Huiswerkbegeleiding: moeten scholen dit zelf aanbieden?

Nieuws brief VO September 2010 (nr. 33) In dit nummer • Onderwijsgids Voortgezet Onderwijs 2010/2011 • Huiswerkbegeleiding: moeten scholen dit zelf aanbieden? • Steeds meer meisjes kiezen een natuurprofiel • Aantal rokende jongeren stabiel • Aandachtspunten voor de ouderraad? • Andere Inspiratiemodules voor MR(-ouders)! • Getrapte verkiezingen GMR niet toegestaan • Nog veel mis met de gratis schoolboeken • VSB-tientje voor Cultuurkaart opnieuw beschikbaar • MR-zaken: geen advies of instemming gevraagd • Helpt mengen van leerlingen om segregatie tegen te gaan? • Feedback stimuleert leerlingen om na te denken • Schakelklas vóór het VMBO succesvol • Wildgroei opleidingen MBO en perspectief op werk • Zorgcolleges in het voortgezet onderwijs • Landelijk WMS-congres --------

Onderwijsgids Voortgezet Onderwijs 2010/2011 Onlangs is de nieuwste versie van de Onderwijsgids VO verschenen. Deze gids voor (nieuwe) ouders, verzorgers en leerlingen biedt handige informatie over het onderwijs. Zoals ‘wanneer zijn de schoolvakanties?’, ‘welke soorten onderwijs zijn er?’, ‘hoe gaat het met de examens?’ en ‘hoeveel kost het voortgezet onderwijs?’ Ook is er informatie over de rechten, plichten en mogelijkheden van ouders in het voortgezet onderwijs in te vinden. Hier kun je de gids inzien of downloaden. ---------

Huiswerkbegeleiding: moeten scholen dit zelf aanbieden? Onderzoek Geld naast de school heet het onderzoek dat Research voor Beleid in opdracht van het Ministerie van OCW uitvoerde. Het gaat over het geld (private uitgaven) dat ouders, naast de reguliere geldstroom van de overheid voor het onderwijs, uitgeven aan extra onderwijsactiviteiten. Daarbij moet gedacht worden aan huiswerkbegeleiding, bijles, examentraining, beroeps-/studiekeuzetest, dyslexie-/leerprobleemtest, stoom/bijspijkercursus en weekend-/zomerschool. Iedere ouder wil het beste voor zijn of haar kind, maar vanuit welke motieven kiezen ouders voor extra private uitgaven? Het ministerie wil weten of deze motieven van ouders te maken

Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders

1

hebben met de kwaliteit van het geboden onderwijs en/of met hun financiële mogelijkheden. Als dat laatste het geval is, betekent het dat er sprake is van ongelijke mogelijkheden voor leerlingen. Dan is het de vraag of de school niet zelf (goedkope) extra huiswerkbegeleiding moet aanbieden. Conclusies Hier volgen de belangrijkste conclusies uit het onderzoeksrapport. Ouders in de OR of MR die dit willen aankaarten op school, zullen er steun in vinden. • In het basisonderwijs wordt door ouders jaarlijks tussen de € 4 en € 9 miljoen euro aan private uitgaven gedaan. In het voortgezet onderwijs (inclusief VAVO t/m 17 jaar) ligt dit tussen de € 57 en € 63 miljoen euro. Het gaat veelal om hoogopgeleide en meer verdienende ouders. • In HAVO/VWO neemt zo’n 10% van de leerlingen deel aan bijles, 5% aan huiswerkbegeleiding en 3% aan beroeps-/studiekeuzetest. Voor VMBO (incl. praktijkonderwijs) is dit 4% voor huiswerkbegeleiding, 3% voor bijles en 5% op dyslexie/leerprobleemtest. • De frequentie van huiswerkbegeleiding, bijles en examentraining is hoog: wekelijks of vaker. • In de periode 2004 t/m 2009 is het aantal vestigingen van bedrijven die genoemde activiteiten aanbieden tenminste verdrievoudigd (thans naar schatting 116 vestigingen). • In het VMBO is 77% van de ouders tevreden over de resultaten van huiswerkbegeleiding en 93% over de bijles. In het HAVO/VWO is dit respectievelijk 71% en 70%. • 12% van de externe commerciële huiswerkinstituten is verbonden aan de school. Voor de bijles geldt dit voor 3% van de instituten. • Voor huiswerkbegeleiding volgt een kwart van de ouders het advies van de school. Voor bijles speelt dat minder. • Bij de meest genoemde motieven voor huiswerkbegeleiding noemen ouders : ‘voorkomen dat mijn kind blijft zitten’ en ‘anders besteedt mijn kind te weinig aandacht aan zijn huiswerk’. Bij bijles: ‘was nodig om toets of examen te halen’, ‘kind voelde zich onzeker’ en ‘het zekere voor het onzekere nemen’. • Op de stellingen: ‘De school heeft voldoende aandacht voor mijn kind’, ‘De school heeft te weinig aandacht voor kinderen die niet goed presteren’ en ‘De school sluit goed aan bij wat mijn kind wel en niet kan’ antwoorden ouders met private uitgaven negatiever over de school dan ouders zonder private uitgaven. • Ouders die huiswerkbegeleiding, bijles, examentraining, keuzetests zelf betalen, vinden eigenlijk dat de school deze activiteiten zou moeten aanbieden. Volgen Het Ministerie van OCW heeft in een aanbiedingsbrief aangegeven dat de onderzoeksresultaten aanleiding geven om dit de komende jaren nauwlettend te blijven volgen. Enerzijds vanwege de relatie tussen private uitgaven en de kwaliteit van het regulier onderwijs, maar anderzijds vanwege de eventuele gevolgen van ongelijkheid in het gebruik van dit type externe onderwijsondersteuning. Vanwege dezelfde motieven heeft de NKO zich voorgenomen hieraan komend jaar extra aandacht te besteden. Verder zal het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vanaf 2012 jaarlijks cijfers naar buiten brengen over de private bestedingen van ouders. -------

Steeds meer meisjes kiezen een natuurprofiel Hoewel jongens nog vaker dan meisjes op VWO en HAVO het natuurprofiel kiezen, lopen meisjes hun achterstand gestaag in. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de schooljaren 2003/2004 t/m 2009/2010. Meisjes kiezen nog steeds het meest voor het profiel Natuur en gezondheid, maar het aandeel meisjes met een profiel Natuur en techniek of een combinatie van beide natuurprofielen neemt toe.


2

Uit de cijfers blijkt ook dat in het schooljaar 2006/2007 voor het eerst vaker een natuurprofiel werd gekozen dan een maatschappijprofiel. --------

Aantal rokende jongeren stabiel Cijfers Uit de jaarlijks gepubliceerde Roken Jeugd Monitor van Stivoro naar het rookgedrag van jongeren van 10 t/m 19 jaar blijkt dat het percentage rokende jongeren niet is toegenomen. 21% van de jeugd van 10 t/m 19 jaar rookt. Op 10- t/m 14-jarige leeftijd rookt nog maar 1% van de jongeren. Daarna neemt het snel toe. Op 13- t/m 14-jarige leeftijd rookt 14%, op 15t/m 16-jarige leeftijd rookt 33% en op 17- t/m 19-jarige leeftijd rookt 39% van de jongeren. Tegelijkertijd constateert Stivoro dat de kennis over de negatieve gevolgen van roken lijkt af te nemen en dat de jongeren denken dat roken vaker voorkomt dan in werkelijkheid het geval is. Ze denken dat 43% van de bevolking rookt, terwijl dit in werkelijkheid 28% is. Volgens Stivoro kan een (te hoge) perceptie van deze sociale norm aanleiding zijn om ook dit soort sociaal wenselijke gedrag te gaan vertonen. Zij hebben immers de indruk dat het vrij normaal is dat je rookt. Ook denkt 68% van de jongeren dat ze zelf de kans lopen verslaafd te raken aan roken. Ouderavond Ouders kunnen wel degelijk invloed hebben op het rook- en drinkgedrag van hun kinderen. Daarom biedt de NKO vanaf 1 januari 2011 de geheel vernieuwde ouderavond Verslaafd gedrag bij kinderen of jongeren (zie www.nko.nl) aan. Deze avond is breder van opzet dan alleen rookverslaving en gaat ook over verslaving aan alcohol, drugs en gamen. Tijdens de avond krijgen ouders handreikingen en tips over hoe zij hier het beste op kunnen reageren. --------

