum 2013. Naast de besprekingen van praklijkvoorbeelden van de aanpak van de jeugdwerkloosheld in de lidstaten kwam ook de mededeling van de Comm1ss1e van 19 juni 2013 "Samen aan de slag voor de JOngeren in Europa - Een oproep tot actie ter beslnjdlng van Jeugdwerkloosheid" er aan bod Ondertussen nemen een paar lidstaten 1nil1al1even om 1deeën uit te wisselen 42/71
over de bestriJding van de Jeugdwerkloosheid: M1mstenële vergadenng 1n Madnd op 19 jum 2013, een Rondetafel 1n Berlijn op 3 JUli 2013 De "sense of urgency" is duidelijk aanwez1g Op 2 JUli 2013 vmdt een lanceringsconferent1e plaats 1n Leipzig over de Europese Alliantie voor leerlingstelsels, een van de act1es uit het Jongerenwerkgelegenhe1dspakket. Het Litouws EU-Voorzitterschap is van plan de politieke aandacht vast te houden voor de uitvoenng van de jongerengarantie en voorziet op de agenda van de Informele EPSCO Raad van 11-12 Juli 2013 1n V1lmus een bespreking over werkplekleren (stages, leerllngstelsels, duale leersystemen)
ldenllf1calle Vlaams belanghebbenden
Burgers: werkzoekenden, werknemers, jongeren Overheden Departement WSE, Kabmet Werk, Kab1net Soc1ale Econom1e, Departement Onderw1js en Vorming, VDAB, Syntra Vlaanderen, Vlaams ESFAgentschap, SERV, Vlaamse onderwiJSverstrekkers Soc1ale partners
Gevolgen voor Vlaamse regelgeving
N1et van toepassing
STANDPUNT VOOR VLAANDEREN Globaal standpunt
Met het oog op het terugdnngen van de jeugdwerkloosheld voorz1et het meuwe loopbaanakkoord dat jongeren d1e een aantal begele1d1ngs- of lijdelijke traJecten hebben doorlopen, u1lemdelijk geleid worden naar duurzame tewerkstelling v1a duurzaamhe1dstrajecten De VDAB zal ook max1maal inzetten op werkplekleren met het oog op de toeleiding naar knelpuntberoepen. De eerste stappen worden gezet naar een kwalificatieplicht en werkervanngsgarant1e voor de hele groep van engekwalificeerde schoolverlaters Daarnaast zullen de jonge werkzoekenden door de VDAB aangemoedigd worden om hun JObdoelwil Uil te bre1den naar banen die hun tewerkstelllngskansen verhogen mdien ZIJ Ingeschreven ZIJn voor beroepen waar weinig vraag naar 1s op de arbeidsmarkt. Extra aandacht zal gaan naar de stedelijke aanpak van de jeugdwerkloosheld Het loopbaanakkoord maakt ook van de hervorming van de loopbaand1enstverlemng een prionte1t. In de loop van 2012 werd een meuw kader externe loopbaanbegeleiding voor werkenden uitgetekend Vlaamse werkenden kunnen vanaf 1 JUli 2013 tegen een betaalbare prijs loopbaanbegeleiding kunnen knJQen. Bedoeling is dat werknemers d1e cheque kunnen aankopen biJ de VDAB De Invoering van een loopbaancheque kadert 1n het opzet om werkenden meer dan vandaag te laten nadenken rond hun loopbaan. Begin 2013 zullen vooral lnll1al1even gepland worden om de wijzigmgen 1n het loopbaanlandschap voor de bas1sd1enstverlemng zo vlot mogeliJk te laten verlopen.
Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Knelpunten op de Vlaamse arbeidsmarkt omvatten: •
het fenomeen van de blijvend hoge engekwalificeerde Uilstroom uit onderwiJS en opleiding, en de lage part1c1pal1e aan levenslang leren;
•
de vaststelling dat een aantal vacatures lange liJd of zelfs niet Ingevuld geraken (m1smatch op de arbeidsmarkt)
Ook in Vlaanderen z1en we als oevoiQ van de demoQraflsche evolutie 43/71
dezelfde tendensen als deze aangehaald in het actlepfan van de Europese CommiSSie, met name het ontstaan van (dreigende) tekorten in bepaalde beroepscategoneén in de zorgsector (verpleegkundigen en verzorgenden, opvoeders in de sector van personen met een hand1cap en kinderverzorgsters) Daarom nam bevoegd m1n1ster Jo Vandeurzen 1n 2010 reeds het 1nlt1atief om een act1eplan ter bevordenng van de werkgelegenheld 1n de zorgsector op te stellen ('Werk maken van werk 1n de zorgsector') Hienn worden in1t1atieven voorgesteld gericht op de Instroom, doorstroom en retentie.
44/71
'~i
jr~
Informatiefiche EU dossier
l'AIJ lf. .,l!frCT
Doss1ernaam
Een andere kijk op onderwijs
Datum update
26 JUni 2013
~m~ Officiele volled1ge naam van het dossier
Commumcat1e "Een andere kijk op onderwiJS"
Kenmerk voorstel
COM (2012) 669 f1nal
Datum voorstel
20 november 2012
Actoren 1n de Raad
De Raad OnderwiJS zal tijdens het L1touws EU-Voorzitterschap de thema's uit de communicatie en bijbehorende stafdocumenten 1n ZIJn agenda blijven opnemen en ook reageren op de vervolgcommunicaties van de Europese Comm1ss1e over respectieveliJk "Opemng up Educat1on" en de internat1onalisenng van het hoger onderwiJS d1e in de loop van 2013 worden gepubliceerd
Actoren in het Europees Parlement
I
Procedure 1n Raad en Europees Parlement
Niet wetgevend
Fase 1n de procedure
I
L1nk prelex
I
Link Oe11
I
lmpact-assesment Comm1ss1e
I
Trekker
ov
Betrokkene
WSE, CJSM, EWI, LNE
45/71
Aard Intra-Vlaams overleg
Ad hoc raadpleg1ng van andere bele1dsdomeinen
Betrokkenheld andere overheden
Franse en DUitstalige Gemeenschap, Waals en Brussels Gewest
Aard Intra-Belgisch overleg
Intra-Belgische coordinallevergadenngen voor elke raadswerkgroep DGE voor Raad
Samenvalling voorstel
Deze mededeling doet bele1dsaanbevellngen aan de lidstaten op het geb1ed van basisvaardigheden, ondernemerschap, d1g1tale e-geletterdhe1d, mediageletterdheld en meertaligheld met het oog op het behalen van de EUbenchmark voor betere prestalles op het gebled van lezen, w1skunde en wetenschap Eén en ander zal biJdragen tot betere arbeidskansen, het concurrentlevermogen en de interculturele dialoog door transversale sleutelcompetentles te st1muleren in het kader van het bele1d voor een leven lang leren De commun~cat1e situeert z1ch in de eerste plaats onder het vlaggenschip 'N1euwe vaardigheden voor nieuwe banen', maar ook onder 'Jeugd 1n beweging', 'Digitale agenda' en 'de Innovatie Un1e'
Een andere kijk op onderwijs vraagt om een IngriJpende verandering 1n onderwiJS, met meer aandacht voor leerresultaten, 1.e. de kennis, vaardigheden en competentles die verworven worden 1n het leerproces Om ervoor te zorgen dat onderwiJS beter Inspeelt op de behoeften van de lerenden en de arbeidsmarkt moeten beoordelingsmetheden aangepast en gemoderniseerd worden. Het gebruik van ICT en open onderwijsmiddelen (OER's) moet grootschaliger worden 1n alle leeromgevingen. Leerkrachten moeten hun e1gen vaardigheden onderhouden door regelmatige bijscholing. Met de strategie worden lidstaten ook verzocht om de banden tussen onderwijs en werkgevers aan te halen, het ondernemerschap de klas binnen te brengen en jongeren te laten proeven van het beroepsleven door meer ople1d1ng op de werkplek. De Europese OnderwiJSminiSters worden ook aangemoedigd om hun samenwerking te vergroten inzake opleiding op de werkplek op nationaal en Europees n1veau. In september 2013 zal de Europese Comm1ss1e een vervolgcommunicatie publiceren over "Openmg up educat1on". Daann zal ZIJ act1es voorstellen voor de promotie van ICT en open onderwijsmiddelen (OER's) 1n alle leeromgevingen als middel om zowel excellentie als gelijke kansen te bevorderen In juli 2013 zal de Europese Comm1ss1e een vervolgcommunicatie over de 1nternal1onallsering van het hoger onderwijs publiceren. Daarin zal ZIJ de blik nchten op de pos1!1onering van het Europees hoger onderwijs. Focus zal daarbij gencht ZIJn op moblillelt van studenten en docenten, de internat1onallsenng van de curncula en het gebruik van ICT en open onderwiJSmlddelen, alsook op de promotie van de e1gen EU transparanllelnslrumenten, zoals het U-mult1ranksysteem Recente ontwikkelingen
Z1e hoger· actoren 1n de Raad
46/71
b1nnen de EUInstellingen
