Hybride Confrontatie De weg naar een Cultuurplein bk6100A_b Hybrid Building Thomas Verhoeven 1258184 Docent: Ir. Rajan V. Ritoe Inleverdatum: 27-01-2009
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Voorwoord Dit is het eindwerkstuk dat hoort bij het vak bk6100A_b Hybrid Building. Deze opdracht dient ter afsluiting van de bachelor Bouwkunde op de Technische Universiteit Delft. In het eindwerkstuk worden het ontwerpproduct en het ontwerpproces beschreven, verantwoord en geëvalueerd. Verder worden een aantal generieke deeloplossingen getoond die in de opeenvolgende fasen van het ontwerpproces zijn gerealiseerd. Deze deeloplossingen kunnen in de toekomst op alternatieve plaatsen en uiteenlopende manieren worden toegepast. Om een en ander te onderbouwen zijn ze in dit werkstuk door middel van achtergrondliteratuur in een groter kader geplaatst.
Thomas Verhoeven
1
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1:
Beschrijving van de ontwerpopgave
3
Hoofdstuk 2:
Beschrijving van het ontwerpproduct
5
Hoofdstuk 3:
Verantwoording en evaluatie van het ontwerpproduct
8
Hoofdstuk 4:
Beschrijving van en reflectie op generieke deeloplossingen en beargumentering van de oplossingsvariant
14
Hoofdstuk 5:
Beschrijving van het ontwerpproces
22
Hoofdstuk 6:
Verantwoording en evaluatie van het ontwerpproces
26
Hoofdstuk 7:
Beschrijving van en reflectie op generieke bevindingen met betrekking tot het ontwerpproces
30
Hoofdstuk 8:
Samenvatting en conclusies
33
Literatuuropgave en bronvermelding
Thomas Verhoeven
34
2
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hoofdstuk 1: Beschrijving van de ontwerpopgave In dit hoofdstuk geef ik een beknopte beschrijving van de ontwerpopgave. Er is een algemeen deel en een persoonlijk deel. In het persoonlijke deel wordt mijn standpunt ten opzichte van hybridititeit duidelijk gemaakt. De algemene opdracht van mijn bachelor eindproject is om een hybride gebouw van 100 m2 te ontwerpen. Het woord hybride betekent letterlijk een nauwe vermenging van ongelijksoortige zaken. In het gebouw zullen maximaal twee vormen van hybriditeit worden gekozen waarbij gefocust wordt op de problemen en/of potenties die de hybriditeit met zich meebrengt. Voorbeelden van hybriditeit in dit gebouw kunnen zijn verschillende soorten constructies, materialen, programma’s, logistiek, enz. Verder mag het gebouw uit maximaal twee verschillende soorten materiaal bestaan tenzij er een onderzoek wordt gedaan naar de hybridisatie van materiaal. En tot slot moet het gebouw een element bevatten dat de voorbijgangers uitnodigt tot interactie. Dit hybride gebouw zal worden ingepast op de ontwerplocatie, de Westblaak in Rotterdam. Dit is een grootstedelijke boulevard met een tweebaans autoweg. Aan weerszijde van de Blaak staan kantoren en bankgebouwen en in het midden is er een brede parkachtige berm met daarop onder andere een skatepark. De algemene opdracht is gespecificeerd door middel van een onderzoeksvraag. In deze onderzoeksvraag wordt het standpunt ten opzichte van hybriditeit verduidelijkt. Tevens wordt aangeven welk onderzoek hieraan gekoppeld is. Op grond van de algemene opdracht en de onderzoeksvraag zijn al in het leerplan een aantal eisen, randvoorwaarden uitgangspunten en concepten opgesteld. Deze zijn naarmate het ontwerp vorderde aangevuld, bijgeschaafd en soms zelfs verdwenen. Het oogmerk van deze eisen, randvoorwaarden, uitgangspunten en concepten was het ontwerpprobleem in te kaderen En ervoor te zorgen dat een antwoord hierop een geschikt ontwerp oplevert. Dit geeft het belang aan van een zo goed mogelijke geformuleerde ontwerpopgave. Ontwerpen is een zo simpel mogelijk antwoord geven op een zo specifiek mogelijke vraag. Er zijn een paar dingen die mij opvielen bij een bezoek aan de locatie. Het gebied rondom het Eendrachtsplein heeft ontzettend veel culturele programma’s om zich heen. Zo heb je de kunstgaleries van de Witte de Withstraat, de musea aan het museumpark en cultuurcafés in de buurt van het Eendrachtsplein. Bij een nader onderzoek blijkt dat deze culturele programma’s langs een bepaalde as liggen. Deze as loop van het station richting het Zuiden waar hij gekruist wordt door de Witte de Withstraat en het Museumpark.
Figuur 1.1 De Cultuuras in het centrum van Rotterdam
Thomas Verhoeven
3
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Figuur 1.2 Het Eendrachtsplein ligt er ondanks haar goede ontsluiting verlaten bij.
Midden op deze as ligt het Eendrachtsplein. Opvallend is dat dit plein er maar verlaten bij ligt, terwijl het dé plek is waar mensen het gebied in komen. Het plein wordt ontsloten door de tram, de metro en de bus. En ook door fietsers en voetgangers is het zeer goed te bereiken.
Figuur 1.3 De Blaak vormt een barrière op de cultuuras.
Wat verder opvalt is dat de drukke Blaak een enorme barrière vormt tussen het Eendrachtsplein en de Witte de Withstraat. Het is een gemiste kans dat de Witte de Withstraat en het museumpark met hun mooie culturele programma’s zo slecht toegankelijk zijn vanaf het goed ontsloten Eendrachtsplein. Dit alles heeft me gebracht tot het formuleren van de volgende onderzoeksvraag: Hoe kan een gebouw van 100 m2 met een hybride programma op het Eendrachtsplein de Rotterdamse cultuur as versterken? Wat moet er met het Eendrachtsplein gebeuren om de cultuuras te versterken? Wat is de rol die het hybride gebouw hierin speelt? Hoe ga ik om met de barrière die de blaak vormt? Hoe kan de confrontatie van twee programma’s resulteren in een meerwaarde voor het gebouw? Hoe zorg ik ervoor dat de voorbijgangers uitgenodigd worden tot een interactie met het gebouw?
Thomas Verhoeven
4
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hoofdstuk 2: Beschrijving van het ontwerpproduct In dit hoofdstuk beschrijf ik mijn ontwerpproduct. Ik laat zien hoe mijn ontwerp in elkaar zit en maak hierbij gebruik van schema’s en illustraties. Midden in het centrum van Rotterdam wordt het Eendrachtsplein getransformeerd in een levendige cultuurspot en omgedoopt tot het Museumplein Eendracht. Dit plein is verdiept en in de bestaande bebouwing wordt het museum ‘Hermitage Rotterdam’ gevestigd. De ondersteunende functies van dit museum zijn ondergebracht aan de overkant en zijn zowel toegankelijk vanaf het plein zelf als vanaf het straatniveau. Deze functies zitten dus gedeeltelijk onder de grond maar krijgen door middel van een grote strook dakramen toch genoeg daglicht binnen. Het plein is aangesloten op een voetgangerstunnel die een looproute onder de Blaak door creëert. Deze voetgangerstunnel heeft toegang tot het metronetwerk zodat men bij evenementen al bij aankomst op het station door het feestgedruis naar het plein toe getrokken wordt. Het is de bedoeling dat Museumplein Eendracht een belangrijke nieuwe culturele ontmoetingsplaats van de stad Rotterdam wordt voor zijn bewoners en zijn bezoekers.
Figuur 2.1 Het Museumplein Eendracht
In figuur 2.2 op de volgende pagina wordt de stedenbouwkundige situatie ter hoogte van het maaiveld weergegeven. Het verdiepte plein is ingekaderd tussen de stoep van de Blaak, de Eendrachtsweg, de Oude Binnenweg en de bestaande bebouwing aan het plein. Er is duidelijk te zien waar de vijf stijgpunten van de metro boven het maaiveld komen. In het Noordwesten van het plein is een grote brede trap die de toegang tot het plein verschaft. Verder zijn er vier liften die vanuit het ondersteunende programma omhoog komen. In het Zuidwesten van het plein is een tramhalte en in het Zuidoosten kom je bij de metro uit. Op de plattegrond van de situatie valt af te lezen hoe er een stijgpunt van de metro uitkomt bij de middenberm van de Blaak.
Thomas Verhoeven
5
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Figuur 2.2 Situatie ter hoogte van het maaiveld.
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Figuur 2.3 Situatie ter hoogte van het plein.
In figuur 2.4 is te zien hoe een looproute in de vorm van een voetgangerstunnel onder de Blaak door gaat. De trappen aan het einde hiervan hebben een flauwe helling en Figuur 2.4 Doorsnede over het Eendrachtsplein. hebben bovendien halverwege een rustplateau. De trappen verbinden het maaiveld met het plein dat vier meter lager ligt. Onder de bestaande bebouwing is een hele nieuwe verdieping gebouwd. De gevel is hierbij volledig in tact gebleven.
Figuur 2.5 Doorsnede over het Eendrachtsplein met zicht op het ondersteunende gedeelte.
In figuur 2.5 is ook de looproute te zien die onder de Blaak gaat. Voorbijgangers kijken aan tegen de gevel van het ondersteunende gedeelte van het museum en zien op de achtergrond hoe de liften die het plein met het maaiveld verbinden er bovenuit steken. In figuur 2.6 op de volgende pagina is zichtbaar hoe het plein is aangesloten op het bestaande metronetwerk. Vanuit het perron ga je eerst met de trap omhoog. Daarna kom je in een breed compartiment die in elk hoek een uitgang heeft. Drie hiervan leiden naar stijgpunten die je naar het maaiveld brengen. De andere uitgang leid je naar het plein. Aan de Noordoostkant van het compartiment ligt de technische ruimte waarin de installaties staan. Deze wordt afgezogen en heeft een ventilatierooster die uitkomt op de middenberm van de Blaak. Het gedeelte met de ondersteunende functies voor het museum ligt deels onder de grond. De gevel van dit gedeelte ligt twee meter terug zodat het ondergrondse karakter nog eens versterkt wordt. Het ondersteunende gedeelte is door middel van een lift zowel toegankelijk vanaf het plein als vanaf het maaiveld. In de gevel is een grote strook dakramen aanwezig die zorgt voor extra licht. Deze strook zorgt ook voor contact tussen het maaiveld en de ‘benedenwereld’. Vanaf de bovenzijde zien de voorbijgangers wat er te doen is, vanaf de onderzijde ziet men de voorbijgangers over deze vloerramen lopen. Er is een stramien gebruikt van 7.2 meter. Op deze stramien staan kolommen met daarop liggers die een lichte uitkraging hebben. Voor deze kolommen staat een grote glazen gevel. In het ondersteunende gedeelte zijn in het totaal vier verschillende programma’s samengebracht. Er is een museumrestaurant, cultuurcentrum, een museumshop en er is een studiecentrum. Het restaurant heeft een aparte keuken en het heeft een groot terras dat doorloopt tot ver op het plein. Het plein is te bereiken via de voetgangerstunnel, via het ondersteunende programma of via de grote brede monumentale trap. Op deze trap zijn in het midden twee treden samengesmolten zodat hier een tribune is ontstaan.
Thomas Verhoeven
6
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
De inrichting van het plein is als volgt. Langs de gevel van het ondersteunende gedeelte is er een grillig pad dat je naar de metro/voetgangerstunnel leidt. Dit pad wordt geaccentueerd door een aantal lantaarnpalen. Verder zijn er met behulp van een afwijkende materialisatie grillige eilanden gecreëerd. Op deze eilanden staan bomen en bankjes zodat men hier rustig kan zitten. Verder lopen er twee paden dwars door alles heen. Eén hiervan verbindt het cultuurcentrum met het museum en de andere lijkt puur een paar eilandjes aan elkaar te rijgen. Het Hermitage museum is ondergebracht in de bestaande bebouwing waar een hele nieuwe verdieping onder is gemaakt zodat het aansluit met het verdiepte plein. De gevel is zoveel mogelijk in tact gebleven maar de binnenkant is volledig gestript. De vijf panden waar het museum in komt zijn doorgebroken en omgetoverd tot één museum. De expeditie toegang voor het plein en het ondersteunende gedeelte loopt onder de bestaande bebouwing door.
Figuur 2.6 Plattegrond: Het Museumplein Eendracht.
Figuur 2.7 Doorsnede: Het Museumplein Eendracht.
