gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
HST-station Antwerpen - Omgeving Kievitplein
BIJLAGE 3: TOELICHTINGSNOTA
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
colofon
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten & Landschappen Afdeling Ruimtelijke Planning Graaf de Ferraris-gebouw Koning Albert II-laan 20 bus 7 1000 Brussel
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 2
3
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
HST-station Antwerpen - Omgeving Kievitplein
De ontwerper,
James Van Casteren
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaams regering van houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “HST-station Antwerpen - omgeving Kievitplein” de minister-president van de Vlaamse regering
de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie
Bart SOMERS
Dirk VAN MECHELEN
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 3
4
Inhoudsopgave
Inleiding ..........................................................................................................................................................................5 1
Niet verordenend deel .........................................................................................................................................6 1.1 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ...............................................................................6 1.2 Bestaande feitelijke en juridische toestand ..................................................................................................7 1.2.1
Bestaande feitelijke toestand.................................................................................................................7
1.2.2
Bestaande juridische toestand ..............................................................................................................7
1.3 Bestaande ruimtelijke structuur.....................................................................................................................8 1.3.1
Begrenzing van het gebied ....................................................................................................................8
1.3.2
Ruimtelijk structurerende elementen ..................................................................................................9
1.3.3
Functionele invulling..............................................................................................................................9
1.4. Visie en gewenste ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven ......................................................................10 1.4.1
Visie ........................................................................................................................................................10
1.4.2
Ontwikkelingsperspectieven voor de stroken bebouwing.............................................................10
1.4.3
Ontwikkelingsperspectieven voor de stroken open ruimten ........................................................10
1.4.4
Ontwikkelingsperspectieven voor de infrastructuur ......................................................................11
1.5 Vertaling naar verordenende stedenbouwkundige voorschriften en op te heffen voorschriften ....12
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 4
5
Inleiding Het Centraal Station te Antwerpen wordt volop uitgebouwd als een volwaardig HST-station. Het gehele station wordt vernieuwd en uitgebreid met een 2de toegang aan de zijde van de Lange en Korte Kievitstraat. In de nabije omgeving van deze 2de toegang, wordt verwacht dat het gebied langs de sporen, tussen de Zoo en de Plantijn en Moretuslei, een sterke ontwikkeling zal kennen. Om de toekomstige ontwikkelingen in dit gebied te kunnen richten, heeft de stad Antwerpen enkele jaren geleden aan het Nederlandse architectenbureau MVRDV gevraagd om een stedenbouwkundige studie op te maken. In deze studie 'Antwerp Zoo CS' werden een aantal ruimtelijke richtlijnen op basis van een hypothetische programma van kantoren, woningen en diensten geformuleerd. In mei 2000 heeft het college van de stad Antwerpen de studie aanvaard en goedgekeurd als de visie en het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen in het gebied. Anno 2002 heeft de eerste investeerder zich aangediend met een project ter hoogte van het 'Kievitsplein'. Dit betreft de zone tussen Ploegstraat, Copernicuslaan, Lange Kievitstraat en de 2de toegang van het station. In deze zone wenst de projectontwikkelaar het bestaande hotel EUROTEL af te breken, en nieuwe kantoren, een business-center, hotel en woningen te realiseren. Uit het overleg tussen de Vlaamse overheid, de stad Antwerpen en de projectontwikkelaar en zijn architecten over het project, is de noodzaak gebleken aan juridisch bindende bepalingen voor de inrichting en bestemming van dit gebied. Aangezien de stationsomgeving van het HST-station Antwerpen van Vlaams niveau is, heeft de afdeling Ruimtelijke Planning vervolgens de opdracht op zich genomen om een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken. In dit ruimtelijk uitvoeringsplan zijn de basisprincipes van de stedenbouwkundige studie van MVRDV vertaald in stedenbouwkundige voorschriften, zoals: een verweving van stedelijke activiteiten, een ordeningsprincipe van stroken bebouwing en stroken open ruimte, algemene richtlijnen in functie van de ruimtelijke kwaliteit van de gebouwen en de open ruimtes, en de inrichting van een nieuw parkgebied over de Plantijn en Moretuslei. Op die manier worden nieuwe bestemmings- en inrichtingsvoorschriften opgesteld voor een aantal zones gelegen in het woongebied en voor een deel van het huidige spoorweggebied (momenteel nog bestemd als zone voor openbaar nut).