Aandachtspunten voor de ouderraad? Enquête De Algemene Onderwijsbond (AOb) heeft een internetenquête gehouden over een aantal onderwijskundige thema´s. De enquête is ingevuld door 294 leraren, die in het VMBO werken. Natuurlijk is het geen goed onderbouwd onderzoek, maar als indicatie van hoe er wordt gedacht, zullen we enkele opmerkelijke resultaten de revue laten passeren. Ook voor HAVO en VWO zijn er enkele relevant. Overigens kunnen de gebruikte stellingen ook worden beantwoord met de eigen school in gedachten. Komt de eigen school er, in vergelijking met de resultaten, dan beter of minder goed vanaf? En belangrijker: kan er iets aan worden gedaan? Resultaten • Ruim 80% van de leraren VMBO vindt dat de leerlingen in het VMBO een startkwalificatie kunnen halen. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk jongeren dit behalen, want sinds het begin van de recessie in 2009 is de jeugdwerkloosheid onder jongeren zonder startkwalificatie sneller gestegen dan onder jongeren met een startkwalificatie. Een startkwalificatie vergroot de waarde van het VMBO-diploma. • 59% van de leraren vindt niet dat zij regelmatig worden geïnformeerd door de medezeggenschapsraad. Ook bij ouders is de communicatie met de achterban een steeds terugkerend probleem. Niet alle ouders zijn daar in geïnteresseerd, maar in veel gevallen is de communicatie van bijvoorbeeld de MR-ouders ook voor verbetering vatbaar. Zie ook de NKO-Inspiratiemodules 1, 2 en 9.


3

•

•

•

43% van de leraren stemt het onderwijs onderling goed op elkaar af. Dat lijkt een belangrijk aandachtspunt voor de OR in verband met de afstemming voor huiswerk (studielast leerlingen). 36% van de leraren vindt dat zij voldoende gerichte scholing volgt. Eerder onderzoek wees uit dat leraren slechts 3% van de geplande 10% aan deskundigheidsbevordering besteden. Wat er ook de oorzaken van mogen zijn, het is wel belangrijk voor de onderwijskwaliteit dat leraren hun kennis en vaardigheden op peil houden. Voor onbevoegde leraren is scholing (binnen twee jaar) zelfs verplicht. 47% van de leraren zegt dat er een vervanger komt, als een leraar ziek is. Hoe is dat geregeld op scholen? Hoe is de communicatie hierover met ouders en leerlingen? Als de school bijvoorbeeld de e-mailadressen bezit van de ouders, wordt communiceren al een stuk eenvoudiger. --------

Andere Inspiratiemodules voor MR(-ouders)! De NKO verzorgt nog veel meer trainingen voor MR’en, die goed geïnformeerd willen zijn. Op www.nko.nl (onder WMS) zijn 50 Inspiratiemodules te vinden. Voor iedere MR is er wel een passend trainingsaanbod te vinden. Maar toch niet gevonden wat u zocht? Neem contact op met [email protected] voor nog meer maatwerk. --------

Getrapte verkiezingen GMR niet toegestaan Uitspraak Uit een uitspraak van de Ondernemingskamer van 12 juli jl. is duidelijk geworden dat de leden van de GMR alleen rechtsreeks door de afzonderlijke MR’en mogen worden gekozen. Wat is het geval? De Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) heeft de medezeggenschapsstructuur in het medezeggenschapsreglement zó ingedeeld, dat boven elke MR een platform is gesitueerd dat uit drie delen bestaat: personeel, ouders en leerlingen. Elke MR kiest een afgevaardigde in deze platforms en de platforms kiezen de leden van de GMR. Nu bevat art. 4 lid 3 WMS het volgende voorschrift: 'de leden van de GMR worden gekozen door de leden van de desbetreffende afzonderlijke MR’en'. Op basis daarvan betwistte de MR van het Maurick College in Vught deze gang van zaken, legde dit voor aan de landelijke geschillencommissie medezeggenschap en kreeg gelijk. Vervolgens ging OMO in beroep bij de Ondernemingskamer, die de uitspraak van de landelijke geschillencommissie in stand heeft gelaten. De door de OMO ingestelde getrapte verkiezing van de GMR is dus niet toegestaan. Art. 4 lid 3 WMS laat dus geen andere interpretatie toe. Advies Wat kan OMO doen? Het advies zou kunnen luiden: maak van deze verkiezingsplatforms commissies (themaraden) en gebruik deze als achterbanraadpleging, zoals dit voor het primair onderwijs (conform art. 15 lid 3 WMS) voor een beperkt aantal onderwerpen (buitenschoolse opvang en onderwijstijd) verplicht is gesteld. Dat is nog eens partnerschap in optima forma! --------

