Montage en gebruikshandleiding
HRRW 700 FC HRRW 900 FC HRRW 1200 FC HRRW 1600 FC HRRW 2000 FC HRRW 700 EC HRRW 1200 EC HRRW 1600 EC HRRW 2000 EC
Nederlands
Nederlands
De aangeduide gegevens in deze gebruiksaanwijzing dienen uitsluitend om het product te beschrijven. Een uitspraak over een bepaalde toestand of een geschiktheid voor een bepaalde toepassing kan uit onze informatie niet afgeleid worden. De informatie verbiedt de gebruiker niet eigen beoordelingen of tests uit te voeren. Gelieve ermee rekening te houden dat onze producten onderhevig zijn aan een natuurlijk slijtage- en verouderingsproces.
Dit document, alsmede de gegevens, specificaties en andere informatie zijn het exclusieve eigendom van ATC. Het mag niet zonder toestemming gereproduceerd worden of aan derde partijen gegeven worden. Op het titelblad is een voorbeeldconfiguratie afgebeeld. Het geleverde product kan daarom afwijken van de afbeelding.
Informatiestand: print 03.03.2011 Onder voorbehoud van wijzigingen
2 AIR TRADE CENTRE NEDERLAND B. V.
Tel. +31 Postbus 59
180 00 +31 180 31 86 26 291031 AB85 Nieuwerkerk a/d Ijssel Fax. The Netherlands www.airtradecentre.com
@ :
[email protected]
mwr_rli_pb_02_k12251 print 03.03.2011
De originele gebruikshandleiding werd in het Duits opgesteld.
Nederlands
Montage en gebruikshandleiding
Inhoud
1.
Belangrijke Informatie ...................................................................................... 4 1.1. Regels en Voorschriften ......................................................................... 4 1.2. Garantie en aansprakelijkheid ................................................................ 4
2.
Algemene veiligheidsinstructies..................................................................... 4 2.1. Gebruik volgens de voorschriften ........................................................... 4 2.2. Onjuist gebruik ........................................................................................ 5 2.3. Kwalificatie van het personeel ................................................................ 5 2.4. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing ................... 5 2.5. Belangrijke voorschriften ........................................................................ 6 2.5.1. Algemene aanwijzingen .......................................................................... 6 2.5.2. Bij de montage ........................................................................................ 6 2.5.3. Bij de ingebruikname .............................................................................. 6 2.5.4. Tijdens het gebruik ................................................................................. 6 2.5.5. Bij reiniging ............................................................................................. 6 2.5.6. Bij het onderhoud en reparatie ............................................................... 6 2.5.7. Afvalverwijdering .................................................................................... 6 2.6. Veiligheidsanwijzingen op het toestel ..................................................... 7
3.
Omvang van de levering .................................................................................. 8
4.
Product- en vermogensbeschrijving .............................................................. 8 4.1. Beschrijving van het toestel .................................................................... 8
5.
Transport en opslag ........................................................................................11
6.
Opstelling en montage ....................................................................................11 6.1. Ventilatieaansluitingen .......................................................................... 12 6.2. Mediumaansluitingen / Waterregister ................................................... 12 6.3. Condensafvoeren ................................................................................. 12
7.
Elektrische aansluiting .................................................................................. 13 7.1. Beveiliging tegen overstroom ............................................................... 14
8.
Ingebruikname ................................................................................................ 14
9.
Werking ........................................................................................................... 15 9.1. Bedieningseenheid ............................................................................... 15 9.1.1. Aanpassing van de parameters van de bedieningseenheid ................. 15 9.2. Menukeuze ........................................................................................... 16 9.3. Menu functies ....................................................................................... 17 9.3.1. Tijdstip / timer ....................................................................................... 17 9.3.2. Menu Operationele variabelen ............................................................. 18 9.3.3. Menu toe- en afvoerparameters ........................................................... 19 9.3.4. Menu parameterinstellingen ................................................................. 20 9.4 Functies ................................................................................................ 21
10. Onderhoud en reparaties ............................................................................... 22 10.1. Belangrijke tips ..................................................................................... 22 10.2. Reiniging en onderhoud ....................................................................... 22 10.3. Onderhoud ............................................................................................ 23 10.3.1. Rotatiewarmtewisselaar ....................................................................... 23 10.3.2. Riemaandrijving warmtewisselaar ........................................................ 23 10.3.2. Luchtfilter .............................................................................................. 24 10.3.3. Batterijwissel ......................................................................................... 24 11. Uitbreiding en ombouw.................................................................................. 25 12. Demontage en opslag .................................................................................... 25 12.1. Demontage uitvoeren ........................................................................... 25 12.2. Opslag ................................................................................................. 25 13. Opsporen en verhelpen van storingen ......................................................... 25 13.1. Smeltzekering ....................................................................................... 25 13.2. Foutentabel ........................................................................................... 26 14. Technische gegevens .................................................................................... 27 15. Appendix ......................................................................................................... 29 15.1. Lijst van de paramters .......................................................................... 29 15.2. Schakelschema´s ................................................................................. 30
www.airtradecentre.com
3
Nederlands
1.
Belangrijke Informatie Deze Gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie om het toestel veilig en vakkundig te monteren, te transporteren, in gebruik te nemen, te bedienen, te onderhouden, te demonteren en eenvoudige storingen zelf te verhelpen. Het toestel is volgens de algemeen erkende regels van de techniek geproduceerd. Toch bestaat er gevaar voor persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel, wanneer u met de volgende elementaire veiligheidsvoorschriften en waarschuwingsinstructies in deze handleiding geen rekening houdt. • Gelieve de handleiding nauwgezet en volledig te lezen voordat u met het toestel aan het werk gaat. • Bewaar de handleiding op een plaats die op elk moment voor elke gebruiker toegankelijk is. • Geef het toestel altijd samen met de gebruikshandleiding door aan derden.
1.1. Regels en Voorschriften Houd bovendien rekening met de algemeen geldende, wettelijke en andere bindende regelingen van de Europese respectievelijk nationale wetgeving evenals de in uw land geldende voorschriften ter voorkoming.
1.2. Garantie en aansprakelijkheid ATC producten worden op het hoogste technische niveau gemaakt volgens de algemeen erkende regels van de techniek. Ze worden onderworpen aan een voortdurende kwaliteitscontrole en voldoen aan de geldende voorschriften op het moment van levering. Omdat de producten voortdurend verder ontwikkeld worden behouden we ons het recht voor, op elk moment en zonder voorafgaande aankondiging, wijzigingen aan de producten aan te brengen. Wij zijn niet verantwoordelijk voor de juistheid of volledigheid van deze montage en gebruikshandleiding. De garantie geldt uitsluitend voor de geleverde configuratie. De garantie is niet van toepassing bij foutieve montage of onjuist gebruik.
2.
Algemene veiligheidsinstructies Ontwerpers, ingenieurs en operatoren zijn verantwoordelijk voor montage en bedrijf volgens de voorschriften. • • • • • • • •
Gebruik ATC uitsluitend in technisch onberispelijke staat. Controleer het product op duidelijke gebreken, bijvoorbeeld barsten in de behuizing of ontbrekende klinknagels, schroeven, afdekkappen of andere gebruiksrelevante gebreken. Gebruik het product uitsluitend voor het toepassingsgebied dat in de technische gegevens alsook op de gegevensplaat wordt genoemd. Voor aarding, aanzuigbeveiliging en veiligheidsafstanden moet worden gezorgd conform DIN EN 294 en DIN 24167-1. De klant draagt zorg voor de aanwezigheid c.q. installatie van algemeen voorgeschreven elektrische en mechanische beschermingsmiddelen. Veiligheidscomponenten mogen noch verwijderd noch buiten werking gesteld worden. De bediening van het toestel door personen met een lichamelijke, sensorische of mentale handicap mag uitsluitend gebeuren onder toezicht of na instructie van verantwoordelijke personen. Het toestel moet uit de buurt van kinderen gehouden worden!
2.1. Gebruik volgens de voorschriften ATC ventilatoren zijn volgens de EU-machinerichtlijn 2006/42/EG een component (onderdeel van een machine). Het toestel is geen gebruiksklare machine volgens de EU-machinerichtlijn. Het is uitsluitend bestemd om in een machine respectievelijk luchttechnisch toestel en installatie ingebouwd te worden of met andere componenten tot een machine resp. installatie samengevoegd te worden. Het toestel mag pas in gebruik genomen worden wanneer het in de machine / de installatie waarvoor het bestemd is, ingebouwd is en deze geheel voldoet aan de verplichtingen van de EU-machinerichtlijn. Neem de in de technische gegevens genoemde gebruiksvoorwaarden en vermogensgrenzen in acht! ATC kunnen gebruikt worden voor: • zuivere, droge lucht (geen condensatie) evenals niet agressieve gassen een max. dichtheid van 1,3 kg/m³. • buitenlucht en toevoerlucht; • medium- en omgevingstemperatuur evenals vochtbereik volgens de technische gegevens op de gegevensplaat. Gebruik volgens de voorschriften wil ook zeggen dat u deze gebruiksaanwijzing en vooral het hoofdstuk 2 „fundamentele veiligheidsaanwijzingen” volledig gelezen en begrepen he 4
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
2.2. Onjuist gebruik Onjuist gebruik houdt vooral in wanneer u het toestel anders gebruikt dan beschreven in het hoofdstuk „Gebruik volgens de voorschriften“. De volgende punten zijn onjuist en gevaarlijk: • Het vervoeren van explosieve en brandbare stoffen evenals de werking in explosieve omgevingen. • Het vervoeren van agressieve en abrasieve stoffen. • Het vervoeren van stoffen of middelen die vet bevatten. • Een buitenopstelling zonder bescherming tegen weersinvloeden. • Een opstelling in vochtige ruimtes. • De werking zonder kanaalsysteem. • De werking met afgesloten ventilatieaansluitingen.
2.3. Kwalificatie van het personeel De montage, ingebruikname en bediening, demontage, instandhouding (incl. onderhoud en zorg) vereisen fundamentele mechanische en elektrische kennis evenals kennis van de bijhorende vakbegrippen. Om de veiligheid te kunnen garanderen, mogen deze werkzaamheden uitsluitend door of onder leiding van een vakman uitgevoerd worden. Een vakman is iemand die op grond van zijn vakopleiding, zijn kennis en ervaring alsook zijn kennis van de desbetreffende bepalingen, de aan hem opgedragen werkzaamheden kan beoordelen, mogelijke gevaren kan onderkennen en geschikte veiligheidsmaatregelen kan nemen. Een vakman moet de desbetreffende vakspecifieke regels in acht nemen.
2.4. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing In deze handleiding wordt gewezen op en gewaarschuwd voor handelingen waarbij gevaar bestaat voor letsel of beschadiging aan toestellen. De genoemde veiligheidsmaatregelen moeten in acht genomen worden. De waarschuwingen zijn als volgt opgebouwd: Waarschuwingssignaal - Het symbool maakt attent op het gevaar. • Aard van het gevaar! - Benoemt de aard of bron van het gevaar. » Gevolgen - Beschrijft de gevolgen van het veronachtzamen van het gevaar. → Tegenactie - Geeft aan hoe men het mogelijke gevaar kan voorkomen. Waarschuwingssignaal
Betekenis
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie! Duidt mogelijke gevaarlijke situaties aan. Het niet in acht nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel en beschadiging van toestellen. Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning! Duidt mogelijke gevaren door elektriciteit aan. Het niet in acht nemen van de waarschuwingen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of beschadigingen aan toestellen. Waarschuwing voor hete oppervlakken! Duidt mogelijke gevaren aan door hoge oppervlaktetemperaturen. Het niet in acht nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel of beschadigingen aan toestellen. Waarschuwing voor verwondingen aan de handen! Duidt mogelijke gevaren aan door bewegende of roterende delen. Het niet in acht nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel. Waarschuwing voor zwevende lasten! Duidt mogelijke gevaren aan door zwevende lasten. Het niet in acht nemen van waarschuwingen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of beschadigingen aan toestellen. Belangrijke aanwijzingen opvolgen! Gebruiksaanwijzingen voor een veilig en optimaal gebruik van het toestel. www.airtradecentre.com
5
Nederlands
2.5. Belangrijke voorschriften 2.5.1. Algemene aanwijzingen • •
•
• • •
Houdt rekeing met de geldende voorschroften ter voorkoming van ongevallen en tot bescherming van het milieu in he land van de gebruiker en op het werksplatz. Personen, die ATC toestellen monteren, bedienen, demonteren of onderhouden mogen niet onder invloed van alcohol, drugs of andere medicamenten zijn die de waarneming en reactiesnelheid beinvloeden. De bevoegdheid voor de bediening, het onderhoud en de regeling van het toestel moet duidelijk vastegelegd en in acht genomen worden, opdat wat betreft de veiligheid geen onduidelijke competenties optreden. Belast het product onder geen beding mechanisch op een ontoelaatbare manier. Gebruik het product nooit als handvat of trap. Plaats er geen voorwerpen op. De garantie geldt uitsluitend voor de geleverde configuratie. De garantie vervalt bij foutieve montage, bij onreglementair gebruik en/of onvakkundig gebruik.
2.5.2. Bij de montage •
• •
•
Houdt rekening met de geldende voorschrifteKoppel het toestel altijd helemaal af van de netstroom alvorens het product te monteren respectievelijk de stekker aan te sluiten of af te koppelen. Beveilig het toestel steeds tegen opnieuw inschakelen. Leg kabels en leidingen zo dat ze niet beschadigd kunnen worden en niemand erover kan struikelen. Controleer vóór de ingebruikname dat alle dichtingen en sluitingen van de contactdozen correct ingebouwd zijn en onbeschadigd zijn, om te verhinderen dat vloeistoffen en vreemde voorwerpen in het product kunnen terechtkomen. Waarschuwingstekens mogen niet veranderd of verwijderd worden.
2.5.3. Bij de ingebruikname • •
Zorg ervoor dat alle elektrische aansluitingen bedekt of afgesloten zijn en beveiligd tegen aanraking. Neem uitsluitend een volledig geïnstalleerd product in gebruik. De AAN/UIT - schakelaar moet altijd goed functioneredn en makkelijk toegankelijk zijn!
