Minor Aanbiedend instituut en contactpersoon Praktische informatie
Korte omschrijving en bijzonderheden
Instapvoorwaarden en doelgroep
Doelstellingen van de minor
Niveau in relatie
Jeugdzorg en Onderwijs HvA Onderwijs en Opvoeding, opleiding pedagogiek. Minorcontactpersoon: Jurjen Tak. E-mail:
[email protected] Gebouw Kohnstammhuis, Wibautstraat 4, Amsterdam Deze minor is toegankelijk voor studenten van binnen en buiten de HvA. Studenten van andere opleidingen dan pedagogiek zijn van harte welkom! Hij wordt uitsluitend in semester 1 aangeboden (er is geen aparte versie voor deeltijders maar deeltijders kunnen meedoen). De voertaal is Nederlands (hooguit enkele colleges worden in het Engels gegeven). Collegedag en -tijd: donderdag van 09:30 tot 17:30. In verwerkingsweken kan aanwezigheid op vrijdag verlangd worden. Door de weeks heeft u een dag de tijd nodig voor uw onderzoek en voor overleg. Hier wordt enige flexibiliteit gevraagd. Wie de minor wil combineren met een LIO-stage kan dat doen, maar zal een half jaar hard werken. Veel kan in avonduren en het weekend. Het minimum aantal deelnemers is 15, het maximum is 30. Wil je vaardiger worden in het signaleren en aanpakken van sociaal-emotionele problemen van kinderen en gezinnen, zoals kindermishandeling? Methodischer werken? Het zorgsysteem verbeteren? Werken aan de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg? Dan is deze minor voor jou bedoeld! Trouwens: ook als je op een school of dagverblijf betrokken bent bij signalering en zorg. Je leert in deze minor procesmatig, ontwikkelingsgericht, systemisch en multidisciplinair te werken. Je gaat meedoen in een aantal lopende onderzoeken. De thema’s daarvan zijn: (1) diversiteit / homoseksualiteit / dialoog in het onderwijs; (2) anti-pestbeleid; (3) echtscheiding en kinderen; (4) kindermishandeling. Het is belangrijk voor je keuze, dat minstens twee van deze thema’s je aanspreken, want dit betreft een groot onderdeel van de minor. Bij de start moet de student minimaal 100 studiepunten behaald hebben. Verder vragen we: kennis van methodisch werken op het niveau van de 2e-jaars module Pedagogiek en Methodisch Werken in de Jeugdzorg – bij te werken door het lezen van enkele hoofdstukken uit het Handboek Psychodiagnostiek voor de Hulpverlening aan Kinderen van Th. Kievit ea, (2008/2013); kennis van ontwikkelingspsychopathologie heeft op het niveau van de 2e-jaars modules Signaleren, Adviseren en Verwijzen – bij te werken door het lezen van delen van Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen van J. Rigter (2002). kennis en vaardigheden op het gebied van praktijkonderzoek - aanvullende literatuur zal geadviseerd worden, afhankelijk van het type onderzoek waar je aan werkt. ervaring in onderwijs, jeugdzorg of kinderopvang is relevant – maar de ambitie om met lastiger problematiek te leren omgaan is belangrijker. We willen multidisciplinair werken graag bevorderen en daarom zijn studenten uit andere opleidingen van harte welkom. Je kunt met ons tevoren overleggen over extra te bestuderen literatuur, zodat je een goede start maakt. Ca. 5 van de 30 beschikbare plaatsen zullen worden vrijgehouden voor studenten van buiten de HvA om de groep zo divers mogelijk te maken. 1. Je hebt kennis van complexe problemen zoals seksuele diversiteit, kindermishandeling, automutilatie, echtscheiding, pesten, overgewicht en drankmisbruik. 2. Je kent recente ontwikkelingen in de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg en weet hoe interne zorgstructuren van scholen werken. 3. Je hebt vaardigheden om methodisch te werken in multidisciplinaire zorg en de problemen die hierboven zijn genoemd. 4. Je hebt je professionele attitude verder ontwikkeld inzake pedagogisch werk, onderzoek en samenwerking. Als maatstaf voor het niveau wordt de hbo-standaard gebruikt. Voor deze minor is ‘1.