Nog veel mis met de gratis schoolboeken Klachten Er is de afgelopen periode nogal wat mis gegaan bij de uitvoering van de gratis schoolboeken. Met name met betrekking tot de borg en de vrijwillige ouderbijdrage. In juli heeft de NKO er twee speciale edities aan gewijd. De vereniging openbaar onderwijs heeft


4

een zwarte lijst van scholen opgesteld. Ook bij de NKO kwamen, via 5010 (0900-5010, eerst toets 1 dan 2), veel meldingen binnen. De meeste voorkomende klachten waren: • De bestelling bij de educatieve boekleveranciers kan niet worden afgerond zonder te bevestigen dat je instemt met de borg. Zo niet, dan is er niet besteld en wordt er dus niets geleverd. • Soms kan de bestelprocedure pas worden afgerond als ouders ook akkoord zijn gegaan met de vrijwillige ouderbijdrage. • Er zijn ook scholen die melden dat de boeken niet worden geleverd als de borg niet is betaald. • Soms moet er borg worden betaald voor het komende schooljaar, terwijl de borg van het vorige schooljaar nog niet is teruggestort. • Er zijn scholen die verzend- en administratiekosten vragen voor de levering van boeken. • In werkboeken mag niet worden geschreven. Ouders betalen de kosten voor de kopieën. Of de leerlingen moeten de opgaven overschrijven. Voor veel ouders is het beleid niet duidelijk op dit punt. Hoe zit het? Een borg vragen mag, maar de borg valt onder de vrijwillige ouderbijdrage. In haar antwoord op Kamervragen zegt de staatssecretaris dat scholen op grond van de wet verplicht zijn er voor te zorgen dat de leerlingen aan het begin van het schooljaar hun schoolboeken hebben, ook als de ouders kenbaar hebben gemaakt dat zij de borg niet kunnen of willen betalen. In haar antwoord op vraag 6 benadrukt ze nogmaals dat individuele ouders de borg kunnen weigeren (wel tijdig melden bij de school!). Het is aan de scholen om hier vervolgens een regeling voor te treffen en die helder en tijdig te communiceren naar de ouders. Zie ook de antwoorden van de staatssecretaris op andere Kamervragen hierover. Verzend- en administratiekosten hoeven ouders niet te betalen, want de boeken krijgen zij ‘om niet’ (gratis). Dit staat ook in de wet. Samengevat komt regelgeving vrijwillige ouderbijdrage op het volgende neer: • de ouderbijdrage, geheven door het bevoegd gezag, is vrijwillig; • MR stemt in met hoogte en besteding van de ouderbijdrage; • de school legt verantwoording af over de besteding van de middelen aan de MR; • ouders kiezen afzonderlijk voor het wel of niet betalen van (onderdelen) van de vrijwillige ouderbijdrage; • ouders tekenen hiervoor jaarlijks opnieuw een overeenkomst; • de overeenkomst staat ook in de schoolgids; • de consequenties van niet betalen zijn duidelijk; • er is een reductie- en kwijtscheldingsregeling. Zie voor een uitvoerige beschrijving van relevante zaken de speciale edities van de Nieuwsbrief die in juli jl. zijn verschenen. Tot slot Als het op jullie school nog niet goed is geregeld, dan is er voor de OR en MR-ouders werk aan de winkel. Zie in dat verband ook het antwoord (met name bij vraag 2) van de staatssecretaris op Kamervragen over de borg. Er is ruim de tijd om in overleg met de schoolleiding de zaken voor volgend jaar beter op de rails te zetten en om te zorgen dat ouders tijdig zijn geïnformeerd. -------