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 5
6
1 Niet verordenend deel
1.1
Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
In de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is het HST-station AntwerpenCentraal geselecteerd als poort op Vlaams niveau. In de richtinggevende bepalingen zijn volgende ontwikkelingsperspectieven geformuleerd: §
Een HST-station is sterk structurerend voor het stedelijk gebied en voor de omgeving, waarbij de vraag naar ruimte voor hoogwaardige economische activiteiten zoals diensten, handel en commerciële activiteiten vergroot, zodat in functie van deze ontwikkelingen een visie op het station en de omgeving moet worden uitgewerkt waarin aandacht wordt besteed aan activiteiten die de ontwikkeling van het station ondersteunen (RSV – p. 462)
§
Een integrale en samenhangende visie op de ontwikkeling van het station en haar omgeving en de uiteindelijke uitbouw ervan moeten zorgen dat het imago van de HST-stopplaats en de internationale uitstraling ervan ten volle kan worden benut. Elementen die deze verdere ontwikkeling mede bepalen zijn : - De ligging op een knooppunt van openbaar vervoer. Om deze ligging optimaal te benutten en de moeilijke autobereikbaarheid te ondervangen, is een reorganisatie en optimalisering van de verschillende openbaar vervoerslijnen en de onderlinge aansluitingsmogelijkheden noodzakelijk. Dit houdt onder meer in de verbetering van de mogelijkheden om reizigers af te zetten (taxi, kiss&ride, voorzieningen,…) het aanleggen van parkings voor langparkeerders aan de rand van de stadskern met vlotte en kwaliteitsvolle verbinding met het centraal station, het beperken van de parkeerplaatsen in de omgeving van het Centraal Station en het beperken van bijkomend verkeer. - De mogelijkheid voor een stedelijk vernieuwingsproject voor het Centraal Station en de omliggende wijken. De uitbouw van het station Antwerpen-centraal opent ontwikkelingsperspectieven tav. de invulling van de braakliggende terreinen voor stedelijke functies (hotel, shopping,…) en woonfunctie in de aangrenzende wijken, voor het hergebruik van onderbenutte of leegstaande gebouwen (cinemacomplexen, kantoorgebouwen,…) voor het revitaliseren van de aanwezige recreatieve en toeristische functies (dierentuin,…) en handel en diensten (hotels, restaurants,…) en voor het opnieuw aantrekkelijk maken en beter functioneren van de openbare ruimtes (pleinen, boulevards,…). - De mogelijke verdere functionele en bouwtechnische herwaardering van het stationsgebouw. Als stopplaats voor de HST wordt aan het stationsgebouw als monument een nieuwe, hedendaagse en economisch verantwoorde functie gegeven. - De verhoging van de capaciteit van het station. De ondergrondse doortrekking van de spoorlijnen verdubbelt de capaciteit van het Centraal Station, wat een impuls betekent voor andere vormen van openbaar vervoer zoals voorstedelijk treinverkeer. (RSV – p. 465-466)
Naar aanleiding van deze ontwikkelingsperspectieven in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, wordt het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de omgeving van het HST-station rond het Kievitsplein opgemaakt. Dit plangebied bestaat uit bestaande en nieuwe blokken tussen Korte Kievitstraat, Ploegstraat, Copernicuslaan, Lange Kievitstraat, Van Immerseelstraat, Stoomstraat, Van Sprangenstraat, Baron Joostenstraat en de spoorwegbundel. Voor de andere delen van de stationsomgeving, zoals rond het Astridplein, kan op termijn tevens een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opgemaakt worden.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 6
7
1.2 1.2.1
Bestaande feitelijke en juridische toestand Bestaande feitelijke toestand Kaart 1: bestaande feitelijke toestand – percelering Kaart 2: bestaande feitelijke toestand – topografische kaart Kaart 3: Bestaande feitelijke toestand - luchtfoto
1.2.2
Bestaande juridische toestand Kaart 4: bestaande juridische toestand – gewestplan Kaart 5: bestaande juridische toestand – verkavelingen en contouren BPA’s Kaart 6: bestaande juridische toestand - overige plannen Type plan
In het gebied
Aangrenzend
Gewestplan(nen)
Gewestplan Antwerpen (KB 03/10/1979)
Gewestplan Antwerpen (KB 03/10/1979)
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
-
-
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
-
-
Algemene plannen van aanleg
-
-
Bijzondere plannen van aanleg
-
-
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
-
-
Beschermde monumenten
-
Centraal Station Onderbouw van Centraal Station Zoo
Beschermde stads- en dorpsgezichten
-
Gebouwen Plantin Moretuslei 66-90 en 5591 en de aansluitende bebouwing in de Van Immerseelstraat (01/09/94)
Beschermde landschappen
-
Zoo
Vogelrichtlijngebieden
-
-
Habitatrichtlijngebieden
-
-
Bijzondere gebieden, volgens besluit van Vlaamse regering (06/10/98) betreffende de kwaliteitsbewaking, recht van voorkoop en sociaal beheersrecht op woningen1
Gebied tussen Plantijn en Moretuslei en Zoo, gelegen in statistische sector 11002C24
Andere delen van statistische sector 11002C24
In de woningbouwgebieden die erkend zijn als bijzondere gebieden wordt het recht van voorkoop uitsluitend uitgeoefend (door de gemeente, de VHM en de sociale huisvestingsmaatschappijen) met het oog op het verlenen van zakelijke rechten op sociale woningen of sociale kavels.