tot de hbostandaard en de domeincompetenties
Inhoud
Gedegen theoretische basis’ en ‘2. Onderzoekend vermogen’ relevant. Voor de hbo-bacheloropleidingen tot leraar basisonderwijs en tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad zijn de eindkwalificaties waaraan gewerkt wordt concrete uitwerkingen van de bekwaamheidseisen voor leraren, zoals die zijn vastgelegd in de wet Beroepen in het Onderwijs (2005), die in 2006 van kracht is geworden. Deze bekwaamheidseisen bestaan uit de zeven competenties van de leraar en zijn ontwikkeld door het Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL). Voor een minor zijn de competenties 1 (interpersoonlijk), 4 (organisatorisch), 5 (samenwerken met collega´s) en 6 (samenwerken met de omgeving) relevant. Voor deze studenten geldt dat het startbekwame niveau bereikt moet worden, waarbij zelfstandigheid, complexiteit en multidisciplinariteit sleutelbegrippen zijn. Voor de hbo-bacheloropleiding pedagogiek zijn eindkwalificaties afgeleid van de 14 landelijk vastgestelde competenties pedagogiek (zie studiegids ABV). Theorie(lijn): Inhoudelijke problematiek van jeugdzorg en onderwijs. In deze twee modules worden veelvoorkomende problemen behandeld, zoals automutilatie, schooluitval, pesten, seksuele veiligheid, seksuele diversiteit, alcoholmisbruik, obesitas en echtscheiding. Je krijgt inzicht in oorzaken, gevolgen en effectieve methodische aanpak. Ook is er aandacht voor visie en beleid. Omvang: 2 x 5 studiepunten (vanwege de studeerbaarheid wordt de kennis in twee tentamens getoetst). Vaardigheden(lijn: Methodisch werken & Aanpak kindermishandeling In de module ‘Methodisch werken in onderwijs en jeugdzorg’ werk je concreet aan methodische vaardigheden, het hanteren van protocollen, het werken met een dossier, het maken van een observatie, het voeren van gesprekken en het innemen van een professionele positie. Omvang: 5 studiepunten. In de module ‘Aanpak kindermishandeling’ leer je werken met een protocol voor de aanpak van mishandeling. Hierbij is aandacht voor waarden, normen en professionele attitude. Omvang: 5 studiepunten. Onderzoek In de module ‘onderzoek’ bouw je voort op onderzoek van voorgaande jaren en probeer je dat verder te ontwikkelen tot iets dat bruikbaar is in de praktijk en gepubliceerd kan worden. Je duikt de literatuur in, bestudeert voorgaande onderzoeken en gaat ‘het veld’ in om gegevens te verzamelen. Je verwerkt die tot goed onderbouwde, concrete innovatievoorstellen. Omvang onderzoekslijn: 10 studiepunten. Onderstaand een overzicht van de studentenactiviteiten in deze minor. Begeleide uren, incl. Coaching, contact met opdrachtgevers 54 contacturen: en onderzoeksproefgroep Hoorcolleges 42 Werkcolleges 42 Toetsing, presentaties en feedback, 27 incl. herkansingen Zelfstudie, onderzoek en verslaglegging 675 Totaal in uren 840
Toetsing
Toetsvorm en toetsmoment zijn af te lezen uit onderstaande tabel Module Ects WerkToetsToets* Herk* vorm Vorm Theorielijn (1) 5 Hoorcollege Kennistoets Wk 9 Wk 10 Methodisch werken 5 Werkcollege Paper Wk 9 Wk 19 Theorielijn (2) 5 Hoorcollege Kennistoets Wk 18 Wk 19 Aanpak kinder5 Werkcollege Casustoets Wk 18 Wk 19 mishandeling Onderzoek 10 Projectgroep Praktijk Wk 19 Wk 20 opdracht Totaal 30 * onder voorbehoud van het afdelingsrooster * De kennistoets wordt aangeboden in de vorm van een ‘tentamenrace’ waarbij de stof van ieder college meteen het volgende college wordt getoetst. Het eindcijfer wordt bepaald op grond van de ruwe scores van de deeltoetsen. Het eindcijfer (een heel getal) wordt bepaald door een gewogen gemiddelde van de modulecijfers (hele getallen), waarbij het onderzoek dubbel telt en alle onderdelen voldoende dienen te zijn.