VSB-tientje voor Cultuurkaart opnieuw beschikbaar Ondanks de financiële recessie stelt het VSBfonds ook in het schooljaar 2010/2011 een extra tegoed van € 10,- beschikbaar voor de Cultuurkaart van jongeren, die het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) volgen. Let wel: leerlingen ontvangen het tientje eenmalig in hun schoolcarrière. Leerlingen die vorig jaar al een donatie van €10,- hebben gehad, ontvangen dat dit schooljaar niet opnieuw. Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders

5

--------

MR-zaken: geen advies of instemming gevraagd. Wat nu? Vraag Bij herhaling laat de directeur* het na om advies of instemming te vragen. De MR heeft al meermalen aangegeven dat hier niet volgens de regels van de WMS wordt gehandeld. Nu wil de MR naar de geschillencommissie. Is dit de juiste weg, vraagt een MR aan de Infotelefoon (0800-5010, toets eerst 1 en dan 2)? Antwoord Als de directeur verzuimt om de MR instemming of advies te vragen, is er formeel sprake van het niet naleven van de voorschriften uit de WMS. In dat geval heeft de MR meerdere mogelijkheden. • De MR kan de directeur en het bestuur (nogmaals) schriftelijk wijzen op de nalatigheid met de mededeling dat de MR het verzuim zal aanmelden bij de landelijke geschillencommissie medezeggenschap. Tegelijkertijd kan de MR in de brief vragen om overleg over deze kwestie. • De MR kan de landelijke geschillencommissie medezeggenschap ook direct inschakelen door het indienen van een zogenaamd interpretatiegeschil. Er moet wel sprake zijn van een tweezijdig interpretatiegeschil. Dat wil zeggen dat de MR aannemelijk moet kunnen maken dat zowel het bestuur (de directeur) als de MR van mening verschillen over de interpretatie van een voorschrift uit de WMS, het MR-reglement of het medezeggenschapstatuut. • Een stap verder is het om naar de rechter stappen en naleving van de WMS te eisen met betrekking tot een reeds door het bestuur dan wel de directie genomen besluit. Of dit zinvol is bij een verzuim om advies of instemming te vragen, hangt af van het belang van het onderwerp, de gevolgen voor ouders, personeel en/of leerlingen en de praktische mogelijkheden om het nog terug te draaien. Voor een keuze in deze richting is het verstandig om eerst de NKO te raadplegen: [email protected] of 070-3282882. * De directeur overlegt namens het schoolbestuur met de MR.

--------

Helpt mengen van leerlingen om segregatie tegen te gaan? Regelmatig verschijnen er in de media berichten over ouders die het initiatief nemen om de school bij hen in de buurt minder ‘zwart’ te maken. Vaak betreft het hoogopgeleide, autochtone ouders die besluiten om hun kind ‘gewoon’ bij de buurtschool aan te melden, ook als daar (heel) veel allochtone kinderen naar toe gaan. Maar het omgekeerde komt eveneens voor, allochtone ouders die hun kind per se op een ‘witte school’ geplaatst willen hebben, omdat ze denken dat dit beter is voor zijn ontwikkeling. Inmiddels laten ook de politiek en de overheid zich niet onbetuigd. In Nijmegen heeft de gemeente er zelfs een speciaal keuzesysteem voor opgezet. Men lijkt er blindelings vanuit te gaan dat het mengen van leerlingenpopulaties goed is voor de integratie. Onderwijskundige Eddie Denessen en socioloog Joep Bakker van de Raboud Universiteit Nijmegen vinden echter dat wetenschappelijk onderzoek vooralsnog weinig houvast biedt voor deze veronderstelling. Zij concluderen enerzijds dat met de juiste inzet van school, leraren en ouders menging een bijdrage kan leveren aan de integratie. Maar anderzijds zijn er ook aanwijzingen dat het naast elkaar bestaan van witte en zwarte scholen niet nadelig hoeft te zijn. Lees het interview hierover uit het NKO-magazine Ouders en school.


