HP Officejet J4500 All-in-One serie Gebruikershandleiding
1
3 def
2 abc
4 ghi
7 pqrs #*
5 jkl
8 tuv 0
6 mno
OK
9 wxyz
#-
Podręcznik użytkownika
Downloaded from www.vandenborre.be
HP Officejet J4500 All-in-One serie Gebruikershandleiding
Downloaded from www.vandenborre.be
Copyright informatie © 2008 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Kennisgeving van HewlettPackard Company De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten. De garantie voor HP-producten en services is vastgelegd in de garantieverklaringen bij de betreffende producten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantiebepaling. HP kan niet aansprakelijk worden gehouden voor technische of redactionele fouten of omissies in de verklaringen.
Handelsmerken Windows, Windows XP en Windows XP zijn in de V.S. gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-logo zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken.
Veiligheidsinformatie Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken. 1. Zorg dat u alle instructies in de bij het apparaat behorende documentatie hebt gelezen en begrepen. 2. Sluit dit product uitsluitend aan op een geaard stopcontact. Als u niet zeker weet of een stopcontact geaard is, kunt u advies inwinnen bij een erkende elektricien. 3. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het product zijn aangegeven. 4. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit apparaat gaat reinigen. 5. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of wanneer u nat bent. 6. Installeer het product op een stevig, stabiel oppervlak. 7. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen en het netsnoer niet wordt beschadigd. 8. Als het product niet naar behoren werkt, raadpleeg dan Onderhoud en problemen oplossen. 9. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs.
Toegankelijkheid Uw apparaat beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps. Visuele handicap De software van het apparaat is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en functies van uw besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op het bedieningspaneel van het apparaat voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangegeven. Mobiliteit Om gebruikers met een beperkte mobiliteit te helpen, kunnen de softwarefuncties van het apparaat worden uitgevoerd met behulp van het toetsenbord. De software ondersteunt ook Windowstoegankelijkheidsopties, zoals plaktoetsen, schakeltoetsen, filtertoetsen en muistoetsen. De deuren, knoppen, papierlades en papiergeleiders van het apparaat kunnen door gebruikers met beperkte kracht en beperkt bereik worden bediend. Ondersteuning Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op www.hp.com/ accessibility. Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS gaat u naar de website van Apple op www.apple.com/accessibility.
Downloaded from www.vandenborre.be
Downloaded from www.vandenborre.be
Inhoudsopgave 1
Aan de slag Andere bronnen over het product zoeken .................................................................................8 De onderdelen van het apparaat kennen .................................................................................. 9 Vooraanzicht .....................................................................................................................10 Ruimte voor printerbenodigdheden ................................................................................... 10 Achteraanzicht ..................................................................................................................11 Knoppen en lampjes op bedieningspaneel .......................................................................11 Informatie over verbindingen ............................................................................................12
2
Het apparaat gebruiken Menu's van het bedieningspaneel gebruiken ..........................................................................13 Bedieningspaneel, berichttypen ..............................................................................................13 Statusberichten .................................................................................................................14 Waarschuwingen ..............................................................................................................14 Foutberichten ....................................................................................................................14 Kritieke foutberichten ........................................................................................................14 De instellingen van het apparaat wijzigen ...............................................................................14 Gebruik het HP Solution Center (Windows) ............................................................................15 De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken ...........................................................................15 Originelen plaatsen .................................................................................................................17 Een origineel op de glasplaat leggen ................................................................................17 Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen ..................................17 Afdrukmateriaal selecteren .....................................................................................................18 Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal ...................................................................19 Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal ...................................20 Ondersteunde formaten kennen .................................................................................20 Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten ........................................23 Minimummarges instellen .................................................................................................23 Afdrukmateriaal plaatsen ........................................................................................................24 Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat ...............................................................25 Afdrukken zonder randen .......................................................................................................26 Snelkiescodes installeren .......................................................................................................27 Faxnummers instellen als snelkiescodes of -groepen ......................................................28 Snelkiescodes installeren ...........................................................................................28 Een groep snelkiesnummers instellen ........................................................................28 Een lijst van snelkiescodes afdrukken en bekijken ...........................................................29 Een lijst van snelkiescodes bekijken ...........................................................................29
3
Afdrukken Afdrukinstellingen ...................................................................................................................30 Instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows) .................30 De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige taken (Windows) ......................30 Instellingen wijzigen (Mac OS) .......................................................................................... 31 Een afdruktaak annuleren .......................................................................................................31
1
Downloaded from www.vandenborre.be
4