Werkvormen
Docenten en gastdocenten
Studiebegeleiding
Studiemateriaal en kosten
Module 1 en 3 (Inhoudelijke problematiek jeugdzorg en onderwijs) In deze module werken we met activerende hoor-werkcolleges, met casussen, beeldmateriaal en groepsdiscussie. De module wordt afgesloten met twee kennistoetsen verspreid over twee blokken. Op beide toetsen volgt direct feedback. Module 2 (Methodisch werken binnen jeugdzorg en onderwijs) Hier gaat het om trainingsbijeenkomsten in relatie met de colleges van module 1 waarbij je aan de hand van casuïstiek oefent in methodisch handelen: observeren, analyseren, redeneren en het integreren van theorie en praktijk. Deze bijeenkomsten worden ondersteund door gastdocenten. De module wordt afgesloten met een opdracht in methodische en theoretische reflectie, waarop je van je docent en medestudenten schriftelijk en mondeling feedback krijgt. Module 4 (Vaardigheden voor de aanpak van kindermishandeling) Voortbouwend op wat je al weet over kindermishandeling wordt je inzicht in deze problematiek verdiept, leer je strategieën voor de aanpak kennen en oefen je met het toepassen van een protocol. Deze module wordt afgerond met een casustoets waarop je schriftelijk feedback krijgt. Module 5 (Onderzoek) In coachgroepen van maximaal zes studenten draag je bij aan het lopend onderzoek op het gebied van diversiteit-homoseksualiteit-dialoog, pesten, kindermishandeling of echtscheiding. Je doet literatuur- en veldonderzoek. Er wordt naar gestreefd ook een korte excursie te organiseren; deelname daaraan is verplicht. Je onderzoek mondt uit in een verslag en een presentatie, zo mogelijk ook voor de betrokken organisaties in het veld. Met dit onderzoek ontwikkel je je inzicht in de behoeften van de praktijk, je onderzoekscompetenties en je professionaliteit in samenwerking, maar ook je profilering en je contacten met het veld. Eigen initiatief is in dit onderdeel van belang. Docent/coördinator: Drs. J.A. Tak: orthopedagoog, Gz-psycholoog, supervisor. Docent: Drs. N. Politiek: orthopedagoog, videohometrainer. Gastdocenten: op het gebied van jeugdzorgbeleid, echtscheiding, homoseksualiteit, schooluitval. Je wordt bij je onderzoek begeleid door een coach. Op de collegedagen zijn de docenten vaak beschikbaar voor overleg. Je werkt veel samen met anderen, waarbij een professionele houding wordt verwacht en je elkaar aanspreekt op elkaars gedrag. De digitale leeren werkomgeving wordt intensief gebruikt voor instructies en mededelingen, voor het aanbieden van bronnen voor het onderzoek en voor het onderling uitwisselen van informatie. Literatuur (verplicht) (al in bezit van studenten hbo-pedagogiek van de HvA) Kievit, Th., Tak, J.A. en Bosch, J.D. (2008 of 2013). Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen. Utrecht: De Tijdstroom. (in bezit vanaf jaar 2 en 3). Rigter, J. (2002). Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen. Bussum: Coutinho. (in bezit vanaf jaar 3). Literatuur (verplicht) (overig) Berge, I. ten, Addink, A., Baat, M. de, Bartelink, C., Rossum, J. van & Vinke, A. (2012). Stoppen en helpen. Een adequaat antwoord op kindermishandeling. Amsterdam: Uitgeverij SWP. ISBN 978-90-8560-060-2. € 21,90 Boer, G.M.M. de (2012). Voorlichtingsbrochure Kinderen en Ouderschap bij Scheiding. Te bestellen via
[email protected]. € 3,50 p.st., excl. verzendkosten. Goossens, F. & Vermande, M. & Meulen, M. Van der (red.) (2012). Pesten op school. Achtergronden en interventies. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. ISBN 978 90 5931 817 5. € 29,50 (ePub: € 21,00). Groenhuijsen, L. (2008). En ze leefden nog lang en gelukkig. Kinderen en scheiding. Amsterdam, Uitgeverij SWP. ISBN 97-890-6665-9322. € 23,40. Tweede titel inzake echtscheiding wordt nog gekozen.