Identificatie Vlaams belanghebbenden
Vlaamse ople1d1ngsverstrekkers en lerenden
Gevolgen voor Vlaamse regelgevmg
Mogelijke aanpassingen van beleid voor onderw1js en beroepsopleiding functie van de Europese strategie
Globaal standpunt
1n
Met betrekking tot de koepelmededeling verwelkomt Vlaanderen de aandacht van de nieuwe communicatie voor leerresultaten (learning outcomes) in relatle tot het vaardighedendebat, maar wenst dat de bij de implementatie van de voorgestelde millalleven rekemng wordt gehouden met het geheel van doelstellingen u1t het e1gen werkprogramma van de Raad Onderwijs· Educallon and Training 2020 d1e breder Zijn dan het perspectief van het Europees semester De thema's van de aangekondigde meuwe communicaties over "opening up educat1on" en de 1nternationalisenng van het hoger onderwijS zijn reeds stev1g verankerd 1n het Vlaams, Europees en miernationaal onderwiJsbeleid Vlaanderen kijkt dus met belangstelling uit naar de meuwe initiatieven van de Europese Commissie om de themat1ek hoog op de EU agenda te plaatsen
47/71
.~~ i(.A:
Informatiefiche EU dossier
'UT ....... C'J
Doss1ernaam
Beperking van emissies die ontstaan door de impact op het indirect landgebruik
Datum update
2 juli 2013
Officiele volledige naam van het dOSSier
Voorstel van de Europese Comm1ssie tot wijziging van de richtliJn 98/70/EG met betrekking tot de kwaliteit van benzine- en dieselbrandstoffen en tot wijziging van de nchtliJn 2009/28/EG met betrekking tot de ondersteuning van energ1e uit hernieuwbare bronnen
Kenmerk voorstel
COM(2012)595
Datum voorstel
17 oktober 2012
Actoren in de Raad
Raad Energie met betrekking tot de WIJZigingen aan de nchtl1jn hermauwbare energ1e met staatssecretans Wathelet als Belgische woordvoerder Raad Milieu met betrekking tot de WIJZigingen aan de richtlijn brandstofkwaliteit met Vlaams mimster Joke Schauvl1ege als Belg1sche woordvoerder. Omdat er twee filières biJ betrokken ziJn, wordt het doss1er op het niveau van de raadswerkgroep behandeld in een ad hoc raadswerkgroep.
Actoren 1n het Europees Parlement
Commissie ENVI Rapporteur: -
Connne Lepage
Procedure 1n Raad en Europees Parlement
Medebesl1ss1ngsprocedure
Fase 1n de procedure
1• lezing
Lmk prelex
http.//ec.europa.eu/prelex/detail dossier real cfm?CL=ni&Dosld=202037
Link Oeil
http.//www.europarl europa.eu/oeil/popups/ficheprocedure.do?lang=en&referen ce=2012/0288(C0Dl
Impact-assasment
http.//ec.europa.eu/energy/renewables/biofuels/land use change en.htm
48/71
CommiSSie
Trekker
LNE
Betrokkene
LV EWI
Betrokkenheld andere overheden
FOD Leefmilieu (mstrumenten b1obrandstoffenbele1d) en FOD Econom1e
Aard mtra-Belg1sch overleg
DGE (Belgische pos1l1es werden goedgekeurd m Januari, apnl en JUni 2013)
'
,INHOUD
Betrokkenheld van gewestelijk bele1d op het vlak van energ1e, milieu, klimaat, landbouw, mnovatie en 1nternat1onale relaties
Ad hoc werkgroep van de f1lières energ1e (Enover) en m11ieu (CCIM), d1e openstaat voor experten van andere bele1dsdome1nen In me1 2013 kwam een Belgische pos1t1e tot stand op het mveau van deze werkgroep. '
~
'
. ·'· . •
Samenvatting voorstel
.
'
Context
De richtlijn hernieuwbare energie 2009/28/EG bevat onder andere een bindende doelstelling voor de lidstaten om tegen 2020 het aandeel van hermauwbare energie in transport te verhogen tot m inslens 10% Als hermauwbare energ1e voor transport komen biobrandstoffen en elektnc1te1t en waterstof (be1de opgewekt Uit hermauwbare energiebronnen) m aanmerking Om te kunnen bijdragen tot het behalen van de doelstelling moeten de biobrandstoffen voldoen aan een aantal duurzaamheidscnteria. Er is ook een richtlyn brandstofkwaliteit 2009/30/EG d1e voor transportbrandstoffen een BKG-reductiedoelstelling oplegt van 6% tegen 2020. Blobrandstoffen d1e hiervoor gebru1kt worden moeten aan dezelfde duurzaamheidsentaria voldoen als 1n de nchlliJn hermauwbare energ1e Problemattek
De voorb1je Jaren werd vanUit de academische wereld, door NGO's en ook vanUit de VN toenemende knhek geuit op het beleid voor de bevordering voor biobrandstoffen. EnerziJds omdat de duurzaamheidscritena geen rekemng houden met de emiss1es die voortvloeien u1t de Indirecte impact op het landgebruik Daardoor worden e1genlijk soms biobrandstoffen ondersteund d1e over de hele levenscyclus meer C02 uilstoten dan fossiele brandstoffen. Anderzijds kan het aanwenden van landbouwteelten voor de productie van biobrandstoffen een negatieve impact hebben op de voedselproductie en voedselpnJZen Voorstel van de Europese Commtssie
Belangnjkste elementen van het voorstel •
De biJdrage van conventionele (op bas1s van landbouwgewassen) biobrandstoffen tot het realiseren van de 10% doelstelling voor hermauwbare energie u1t transport wordt beperkt tot de helft (5%) van de doelstelling Daardoor wordt de impact op voedselpnJzen en op 49/71
•
•
•
•
Recente ontwtkkehngen
emtsstes door indirecte tmpact op het landget>rutk beperkt. De veretste reductte van BKGssen wordt verhoogd tot 60% (hutdtge drempel ts 35%) voor n1euwe installattes die operationeel worden na 1 JUli 2014 De berekentng van de BKG-emtsstes wordt vereenvoudtgd. Meer geavanceerde t>tot>randstoffen (ntel geproduceerd worden op basis van landbouwgewassen) worden extra gestimuleerd en geacht meer bij te dragen tot de 10% 2020 hernteuwt>are energtedoelstelltng voor transport o Btot>randstoffen op basis van onder andere algen, afval, stro en mest, takken, bladeren en zaagresten worden geacht een VIervoudige biJdrage te leveren. o Btot>randstoffen op basis van (onder andere) get>rutkte kookohe, dierlijke vetten, plantaardtge (cellulose) non-food matenalen en hout (behalve zaaghout) worden geacht een tweevoudige bijdrage te leveren Er komt geen spectfiek duurzaamhetdscntenum maar wel een rapportenngsverplichting voor hdstalen en brandstofleverancters met betrekking tot de geschatte emtssies dte voortvloeten uit de indirecte tmpact op het landget>rutk dat gepaard gaat met de produclte van de biobrandstoffen (de zogenaamde '!LUC-factoren'). Het voorstel bevat dergelijke !LUC-factoren voor een aantal gewassen Ze worden berekend op t>asts van een wereldwtjd model waann onder andere het landget>rutk, de landbouw en de voedselmarkten ZIJn opgenomen Bestaande tnvestenngen worden beschermd tot 2020 betreffende het ontvangen van steun en het tn aanmerking nemen van de geproduceerde btot>randstoffen voor het realiseren van de doelstellingen
Behandeling in de Raad (Ad Hoc Werkgroep Energte-Milieu) Voorstellen van het Iers EU-Voorzitterschap Het Iers EU-Voorzitterschap formuleerde, zonder succes, verschillende voorstellen, om door een afzwakking van de 5% cap te komen tot een compromis. De 5% cap enkel toepassen op btodtesel Een hogere cap (8.5%) Per hdstaal een cap tnvoeren dte de hoogste hoeveelheld is van 5% of het hutdige aandeel van de blobrandstoffen van de eerste generatte Een mintmumaandeel van 2% voor biobrandstoffen van de tweede generatte verplicht opleggen t.p.v de 5% cap voor eerste generatte biobrandstoffen Op 20 JUni 2013 werd een tekst verspreid met een compromtsvoorstel dat onder andere volgende elementen bevat· -
De bijdrage van elektnctlett utl HE tot de 10% transportdoelstelling wordt met 5 vermenigvuldigd De cap voor biobrandstoffen tweede generatte wordt verhoogd van 5% naar 6% Er wordt een specifieke doelstelling van 1 .5% voor t>tobrandstoffen van de tweede generatte tngevoerd Er komt een regeling voor de wederziJdse erkenning van nattonale systemen dte de duurzaamhetd van biobrandstoffen certtftceren.