Thomas Verhoeven
7
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hoofdstuk 3: Verantwoording en evaluatie van het ontwerpproduct In dit hoofdstuk verantwoord en evalueer ik mijn ontwerpproduct. Ik laat zien hoe het een antwoord geeft op mijn eisen en randvoorwaarden. Daarnaast geef ik de sterke en de minder sterke punten van het ontwerp aan. Eisen • • • • • • • •
Het gebouw is hybride. Het gebouw is maximaal 100 m2. De locatie is de Westblaak in Rotterdam. De focus ligt op één vorm van hybriditeit . Er zijn maximaal twee elementen die samen voor een hybride conditie zorgen. Gebruikmaking van maximaal twee verschillende materialen, behalve wanneer de hybridisatie van materialen het primaire onderzoeksdoel is. Het gebouw bevat een element waardoor voorbijgangers geprikkeld worden om een interactie met het gebouw aan te gaan. Het gebouw is hybride door middel van twee verschillende programma’s.
Randvoorwaarden Locatie • Het Eendrachtsplein wordt een cultuurplein. • Het Eendrachtsplein sluit aan op de bestaande infrastructuur. • Het plein biedt mogelijkheden voor evenementen. • Het plein leeft. • De bestaande bebouwing aan het plein worden programmatisch heringedeeld. • Het programma in de bestaande bebouwing is een verrijking van de locatie. • Het programma in de bestaande bebouwing is verrijking voor de cultuuras. • Het plein is een rustpunt op de cultuuras. • Het plein is uitnodigend. • Er is een expeditietoegang naar het plein. • Het plein versterkt de looproute naar de Witte de Withstraat. • Het plein sluit aan op de bestaande looproutes. • Er zijn verschillende materialen aanwezig op het plein. • De gevel van de bestaande bebouwing blijft in historische staat. • Het plein heeft zo min mogelijk last van de drukke omgeving. Gebouw • Het ontwerp heeft een programma cultuurcentrum. • Het ontwerp heeft een programma restaurant. • Het restaurant heeft een terras. • De bezoekers worden gestimuleerd om deel te nemen aan het programma. • De programma’s worden binnen het gebouw geconfronteerd. • De confrontatie van de programma’s levert een meerwaarde voor het gebouw op. • Het restaurant heeft een expeditie-ingang. • Het gebouw houdt rekening met bestaande voetgangersstromen. • Het gebouw is ontsloten via het plein. • Het gebouw is ontsloten via de Eendrachtsweg. • Het gebouw is toegankelijk. • Het gebouw is heeft uitnodigende elementen. • Het gebouw is introvert qua vorm. • Het gebouw vormt een eenheid qua vorm en materialisatie. • Het gebouw is hightech gematerialiseerd. • Het gebouw gaat geleidelijk over in het plein. • Het gebouw heeft zo min mogelijk last van de drukke omgeving.
Thomas Verhoeven
8
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Voetgangerstunnel • De voetgangerstunnel stimuleert de cultuuras. • De voetgangerstunnel sluit aan op het plein . • De voetgangerstunnel sluit aan op de metro. • De voetgangerstunnel sluit aan op de middenberm van de Blaak. • De voetgangerstunnel sluit aan op de Eendrachtsweg. • De helling van de trappen naar de tunnel is flauw. • Er is een rustplateau aanwezig halverwege de trappen. Uitgangspunten • • • • • •
Het eendrachtplein wordt een belangrijk verzamelpunt op de cultuuras Rotterdam en levert een bijdrage aan Rotterdam als cultuurstad. Het hybride gebouw neemt een plek in aan dit Eendrachtsplein en geeft een meerwaarde aan deze cultuurverzamelplaats. De programma’s aan het Eendrachtsplein versterken elkaar en zorgen voor een meerwaarde van het plein. De twee programma’s in het gebouw versterken elkaar en zorgen voor een meerwaarde binnen het gebouw. De bestaande bebouwing wordt gerespecteerd en in tact gelaten. De nieuwe bebouwing is introvert van vorm maar hightech qua materialisatie. Door middel van een voetgangerstunnel die aansluit op de middenberm van de Blaak, de overkant van de Blaak en de metro wordt de barrière die de Blaak vormt voor voetgangers, doorbroken.
Concepten • • • •
Versterken van de cultuuras. Doorbreken van de barrière Blaak. Contrast tussen nieuw en oud. Confrontatie programma = Meerwaarde gebouw.
Aansluiting op de bestaande infrastructuur Heel belangrijk was de aansluiting op de bestaande voetgangersstromen. Deze mochten niet gehinderd worden. In figuur 3.1 hieronder zie je hoe de voetgangersstromen lopen op de locatie bij het Eendrachtsplein. Opvallend hierbij is dat er al een soort voetgangerstunnel onder de Blaak door liep waar niemand eigenlijk gebruik van maakte. Het is het talud van de metro die met zijn vijf stijgpunten eigenlijk al als een ondergrondse hub fungeert. Wat je in figuur 3.2 ziet is hoe eigenlijk de Blaak een barrière vormt voor de mensen die van de overkant van de straat, of vanaf de middenberm, naar het Eendrachtsplein willen lopen.
Figuur 3.1 Bestaande looplijnen op het Eendrachtsplein.
Thomas Verhoeven
Figuur 3.2 De Blaak vormt een barrière op de cultuurroute.
9
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Figuur 3.3 Aansluiting op bestaande looplijnen.
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
In figuur 3.3 hiernaast is te zien hoe er door het plein te verdiepen een goede aansluiting verkregen kan worden met het metro netwerk en hoe er op een zeer simpele manier de bestaande metro omgebouwd kan worden in een voetgangerstunnel. Deze voetgangerstunnel doorbreekt de barrière die de blaak vormt en versterkt de cultuuras. Ook wordt op deze wijze de verlaten middenberm op het plein, de metro en de overkant van de Blaak aangesloten. De aansluiting op de middenberm van de Blaak zal naar verwachting een aanzet geven tot een enorme impuls in deze verlaten strook.
De aansluiting die het verdiepte plein heeft met de metro zal ervoor zorgen dat tijdens een evenement de reiziger die op het perron van de metro aankomt naar boven zal worden gelokt door het feestgedruis. Het zal bijdragen aan de identiteit van metrostation Eendrachtsplein dat zich terecht kan gaan manifesteren als cultuurhalte. Interessant is dat de gemeente zelf dit ook al aan het promoten was. Ze hebben bij de halte namelijk grote borden opgehangen met daarop de culturele programma’s en de afstand hiernaartoe.
Figuur 3.4 Culturele informatie in de metro.
Door het plein te verdiepen wordt er een veilige ruimte gecreëerd die wat losser staat van de drukke verkeerswegen. Een kanttekening is wel dat er rekening gehouden moet worden met het lawaai. Door een grote betonnen kuil aan te leggen zal het geluid naar alle kanten weerkaatst worden. Misschien dat dit kan worden voorkomen door gebruik te maken van een bepaald soort beton. Een ander nadeel van het verdiepen is dat het een dure ingreep is. Het beton moet namelijk waterdicht zijn en er moet een geavanceerd afwateringssysteem aangelegd worden. Hiermee is geen rekening gehouden in het ontwerp terwijl het zeker mede bepalend is voor de haalbaarheid van het plan. Ontsluiting van het plein Het plein is aan de linkerkant toegankelijk door middel van een grote brede trap. De trap heeft een flauwe helling en halverwege een plateau zodat de voetgangers zich op een natuurlijke manier op het plein kunnen begeven. Deze trap sluit aan op de bestaande voetgangersstromen. Ook fungeert deze trap als tribune bij het organiseren van evenementen en is het gewoon een aangename plek om op te gaan zitten. Je ziet in figuur 3.6 dat het plein naast deze trap ook is ontsloten met een viertal liften die als het ware de bovenwereld met de benedenwereld verbinden. Deze liften laten aan de voorbijgangers van de bovenwereld zien dat er een benedenwereld is. De liften zijn uitgevoerd in gezandstraalde Reglit glasprofielen. Het vage semi-transparante karakter staat symbool voor het vage gebied hiertussen.
Figuur 3.5 De Cultuurroute loopt over het plein.
Thomas Verhoeven
Figuur 3.6 Een viertal hightech liften ontsluiten het plein. 10
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Interessant is het dat er op het schouwburgplein ook gebruik is gemaakt van ‘dozen’ die uit de grond steken. Bij het schouwburgplein zijn het geen liften maar is het de afvoer van de ventilatie van de parkeerkelder. De dozen zijn een terugkerend element geworden op de cultuuras.
Figuur 3.7 Referenties Reglit glasprofielen.
Figuur 3.8 Referenties vloerramen.
Conceptueel staan deze hightech liften in contrast met de monumentale trap. Ze zorgen voor een spanningsveld tussen oud en nieuw. Deze liften gaan door het ondersteunende gedeelte heen en zorgen voor een confrontatie met het programma. Mensen die naar het plein willen moeten of de trap nemen of de liften pakken. Wanneer ze gebruik maken van de lift, worden ze gedwongen om deel te nemen aan het programma van het ondersteunende gedeelte. Om deze enigszins verplichtende maatregel te verzachten alsmede om extra daglicht te verkrijgen is er een strook vloerramen geïntroduceerd. Deze zorgt ervoor dat de mensen die naar het plein willen wel weten waar ze doorheen moeten om hun doel te bereiken. Ook zal het uitnodigend werken voor de voorbijgangers die door de ingreep verleid worden tot het doen van een drankje als ze bij het eroverheen lopen hun blik laten vallen op het onderliggende programma. Programma In de bestaande bebouwing aan het Eendrachtsplein wordt het Hermitage Rotterdam gevestigd. Dit is een grote naam die de cultuuras zal versterken. Tevens zal het zorgen voor een grote groep mensen die naar het plein toekomt om het museum te bezoeken. Het ondersteunende programma zal worden ondergebracht in de nieuwbouw. Door dit los te koppelen van het museum zal het plein intensief gebruikt worden. Deze maatregel zal zonder meer bijdragen aan een levendig plein. In het ondersteunende programma zit een restaurant, een cultuurcentrum, een museumshop en een studiecentrum. In het cultuurcentrum kan informatie worden verkregen over de culturele activiteiten van Rotterdam als wel een kaartje hiervoor worden gekocht. De mensen die naar het Hermitage Rotterdam gaan zullen eerst een kaartje kopen in het cultuurcentrum. In de metro bij het Eendrachtsplein staat een computer waarop men cultuurinformatie kan verkrijgen. Dit geeft aan dat er wel degelijk behoefte is aan de cultuurinformatie. Samen met de borden op het perron laat het zien dat aan de informatievoorziening van het gebied zorg wordt besteed.
Figuur 3.9 Cultuurinformatie op een computer in de metro op het Eendrachtsplein.
Thomas Verhoeven
Het informatiecentrum is 104 m2 groot en de hybriditeit in het programma wordt verkregen door het in elkaar overgaan van de aangrenzende programma’s. Dit is aan de ene kant de museumshop en aan de andere kant het restaurant. Dit wordt schematisch weergegeven in figuur 3.10. Er vindt een wederzijdse stimulatie plaats doordat de mensen die wat willen eten of drinken in aanraking komen met informatie over cultuur. En anderzijds doordat de mensen die een ticket willen kopen of simpelweg informatie over cultuur verkrijgen verleid worden om wat te eten of te drinken.
11
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Respect voor Historie
Figuur 3.10 Confrontatie door middel van fragmentatie.
Figuur 3.11 Omgang met de historie van Rotterdam.
De gevel van het museum welke in de bestaande bebouwing aan het Eendrachtsplein wordt gehuisvest wordt in tact gelaten. Dit omdat Rotterdam onbedoeld al tijden zijn eigen geschiedenis aan het vernietigen is. Sinds de tweede wereldoorlog worden er continu nieuwe gebouwen uit de grond gestampt. De oude bebouwing is in de oorlog plat gebombardeerd. Eén van de redenen waarom veel mensen de stad ongezellig vinden is het ontbreken van een historisch centrum. Wat je nu ziet gebeuren is dat Rotterdam grote delen van deze bebouwing van de wederopbouw sloopt om deze te vervangen door nieuwbouw, waardoor het historisch besef van het stadshart nog verder achterop raakt. Als kritiek hierop is het ondersteunende gedeelte introvert van aard en onder de grond geschoven zoals je ziet in figuur 3.11. Om het contrast tussen oud en nieuw te bewerkstelligen is er gebruik gemaakt van een glazen hightech gevel. Op deze manier komt de nadruk te liggen op de bestaande bebouwing terwijl de moderne nieuwbouw in de eerste instantie aan het oog wordt onttrokken. Deze hightech gevel van het ondersteunende gedeelte loopt op een soepele manier over in het plein door middel van de detaillering. Dit zorgt ervoor dat het gebouw vanaf het plein heel toegankelijk en open is. Verder zorgt het overstek ervoor dat het verschil tussen binnen en buiten vervaagt.