2.5.4. Tijdens het gebruik • • •
Alleen bevoegd personeel mag in het kader van het reglementaire gebruik van het toestel instellingen aan componenten veranderen en onderdelen bedienen. Schakel in een noodsituatie, bij een foutmelding of bij andere onregelmatigheden het toestel uit en beveilig het tegen opnieuw inschakelen. De technische gegevens zoals aangegeven op het typeplaatje mogen niet overschreden worden.
2.5.5. Bij reiniging •
• •
Gebruik nooit oplosmiddelen of agressieve reinigingsmiddelen. Reinig het product uitsluitend met een enigszins vochtige doek gemaakt van een niet-pluizende stof. Gebruik daarbij uitsluitend water en eventueel een mild reinigingsmiddel. Gebruik bij de reiniging geen hogedrukreiniger. Na de reiniging moet gecontroleerd worden of het product volgens de voorschriften functioneert.
2.5.6. Bij het onderhoud en reparatie • •
•
ATC toestellen vereisen bij gebruik volgens de voorschriften slechts weinig onderhoud. Zie hiervoor a.u.b. alle aanwijzingen in hoofdstuk 10. Zorg ervoor dat geen verbindingen van leidingen, aansluitingen en onderdelen losgemaakt worden zolang het toestel niet volledig afgesloten is van de netstroom. Beveilig het toestel tegen opnieuw inschakelen. Afzonderlijke onderdelen mogen niet met elkaar worden verwisseld, d.w.z. dat bijvoorbeeld de voor een bepaald product bestemde onderdelen niet voor andere producten gebruikt mogen worden.
2.5.7. Afvalverwijdering •
6
Verwijder het product volgens de nationale bepalingen van uw land..
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
2.6. Veiligheidsanwijzingen op het toestel
!
i
F7
FC EC
F5
119209
!
•
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie! Het niet in acht nemen van waarschuwingssignalen kan leiden tot letstels of materiële schade.
•
Bij eigengerichtigd onderhoud dreigt er gevaar voor letsels of materiële schade en hierdoor vervalt de garantie van de productent.
• »
Voorzichtig! Spanningsgevraar! Het niet attent zijn op mogelijke gevaarlijke situaties kan leiden tot de dood, verwondingen of materiële schade.
→ Raak het oppervlak pas aan na afkoeling van de motor en de verwarming! • »
Nooit in bewegende onderdelen! Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware letstels leiden. → Werken mogenpas na volledige stilstand van het loopwiel uitgevoerd worden!
i
• Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning! » Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood. → Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig spanningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen! •
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewegende onderdelen grijpen! » Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware letstels leiden. → Werken mogenpas na volledige stilstand van het loopwiel uitgevoerd worden! •
Het binnendeel in geen geval met water of zelfs een hogedrukreiniger reinigen. Voor de reiniging (loopwielen/omkasting) mogen geen agressieve of licht ontvlambare reinigingsmiddelen gebruikt worden. → Enkel milde zeeplogen gebruiken. De reiniging van het loopwiel moet gebeuren door middel van een doek, borstel of kwast.
Voor de ingebruikname van het toestel moet de gebruiksaanwijzing gelezen worden.
Aansluiting condensaatafloop
F7
Luchtfilter (Paneelfilter) filterklasse F7
Aansluitingen voor het verwarmingsregister.
Warmtewisselaar (Rotatiewarmtewisselaar)
F5
Luchtfilter (Paneelfilter) filterklasse F5
Aansluitingen voor koelers of directe verdampers.
Kleppeneenheid met ventiel.
FC EC
Frequenzomvormer*/ EC-controller*
(* optioneel volgens uitvoering) www.airtradecentre.com
7
Nederlands
3.
Omvang van de levering De levering omvat: • 1 x HRRW, Ventilatietoestel • 2 x ETALINE buisventilatoren • 2 x compacte filter F5 en F7 (geïntegreerd) • 1 x afstandsbediening met stuurkabel • 1 x warmtewisselaar „omiddellijke verdamper“ (optioneel volgens uitvoering) • 1 x warmtewisselaa „koudwater“ (optioneel volgens uitvoering) • 1 x montage- en gebruikshandleiding • 1 x kabelinvoer ( incl. 1 x afdekkap, 1 x schroefverbinding M20, 1 x schroefverbinding M 25)
4.
Product- en vermogensbeschrijving Bij de HRRW gaat het om een ventilator met geïntegreerde rotatiewarmtewisselaar voor een optimale warmteteugwinning. In het toestel zijn grote compqctfilters mee geïntegreerd F5 / F7, warmwaterverwarmingsregister en een geïntegreerde regeling. Optioneel kunnen tevens een koeler en een onmiddellijke verdamper zijn ingebouwd. Een afstandsbediening ter sturing en instelling van de bedieningsparametersis wordt bij het toestel geleverd. De hoogwaardige omkasting bestaat uit eenkaderloze metalen constructie met gladde binnen en buitenwanden. De behuizing is met 40 mm minerale wol geïsoleerd. Er bestaan geen koudebreuken. De HRRW kan op drie verschillende ventilator standen gebruikt worden. De Snelheidsfases maken een op de behoeften afgestemde ventilatie mogelijk. Gedetailleerde gegevens: • Behuizing zonder kader uit verzinkt staal, zonder koudebreuken. • Uitneembare rotatiewarmtewisselaar met riemaandrijving. • Warmwater naverwarmer • Uitneembare grote compactfiler F5 / F7. • Volledig geïntegreerde regeling, klaar om in te pluggen. • Geïntegreerde hoofd- / werkschakelaar. • Extern bedieningsapparaat met besturingskabel. • Optioneel koeler of onmiddellijke verdamper. • Maximale transporttemperatuur 60 °C. (zie technische gegevens) • Beschermingsklasse: bij een reglementaire kanaal- en leidingsaansluiting, IP 43 (zie schakelschema).
4.1. Beschrijving van het toestel 1
7
11
10
2 9 3 4
8
5 7 6
5
5
15 16 8
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
14
13
12
5
Nederlands
Legende 1. Behuizing 2. Deur 3. Hoofdschakelaar 4. Deurklink met lot 5. Stelpoot 6. Afdekkap (Variabele inbouw) 7. ETALINE buisventilator 8. Kabeldoorgangen (Variabele inbouw) 9. Typeplaatje 10. Aansluiting koeler* / onmiddellijke verdamper* 11. Aansluiting warmteregister 12. Aansluiting toevoerlucht 13. Aansluiting afvoerlucht 14. Aansluiting condensaatafloop 15. Afstandsbediening 16. Sturingskabel 17. Verwarmingsregister / Verhittingstoestel 18. Koeler* / onmiddellijke verdamper* 19. Vorstbewakingscontroller
Typ: HRRW 700 FC.. HRRW 900 FC.. HRRW 1200 FC.. HRRW 1600 FC.. HRRW 2000 FC..
20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.
Toevoertemperatuurvoeler Druipbak Regelprintplaat Veiligheidsanwijzingen Scherm voor klemkast Klemkastkanaal Afvoertemperatuurvoeler Luchtfiler F5 - Afvoerlucht Rotatiewarmtewisselaar Luchtfilter F7 - Toevoerlucht Kleppeneenheid met aandrijvingsmechanisme Scherm voor kabelgoot Kabelgoot Frequentieomvormer Kleppeneenheid met aandrijvingsmechanisme Tussenschot Aansluiting buitenlucht Aansluiting toegevoerde lucht (* optioneel volgens uitvoering)
1
7
34
1
17
35
18
19 12 36
20 21
1
22 i
!
23
F7
FC EC
37
F5
119209
24 2 25
Afb. 2: Typ: HRRW 1200 FC14
7
33
32
31
30
5
www.airtradecentre.com
29
28
27
26 9
Nederlands
Typ: HRRW 700 EC.. HRRW 1200 EC.. HRRW 1600 EC.. HRRW 2000 EC..
Legende 1. Behuizing 2. Deur 3. Hoofdschakelaar 4. Deurklink met lot 5. Stelpoot 6. Afdekkap (Variabele inbouw) 7. ETALINE buisventilator 8. Kabeldoorgangen (Variabele inbouw) 9. Typeplaatje 10. Aansluiting koeler* / onmiddellijke verdamper* 11. Aansluiting warmteregister 12. Aansluiting toevoerlucht 13. Aansluiting afvoerlucht 14. Aansluiting condensaatafloop 15. Afstandsbediening 16. Sturingskabel 17. Verwarmingsregister / Verhittingstoestel 18. Koeler* / onmiddellijke verdamper* 19. Vorstbewakingscontroller
20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.
Toevoertemperatuurvoeler Druipbak Regelprintplaat Veiligheidsanwijzingen Scherm voor klemkast Klemkastkanaal Afvoertemperatuurvoeler Luchtfiler F5 - Afvoerlucht Rotatiewarmtewisselaar Luchtfilter F7 - Toevoerlucht Kleppeneenheid met aandrijvingsmechanisme Scherm voor kabelgoot Kabelgoot EC-controller Kleppeneenheid met aandrijvingsmechanisme Tussenschot Aansluiting buitenlucht Aansluiting toegevoerde lucht (* optioneel volgens uitvoering)
1
7
1
34
17
35
18
19 12 36
20 21
1
22 i
!
23
F7
FC EC
37
F5
119209
24 2 25
Afb. 3: Typ: HRRW 1200 EC14
10
7
33
32
31
Tel. +31 180 31 85 00
30
5
29
28
27
26
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
5.
Transport en opslag Transport en opslag mogen uitsluitend gebeuren door vakpersoneel met inachtneming van de montageen gebruikshandleiding en de geldige voorschriften. De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd: • De levering volgens afleverbon moet nagekeken worden op juistheid, volledigheid en beschadigingen. Laat ontbrekende hoeveelheden of beschadigingen tijdens transport schriftelijk door de transporteur bevestigen. Bij niet nakoming vervalt de aansprakelijkheid. • Het toestel heeft een gewicht van ca. 200 - 650 kg (afhankelijk van het type toestel). • Het transport moet met geschikte hefapparatuur in de originele verpakking of met de hiervoor bestemde transportapparaten uitgevoerd worden. • Bij het transport met een vorkheftruck moet erop gelet worden dat het toestel met het grondprofiel resp. grondkader op de vorken van de heftruck resp. op een pallet volledig neergelegd wordt en het zwaartepunt van het toestel tussen de vorken ligt (zie afb. 4). • De bestuurder moet voor het besturen van de vorkheftruck bevoegd zijn. • Loop niet onder een zwevende last door. • Til het toestel uitsluitend bij de grondplaat op om het te transporteren! Nooit bij de handgrepen van deuren of andere onderdelen! • Beschadiging en vervorming van de behuizing moet vermeden worden. • De opslag moet droog en weerbestendig in de originele verpakking gebeuren. Open pallets moeten met dekzeilen afgedekt worden. Ook weerbestendige modules moeten afgedekt worden, omdat hun weerbestendigheid pas na volledige montage gegarandeerd kan worden. • Opslagtemperatuur tussen –10°C en +40°C. Sterke temperatuurschommelingen moeten vermeden worden. • Bij langdurige opslag (meer dan een jaar) moet de soepele bediening van de schoepenwielen en de ventielen met de hand gecontroleerd worden.
Afb. 4: Transport van het toestel op een palet met de vorkheftruck.
6.
Opstelling en montage Montagewerkzaamheden mogen uitsluitend door vaklieden uitgevoerd worden, met inachtneming van de montage- en gebruikshandleiding en de geldende voorschriften en normen. De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd: Het fundament moet egaal en genivelleerd zijn. Het mag in geen enkel opzicht niveauverschillen of onefenheden vertonen.
• •
• • • • • • • • • • •
•
Geschikte fundamenten zijn: een volledige betonfundering, strokenfundering of een constructie van stalen liggers. Bij strokenfundering en fundering met stalen liggers moet erop gelet worden dat de toestellen met het grondprofiel (resp. grondkader) exact op de liggers worden geplaatst. Constructies met stalen liggers moeten een aan de grootte van het toestel aangepaste stijfheid hebben. Het toestel met behulp van een waterpas opstellen en in de juise stand brengen. Alleen bij een waterpas gemonteerd toestel kan een foutloze condensafvoer gegarandeerd worden. Alleen geschikte montagehulpmiddelen die ook beantwoorden aan de voorschriften mogen gebruikt worden. Het inbouwen moet voor onderhoud en reiniging goed toegankelijk zijn en met beperkte demontagekosten uit te voeren zijn. Het toestel mag uitsluitend met toegelaten en daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen aan alle bevestigingspunten gemonteerd worden. Het toestel bei het inbouwen niet bevestigen. Het toestel moet op een passende manier beveiligd worden. Er mogen geen gaten in de behuizing geboord worden, noch mogen er schroeven ingedraaid worden. Het kanaalsysteem mag niet door de behuizing opgevangen worden. Voor de contactgeluidontkoppeling wordt de montage op het kanaalsysteem met elastische steunen aanbevolen, resp. met verbindingsmanchetten bij beide kanaalventilatoren. Men moet zorgvuldig controleren dat het kanaalsysteem niet kan worden afgesloten. Er dient op te worden gelet dat het aanzuigkanaal direct is aangesloten op de aanzuiglucht. N.B.: Aftakkingen in het aanzuigkanaal, bijvoorbeeld naar andere ventilatietoestellen, kunnen bij te kleine kalibratie leiden tot onderdruk in het kanaal en daardoor tot storing in het toestel! Het drukverlies in het buis- resp. kanaalsysteem mag het prestatievermogen van het toestel niet overstijgen! Het drukverlies in het kanaal mag 2/3 van de maximale druk van het toestel niet overstijgen om nog een voldoende ventilatievermogen te kunnen bereiken. Hierdoor kan een storing vermeden worden. Drukverliezen in het kanaal resp. kanaalsysteem worden nadelig beïnvloed door: lengte van het kanaalsysteem, kleine buis- resp. kanaaldoorsnede, hoekstukken, extra filters, kleppen etc. www.airtradecentre.com
11
Nederlands
6.1. Ventilatieaansluitingen Bij het inbouwen van de standaarddiffusor/geluidsdiffusor moet met volgende zaken rekening gehouden worden: • Voor de overgang van kanaal- op buisdoorsnede worden toebehoren gebruikt. • De overgang moet met 4 zeskantmoeren (M8 x 20) aan de behuizing bevestigd worden.