Voorzieningen Kwaliteitszorg
Resultaten en rende-ment
Hermanns, J. (2008). Het bestrijden van kindermishandeling. Een aanpak die werkt. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut (NJi.) ISBN 9789088300400; € 24, 50. Maaren, P. van (2004). Mijn meester is een homo. Amsterdam: Uitgeverij SWP. ISBN 978-90-6665-583-6. € 14,90 Veen, M. van der, & Goijarts, F. (2012). Motiverende gespreksvoering voor sociaalagogisch werk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN 9789031392100. Levenkron, S. (2006). Zelfbeschadiging. Zelfverwonding begrijpen en overwinnen. Amsterdam, Uitgeverij SWP. 978-90-6665-742-7. €27,50 Overige kosten: Downloads van de sites van de minor: studiehandleidingen, sheets, etcetera. Kosten ca. € 15. Diverse video’s, te bekijken via het intranet. Reiskosten voor het uitvoeren van eigen onderzoek: variabel. Reis- en verblijfskosten voor excursie: ca. € 150,00 Als een bijeenkomst van de module ‘aanpak kindermishandeling’ wordt gemist, is het volgen van een e-learningmodule verplicht: kosten € 15,00. Schatting van de totale kosten: circa € 310,00. Locatie: HvAOO, lokaal van de afdeling pedagogiek. De student dient ook thuis toegang te hebben tot het internet. Het evalueren van de minor vormt een integraal onderdeel van de afsluiting van elke minor. De evaluatie wordt afgenomen in de vorm van een schriftelijke enquête, die verwerkt wordt door een extern bureau, ISIZ. De kwaliteitsmedewerker maakt een samenvatting van de uitkomsten. In deze samenvatting worden aandachtspunten, sterke en zeer sterke punten gesignaleerd (bij een score van resp. 2.9, 3.5 en 4.0 in de gehanteerde 5-puntsschaal). De uitkomsten van de evaluatie (met name de geconstateerde aandachtspunten) worden besproken in de opleidingscommissies en het docententeam van de minor. Op basis van de rapportage, het advies van de opleidingscommissie en het docentenoverleg wordt door de minorleider een verbeterplan opgesteld. Zowel de rapportage als het verbeterplan wordt gepubliceerd op het intranet. De resultaten en het rendement van deze minor in voorgaande jaren, was als volgt. Jaar
N gestart
N geslaagd
Slaag %
N gestopt
% gestopt
N nog bezig
% nog bezig
Gem. cijfer
05-06
In dit jaar werd deze minor nog niet gegeven.
06-07
21
20
95%
1
5%
0
0%
7,5
07-08
13
10
77%
3
23%
0
0%
7,6
08-09
36
35
97%
0
0%
1
3%
7,3
09-10
30
29
97%
0
0%
1
3%
7,2
10-11
30
28
93%
1
3%
1
3%
7,4
11-12
29
28
97%
0
0%
1
3%
7,2
12-13
31
0
0%