De extra sltmulansen voor blobrandstoffen van de tweede generatie in Annex IX worden gewtjz1gd en een aantal nieuwe grondstoffen worden in Annex IX DIJgevoegd Er ZIJn geen vterdubbeltellmgen meer wat de biJdrage van de btobrandstoffen tot de doelstellingen betreft. Er ZIJn enkel nog dubbeltellingen waarvan een deel facultatief IS.
50/71
Belg1sch standpunt D1t standpunt werd goedgekeurd op DGE 1n JUni 2013 ter voorbere1d1ng van de Raad Energ1e van 7 JUni 2013 en de Raad Leefmilieu van 18 JUni 2013· België verwelkomt het 1n1t1at1ef van de Europese Commissie waarmee ZIJ de 1nd1recte effecten van de product1e van biobrandstoffen en b1oliquids wil aanpakken. In tegenstelling tot wat de Europese Comm1ssie en het Iers Voorzitterschap respectlevelijk voorstellen, bliJft Belg1e voorstander van de invoenng van gedifferentieerde gewas spec1f1eke !LUCfactoren, met een onmiddelliJke opname van deze ILUC-factoren in de rapportage en, vanaf 1 januari 2018, m de berekemng van de broeikasgasemiSSies over de gehele levenscyclus. In afwachting van de daadwerkelijke opname van !LUC-factoren in deze berekening kan België de mvoenng steunen van een plafond dat de bijdrage limiteert van conventionele blobrandstoffen tot de doelstellingen m zowel de nchtiiJn 'hernieuwbare energie' als de nchtlijn 'brandstofkwalitel!'; dit met het oog op het beperken van het gebruik van voedselgewassen voor energieproductie tot het huidige Europese consumpt1emveau van conventionele biobrandstoffen. België pleit ervoor dat met alleen geavanceerde blobrandstoffen gepromoot worden maar eveneens andere duurzame alternatieven, zoals hernieuwbare elektnciteit, zowel voor 'road' als voor 'non-road' België ple1t voor een hogere multiplicator voor alle hernieuwbare elektriciteit 1n de transportsector België 1s van oordeel dat geavanceerde biobrandstoffen op bas1s van blomassa alleen maar gepromoot kunnen worden md1en dit compatibel IS met andere essenlléle functies van die blomassa met betrekking tot ecosystemen, bodemkwaliteit en -koolstofgehalte en duurzaam matenalenbeheer De afvalhiërarchie wordt hierbiJ gerespecteerd. Het gebruik van biomassa volgt het cascadeprincipe dat een duurzame bio-econom1e mogelijk maakt (food/feed, materials/chemicals, energy) Inzake 'mutual recognition' bliJft België voorstander van het systeem waarbij de eerste conformiteitsbeoordeling van de VriJWillige certificatieschema's de bevoegdheid van de Europese Commissie bliJft en waarbij de scheiding tussen de nationale en vrijwillige schema's behouden blijft. Er IS nog geen specifieke pos1t1e over de voorstellen van amendementen die door het Iers EU-Voorzitterschap op 20 JUni werden verspreid
ldent1f1cat1e Vlaams belanghebbenden
Producenten van biobrandstoffen van de eerste generatle en tweede generatie, elektnsche voertUlgen en voertUlgen aangedreven door bicmethaan Landbouwsector Het Vlaamse milieubeleid in verband met bodemkwaliteit, duurzaam matenalengebruik en afvalbeleid NGO's Consumenten (wegens mogelijke Impact op voedsel- en energieprijzen)
Gevolgen voor Vlaamse regelgeving
Het nat1onale actieplan hernieuwbare energ1e en het Vlaamse aandeel daann zal moeten aangepast worden De coherentie van het voorstel met Vlaamse Instrumenten in het kader van het GemeenschappeliJk Landbouwbeleid moet nagegaan worden (behoud van orgamsche stoffen in de bodem) 51/71
De duurzaamhe1dscntena voor blOVloeistoffen (voor productie van elektnc1te1t en warmte) zullen moeten aangepast worden
Globaal standpunt
Aandachtspunten van het Vlaamse Gewest Het voorstel maakt het Europese biobrandstoffenbeleid duurzamer door het reduceren van de groei van em1ssies door de ind1recte Impact op het landgebruik en door het beperken van de compet1t1e met landbouwproducten voor voedsel , Het voorstel heeft een Impact op de haalbaarheld van de bmdende doelstelling om tegen 2020 het aandeel van hermauwbare energ1e in te transport te laten toenemen tot 10% ZIJn er voldoende alternatleven als er 5% cap komt voor biobrandstoffen van de eerste generatle (biobrandstoffen van de 'tweede' generatie', hermauwbare elektneltelt 1n elektrische voertUigen, b1omethaan, reduct1e van de vraag naar transport) ? Het voorstel heeft een 1mpact op de b1obrandstoffensector. Zijn gerealiseerde investenngen 1n installaties voor blobrandstoffen van de eerste generatie voldoende beschermd? Het voorstel kan een opportunitelt zijn voor Innovatie en om doorbraken en mvestermgen te ereeren in verband met de biobrandstoffen van de tweede generatie, elektrische voertUlgen of voertwgen op biomethaan. Het voorstel heeft een 1mpact op het behalen van de algemene Belgische 2020 doelstelling voor hermauwbare energ1e ( 13% ). Door het voorstel zal 1mmers meer hernieuwbare warmte en/of elektriciteit moeten geproduceerd worden De beoogde groe1 van de productie van blobrandstoffen uit resten van landbouw en bosbouw mag niet tot gevolg hebben dat er onvoldoende dergeliJke resten op de akkers en in de bossen achterblijven wat negatieve gevolgen zou hebben op de bodemkwaliteit en de C02opslag in de bodem Het voorstel heeft een 1mpact op het gebruik van grondstoffen en op de matenalenh1érarch1e in het kader van een duurzaam materialenbele1d. Het voorstel heeft een 1mpact op de vraag naar landbouwgewassen op bas1s waarvan blobrandstoffen kunnen geproduceerd worden De beperking van de productie van biOdiesel Uit koolzaad kan le1den tot de Import van eiwithoudende veevoeders d1e nu voor een deel geproduceerd worden als een biJproduct biJ de aanmaak van biodiesel Het Vlaamse standpunt probeert deze Uiteenlopende aandachtspunten te verzoenen
.
OPMERKINGEN
In het Europees Parlement wordt m juni en JUli 2013 m de comm1ssies ITRE en ENVI over het voorstel gestemd Stemmmg in plenaire vergadenng is voorz1en 1n september 2013.
