Huisreglement van studentenvereniging Castrum
Zoals opnieuw opgesteld en goedgekeurd door het pro-seniorenconvent van Castrum bij aanvang van het academische jaar 2003-2004
1. Wetten en voorschriften De club en haar leden Castrum is een vereniging van studenten en oud-studenten die hoger en/of universitair onderwijs volg(d)en aan een instelling gelegen op het grondgebied van de provincie Antwerpen. Castrum heeft – haar leuze “Vivamus ad codicem” indachtig - tot doel: 1. te streven naar stijlvolle studentikoziteit in een geest van broeder- en zusterschap en baseert zich hiervoor op de Clubcodex zoals opgesteld door Dr. Pr. Mon de Goeysse. 2. te streven naar en het overdragen van kennis van de (Vlaamse) studentikoze liederschat. 3. Te streven naar en het overdragen van kennis van de (Vlaamse) studentikoze geschiedenis en tradities. Castrum is een onafhankelijke, pluralistische vereniging die politiek, religieus en filosofisch neutraal is. Het bestuur van Castrum kan personen, die hun middelbaar onderwijs hebben afgewerkt (een 7e jaar hoort bij middelbaar onderwijs), maar niet studeren aan een hogeschool of universiteit op het grondgebied van de provincie Antwerpen, aanvaarden als commilito extra muros. Zij moeten een proeftijd doormaken als schacht. Het bestuur van Castrum zal steeds uit volgende personen bestaan: • Praeses • Schachtenmeester; deze is per definitie ook vice-praeses • Quaestor • Ab-actis Daarnaast is het, gezien de doelstellingen van Castrum, opportuun ook volgende personen in het bestuur op te nemen: • Cantor Op een clubavond kan een machinist voor die avond aangeduid worden, doch dit is geen officiële functie. Besluitvorming op praesidiumvergaderingen • Indien praesidium voltallig is op de vergadering worden besluiten genomen bij gewone meerderheid van stemmen. • Indien praesidium niet voltallig - maar minstens met drie bestuursleden – aanwezigs is op de vergadering, kunnen beslissingen enkel genomen worden met eenparigheid van stemmen. De leden van de club heten commilitones; ook commilitones extra muros worden hiertoe gerekend.
De commilitones zijn ingedeeld in: • Oud-studenten Dit zijn gedoopte én ontgroende Castrumleden die niet langer studeren. • Ouderejaars Dit zijn gedoopte én ontgroende Castrumleden die nog studeren. • Schachten Dit zijn studenten en/of oud-studenten die nog niet ontgroend werden bij Castrum. De schachten of eerstejaars blijven tot hun ontgroening in een toestand van onderdanigheid, die op de club- en/of cantusavonden door de houding van de deelnemers en door uiterlijke tekenen tot uiting komt. • Kandidaat-schachten Studenten en/of oud-studenten die kennis willen maken met Castrum alvorens zich te engageren als schacht, krijgen de mogelijkheid om gedurende één academisch jaar lid te worden van Castrum zonder de verplichting schacht te worden. Zij hebben geen stemrecht. Besluiten zij na dat academische jaar lid te blijven, zullen zij schacht moeten worden. Wensen zij geen schacht te worden, blijven zij uiteraard welkom als bezoeker. Elke schacht krijgt bij zijn opneming in Castrum een ouderejaars of oud-student als officiële peter of meter toegewezen. De peter of meter draagt er zorg voor dat de schacht geregeld de club- en/of cantusavonden bijwoont, leidt hem in samenwerking met de schachtenmeester op tot een deugdelijke commilito – onder andere door het opleggen van een ontgroeningsopdracht in de geest van de Castrumdoelstellingen - en helpt hem bij het nastreven en realiseren van de Castrumdoelstellingen. De schacht is zijn peter en/of meter ‘dienstbetoon’ verschuldigd. Commilitones honoris causa zijn studenten of oud-studenten die, geen commilitones van de club zijnde, wegens grote verdiensten jegens de club of het studentenleven in het algemeen, op voorstel van het bestuur en bij besluit van het huidig bestuur samen met een pro-seniorenconvent daartoe als zodanig zijn toegelaten. Ereleden zijn leden die door geldelijke bijdragen de club steunen en door het bestuur als zodanig zijn toegelaten. Ereleden krijgen in principe geen een ereteken. Het bestuur is gerechtigd een commilito uit te sluiten. Zij leggen hun argumentatie voor dit besluit voor aan de aanwezige stemgerechtigde leden (zie ook: 4. Appendix – Verkiezing van de nieuwe praeses) op een clubavond. Na eventueel de betrokkene gehoord te hebben, wordt overgegaan tot stemming. Bij 75% van het totaal uitgebrachte geldige stemmen, is de betrokkene “persona non grata”.