Afb. 5: Aansluiting luchtkanaal
-
Omkeerschakeling
+
Mengschakeling
+
Injectieschakeling
6.2. Mediumaansluitingen / Waterregister • • • •
Voor de aansluiting van het waterregister moet het leidingsysteem grondig gereinigd worden! Er mogen alleen toegelaten dichtingsmaterialen gebruikt worden (volgens DIN EN 751-2, DVGW )! Een waterzijdige aansluiting moet volgens de omschrijving op de warmtewisselaar uitgevoerd worden. Bij aansluiting van de pijpleiding op het toestel moet men bij het vastschroeven, de pijpleiding goed vasthouden, bijv. met een tang! • De aansluiting moet zonder verdraaiingen of vervormingen uitgevoerd zijn! • De ontluchting moet via een naar buiten voerende schroefmof gebeuren, waarop voor het koelof verwarmingsmedium geschikte ventielen kunnen worden aangesloten. • Alle buisleidingen en armaturen van de mediumaansluitingen moeten geïsoleerd worden! Hydraulische schakelingen Voor klimaattechnisch gebruik bestaan er drie grondschakelingen: Omkeerschakeling Bij de omkeerschakeling wordt alleen het heetwatergedeelte via het verwarmingsregister geleid. De rest van het door de pomp getransporteerde water wordt langs het verwarmingsregister geleid. In gevallen waarin de via het verwarmingsregister getransporteerde hoeveelheid water zeer beperkt is, kan dit tot gevolg hebben dat tussen het bovenste en onderste deel van het register een temperatuurverschil ontstaat. Er vormen zich temperatuurlagen, hetgeen kan leiden tot verkeerde temperatuurmetingen in het kanaal of tot tochtverschijnselen in de ruimte. De omkeerschakeling wordt gewoonlijk bij ventilatiekoeling gebruikt. Bij ventilatiekoeling wordt de lucht gedeeltelijk onder de dauwpuntstemperatuur gekoeld en daardoor ontvochtigd. Mengschakeling Bij de mengschakeling wordt er voortdurend door de circulatiepomp een door het verwarmingsregister benodigde waterhoeveelheid getransporteerd en wordt slechts een – door de kleppositie bepaalde – hoeveelheid heet water bijgemengd. Daardoor ontstaat een constante temperatuur over het gehele warmteoppervlak. Het regelgedrag wordt daardoor verbeterd. Bovendoen wordt het risico van bevriezing bij een lopende pomp kleiner, omdat door de voortdurende circulatie en de verhoogde druk het vriespunt van het water daalt. De omkeerschakeling heeft t.o.v. de mengschakeling alleen een voordeel als de afstanden tussen de driewegkogelhaan en de verwarmingsketel zeer groot zijn. Omdat de pomp voor het ventiel zit, hoopt zich bij het ventiel voortdurend heet water op, dat zo nodig onmiddellijk aan het verwarmingsregister kan worden doorgestuurd. Bij de mengschakeling kan het voorkomen dat het water in de leiding naar het ventiel afkoelt, zodat bij behoefte aan warmte eerst de toevoerleiding moet worden overbrugd. Injectieschakeling De combinatie van deze schakelingen is de injectieschakeling; deze wordt in het algemeen aanbevolen.
6.3. Condensafvoeren
Afb. 6: Hoogte van het sperwater H: Δ pst [Pa] 300 400 500 600 700 800
H [mm] 60 60 66 76 86 97
Tabel 1: Hoogte van het sperwater H afhankelijk van de druk.
12
• Het koelregister is uitgerust met een condensaatbak van roestvrij staal. • Uit het apparaat voert een afvoerstuk voor aansluiting op het condenswaterreservoir. • Omwille van corrosie moet de condensaatafvoer vanaf het afvoerstuk van roestvrij staal, koper of kunststof zijn. • Op elk afvoerstuk moet een sifon aangesloten worden. • Het niveau van het sperwater is afhankelijk van de druk in het toestel en is minimaal 60 mm. Bij een druk van meer dan 400 Pa in het toestel (zie tabel 1). De hoogte van het sperwater kan ook door een berekening vastgesteld worden. Het niveau van het sperwater moet minimaal 60 mm bedragen: Voorbeeld berekening Δpst = Δpt - Δpd Δpst = 500 Pa (zie technische gegevens) 1 mm waterzuil komt overeen met 9,81 Pa Hoogte van het sperwater H: H = Δpst / 9,81 Pa/mm + 15 mm H = 500 Pa / 9,81 Pa/mm +15 mm H = 66 mm Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Legende Δpst = Statische druk [Pa] Δpt = Totale druk [Pa] Δpd = Dynamische druk [Pa] H = Hoogte van het sperwater [mm]
Nederlands
7.
Elektrische aansluiting
• Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning! » Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood. → Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig spanningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen! De elektrische installatie mag alleen door deskundige elektrotechnici uitgevoerd worden met inachtneming van de montage- en gebruikshandleiding en de geldige nationale voorschriften, normen en richtlijnen: • EC, EN, DIN en VDE-voorschriften, inclusief alle veiligheidsregels. • Technische aansluitingsvoorwaarden (TAV). • Arbeidsbeschermingsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen (ABV, VVO). Deze opsomming maakt geen aanspraak op volledigheid. Bepalingen moeten onder eigen verantwoordelijkheid worden toegepast. • • • • • • • • •
De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de bijbehorende schakel- en klemmenschema‘s! Het soort kabel, de kabeldoorsnede en de wijze van leggen moeten worden bepaald door een gediplomeerd elektromonteur! Let op een gescheiden installatie van kabels van verschillende spanning! In de toevoerleiding moet een alpolig schakelende scheidingsvoorziening met min. 3 mm contactopening worden aangebracht! Voor elke kabel moet een gescheiden kabeldoorvoer gebruikt worden! Niet gebruikte kabeldoorvoeren moeten luchtdicht afgesloten worden! Alle kabeldoorvoeren moeten zijn voorzien van een trekontlasting! Er moet een potentiaalvereffening tussen het toestel en het kanaalsysteem worden aangebracht! Na de elektrische aansluiting moeten alle veiligheidsmaatregelen gecontroleerd worden (aardingsweerstand enz.)!
Aansluitingsruimte / aansluitingen aan het toestel. De aansluitingsruimte bevindt zich in het toestel. Allereerst moet u de afdekplaat van de klemdooskanaal (zie afb.7) verwijderen. Elke aan te sluiten leiding moet door een aparte kabelinvoering geleid worden en in de, in het middendek van het toestel voorziene kabelkanaal (zie afb. 7) gelegd worden. Er bestaat de mogelijkheid de kabelinvoeringen of links of op het toestel te voorzien (zie art. 4.1.). Hiervoor moeten de meegeleverde kabelinvoeringen, schroefverbindingen en afdekplaat gebruikt worden. Leidingen, waardoor netspanning komt, moeten met de beschikbare trekontlastingen bevestigd worden. Toevoerleiding van het toestel De aansluitkabel moet worden aangesloten volgens het schakelschema. Voor het kalibreren van de leiding moet rekening worden gehouden met het gegevensplaatje van het toestel en de desbetreffende richtlijnen. Zorg voor een adequate afzekering. Storing van het toestel Bij een storing in het toestel wordt gelijktijdig met de foutmelding op de display een relais geschakeld. Er staat een sluitend en openend signaal ter beschikking (zie schakelschema). Elektrische aansluiting van het wisselcontact met U = 230 VAC en Imax = 2A. (Er bestaat geen dubbele isolering naar de netleidingen) Vrijgave van het toestel Het toestel kan door een extern, spanningsvrij contact in- en uitgeschakeld worden (zie schakelschema). Op deze aansluiting mag in geen geval een externe spanning worden aangesloten. Dit zou leiden tot beschadiging van de besturing. Voor de aansturing kunnen alle toestellen met een spanningsvrij contact dienen (bijv. tijdschakelaar). Dit contact moet beslist tegen vreemde spanning geïsoleerd zijn, omdat anders in geval van een fout gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Het leggen van de met een geringe spanning in beweging gezette stuurleidingen moet apart van de netleidingen gebeuren.
1
3
3
4 Afb. 7: aansluitingsruimte (1) Regelprintplaat (2) Afdekking klemdozenkanaal (3) kabelgoot
2
www.airtradecentre.com
Afb. 8: 5 6 kabeldoorvoeringen (4) kabeldoorvoering aansluiting op het stroomnet (5) kabeldoorvoering vrij (6) kabeldoorvoering bedieningspaneel
13
13
Nederlands
Vrijgave van de circulatiepomp Op de sturing kan een circulatiepomp aangesloten worden (zie schakelschema). Bij vraag naar warmte wordt de regeling van het warmteventiel geopend en de uitgang „circulatiepomp“ geactiveerd. Een aangesloten pomp moet gezekerd en geblokkeerd zijn. Elektrische aansluiting met U = 230 VAC en Imax = 2A. Vrijgave koelsysteen /koelbron Er wordt een spanningsvrij contact ter beschikking gesteld om een koudebron vrij te geven (zie schakelschema). Is er vraag naar koude, dan wordt het contact gesloten. Elektrische aasluiting met U = 230 VAC en Imax = 2A. Er bestaat geen dubbele isolering naar de netleidingen. Bedieningseenheid De bedieningseenheid wordt door middel van de bijgevoegde sturingskabel met de regeling van het toestel verbonden. Aan het Bedieningseenheid wordt een stekker van de sturingskabel direct van onder in de contactdoos gestoken (zie afb. 9 Bedieningseenheid). Aan het toestel wordt de sturingskabel eerst door een kabeldoorgang geleid (zie afb. 8), in het kabelkanaal gelegd en vervolgens in de daarvoor voorziene RJ10 - conactdoos aan de regelprintplaat aangesloten. De besturingskabel mag niet ingekort worden. Overschietende stukken kabel moeten buiten het toestel geplaatst worden. Wanneer de kabel te kort is, kunnen verlengingen bij de producent of leverancier besteld worden. Alternatief kan ook een 4-aderinge datakabel met 120 Ohm karakteristieke impedantie aangesloten worden. Deze wordt door de achterwand van de bedieningseenheid gevoerd en op de veerklemmen aangesloten. In het toestel wordt de leiding op de regelprintplaat, in plaats van op de RJ10contactdoos, op de daarnaastliggende pennestreekklemmen aangesloten (zie schakelschema).
7.1. Beveiliging tegen overstroom • • •
8.
Het gebruik van het toestel is uitsluitend toegelaten met een reglementaire beveiliging tegen overstroom. Dit moet worden geconfigureerd door een elektromonteur. De aanbevolen bescherming kan worden overgenomen uit het bijgevoegde schakelschema.
Tabelle 2 Type HRRW 700 FC.. HRRW 700 EC.. HRRW 900 FC.. HRRW 1200 FC.. HRRW 1200 EC.. HRRW 1600 FC.. HRRW 1600 EC.. HRRW 2000 FC.. HRRW 2000 EC..
Beveiliging 3 x 16 A 3 x 16 A 3 x 16 A 3 x 25 A 3 x 16 A 3 x 25 A 3 x 16 A 3 x 20 A 3 x 16 A
Ingebruikname
• Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning! » Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood. → Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig spanningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen! • Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewegende onderdelen grijpen! » Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware letstels leiden. → Werken mogenpas na volledige stilstand van het loopwiel uitgevoerd worden! • »
Voorzichtig! Spanningsgevraar! Het niet attent zijn op mogelijke gevaarlijke situaties kan leiden tot de dood, verwondingen of materiële schade. → Raak het oppervlak pas aan na afkoeling van de motor en de verwarming! De ingebruikname door deskundig vakpersoneel mag pas gebeuren indien risico‘s uitgesloten zijn. De volgende tests moeten met inachtneming van de montage-en gebruikshandleiding en de geldende voorschriften worden uitgevoerd: • Toestel en kanaalsysteem moeten zijn gemonteerd volgens de voorschriften. • Het kanaalsysteem, het toestel en mediumleidingen (indien voorhanden) moeten gechecked worden wat betreft vreemde objecten en indien nodig moeten deze verwijderd worden (spoelen)! • De aanzuigopening en toevoerleiding naar het toestel moeten vrij zijn! • Alle mechanische en elektrische beschermingsmaatregelen moeten gecontroleerd worden (bijv. aarding)! • Spanning, frequentie en stroomsoort van de netaansluiting moeten met het gegevensplaatje overeenstemmen! • Elektrische aansluitingen en bedradingen checken! • Controleer alle aangesloten elektrische schakel-, veiligheids-, en besturingsapparaten! • Het toestel mag niet bij een geopende omkasting ingeschakeld worden! • De stroomopname bij nullasttoerental meten en met de nominale stroom vergelijken! • Controleer de ventilator op overmatig trillen en overmatige geluidsontwikkeling! 14
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
9.
Werking 9.1. Bedieningseenheid De bedieningseenheid maakt de besturing en de invoer van verschillende functies van het toestel mogelijk. In de bedieningseenheid is een temperatuurvoeler (voeler voor ingestelde waarde) geïntegreerd voor de identificatie van de kamertemperatuur. Via de display wordt de status van de verschillende functieparameters aangegeven en worden foutmeldingen gedaan. Met de verschillende druktoetsen kan tussen de afzonderlijke menupunten gekozen worden resp. kunnen de waarden worden veranderd.
21,0°
4
1
8
0% 4%
1
A
1)
Modus-toets
Gaat naar het menu van de bedieningseenheidparameters.
2)
AAN/UIT-toets:
Toets voor het in- of uitschakelen van het toestel of voor veranderingen in het meubeheer.