Figuur 3.12 Culturele ontmoetingsplek.
Figuur 3.13 Hermitage
Figuur 3.14 Rijksmuseum
Inrichting van het plein In het boek New City Spaces (Gehl et al., 2006, pp. 86-87) worden verschillende pleinen van over de hele wereld gecategoriseerd. Er zijn volgens dit boek vijf verschillende typen van open ruimtes. Er is de main city square. Dit is een plein waar we in Nederland vaak de markt van de stad onder rekenen. Het is hét plein van de stad. Dan is er het recreatieplein. Dit is een plein waar meestal veel terrasjes aan zijn gesitueerd. Mensen gaan hier naartoe voor recreationele activiteiten. In Nederland zou je bijvoorbeeld ‘het plein’ in Den Haag hiertoe kunnen rekenen. Vervolgens is er de promenade. Dit is een plein waar de richting en de tijd van belang zijn. Een voorbeeld hiervan is de Champs Elysees in Parijs. Dan is er het verkeersplein. Dit is een druk plein waar verschillende verkeersstromen samenkomen. In Nederland is een goed voorbeeld hiervan het Keizerkarelplein in Nijmegen. En tenslotte is er het monumentale plein. Dit is een plein met symbolische waarde. Vaak zijn er monumentale gebouwen aan gevestigd. Het plein dat ik heb ontworpen zou je kunnen rekenen onder het monumentale plein. Toch appelleert het ook aan de promenade omdat het de looproute op de cultuuras stimuleert.
Thomas Verhoeven
12
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Op het plein is aan Noordoostkant een expeditie ingang die gebruikt word voor de af- en aanvoer voor het ondersteunende programma maar ook voor het plein zelf. Als er evenementen gehouden worden zal deze ingang gebruikt worden voor de aanvoer van de podiumdelen en de muziekinstallaties. Het plein zelf symboliseert een confrontatie tussen het bestaande en het nieuwe gedeelte. De grillige vormen accentueren dit alsof er een botsing heeft plaatsgevonden die de aarde heeft doen scheuren. Deze scheuren zijn gematerialiseerd in hout en erop staan bomen die uit de opengescheurde aarde lijken te ontspruiten. In de materialisatie is er een pad langs het ondersteunende programma. Dit pad is op een andere manier gematerialiseerd en accentueert de looproute van de cultuuras. Langs het pad staan bankjes en lantaarnpalen. Dwars over het plein lopen twee paden die de scheuren lijken te verbinden. Eén loopt er vanaf de ticketbox naar het museum en laat aan de voorbijgangers zien dat deze twee functies bij elkaar horen. De bedoeling is namelijk dat men eerst een kaartje koopt in het ondersteunende gedeelte en daarna naar het museum gaat. Hierdoor wordt het plein interactief betrokken. Je ziet in figuur 3.16 hoe er door de fragmentatie van de ticketbox die ondergebracht is in het cultuurcenter confrontatie ontstaat op het plein. Op het plein is er de intentie dat de mensen op de eilandjes gaan zitten. Verder wordt er door de scheiding van het terras van het restaurant op eenzelfde manier interactief gebruik gemaakt van het plein. Doordat de looproute van de cultuuras hier weer doorheen loopt ontstaat er op vele manieren een confrontatie die leidt tot leven op het plein.
Figuur 3.15 Inrichting van het plein.
Thomas Verhoeven
Figuur 3.16 Confrontatie op het plein.
13
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hoofdstuk 4: Generieke deeloplossingen en beargumentering van de oplossingsvariant In dit hoofdstuk beschrijf ik de generieke deeloplossingen uit mijn ontwerp. Eerst ga ik in op de stedenbouwkundige ingreep in het centrum van Rotterdam. Daarna laat ik met precedenten en deeloplossingen de gevolgen zien van hybride confrontatie in het ontwerp. Rotterdam door de jaren heen In het boek Public Space (Goossens et al., 1995, pp. 79-83) wordt een hoofdstuk gewijd aan de publieke ruimte van Rotterdam door de jaren heen. Al voor de oorlog stond Rotterdam bekend om zijn claustrofobische centrum. Het was gedomineerd door spoorviaducten en kleine arbeiderswoningen. Rotterdam dat bekend stond als een lelijke provinciale stad heeft in die tijd al een aantal ingrepen gedaan om de stad op te schonen. Uiteindelijk leidde dit tot de transformatie van de Coolsingel van een perifere straat tot een grote boulevard. In een vroeg stadium werd verder de hoerenbuurt vervangen door een nieuw stadshuis. Later werd het postkantoor gebouwd en werd er een filiaal van de Bijenkorf gevestigd. Na de oorlog kon eindelijk de wens vervuld worden om een nieuw stadscentrum te creëren. Dit centrum zou de stad voorzien van kantoren, winkels en culturele accommodaties. Dit werd gedaan met een systeem van open ruimte gespecificeerd vanuit de functie. Het beste voorbeeld hiervan is de lijnbaan waar de open ruimte volledig is opgedragen aan de bewoners van de stad die hier gaan winkelen. De continuering van de Coolsingel zorgde ervoor dat de stad een centrum met een raam op het water kreeg. De significantie van de Coolsingel groeide door de komst van de Bijenkorf en groeide geleidelijk uit tot de open ruimte waar onder meer Feyenoord zijn overwinningen vierde. Tegenwoordig ligt het accent van de stadsvernieuwingstaak niet meer op het reconstrueren van de vernietigde stad maar op het transformeren van de bestaande stad. Open ruimte speelt een belangrijke rol in de organisatie van de stad. Open ruimte kan het belang tonen van een bepaalde weg zoals bij de Coolsingel. Verder is de open ruimte in een stad een onderdeel van verandering. De aantrekkingskracht van een stad is gebaseerd op de persoonlijke ontmoeting en de uitwisselingen van ideeën. Het is geboren in een dichtheid van culturele activiteiten, amusement en recreatie. De open ruimte projecten in het centrum gaan een dialoog aan met het huidige stadscentrum omdat ze zijn gedefinieerd als een onlosmakelijk element van open ruimte en als een hoger punt van het publieke domein.
Figuur 4.1 Vierdeling Rotterdam.
Het centrum van Rotterdam is op te delen in vier gebieden: de parkdriehoek, de centrumruit, de stadsdriehoek en de kop van zuid. Deze gebieden zijn verbonden door drie verschillende assen: de cultuurroute, die loopt van het station tot aan de Wilhelminapier, de stadsas die loopt van het Hofplein tot de Rijnhaven en de spoortunnelroute die loopt van waar ooit het spoorwegviaduct zich bevond. De parkdriehoek heeft als hoofdthema cultuur en recreatie. De centrumruit heeft als thema winkelen en entertainment.
In mijn ingreep wordt het Eendrachtsplein veranderd in een cultuurplein. De cultuurroute verbindt de twee zojuist beschreven gebieden met elkaar en het Eendrachtsplein vormt hier het koppelstuk tussen. Cultuur als entertainment en winkelen als recreatie. Open ruimte speelt een cruciale rol bij de organisatie van de stad. Het biedt de flexibiliteit van het constant veranderende gebruik van de stad. Het verbindt de verschillende programma’s en creëert routes voor de voetgangers. De continue recreatie van open ruimte maakt het mogelijk een systeem van organisatie te creëren die opgaat in de realiteit. De open ruimte is niet langer een plaats waar publiek belang het belangrijkste is. Het is een zone van introductie, een plaats waar extremen van stedelijke realiteit kunnen samenkomen en waarin verschillen kunnen worden gevierd.
Thomas Verhoeven
14
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Een ingreep in het stedenbouwkundige weefsel De stedenbouwkundige ingreep die ik bij het Eendrachtsplein heb gedaan is van generiek karakter. Het lost in eerste instantie een probleem op waar het hele centrum van Rotterdam mee kampt. Het is de doorboring van drukke wegen die dwars door het stedelijke weefsel lopen. Deze wegen zorgen ervoor dat het centrum door veel mensen als ongezellig ervaren wordt. Door een voetgangerstunnel te maken wordt deze barrière doorbroken.
Figuur 4.2 Koopgoot Rotterdam.
Het eerste punt waarop gelet dient te worden bij een dergelijke ingreep is de infrastructuur. In dit geval is er een druk verkeersplein waar een tramhalte en een metro aanwezig zijn. Het is vanzelfsprekend dat het zo goed mogelijk op de openbare ontsluitingen aan moet sluiten. Bij het Eendrachtsplein was de voetgangerstunnel aan sluiten op het metronet mogelijk. Dit is misschien niet altijd mogelijk maar de koopgoot in Rotterdam is bijvoorbeeld ook aangesloten is op de metro. Bij het lokaliseren van een plek voor een potentiële ingreep is het zoeken naar een punt waar de metro loopt zo gek nog niet. De koopgoot is een interessant precedent omdat het ook omgaat met een drukke weg. De koopgoot alias de Beurs Traverse loopt met haar winkelboulevard onder de Coolsingel door waar het een aansluiting heeft met de grote warenhuizen en de metro.
In het artikel Futuristisch broertje voor Koopgoot (Hartog et al., 2007) staan de plannen voor een tweede koopgoot. Deze wordt ontworpen door Rem Koolhaas. Het lijkt alsof de verbindingsroutes die onder het maaiveld liggen een goede manier zijn om de barrière die veroorzaakt wordt door de drukke wegen die door het centrum razen vormen, te slechten. Het centrum wordt erdoor als het ware aan elkaar geregen hetgeen de suggestie wekt dat het doorkliefde Rotterdam na een ongeluk weer gehecht wordt. In figuur 4.3 staat de groene hechting Figuur 4.3 Hechtingen die het doorkliefde stedelijk weefsel aan elkaar rijgen. voor de nieuwe koopgoot. Het is bij een dergelijke ingreep als een voetgangerstunnel belangrijk na te gaan hoe deze haalbaar gemaakt wordt door middel van een aaneensluitende ingreep. Deze moet belang hebben voor de stad en bovendien financieel haalbaar blijken. Daarvoor is nodig de locatie zorgvuldig te bekijken en te proberen de potenties ervan in kaart te brengen. In het geval van het Eendrachtsplein was de cultuurroute van belang om een impuls te geven aan de stad Rotterdam. Maar ook is hier goed gekeken naar de financiële kant van het verhaal. Er zijn hiertoe drie varianten opgesteld. Deze varianten verschillen in omvang van de ingreep, bouwmassa, aansluiting voetgangersstromen, programma en respect voor de bestaande situatie.
Thomas Verhoeven
15
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Variantenstudie
Figuur 4.4 Variant 1: Cultuurgoot Eendracht.
De cultuurgoot is een tegenhanger van de Rotterdamse koopgoot en zou samen hiermee een manier van omgang zijn met het centrum die in grote mate kan bijdragen aan de identiteit van Rotterdam. Deze bruisende verdiepte cultuurstraat is aangesloten op de bestaande bebouwing waardoor het een hoge mate van interactie heeft met boven en onder de grond. Op de referentieplaatjes zie je Convent Garden in London. Dit is een overdekt centrum met allerlei cultuurtentjes. De cultuurgoot is een zeer geschikte keus om de cultuuras te versterken en de infrastructurele ingreep haalbaar te maken.
Figuur 4.5 Variant 2: Museum Eendrachtsplein.
Een tweede variant is het Museum op het Eendrachtsplein. Er wordt op het plein een museum gerealiseerd die de looproute versterkt en de ingreep financieel haalbaar maakt. De ingreep is minder groot omdat er geen grote kuil gegraven hoeft te worden maar sluit daarom ook minder goed aan op de voetgangerstunnel. Ook is er minder respect voor de bestaande bebouwing. Er wordt een futuristisch museum gebouwd dat de bebouwing van het Eendrachtsplein naar de achtergrond drukt. Ook de bezonning is in dit geval verre van optimaal. De plek tussen het museum en de bestaande bebouwing zal niet in het directe zonlicht komen te liggen en is daarom voor terrasjes onaantrekkelijk.
Figuur 4.6 Variant 3: Museumplein Eendracht.