De clubtafel en de corona De aanzittenden aan de clubtafel maken de corona uit. De corona is samengesteld uit ouderejaars (en gelijkgestelden), schachten, kandidaat-schachten aangevuld met eventueel gasten en bezoekers.
De oud-studenten en de commilitones honoris causa worden aan de clubtafel met de ouderejaars gelijkgeschakeld. Zij zijn onderworpen aan de praeses en aan al de voorschriften van de Clubcodex en de statuten die van toepassing zijn op de ouderejaars. Ook kandidaat-schachten zijn onderworpen aan de praeses en aan de voorschriften van de Clubcodex en het huisreglement van Castrum. Het bestuur heeft het recht ereleden en buitenstaanders op een club- en/of cantusavond te introduceren. Deze aanzittenden worden gasten genoemd. Zij zijn in principe niet aan de Clubcodex onderworpen. Zij zullen evenwel, als gast van Castrum, de tucht niet verstoren en zich tijdens de club- en/of cantusavond “in de geest van Castrum” gedragen. Het laatste woord hierover ligt bij de voorzittende praeses. Genodigde commilitones van andere clubs worden met de eigen commilitones gelijkgesteld. De clubtafel wordt opgesteld in de vorm van een lange rechthoek, een hoefijzer of een hark met drie of meer tanden, naargelang het aantal aanzittenden, met steeds een tafel aan het boveneinde voor de praeses, rechtover de tafel van de schachtenmeester (contra-praesidium), wiens plaats aan het benedeneinde is. De ouderejaars (en gelijkgestelden) zitten rechts en links aan de lange zijden, van de praeses naar het benedeneinde van de tafel toe. De schachten zitten eveneens aan weerszijden van de schachtenmeester naar het midden van de tafel toe. Zij maken de schachtenstal uit. De plaats van de ere-praeses – gewoonlijk een ex-praeses en altijd een oud-student – is aan de rechterzijde van de praeses; tenzij de ere-praeses en de praeses anders overeenkomen. De ab-actis zit rechts van de praeses (of de ere-praeses), de quaestor links van de praeses. Soms is het wegens de inrichting van de zaal opportuun om de quaestor aan de ingang te zetten en dan neemt de cantor zijn plaats in. De bovenste plaatsen worden verder ingenomen door de gasten en oud-studenten, met voorrang voor de ex-praesides. Voor de oud-studenten en ouderejaars geldt als grond tot voorrang het aantal jaren lidmaatschap van de club.
De leiding van de club- en/of cantusavond De praeses Zie: Clubcodex1; artikels 22 tot en met 25.
De schachtenmeester Zie: Clubcodex; artikels 26 tot en met 29.
Commando Zie: Clubcodex; artikels 30 tot en met 32.
Wanneer in dit ‘huisreglement’ naar de Clubcodex verwezen wordt, wordt de editie uit de Studentencodex 2003 (KVHV, Leuven) bedoeld. 1
Silentium en colloqium Zie: Clubcodex; artikels 33 tot en met 36.
Verbum Zie: Clubcodex; artikels 37 tot en met 41.
Tempus Zie: Clubcodex; artikels 42 tot en met 48.
Van het zingen Zie: Clubcodex; artikels 49 tot en met 62.
Van het drinken Zie: Clubcodex; artikels 63 tot en met 76.
Van het roken De cantus en clubavonden zijn in principe rookvrij. Roken is toegestaan, maar wordt niet aangemoedigd.
Straffen Zie: Clubcodex; artikels 77 tot en met 88.
De kleuren Kleuren dragen betekent kleur bekennen, uitkomen voor een gedachte. Pet en lint zijn geen modesieraden van de studenten; het zijn de zichtbare tekeken van hun overtuiging en hun solidariteit; het zijn symbolen die hun drager tot waardigheid verplichten en met zorg en eerbied moeten behandeld worden.