52/71
!i~4f
~ r~)'
Informatiefiche EU dossier
'ut 4 IIUI(Cf
Dossiernaam
1 Herziening milieu-effectenrapportage (MER) richtlijn
53/71
Datum update
I
26 JUni 2013
~lil§@§~~
Off1c1ele volledige naam van het dossier
Voorstel voor een richtlijn van het Europees parlement en de raad tot wijziging van richtliJn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere proJecten
Kenmerk voorstel
COM(2012)628 f~nal 2012/0297 (COD)
Datum voorstel
26 oktober 2012
Actoren in de Raad
Raad Leefmilieu· 1n de tweede helft van 2013 is de Vlaamse Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege de woordvoerder voor Belg1ë. Raadswerkgroep Leefmilieu federaal woordvoerderschap.
Actoren in het Europees Parlement
Commissie Milieubeheer, Volksgezondheld en Voedselvelligheld Rapporteur.
-
Zanon1 (ALDE/IT)
Z1e oe1l link Procedure 1n Raad en Europees Parlement Fase 1n de procedure
Gewone wetgevende procedure (art 192, lid 1 VWEU)
Eerste lezing in de Raad en het Europees Parlement. TiJdens de Raad Leefmilieu van 21 maart 2013 werd een onëntat1edebat gehouden over dne cruciale punten
-
de verplichting om alle toepasselijke een project op milieueffectbeoordelingen te coórdineren en/of te integreren,
-de verplichte
'scop~ng'
door de bevoegde overheld
- de 1nvoer1ng van een systeem van erkenning van deskundigen Op 19 JUni 2013 heeft de CommiSSie Leefmilieu van het Europees Parlement de bespreking van het ontwerprapport van Rapporteur Zanon1 en van de ~nged1ende amendementen aangevat. L1nk prelex
httQ://ec.euroQa.eu/Qrelex/detail dossier real.cfm?CL=en&Dosld=202072
Link Oe1l
httQ://www.euroQarl euroQa eu/oeii/QOQUQs/ficheQrocedure.do?reference2012/0297{COD)&I=en
Impact-assasment Comm1ss1e
httQ ./lee euroQa.eu/env1ronm enUeia/Qdf/IA%20SW D-20 12-355. Qdf
Trekker
LNE
54/71
Betrokkene
MOW, LV, RWO
Aard mtra-VIaams overleg
Betrokken Vlaamse ambtenaren-experten van diverse bele1dsdome1nen worden opgenomen 1n Belgische CCIM-cobrdinat1e netwerk Daarnaast wordt geregeld apart overleg voorz1en tussen Vlaamse experten over de Vlaamse pos1t1e
Betrokkenheld andere overheden
Dossiernetwerk CCIM (Coórdmatie Comité Internationaal Milieubeleid) operationeel (toegankelijk voor experten van alle overheden) Pilootschap wordt opgenomen door bele1dsdome1n LNE - Afdeling Internationaal M1l1eubele1d (AlM)
Aard 1ntra-Belg1sch overleg
BE coordmaties binnen dossiernetwerk CCIM.
'
':;'JNHOUD Samenvatting voorstel
De algemene doelstelling van het voorstel bestaat er1n de bepalingen van de gecodificeerde RichtliJn Milieueffectbeoordeling ('MER'-r1chtlijn; richtlijn 2011/92/EU) aan te passen om tekortkomingen weg te werken, de actuele ecologische en sociaal-economische veranderingen en uitdagingen te weerspiegelen en de riChtlijn in overeenstemming te brengen met de beginselen van Slimme Regelgeving. Het voorstel wil tekortkommgen wegwerken met betrekking tot volgende punten· (1) de screeningprocedure, (2) de kwaliteit en analyse van de MER, (3) de r1s1co's op een gebrek aan samenhang binnen het MER-proces zelf en met andere wetgev1ng en (4) het feit dat de huid1ge richtliJn 1n onvoldoende mate aandacht besteedt aan actuele milieuproblemen blod1vers1te1t (met inbegrip van ecosysteemd1ensten), klimaatwijziging (o.a LULUCF), resource efficiency, rampen en ongevallen van natuurlijke en menselijke oorsprong, duurzaam bodemgebruik en problematiek van land1nname. De screeningprocedure wordt verduidelijkt door de cr1ter1a van bijlage 111 biJ de richtliJn aan te passen en de Inhoud en mot1ver1ng van screemngbeslwten te spec1f1ceren. Daardoor moet gewaarborgd ZIJn dat MERs uitsluitend voor projecten met aanzienlijke milieueffecten worden Uitgevoerd en worden onnodige adm1nistrat1eve lasten voor kleinschalige proJecten voorkomen Wat de kwaliteit en analyse van de MER betreft, wordt voorgesteld de kwaliteit van het proces te verbeteren door middel van verplichte scop1ng en kwaliteitscontrole van MER-Informatie, de inhoud van het MER-rapport te specificeren (verplichte beoordeling van redelijke alternatieven, motiver~ng van MER-emdbeslwten, verplichte post-MER-momtor~ng van aanzienlijke nadelige effecten) en de MER aan te passen aan actuele milieu-u1tdag1ngen (biOdiversiteit, klimaatverandering, riSico's op rampen, de beschikbaarheld van natuurliJke hulpbronnen) Met betrekking tot het risico op gebrek aan samenhang wordt voorgesteld de termijnen voor de voornaamste stadia d1e de riChtliJn voorschriJft (openbare raadpleging, screemngbesluit, MER-emdbesluit) te specificeren en een 'uniek loket systeem voor MER' verplicht te stellen (cobrdinat1e of gezamenlijke act1e waarborgen tussen de MER en de milieubeoordelingen u1t hoofde van andere toepasselijke EU-wetgev1ng, biJVoorbeeld de RichtliJnen 201 0/75/EU, 92/43/EEG en 2001/42/EG)
55/71
Recente ontwikkelingen
.,
In de eerste helft van 2013 werd het voorstel meermaals besproken 1n de Raadswerkgroep Leefmil1eu en werd tiJdens de Raad Leefm1l1eu van 21 maart 2013 een onëntatiedebat gehouden over dne kwesties (nameliJk over de verplichting om alle op een project toepasselijke milieueffectbeoordelingen te cobrdineren en/of te Integreren, over de verplichte 'scop1ng' door de bevoegde overheid en over de Invoering van een systeem van erkenmng van deskundigen). Inmiddels 1s du1dei1Jk dat vele lidstaten redelijk knt1sch staan tegenover het voorstel van de Europese CommiSSie en meer flexibiliteit wensen (mmder prescnptieve bepalingen en meer subs1diante1t) Het Iers EU-Voorzitterschap heeft eind me1 2013 een compromistekst verspreid d1e tegemoet wenst te komen aan de verzuchtingen van de lidstaten De rapporteur van het Europees Parlement, Zanom, spreekt 1n ZIJn rapport ZIJn steun u1t voor het voorstel van de Europese Comm1ss1e en doet voorstellen om het voorstel nog te versterken. Tijdens de eerste besprekmg van het rapport m de Commissie Milieubeheer, Volksgezondheld en Voedselveiligheid werd het rapport krit1sch onthaald door de schaduwrapporteurs
'
ÓÈVOLGEN VOOR VLAANDEREN
1,;
'
'
Identificatie Vlaams belanghebbenden
De MER-nchtlijn IS toepasselijk op een groot aantal projecten uit allerhande maatschappelijke sectoren (1ndustne, energie, chemie, afvalverwerking, transporten andere Infrastructuur, grondstoffenwmmng, .. ) Er IS overleg geweest met Essensc1a, Voka, Unizo en Boerenbond Daarnaast is er ook gezocht naar expertise uit andere betrokken Vlaamse bele1dsdepartementen (MOW, RWO .. )
Gevolgen voor Vlaamse regelgev1ng
De hu1d1ge nchtlijn 2011/92/EU IS voornameliJk omgezet m het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (en uitvoeringsbesluiten) en voor specifieke punten ook 1n sectorale regelgevmg waterwetgeving, (M11ieuvergunmngendecreet, VCRO, bodemwetgeving . ) Deze wetgeving zal op een aantal punten moeten worden gewijzigd opdat ziJ aan het voorstel van de Europese CommiSSie zou voldoen en er zal ook aandacht moeten worden besteed aan een betere onderlinge afstemmmg van deze wetgevmg
STANDPUNT VOOR VLAANDEREN '
Globaal standpunt
Vlaanderen staat open voor een WIJZiging van nchtiiJn 2011/92/EU. Het IS van belang dat de toekomstige geamendeerde nchtlijn verenigbaar IS met lopende Vlaamse bele1dsprocessen zoals de integratie van vergunnmgen 1n een omgevmgsvergunning, de 1ntegrat1e van de MER 1n vergunmngsprocedures en de versnelling van vergunmngverlemng voor mvestenngsprojecten.
Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Vlaanderen wil de scope van de wijzigingsnchtlijn beperken tot de screemngprocedure en milieueffectbeoordelingsprocedure op zich: de procedure d1e bestaat Uil opmaak van het milieueffectenrapport door de init1at1efnemer en verificatie van het milieueffectenrapport door de bevoegde overheid, 1n voorkomend geval voorafgegaan door screening en/of scop1ng door de bevoegde overheid De wijzigingsnchtlijn moet beleidslijnen van hUidige en nabiJe Vlaamse MERwetgeving en -praktiJk onverlet laten. lidstaten de keuze laten tussen al dan met integreren van screemng en/of MEB in de verounninasorocedure
56/71
lidstaten de keuze laten tussen screemng en/of MEB al dan met voorafgaand aan de vergunningsprocedure lidstaten toelaten screemngs- en MES-bevoegdheden toe te WijZen aan een andere overheld dan de overheld die de vergunmngsbesliss1ng neemt De WljZiglngsnchtlijn moet de screeningprocedure hervormen tot een effectieve filter voor de MER procedure screening moet ervoor zorgen dat projecten d1e geen MER procedure nodig hebben, met doorstromen naar MER-procedure. De WljZiglngsnchtlijn mag geen (s1gmficante) verhogmg van adm1mstrat1eve en financiele lasten voor overheld en bedrijfsleven met z1ch meebrengen. WijZigingen moeten gefocust zijn op vereenvoudigen van de screening- en MER-procedures WljZigingsnchtlijn moet voldoende discret1onaire bevoegdheld laten aan de lidstaten en moet bijgevolg m overeenstemmmg zijn met beg1nsel van subs1d1ante1t en proportionaliteit
.~~ ~r~
Informatiefiche EU dossier
lllllf Jf ,....,!CJ
Doss1ernaam
Clean power for transport
Datum update
24juni2013 57/71
~'iil§ @6l§l§J~
Officièle volledige naam van het dossier
MEDEDELING Schone energ1e voor het vervoer een Europese strateg1e voor alternatieve brandstoffen RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de u1trol van Infrastructuur voor alternatieve brandstoffen Staff Work1ng Document 'Act1ons towards a comprehens1ve EU framework on LNG for sh1pp1ng' (SWD (2013) 4)
Kenmerk voorstel
Mededeling: COM (2013) 17 Voorstel van richtlijn COM (2013) 18 CommiSSIOn Staff Work1ng Document SWD (2013) 4
Datum voorstel
24 januan 2013
Actoren in de Raad
Transportraad- Raadswerkgroep Intermodale vraagstukken
Actoren 1n het Europees Parlement
TRAN-com1té Rapporteur .
-
Carlo F1danza (EPP)
Procedure in Raad en Europees Parlement
Gewone
Fase 1n de procedure
Opstart besprekingen 1n de Raad en het Europees Parlement
Link prelex
htt~ 1/ec.euro~a.eu/~relex/detail
Link Oell lmpact-assesment Commissie
wetgev~ngsprocedure
dossier real.cfm?CL=en&Dosld=202337
htt~.//www.euro~arl.euro~a eu/oeil/~o~u~s/flche~rocedure.do?lang=en&referen
ce-2013/0012(COD} htt~://ec.euro~a eultrans~ort/themes/urban/c~VIndex
en htm
~@?~~ Trekker
Departement MOW
Betrokkenen
LNE, VEA, EWI
Aard intra-VIaams overleg
Betrokkenheid andere overheden
Werkgroep o I v Departement MOW
FOD Mobiliteit & Vervoer, FOD Economie, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Waals Gewest
58/71
Aard 1ntra-Belg1sch overleg
Samenvattmg voorstel
Coörd1nat1e ENOVER- FOD Economie
Dit pakket bestaat Uit een mededeling over een strategie betreffende alternatleve brandstoffen, een nchtliJn over mfrastructuur en normen en een begeleidend document waann een actieplan wordt omschreven voor het stimuleren van vloeibaar aardgas 1n de scheepvaart. D1t pakket maatregelen is één van de act1es d1e voortvloeien Uit het Witboek Transport Stappenplan voor een Interne Europese verveersrUimte - werken aan een concurrerend en ZUinig vervoerssysteem.
Er ZIJn volgens de Europese Comm1ssie dne grote hinderpalen voor de uitrol van alternatleve brandstoffen de hoge kostpriJS van de voertUigen, de weerstand van de consumenten en het gebrek aan laad-en tankstations. Dit 1s een v1c1euze cirkel d1e moet doorbroken worden Doel van het pakket IS een beleidskader vast te stellen dat kan dienen als een "samenhangende en stabiele overkoepelende strategie met een mvesteringsvnendeiiJk regelgevingskader". In de mededeling worden vier pnonte1tsgeb1eden vastgesteld waarop verschillende maatregelen worden voorgesteld die de ontwikkeling van de markt voor alternatieve brandstoffen zouden kunnen bevorderen. • • • •
bevorderen van de bouw van Infrastructuur voor alternatieve brandstoffen; ontwikkelen van gemeenschappeliJke techn~sche specificaties, bevorderen van de acceptatie door consumenten; bevorderen van de technologische ontwikkeling.
In het voorstel van nchtlijn worden onder meer volgende onderwerpen uitgewerkt: •
•
•
•
•
• •
m1n1mumvereisten waaraan Infrastructuurvoorzieningen voor elektriciteit, aardgas en waterstof als alternatleve verveersbrandstoffen moeten voldoen; een verplichting voor de lidstaten om natJonale beleidskaders (National Policy Framework, NPF) vast te stellen voor het ontwikkelen van de markt voor alternatleve brandstoffen en de daarvoor benod1gde Infrastructuur, evenals een rapportageplicht aan de Europese Comm1ss1e hierover b1nnen 18 maanden na de inwerkingtreding van de R1chtlijn, eisen voor wat betreft het minimumaantal oplaadpunten voor elektrische voertUlgen m de lidstaten en voor de gemeenschappelijke technische spec1f1caties waaraan de oplaadpunten moeten voldoen. Zo zou Belg1ë tegen 2020 op ZIJn grondgebled over 21 000 publiek toegankelijke laadpunten voor elektnsche voertuigen moeten beschikken; lidstaten, op w1ens grondgebied z1ch al waterstof-tankpunten bevinden, d1enen erop toe te z1en dat uiterliJk op 31 december 2020 een vere1st mmimumaantal waterstof-tankpunten beschikbaar zijn met een onderlinge afstand van 300 km en dat z1j het gehele grondgebied bestrijken, lidstaten d1enen er op toe te zien dat voldoende aardgas-tankpunten beschikbaar ZIJn in de zee- en binnenvaarthavens met een onderlmge afstand van 400 km en langs de wegen van het kerngedeelte van het trans-Europees vervoersnel (TEN-T), met een onderlinge afstand van hoogstens 150 km, lidstaten moeten er op toezien dat er duidelijke en eenvoudig te begnJpen consumenteninformatie over verveersbrandstoffen beschikbaar IS. de Commissie kntQI Uilgebreide gedeleQeerde handelingen. 59/71
•
de lidstaten rapporteren aan de Europese Commiss1e
Het begeleidend werkdocument voor het stimuleren van vloe1baar aardgas 1n de scheepvaart tot slot WIJdt wt over de problemen d1e de 1nvoenng van LNG aardgas 1n de scheepvaart m de weg staan, zoals:
• • • • • •
omschakeling van vaartwgen onvoldoende bevoorradingsketens opslagcapaciteit onvoldoende geharmoniseerde voorschnften en procedure verdere ontwikkelingen in onderzoek en mnovat1e ZIJn noodzakelijk beveiliging en ns1co's
Het voorstel werd door de Europese Commissie gepubliceerd op 24 Januan 2013 Het werd door de Europese Comm1ss1e voorgesteld op de Raad van 11 maart 2013
Recente ontwikkelingen
In het TRAN-comité werd een eerste besprekmg gehouden op 18 JUni 2013
I
1
'
1 ,
,
' ''
-,;}.