1
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 7
8
1.3 1.3.1
Bestaande ruimtelijke structuur Begrenzing van het gebied
zone A
zone B zone C zone D
P
Zone D
§ Aan de westelijke zijde grenst het gebied aan de 2de toegang naar het Centraal Station, en aan de spoorwegbundels. De 2de toegang van het Centraal Station wordt volledig uit het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gehouden. Zuidelijker wordt eerst de grens tussen de spoorwegbundel en de Stoomstraat gerespecteerd, en daarna wordt de uiterste spoorlijn van de te desaffecteren spoorwegemplacement als grens genomen. De doorlopende spoorlijnen richting Centraal Station blijven volledig gevrijwaard. § Zuidelijk sluit het gebied met de Van Immerseelstraat aan op de Plantijn Moretuslei, een belangrijke invalsweg vanaf de Ring naar het centrum van Antwerpen. Alle autoverkeer zal het gebied bereiken via de Plantijn Moretuslei en de Van Immerseelstraat. Een beperkte strook ten zuiden van de Plantijn en Moretuslei maakt tevens nog deel uit van het huidige spoorwegemplacement, en wordt opgenomen in dit plan. § Oostelijk sluit het gebied aan op een dicht woonweefsel van gesloten blokken. In de huidige situatie is deze buurt sterk verloederd, en heeft deze nood aan een opwaardering. Als uitzonderlijk element in deze buurt staat aan de noordoostelijke hoek van het gebied een groot kantoorgebouw van de Vlaamse administratie, met name het Copernicusgebouw. De Copernicuslaan maakt geen deel uit van het plangebied. § Ten noorden van het plangebied is de Zoo van Antwerpen gelegen. Deze vormt een belangrijke groene long in de binnenstad. Vanaf het plangebied is hiervan echter weinig te merken door de gesloten gevels langs de Ploegstraat.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 8
9
1.3.2
Ruimtelijk structurerende elementen
§
Centraal Station met nieuwe toegang aan zijde Kievitsplein, en aansluitend de gehele spoorwegbundel dat een sterke barrière vormt in het gebied;
§
De Zoo als een volledig ommuurd parkgebied in de binnenstad;
§
Plantijn en Moretuslei, belangrijke invalsweg vanaf de Ring en de Singel richting Leien en binnenstad;
§
Weefsel van smalle straten en gesloten blokken met veelal rijwoningen en enkele grootschalige gebouwen (kantoren, hotel, …).
1.3.3
Functionele invulling
Het afgebakend gebied binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kent een diverse invulling. §
Direct grenzend aan de 2de toegang van het Centraal Station staat een groot hotel, genaamd EUROTEL. Dit gebouw kan in eerste instantie behouden worden, maar zal in functie van de nieuwe ontwikkelingen afgebroken worden en vervangen door nieuwbouw.
§
De zone tussen de Van Immerseelstraat, Stoomstraat en van Spangenstraat wordt hoofdzakelijk ingenomen door rijwoningen, maar bevat ook de nationale administratieve vestiging van de scoutsvereniging.
§
Rechtstreeks grenzend aan de sporen en langs de Van Immerseelstraat, zijn een joodse synagoge, enkele rijwoningen en enkele gebouwen met voorzieningen van de spoorwegen gelegen.
§
Ten westen van de Baron Joostenstraat is vandaag nog volledig spoorweggebied.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 9
10
1.4
Visie en gewenste ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven
1.4.1
Visie
Voor het gebied grenzend aan de 2de toegang van het Centraal Station en aan het spoorweglichaam, wordt de ontwikkeling van een stedelijk weefsel met een duurzaam en multifunctioneel karakter beoogd. Door middel van een ordening van parallelle stroken open ruimten en bebouwing, wordt het patroon van gesloten bouwblokken doorbroken en ontstaat een nieuw patroon van gebouwengroepen, straten, pleinen en doorsteken. Een verweving van stedelijke activiteiten binnen deze stroken staat hierbij voorop. Op basis van het plan MVRDV en van het eerste overleg tussen stad Antwerpen, Vlaamse overheid, projectontwikkelaar en architecten over de ontwikkeling van één van de zones, wordt deze visie verder verfijnd in volgende ontwikkelingsperspectieven. 1.4.2
Ontwikkelingsperspectieven voor de stroken bebouwing
-
De verweving van stedelijke activiteiten vormt een belangrijk uitgangspunt bij de invulling van de stroken bebouwing. Dit geldt zowel voor de verschillende gebouwen binnen elke zone (horizontale verweving), als voor elk gebouw (verticale verweving). Als resultaat van de interactie tussen het openbaar domein en de aangrenzende publieke functies op het gelijkvloers, ontstaat het stedelijk leven. Woningen en publieke functies op gelijkvloers niveau kunnen zorgen voor een sociale controle van het openbaar domein.
-
Om ‘hoogbouw’ op een aanvaardbare manier te realiseren in het stedelijk weefsel, is een afwisseling met 'laagbouw' noodzakelijk. Op die manier blijven de bezonning, de zichtlijnen, en de ademruimte gegarandeerd. Laagbouw kan tevens een goede overgang maken naar de bestaande rijwoningen in de gesloten blokken. De maximale bouwhoogte moet rekening houden met de technische richtlijnen voor de aanvliegroute naar de luchthaven van Deurne en mogelijks met de nabijheid van het beschermd landschap in de Zoo.
-
Een grote afwisseling inzake architectuur, volume, expressie, … van de gebouwen is wenselijk. Deze diversiteit kan bijdragen tot de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving, en kan ondermeer worden bereikt door verschillende architecten een deel van het gebied te laten invullen.