Het wapenschild Het wapenschild van Castrum heeft de vorm van het heraldisch Vlaams schild. Het heeft een faas aan het hoofd in zilver met de wapenspreuk VIVAMUS AD CODICEM daarop aangebracht in sabel. Hieronder is het schild gedeeld. Het rechterdeel is dubbel geschuind van rechts op ¼ keel, ½ goud en ¼ keel. Hierop wordt in sabel het monogram VCFCa! aangebracht. Het linkerdeel is gesneden en vertoont bovenaan een zilver kasteel op een veld van keel met twee zilveren handjes (Antwerpen) en onderaan de klimmende Brabantse leeuw (een ongekroonde leeuw van goud, getongd en geklauwd van keel op een veld van sabel). In het midden een faas in zilver met “Anno O 1991” daarop aangebracht in sabel.
Het praeseslint Het praeseslint is 210 centimeter lang en 12 centimeter breed. Het bestaat uit 3 stroken met de kleuren rood – geel – rood; waarbij de rode stroken beide 2,5 centimeter breed zijn en de gele strook 7 centimeter breed is. Het praeseslint wordt bijeengehouden door een gouden bandknoop en heeft aan de uiteinden gouden franjes. Op het praeseslint wordt het wapenschild geborduurd. Het schild is 10,5 centimeter hoog en 9 centimeter breed en wordt aangebracht op 23 centimeter afstand van de schoudernaad, in de richting van de banen. Boven het schild wordt ‘Castrum’ geborduurd; onder het schild wordt ‘Praeses’ geborduurd. Zie ook: Clubcodex; artikels 94 tot en met 96.
Het clublint Zie: Clubcodex; artikels 97 tot en met 101. Praesidiumleden van Castrum, met uitzondering van de praeses die het praeseslint draagt, dragen een clublint met knoopsgat én zilveren bandknoop. • De ‘bandknoop’ is enkel voor (pro-)praesidiumleden; niet voor gewone commilitones. • De functie en het jaartal van het eerste praesidiumjaar worden op de voorzijde van de bandknoop gegraveerd. • De functie en het jaartal van eventueel volgende praesidiumjaren worden op de achterzijde van de bandknoop gegraveerd.
Het clublint wordt onder de jas gedragen. Het clublint bestaat uit 3 stroken (rood – geel – rood) die elk 9 millimeter breed zijn. De zijkant is afgewerkt met gouddraad.
Het bierpetje Wat in de Clubcodex ‘clubpetje’ genoemd wordt, heet bij Castrum ‘bierpetje’. Het bierpetje bestaat uit de drie stroken van de clubkleuren als rand en de hoofdkleur als bodem. Op de bodem wordt het monogram van de club in goud of zilver geborduurd. Het bierpetje wordt op het achterhoofd gedragen of op de linkerschouder van de jas gespeld. Het bierpetje is een onderscheidingsteken dat enkel door (pro)praesidiumleden gedragen mag worden aan de clubtafel, alsook op feestmalen, bals, tuinfeesten en soortgelijke vergaderingen, belegd door de club. Aan de clubtafel wordt het bierpetje – als het op het hoofd gedragen wordt en niet op de mouw gespeld is - nooit afgenomen. Wanneer een lid van de corona tempus verkrijgt en de clubtafel verlaat, legt het zijn bierpetje op zijn glas. Een ex-praeses heeft het recht een bierpetje te dragen met in goud geborduurd eikenloof.
De clubpet Iedere commilito van Castrum heeft het recht een clubpet te dragen. De clubpet voldoet aan volgende kenmerken: • Model ‘verbondspet KVHV’ • Rode kleur • Zwarte (lederen), korte klep • Biesje in geel en rood • Er wordt geen monogram op de bovenzijde van de pet geborduurd. Er mogen geen versieringen op de pet aangebracht worden, met uitzondering van: • Faculteitssymbolen. Bij Castrum worden in principe enkel volgende faculteitssymbolen gedragen: Passer => alle exacte wetenschappen Zon => alle menswetenschappen Esculaap => alle medische wetenschappen Eventuele uitzonderingen (bijvoorbeeld voor studenten aan de zeevaartschool) kunnen toegestaan worden. • Gouden en/of zilveren sterren en/of kronen die het studieverloop schetsen: o een zilveren ster voor ieder jaar als niet-ontgroende schacht. o een gouden ster voor elk al dan niet volledig jaar als actief commilito.
o een zilveren kroon voor elk jaar als schachtenmeester van de club. o een gouden kroon voor elk jaar als praeses van de club. o Een gouden kroon voor elk jaar als praeses van de club; deze plaats je boven de ster van het jaar waarin je de functie uitoefende.