'"'
t)' ·"-
~~
,j, • 'I ,
·GEVOLGEN V,OORf_LMNDEREN
·
1"'11· •
Jdent1ficat1e Vlaamse belanghebbenden
Burgers, overheden, bedrijven, havens
Gevolgen voor Vlaamse regelgevmg
Nog te bepalen
'
J
'
j
' ' . STANDPUNT VOOR VLAANDEREN
Globaal standpunt
Het Vlaams Gewest verwelkomt het Clean Power for Transport-pakket Het is goed dat niet alleen de alternatleve brandstofmfrastructuur, maar ook de interface tussen het voertwg en het oplaadpunt 1n beschouwing wordt genomen De Europese Commissie kan worden biJgetreden in haar bevindingen dat een v1c1euze cirkel moet worden doorbroken. Het gebrek aan infrastructuur voor alternatleve brandstoffen vertraagt de aankoop van voer- en brandstoffen gebruiken. Zo kan de vaartuigen die alternatleve olieafhankelijkheld van de Europese transportsector met worden verlaagd. Het Vlaamse Gewest verwelkomt het voorstel om met nationale beleidskaders te werken. De opname van een communicatieluik over de wijze waarop, en de mstrumenten waarmee, de consument zal worden benaderd, is noodzakelijk. Bepaalde "nichevloten" (zoals tax1diensten, koenerd1ensten, overheden, .. ) bieden mogelijkheden en zouden gestimuleerd kunnen worden om de nodige laadinfrastructuur snel uit te bouwen Het valt het Vlaamse Gewest tot slot biJzonder op dat er wem1g aandacht wordt besteed aan het openbaar stads- en streekvervoer, dat een belangnjke voorbeeldfunctie heeft biJ het gebruik van alternatleve brandstoffen. Daarom moet deze sector zeker worden meegenomen 1n het NPF. In het nationale beleidskader zullen ook maatregelen (onder meer regelgevende m1t1at1even) moeten worden opgenomen waarbiJ eventueel openbare dienstverplichtingen/concessieverplichtingen kunnen worden opgelegd. Ook initiatieven op het vlak van rUimteliJke 1nncht1ng moeten in overweg1ng worden genomen Zo kunnen de mvesteringskosten voor het mvoeren van alternatieve brandstoffen gespreid worden tussen overheid, 60/71
bedriJven en parttculieren. Het Vlaams Gewest verwelkomt ook het Commtsston Staff Working-document "AcliOns towards a comprehensive EU framewerk on LNG for shipptng" Voor de binnenvaart is dit een grote kans om de vergroening verder te zetten. Bovendten zorgt dtl voorstel er voor dat er standaarden en technische spectftcattes voor LNG en walstroomvoorztentngen worden opgesteld. Dtt document beschnJft een realisttsch tiJdspad voor de tntroductte van LNG als scheepsbrandstof. Het voorstel van de Europese Commtsste om ook aardgastnfrastructuur te voorzten, kan onderschreven worden CNG kan tmmers op korte termijn tot een verbetenng van de luchtkwaliteit letden en de voertuigtechnologie staat reeds volled tg op punt Dtt gegeven wordt ook best meegenomen in het NPF Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Het Vlaams Gewest plaatst vooralsnog een voorbehoud btJ het minimumaantal (openbaar toegankeliJke) laadpunten voor elektrische voertuigen per lidstaat zoals dtt nu tn biJlage 2 wordt opgenomen Het Vlaamse Gewest plaatst een kanttekemng biJ de ltmtng voor het invoeren van de waterstofinfrastructuur in de hutdtge context, wegens onder andere te duur en de te grote onzekerheid over het toekomstig potentteel Het Vlaams Gewest vraagt ook een toelichting biJ de elementen voor momtonng van het infrastructuuraanbod in het nationaal beleidskader. Ook de ftnanctenng van dit ambitteus plan roept vooralsnog vragen op De tnvestenngskost dte dtl voorstel van richtlijn voor de lidstaat met ztch meebrengt, dtent op ZIJn praktische haalbaarheid getoetst te worden Ook de investenngskost voor sommtge alternalteve brandstoffen moet mee in rekening worden genomen. Zal de Europese Commtssie hiervoor cofinancienngsmtddelen Uittrekken, en zullen dte mtddelen dan afhankelijk worden gesteld van het nattonale beletdskader dat de lidstaten moeten uitwerken? Het Vlaams Gewest heeft verder enkele vragen bij de verplichte aanbieding van LNG als scheepsbrandstof tn alle havens en binnenhavens van het kernnetwerk tegen 2020, respectieveliJk 2025. Men lijkt hter voorbiJ te gaan aan de nabijheid van de (btnnen)havens tn een dtcht waterwegennetwerk zoals dat van Vlaanderen en aan de tmpact van LNG op het gebted van de vetligheld
'~~ lr~
Informatiefiche EU dossier
'•n n. ""rcr
Dossternaam
Richtlijn Maritieme Ruimtelijke Ordening en Kustzonemanagement
Datum update
26 jum 2013
61/71
~'iil§~
OffiCièle volledige naam van het dOSSier
Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor mant1eme ruimlelijke ordemng en gemtegreerd kustbeheer
Kenmerk voorstel
GOM (2013) 133 flnal/2013/0074 (GOD)
Datum voorstel
12 maart 2013
Actoren 1n de Raad
Raad Algemene Zaken Friends of !he Pres1dency 'Geintegreerd Maritiem Bele1d'
Actoren m het Europees Parlement
TRAN-comité Rapporteur:
-
Gesine Me1ssner (ALDE)
Procedure m Raad en Europees Parlement
Gewone wetgevmgsprocedure
Fase in de procedure
Eerste lezing Raad en het Europees Parlement
Link prelex
htt(l://ec.euro(la.eu/(lrelex/detail doss1er real.cfm?CL=ni&Dosld=202463
Link Oeil
htt(l.iiwww euro(larl.euro(la.eu/oelli!10!1U!1S!fiche(lrocedure.do?lang=en&referen ce-2013/0074(COD)
lmpact-assesment Comm1ss1e
hll(l://ec.euro11a eu/maritimeaffairsi(lolic~/maritime s(lal1al !;!lanmng/docume nts/swd 2013 65 en (ldf
~@P~~
-~·::.
..
V
Trekker
Departement MOW
Betrokkenen
LNE, Ru1mte Vlaanderen, Agentschap Erfgoed, LV, MOW, Agentschap Mant1eme D1enstverlen1ng en Kust
Aard Intra-Vlaams overleg
B1nnen het Vlaams Gewest wordt er gecoördineerd door het Departement Moblillelt en Openbare Werken, voor wat betreft de algemene coórdmat1e en de coörd1nat1e voor het onderdeel Mantieme Ruimlelijke Planmng. Het onderdeel met betrekking tot Geïntegreerd Kustbeheer wordt getrokken door Coördinatiepunt Gemtegreerd Kustzonebeheer+
~@P~~
.