Een derde variant is het Museumplein Eendracht. Dit plein ligt midden op de cultuuras en fungeert als rustpunt waar mensen het gebied inkomen. De bestaande bebouwing wordt volledig in tact gelaten en hierin wordt een museum gesitueerd. De ondersteunende functies worden hier tegenover geplaatst.
Thomas Verhoeven
16
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Figuur 4.7 Variantenkeuze.
In dit geval is de keuze gevallen op het Museumplein Eendracht omdat het als rustpunt het beste aansluit bij de cultuuras. Bij de cultuurgoot zou er een te grote stroom mensen ontstaan die niet gepast is op de locatie. Verder zorgt een museum voor een goede bijdrage aan de identiteit van de stad Rotterdam. Mensen zullen van buiten Rotterdam het museum komen bezoeken en het zal een trekpleister zijn op de cultuuras. Het respect dat de ingreep heeft is van hoog niveau. Het laat de bestaande bebouwing in tact en plaatst het op een sokkel. De ondersteunende functies zijn niet schreeuwerig in beeld en zijn een kritiek op de huidige omgang van de stad Rotterdam met haar bebouwing. Tot slot biedt het plein mogelijkheden tot culturele feesten en evenementen die de as nogmaals versterken. Men moet zich wel realiseren dat een ingreep van dergelijke omgang hoge kosten met zich mee zal brengen. Deze kosten kunnen echter worden gezien als een investering in het gezicht van de stad en in het welzijn van haar bewoners. Een stad uit balans In het boek New City Spaces (Gehl et al., 2006, pp. 10-19) worden verschillende pleinen van over de hele wereld gecategoriseerd. Door de eeuwen heen is de stad altijd gebruikt als marktplaats, ontmoetingsplaats en verkeersruimte. Deze functies kwamen tot uiting in de vorm van openbare ruimte. In het verleden toen de verplaatsing nog vooral te voet ging was er een goede balans tussen de drie gebruiken van de stad. De voetgangers konden gaan waar ze wilden. Zij gingen de stad in om te ontmoeten, te handelen en te praten. Tegenwoordig is het gebruik van de stad veranderd. Eeuwen van traditioneel gebruik zijn verstoord door de nieuwe patronen van verkeer, handel en communicatie. Vooral de komst van het autoverkeer na de tweede wereldoorlog zorgde ervoor dat de eeuwenoude balans werd verstoord. Het autoverkeer strookte niet samen met het gebruik van de openbare ruimte als marktplaats en ontmoetingsplaats. Ook het gebruik van de stad als marktplaats is veranderd. Winkels gingen van kraampjes inpandig en al gauw ontstonden er supermarkten en winkelcentra. Tenslotte veranderde ook het karakter van de stad als ontmoetingsplaats door nieuwe middelen van communicatie zoals de telefoon, email en het internet. In deze tijd wordt de stad in vier categorieën ingedeeld. Ten eerste de traditionele stad waar ontmoetingsplaats, marktplaats en verkeersruimte in balans zijn. Ten tweede de Ingenomen stad waarbij één functie - gewoonlijk het verkeer - de andere twee gebruiksfuncties heeft verdrongen. Ten derde de verlaten stad waarin de publieke ruimte en het publieke gebruik simpelweg zijn verdwenen. En tenslotte de heroverde stad waarbij er duidelijk moeite is gedaan om weer een nieuwe balans te vinden tussen de drie gebruiksfuncties. Rotterdam valt momenteel onder de categorie ingenomen stad. Het drukke autoverkeer heeft duidelijk de andere twee functies verdrongen. Toch lijkt het alsof Rotterdam plannen heeft om haar stad te heroveren. Ze zijn met ingrepen bezig die de stad als ontmoetingsplaats en marktplaats herstellen. Mijn ingreep zou hier een sterke bijdrage aan kunnen leveren omdat het bijdraagt aan een gezonde balans tussen de drie gebruiksfuncties.
Thomas Verhoeven
17
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hybride confrontatie in het programma Als er in een gebouw verschillende programma’s gehuisvest zijn zullen deze programma’s vaak een wisselwerking met elkaar hebben. Dit is de hybride confrontatie van het programma. Tijdens mijn onderzoek hiernaar is me opgevallen dat er bij de hybride confrontatie een aantal belangrijke punten zijn waar je rekening mee moet houden. Als je in een gebouw gebruik wil maken van de hybride confrontatie zul je allereerst de programma’s op een bepaalde manier moeten schakelen zodat je via het ene programma naar het andere gaat. Wanneer dit het geval is zul je er of doorheen gaan of er langslopen. Dit is de mate van confrontatie en deze kan variëren van het botsen van verschillende gebruikers tot het enkel zien dat er een ander programma in de buurt is. Vaak is er een reden dat programma’s op een bepaalde manier achter elkaar geschakeld zijn en is er nagedacht over de manier waarop de confrontatie optreedt.
Figuur 4.8 Belangrijke punten bij hybride confrontatie van programma’s.
Dan is er de dwangmatigheid van confrontatie. Bij confrontatie van programma’s hangt altijd een verplichtende sfeer die je er bijvoorbeeld toe dwingt ergens door of langs te lopen waar je eigenlijk helemaal niet door of langs wilde. Dit is in grote mate het geval in de commerciële sector. Bij sommige winkels moeten mensen eerst de hele winkel door om daar verleid te worden tot allerlei aankopen die ze eigenlijk helemaal niet wilde doen. De mate van verplichting is dus zeker iets waar je rekening mee moet houden. Je kunt deze verplichting tegen gaan door meerdere looproutes te maken waardoor je de keuze van de confrontatie met het tweede programma aan de gebruiker zelf laat. De nadruk op de verschillende routes zijn uiteraard op een hiërarchische manier te categoriseren. Ook is het belangrijk dat mensen weten dat er een bepaald programma is waar ze doorheen moeten om het andere programma te bereiken. Hetzelfde geldt andersom. Ze moeten ook weten wat het programma is waar ze uiteindelijk bij uitkomen. Dit hoeft overigens niet perse het geval te zijn want je kunt ook door middel van een verrassing een extra dimensie geven aan je ontwerp. Tot slot heb je nog het willen wat een belangrijke factor kan spelen bij de keuze van mensen om de confrontatie aan te gaan. Bij de hybride confrontatie is het belangrijk dat mensen weten waar ze aan toe zijn. Als men bijvoorbeeld naar een programma wil gaan en daarvoor eerst superlang ongewild door een ander programma moet dwalen zal de gebruiker geïrriteerd raken. Een manier om hiermee om te gaan is de gebruiker te laten weten waar die aan toe is. Wanneer dit niet mogelijk is, dan is het verstandig de gebruiker niet te lang bezig te houden om onnodige irritaties te vermijden.
Thomas Verhoeven
18
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Precedent LUX Nijmegen LUX Nijmegen omvat een arthouse met een café, een bioscoop en diverse cultuurzalen. Bij dit precedent is er een schakeling tussen twee programma’s verkregen door middel van fragmentatie. Het kaartjesloket is losgekoppeld van de filmzaal en voor het café geplaatst. Dit zorgt ervoor dat mensen die naar de film willen eerst door het café worden geleid. Hierdoor wordt de bezoeker verleid tot een hapje en een drankje en wordt het avondje uit verheven tot een culturele ervaring. Het interessante van LUX is dat het ook omgekeerd werkt. Mensen die in de stad zijn en gezellig een drankje gaan doen in het café worden verleid om er een filmpje aan vast te plakken. Dit is een wederzijdse stimulatie van programma. Dit is wat mij betreft een van de meest geslaagde vormen van hybride confrontatie. Figuur 4.9 Confrontatie in precedent: LUX Nijmegen.
De manieren waarop Lux gebruik maakt van confrontatie is redelijk verplichtend. Mensen moeten als ze naar de film willen buitenom een kaartje komen en daarna door het café het complex binnenstappen. Vanuit dit café kunnen ze pas via een trap omhoog naar de filmzaal. Ze maken dus gebruik van de steekwoorden ‘doorheen’ en ‘moeten’. Dit is niet zo erg omdat de mensen weten dat het een filmhuis is. Een paar passen door het café zal niet als storend ervaren worden. Voor de mensen die niet weten dat het een filmhuis is en toevallig binnen lopen laat LUX duidelijk zien wat de mogelijkheden zijn. Er zijn balustrades aanwezig waarover mensen vanuit het café de filmbezoekers letterlijk de filmzaal in zien gaan. De mensen die binnen zitten komen vaak voor de film en ze willen dus best door het café heen om bij de film te komen. Bij binnenkomst van het café is duidelijk te zien hoe de bezoeker zich naar de filmzaal begeeft. Er is onder aan een trap een balie waar de bezoeker zijn kaartje afgeeft. Precedent Stureplan Swampe Een ander precedent is de Stureplan Swampe in Stockholm. Dit is een zeer interessant paviljoen midden in het centrum van Stockholm. De reden dat ik dit project noem is vanwege het opmerkelijke feit dat het paviljoen helemaal geen functie heeft. Toch zie je dat het helemaal vol staat met mensen die er staan te wachten. Er is gebruik gemaakt van het vrijblijvende karakter waarbij mensen er doorheen mogen. Verder weten ze dat er behalve schuilen tegen de regen niks te doen is omdat ze dit in een oogopslag kunnen zien. En toch willen ze er staan. Dit voorbeeld laat zien hoe bij de confrontatie van programma’s een programma als lokfunctie kan worden gebruikt. De reden waarom de Stureplan Swampe bezoekers trekt is vrijwel zeker de plaatsing ervan in de aanwezige voetgangersstromen.
Thomas Verhoeven
Figuur 4.10 Confrontatie in precedent: Stureplan Swampe.
19
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Toepassing hybride confrontatie in het ontwerp
Figuur 4.11 Confrontatieanalyse van de drie verschillende varianten.
De belangrijke punten waarop gelet dient te worden bij hybride confrontatie heb ik in drie varianten getoetst. In elk van de varianten heb ik de mate van confrontatie van elkaar laten verschillen. Je ziet bij variant 1 hoe de gebruiker door het andere programma wordt heen geleid. Bij de varianten 2 en 3 wordt de gebruiker er langs geleid. Bij variant 3 is er bovendien de keuze aanwezig of je naar de aangrenzende programma’s gaat. Verder is in de doorsnede te zien hoe in het ontwerp de verschillende manieren van weten en willen gebruikt kunnen worden. In de varianten zijn zowel de openheid naar de aangrenzende programma’s als de verschillende stijgpunten gevarieerd. De variant die door mij uiteindelijk het meest geschikt is bevonden is een variant waar de gebruiker doorheen ‘mag’. De verplichtende factor is van lichte aard doordat de keuze aan de gebruiker zelf is en een eenmaal aangegane verplichting maar van korte duur is. Verder is er gekozen voor het aanbrengen van een strook vloerramen omdat deze aan de gebruiker laten zien wat het onderliggende programma is, zodat deze zelf de keuze van doorkruising kan bepalen. Verder is er gebruik gemaakt van een opstaande rand bij het plein waar niet door heen is te kijken. Dit is gedaan zodat mensen in eerste instantie nog niet weten wat er te doen is op het plein en enkel vermoeden dat het gat dat ze zien een plein is. De mens is nieuwsgierig van aard en dit zal bijdragen aan een ontdekkingsdrang van het plein. Er is uiteindelijk dus één supervariant gemaakt waarbij de geschikte onderdelen van de subvarianten zijn gecombineerd.
Thomas Verhoeven
20
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Figuur 4.12 Clustering van de vier programma’s.
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Figuur 4.13 Looproutes en zichtlijnen.
In de figuren hierboven zie je de schakeling die is gedaan zodat de programma’s een bepaalde overlap hebben. De vier programma’s uit het ondersteunende gedeelte overlappen elkaar doordat er maar drie uitgangen zijn waarop ze synchroon geschakeld zijn. Doordat de verticale ontsluiting door het programma heen loopt en de ingang naar het plein ten opzichte hiervan verschoven is, ontstaan er verschillende looproutes en zichtlijnen die ervoor zorgen dat mensen bewust worden van de aangrenzende programma’s. Doordat de gebruiker door de verschillende programma’s heenloopt ontstaat er een verleiding zoals eerder gezien in LUX Nijmegen. Hierdoor zal het programma intensiever gebruikt worden.