Het clubvaandel Zie: Clubcodex; artikels 107 tot en met 109.
Voorgeschreven kentekens Zie: Clubcodex; artikel 110.
Verloop van de clubavond Zie: Clubcodex; artikels 111 tot en met 121.
Verloop van het clubjaar Zie: Clubcodex; artikels 122 tot en met 127. Aanvulling bij artikel 125: Maandelijks worden cantusavonden belegd; ook tijdens de vakanties.
2. Rondgezangen en bierspelen Zie: Clubcodex; artikels 128 tot en met 138.
3. Plechtigheden Zie: Clubcodex; artikels 139 tot en met 144.
4. Appendix Clubnaam Clubnamen worden niet zelf gekozen, noch opgelegd. Ze moeten ‘spontaan groeien’.
Geschenken en voorwerpen met de kleuren Zie: Clubcodex; artikel 146.
Houding buiten de club Zie: Clubcodex; artikel 147.
Kledingvoorschriften tijdens cantus Voor de heren gelden volgende kledingvoorschriften: • Stadskledij is verplicht: o Jasje o Hemd o Dasje of strikje o Géén T-shirts, polo’s, enzovoorts • (Pro-)praesidiumleden dragen de bierpet op het hoofd of op de linkerschouder. • Eventueel clubpet. • Met uitzondering van de praeses draagt iedereen enkel het (smalle Castrum-)clublint. Voor de dames gelden volgende kledingvoorschriften: • Stadskledij is verplicht: o Géén T-shirts, polo’s, enzovoorts. • (Pro-)praesidiumleden dragen de bierpet op het hoofd of op de linkerschouder. • Eventueel clubpet. • Met uitzondering van de praeses en pro-praesides draagt iedereen enkel het (smalle Castrum)clublint.
Verkiezing van een nieuwe praeses Wanneer? Bij het einde van ieder academisch jaar wordt een nieuwe praeses verkozen. De clubavond waarop de verkiezing plaatsvindt, moet minstens 1 clubavond op voorhand bekend gemaakt worden aan de stemgerechtigde leden.
Wie mag kandideren? Iedere actieve commilito, die minstens reeds één jaar ontgroend is, mag kandideren voor de functie van praeses van Castrum. Een actieve commilito is een commilito die tenminste 1/3 van de activiteiten bijwoont.
Kandidaturen Kandidaten leveren hun kandidatuur schriftelijk in bij de uittredende praeses; ten laatste 1 week voor de kiescantus. Kandidaturen kunnen gewraakt worden door het zittend bestuur. Zij beargumenteren dit voor de kiesavond ten overstaan van een pro-seniorenconvent (omdat er dan waarschijnlijk tijdsgebrek is, eventueel via email). Door een gewone stemming (50%+1 van de beantwoorde mails) wordt dit al dan niet bekrachtigd door de pro-senioren (ook pro-senioren die in het zittend bestuur zetelen hebben hierin een stem). Indien de gewraakte kandidaat de enige was, zijn verdere sollicitaties mogelijk. Er wordt enkel gestemd op kandidaat-praesides, niet op volledige praesidia. De kandidaat-praesides mogen hun praesidium niet bekend maken tot na de verkiezing.
Wie mag stemmen? Volgende personen mogen meestemmen tijdens de verkiezing van de nieuwe praeses: o volwaardige Castrum-leden – i.e. zij die gedoopt én ontgroend zijn bij Castrum, alsook alle leden Honoris Causa.
Stemming indien er slechts 1 kandidaat-praeses is De stemming gebeurt steeds anoniem en door middel van stembriefjes. De kandidaat wordt verkozen indien hij meer dan 50% van de geldige stemmen haalt van alle aanwezige stemgerechtigden. De drie keuzes zijn: o Ja. o Nee. (De huidige praeses moet nog een jaar aanblijven) o Ongeldige stemmen worden niet meegerekend voor het bepalen van het totaal aantal stemmen.