-
De gebouwen van de Zoo met een blinde gevel langs de Ploegstraat kunnen worden geïntegreerd in de bebouwing op het Kievitsplein. Deze blinde gevels kunnen afgewerkt worden met nieuwe gebouwen, en op die manier een 'gezicht' krijgen. Langs de zijde van de Zoo is een groene afwerking van de nieuwe gebouwen wenselijk.
-
Verbindingen tussen de gebouwen over een strook open ruimte zijn mogelijk. Er moet wel vermeden worden dat de verschillende gebouwen ‘aan elkaar klonteren’. De luchtverbindingen kunnen bijgevolg beperkt blijven tot passerelles van zuiver functionele aard, die maximaal 2 niveaus kennen.
1.4.3
Ontwikkelingsperspectieven voor de stroken open ruimten
-
Afhankelijk van de bouwhoogte van de aangrenzende gebouwen kunnen de stroken open ruimten breder of smaller worden ingericht. Een maximale bezonning en variatie in het stedelijk weefsel wordt nagestreefd.
-
Binnen de stroken open ruimten wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen private terreinen gekoppeld aan de aangrenzende gebouwen, en het openbaar domein dat voor iedereen en altijd toegankelijk is. Een harde grens tussen de private terreinen en het openbaar domein is noodzakelijk.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 10
11
-
De doorwaadbaarheid van het gebied is een belangrijk uitgangspunt. Een ‘maximum’ aan nieuwe straten, pleinen en doorsteken wordt gecreëerd binnen de stroken. Via deze straten, pleinen en doorsteken en nieuwe doorsteken onder het spoorwegbundel, wordt het woongebied ten oosten van het plangebied beter en sterker verbonden met het gebied ten westen van de spoorwegbundel.
-
Aanvullend op de nieuwe straten, pleinen en doorsteken in de zones, wordt de aanleg van een nieuw parkgebied op de bestaande brug over de Plantijn en Moretuslei voorgesteld. Op die manier wordt de huidige spoorwegbundel niet enkel vrijgemaakt voor nieuwe gebouwen, maar ook voor een grotere open ruimte die een meerwaarde voor de buurt geeft.
-
In functie van de doorwaadbaarheid van het station wordt een voet- en fietspad voorzien dat de omgeving van het Centraal Station verbindt met de toekomstige publieke groene ruimte over de Plantijn-Moretuslei.
-
Grenzend aan de 2de toegang tot het Centraal Station wordt een nieuw plein gecreëerd dat ruimte biedt aan voetgangers, fietsers en kiss&ride-plaatsen. Deze open ruimte neemt de ware functie van een stationsplein op zich.
1.4.4
Ontwikkelingsperspectieven voor de infrastructuur
-
De hoofdontsluiting van het gebied gebeurt langs de Van Immerseelstraat. Een herinrichting van de straat in functie van een verbeterde doorstroming is toegelaten. Niettemin moet het verblijfskarakter van de straat gerespecteerd blijven. Een rechtlijnige gevellijn langs de straat zonder terugsprongen of lokale verbredingen is wenselijk.
-
In functie van de ondergrondse garages wordt de aanleg van één in/uitrit in de Van Immerseelstraat toegelaten. Specifiek voor de zone van de huidige EUROTEL wordt vereist dat één enkele in- en uitrit zowel de ondergrondse parking van de NMBS als de nieuwe ondergrondse parking bedient.
-
De parkeerdruk in de gehele omgeving dient beperkt te blijven, binnen het plangebied moeten ondergrondse parkeerplaatsen worden voorzien . Het aantal parkeerplaatsen kan afgestemd worden op de te ontwikkelen bebouwde oppervlakte maar gelet op de ligging aan een openbaar vervoersbundel dient ook een afstemming te gebeuren in functie van het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer. Ook dubbelgebruik van de parkeerplaatsen moet aangemoedigd worden.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 11
1.5
Vertaling naar verordenende stedenbouwkundige voorschriften en op te heffen voorschriften Inhoudelijk element
Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
Verweving van stedelijke activiteiten
Om een kwalitatief en duurzaam stedelijk weefsel te creëren is een verweving van functies noodzakelijk. Hiertoe wordt in de bestemming van stationsomgeving opgenomen dat zowel personeelsintensieve en bezoekersintensieve activiteiten (zoals kantoren) kunnen plaatsvinden, alsook wonen en aan het wonen verwante voorzieningen.
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften Gewestplan Antwerpen (KB.03/10/79)
Artikel 1. Stationsomgeving Antwerpen
Artikel 5. Woongebieden Artikel 6.2. Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nutsvoorzieningen
1.1. Het gebied is bestemd voor personeelsintensieve en bezoekersintensieve activiteiten, stedelijk wonen en openbare groene en verharde ruimten. Ook aan het wonen verwante voorzieningen zoals winkels voor dagelijkse aankopen, horeca, kleine bedrijven, openbare en private nutsvoorzieningen en diensten, gemeenschapsvoorzieningen, sociaal-culturele inrichtingen en recreatieve voorzieningen zijn mogelijk voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving.