Betrokkenheld andere overheden
FOD Leefmilieu (piloot bmnen CCIM), FOD Moblillelt & Vervoer (vervanger b1nnen CCIM), FOD Econom1e, BMM, Defensie,
Aard Intra-Belgisch
CCIM -Werkgroep MSP
62/71
overleg
Samenvatting voorstel
In het kader van het Ge·mtegreerd Mantiem Beleid wordt er gestreefd naar de ontwikkeling van een mant1em beleid waann er een evenwicht bestaat tussen de verschillende betrokken sectoren en gebrulkers Het gaat hierbij zowel om m11ieu, econom1e als de soc1ale en culturele sector. Mant1eme Ruimtelijke Planning en Gemtegreerd Kustbeheer worden hierbij aangemerkt als breed inzetbare bele1dsmstrumenten d1e overheden en belanghebbenden m staat stellen om tot een ge·mtegreerd en gecoördineerd beleid te komen Het toepassen van de ecosysteembenadering bij de ontwikkeling van de belde beleidsinstrumenten zal volgens de Europese Commissie bijdragen aan het bevorderen van de duurzame groei van maritieme en kusteconomieën en de duurzame exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van zeeén en kust Op deze manier spelen deze bele1dsmstrumenten ook een belangnjke rol 1n de u1tvoenng van de EU2020-strategle voor slimme, duurzame en Inclusieve groei. Dit wordt eveneens bevestigd 1n een recente mededeling van de Europese Commissie met betrekking tot Blauwe groei Gezien de henzontale aard van het dossier heeft het een meervoudige rechtsgrond (artikelen 43, lid2, 100, lid 2; 192, lid 1, en 194, lid 2 van het VWEU). Met deze nchtlljn wordt er een zeer rUim kader geschept voor de ontwikkeling van de beleidsinstrumenten Mant1eme Ruimtelijke Planning en Geintegreerd Kustbeheer. Ze zijn be1de m het voorstel opgenomen, maar het IS niet de bedoeling dat de be1de beleidsinstrumenten le1den tot één algemeen beleidsdocument. Het voorstel voorz1et verder bijvoorbeeld 1n de mogelijkheld dat er meerdere bevoegde instantles worden aangeduid en dat er grensoverschrijdend overleg d1ent plaats te vinden. De CommiSSie defimeert een aantal principes waaraan m1mmaal d1ent te worden voldaan en welke sectoren zeker d1enen te worden betrokken b1j het uitwerken van deze beleidSinstrumenten.
Recente ontwikkelingen
De besprekingen van het voorstel werden onder Iers EU-voorzitterschap opgestart en zullen worden verder gezet onder Litouws EU-Voorzitterschap. Zij ambiëren een voortgangsverslag of indien mogelijk een algemene benadenng op de Raad Algemene Zaken van december 2013. Het Europees Parlement zal haar rapport pas eind dit jaar stemmen.
ldent1ficat1e Vlaamse belanghebbenden
Burgers, overheden (lokaal, provinciaal, reg1onaal, federaal).
Gevolgen voor Vlaamse regelgeving
Het Europese voorstel heeft voornamelijk betrekking op de procedurele regels om te komen tot een Maritieme Ruimtelijke Planning en een Geintegreerd Kustbeheer Het procedurele karakter ligt hierbij 1n de consultatie van het publiek van betrokken overheden en van buurlanden en de reeds bestaande Europese regels op d1t vlak. Voor dit punt wordt dan ook geen invloed op de Vlaamse regelgeving verwacht
Betrokken sectoren o a. vervoer, milieu, visserij, energ1e, toensme, erfgoed, .
Wel zullen de nod1ge plannen moeten worden Uitgewerkt voor Maritieme Ru1mteluke Plannmq- en voor Geinteqreerd Kustzonebeheer. Voor dit laatste
63/71
d1ent ook een kader te worden geschapen en samenwerkingsakkoorden moeten worden opgemaakt
Globaal standpunt
zullen
er
mogelijks
In eerste instant1e wordt het voorstel verwelkomd, aangez1en het belang van het Uittekenen van een Mantieme Ruimtelijke Plannmg en van een Geïntegreerd Kustbeheer wordt onderstreept door de steeds ru1mere concurrentie door verschillende activiteiten op zee en aan de kust Het voorstel ereeert h1erb1J een level playing f1eld tussen de verschillende lidstaten en houdt rekemng met ecosysteembenadenng, betrokkenheld van alle actoren en sectoren, en grensoverschrijdend overleg Zeker ook van belang IS het feit dat er een mogelijkheid bestaat om meerdere bevoegde mstant1es aan te duiden, gezien de verspreide bevoegdheden binnen Belg1e, en het fe1t dat het Mant1eme Ruimtelijke Plann1ng en Geintegreerd Kustbeheer worden gez1en als twee verschillende beleidsinstrumenten
Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Er worden kanttekeningen geplaatst biJ de bevoegdheid van de Europese Commissie ten aanzien van deze matene De Commissie stelt zelf dat z1j 1n principe geen bevoegdheld heeft 1n het kader van ruimtelijke ordening, maar baseert z1ch voor het uitwerken van het voorstel op haar bevoegdheden inzake Ge"mtegreerd Mant1em Beleid 1n het algemeen en stelt hierbij tevens dat z1j enkel procedures Uitwerken voor het opstellen van de plannen an s1ch Er wordt h1erbij geen verplichting opgelegd om ook regels inzake ruimteliJke ordemng op te leggen of d1t aan een plan te koppelen. D1t laatste wordt volledig aan de lidstaten zelf overgelaten. Deze redenenng kan worden gevolgd, maar het strikt procedurele karakter van de nchtliJn zal moeten worden opgevolgd. Alhoewel er een rUim aantal te betrekken sectoren wordt opgesomd en deze opsomming met als limitatief IS opgenomen voor zowel de Mant1eme Ruimtelijke Planmng als voor Gemtegreerd Kustbeheer, wordt mant1em erfgoed bij deze u1t het oog verloren Gezien er met altijd rekemng wordt gehouden met deze sector en er op internationaal vlak toch een aantal m1t1atieven lopende ziJn, 1s de vermeld1ng van marit1em erfgoed in de richtlijn aangewezen D1t wordt in het kader van het Belg1sche standpunt niet m alle artikelen overgenomen. D1t om de formulering van de betrokken sectoren zo algemeen mogelijk te houden (en b1nnen de bevoegdheden van de Europese Commissie) en zo te verzekeren dat de nchtlijn enkel een procedureel karakter heeft Verder wordt er 1n het voorstel van richtlijn een rapportageverplichting opgenomen met betrekking tot de uitgewerkte plannen van Mant1eme Ruimtelijke Planmng en Ge"mtegreerd Kustbeheer Er wordt opgemerkt dat ook voor andere nchtiiJnen, waarnaar er 1n het voorstel wordt verwezen, rapportageverplichtmgen ZIJn opgenomen. Al deze rapportageverplichtingen zouden voor wat betreft de t1mmg best zo veel mogelijk op elkaar worden afgestemd D1t punt werd tevens m het Belg1sche standpunt meegenomen Ten aanz1en van de termiJn van 18 maanden voor de omzettmg van de nchtlijn wordt opgemerkt dat deze op zich kort IS Een termijn van 24 maanden, gez1en de normale looptijd van regelgevende procedures, lijkt m d1t geval eerder aangewezen D1t punt werd tevens in het Belgische standpunt meegenomen. 64/71
Het Vlaams Parlement nam op 8 me1 2013 een gemotiveerd subsldiante1tsadvies in d1t doss1er aan waarbiJ geoordeeld werd dat de Europese Comm1ss1e 1n dit doss1er haar bevoegdheld te bulten gaat Op Europees mveau waren er echter onvoldoende stemmen van de nationale parlementen om de Europese Commissie te verplichten het voorstel in heroverweging te nemen
65/71
.~~
~r~
Informatiefiche EU dossier
.....,.,.IQ'Icr
Doss1ernaam
Europees Industrieel Beleid
Datum update
02 JUli 2013
~u~ Officièle volledige naam van het dOSSier
·~
'
Mededeling over de implementatie van 1ndustnebele1d (exacte titel nog niet gekend)
Kenmerk voorstel
Nog met gekend (N n.g)
Datum voorstel
N n g.
Actoren
1n
de Raad
het
vlaggenschipinitiatief
Raad Concurrent1evermogen, deel lndustne (Waals Gewest - M1mster Marcourt) Groei en Concurrentlevermogen (Federaal- E. Van den Abeele)
Actoren in het Europees Parlement
ITRE Rapporteur ·
-
n.n.g
Procedure 1n Raad en Europees Parlement
Raadsconclusies (unamm1te1t)
Fase 1n de procedure
Afwachten voorstel van de Europese Commissie
Link prelex
N.n.g
Link Oei!