6

-------

Feedback stimuleert leerlingen om na te denken Hoe stimuleer je leerlingen om na te denken over hun eigen ontwikkeling? Eigenlijk staat deze vraag centraal bij het leren. Begrippen als (zelf)reflectie passeren dan al snel de revue. Maar hoe komt een leerling daartoe? Marieke van der Schaaf (Universiteit Utrecht) heeft onderzocht hoe docenten leerlingen kunnen stimuleren te leren reflecteren naar aanleiding van hun portfolio’s. In een portfolio houden leerlingen zelf bij wat ze doen en leren. Leerlingen hebben in gesprekken over het portfolio over het algemeen de neiging hun aanpak te beschrijven of toe te lichten, zonder diepgaand na te denken over hoe en wat ze leren. Daar kunnen deze leerlingen niets aan doen. Docenten kunnen er in een gesprek wel sturing aan geven, maar doen dit volgens Van der Schaaf te weinig. Bijvoorbeeld door ondersteunende feedback te geven. Daarbij vertelt de docent niet alleen wat goed en wat minder goed is, maar ook waarom dat zo is en hoe een beter resultaat bereikt kan worden. Uiteraard moet een leerling ook de ruimte krijgen om op deze feedback te reageren door vragen te stellen. Anders komt het niet tot een echt gesprek en bovendien heeft een docent er dan geen grip op of een leerling de feedback echt heeft begrepen. Hoe dat in zijn werk gaat kun je zien in twee filmpjes. Hier is de eerste en hier de tweede. --------

Schakelklas vóór het VMBO succesvol In het advies ‘Vroeg of Laat’ dat de Onderwijsraad in maart 2010 uitbracht, pleit de Raad voor de zogenoemde voetklas. Daarmee wordt een extra leerjaar bedoeld tussen basis- en voortgezet onderwijs, gekoppeld aan een school voor voortgezet onderwijs. Vooral voor leerlingen die wel de potentie hebben (blijkens de IQ-test), maar door allerlei oorzaken onvoldoende vorderingen hebben geboekt, zou de voetklas een oplossing zijn. Iets dergelijks hebben ze in Drachten (scholengemeenschap Singelland) al jaren geleden tot stand gebracht. De leerlingen zijn afkomstig uit het (speciaal) basisonderwijs en hebben doorgaans een advies voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en een klein deel voor praktijkonderwijs. De intentie is om de achterstand van deze leerlingen via effectief onderwijs bij te werken, zodat ze alsnog in het VMBO kunnen instromen. Ondanks een achterstand van gemiddeld 3 leerjaren slaagt men erin 85% van de leerlingen (gemeten over vijf jaar) toe te leiden naar het VMBO. Van de leerlingen van de eerste generatie, die na de schakelklas een VMBO-diploma hebben gehaald, zijn 7 op de 10 leerlingen doorgestroomd naar minstens MBO-4-niveau. Over talentontwikkeling gesproken! Lees hier het rapport erover. ---------

Wildgroei opleidingen MBO en perspectief op werk Zorgplicht Sinds augustus 2008 mogen MBO-scholen uitsluitend opleidingen aanbieden die een reëel zicht op werk hebben. Dit wordt de wettelijke zorgplicht genoemd. MBO-scholen zijn echter van mening dat deelnemers de opleiding moeten krijgen die zij willen, ook als er een geringe kans op werk is. De Raad voor Werk en Inkomen (RWI) vindt echter dat er een beperking moet komen voor opleidingen met een slecht of een gebrekkig arbeidsmarktperspectief. Het is een lastig probleem, dat door de wildgroei aan opleidingen in MBO en HBO terecht onderwerp van discussie is geworden. Wildgroei is vaak ontstaan uit concurrentieoverwegingen en omdat er vanuit de leerlingen in het VMBO vraag naar was. Nu zijn arbeidsmarktprognoses niet altijd betrouwbaar en zullen leerlingen op de hogere niveaus altijd wel aan de slag komen met hun verworven competenties. Dat geldt echter minder voor de leerlingen van niveau 1 en 2. Enerzijds wordt in de ‘Arbeidsmarktanalyse 2010’ van RWI geconcludeerd dat in verschillende opleidingsrichtingen afgestudeerden op MBO-2-niveau