Vier verschillende zones
Het plangebied van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kan onderverdeeld worden in vier ruimtelijk samenhangende gehelen, hierna benoemd als zones A, B, C en D. Door dit onderscheid te vertalen in het grafisch plan is een onderscheid mogelijk tussen algemene voorschriften en aanvullende voorschriften per zone. Dit onderscheid tussen de zones zal ondermeer belangrijk zijn bij het bepalen van een aantal maten, percentages, …, en geeft tevens logische gehelen waarvoor een inrichtingsplan moet worden opgemaakt.
1.2. Het gebied is verdeeld in vier verschillende zones A, B, C, en D, zoals aangeduid op het grafisch plan.
Verwevingsprincipes
Om een minimale verweving binnen dit gebied te garanderen, en te vermijden dat het gebied wordt ingenomen door grootschalige monofunctionele kantoorgebouwen worden een aantal bijkomende principes vastgelegd.
1.2.1. Per zone moet minimaal 30% van de vloeroppervlakte van de binnenruimte van gebouwen voorzien worden voor woningen of verblijfsgelegenheid, met inbegrip van aanhorigheden. Ondergrondse parkeeroppervlaktes worden niet meegerekend in de vloeroppervlakte.
-
Ten eerste wordt per zone een minimaal aandeel aan residentiële functies (verblijfsgelegenheid of wonen) vooropgesteld.
-
Daarnaast is het wenselijk dat het gelijkvloerse niveau van de gebouwen zoveel mogelijk worden ingevuld met publiek toegankelijke functies als restaurants, winkels, loketten, … of woningen. Op die manier wordt de leefbaarheid en sociale controle van het openbaar domein sterk vergroot. Er moet wel rekening gehouden worden dat er geen ernstig storende activiteiten nabij de
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Per zone moet minimaal 50% van de gelijkvloerse vloeroppervlakte van de binnenruimte van gebouwen voorzien worden voor wonen of publiek toegankelijke inrichtingen, voorzieningen of diensten.
Plancode 212_94_1 12
Inhoudelijk element
Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
school of synagoge worden voorzien. Randen langsheen het spoorweggebied
Op het grafisch plan is de grens met de aangrenzende zone voor openbaar nut (op een kaart 1/10.000) getrokken op de laatste spoorlijn van de spoorwegbundel die wordt afgeschaft. Indien nodig kan een beperkt deel van deze zone voor stationsomgeving nog in gebruik worden genomen voor de spoorwegen en aanhorigheden.
1.2.2. Langs de zijde van de spoorwegen mogen delen van de zones C of D over een beperkte breedte worden ingericht als delen van de zone voor openbaar nut in functie van spoorwegen en toebehoren.
Stroken bebouwing en open ruimte in elke zone
Om het gebied te voorzien van een zekere eigenheid en van voldoende ruimtelijke kwaliteit, wordt het ordeningsprincipe uit het ontwikkelingsplan van MVRDV als uitgangspunt genomen. Deze ordening bestaat uit afwisselende stroken van bebouwing en open ruimtes.
1.2.3.. Met het oog op ruimtelijke kwaliteit worden volgende inrichtingsprincipes vooropgesteld: -
De vier zones worden verkaveld in stroken bebouwing en stroken open ruimtes, die evenwijdig zijn met de Lange Kievitstraat of loodrecht staan op de Van Immerseelstraat en de Baron Joostenstraat.
-
De bouwhoogte van de gebouwen moet rekening houden met de technische richtlijnen voor de aanvliegroute naar de regionale luchthaven van Deurne, met de invloed op het aangrenzend openbaar domein en met het beschermd landschap van de Zoo.
-
De verschijningsvorm van elk gebouw binnen een blok is uniek. Het onderscheid tussen de gebouwen kan gebeuren door de bouwhoogte, het materiaalgebruik van de gevels en de globale vorm te laten variëren.
-
Bij de inrichting van zone D moet aandacht besteed worden aan de relatie tussen de gebouwen, de open ruimtes en het aangrenzende parkgebied.
-
Bij de inrichting van de gebouwen en de open ruimtes moet er rekening gehouden worden met windeffecten en het effect op de bezonning van de nieuwe gebouwen ten opzichte van de bestaande omgeving.
Tot slot is een verscheidenheid in verschijningsvorm van de gebouwen wenselijk, opdat geen monotone omgeving ontstaat. Hiertoe zijn een maximale variatie in de bouwhoogte en een verscheidenheid in architectuur noodzakelijk.
-
De minimale breedte van de stroken open ruimte is vastgelegd op 8 meter. De openruimtestroken zijn onbebouwd en gelijkvloers en vormen een kwalitatief samenhangend geheel met de bestaande straten en pleinen.
Op sommige plaatsen (bijv. tussen hoge gebouwen) zal het vanuit de ruimtelijke kwaliteit wenselijk zijn om de open ruimtes breder dan 8 meter te maken, maar hiertoe kan geen algemeen principe worden vastgelegd in de voorschriften. Dit moet in elk inrichtingsplan vanuit de globale ruimtelijke kwaliteit worden beoordeeld. Bij de inrichting van de gebouwen en open ruimtes moet er rekening gehouden worden met de bezonning en de windeffecten.