Stemming indien er 2 kandidaat-praesides zijn De stemming gebeurt steeds anoniem en door middel van stembriefjes. De kandidaat wordt verkozen indien hij meer dan 50% van de geldige stemmen haalt van alle aanwezige stemgerechtigden. De vier keuzes zijn: o Kandidaat A. o Kandidaat B. o Geen van beiden. (De huidige praeses moet nog een jaar aanblijven) o Ongeldige stemmen worden niet meegerekend voor het bepalen van het totaal aantal stemmen.
Stemming indien er 3 of meer kandidaat-praesides zijn De stemming gebeurt steeds anoniem en door middel van stembriefjes. Een kandidaat die bij de eerste stemming meer dan 50% van de geldige stemmen haalt van alle aanwezige stemgerechtigden, wordt verkozen. Indien geen enkele kandidaat bij de eerste stemming meer dan 50% van de geldige stemmen haalt van alle aanwezige stemgerechtigden, gaan de twee kandidaten met de hoogste score naar de volgende stemronde. o Hebben mogelijke kandidaten voor de volgende stemronde een gelijke score? Er komt een tussen-stemronde voor deze kandidaten alleen. De slotronde verloopt tussen de 2 resterende kandidaten. o Hier gelden de regels voor een stemming met 2 kandidaten.
Castrumschachten In principe kan iedereen schacht van Castrum worden. Schachten dienen bij aanvang van het academisch jaar – ten laatste 1 clubavond voor de schachtendoop – hun kandidatuur schriftelijk in bij de schachtenmeester. De schachtenverkoop: o Iedere aanwezige op de schachtenverkoop mag schachten kopen volgens de regels en betalingsvoorwaarden die bij aanvang van de verkoop worden afgesproken. Enkel gedoopte en ontgroende Castrum-leden mogen peter of meter zijn. Anderen die een schacht kopen, stellen een peter/meter naar hun keuze aan voor de gekochte schacht. Commilitones die samenleggen om een schacht te kopen, stellen één officiële peter/meter aan die de schacht zal ontgroenen. o Er geldt als regel “betaald is betaald” in het geval een verkochte schacht het laat afweten voor de ontgroening: peters/meters worden verondersteld zich voldoende in te spannen om van hun schacht een volwaardige Castrumcommilito te maken.
Ontgroeningsvoorwaarden: o Zie Clubcodex; artikel 142. o De ontgroeningsopdracht die door de peter/meter werd opgelegd moet goedgekeurd worden door de peter/meter én de schachtenmeester. De schachtenmeester heeft het recht zijn veto te stellen op basis van de clubwerking van de schacht tijdens het academisch jaar. Schachten, die niet ontgroend zijn vóór de kiescantus zullen moeten wachten tot het volgende academisch jaar.
Kleur bekennen – de Castrumcouleurartikel Wapenschild, praeseslint, clublint, bier- en clubpet werden hierboven besproken. Hieronder wordt nog ingegaan op Zipfels, Zipfelhalters en bandkopen. Meer info over de ‘Couleurartikel’ is te vinden in aparte teksten over dit onderwerp.
Bier-, Wein- en Sektzipfels Bier- ,Wein- en Sektzipfels zijn Couleurartikel die een uiting zijn van een speciale studentikoze broeder- of zusterband tussen de commilitones die ze uitwisselen. Het onderscheid tussen de drie soorten Zipfels is het volgende: • Bierzipfels zijn breed en lang. Deze worden enkel uitgewisseld tussen een schacht en de officiële peter of meter van die schacht. • Weinzipfels zijn smaller en korter. Ze worden onder commilitones uitgewisseld, maar zijn – in principe - enkel bestemd om door mannelijke commilitones gedragen te worden. • Sektzipfels zijn nog iets kleiner. Ze worden onder commilitones uitgewisseld, maar zijn enkel bestemd om door vrouwelijke commilitones gedragen te worden. Omwille van de hoge kostprijs van deze Sektzipfels en de bijhorende broches om ze te dragen, kunnen de vrouwelijke leden van Castrum ook Weinzipfels dragen. Uitzicht van de Zipfel: • lintje in (bepaalde) clubkleuren • bovenaan: metalen plaatje met hanger. • onderaan: twee metalen plaatjes • midden: metalen plaatje met schild in (bepaalde) clubkleuren • (links) en (bepaald) clubmonogram (rechts) • de metalen plaatjes en hanger zijn goudkleurig.