Thomas Verhoeven
21
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hoofdstuk 5: Beschrijving van het ontwerpproces In dit hoofdstuk geef ik een beschrijving van het ontwerpproces. Over een periode van zeven weken laat ik week voor week zien op basis van welke criteria ik kom tot een definitief ontwerp. Week 1 In de eerste week heb ik me ingelezen over hybriditeit. Er werden een aantal artikelen ter beschikking gesteld door de docent en er was een groepsdiscussie over de betekenis van een hybride gebouw. Dit zorgde ervoor dat je een standpunt ten opzichte hiervan kon innemen. Ik ben me allereerst gaan concentreren op de ontwerplocatie, de Westblaak. Uit een eerdere ontwerpopdracht stond me nog vers in het geheugen gegrift dat het een drukke weg was en dat de bebouwing er erg saai was. De locatie stond me bij als grauw en ongezellig en ik besloot om met mijn hybride gebouw voor een opwaardering van de locatie te gaan zorgen. Hiertoe wilde ik in week 2 de locatie bezoeken om zo de potenties van het gebied in kaart te brengen. De vorm van hybriditeit die ik gekozen heb is de hybriditeit in programma omdat het me interessant leek om te onderzoeken hoe twee verschillende programma’s elkaar kunnen versterken en kunnen zorgen voor een meerwaarde van het gebouw en haar omgeving. Iets wat me te binnen schoot was een eerder bezoek aan het Eendrachtsplein. Dit was bij mijn eerste bezoek aan het NAI. Ik had op internet opgezocht hoe ik hier met het openbaar vervoer het beste kon komen en ging vervolgens met de trein naar Rotterdam centraal. Daar stapte ik over in de metro om mijn reis te vervolgen naar het Eendrachtsplein. Vanaf het Eendrachtsplein was het NAI op loopafstand en dat dacht ik dan wel te kunnen vinden. Toen ik aankwam op het Eendrachtsplein, viel het me op dat het vrij onduidelijk was waar het NAI zich bevond en na een tijdje zonder succes rondgelopen te hebben besloot ik het aan iemand te vragen. Na meerdere mensen aangesproken te hebben wees iemand me gelukkig de weg en twee minuten later had ik mijn bestemming bereikt. Opmerkelijk is dat er meerdere culturele programma’s in de buurt van het Eendrachtsplein gesitueerd zijn terwijl veel mensen dit niet weten. Mede op grond van deze ervaring heb ik mijn onderzoeksvraag opgesteld en een plan gemaakt om deze situatie te verbeteren. Ik heb eisen en uitgangspunten geformuleerd om zo mijn ontwerpproces in goede banen te leiden. Ook heb ik methoden en technieken bedacht die ik zou gaan toepassen in mijn proces. Week 2 Ik ben in week 2 naar de locatie gegaan op zoek naar kansen en potenties. Ik wilde op de locatie rondlopen en fotograferen en noteren wat me opviel. Hierbij wilde ik mijn vooroordelen een niet te grote rol laten spelen. Bij dit bezoek viel me inderdaad op dat de culturele programma’s uit de buurt slecht aangeven waren. Ook viel me op dat het Eendrachtsplein een gebied met potenties was. Er waren verschillende knooppunten van openbaar vervoer terwijl het plein er verlaten bij lag. Ik heb foto’s gemaakt om op mijn ervaringen op een later tijdstip terug te kunnen kijken en ik heb aantekeningen en schetsen gemaakt van de dingen die me opvielen. Bij het bezoeken van de locatie heb ik gelet op de punten die ik in mijn leerplan opgesteld had. Ik ben op zoek gegaan naar de potenties en problemen die in het gebied aanwezig zijn. Daarnaast ben ik in week 2 bij een bezoek aan Stockholm een interessant gebouw met bijbehorende locatie tegengekomen die ik daar gefotografeerd en beschreven heb om hier later een analyse op los te laten.
Thomas Verhoeven
22
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Vervolgens heb ik in de tweede week het programma gekwantificeerd. Ik heb de keuze gemaakt van een onderzoek naar de hybridisatie in verschillende programma’s. De programma’s heb ik nader bepaald door de potenties die ik bij mijn locatiebezoek tegenkwam. Het resultaat was een cultuurinformatiecentrum dat geconfronteerd werd met een restaurant. De keuze van het restaurant ontstond bij een gesprek dat ik had met een caféeigenaar op het Eendrachtsplein. Deze klaagde over Figuur 5.1 Kwantificatie programma. het ontbreken van eettenten in de buurt. Bij de programma’s ben ik gaan bekijken wat de onderdelen hiervan moeten betreffen. Ik begon hiermee met behulp van een schetsblok en heb eerst bij mezelf nagedacht wat er nodig was om goed te kunnen functioneren. Na de bepaling hiervan ben ik gaan nadenken over het aantal vierkante meters dat de onderdelen moesten betreffen. Dit heb ik gedaan met behulp van het boek Neufort (Baiche et al., 2006).
Figuur 5.2 Drie verschillende relatieschema’s.
Dezelfde week nog heb ik drie verschillende relatieschema’s gemaakt met een verschillende soort confrontatie. Om hier inspiratie voor op te doen ben ik het LUX Filmhuis te Nijmegen gaan onderzoeken als precedent. Dit heb ik gedaan door het te bezoeken en dit bezoek te documenteren met behulp van foto’s en aantekeningen. Hier ben ik een interessante manier van confrontatie tegengekomen die ik besloot in mijn ontwerp te gebruiken.
Figuur 5.3 Drie verschillende massamodellen.
Aan het eind van de tweede week ben ik gaan nadenken over de manier waarop de aandacht van voetgangers getrokken kon worden. Dit heb ik geïllustreerd in een drietal massamodellen die ongeveer voldeden aan de oppervlaktes en relatieschema’s opgesteld eerder deze week. Week 3 Door de massamodellen die een interactie met de voetgangers boden ben ik me gaan interesseren voor het gedrag van voetgangers. Ik heb daartoe literatuur gezocht en ben me daarin gaan verdiepen. Ik heb nog overwogen om in plaats van mijn onderzoek naar confrontatie binnen het gebouw een onderzoek te gaan doen naar een confrontatie van voetgangers met het gebouw. Interactie met voetgangers was immers een belangrijke eis uit mijn programma van eisen. De culturele onbekendheid van het gebied kon misschien wel opgelost worden door de sturing van het gebouw. Dat zou betekenen dat het gebouw aandacht moest trekken. Dit gaf mij het idee om op de middenberm de massavariant die ik in week 2 bedacht had waarin de confrontatie van de twee programma’s werkte uit te rekken tot een soort Euromast (zie figuur 5.4). De confrontatie zou optreden door middel van dwang. In de top van de Euromast zou het restaurant zitten en onder of in de lift het cultuurcentrum.
Thomas Verhoeven
23
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Bij een bezoek aan het restaurant zou men geïnformeerd worden over de culturele activiteiten die het gebied rijk was. Wat een nadeel was, beek de toegang. Ik besloot daarom een voetgangerstunnel te maken die op het gebouw aansloot. Deze Euromast heb ik in maya gezet en ik heb er een plattegrond van gemaakt. Ook heb ik er een maquette van gemaakt en bij het maken hiervan bleek de voetgangerstunnel verassend dicht bij de metro te komen. Dit maakte het idee van een voetgangerstunnel interessanter. Om de haalbaarheid van de voetgangerstunnel te bekijken ben ik de locatie weer gaan bezoeken. Het bleek Figuur 5.4 Mast. inderdaad dat de metro een talud had dat precies op de voetgangerstunnel kon aansluiten. Eigenlijk fungeerde dit talud al als een ongebruikte voetgangerstunnel. Mijn bezoek heb ik gedocumenteerd met foto’s en belangrijke bevindingen heb ik genotuleerd Figuur 5.5 Talud van de metro. in mijn aantekeningenboekje. Wat een enorme verrijking zou zijn voor het gebied is een voetgangerstunnel die het Eendrachtsplein met de Witte de Withstraat verbindt en die tevens op de metro aangesloten is en uitkomt op de middenberm. Om die reden ben ik de haalbaarheid van deze tunnel gaan onderzoeken. Daarbij heb ik de potenties van het gebied onderzocht. Ik heb een onder meer onderzoek gedaan naar de culturele programma’s. Dit heb ik gedaan met behulp van internet. Ik heb een aantal cultuursites opgezocht en op die manier Figuur 5.6 Maquette Cultuurgoot. gekeken waar welke programma’s gesitueerd waren. Omdat het Eendrachtsplein midden in dit culturele gebied nauwelijks een functie bleek te vervullen, bedacht ik de cultuurgoot die deze as zou versterken. Hiervan heb ik een maquette en plattegronden gemaakt. Week 4 De cultuurgoot was zeer interessant maar ik ben gaan kijken naar nog twee andere gelijkwaardige varianten die een dergelijke ingreep mogelijk zouden maken. Dit bracht mij tot twee ingrepen. Ik heb de ingrepen onderzocht met behulp van maquettes in dezelfde stijl als de eerste. Op deze manier kon ik de situaties goed met elkaar vergelijken. Ook heb ik bij alle drie de varianten plattegronden en doorsneden gemaakt die mij verschillende inzichten gaven. Ze gaven een inzicht in de infrastructuur, de bouwmassa en de programmatische schakeling. Ik had weliswaar al nagedacht waarom de drie ingrepen succesvol zouden zijn maar ik besloot nogmaals op een rijtje te zetten wat nu voor de locatie de beste ingreep was. Hierbij heb ik gebruik gemaakt van een analyse over wat Rotterdam nou precies voor een stad is. Dit zou moeten leiden tot een definitieve keuze uit de varianten. Bovendien heb ik punten bedacht waarop ik de varianten zou kunnen toetsen met het oog op de meest optimale keuze. Figuur 5.7 Museumplein Eendracht.
Thomas Verhoeven
Figuur 5.8 Museum Eendrachtsplein.
24
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Week 5 Na de tussenpresentatie viel mijn keuze op de variant ‘cultuurplein’, omdat deze variant het beste voldeed aan de toetsingscriteria zoals eerder door mij opgesteld. De rest van de week heb ik er over nagedacht hoe ik mijn hybride gebouw in dit plein kon integreren. Dit bracht me bij een terugkoppeling naar het PVE en de massamodellen. Ook dacht ik erover na hoe een onderzoek naar confrontatie een oplossing kon bieden bij de intergratie van dit alles. Verder heb ik de keuze voor het museum laten vallen op het Hermitage Rotterdam. Deze keuze kwam tot stand door een analyse van verschillende cultuurprogramma’s. Ik heb referenties gevonden van Hermitage Amsterdam waarbij een zelfde soort bebouwing getransformeerd was tot museum. Ik besloot de fragmentatie van Lux (Nijmegen) te gebruiken door de ondersteunende functies van het museum onder te brengen aan de andere kant van het plein. Ook stelde ik vast dat er maar drie mogelijke manieren van toegang tot het plein bestonden: de voetgangerstunnel, de grote trap, of de stijgpunten in het ondersteunende programma. Ik heb door middel van schetsen bekeken welke opties het meest optimaal waren. Om een globaal beeld te bepalen van waar ik heen wilde met het plein heb ik een collage gemaakt van het Museumplein Eendracht (zie Figuur 5.9 Collage voor de variant Museumplein Eendracht. figuur 5.9). Week 6 Ik heb deze week een 1:100 studie gedaan naar de confrontatie. Ik heb eerst een aantal punten bedacht waarop ik drie verschillende maquettes kon variëren. Hier heb ik schetsmatige plattegronden van gemaakt. Dit gaf me een idee over waar de punten van confrontatie in de programma’s zaten. Hier heb ik maquettes van gemaakt. De conclusies die ik hieruit kon trekken heb ik in een generiek model gezet. In dit model staan de punten waar je op moet letten bij de confrontatie van programma’s. Ik heb dit model nog getest met behulp van de precedenten en een duidelijke analyse was het gevolg. Hierna ben ik de 1:100 supervariant gaan inpassen in het pleinontwerp. Om te komen tot een optimale inrichting van het plein heb ik gebruik gemaakt van enkele naslagwerken. Daarbij heb ik onder meer referenties gezocht over bestaande cultuurpleinen in Nederland. Deze precedenten gaven mij een beter beeld over de mogelijkheden van de ingrepen. Ik heb daarna een aantal punten vastgesteld die ik in het plein terug wilde laten komen en door middel van schetsen ben ik uiteindelijk op het huidige ontwerp gekomen. Bij het uitwerken van het gebouw ben ik eveneens gaan nadenken over de constructie en het materiaal en heb ik continu teruggekoppeld naar de vooraf gestelde eisen. De precedent die ik hiervoor heb gevonden was de verbouwing van het Rijksmuseum. Deze gaf een beeld over op wat voor een punten gelet moest worden. Week 7 De week van de eindpresentatie ben ik in hoog tempo mijn ontwerpplan gaan uitwerken. Alles viel min of meer op zijn plek en er waren weinig punten die mij ophielden. Wel bleek zoals altijd bij een ontwerpdeadline - de werkdruk super hoog en ik heb in die week dan ook lange dagen gemaakt. Wel was het stimulerend om mijn eerdere bevindingen daadwerkelijk tot uiting te zien komen. Uiteindelijk heb ik nog een presentatiemaquette gebouwd. De presentatie verliep goed en ik kon met een tevreden gevoel de vakantie in gaan.