-
Het minimaal aantal openruimtestroken wordt vastgelegd per zone. Zone A: minimaal 3 openruimtestroken Zone B: minimaal 1 Zone C: geen Zone D: minimaal 4
-
Bijkomend aan de openruimtestroken moet in zone D aan de zijde van de spoorwegen een doorlopend voet- en fietspad worden voorzien. Het voet- en fietspad sluit aan op het parkgebied over de Plantijn-Moretuslei.
-
Langs de openruimtestroken moet elke gevelwand minimum 1 toegang hebben. Deze toegang mag niet enkel werken als nooduitgang van een gebouw. Garagepoorten zijn niet toegestaan langs de openruimtestroken, met uitzondering voor de ruimtes voor
In zone A worden deze stroken evenwijdig met de Lange Kievitstraat geplaatst, en in zones B, C en D staan deze loodrecht op de Van Immerseelstraat en de Baron Joostenstraat. Voor de breedte van de stroken van bebouwing is het wenselijk om uit te gaan van circa 20m in zone A, circa 40 meter in zone B, circa 30 meter in zone D, in zone C kan de volledige breedte bebouwd worden. De minimale breedte voor de openruimtestroken en het minimum aantal openruimtestroken wordt verordenend aangegeven. Deze afmetingen zorgen ervoor dat een hoge dichtheid aan stedelijke programma's niet leidt tot massieve gebouwen die alle open ruimte in het gebied opslorpen. Voor de bouwhoogte moet rekening worden gehouden met de maximaal toegelaten hoogte in de aanvliegroute naar de luchthaven van Deurne. Ook het beschermd landschap in de Zoo legt mogelijks beperkingen op aan de hoogte van de nieuwe bebouwing. Tot slot moet bij het bepalen van de bouwhoogte rekening worden gehouden met het omringende openbaar domein. Een afwisseling van hoog- en laagbouw komt de kwaliteit en leefbaarheid van het openbaar domein zeker ten goede.
De inrichting van deze open ruimtes kan publiek of privaat zijn. Er moet wel een duidelijk onderscheid tussen privaat en publiek domein bestaan, er mogen geen schemerzones ontstaan. Ondergrondse pleinen of straten zijn hier niet wenselijk. De publieke stroken sluiten zoveel mogelijk aan op de nieuwe publieke groene ruimte over de Plantijn-Moretuslei en op de mogelijke nieuwe doorgangen onder het spoorweglichaam.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 13
Inhoudelijk element
Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen In de ondergrondse verdiepingen zijn in principe geen publiek toegankelijke functies toegelaten maar hiertoe kan geen algemene norm kan worden vastgelegd in de voorschriften. Dit moet in een inrichtingsplan vanuit de globale ruimtelijke kwaliteit worden bekeken.
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
lossen en laden.
Algemeen geldt een bouwverbod op deze stroken open ruimte. Het is uiteraard wel toegelaten om de publieke open ruimten in te richten met straatmeubilair, en de private open ruimten te voorzien van afsluitingen en van beperkte infrastructuur om bijv. een sportterrein in te richten. De Ploegstraat grenst aan de blinde gevels van de gebouwen van de Zoo, en kan desgevallend opgeheven worden. Het is immers mogelijk om nieuwe gebouwen tegen deze blinde gevels aan te bouwen. Aangezien de Ploegstraat een belangrijke ontsluiting geeft voor de achterkant van het Station en de Zoo, moet de doorgang voor gemotoriseerd verkeer behouden blijven. Indien de Ploegstraat wordt opgeheven, kan een andere doorsteek deze doorgang voor gemotoriseerd verkeer opnemen. Aan de achterzijde van de zone D moet tevens een continu en aangenaam voet- en fietserspad worden voorzien dat de verbinding realiseert tussen het bestaand stratenpatroon en het nieuwe parkgebied. Om de leefbaarheid en kwaliteit van de publieke stroken en bestaande straten te garanderen moeten minimaal één toegang tot hogergelegen woningen of kantoren en een aantal publieke voorzieningen, zoals een restaurant, winkel, loket, … worden voorzien op het gelijkvloers niveau. Nooduitgangen worden hierbij niet meegerekend. Garagepoorten zijn niet toegestaan. Luchtverbindingen tussen 2 gebouwen over de stroken open ruimtes zijn toegestaan mits deze slechts een beperkte impact op de ruimtebeleving van de open ruimtes hebben, en zeker niet de volledige strook overkappen. Ondergrondse parkeerruimtes en parkeren langs de straten
Door de ligging nabij de tweede toegang tot het Centraal Station van Antwerpen, kent dit gebied uitzonderlijke potenties voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Het aantal parkeerplaatsen moet echter beperkt blijven. De Plantijn-Moretuslei, waarop het gebied aansluit, is reeds verzadigd. Alle bijkomende verkeersbewegingen op deze stedelijke invalsweg moeten dus tot het minimum beperkt worden.
1.2.4. Het maximum aantal parkeerplaatsen voor het gehele gebied bedraagt 1.600 plaatsen.
In de voorschriften is het maximaal aantal parkeerplaatsen voor het gehele gebied vastgelegd. Om parkeergebouwen in de buurt te vermijden, wordt verplicht om alle parkeerplaatsen ondergronds te voorzien, en in functie van een efficiënte ontsluiting moeten deze ondergrondse parkeergarages in de zones via één gezamenlijke in/uitrit in de Van Immerseelstraat worden ontsloten.