Bij Castrum gelden volgende regels: • Commilitones (zowel studenten als oud-studenten) van Castrum wisselen onder elkaar Wein- en/of Sektzipfels uit tenzij het gaat om een uitwisseling tussen een schacht en peter/meter. • Commilitones van Castrum die Zipfels willen uitwisselen met commilitones van een andere club wisselen Wein- en/of Sektzipfels uit. • Bij het uitwisselen van Zipfels moet op een aantal zaken gelet worden: o De Zipfel die je wegschenkt heeft de kleuren van de club van de ontvanger, maar in omgekeerde volgorde. o De Zipfel die je wegschenkt heeft op de voorkant van het middenplaatje de monogram van de club van de schenker gegraveerd. o De Zipfel die je wegschenkt heeft op de achterkant van het middenplaatje een opdracht gegraveerd die steeds volgens volgende structuur met drie tekstlijnen is opgebouwd: Naam van schenker (v. Clubnaam) Z!2 aan Naam van ontvanger (v. Clubnaam) Z! Datum van de uitwisseling o De regels voor het uitwisselen van Zipfels tussen een schacht en de peter of meter: schachten en hun peters/meters zijn niét verplicht Zipfels uit te wisselen. De schacht krijgt van zijn peter/meter een Bierzipfel. De peter/meter krijgt van zijn schacht een Weinzipfel. In principe betaalt de peter/meter de Weinzipfel die hij/zij van de schacht krijgt zélf. Uiteraard kunnen hier onderling andere afspraken over gemaakt worden. o Het uitwisselen gebeurt steeds op een clubavond. Hierbij leggen de uitwisselaars de Zipfels in elkaars volle pint, deze wordt ad fundum gedronken. De Zipfel wordt tussen de tanden opgevist uit het glas om de uitwisseling af te ronden.
De Zipfelhalter De ontvangen Zipfels worden aan een Zipfelhalter gehangen die aan de broeksriem of op de pint vastgeklikt kan worden. Omschrijving van de Castrum-Zipfelhalter: o Ovaal met ornament en wapenschild waarin het Castrum-monogram gegraveerd wordt. o Brede hangbeugel o Goudkleurig Dames kunnen eventueel een speciale 'Sektzipfelhalter' (een broche) dragen waar zij hun Sektzipfel aan kunnen dragen.
2
Z! is de afkorting voor 'Zirkel'; Duits voor clubmonogram. Bij bestelling wordt tussenhaakjes opgegeven van welke club het monogram gegraveerd moet worden. In ons geval dus: Castrum.
Bandknopen De clublinten van (oud-)praesidiumleden, het praeseslint en de kopieën van het praeseslint voor de pro-senioren krijgen onderaan een knoopsgat waarin een bandknoop komt. Gewone commilitones dragen geen bandknoop. Omschrijving van de Castrum-bandknopen: o De bandknoop voor de praeses en de pro-praesides is goudkleurig. o De bandknoop voor praesidium- en pro-praesidiumleden is zilverkleurig. o De bandknoop heeft aan de voorzijde een (gouden of zilveren) rand en in het midden een ornament en schild in de clubkleuren. o Op de rand aan de voorzijde wordt de (eerst uitgeoefende) praesidiumfunctie, het jaartal en de clubnaam gegraveerd. Alle eventuele volgende praesidiumfuncties worden op de achterzijde van de bandknoop gegraveerd.
Archief en website De ab-actis heeft de plicht alle verslagen en dergelijke te bewaren en bij het einde van het academisch jaar over te dragen aan de archivaris van de club. De quaestor heeft de plicht een goede en duidelijke boekhouding te voeren en deze bij het einde van het academisch jaar over te dragen aan de archivaris van de club. De schachtenmeester heeft de plicht de ontgroeningsopdrachten die bewaard kunnen worden te verzamelen en ze bij het einde van het academisch jaar over te dragen aan de archivaris. o De resultaten van de opdrachten worden zoveel mogelijk op de website van de club opgenomen. De webmaster slaat de webpagina’s van de site minstens één maal per academisch jaar op op cd-rom of een andere data-opslagmogelijkheid.
Huisreglement Dit huisreglement is niet bindend en kan ten allen tijde veranderd worden na goedkeuring met gewone meerderheid door een pro-seniorenconvent.