A)
Toetsen: A:
Hiermee kan op het statusscherm de ventilatorstand worden verhoogd of verlaagd en kunnen de waarden van de afzonderlijke besturingsmenu of de bedrijfsparameters worden ingesteld.
B)
Toetsen: B:
Hiermee kan op het statusscherm de ingestelde temperatuur worden verhoogd of verlaagd en kan worden gebladerd tussen de afzonderlijke besturingsmenu’s of bedrijfsparameters.
2
B
3
Afb. 9: Bedieningseenheid
9.1.1. UIT
M
5 sec
V 1.0 P 1
V 1.0
B A A
P 2
V 1.0 0 DEUTSCH
B
M
A
2 sec
UIT
8
Besturingskabel
4)
Displayweergave
Aanpassing van de parameters van de bedieningseenheid
Om in het menu voor de instelling van de bedieningseenheid te komen, moet u de „Modustoets“ (M) minstens 5 seconden lang ingedrukt houden. Op de display verschijnt „P 1“. Ga uitsluitend met toets A (▲) naar de door uw gewenste parameter.
8 P 1
3)
P 1 Bediening van het toestel P 1 Bediening van het toestel FabrieksinDe bedieningseenheid past zich automatisch Bereik stelling aan aan de bediening van het toestel waarmee 0 = Airconditioningapparatuur 0 het samenwerkt. Deze kan bij het menupunt 1 = Regeling voor constante druk parameters van bedieningseenheid P 1 gecontroleerd worden. Druk toets B in ▲, de bedieningseenheid schakelt in de invoermodus. Nu kunt u met de toetsen A (▲ en ▼) de regeling van het toestel aanpassen. • Tip: Gelieve de fabrieksinstelling uitsluitend in uitzonderingsgevallen en alleen met toestemming van de producent te veranderen.
P 2 Taalinstelling Kies met de toetsen A (▲) de parameter taalinstelling P 2. Druk toets B in ▲, de bedieningseenheid schakelt in de invoermodus. Nu kunt u met de toetsen A (▲ en ▼) de gewenste taal kiezen. Door nogmaals op toets B te drukken ▲ wordt de ingestelde taal overgenomen. Aansluitend houdt u de „Modus-toets“ (M) minstens 2 seconden ingedrukt. De parameters worden opgeslagen en u kunt het menu verlaten. De display toont het statusscherm. www.airtradecentre.com
P 2 Taalinstelling Bereik
Fabrieksinstelling
0 DEUTSCH
0 DEUTSCH
1 ENGLISH 2 FRANCAIS 3 ROMANA 4 PУССКИЙ 5 NEDERLANDES 6 SLOVENSCINA 7 HRVATSKI 8 MAGYAR 9 SLOVENCINA
15
Nederlands
9.2. Menukeuze M 5 sec.
UIT
Status AAN / UIT
P 2
8 21,0°
Statusscherm
1
0% 4%
21,0°
3 sec.
Timer
21,0°
12:25:45
Uur
20,0° IN 21,0°
Bedrijfsuren
FILTERWISSEL 1
Teller voor filterwissel
UNIT UNABLE 0 0 0000000000 1111
Eingänge Steuerung
UNUSED 0 0 1100101100 1111
Uitgangen besturingseenheid
Toevoerventilator ventilatorstand 1
TOEVOERVENTILATOR 2 80 %
Ventilatorstand 2
TOEVOERVENTILATOR 3 100 %
Ventilatorstand 3
A
16
AFVOERVENTILATOR 1 58 %
Afzuigventilator ventilatorstand 1
AFVOERVENTILATOR 2 78 %
Ventilatorstand 2
AFVOERVENTILATOR 3 98 %
Ventilatorstand 3
Minimale ingestelde waarde
P 1 MIN-WAARDE 14,0°
A
B
BEDRIJFSUREN 1 X 10
TOEVOERVENTILATOR 1 60 %
7 sec.
Ventilatorstanden
Drukverlies bij de filter
200 PA 300 PA
5 sec.
Menu toe- en afvoerparameters
0% 0%
Temperaturen
OUT 21,0° 22,0°
TOEVOERL AFVOERL A
Ingestelde temperatuur
Kamertemperatuur
KAMERTEMPERATUUR 21,0° V 1.0
Menu Operationele variabelen
2
8
B
1 DAG
0% 0%
A
AAN UIT
5:30 18:30
5 sec.
A
1
8
B
1 DAG
Parameters van het Bedieningseenheid Taalinstelling
8 A
Menu parameterinstellingen
V 1.0
P 2 MAX-WAARDE 30,0°
Maximale ingestelde waarde
P 3 VRIJGAVE AUTOMATISCH
Vrijgave
P 4 - P13 zie lijst parameters
Menu parameterinstellingen
Tel. +31 180 31 85 00
» Toelichtingen bij de parameters P 1 tot P13 vindt u op pagina 20 Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
9.3. Menu functies In-/uitschakelen van het toestel de bedieningseenheid. Door het drukken op de toets AAN/UIT (1) wordt het toestel in- of uitgeschakeld. Op de display verschijnt slechts de fabrieksinstelling van het toestel, met de actuele waarden!
UIT
8 21,0°
1
8
21,0°
1
8
0% 4%
0% 4%
A
21,0°
2
8
0% 4%
B
8
» » » »
Weergave van de ingestelde temperatuur. Timer Ventilatorstand Vervuilingsgraad van de filter
Ingestelde temperatuur veranderen Bij de eerste ingebruikname wordt een ingestelde temperatuur van 21°C aangegeven. Deze waarde wordt in de display links aangegeven. Met behulp van de toets A kan de ingestelde waarde op het regelingsmechanisme verhoogd (▲) of verlaagd (▼) worden. (Het instelbereik wordt door de parameters P 1 en P 2 begrenst). Ventilatorstanden veranderen Er bestaan twee mogelijkheden om de ventilatorstanden te kiezen: automatische modus of continubedrijf. Het omschakelen tussen de twee modi gebeurt door het gelijktijdig indrukken van de toets B (▲ en ▼). Op de display wordt de automatische modus aangeduid door het regelmatig oplichten van de gekozen ventilatorstand! • Continubedrijf Bij continubedrijf kunnen de ventilatorstanden met de toetsen B (▲ en ▼) m.b.v. de bedieningseenheid gekozen worden. De regeling heeft dan geen invloed op de snelheid van de ventilator (uitgezonderd bij een foutmelding). De modus continubedrijf is herkenbaar aan de voortdurende aanduiding van het ventilatieniveau op de display. • Automatische modus Bij de automatische modus functioneert de ventilator altijd in de hoogst mogelijke ventilatiestand. Wordt de ingestelde temperatuur daardoor niet bereikt, dan wordt er naar een lagere ventilatorstand geschakeld om een gelijkblijvende kamer- resp. afvoerluchttemperatuur te kunnen garanderen.
9.3.1. Tijdstip / timer 21,0
1
0%
8 A
1 DAG
B
5:30 18:30
AAN UIT
B A
1 DAG
5:30 18:30
AAN UIT
B A
1 DAG
5:30 18:30
AAN UIT
B A
1 DAG
5:30 18:30
AAN UIT
B A
2 DAG
6:30 19:30
AAN UIT
B A
2 DAG
6:30 19:30
AAN UIT
In de bedieningseenheid is een timer geïntegreerd waarmee u individueel voor elke weekdag de inschakeltijden van uw toestel kunt regelen. Instellen van de timer Via de instelparameters van de timer kunnen de inschakeltijden individueel voor elke weekdag geregeld worden. Vanuit het statusscherm komt u door het gelijktijdig indrukken van toets A ▲ en B ▲ in het menu om de timer in te stellen. Op de display knippert op de bovenste rij, de aanduiding voor de „uren“ wanneer het toestel op de eerste dag moet worden ingeschakeld (AAN). Met de toets B (▲ en ▼) kunt u de „uren“ instellen en vervolgens door de toets A ▲ de invoer bevestigen. De aanduiding springt verder over naar de „minuten“ die u ook met de toets B (▲ en ▼) kunt instellen en met toets A ▲ kunt bevestigen. (De instelling van de minuten gebeurt in stappen van 5 minuten.)
Tabel 2 Dag 1 2 3 4 5 6 7
Weekdag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
Op de display knippert de aanduiding alleen in de onderste rij voor het „uur“ wanneer het toestel op de eerste dag moet worden uitgeschakeld (UIT). (UIT). Het instellen en bevestigen van de „uren“ en „minuten“ gebeurt eveneens met toets B (▲ en ▼) evenals met toets A ▲. Na het bevestigen van de invoer springt de display over naar dag 2, waar u wederom uw individuele in- en uitschakeltijden kunt instellen. Dag 3 tot en met dag 7 gaan op dezelfde wijze. Wanneer u alle parameters/dagen hebt ingesteld, keert u door het indrukken van de „Modus-toets“ (M) weer naar het statusscherm van het toestel terug. U hoeft echter niet altijd het hele menu van de timer te doorlopen om weer in het statusscherm terecht te komen. Met behulp van de „Modus-toets“ (M) kunt u op elk moment weer naar het statusscherm terugkeren. Tip: • Wordt in de parameters het tijdstip 0:00 ingevoerd, dan schakelt het toestel niet in of uit. Wilt u dat bijvoorbeeld in het weekeinde het toestel niet wordt ingeschakeld, dan moet u de waarden voor „dag 6“ en „dag 7“ op 0:00 zetten. •
De ingestelde waarden blijven ook bij stroomonderbreking of een lege batterij in de bedieningseenheid opgeslagen. Alleen de actuele tijd en weekdag moeten opnieuw ingesteld worden. Tip: Instructies om de batterij van de klok te wisselen vindt u in hoofdstuk 10.3.4. www.airtradecentre.com
17
Nederlands
Instellen van de actuele tijd / weekdag 21,0
1
0%
8 A
5 sec.
1 DAG
Op de display verschijnt de actueel ingestelde tijd evenals de weekdag.
B
Boven de aanduiding „DAG“ staat een waarde die de actuele weekdag aangeeft.
11:30:45
Het knipperen van de waarde geeft aan dat deze waarde nu kan worden ingesteld. Door het drukken op de toets B (▲ en ▼) kunt u nu de actuele weekdag instellen (zie tabel 3). Met de toets A ▲ wordt de ingestelde waarde bevestigd.
B A
1 DAG
11:30:45
Op de display gaat de knipperende aanduiding nu over naar „uren“. Het instellen van de uren gebeurt eveneens met de toets B (▲ en ▼), en de instelling wordt aansluitend bevestigd met toets A ▲. De aanduiding springt vervolgens over naar de „minuten“, die u eveneens met toets B (▲ en ▼) kunt instellen en met toets A ▲ kunt bevestigen.
B A
1 DAG
11:30:45
Dag 1 2 3 4 5 6 7
Weekdag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
In- resp. uitschakelen van de timer De timer kan naar wens in- resp. uitgeschakeld worden! Via het statusscherm kan door het gelijktijdig indrukken van toets A ▼ en B ▼ de timer in- resp. uitgeschakeld worden.
M 1
Tabel 3
Door op de „Modus-toets (M)“ te drukken komt u terug in het statusscherm.
B
21,0
Vanuit het statusscherm komt u door het gelijktijdig indrukken van toets A ▲ en B ▲ gedurende ca. 5 sec. in het menu voor de instelling van de actuele tijd evenals de actuele weekdag.
0%
8
Als de timer is ingeschakeld, is er permanent een kloksymbool zichtbaar op de display. 21,0
1
0%
21,0
8 Timer ingeschakeld
1
0%
8 Timer uitgeschakeld
9.3.2. Menu Operationele variabelen Door de AAN/UIT toets gedurende ca. 3 sec. ingedrukt te houden komt u in het menu van de operationele variabelen. De display verandert vervolgens in de aanduiding voor „KAMERTEMPERATUUR“. Met de toetsen A (▲ en ▼) op het bedieningspaneel kunnen dan de afzonderlijke menupunten opgeroepen worden. Door het eenmalig indrukken van de „Modus-toets (M) komt u weer terug bij de uitgangsfuncties en bij het statusscherm.
3 sec.
KAMERTEMPERATUUR 21,0° V 1.0 A
20,0° IN 21,0°
Kamertemperatuur Hier wordt de actuele waarde van de heersende kamertemperatuur aangeduid, gemeten door een temperatuurvoeler in het bedieningspaneel. De waarde achter V laat u zien welke softwareversie uw toestel bezit!
OUT 21,0° 22,0°
A
TOEVOERL 200 PA AFVOERL 300 PA
Temperaturen Aanduiding van deactueel overheersende luchttemperatuur in het toestel. » Buitenluchttemperatuur IN » Toevoertemperatuur » Afvoertemperatuur OUT » Toegevoerde lucht temperatuur Drukverlies bij de filter Aanduiding voor het actuele drukverlies bij de filters.
A
BEDRIJFSUREN 1 x 10
Bedrijfsuren Huidig aantal bedrijfsuren van het toestel tijdens bedrijf. • Waarde x 10 in uren!
A
FILTERWISSEL 1 A
18
Filterwisselteller Aantal uitgevoerde filterwissels! De waarde wordt automatisch verhoogd na elke filterwissel. Tip: Verdere informatie over het vervangen van de filter vindt u in hoofdstuk 10.3.1. „Luchtfilter“ in deze gebruiksaanwijzing.