Daarnaast en bovenop het vermelde maximum kunnen langsheen de bestaande straten een beperkt aantal openbare parkeerplaatsen worden voorzien.
Deze parkeerplaatsen worden volledig ondergronds aangelegd, en gezamenlijk voor het autoverkeer ontsloten met maximaal één in/uitrit voor zone A, B, C en D samen.
Het maximum aantal parkeerplaatsen moet evenwichtig verpreid worden over de verschillende zones met een maximum van 1.200 parkeerplaatsen voor zone A en een maximum van 400 parkeerplaatsen voor zone D. Het benodigd aantal parkeerplaatsen moet in de inrichtingsstudie gestaafd worden met een berekeningsnota
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 14
Inhoudelijk element
Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
a rato van maximum 1pp. per 150m2 kantoor –of handelsruimte, maximum 1pp. per woongelegenheid en max. 1pp. per 4 hotelkamers. Naast de ondergrondse parkings is het, mede gelet op de te verwachten ontwikkelingen voor zones B en C, mogelijk om een beperkt aantal openbare parkeerplaatsen te voorzien langs de bestaande straten.
Inrichtingsstudie voor elke zone
Een samenhangende ontwikkeling garanderen door middel van de inrichtingsstudie. Aangezien vele voorschriften betrekking hebben op het gehele gebied en om de globale ruimtelijke kwaliteit van elke zone te kunnen beoordelen, moet voor de zones A en D een inrichtingsstudie worden opgemaakt, voor de zones B en C moet een inrichtingsstudie worden opgemaakt ingeval er grootschalige ontwikkelingen worden gepland. In de inrichtingsstudie moet de aanvrager aantonen dat zijn aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning (mogelijks voor een beperkt deel van de zone) bijdraagt tot de stedenbouwkundige kwaliteiten van de gehele zone, geen hypotheek legt op de bestaande of toekomstige activiteiten en vooral ook voldoet aan de voorschriften van dit plan.
1.2.5. De inrichting van het gebied wordt nader uitgewerkt in inrichtingsstudies: -
Onverminderd de bestemmings- en inrichtingsbepalingen in 1.1 moeten aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen in de zone A of D vergezeld zijn van een samenhangende inrichtingsstudie die een voorstel bevat voor de verdere ordening van de zone waarin het voorwerp van de aanvraag is gelegen. Uitzonderlijk worden voor bestaande gebouwen in de zone A of D verbouwings, renovatiewerken of functiewijzigingen toegestaan. Bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor deze werken is geen inrichtingsstudie vereist.
De parkeerdruk in de gehele omgeving dient beperkt te blijven. Aangezien het totaal aantal parkeerplaatsen beperkt is, moet het inrichtingsrapport zich ook uitspreken over het aantal parkeerplaatsen dat binnen de betreffende zone wordt gerealiseerd.
-
Onverminderd de bestemmings- en inrichtingsbepalingen in 1.1 moeten werken of handelingen die meer dan de helft van de oppervlakte van de zone B of C betreffen, vergezeld zijn van een samenhangende inrichtingsstudie die een voorstel bevat voor de verdere ordening van de zone waarin het voorwerp van de aanvraag is gelegen.
De inrichtingsstudie is een informatief document behorend bij het dossier van iedere vergunningsaanvraag. Indien de aanvrager een bestaande inrichtingsstudie wenst te gebruiken volstaat een verwijzing hiernaar. Indien een aangepaste inrichtingsstudie wordt opgemaakt wordt uiteraard rekening gehouden met de reeds gerealiseerde elementen binnen elk van de deelgebieden.
De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning en wordt alsdusdanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van deze aanvragen.
In afwachting van de nieuwe, grootschalige ontwikkelingen, worden verbouwings, renovatiewerken of functiewijzigingen aan de bestaande gebouwen in het gehele gebied toegelaten. Op die manier wordt vermeden dat het gebied begint te verloederen wanneer de nieuwe ontwikkelingen te lang op zich laten wachten.
De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften in artikel 1.2.3.
Verwacht wordt dat nieuwe, grootschalige ontwikkelingen in de zones B of C nog geruime tijd op zich zullen laten wachten. Om te vermijden dat deze zones beginnen te verloederen wordt naast verbouwings, renovatiewerken of functiewijzigingen ook nieuwbouw toegelaten. Als er in de zones B of C grootschalige ontwikkelingen worden gepland, dan
De inrichtingsstudie moet minstens een voorstel bevatten met betrekking tot de aanduiding van bouwvolumes, bouwhoogtes, bouwoppervlakte, V/T, publiek toegankelijke en private open ruimten, toegangen, het aantal ondergrondse parkeerplaatsen, de fasering in de ontwikkeling van de zone, nieuwe rooilijnen en overdracht van terreinen
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 15
Inhoudelijk element
Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen wordt alsnog de opmaak van een inrichtingsstudie vereist om een samenhangende stedenbouwkundige ontwikkeling voor de stationsomgeving te garanderen.