Thomas Verhoeven
25
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hoofdstuk 6: Verantwoording en evaluatie van het ontwerpproces In dit hoofdstuk geef ik over een periode van zeven weken een verantwoording en evaluatie van het ontwerpproces. Per week wordt ingegaan op de onderbouwing van de door mij in het ontwerpproces gemaakte keuzes. Week 1 Vanuit mijn leerplan werd er heel erg de nadruk gelegd op het beginnen met de stedenbouwkundige inpassing. In de praktijk ben ik veel breder begonnen. Ik heb relatief veel tijd gestoken in de vraag wat hybriditeit nou precies betekent. Daarbij probeerde ik erachter te komen hoe ik mijn onderzoek naar hybriditeit in een gebouw een meerwaarde kon laten opleveren. Ik denk dat dit goed gewerkt heeft. Als ik meteen begonnen was met het inpassen dan had ik waarschijnlijk belangrijke punten over het hoofd gezien. In mijn eerste week heb ik zo goed mogelijk proberen te bepalen wat ik ging onderzoeken. Ik ging er daarbij van uit dat het onderzoek naar een probleem bij een ontwerpopdracht zeer belangrijk is en dat het standpunt dat je tussentijds inneemt pas geleidelijk aan tot een definitief ontwerp zal leiden. Ik heb daarom uitvoerig nagedacht over wat ik ging doen en vervolgens geprobeerd om een lijst van activiteiten op te stellen die mij zouden kunnen helpen bij het vinden naar een antwoord op de vraag naar de mogelijke meerwaarde van hybriditeit in het gebouw dat in de opdracht centraal stond. Zo besloot ik de locatie te gaan bezoeken en deze stedenbouwkundig te analyseren en te documenteren aan de hand van aantekeningen en foto’s. Ook kwam ik op het idee om alternatieve projecten die als precedent kunnen worden gezien op te sporen. Week 2 In week 2 ben ik met het locatiebezoek gaan kijken waar de stedenbouwkundige situatie om vroeg. Wat ik beoogd had in het leerplan was dat ik me bij de stedenbouwkundige inpassing vooral zou gaan letten op de bouwmassa. Ik heb me bij het bezoek aan de locatie eigenlijk volledig opengesteld voor alle factoren. En de opvallende punten zaten eigenlijk vooral in de infrastructuur en in het programma van de stedenbouw. De documentatie door middel van foto’s heeft erg goed gewerkt. Ik heb ze namelijk later vaak nog terug gekeken en doordat ik steeds verder met mijn ontwerp kwam evolueerden de conclusies die ik eruit kon trekken. De foto’s hebben gefungeerd als techniek bij de toetsing van het gebouw in het gebied. Ook de aantekeningen die ik gemaakt had bleken interessant. Ze maakte het mij mogelijk om allerlei alternatieve ontwerpprocessen tegen elkaar af te wegen. Ook het zoeken naar prcedente ontwerpen elders heeft het nodige opgeleverd. Het gebouw dat ik in Stockholm tegenkwam heeft mij geattendeerd op de mogelijkheid van de confrontaties van voetgangersstromen. Doordat ik hier een analyse van heb gemaakt is dit uiteindelijk een toepasbaar element geworden in mijn ontwerp. In mijn plan van aanpak had ik aangegeven dat ik aanvankelijk vanuit de locatie het programma van het hybride gebouw zou gaan ontwerpen. Dat is niet helemaal het geval geweest. Ik heb eerst vanuit de stedenbouw de twee verschillende programma’s gekozen. Vervolgens ben ik puur naar de beide programma’s intern gaan kijken en heb ze de eerste tijd niet echt op de stedenbouwkundige inpassing getoetst. Wat ik niet in mijn plan van aanpak had staan was dat het gebruik van boeken als Neufort (Baiche et al., 2006) hier ontzettend handig in konden zijn. Ik zal het gebruik van dergelijke literatuur bij het maken van plattegronden als methode zeker meenemen naar mijn volgende ontwerp.
Thomas Verhoeven
26
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Nadat ik het programma met het aantal m2 hiervan enigszins bepaald had ben ik naar de verschillende relaties gaan kijken die de verschillende functies konden hebben. Ik heb drie verschillende relatieschema’s gemaakt waarbij elk schema een andere vorm van hybriditeit bevatte. De technieken die ik hierbij gebruikte waren schetsmatige schema’s waarbij ik de programmaonderdelen op grootte had ingedeeld en op verschillende manieren met elkaar verbonden. Om inspiratie wat betreft de confrontatie van de programma’s op te doen heb ik een precedentenanalyse gebruikt. Deze methode heeft ontzettend veel toegevoegd aan mijn besef van de mogelijkheden van een confrontatie in verschillende programma’s. Je kon zien door een tactische ontleding van het programma door middel van relatieschema’s dat elementen tussen verschillende ontwerpen uitwisselbaar zijn. Ik heb mijn bevindingen in de uiteindelijke relatieschema’s laten terugkomen. Hierna heb ik met behulp van massamodellen gekeken hoe ik op de locatie mensen kan trekken in het gebouw. Ik heb in deze modellen mijn bevindingen over het programma en de relatie hiertussen een prominente rol laten spelen. Het maken van massamodellen was wat mij betreft heel handig om naar de voetgangersinteractie te kijken. Week 3 In de derde week heb ik me gefocust op literatuur over voetgangersstromen. Ik heb nog overwogen om mijn onderzoek in plaats van confrontatie van programma’s om te zetten in een onderzoek naar de confrontatie van mensen met de gebouwde omgeving. Ik heb een boek gelezen over hoe een mens zich oriënteert in de stedelijke omgeving en zag dat er in de buurt een aantal dingen misgingen. Hierdoor bedacht ik een euromast die de mensen naar zich toe lokte. Het gebouw confronteerde de mensen met informatie over de culturele omgeving. Door een restaurant op de bovenste verdieping te situeren konden mensen zich beter oriënteren op de omgeving omdat ze op natuurlijke wijze overal bovenuit konden kijken. Ik had deze toren geplaatst op de Blaak en de ontoegankelijkheid die door de drukke weg gevormd werd noopte mij tot het bedenken van een oplossing hiervoor. Ik had eerst in maya wat simpele massamodellen gemaakt en besloot die te gaan uitwerken in een maquette. Dit omdat een maquette je altijd een blik van alle kanten gunt en de deeloplossingen van je ontwerp veel tastbaarder worden op het moment dat je een maquette in je handen hebt. Toen ik aan het snijden was in de vloerplaat van de maquette kwam ik er ineens achter dat een voetgangerstunnel wel eens een mogelijkheid kon bieden. Toen ik uit de vloerplaat de tunnel had gesneden bleek dat ook nog eens de metro verassend dichtbij uit de grond omhoog kwam en ik begon terug te koppelen naar de foto’s die ik eerder gemaakt heb op de locatie. Er bleek inderdaad een soort talud aanwezig te zijn dat eigenlijk op zichzelf al een voetgangerstunnel was. Hierna leek het hele verhaal van de euromast niet echt meer op zijn plaats en verschoof de potentie naar het Eendrachtsplein met als basisidee dat het Eendrachtsplein op de voetgangerstunnel aangesloten kon worden. Ik dacht aan wat ik eerder had bedacht over de culturele programma’s uit de buurt en zag ineens het Eendrachtsplein veranderen in een samenkomst van cultuur. Ik ben toen gaan schetsen en al gauw kwam ik uit op een cultuurgoot. Deze cultuurgoot heb ik daarna in maya gezet en ben hierbij allerlei dingen gaan verschalen tot het in het stedenbouwkundige weefsel paste. Toen ik het ruimtelijke ontwerp van een beetje voor me zag ben ik dit in een maquette gaan zetten. Het beeld van de maquette liet nog veel aanpassingen ter plekke toe en het werd tijdens het maken eigenlijk steeds meer geoptimaliseerd. Het visualiseren van een ontwerpidee in een maquette is een methode die ik vaker heb laten terugkomen en in dit geval tot zeer geslaagde resultaten heeft geleid.
Thomas Verhoeven
27
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Na het maken van de maquette ben ik gaan analyseren waarom een cultuurgoot zo goed zou werken op het Eendrachtsplein. Toen ik dit wist ben ik hierop twee varianten gaan bedenken die ook goed zouden kunnen werken. Hierdoor was een nog duidelijkere analyse mogelijk omdat ik de drie maquettes naast elkaar kon zien en daardoor meteen de zwakke en sterke punten kon signaleren. Week 4 Vervolgens ben ik de twee genoemde varianten verder uit gaan werken. Ik heb plattegronden en doorsneden gemaakt. Hierna ben ik gaan nadenken over de selectiecriteria die de varianten kwalitatief van elkaar konden gaan scheiden. Dit ben ik in schema’s gaan zetten zodat dit ook duidelijk presenteerbaar was voor de tussenpresentatie. Bovendien ben ik voor een variantenkeuze nog dieper ingegaan op een stedenbouwkundige analyse van de stad Rotterdam in relatie tot zijn culturele achtergrond. Dit heb ik ook weergegeven in duidelijke analyses en door dit te doen werden veel dingen ook vanzelf duidelijker. Dit alles heeft me uiteindelijk aanzienlijk geholpen bij het maken van een verantwoorde variantenkeuze. Week 5 Na de variantenkeuze ging ik me focussen op de schaal waar ik het over had in mijn leerplan. Ik wilde zo snel mogelijk inzoomen maar begreep dat het eerst handig was om vast te stellen hoe ik mijn hybride gebouw kon integreren in de gekozen pleinvariant. Ik besloot gebruik te maken van de ontwerpmethode fragmentatie van het programma die uit de precedent LUX (Nijmegen) naar voren kwam. Door de analyse hiervan kon ik hem als het ware zo oppakken en in mijn ontwerp plaatsen. Verder was mij bij de variantenkeuze opgevallen dat er bij de pleinvariant alleen maar één grote trap was die naar beneden leidde. Dit leek op het eerste gezicht te weinig. Na hierover nagedacht te hebben kwam ik echter tot de conclusie dat dit ook juist een kans van confrontatie was. Hierdoor waren mensen immers gedwongen om door het ondersteunende programma heen te lopen. Week 6 In week 6 ben ik weer gegaan naar de schaal 1:100. Ik had nog niet echt een idee over de inrichting van het plein maar door een schaalniveau over te slaan hoopte ik hier later meer inspiratie voor te hebben. Eerst ben ik door middel van een aantal schetsmatige plattegronden de programmatische confrontatie gaan variëren. Ik heb deze variatie gedaan in een aantal factoren zoals openheid, verschillende stijgpunten, schakeling programma enz. Dit leverde mij een goed beeld op van de mogelijkheden. Deze varianten ben ik hierna 1:100 gaan maken in maquettes en weer viel me op dat terwijl ik het in het 3d aan het maken was allerlei problemen die zich voordeden op een simpele manier met elkaar te integreren waren. Een belangrijke bevinding kwam bijvoorbeeld tot stand door een gat ter hoogte van het stijgpunt te maken. Hierdoor kwam ik ineens op het idee om een strook vloerramen te maken. Toen ik hierna een variantenkeuze wilde maken heb ik met een zekere distantie terug gekeken naar wat de uiteindelijke verschillen waren. Ik heb de goede punten van alle varianten gecombineerd tot een supervariant die in mijn ontwerp geplaatst werd. Ook heb ik voor mijn onderzoek naar hybriditeit de verschillende manieren van hybride confrontatie geschematiseerd. Om de generieke lading ervan aan te tonen heb ik laten zien dat je ook bestaande precedenten kunt analyseren en categoriseren.