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
UNIT UNABLE 000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1111 A
B
Ingangen besturingseenheid Weergave van de toegewezen ingangen van de besturingseenheid. De afzonderlijke ingangen kunnen met de toetsen B (▲ en ▼) worden opgevraagd. Ga bij de keuze steeds van rechts naar links te werk. Aanduiding: 0 = geen spanning 1 = spanning is beschikbaar
UNUSED 0011 0 0 1 0 11 0 0 1111 B
Uitgangen besturingseenheid Weergave van de toegewezen uitgangen van de besturingseenheid. De afzonderlijke uitgangen kunnen met de toetsen B (▲ en ▼) worden opgevraagd. Ga bij de keuze steeds van rechts naar links te werk. Aanduiding: 0 = geen Relais geschakeld 1 = Relais geschakeld
Ingang 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Aanduiding: UNIT ENABLE FRQ.CONVER.FAULT MOTOR PROTECTION FROST PROTECTION UNUSED UNUSED UNUSED UNUSED UNUSED UNUSED UNUSED UNUSED UNUSED UNUSED UNUSED UNUSED
Uitgang 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Aanduiding: UNUSED UNUSED ENABLE COLDNESS ROTOR MOTOR ROTOR MOT.IMPULS HEAT.VALVE OPEN HEAT.VALVE CLOSE CIRCULATOR PUMP FAULT RELAIS AIR FLAP CLOSE AIR FLAP OPEN COOL.VALVE OPEN COOL.VALVE CLOSE ENABLE FRQ.CONV UNUSED UNUSED
9.3.3. Menu toe- en afvoerparameters 5 sec. TOEVOERVENTILATO 1 60 % A
B
TOEVOERVENTILATO 2 80 % A
B
TOEVOERVENTILATO 3 100 %
Het menu voor de toe- en afvoerparameters bereikt u door de AAN/UIT toets gedurende ca. 5 sec. ingedrukt te houden. Op de display verschijnt vervolgens de weergave voor de toevoerventilator. Met de toetsen A (▲ en ▼) op het bedieningspaneel kunnen de afzonderlijke menupunten opgeroepen worden. Door de toetsen B (▲ en ▼) kunt u de waarden van de luchtventilatorstand veranderen. Met de MODUS-toets (M) komt u weer terug in de uitgangsfuncties. 100% komt overeen met de maximale frequentie van de frequentieomvormer! Toevoerventilator Regeling van de ventilatorstanden van de toevoerventilator. De instelling is afhankelijk van de complete installatie. Fabrieksinstelling: Frequenzomvormer
EC-controller HRRW 1600 EC
A
B
AFVOERVENTILATOR 1 58 % A
B
AFVOERVENTILATOR 2 78 %
Ventilatorstand 1 = Ventilatorstand 2 = Ventilatorstand 3 =
60 % 80 % 100 %
HRRW 1200 EC
43 % 58 % 76 %
41 % 51 % 66 %
Afvoerventilator Regeling van de ventilatorstanden van de afvoerventilator. De instelling is afhankelijk van de complete installatie. Fabrieksinstelling:
A
B
AFVOERVENTILATOR 3 98 % A
B
Frequenzomvormer
EC-controller HRRW 1600 EC
Ventilatorstand 1 = Ventilatorstand 2 = Ventilatorstand 3 =
58 % 78 % 98 %
www.airtradecentre.com
41 % 54 % 75 %
HRRW 1200 EC
39 % 49 % 64 % 19
Nederlands
9.3.4. Menu parameterinstellingen In het menu verandert u de parameterinstellingen door het indrukken van de AAN/UIT toets, die u gedurende ca. 7 sec. ingedrukt moet houden. De display verandert vervolgens in de aanduiding „P 1 MIN-WAARDE“. Met de toetsen A (▲ en ▼) op het bedieningspaneel kunnen de afzonderlijke menupunten opgeroepen worden. Door de toetsen B (▲ en ▼) kunt u de waarde veranderen. Met de „Modus-toets (M)“ komt u weer terug bij de uitgangsfuncties.
7 sec. P 1 MIN-WAARDE 17,0° A
B
P 2 MAX-WAARDE 28,0° A
B
P 3 VRIJGAVE AUTOMATISCH A
B
P5 KAMERTEMP.REG. A
B
P 6 I-COMPONENT 10 A
20
P 2 Max. instelwaarde Parameter P 2 geeft de maximaal instelbare temperatuur aan die u op het bedieningspaneel kunt instellen. Er kunnen waarden tussen 21°C en 30°C gekozen worden. De fabrieksinstelling is op 28°C vastgelegd. P 3 Vrijgave In- en uitschakelen van het toestel met extern contact. Het toestel moet via het bedieningspaneel ingeschakeld zijn.
B
P4 VERWARMEN A
P 1 Min. instelwaarde Parameter P 1 geeft de minimaal instelbare temperatuur aan die u op het bedieningspaneel kunt instellen. Er kunnen waarden tussen 5°C en 20°C gekozen worden. De fabrieksinstelling is op 17°C vastgelegd.
B
P 3 VRIJGAVE AUTOMATISCH
Contact open! Het toestel is uitgeschakeld. Contact gesloten! Het toestel is ingeschakeld / stand-by.
P 3 VRIJGAVE BEVESTIGING
Het toestel kan alleen ingeschakeld worden als het contact gesloten is. Is het contact open, dan verschijnt er op de display „VRIJGAVE ONTBREEKT“. Het contact moet gesloten zijn en vervolgens moet met toets B ▲ de vrijgave bevestigd worden. Als default fabrieksinstelling geldt AUTOMATISCH!
P 4 Keuze van de verwarmingssystemen Er kunnen vier verwarmingssystemen gekozen worden: P4 VERWARMEN
„verwarmen“
P4 KOELEN
„koelen“
P4 VERWARMEN-KOELEN
„verwarmen en koelen“
P 4 DIR. VERDAMPING VERWARMEN-KOELEN
„directe verdamper verwarmen en koelen“
P 5 Kamer-, toevoer- of afvoertemperatuurregeling De kamer,- toevoer- of afvoertemperatuurregelaar vergelijkt de bij de temperatuurvoelers gemeten luchttemperatuur met de bij het bedieningstoestel ingestelde temperatuur. Bij verwarming zorgt de regelaar er bij een afwijking tussen gewenste en actuele temperatuur voor dat de verwarmingscapaciteit wordt verhoogd resp. verlaagd. P5 KAMERTEMP.REG.
Bij de kamertemperatuurregeling wordt rekening gehouden met een in de kamer aanwezige externe warmte; door aanpassing van de toevoertemperatuur wordt dit gecompenseerd. De kamertemperatuurvoeler bevindt zich in de bedieningseenheid.
P5 TOEV.L TEMP REG.
Bij de toevoertemperatuurregeling wordt geen rekening gehouden met evt. externe warmte.
P5 AFVOERLUCHT.REG.
Bij de afvoertemperatuurregeling wordt rekening gehouden met een in de ruimte aanwezige externe warmte; door aanpassing van de toevoertemperatuur wordt dit gecompenseerd
P 6 I - aandeel Voor het I-AANDEEL kan een waarde tussen 5 en 20 ingesteld worden. De fabrieksinstelling bedraagt 10. Indien deze waarde wordt verlaagd, dan wordt de regeling gevoeliger en heeft de waarde de neiging om te schommelen! Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
P 7 TEMP.CORRECTIE -0,1° A
B
P 8 P-COMPONENT 10 A
B
P 9 TOEVOERFILTER 250 Pa A
B
P10 AFVOERFILTER 250 Pa A
B
P11 FILTER IJKEN A
B
P12 TOEVOERFILTER 450 Pa
P 7 Temperatuurcorrectie De kamertemperatuurvoeler in de bedieningseenheid registreert de geringste afwijkingen van de werkelijk heersende kamerlucht. De geleidingssensor kan binnen een bereik van -5°C tot 5°C worden bijgesteld. P 8 P - aandeel Voor het P-AANDEEL kan een waarde tussen 5 en 20 ingesteld worden. De fabrieksinstelling bedraagt 10. Wordt de waarde vergroot, dan wordt de regeling gevoeliger en heeft de waarde de neiging om te schommelen! P 9 Toevoerfilter drukverlies Instelling van het drukverlies bij de toevoerfilter tot de filter vervuild is resp. een vervuilingsgraad van 100% bereikt is. De huidige vervuilingsgraad kan worden afgelezen op het statusscherm. De fabrieksinstelling bedraagt 250 Pa. Indien een ander filtertype gebruikt wordt, moeten de instellingen worden geoptimaliseerd. P10 Afvoerfilter drukverlies Instelling van het drukverlies bij de toevoerfilter tot de filter vervuild is respectievelijk tot een vervuilingsgraad van 100% bereikt is. De huidige vervuilingsgraad kan worden afgelezen op het statusscherm. De fabrieksinstelling bedraagt 250 Pa. Indien een ander filtertype gebruikt wordt, moeten de instellingen worden geoptimaliseerd. P11 Filter ijken Ijken van het drukverlies bij de niet-vervuilde filter. De geijkte waarde komt overeen met 0% vervuilingsgraad. Het drukverschil moet worden geijkt bij een in werking zijnd toestel en bij ventilatorstand 2. Om te ijken moet u de toets B ▲ zolang ingedrukt houden totdat op de display de melding „KLAAR“ verschijnt.
P11 KLAAR
P12 Toevoerfilter geijkt Op het display ziet u het geijkte drukverschil aan de toevoerfilter (bij een zuivere filter).
A
P13 AFVOERFILTER 320 Pa
P13 Afvoerfilter geijkt Op de display ziet u het geijkte drukverschil bij de afvoerfilter (bij een zuivere filter).
9.4. Functies Thermisch contact Elke motor bezit een thermisch contact dat bij het overschrijden van de toegelaten motortemperatuur wordt geopend. Het toestel wordt bij het openen van het contact uitgeschakeld. Na het afkoelen van de motor, d.w.z. bij het sluiten van het thermisch contact en na het foutenherstel (zie 13.2. foutentabel) kan het toestel weer in gebruik worden genomen. Frequentieomvormer
(HRRW 700 FC.., HRRW 900 FC.., HRRW 1200 FC.., HRRW 1600 FC..,
HRRW 2000 FC..)
De ventilatoren worden elk door een frequentieomvormer aangedreven. Er zijn vaste frequenties ingesteld. These can be changed on menu 9.3.3. „Supply and exhaust parameters“. Treedt er aan de ventilatoren of frequentieomvormers een storing op, dan wordt het toestel uitgeschakeld en wordt er een foutmelding getoond. Om de frequentieomvormer te resetten moet de stroomtoevoer door de hoofdschakelaar gedurende minstens 20 seconden worden onderbroken. Bij foutmeldingen op de display van de frequentieomvormer gelieve u de gebruikshandleiding van de frequentieomvormers te raadplegen. EC-controller (HRRW 700 EC.., HRRW 1200 EC.., HRRW 1600 EC.., HRRW 2000 EC..) De ventilatoren worden via elk een EC-controller aangedreven. Er zijn vaste frequenties ingesteld. These can be changed on menu 9.3.3. „Supply and exhaust parameters“. Treedt er aan de ventilatoren of EC-controller een storing op, dan wordt het toestel uitgeschakeld en wordt er een foutmelding getoond. Om de EC-controller te resetten moet de stroomtovoer door de hoofschakelaar voor minstens 20sec. worden onderbroken. Bij foutmeldingen op het display van de EC-controller neemt u aub de gebruikshandleiding van de EC-controller ter hand. Warmwaterbatterij De vermogensregeling van de warmwaterbatterij gebeurt traploos met de verwarmingsklep. Wanneer er vraag is naar verwarming, wordt de verwarmingsklep geopend en tegelijkertijd de uitgang www.airtradecentre.com
21
Nederlands
voor een externe circulatiepomp geactiveerd. Een geïnstalleerd verwarmingsregister wordt met een vorstbeschermingsthermostaat beschermd tegen ijsvorming. Daalt de toevoertemperatuur onder de vorstbeveiligingstemperatuur, dan worden de kleppen gesloten, de circulatiepomp loopt op continubedrijf, het verwarmingsventiel wordt geopend en er wordt een storingsmelding gegeven. Koudwaterbatterij/Koeler Het vermogen van de koudwaterbatterij wordt traploos geregeld m.b.v. de koelklep. Bestaat er een koudevraag, dan wordt de koelklep geopend en tegelijkertijd de uitgang ‘Vrijgave koeler’ geactiveerd. De minimum schakeltijden voor AAN en UIT bedragen elk 5 minuten, d.w.z. de koeler wordt maxi-
10. Onderhoud en reparaties 10.1. Belangrijke tips • Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning! » Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood. → Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig spanningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen! • Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewegende onderdelen grijpen! » Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware letstels leiden. → Werken mogenpas na volledige stilstand van het loopwiel uitgevoerd worden! • »
Voorzichtig! Spanningsgevraar! Het niet attent zijn op mogelijke gevaarlijke situaties kan leiden tot de dood, verwondingen of materiële schade. → Raak het oppervlak pas aan na afkoeling van de motor en de verwarming! Onderhoud en reparaties mogen enkel door vakpersoneel met inachtname van de montage -en gebruikshandleiding en de geldende voorschriften uitgevoerd worden. Defekte of beschadigde toestellen mogen niet zelf worden onderhouden maar de schade respectievelijk de storing moeten schriftelijk bij de producent gemeld worden. •
Bij zelf uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden bestaat er gevaar voor materiële schade of persoonlijk letsel, bovendien vervallen de fabrieksgarantie en de productaansprakelijkheid.
10.2. Reiniging en onderhoud Onderhoud, foutenherstel en reiniging mogen enkel door vakpersoneel met inachtname van de montage en gebuikshandleiding en de geldende voorschriften uitgevoerd worden.
Afb. 10 Ventilator
ATC toestellen eisen bij een reglementair gebruik slechts beperkt onderhoud. Volgende werkzaamheden zijn met inachtname van de veiligheids en arbeidsveiligheidsvoorschriften op regelmatige tijdstippen uit te voeren: • De functie van de regeling en de veiligheidsinrichtingen moeten gechecked worden. • Elektrische aansluitingen en bedrading moeten gecontroleerd worden op beschadigingen. • Vervuilingen van de rotor(en) van de ventilator moeten verwijderd worden om onevenwichtige belasting en vermogensvermindering te verhinderen. » Om te reinigen (Rotoren/omkasting) mogen geen agressieve of licht ontvlambare reinigingsmiddelen gebruikt worden. » Bij voorkeur enkel water (geen stromend water) of een zacht zeeploog te gebruiken. » De reinigen van de rotor moet door middel van een doek, borstel of kwast gebeuren. » Onder geen enkel beding een hogedrukreiniger gebruiken! » Balansklemmen mogen niet verschoven of verwijderd worden. » De rotor en de inbouwdelen mogen in geen geval beschadigd worden. • De functie van het lager moet door een visuele inspectie en controle van het werkingslawaai gecontroleerd worden. • Het toestel moet op een luchtzijdige lekdichtheid gecontroleerd worden. • Controle van de rotatiewarmtewisselaar op een correcte loop en riemaandrijving. Voer voor de heringebruikname na de onderhoudswerkzaamheden een veiligheidscontrole uit volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 7 en 8!