7

(dus met startkwalificatie) zijn aangewezen op ongeschoold werk. Anderzijds is in sommige sectoren (grootmetaal en procesindustrie bijvoorbeeld) het startkwalificatieniveau (MBO-2niveau) de afgelopen jaren opgeschoven naar niveau MBO-3 en 4-niveau (zie pagina 98 van de Arbeidsmarktanalyse). Voorlichting De inspectie heeft nu onderzocht of MBO-scholen, AOC’s en vakscholen zich ook houden aan de wettelijke zorgplicht en of zij voldoende zicht hebben op het arbeidsmarktperspectief voor hun leerlingen. De bevindingen van de inspectie zijn: • Er wordt niet systematisch informatie over de arbeidsmarkt verzameld met het doel (toekomstige) leerlingen en hun ouders hierover informatie te verstrekken. • MBO-scholen lichten (toekomstige) leerlingen en hun ouders lang niet altijd goed voor over het ongunstige arbeidsmarktperspectief. Op de website en in voorlichtingsbrochures wordt soms tot op het romantiserende af gecommuniceerd over het beroep. Vaak gebeurt dit bewust vanuit concurrentieoverwegingen om toekomstige leerlingen over de streep te trekken. • In de intake en bij de loopbaanoriëntatie is de kwaliteit van de arbeidsinformatie volstrekt geen punt van aandacht. • Het blijkt dat het veelal de ouders zijn die vragen over hebben over het beroepsperspectief. Algemene conclusie In 2008 startten in totaal 24 instellingen (MBO’s, AOC’s en vakopleidingen) een nieuwe opleiding, ondanks een ongunstig arbeidsmarktperspectief. Of zij beëindigden een opleiding, ondanks een gunstig arbeidsmarktperspectief. De algemene conclusie is dat deze instellingen niet altijd goed zicht hebben op het werk na de opleiding. Mede als gevolg daarvan informeren zij hun leerlingen slechts op beperkte schaal vroegtijdig daarover bij de verschillende opleidingen. Vaak gebeurt dit wel in het laatste schooljaar (wat natuurlijk erg laat is). Het Inspectierapport is hier te vinden. ---------

Zorgcolleges in het voortgezet onderwijs Naast vakscholen voor techniek, waarvan er inmiddels 38 zijn, zijn er met ingang van dit schooljaar ook tien vakcolleges voor de zorg gestart. Net als bij de techniek richten de leerlingen zich vooral op de praktische kant van de zorg. De theorie wordt daar zoveel mogelijk aan gekoppeld. Het is de bedoeling dat VMBO- en MBO-scholen gaan samenwerken en dat leerlingen tijdens hun zesjarige opleiding niet van lokatie hoeven te verhuizen. Het wordt een brede opleiding zonder fuikwerking. Wie uiteindelijk niet kiest voor de zorgsector zal ook in andere mensgerichte beroepen (zoals de kinderopvang) kunnen werken. Het is dus een vergelijkbaar met de intersectorale opleidingen. Over vijf jaar moeten er 50 zorgvakscholen, zorgcolleges, zijn. ---------

Landelijk WMS-congres Op woensdag 24 november 2010 organiseert Stichting Onderwijsgeschillen in de Reehorst in Ede het 4e landelijk WMS-congres onder de titel 'Naar een professionele medezeggenschap'. Het is bestemd voor alle (G)MR-leden, alsmede voor bestuur en management en andere geïnteresseerden in het basis- en voortgezet onderwijs. Er is dit jaar in de workshops aandacht voor de beginnende (G)MR-leden, maar ook de meer ervaren G(MR)-leden komen aan bod. Klik hier voor het programma. De NKO verzorgt er de volgende workshops voor (G)MR-leden in het voortgezet onderwijs: • De canon van de medezeggenschap door NKO-consulent Cissy Stoker. • Oudervriendelijk jaarverslag door NKO-consulent Piet Vromans.


8

Huiswerkbegeleiding: moeten scholen dit zelf aanbieden?

Recommend Documents