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
aan de stad. Voor de zones A of D moet de motivatie voor het aantal ondergrondse parkeerplaatsen tevens worden onderbouwd in een mobiliteitseffectenrapport. Bij elke nieuwe vergunningsaanvraag kan het dossier hetzij een bestaande inrichtingsstudie bevatten, hetzij een aangepaste of nieuwe inrichtingsstudie. Daarbij moet alleszins rekening worden gehouden met de reeds gerealiseerde elementen binnen het gebied. In afwijking van de reglementering betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen is er steeds een openbaar onderzoek vereist voor de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning in elk van de deelgebieden. Het openbaar onderzoek wordt op dezelfde manier georganiseerd als het openbaar onderzoek over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, zoals beschreven in de wetgeving over ruimtelijke ordening. Daarenboven worden alle eigenaars van percelen gelegen in het betreffende deelgebied en de eigenaars van de percelen palend aan het deelgebied in kennis gesteld van het openbaar onderzoek. Bij aanvraag, bekendmaking van de aanvraag en bekendmaking van het openbaar onderzoek wordt de inhoud van 1.2.5. opgenomen. Ten laatste bij de start van het openbaar onderzoek wordt het vergunningsdossier met inbegrip van de inrichtingsstudie voor advies opgestuurd naar de in het gebied bevoegde planologische en stedenbouwkundige ambtenaren van het Vlaams gewest.
Voorkooprecht
Op het gebied ten noorden van de Plantijn-Moretuslei geldt vandaag enkel een voorkooprecht in functie van sociale woningbouw. Met dit voorschrift wordt het voorkooprecht uitgebreid, en ook van toepassing voor de realisatie van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
1.3. Op het gehele gebied is een recht van voorkoop als bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van toepassing. In uitvoering van artikel 63 van dat decreet wordt de rangorde van toepassing van het voorkooprecht vastgesteld als volgt: 1. stad Antwerpen, 2. Provincie Antwerpen, 3. Vlaams Gewest
Plancode 212_94_1 16
Inhoudelijk element
Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
Parkgebied over Plantijn en Moretuslei
Op de bestaande brug over de Plantijn-Moretuslei wordt naast de bestaande, te behouden spoorwegen plaats voorzien voor een parkgebied met minimale afmetingen van 30 meter breedte en 100 meter lengte. Dit parkgebied moet volledig publiek toegankelijk zijn en zoveel mogelijk aansluiten op de openruimtestroken in de zone D en op het doorlopend voet- en fietspad langs de sporen. De zone op het grafisch plan is breder dan 30 meter en langer dan 100 meter. In een definitief uitvoeringsplan voor de aanleg van dit parkgebied kan deze zone dus beperkt worden tot 30 meter breedte en 100 meter lengte. In dit geval is het toegestaan dat de randen van deze zone aansluiten bij de aangrenzende zones van de stationsomgeving of en langs de andere zijde bij de zone voor openbaar nut. Aan de zijde van de spoorwegen wordt een doorlopend voet- en fietspad voorzien. Dit voet- en fietspad sluit aan op de andere voet- en fietspaden in het parkgebied en op openruimtestroken in zone D.
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften Gewestplan Antwerpen (KB.03/10/79)
Artikel 2. Parkgebied Plantijn-Moretus
Artikel 6.2. Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nutsvoorzieningen
Het gebied is bestemd voor de inrichting en aanleg van een parkgebied dat volledig publiek toegankelijk is. De minimale afmetingen van het parkgebied bedragen: 30 meter breed en 100 meter lang. Dit parkgebied wordt aangelegd op de bestaande brug over de Plantijn en Moretuslei. (zie overdruk) Aan de zijde van de spoorwegen moet een doorlopend voet- en fietspad worden voorzien dat aansluit op het voet- en fietspad in het gebied “stationsomgeving Antwerpen”. Niet-gebruikte delen van het gebied mogen ingericht worden als delen van de zone D, of langs de zijde van de spoorwegen als delen van de zone voor openbaar nut. Voor deze duidelijk afgebakende delen geldt bijgevolg geen bouwverbod, maar wel de voorschriften van de betreffende zones.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 17
Inhoudelijk element
Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
Lokale wegenis
Van Immerseelstraat wordt beschouwd als de belangrijkste ontsluitingsweg van het gebied. Gelet op de grootschalige ontwikkelingen van het gebied, wordt deze straat verbreed in functie van een nieuwe ontsluiting van de ondergrondse parkeergarage onder het Centraal Station en onder de verschillende zones.
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
Artikel 3. Gebied voor lokale wegenis Dit gebied is bestemd voor de aanleg en/of verbreding van de Van Immerseelstraat en Lange Kievitstraat. De rooilijnen en het profiel van de Van Immerseelstraat worden aangepast in functie van een verbeterde inrichting van het openbaar domein, van de aanleg van een in/uitrit van een ondergrondse parkeergarage in de verschillende zones en in functie van een aangenaam en veilig gebruik door voetgangers en fietsers. Uitzonderlijk worden voor bestaande gebouwen in deze zone verbouwings, renovatiewerken of functiewijzigingen toegestaan die niet voldoen aan de bepalingen in deze zone.
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan - HST-station Antwerpen – Omgeving Kievitplein Toelichtingsnota
Plancode 212_94_1 18