22
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
10.3. Onderhoud 10.3.1. Rotatiewarmtewisselaar Rotatiewarmtewisselaars zijn doorgaans zonder onderhoud, er wordt echter toch aanbevolen om de wisselaar geregeld te reinigen. Een beschadiging van de lamellen moet in ieder geval vermeden worden.
10.3.2. Riemaandrijving warmtewisselaar De Rotatiewarmtewisselaar wirdt via een riem aangedreven. • De Riem moet onder een beperkte voorspanning staan. • De riemschijf van de motor mag geen defecten en geen slijtage vertonen. • De riemschijf moet parallel met de rotatiewarmtewisselaar staan en mag geen verdraaiing vertonen. Wisselen van de aandrijfriem Bij een defecte aandrijfriem of bij onderhoudswerkzaamheden moet geregeld de aandrijfriem van de rotatiewarmtewisselaar verwisselt worden. Ga hierbij als volgt te werk: • Afnemen van het paneel van het klemdooskanaal, voorzichtig de contactdozen losmaken in de klemdozen evenals in de kabelgoot onder de condensaatbak en aanlsuitend het klemdooskanaal erafnemen (zie Afb. 11a). Bij het afnemen van de klemdozen moet erop gelet worden, dat de temperatuurvoelers niet de rotatiewarmtewisselaars beschadigen (zie Afb. 11b). • De rotatiewarmtewisselaar kan er nu ca. 20cm uitgtrokken worden (zie Afb. 12). • Verwijder de defecte aandrijfriem en vervang hem door een nieuwe. Tip: Lengte vam de aandrijfriem zie technische gegevens (Hoofdstuk 14) afhankelijk van het type toestel. • De nieuwe aandrijfriem op de spoel leggen, met een stuck tape vastmaken en door het draaien van de spoel met de hand de riem doorhalen (zie Afb. 14). • Las de riemuiteindes aan ekaar met behulp van een lasspiegel en klem (zie Afb. 15). • Reinig aansluitend de lasnaad met een cutter om een correcte loop van de aandrijfriem te kunnen garanderen. • Aandrijfriem op de riemschijf leggen. Hierbij moet op een correcte loop van de riem op de riemschijf gelet worden. • Vervolgens de warmtewisselaar weer in het toestel schuiven, Klemdooskanaal vastschroeven en alle contactdozen weer verbinden. Klemdozen en paneel vastschroeven.
wissel-set: Een wissel-set inkl. - Klem - lasspiegel - Cuterr Kan u bij ATC tegen een uitleenvergoeding bestellen!
Belangrijk: Gebruik uitsluitend Poly Flex aandrijfriemen, 8 mm met trekspanning in gladde uitvoering. Enkel zo kunnen we u een geluidsvrije werking garanderen.
1
1
1
Afb. 11a Afnemen van het klemdooskanaal.
Afb. 12 Rotatiewarmtewisselaar er ca. 20cm uittrekken.
Afb. 11b Bij het afnemen van de klemdozen op temperatuurvoelers (1) uitkijken.
a)
Afb. 13 Verwijderen van de defecte aandrijfriem.
c) 1
1
b) 3
3
1
d)
2 3 Afb. 14 Inleggen van een nieuwe aandrijfriem.
Afb. 15 Aan mekaar lassen van de aandrijfriem (3) met Klem (1) en lasspiegel (2). www.airtradecentre.com
3
Afb. 16 Letten op een correcte loop van de riem op de riemschijf..
23
Nederlands
10.3.2. Luchtfilter Statusscherm
21,0°
1
8
Naarmate een luchtfilter (verder) vervuilt, stijgt het drukverschil. Bereikt de druk de ingestelde waarde van de bijbehorende drukmeter, dan wordt dit op de display zichtbaar. Indien de vervuilingsgraad 100% is, dan moet de filter worden vervangen. Om de filterdisplay na de filterwissel opnieuw in te stellen, moet u de toetsen A (▲ en ▼) tegelijkertijd indrukken totdat op de display weer een vervuilingsgraad van 0% wordt aangegeven. De filterwisselteller wordt vervolgens met `1` verhoogd. Voor het correct verwisselen van de luchtfilter gaat u als volgt te werk:
100% 100%
Diplay opnieuw instellen:
21,0°
1
8
0% 0%
• • •
A
•
De luchtfilter kan er zonder hulpmiddel worden uitgetrokken. Bij ernstige vervuiling moet de luchtfilter worden vervangen. Bij een filterwissel moet er op gelet worden dat het filterframe correct is bevestigd op de geleiderail in het toestel. Tot slot moet de filterdisplay opnieuw ingesteld worden en de nieuwe luchtfilter geijkt worden (zie hoofdstuk 9.3.4. „filter ijken“).
1
2
Afb. 17 (1) Luchtfilter toevoer F7
Afb. 18 (2) Geleisporen voor luchtfilter
Afb. 19 (3) Luchtfilter afvoer F5
3
10.3.3. Batterijwissel Statusscherm:
21,0°
1
8
Bij het onder spanning brengen van het toestel wordt de batterij gecontroleerd op correct functioneren. Een lege batterij van de timer wordt op het statusscherm met een batterijsymbool aangeduid. Om de batterij te verwisselen gaat u als volgt te werk: • Ontkoppel de stuurkabel van de bedieningseenheid (1). • Open de bedieningseenheid door het deksel (2) op te tillen. • De houder (3) voor de batterij ligt op de printplaat. Verwijder de batterij en plaats een nieuwe, zoals afgebeeld in afb. 20 C. De bedieningseenheid kan nu weer gesloten en de stuurkabel aangesloten worden. • U moet nu nog de actuele tijd opnieuw instellen (zie hoofdstuk 9.3.1.). • Het batterijsymbool verdwijnt op het statusscherm. De bedieningseenheid is weer volledig bedrijfsklaar.
0% 0%
Dispay na batterijwissel
21,0°
1
8
0% 0%
Tip: U hebt als batterij een 3V Lithium CR 1616 knoopcel nodig.
A)
B) 2
1
C) 3 Afb. 20 (1) Stuurkabel (2) Kap bedieningseenheid (3) Batterijhouder
24
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
11. Uitbreiding en ombouw Het toestel mag niet omgebouwd worden! De garantie van ATC geldt uitsluitend voor de uitgeleverde configuratie. Na ombouw of uitbreiding vervalt de garantie!
12. Demontage en opslag • Risico op verwondigen door demontage onder elektrische spanning! » Indien u de elektrische spanning voor het begin van de demontage niet uitschakelt kan u verwonden of het product of onderdelen ervan beschadigen. → Controleer dat de relevante onderdelen van het toestel ontkoppeld zijn van een spanningsbron. Om het toestel te demonteren gaat u als volgt te werk:
12.1. Demontage uitvoeren Bij de buitenwerkingstelling en demontage moet er gelet worden op de veiligheidsvoorschriften volgens hoofdstuk 2 tot 8 en hoodstuk 12.
12.2. Opslag De achteloze opslag van het toestel kan tot milieuverontreiniging leiden. Sla het toestel op volgens de nationale bepalingen van uw land.
13. Opsporen en verhelpen van storingen Let op volgende voorschriften: • Ga ook bij het opsporen van storingen onder tijdsdruk systematisch en doelgericht te werk. Het zomaar en overhaast demonteren en aanpassen van de instellingswaarden kan er in het slechtste geval toe leiden dat de oorspronkelijke oorzaak van de storing niet meer vastgesteld kan worden. • Probeer een indruk te krijgen van de functie van het apparaat in samenhang met de installatie als geheel. • Probeer te achterhalen of het apparaat vóór het optreden van de storing de vereiste functie in de installatie als geheel heeft vervuld. • Probeer veranderingen vast te stellen in de installatie waarin het product is ingebouwd: » Zijn de gebruiksomstandigheden of de gebruiksmogelijkheden van het toestel veranderd? » Zijn er veranderingen aangebracht (bijv. aanpassingen) of reparaties uitgevoerd aan de installatie als geheel (toestel, elektrotechniek, regeling) of aan het toestel zelf? Zo ja: welke? » Is het toestel gebruikt volgens de voorschriften? » Op welke manier manifesteert de storing zich? • Probeer een duidelijk beeld te krijgen van de oorzaak van de storing. Ondervraag zo nodig de directe operator of installatiebeheerder. Indien u de opgetreden fout niet kunt herstellen, neem dan contact op met de producent. Het contactadres vindt u onder www.airtradecentre.com of op de keerzijde van de titelpagina van de gebruiks- en montagehandleiding.
13.1. Smeltzekering Ter beveiliging van de elektrische installatie zijn twee dunne smeltzekeringen in het toestel ingebouwd. Wanneer een zekering voor de eerste maal doorbrandt, dan kan dit gebeuren vanwege ouderdom. In dit geval wordt aangeraden de defecte zekering door een nieuwe te vervangen. Brandt de zekering opnieuw door, dan kan de fout aan de hand van de volgende tabel gelokaliseerd en hersteld worden. Het verwisselen van de dunne smeltzekering moet door een vakman uitgevoerd worden. De smeltzekeringen moeten overeenkomen met EN 60127, afmetingen 5 x 20 mm. Zekering
Mogelijke oorzake
Storing verhelpen
F1 / T 0,2 A • • • • •
Bedieningspaneel defect. Koppelleiding defect. Printplaat in het bedieningspaneel vervuild. Hoofdprintplaat defect. Hoofdprintplaat vervuild.
• • • • •
Bedieningspaneel vervangen. Koppelleiding vervangen. Printplaat met gepaste middelen reinigen. Servicemonteur inschakelen Servicemonteur inschakelen
F2 / T 6,3 A
Ventielaandrijving/leiding defect. Circulatiepomp/leiding defect. Klepaandrijving/leiding defect. Rotormotor/leiding defect.
• • • •
Ventielaandrijving/leiding vervangen. Circulatiepomp/leiding vervangen. Klepaandrijving/leiding vervangen. Rotormotor/leiding vervangen.
• • • •
www.airtradecentre.com
25
Nederlands
13.2. Foutentabel Indien er een fout in het toestel optreedt, worden er een of meer storingsmeldingen op de display getoond. Tussen de verschillende fouten kan met de toetsen A (▲ en ▼) gewisseld worden. De bevestiging van een fout gebeurt met toets B ▲. Bediening van het apparaat via de bedieningseenheid is niet mogelijk zolang niet alle storingen verholpen en bevestigd zijn. Afhankelijk van de ernst van de storing wordt de installatie uitgeschakeld of blijven de laatste instellingen geactiveerd. De volgende storingen kunnen op de display getoond worden: Storingsmelding display
Aard van de storing en verhelpen van de storing
ERR
ERROR » De bedieningseenheid heeft geen ontvangst. » Controleer de koppeling of vervang zo nodig de kabel.
F01 STORING TOEVOERTEMPERATU
Storing temperatuurvoeler toevoerlucht » De temperatuurvoeler van de toevoerlucht is defect of de kabel is onderbroken. » Vervang de defecte temperatuurvoeler of zo nodig de onderbroken leiding. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden.
F02 STORING KAMERTEMPERATUUR
Storing kamertemperatuurvoeler » De kamertemperatuurvoeler is defect of de kabel is onderbroken. » Vervang de defecte temperatuurvoeler of zo nodig de onderbroken leiding. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden.
F03 STORING AFVOERTEMP.
Storing afvoertemperatuurvoeler » De afvoertemperatuurvoeler is defect of de kabel is onderbroken. » Vervang de defecte temperatuurvoeler of zo nodig de onderbroken leiding. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden.
F04 STORING TOEVERTEMP.
Storing uitlaatluchttemperatuurvoeler » De uitlaatluchttemperatuurvoeler is defect of de kabel is onderbroken. » Vervang de defecte temperatuurvoeler of zo nodig de onderbroken leiding. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden.
F05 STORING BUITENLUCHTTEMP.
Storing buitenluchttemperatuurvoeler » De buitenluchttemperatuurvoeler is defect of de kabel is onderbroken. » Vervang de defecte temperatuurvoeler of zo nodig de onderbroken leiding. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden.
F07 STORING ANTIEVRIES
Storing vorstbeschermingsthermostaat » De luchttemperatuur is gedaald tot onder de op de vorstbeschermingsthermostaat ingestelde waarde. De ventilatoren worden uitgeschakeld, de luchtkleppen gesloten, het verwarmingsventiel wordt helemaal geopend en de circulatiepomp ingeschakeld. Controleer zekering F2. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden.
F08 STORING VEILIGHEIDSTHER.
Storing veiligheidsthermostaat – temperatuurcontrole verwarmingsregister » Overschrijding van de temperatuur van de behuizing van 75°C. De regelkring wordt onderbroken, de verwarming wordt uitgeschakeld. Mogelijke oorzaken: defecte toevoerklep, ventilator valt uit,... » Toevoerklep herstellen, zekeringen F2 controleren. » Nadat de storing is verholpen, moet de resetknop van de veiligheidsthermostaat (zie Afb. 9) handmatig teruggezet worden en op het bedieningspaneel moet de storing met de toets B ▲ bevestigd worden.
F09 STORING VENTILATOR TEMP
F10 STORING FREQUENTIEOMVORM
F17 STORING ONDERTEMP.TOEVOE
F18 STORING OVERTEMP.TOEVOER.