Thomas Verhoeven
28
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hierna ben ik aan het plein begonnen en voor de indeling hiervan heb ik eigenlijk alles even op een rijtje gezet. Alle omliggende factoren moesten eigenlijk aansluiten op het plein. Daarnaast heb ik met behulp van literatuuronderzoek gekeken op wat voor manieren met bepaalde deelonderdelen in de ontwerpen wordt omgegaan. Dit was genoeg om aan het schetsen te gaan met het plein als resultaat. Ook voor de materialisering en detaillering van het gebouw heb ik literatuur gebruikt. Voor de materialisering ben ik op internet plaatjes gaan zoeken. Vervolgens ben ik gaan kijken hoe ik deze plaatjes met een bepaalde detaillering kon bereiken. Handig hierbij bleken een aantal tijdschriften en boeken waarin stond hoe de dingen technisch in elkaar zitten. Week 7 In de laatste week ben ik alles gaan uitwerken. Dit was een tijdrovende klus maar gelukkig was er al veel voorbereidend werk gedaan en was het meeste goed gedocumenteerd op mijn computer. Ik heb eerst een globaal plan gemaakt van hoe ik het ging presenteren. Daarna ben ik het verder gaan uitwerken. Daarbij heb aanvullingen gedaan en irrelevante zaken achterwege gelaten en ten slotte alles definitief gerangschikt. Het verhaal dat ik wilde vertellen is uiteindelijk goed uit de verf gekomen en de tijd liet een redelijk gedetailleerde uitwerking toe.
Figuur 6.1 Het uiteindelijke ontwerpproces.
Figuur 6.2 Het ontwerpproces volgens het leerplan.
In bovenstaande figuren laat ik schematisch zien hoe mijn uiteindelijke ontwerpproces zich verhoudt tot het oorspronkelijke, vanuit het leerplan aangeven proces. Daarbij wordt duidelijk dat met name de eerste fase van concept (inclusief het standpunt ten opzichte van hybriditeit) door mij sterk is uitgewerkt.
Thomas Verhoeven
29
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hoofdstuk 7: Beschrijving van en reflectie op minstens twee generieke bevindingen met betrekking tot het ontwerpproces. In dit hoofdstuk beschrijf ik twee generieke bevindingen in het licht van reflectie op het ontwerpproces. Als eerste ga ik in op het gebruik van precedentenanalyse. Daarnaast komt de gebruikmaking van maquettes en prototypes aan bod. Precedentenanalyse Iets wat ik in mijn ontwerpproces veelvuldig heb gebruikt is de precedentenanalyse. Dit is een analyse waarbij je een bestaande situatie bestudeert waarvan je vermoedt dat er een deeloplossing in zit die een probleem in een ontwerp kan oplossen. Ook kan de precedentenanalyse puur gebruikt worden om over een bepaalde deeloplossing na te denken. Vaak weet je nog niet wat precies het probleem is. Er is een bepaalde situatie waarbij je niet precies weet wat er aan de hand is. Door naar een precedent te kijken waarin een zelfde soort situatie voorkomt zie je vaak de oplossing die zij hebben bedacht. Doordat je de oplossing ziet kun je ook inzien wat het probleem is. Dit is belangrijk ook al zijn er maar weinig situaties die exact gelijk zijn aan die van het eigen ontwerp. Een precedentenanalyse laat zien hoe er met een bepaalde situatie omgegaan is waardoor je kunt terug redeneren wat eigenlijk het probleem is zodat je hier al dan niet dezelfde of een andere deeloplossing voor gebruikt. In mijn ontwerp kwam ik de volgende situatie tegen. Er is een museum aan de ene kant van het plein en er is een ander vrij indeelbaar gebouw aan de andere kant. Hiertussen ligt een plein waarvoor in de randvoorwaarden stond dat het moest leven. Ik heb besloten om een precedent te zoeken die mij een nieuw licht op de bestaande situatie zou geven. Uiteindelijk bedacht ik me dat een bepaalde afhankelijkheid tussen de verschillende gebouwen een interactie tussen de gebouwen zou bewerkstelligen. Ik heb hier dus de situatie bepaald. Toen ging ik nadenken of ik situaties kende waarbij die afhankelijkheid een rol speelde. Ik kom zelf uit Nijmegen en dat was de reden waarom ik al snel aan het Nijmeegse Filmhuis Lux dacht. Ik ben hier naar toe gegaan en heb gekeken hoe het gebouw programmatisch precies in elkaar zat en hoe de afhankelijkheid tussen programma’s voor een levendig tussenprogramma zorgde. Ik heb hier foto’s van gemaakt en aantekeningen. Later heb ik hier schema’s van gemaakt die mij duidelijker maakte wat er nou precies op deze locatie gebeurde en welk samenspel van programma’s daarvoor verantwoordelijk was. Toen ik hierachter was en zag wat zij als deeloplossing hadden gebruikt kon ik het probleem ook beter zien. De deeloplossing die ze gebruikt hadden was fragmentatie en het probleem was het café wat levendig moest zijn. Eigenlijk was het probleem en de deeloplossing in hoge mate vergelijkbaar met mijn ontwerp alleen was het van een andere schaal. De schaal zei in mijn geval niets over het probleem dus kon ik de deeloplossing in mijn ontwerp verwikkelen. Belangrijk hierin bleek dus de goede analyse van een soortgelijke situatie. Hierdoor kun je zien welke deeloplossing op een andere locatie aan de orde geweest is. Dit geeft duidelijkheid over het echte ontwerpprobleem dat vervolgens vergeleken kan worden met het eigen ontwerpprobleem. Op deze wijze kan een deeloplossing overgenomen worden of inspiratie worden opgedaan voor de omgang ermee. Eerder in mijn eindwerkstuk in hoofdstuk 4 zie je hoe er door middel van een precedentenanalyse generieke deeloplossingen verkregen werden. In het boek Ways to study and research schrijft de Jong (2002: 173-175) het volgende over het analyseren van vergelijkbare plannen. Als je meerdere plannen met elkaar wil vergelijken moet je altijd een bepaalde criteria opstellen. Als de plannen een verschillende schaal betreffen is dit moeilijker omdat er vaak andere dingen op af te lezen zijn. Als eerste moet je dan zorgen dat er dezelfde dingen in de legenda staan. Op deze manier kun je de elementen vervangen in standaardonderdelen. Als je een plan op een wetenschappelijke manier wilt vergelijken moet je het plan kunnen reduceren in onderdelen als terrein, bedoeling, context, perspectief en mogelijke leesbare effecten die de context hierop heeft. Dit vormt de fundering die een wetenschappelijke vergelijking mogelijk maakt. Als de verschillende plannen bovendien een verschillende schaal hebben is het belangrijk
Thomas Verhoeven
30
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
dat er gekeken wordt naar de context van beiden. De vergelijking is impliciet vanuit een bepaald perspectief en verwachting van politieke, culturele, economische, technische en ecologische ontwikkelingen buiten het ontwerpproduct. Door een effectenanalyse in een bepaald geïmpliceerd perspectief te maken kan duidelijk worden in hoeverre een situatie met elkaar overeenkomt. In figuur 7.1 zie je welke stappen je kunt nemen bij een effectenanalyse. Volgens Molema (2002: 117-124) is het belangrijk dat er bij de analyse van gebouwen gekeken wordt naar de context. Bij gebouwen uit het verleden moet het ontwerp steeds gerelateerd worden aan de technische mogelijkheden en de ontwerpmethodes van die tijd. Deze condities moeten bovendien vergeleken worden met die van onze tijd:
Figuur 7.1 Stappen effectenanalyse
Buildings and their elements of yesterday are viewed as possible tools for the design-process of tomorrow. In het artikel Less is More (Rohe, 1986: 183) staat een quote waarin het belang van de reeds bestaande architectuur treffend wordt weergegeven: I refuse to invent a new architecture every Monday morning. It took the Greeks centuries to perfect the Doric column and perfection is the ultimate concern. Gebruikmaking van maquettes en prototypes Een andere deeloplossing uit mijn ontwerpproces betreft de ontdekkende en verrijkende techniek die de maquette assembleert. Ik ben in de meeste gevallen gewoon begonnen met een vaag idee voor me en een aantal beperkende randvoorwaarden. Terwijl ik deze techniek toepaste kwamen er ten eerste een legio aan subproblemen aan het licht en door hier op een intuïtieve manier mee om te gaan was een verassende variant het resultaat. Wanneer ik dan weer terug ging koppelen en een analyse op de totstandgekomen maquette losliet kwamen al deze subproblemen aan het licht. Dit gaf me weer een mogelijkheid tot het maken van twee andere maquettes waarin ik al deze subproblemen varieerde. Als alle drie de maquettes af waren kon er weer vanaf een afstand naar de deeloplossingen gekeken worden en bleek terstond waarom deze in het model werkten of niet werkten. Dan moest er worden nagegaan of deze deeloplossingen afhankelijk waren van bepaalde factoren. Wanneer dit duidelijk was dan ontstond er een beter beeld over hoe je met de subproblemen kon omgaan en of deze misschien gecombineerd konden worden in een supervariant. De resultaten die dit met zich meebracht waren wat mij betreft zeer positief. Normaal gesproken ben ik iemand die eerst heel erg lang gaat nadenken over randvoorwaarden en hoe bepaalde deeloplossingen al dan niet gecombineerd hieraan zullen voldoen. Ik heb in het verleden gemerkt dat hier vaak onnodig veel tijd in gaat zitten. Ook heb ik gemerkt dat er tal van resultaten en potenties ontstaan door gewoon maar te beginnen met het bouwen met een maquette. In het verleden heb ik denk ik vaak teveel beperkende factoren opgesteld die het uiteindelijke resultaat minder interessant maakten. Vaak zijn er namelijk bepaalde voorwaarden die je vooraf wil beperken. Deze voorwaarden zouden misschien op zichzelf wel staan maar in combinatie met onvoorziene wendingen in het ontwerp niet nodig zijn. Het maakt het vaak lastig omdat je bij het ontwerp enerzijds voorwaarden wil hebben die je naar een oplossing leiden. Anderzijds zijn dit vaak beperkingen en zijn de voorwaarden te conservatief. Mijn oordeel hierover is om ten eerste wel zoveel mogelijk voorwaarden te stellen maar er ook niet te moeilijk over doen als er bij een bepaalde variant hier niet aangehouden wordt. Dit om na te gaan of ten eerste de voorwaarden niet ongegrond zijn en ten tweede of, en in welke mate, een gegronde voorwaarde afhankelijk is van factoren waar je op een bepaalde manier handig op kan inspelen. Doordat je met een maquette op
Thomas Verhoeven
31
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
een vrije manier begint te bouwen zul je alleen met een bepaalde conceptrichting ver komen. Wees niet te conservatief wat betreft het stellen van voorwaarden. Van belang is voortdurend deeloplossingen te analyseren en te kijken of bepaalde randvoorwaarden gegrond zijn. Daarna komt het erop aan in twee andere varianten deze deeloplossingen te laten variëren en op her resultaat te reflecteren. Dit geeft je een goed beeld over de deeloplossingen en eigenlijk nog beter op het daadwerkelijke architectonische probleem. Dit zorgt ervoor dat je hier een gegrond antwoord op kunt geven.
Figuur 7.2 Evaluatiecriteria.
In het boek Ways to study and research beschrijft van der Voordt (2002: 160-172) hoe prototypes mogelijke verbeteringen aan het licht kunnen brengen. Wanneer men iets bedacht heeft en je maakt er een prototype van laat het zien hoe sommige dingen die je bedacht hebt werken en sommige dingen niet. Het is een manier om je ontwerp te testen. Door herhaaldelijk prototypes te maken kun je je ontwerp optimaliseren. Ook kun je verschillende modellen simultaan aan elkaar te testen om zo hieruit conclusies te trekken. Deze modellen worden in de praktijk vaak getest ten aanzien van kosten en kwaliteit. In Figuur 7.2 zie je een schema dat hiervoor gebruikt kan worden. Ondanks de bruikbaarheid van prototypes wordt er in de praktijk niet altijd gebruik van gemaakt. Dit meestal vanwege de extra tijd en de extra kosten die de alternatieve effecten analyses met zich meebrengen. Een andere reden waarom dit niet altijd gebeurt is omdat de architect vaak een persoonlijke visie en idealen heeft en bang is dat deze in andere alternatieven verloren zouden gaan. Als laatste zijn er ook mensen die bang zijn dat prototypes herhaald gebruikt gaan worden. Dit impliceert het genaamde stempeleffect dat resulteert in een saaie monotone omgeving.