N n.g.
lmpact-assesment Comm1ss1e
Nng
66/71
Trekker
EWI
Betrokkene
LNE, WSE, (evt) OV
Aard intra-VIaams overleg
Ad-hoc
Betrokkenheld andere overheden
Federaal FOD Econom1e, Gewesten
Aard intra-Belg1sch overleg
IEC
I
INHOUD
I ,I
Samenvatting voorstel
Momenteel wordt het voorstel afgewacht In haar mededeling zal de Europese Comm1ssie normaal gez1en een stand van zaken geven mzake de implementalie van het vlaggenschipmilialief 1ndustnebele1d Verwacht wordt dat de mededeling vergezeld zal gaan van een reeks analytische documenten, zoals: Competitiveness Report 2013 Compet1!1veness Polic1es in MS lndustnal Performance Scoreboard ..
Recente ontwikkelingen
De mededeling IS m opvolging van het vlaggensch1p1mlial1ef 1ndustnebele1d en de biJhorende update van deze mededeling d1e m oktober 2012 werd gepubliceerd De mededeling moet ook worden gezien m het licht van de recente Europese Raad van JUni 2013 die in zijn Raadsconclus1es Uilkijkt naar de Inbreng van de Europese Comm1ss1e 1n het debat dat over het industnebele1d zal worden gevoerd op de Raad van februan 2014 Het Litouwse EU-Voorzitterschap heeft aangegeven Raadsconclusies over het industnebele1d te zullen aannemen op de Raad Concurrentlevermogen van december 2013. D1e zullen gebaseerd worden op de documenten vermeld 1n deze f1che, alsook op sectorale mededelingen van de Commissie (staallndustne, defensle-mdustrie .)
I
'
GEVOLGEN VOOR VLAANDEREN
'
ldenllf1cat1e Vlaams belanghebbenden
Industrie
Gevolgen voor Vlaamse regelgevmg
Geen
67/71
Globaal standpunt
Vlaanderen heeft actlef meegewerkt aan een Belgische non-paper d1e 1n aanloop naar de Europese Raad van JUni werd opgesteld en verspreid onder de lidstaten en de Europese Comm1ss1e Daarin wordt geple1t voor een 1ndustnebele1d gericht op transformatie van de mdustne. Dergelijk beleid moet werken volgens een waardeketenaanpak De belangnjkste krachtlijnen van de non-paper ZIJn de nood aan een doeltreffende mult1-level gavernanee (aangez1en industnebele1d ZICh m eerste 1nstanl1e ontwikkelt op het reg1onale n~veau). een versterkt Europees clusterbeleid dat clusters van wereldklasse ereeert door de koppeling van Europese regionale clusters en v1a dewelke n1euwe markten kunnen worden ontwikkeld en een mdustneel groe1-1nll1al1ef waarbij Europese mlddelen worden ingezet als hefboom voor regionale transformatiefondsen
Voor Vlaanderen relevante knelpunten
Het industnebeleld zorgt al Jaren voor verdeeldheld onder lidstaten. Grosso modo zijn er die lidstaten d1e vooral henzontaal en op de randvoorwaarden Willen werken enerz1jds en lidstaten d1e ook sectoraal en een meer gencht stimulenngsbeleid Willen voeren anderZIJdS Vlaanderen en Belg1è bevinden z1ch op de scheidSliJn van deze twee groepen Er is meer nodig dan enkel een henzontaal kaderbeleld. Anderzijds IS er een bele1d nod1g gencht op waardenketens eerder dan op trad111onele sectoren. om zo ook nieuwe opkomende sectoren te herkennen en ondersteunen Het 1s moelliJk om de klassieke tegenstellingen te doorbreken. Ook een Europees clusterbeleid wordt door lidstaten met verschillende gevoelens ontvangen, waarbiJ doorgaans dezelfde lidstaten z1ch w1llen beperken tot klassieke randvoorwaarden (Interne markt, toegang tot financiermg. toegang tot markten) en anderen verder w1llen gaan en een strategisch en gericht clusterbeleid w1llen voeren. De Europese Comm1ss1e 1s z1ch bewust van deze tegenstellingen en liJkt daarom geen voorstellen te willen doen d1e deze verdeeldheld onder lidstaten kunnen blootleggen. Er zullen meer contacten (nod1g) ZIJn met het oog op het introduceren van de belangrijkste Belg1sche 1deeèn in de voorstellen van de Commissie.
68/71
.~~ Jr...:
'UT
a
Informatiefiche EU dossier
l'iii'ECI
Dossiernaam
Partnerschappen in 0&1
Datum update
26 JUni 2013
~~~~ Off1c1ële volledige naam van het dossier
Nog met gekend (N.n g)
Kenmerk voorstel
N n.g
Datum voorstel
Adopt1e voorz1en voor 10 JUli 2013
Actoren in de Raad
Raad Onderzoek (Mimster Fremault- Brussels Gewest)
, -.
~
.
Raadswerkgroep Onderzoek (Patnck Larnol- federaal) Actoren in het Europees Parlement Procedure in Raad en Europees Parlement
ITRE Rapporteur n.n.g Publiek-publieke partnerschappen gewone wetgev1ngsprocedure Publiek-private partnerschappen. gekwalificeerde meerderheld m de Raad
Fase 1n de procedure
Afwachten van voorstel/ eerste lezing
Lmk prelex
Nng
LmkOe1l
N.n g.
lmpact-assesment CommiSSie
N.n.g.
69/71
Trekker
EWI
Betrokkene
WVG, LV, LNE voor de partnerschappen die raken aan hun bevoegdheden
Aard Intra-Vlaams overleg
t
Betrokkenheid andere overheden
Alle gewesten + POD BELSPO
Aard intra-Belg1sch overleg
Overleg bUlten DG E
'
•
•
INHOUD Samenvatting voorstel
Het betreft een verlenging van bestaande partnerschappen en de start van één meuw partnerschap (Bridge, z1e 1nfra) De bedoeling 1s om een hefboom te mclus1ef v1a publiek-publieke creëren voor private mvestenngen, partnerschappen voor de gezamenliJke 1mplementat1e van nationale onderzoeksprogramma's_ Publiek-publieke partnerschappen (art.185-mltlatleven)· Amt>ient Assisted Living· programma met als doel ouderen een beter leven te geven v1a ICT; European Metrology Research Programme: gecoórd1neerd 0&0 op het gebied van metrologie; European & Developing Countnes Glimcal Trials Partnership (EDCTP) programma met als doel het versnellen van de ontw1kkelmg van meuwe en verbeterde mediCIJnen, vacc1nes, d1agnost1ek . tegen HIV/AIDS, tuberculose en malana, met focus op fase 2 en 3 klinische proeven in sut>-Sahara Afrika. Eurostars· programma gencht op KMO's d1e aan 0&0 doen. Put>liek-pnvate partnerschappen (art 187-lmtlatleven): Bridge. gencht op de D10iechnolog1e; Ecsel (werktitel): een samenvoeging van Emac en Artem1s en gencht op nano-electronica en ingebouwde computersystemen, Fuel Cells & Hydragen (FCH) waterstoftechnolog1e;
gencht op
brandstofcellen
en
lnnovat1ve Medicines Initialive (IMI): gericht op het versnellen van de ontwikkeling van mediCIJnen; CleanSky gencht op schone vliegtUigtechnologie (in de brede t>etekems van het woord uitstoot, geluid .. ), S1ngle European Sky ATM luchtverkeersleiding
Recente ontwikkelingen
Research
(SESAR)·
0&0
1nzake
N1et van toepassing
70/71
L~~~~~\~l~;s~~ · I'
•
,,-
•
j
'
"'
:
,;:, ' >~- ~',l
... ' "
... ·~~-:~ •1/r-
:
.
''·
"
.• -Y,~·.-' ''' 'f1
· · ' ' . 1:.
'
~,' ,
'\
ó
I
._ , • ·f-'1~~~4"'"""'" 1 :::;;:? ,ii..;,J/ ~
~
~J;i-
• ,"':, ...
····~··''"
... i,"
ldent1f1cat1e Vlaams belanghebbenden
Vlaamse onderzoeks1nstell1ngen en industne act1ef 1n de sectoren van de partnerschappen
Gevolgen voor Vlaamse regelgevmg
N1et van toepassmg
Globaal standpunt
N.ng.
Voor Vlaanderen relevante knelpunten
N n.g.
~· ~ ~
71/71