F20 STORING WARMTEWISSELAAR
GEEN VRIJGAVE
26
Storing thermisch contact van een ventilator. » Het thermisch contact wordt verbroken, het toestel wordt uitgeschakeld. Mogelijke oorzaken: motor oververhit of defect. » De stroomvoorziening moet door de hoofdschakelaar gedurende min. 20 sec. onderbroken worden. Controleer zekering F2, vervang zo nodig de motor. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden. Storing frequentieomvormer » Signaalrelais van een frequentieomvormer wordt uitgeschakeld. Zie storing op de display van de frequentieomvormer. » Om de storing te herstellen dient u de gebruiksaanwijzing van de frequentieomvormer te raadplegen. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden. Ondertemperatuur toevoerlucht » De minimaal vastgelegde toevoertemperatuur is langer dan 10 min. onder de -5°C gekomen. Deze waarde wordt onder parameter P1 vastgelegd. » Pas zo nodig parameter P1 aan. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden. Overtemperatuur toevoerlucht » De maximale toevoertemperatuur van 80°C is langer dan 10 min. overschreden. » Schakel het toestel uit, controleer ventilatoren en luchtkleppen. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden. Storing rotatiewarmtewisselaar » De rotatiewarmtewisselaar draait niet omwille van een defecte aandrijfriem, gebrekkige voorspanning,… » Vervangen van de defecte riem, de gebrekkige voorspaning herstellen. » Nadat de storing is verholpen, moet de storing met toets B ▲ bevestigd worden. Geen vrijgave » Het vrijgavecontact is niet gesloten. » Het vrijgavecontact sluiten. Het toestel kan dan in gebruik genomen worden. Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
14. Technische gegevens
Lengte L Breedte B Hoogte H Nominale maat NW Gewicht Bedrijfsspanning Frequentie Stroomverbruik Totale nominale stroom Max. mediumtemperatuur Luchtvolume Toerental Max. druk Geluid aanzuig Geluid uitblaas Geluid afgifte Ventilatorstanden Filterklasse Schakelschema nr. Verwarmer PWW
HRRW 700 FC 11
HRRW 700 FC 12
HRRW 700 FC 13
HRRW 700 FC 14
HRRW 700 FC 15
HRRW 700 EC 10
HRRW 700 EC 11
HRRW 700 EC 12
HRRW 700 EC 13
HRRW 700 EC 12
HRRW 700 EC 15
HRRW 900 FC 10
HRRW 900 FC 11
HRRW 900 FC 12
HRRW 900 FC 13
HRRW 900 FC 14
HRRW 900 FC 15
Type toestel
HRRW 700 FC 10
Algemene gegevens
119036
119039
119042
119045
119048
119051
122613
122600
122615
122603
122618
122606
118638
118640
118727
118742
118752
118755
mm mm mm mm kg V Hz W A °C m³/h 1/min Pa dB dB dB
1150 913 895 500x300 / 500x250 220,0 220,0
215,0
1150 913 895 500x300 / 500x250
1270 1113 1095 600x400 / 600x300 315,0 330,0 330,0
400V 3~
400V 3~N
400V 3~
50 890 3,4 50 2000 3630 940 81 88 70 3 F5 + F7
50 750 3,5 50 2000 3810 860
50 2260 8,0 60 4000 3020 1050 71 74 53 3 F5 + F7
3 F5 + F7
119820
Koeler PKW Koeler* / onmiddellijke verdamper* Diameter RHE mm Lengte aandrijfriem mm
x -
x -
x x -
x x -
x x
x x
x -
123344 x x x x -
x -
700 2350
x x
x x
x -
x -
700 2350
118155 x x x x -
x x
x x
900 2990
Lengte L Breedte B Hoogte H Nominale maat NW Gewicht Bedrijfsspanning Frequentie Stroomverbruik Totale nominale stroom Max. mediumtemperatuur Luchtvolume Toerental Max. druk Geluid aanzuig Geluid uitblaas Geluid afgifte Ventilatorstanden Filterklasse Schakelschema nr. Verwarmer PWW
HRRW 1200 FC 11
HRRW 1200 FC 12
HRRW 1200 FC 13
HRRW 1200 FC 14
HRRW 1200 FC 15
HRRW 1200 EC 10
HRRW 1200 EC 11
HRRW 1200 EC 12
HRRW 1200 EC 13
HRRW 1200 EC 14
HRRW 1200 EC 15
HRRW 1600 FC 10
HRRW 1600 FC 11
HRRW 1600 FC 12
HRRW 1600 FC 13
HRRW 1600 FC 14
HRRW 1600 FC 15
Type toestel
HRRW 1200 FC 10
Algemene gegevens
119802
119805
119808
119811
119814
119817
120494
120497
120500
120503
120506
120509
120647
120650
120653
120656
120659
120662
mm mm mm mm kg V Hz W A °C m³/h 1/min Pa dB dB dB
Koeler PKW Koeler* / onmiddellijke verdamper* Diameter RHE mm Lengte aandrijfriem mm
1405 1413 1395 800x550 / 800x500 480,0 480,0
460,0
x -
x -
1405 1413 1395 800x550 / 800x500
1405 1813 1795 1200x600 / 1200x650
400V 3~
400V 3~N
400V 3~
50 4100 12,6 70 8240 1990 1040 91 94 73 3 2 x F5 +2 x F7
50 3900 7,0 50 8530 1860 1100 83 75 83 3 2 x F5 + 2 x F7
50
119819 x x x x -
3 2 x F5 + 2 x F7
120618 x x
x x
x -
1200 3930
x -
x x -
x x 1200 3930
www.airtradecentre.com
x x
x x
x -
x -
120619 x x x x -
x x
x x
1600 2 x 5170
27
Nederlands
Lengte L Breedte B Hoogte H Nominale maat NW Gewicht Bedrijfsspanning Frequentie Stroomverbruik Totale nominale stroom Max. mediumtemperatuur Luchtvolume Toerental Max. druk Geluid aanzuig Geluid uitblaas Geluid afgifte Ventilatorstanden Filterklasse Schakelschema nr. Verwarmer PWW
HRRW 1600 EC 11
HRRW 1600 EC 12
HRRW 1600 EC 13
HRRW 1600 EC 14
HRRW 1600 EC 15
HRRW 2000 FC 10
HRRW 2000 FC 11
HRRW 2000 FC 12
HRRW 2000 FC 13
HRRW 2000 FC 14
HRRW 2000 FC 15
HRRW 2000 EC 10
HRRW 2000 EC 11
HRRW 2000 EC 12
HRRW 2000 EC 13
HRRW 2000 EC 14
HRRW 2000 EC 15
Type toestel
HRRW 1600 EC 10
Algemene gegevens
120665
120668
120671
120674
120677
120680
120809
120808
120830
120829
120828
120827
120813
120811
120838
120835
120837
120836
mm mm mm mm kg V Hz W A °C m³/h 1/min Pa dB dB dB
Koeler PKW Koeler* / onmiddellijke verdamper* Diameter RHE mm Lengte aandrijfriem mm
x -
1405 1813 1795 1200x600 / 1200x650
770 2213 2220 1400x710
770 2213 2220 1400x710 1000,0
400V 3~N
230V ~
400V 3~N
50 3840 6,8 40 9750 2120 1150 93 71 61 3 2 x F5 +2 x F7
50
50 4800 8 50 13550 1500 910 83
3 2 x F5 + 2 x F7
3 2 x F5 + 2 x F7
x -
120622 x x x x -
120626 x x
x x
x -
1600 2 x 5170
x -
x x -
x x -
x x
x x
2000 2 x 6450
x -
x -
x x -
x x -
2000 2 x 6450
Bedieningseenheid Afmeting Montage
B+H+T ØB ØD
mm mm mm
82+82+30 60 22
B
B
H
T
H Afb. 15: Buitenafmetingen van het bedieningspaneel. ØB ØD
Afb. 16: Montageafmetingen van het bedieningsaneel.
28
Afb. 17: Afmetingen van het toestel.
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
L
x x
x x
Nederlands
15. Appendix 15.1. Lijst van de paramters In de volgende tabel zijn alle paramters vermeld die op het bedieningspaneel getoont en ook gedeeltelijk veranderd kunnen worden. Onder 9.3.3. „Menu Parameterinstellingen“ vindt u een uitgebreide handleiding voor de bediening en instelling van de desbetreffende parameters. Nr.
Betekenis
Bereik
Fabrieksinstelling
P1
Minimaal instelbare temperatuur op het bedieningspaneel.
5°C tot 20°C
17°C
P2
Maximaal instelbare temperatuur op het bedieningspaneel.
21°C tot 31°C
28°C
P3
Externe vrijgave
AUTOMATISCH BEVESTIGING
AUTOMATISCH
P4
Keuze van de verwarmingssystemen
VERWARMEN KOELEN VERWARMEN-KOELEN DIR. VERDAMPING
VERWARMEN
P5
Kamertemperatuurregeling of toevoertemperatuurrregeling
KAMERTEMP.REG. TOEV.L TEMP REG. AFVOERLUCHT.REG.
KAMERTEMP.REG.
P6
I - aandeel
5 tot 20
10
P7
Temp.correctie van kamerluchtvoeler op het bedieningspaneel.
-5°C tot 5°C
0
P8
P - aandeel
5 tot 20
10
P9
Toelaatbare vervuiling aan het toevoerfilter 1
0 - 500 extra drukverlies
50 Pa
P 10
Toelaatbare vervuiling aan het toevoerfilter 2
0 - 500 extra drukverlies
50 Pa
P 11
Filter ijken
P 12
Toevoerfilter 1 geijkt
Aanduiding van het geijkte drukverschil.
P 13
Toevoerfilter 2 geijkt
Aanduiding van het geijkte drukverschil.
Notities:
www.airtradecentre.com
29
Nederlands
15.2. Schakelschema´s HRRW 700 FC..
30
Tel. +31 180 31 85 00
Schakelschema nr.: 119820
Fax. +31 180 31 86 26
Part 1
Nederlands
HRRW 700 FC..
Schakelschema nr.: 119820
Part 2
HRRW 700 FC..
Schakelschema nr.: 119820
Part 3
www.airtradecentre.com
31
Nederlands
32
HRRW 700 FC..
Schakelschema nr.: 119820
Part 4
HRRW 700 FC..
Schakelschema nr.: 119820
Part 5
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
HRRW 700 EC..
Schakelschema nr.: 123344
Part 1
HRRW 700 EC..
Schakelschema nr.: 123344
Part 2
www.airtradecentre.com
33
Nederlands
HRRW 700 EC..
34
Schakelschema nr.: 123344
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Part 3
Nederlands
HRRW 900 FC..
Schakelschema nr.: 118155
www.airtradecentre.com
Part 1
35
Nederlands
36
HRRW 900 FC..
Schakelschema nr.: 118155
Part 2
HRRW 900 FC..
Schakelschema nr.: 118155
Part 3
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
HRRW 900 FC..
Schakelschema nr.: 118155
Part 4
HRRW 900 FC..