In Architectural Research Methods (Groat et al., 2002: 278-281) wordt uitgelegd hoe modellen ons een beter begrip geven van de werkelijkheid. Door een model te maken zien we dingen die we anders niet zien. Zo is er een test gedaan naar het begrijpen van een gebouw. De ene helft van de mensen heeft een rondleiding door het gebouw gekregen en de andere helft heeft door middel van een maquette een uitleg over het gebouw gekregen. Toen ze daarna aan beide groepen vragen over het gebouw gingen stellen bleek dat de mensen die de uitleg met maquette hadden gekregen veel meer antwoorden hadden. Zelfs toen de geteste mensen weer naar het gebouw gebracht werden konden de mensen die de uitleg hadden gehad en in feite het gebouw voor het eerst met eigen ogen zagen beter hun weg vinden dan de mensen die hier al waren geweest.
Thomas Verhoeven
32
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Hoofdstuk 8: Samenvatting en conclusies Voordat ik aan het ontwerpproject begon had ik me nog niet zo veel bezig gehouden met de hybriditeit van gebouwen. Tijdens de discussies over hybriditeit in de groep en op basis van verdieping van bestaande literatuur ontdekte ik dat er door middel van hybriditeit grote ontwerpkansen gecreëerd kunnen worden. Mijn uiteindelijke ontwerp is voortgekomen uit de eisen van de opdracht alsmede het standpunt dat ik over hybriditeit ingenomen heb. Interessant is dat de opdracht eigenlijk lag in het ontwerpen van een klein hybride gebouw terwijl er een ontwerp tot stand gekomen is dat een veel grotere schaal betrof. Dit komt denk ik doordat de opdracht in de beginfase nog redelijk open lag. Doordat er in het gebied waar de opdracht zich op richtte potenties en problemen van stedenbouwkundige schaal aanwezig waren leek het me verantwoord om hierop in te gaan. Dit heeft de door mij gekozen stedenbouwkundige ingreep tot gevolg gehad. Uit de literatuur bleek dat het centrum van Rotterdam al een aantal jaren uit balans is en dat het stedelijke weefsel in sterke mate door drukke wegen wordt doorkliefd. Met mijn ontwerp heb ik geprobeerd bij te dragen aan een verandering in dit proces. Het ontwerp laat zien hoe Rotterdam om kan gaan met haar centrum en heeft daarom een generieke lading. Ook is er een onderzoek gedaan naar de hybriditeit van een gebouw van honderd vierkante meter. Ik heb de mogelijkheden van hybride confrontatie in het programma onderzocht en schematisch weergegeven. Daarbij heb ik laten zien hoe deze bevindingen in een ontwerp toegepast kunnen worden. De punten van confrontatie zijn een bruikbaar middel om te gebruiken bij een precedentenanalyse of in een deelontwerp. Het ontwerpproces verliep verassend omdat er in het begin een focus was op het ontwerp van een hybride gebouw. Toen eenmaal de schaal van de problemen en potenties aan het licht kwamen, werd duidelijk dat hier alleen met een stedenbouwkundige ingreep op in te spelen was. Methodes en technieken heb ik tijdens mijn ontwerpproces op een bewuste manier ingezet. Deze heb ik vervolgens in mijn eindwerkstuk verantwoord en geëvalueerd. De precedentenanalyse is een methode gebleken die een opmerkelijke steun kan bieden in het ontwerpproces. Het kijken hoe andere mensen met dezelfde problemen en situaties zijn omgegaan leiden tot inspiratie en tijdwinst. Daarnaast bleek ook de techniek van de maquette uiterst bruikbaar te zijn in een ontwerpproces. Het door middel van maquettes uitwerken van prototypes kan niet alleen worden gezien als een zinvolle manier van visualiseren maar ook een effectieve manier van analyseren en evalueren van delen van het ontwerpproces zelf. Door het ontwerp en het afgelegde ontwerpproces te beschrijven, te verantwoorden en te evalueren ben ik een stuk bewuster geworden niet alleen van mijn ontwerpproduct maar evenzeer van het door mij doorgemaakte ontwerpproces. Door de dingen op te schrijven werd mijn ontwerpproces een stuk overzichtelijker en was ik beter in staat om tijdens het proces verbanden te leggen en conclusies te trekken. Dit heeft ook de kwaliteit van uiteindelijke ontwerp positief beïnvloedt. Bovendien zullen de beschrijving van en de reflectie op mijn ontwerpproces zeer bruikbaar zijn in mijn toekomstige ontwerpen. Al met al heb ik ontzettend genoten van dit project en heb ik veel geleerd.
Thomas Verhoeven
33
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein
Literatuuropgave en bronvermelding Literatuur − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −
Alexiou, A. S. (2006). Jane Jacobs. New Jersey: Rutgers University Press. Altman, A. (1975). The Environment and Social Behavior. California: Brooks/Cole Publishing Company. Altman, A. (1981). Transportation and Behavior. New York: Plenium Press. Fenton, J. (1985), Hybid Buildings, In: Pamphlet Architecture, 11. New York, San Fransisco. Baiche, B. & Walliman, N. (2006). Neufert. Oxford: Blackwell Publishing Company. Festinger, L. & Schachter, S. (1977). Architecture and Social Behavior. New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates. Gaventa, S. (2006). New Pulic Spaces. London: Octopus Publishing Group. Gehl, J. & Gemzøe , L. (2006). New City Spaces, Copenhagen: The Danish Architectural Press. Goossens, J., Guinée , A. & Oosterhoff, W. (1995). Public Space. Rotterdam: 010 Publishers. Groat, L. & Wang, D. (2002). Architectural Research Methods. New York: John Wiley & Sons. Hartog, T. den & Tates, T (2007). Futuristisch broertje voor Koopgoot, In: Algemeen Dagblad, 16 april 2007 Harvey, J. H. (1981). Cognition, Social Behavior, and the Environment. New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates. Jong, T. de (2002). Comparing and Evaluating Drawings, In: Jong, T. M. de & Voordt, T. van der (2002) Ways to study and research (pp. 173-175). Delft: Delft University Press. Michelson, W. (1977). Environmental Choice, Human Behavior, and Residental Satisfaction,. New York: Oxford University Press. Molema, J. (2002). Analysis of Buildings, In: Jong, T. M. de & Voordt, T. van der (2002) Ways to study and research (pp. 117-124). Delft: Delft University Press. Passini, R. (1992). Wayfinding in Architecture. New York: Van Nostrand Reinhold. Rodermond, J. (2000). Hybride transformaties, In: De Architect, 1, 22-36. Rohe, M. van der (1986). Less is More, In: Blaser, W., (pp. 180-183). Waser Basel: Verlag. Saarinen, T. (1976). Environmental Planning. Boston: Houghton Mifflin Company. Vollaard, P. (2007). Prototypes, Rotterdam: 010 Publishers. Voordt, T. van der (2002). Evaluating Prototypes, In: Jong, T. M. de & Voordt, T. van der (2002) Ways to study and research (pp. 169-172). Delft: Delft University Press.
Bronnen Afbeelding Figuur 1.1
Inhoud Cultuuras Rotterdam
Figuur 1.2
Ontsluiting Eendrachtsplein Barrière Blaak Museumplein Eendracht Situatie Maaiveld Situatie Plein Doorsnede Plein Doorsnede Plein Plattegrond Plein Doorsnede Plein Bestaande Looplijnen Barrière Blaak Aansluiting Looplijnen Culturele Informatie Metro Cultuurroute Plein Ontsluiting plein Referenties Reglit
Figuur 1.3 Figuur 2.1 Figuur 2.2 Figuur 2.3 Figuur 2.4 Figuur 2.5 Figuur 2.6 Figuur 2.7 Figuur 3.1 Figuur 3.2 Figuur 3.3 Figuur 3.4 Figuur 3.5 Figuur 3.6 Figuur 3.7
Thomas Verhoeven
Bron maps.google.com, bewerkt door Thomas Verhoeven Informatie: http://www.kunstbus.nl/plaatsen/rotterdam.html maps.google.com, bewerkt door Thomas Verhoeven maps.google.com, bewerkt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven maps.google.com, bewerkt door Thomas Verhoeven maps.google.com, bewerkt door Thomas Verhoeven maps.google.com, bewerkt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven http://www.regal.com.tr/images/lint/TWD-MOX.jpg http://www.alhra.nl/images/profilit%20ter%20weijde%20(10).JPG
34
Eindwerkstuk bk6100A_b Hybrid Building
Figuur 3.8
Referenties Vloerramen
Figuur 3.9 Figuur 3.10 Figuur 3.11 Figuur 3.12
Cultuurcomputer Confrontatie Omgang Historie Culturele Ontmoetingsplek
Figuur 3.13
Hermitage
Figuur 3.14
Rijksmuseum
Figuur 3.15 Figuur 3.16 Figuur 4.1 Figuur 4.2
Inrichting Plein Confrontatie Plein Vierdeling Rotterdam Koopgoot Rotterdam
Figuur 4.3 Figuur 4.4
Hechtingen Cultuurgoot
Figuur 4.5
Eendrachtsplein
Figuur 4.6
Museumplein Eendracht
Figuur 4.7 Figuur 4.8 Figuur 4.9 Figuur 4.10 Figuur 4.11 Figuur 4.12 Figuur 4.13 Figuur 5.1 Figuur 5.2 Figuur 5.3 Figuur 5.4
Variantenkeuze Punten Confrontatie Confrontatie LUX Confrontatie Swampe Confrontatieanalyse Clustering Programma Looproutes en Zichtlijnen Kwantificatie rogramma Drie Relatieschema’s Drie Massamodellen Mast
Figuur 5.5 Figuur 5.6 Figuur 5.7 Figuur 5.8 Figuur 5.9
Talud Metro Maquette Cultuurgoot Maquette Eendrachtsplein Maquette Museumplein Collage Museumplein
Figuur 6.1 Figuur 6.2 Figuur 7.1 Figuur 7.2
Ontwerpproces Ontwerpproces Leerplan Effectenanalyse Evaluatiecriteria
Thomas Verhoeven
Hybride Confrontatie De weg naar een cultuurplein http://www.glasbau-wiedemann.de/profilit_fassade.jpg http://www.rogerwilde.com/images/glass_flooring/ chemistry_camb.jpg http://www.rogerwilde.com/images/main_pall_mall_floor.jpg http://www.bdonline.co.uk/Pictures/336xAny/p/x/r/ WD_Christchurch_Tower_Aug_1.jpg http://www.prenticeglass.co.uk/content/Products/ GlassFloorAndStaircaseTreads/images/ Glass%20Floor%20Pannel%20in%20Old%20Theatre.JPG http://www.turretengineering.com/images/glass-floor.jpg Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven http://www.reallyrules.nl/album_pic.php?pic_id=1747 http://medialuna.atspace.com/canadaplein050707/ canadaplein30.jpg http://www.omnivas.nl/foto/omnivas_wereldrecord_twisterdoek.jpg http://www.nieuwegein.nl/files/6615/ cultuurplein_architectencie_011106.jpg http://www.hyogo-c.ed.jp/~rekihaku-bo/images/cafeshop.jpg http://www.dhv-bouw.nl/Dbimages/Projecten/ Hermitage%20aan%20de%20Amstel.jpg http://www.mimoa.eu/images/2686_l.jpg http://www.volkskrant.nl/multimedia/archive/00027/ rijksmuseum_nieuw_20_27862b.jpg http://www.bam.nl/baminternet/baminternet/portalen/BAM_Civiel/pro jecten/40_BAM_Civiel_Noordwest/Afbeelding_023.jpg Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Goossens et al., 1995, pp. 81 http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/9/99/ Rotterdam_koopgoot_2.jpg maps.google.com, bewerkt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven http://www.travellondon.com/templates/attractions/images/ coventattraction.jpg http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/46/ Covent_Garden_Interior_May_2006.jpg Gemaakt door Thomas Verhoeven http://www.archdaily.com/wp-content/uploads/2008/07/ 617118366_2006831nama--0027.jpg http://www.teijinaramid.com/Upload/Images/ stedelijkmuseum-artistimpression.jpg Gemaakt door Thomas Verhoeven http://lh6.ggpht.com/_rhluOkG8NF0/Rkkw6l425uI/AAAAAAAAAu8/ TUsjgubpDl8/17sverige+(3).JPG Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven http://www.123bedrijfsfeest.nl/feestlocaties/foto_euromast1.jpg Bewerkt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven http://www.dhv-bouw.nl/Dbimages/Projecten/ Hermitage%20aan%20de%20Amstel.jpg http://farm3.static.flickr.com/2286/2357454785_3c311d0361_b.jpg Bewerkt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Gemaakt door Thomas Verhoeven Voordt et al., 2002: 174 Voordt et al., 2002: 170
35