Schakelschema nr.: 118155
Part 5
www.airtradecentre.com
37
Nederlands
HRRW 1200 FC.. Schakelschema nr.: 119819
38
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Part 1
Nederlands
HRRW 1200 FC.. Schakelschema nr.: 119819
Part 2
HRRW 1200 FC.. Schakelschema nr.: 119819
Part 3
www.airtradecentre.com
39
Nederlands
40
HRRW 1200 FC.. Schakelschema nr.: 119819
Part 4
HRRW 1200 FC.. Schakelschema nr.: 119819
Part 5
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
HRRW 1200 EC.. Schakelschema nr.: 120618
close
X3 N 2
M
1~
open
3
Kühlen cooling
N
-M5
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
Part 1
N 5 6 N 8 9 X6 1
Kältemaschine cooling unit
Zirkulationspumpe circulation - pump
M
1~
close open
9
Heizen heating
N
-M6
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
2 PE N 5 PE N 8
Freigabe enable
X9 1 2
Störung Gerät unit fault
3
potentialfreier Kontakt free potential contact
4 5 6 7 8 9
www.airtradecentre.com
41
Nederlands
HRRW 1200 EC.. Schakelschema nr.: 120618
3
bn0.75
4
1
Frostschutzthermostat frost protection thermostat
-S3
2
Freigabe Gerät unit enable
1 2 3 4 5 6 7 8 9
bu0.75
NTC-Temperaturfühler ntc-thermistor
-R1
Außenluft outside air
-R2
Abluft exhaust air
-R3
Zuluft incoming air
-R4
bn wh bn wh bn wh bn wh
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
2 -X2 1
Abluft exhaust air
-A1
X8
X9
X3
N 2 3 N 5 6 N 8 9
0V A B +24V
X16
F1 F2
L1 L11 L2 L21 L3 L31
X4
N
N
N
Störung Gerät unit fault
potentialfreier Kontakt free potential contact
N L
-M3
N L
1 2 PE N 5 PE N 8 9
X6
X5
XB1
Fortluft outlet air
X15
1 2 3 4 5 6 7 8 9
M 1~
bu0.75 -X2
Zuluft incoming air
X14
Außenluftklappe o u t s i d e a i r fl a p Abluftklappe e x h a u s t a i r fl a p
M 1~
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Part 2
-M4 Zirkulationspumpe circulation - pump
PE PE N 4 5 6 7 8 9 PE PE N 4 5 6 7 8 9
PE PE PE PE
bk1.5 bk1.5 bk1.5 bu1.5 gnye1.5
-Q1
1
3
5
2
4
6
Einspeisung power input 400V / 3~ / N / 50Hz Sicherung extern max. 16A fuse external max. 16A
Bediengerät remote control
Optional manuelle Verbindung mit einem Kabel manuell conection with a cabel 120 Ohm +24V B A 0V
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
X15
Abluft exhaust air
-A1
X8
X5
X9
1 2 3 4 5 6 7 8 9
X3
N 2 3 N 5 6 N 8 9
X6
1 2 PE N 5 PE N 8 9
0V A B +24V
XB1
konfektionierte Leitung cable connection get ready
X16
PE PE N 4 5 6 7 8 9
X4
PE PE N 4 5 6 7 8 9
F1 F2
N
N
-M5
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
Freigabe enable N close open
-C2 -C1
1,5μF 1,5μF
-M6
-R5 330k
PE PE PE PE
1 2 3 SL
M 1~
Rotor rotor
42
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
-M7 Antrieb drive
Kühlen cooling
Kältemaschine cooling unit
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
bk bn gy gnye
L1 L11 L2 L21 L3 L31 N
N close open
M
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Zuluft incoming air
X14
M
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Part 3
1~
HRRW 1200 EC.. Schakelschema nr.: 120618
1~
L1 L2 L3 N PE
Heizen heating
Nederlands
HRRW 1200 EC.. Schakelschema nr.: 120618
EC-Controller
X2
1 2 3 4 5 6 7 8 9
X3
0V 10V
7
8
M1 M2 M3 M4 M5 M6
9
10 11 12
13 14 15 16 17 18
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
X4 25 26 27 28 29 30
Abluft exhaust air
-A1
X8
X5
X6
1 2 PE N 5 PE N 8 9
X16
PE PE N 4 5 6 7 8 9
X4
PE PE N 4 5 6 7 8 9
0V A B +24V
X6 F1
L1 L2 L3
F2
-U1
L1 L11 L2 L21 L3 L31
N
N
N
EC-Controller
X2
pk
X3
N 2 3 N 5 6 N 8 9
wh
1 2 3 4 5 6 7 8 9
bu
X9
gy
X15
XB1
X5
Zuluft incoming air
X14
rd
pk
wh
gy
bn
rd
bu
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Part 4
X3
0V 10V
7
8
M1 M2 M3 M4 M5 M6
9
10 11 12
13 14 15 16 17 18
X4 25 26 27 28 29 30
X5
X6 L1 L2 L3
-U2
PE PE PE PE
gnye1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 gnye1.5 Parameter abweichend vom Standard
EC-M
p a r a m e t e r s d i ff e r i n g f r o m s t a n d a r d
-M1
EC M
Zuluftventilator incoming air fan
Benennung name
Einstellung adjustment
-M2
1 0 2300
www.airtradecentre.com
EC M
Abluftventilator exhaust air fan
43
Nederlands
HRRW 1600 FC.. Schakelschema nr.: 120619
44
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Part 1
Nederlands
HRRW 1600 FC.. Schakelschema nr.: 120619
Part 2
HRRW 1600 FC.. Schakelschema nr.: 120619
Part 3
www.airtradecentre.com
45
Nederlands
46
HRRW 1600 FC.. Schakelschema nr.: 120619
Part 4
HRRW 1600 FC.. Schakelschema nr.: 120619
Part 5
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
HRRW 1600 EC.. Schakelschema nr.: 120622
close
X3 N 2
M
1~
open
3
Kühlen cooling
N
-M5
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
Part 1
N 5 6 N 8 9 X6 1
Kältemaschine cooling unit
Zirkulationspumpe circulation - pump
M
1~
close open
9
Heizen heating
N
-M6
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
2 PE N 5 PE N 8
Freigabe enable
X9 1 2
Störung Gerät unit fault
3
potentialfreier Kontakt free potential contact
4 5 6 7 8 9
www.airtradecentre.com
47
Nederlands
HRRW 1600 EC.. Schakelschema nr.: 120622
3
bn0.75
4
1
Frostschutzthermostat frost protection thermostat
-S3
2
Freigabe Gerät unit enable
1 2 3 4 5 6 7 8 9
bu0.75
NTC-Temperaturfühler ntc-thermistor
-R1
Außenluft outside air
-R2
Abluft exhaust air
-R3
Zuluft incoming air
-R4
bn wh bn wh bn wh bn wh
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
2 -X2 1
Abluft exhaust air
-A1
X8
X5
X9
X3
N 2 3 N 5 6 N 8 9
X6
1 2 PE N 5 PE N 8 9
X16
PE PE N 4 5 6 7 8 9
X4
PE PE N 4 5 6 7 8 9
0V A B +24V
XB1
Fortluft outlet air
X15
1 2 3 4 5 6 7 8 9
F1 F2
L1 L11 L2 L21 L3 L31
N
N
N
Störung Gerät unit fault
potentialfreier Kontakt free potential contact
N L
-M3
N L
Außenluftklappe o u t s i d e a i r fl a p
M 1~
bu0.75 -X2
Zuluft incoming air
X14
Abluftklappe e x h a u s t a i r fl a p
M 1~
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Part 2
-M4 Zirkulationspumpe circulation - pump
PE PE PE PE
bk1.5 bk1.5 bk1.5 bu1.5 gnye1.5 3
5
2
4
6
Einspeisung power input 400V / 3~ / N / 50Hz Sicherung extern max. 16A fuse external max. 16A
Optional manuelle Verbindung mit einem Kabel manuell conection with a cabel 120 Ohm +24V B A 0V
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
X15
Abluft exhaust air
-A1.1
X8
X5
X9
1 2 3 4 5 6 7 8 9
X3
N 2 3 N 5 6 N 8 9
X6
1 2 PE N 5 PE N 8 9
0V A B +24V
XB1
konfektionierte Leitung cable connection get ready
X16
PE PE N 4 5 6 7 8 9
X4
PE PE N 4 5 6 7 8 9
F1 F2
N
-M5
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
Freigabe enable N close open
-M6
-C4 -C3
1,5μF 1,5μF
-R6 330k
-C2 -C1
1,5μF 1,5μF
-R5 330k
Heizen heating
1 2 3 SL
M 1~
Rotor rotor
Tel. +31 180 31 85 00
Kältemaschine cooling unit
N PE PE PE PE
1 2 3 SL
48
Kühlen cooling
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
bk bn gy gnye
L1 L11 L2 L21 L3 L31 N
N close open
bk bn gy gnye
Bediengerät remote control
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Zuluft incoming air
X14
M
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Part 3
1~
HRRW 1600 EC.. Schakelschema nr.: 120622
M
L1 L2 L3 N PE
1~
-Q1
1
Fax. +31 180 31 86 26
M
-M7 Antrieb drive
1~
Rotor rotor
-M8 Antrieb drive
Nederlands
EC-Controller
X2
1 2 3 4 5 6 7 8 9
X3
0V 10V
7
8
M1 M2 M3 M4 M5 M6
9
10 11 12
13 14 15 16 17 18
Abluft exhaust air
-A1.2
X8
X16
X4
PE PE N 4 5 6 7 8 9
X6 F1
L1 L2 L3
F2
-U1
L1 L11 L2 L21 L3 L31 N
N
EC-Controller
X2
pk
X3
0V 10V
7
1 2 PE N 5 PE N 8 9 PE PE N 4 5 6 7 8 9
wh
X3
N 2 3 N 5 6 N 8 9
X6
XB1
X5
X9
1 2 3 4 5 6 7 8 9
bu
X15
1 2 3 4 5 6 X5 7 8 9 0V 10 A 11 B 12 +24V
X4 25 26 27 28 29 30
Zuluft incoming air
X14
gy
pk
wh
gy
bn
bu
rd
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Part 4
rd
HRRW 1600 EC.. Schakelschema nr.: 120622
8
M1 M2 M3 M4 M5 M6
9
10 11 12
13 14 15 16 17 18
X4 25 26 27 28 29 30
X5
X6 L1 L2 L3
-U2
N PE PE PE PE
gnye1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 gnye1.5 Parameter abweichend vom Standard
EC-M
p a r a m e t e r s d i ff e r i n g f r o m s t a n d a r d
-M1
EC M
Zuluftventilator incoming air fan
Benennung name
Einstellung adjustment
-M2
1 0 2300
www.airtradecentre.com
EC M
Abluftventilator exhaust air fan
49
Nederlands
HRRW 2000 FC.. Schakelschema nr.: 120625
50
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Part 1
Nederlands
HRRW 2000 FC.. Schakelschema nr.: 120625
Part 2
HRRW 2000 FC.. Schakelschema nr.: 120625
Part 3
www.airtradecentre.com
51
Nederlands
52
HRRW 2000 FC.. Schakelschema nr.: 120625
Part 4
HRRW 2000 FC.. Schakelschema nr.: 120625
Part 5
Tel. +31 180 31 85 00
Fax. +31 180 31 86 26
Nederlands
HRRW 2000 EC.. Schakelschema nr.: 120626
close
X3 N 2
M
1~
open
3
Kühlen cooling
N
-M5
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
Part 1
N 5 6 N 8 9 X6 1
Kältemaschine cooling unit
Zirkulationspumpe circulation - pump
M
1~
close open
9
Heizen heating
N
-M6
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
2 PE N 5 PE N 8
Freigabe enable
X9 1 2
Störung Gerät unit fault
3
potentialfreier Kontakt free potential contact
4 5 6 7 8 9
www.airtradecentre.com
53
Nederlands
HRRW 2000 EC.. Schakelschema nr.: 120626
3
bn0.75
4
1
Frostschutzthermostat frost protection thermostat
-S3
2
Freigabe Gerät unit enable
1 2 3 4 5 6 7 8 9
bu0.75
NTC-Temperaturfühler ntc-thermistor
-R1
Außenluft outside air
-R2
Abluft exhaust air
-R3
Zuluft incoming air
-R4
bn wh bn wh bn wh bn wh
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
2 -X2 1
Abluft exhaust air
-A1
X8
X5
X9
X3
N 2 3 N 5 6 N 8 9
X6
0V A B +24V
XB1
Fortluft outlet air
X15
1 2 3 4 5 6 7 8 9
X16
F1 F2
L1 L11 L2 L21 L3 L31
X4
N
N
N
Störung Gerät unit fault
potentialfreier Kontakt free potential contact
N L
M 1~
bu0.75 -X2
Zuluft incoming air
X14
-M3
N L
1 2 PE N 5 PE N 8 9
Außenluftklappe o u t s i d e a i r fl a p Abluftklappe e x h a u s t a i r fl a p
M 1~
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Part 2
-M4 Zirkulationspumpe circulation - pump
PE PE N 4 5 6 7 8 9 PE PE N 4 5 6 7 8 9
PE PE PE PE
bk1.5 bk1.5 bk1.5 bu1.5 gnye1.5 3
5
2
4
6
Einspeisung power input 400V / 3~ / N / 50Hz Sicherung extern max. 16A fuse external max. 16A
L1 L2 L3 N PE
HRRW 2000 EC.. Schakelschema nr.: 120626
Optional manuelle Verbindung mit einem Kabel manuell conection with a cabel 120 Ohm +24V B A 0V
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
X8
X9
X3
X6
X5 0V A B +24V
XB1
X16
konfektionierte Leitung cable connection get ready
F1 F2
N
N
N
1 2 PE N 5 PE N 8 9 PE PE N 4 5 6 7 8 9 PE PE N 4 5 6 7 8 9
N close open
-M5
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
Freigabe enable N close open
-M6
-C4 -C3
1,5μF 1,5μF
-R6 330k
-C2 -C1
1,5μF 1,5μF
-R5 330k
1 2 3 SL
M 1~
Rotor rotor
Tel. +31 180 31 85 00
Heizen heating
PE PE PE PE
1 2 3 SL
54
Kühlen cooling
Kältemaschine cooling unit
3 - Wege - Ventil three - ways - valve
bk bn gy gnye
L1 L11 L2 L21 L3 L31
X4
N 2 3 N 5 6 N 8 9
M
Abluft exhaust air
-A1.1
1~
X15
1 2 3 4 5 6 7 8 9
M
Bediengerät remote control
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Zuluft incoming air
X14
1~
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Part 3
bk bn gy gnye
-Q1
1
Fax. +31 180 31 86 26
M
-M7 Antrieb drive
1~
Rotor rotor
-M8 Antrieb drive
Nederlands
EC-Controller
X2
1 2 3 4 5 6 7 8 9
X3
0V 10V
7
8
M1 M2 M3 M4 M5 M6
9
10 11 12
13 14 15 16 17 18
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
X4 25 26 27 28 29 30
Abluft exhaust air
-A1.2
X8
X5
X6
1 2 PE N 5 PE N 8 9
X16
PE PE N 4 5 6 7 8 9
X4
PE PE N 4 5 6 7 8 9
0V A B +24V
X6 F1
L1 L2 L3
F2
-U1
L1 L11 L2 L21 L3 L31 N
N
N
EC-Controller
X2
pk
X3
N 2 3 N 5 6 N 8 9
wh
X9
1 2 3 4 5 6 7 8 9
bu
X15
XB1
X5
Zuluft incoming air
X14
gy
pk
wh
gy
bn
bu
rd
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Part 4
rd
HRRW 2000 EC.. Schakelschema nr.: 120626
X3
0V 10V
7
8
M1 M2 M3 M4 M5 M6
9
10 11 12
13 14 15 16 17 18
X4 25 26 27 28 29 30
X5
X6 L1 L2 L3
-U2
PE PE PE PE
gnye1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 bk1.5 gnye1.5 Parameter abweichend vom Standard
EC-M
p a r a m e t e r s d i ff e r i n g f r o m s t a n d a r d
-M1
EC M
Zuluftventilator incoming air fan
Benennung name
Einstellung adjustment
-M2
1 0 1500
www.airtradecentre.com
EC M
Abluftventilator exhaust air fan
55
AIR TRADE CENTRE NEDERLAND B. V. Postbus 59 NL - 2910 AB Nieuwerkerk a/d Ijssel Tel. +31 180 31 85 00 Fax. +31 180 31 86 26 www.airtradecentre.com
[email protected]
De aangeduide gegevens in deze gebruiksaanwijzing dienen uitsluitend om het product te beschrijven. Een uitspraak over een bepaalde toestand of een geschiktheid voor een bepaalde toepassing kan uit onze informatie niet afgeleid worden. De informatie verbiedt de gebruiker niet eigen beoordelingen of tests uit te voeren. Gelieve ermee rekening te houden dat onze producten onderhevig zijn aan een natuurlijk slijtage- en verouderingsproces.
Dit document, alsmede de gegevens, specifi caties en andere informatie zijn het exclusieve eigendom van ATC. Het mag niet zonder toestemming gereproduceerd worden of aan derde partijen gegeven worden.
Informatiestand print 03.03.2011 mwr_rli_pb_02_k12251 Onder voorbehoud van wijzigingen
Spraak : Nederlands