Kopiëren Kopiëren vanaf het bedieningspaneel van het apparaat .........................................................32 De kopieerinstellingen wijzigen ...............................................................................................33 Het aantal kopieën instellen ....................................................................................................33 Het papierformaat voor kopiëren instellen ..............................................................................33 De kopieerpapiersoort instellen ..............................................................................................34 De snelheid of kwaliteit van het kopiëren wijzigen ..................................................................35 Het formaat van een origineel aanpassen zodat het op papier van Letter- of A4-formaat past .........................................................................................................................................36 Een document van het formaat Legal kopiëren op Letter-papier ............................................37 De kopie lichter of donkerder maken ......................................................................................37 Wazige gedeelten van de kopie verbeteren ............................................................................38 Lichte gedeelten van de kopie verbeteren ..............................................................................38 Een kopieertaak annuleren .....................................................................................................39
5
Scannen Een origineel scannen ............................................................................................................40 Een origineel naar een programma op een computer scannen (rechtstreekse verbinding) ........................................................................................................................41 Scannen vanuit een TWAIN-compatibel of WIA-compatibel programma ................................ 41 Scannen vanaf een TWAIN-compatibel programma .........................................................41 Scannen vanaf een WIA-compatibel programma .............................................................42 Een gescand origineel bewerken ............................................................................................42 Een gescande foto of afbeelding bewerken ......................................................................42 Een gescand document bewerken met behulp van OCR-software (Optical Character Recognition) .....................................................................................................42 Scaninstellingen wijzigen ........................................................................................................43 Een scantaak annuleren .........................................................................................................43
6
Fax Een fax verzenden ..................................................................................................................44 Een gewone fax verzenden ..............................................................................................45 Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon ............................................................45 Een fax verzenden met handsfree kiezen .........................................................................46 Een fax verzenden vanuit het geheugen ..........................................................................47 Een later verzendtijdstip voor een fax instellen .................................................................47 Een fax verzenden naar meerdere ontvangers .................................................................48 Een fax naar meerdere ontvangers verzenden vanaf het bedieningspaneel van het apparaat ................................................................................................................ 49 Een kleurenorigineel of fotofax verzenden ........................................................................49 De faxresolutie en de instellingen voor Licht./Donkerder wijzigen ..................................50 De faxresolutie wijzigen ..............................................................................................50 De Licht./Donkerder-instelling wijzigen .....................................................................51 Nieuwe standaardinstellingen instellen .......................................................................52 Fax verzenden in foutcorrectiemodus ...............................................................................52
2
Downloaded from www.vandenborre.be
Inhoudsopgave Een fax ontvangen ..................................................................................................................52 Een fax handmatig ontvangen ..........................................................................................53 Backup-faxontvangst instellen ..........................................................................................54 Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken ..............................................55 Een fax opvragen voor ontvangst .....................................................................................55 Faxen doorsturen naar een ander nummer ......................................................................56 Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen ............................................................ 57 Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen ........................................57 Ongewenste faxnummers blokkeren ................................................................................58 Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers ................................. 58 Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers ...............................59 Faxen ontvangen op de computer ....................................................................................59 Fax naar pc activeren .................................................................................................60 Instellingen van Fax naar pc wijzigen .........................................................................60 Faxinstellingen wijzigen ..........................................................................................................61 Het faxkopschrift instellen .................................................................................................62 De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) ..................................................62 Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen ..............................................62 Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen ..........................................63 Foutcorrectiemodus fax instellen ......................................................................................64 Het kiessysteem instellen .................................................................................................64 Opties opnieuw kiezen instellen ........................................................................................ 64 De faxsnelheid instellen ....................................................................................................65 Faxen via the Internet .............................................................................................................65 Installatie testfax .....................................................................................................................66 Rapporten gebruiken ..............................................................................................................66 Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken ....................................................................67 Foutrapporten voor faxen afdrukken .................................................................................68 Het faxlogboek afdrukken en bekijken ..............................................................................68 Een fax annuleren ..................................................................................................................69 7
Configureren en beheren Het apparaat beheren .............................................................................................................70 Het apparaat controleren ..................................................................................................70 Het apparaat beheren .......................................................................................................71 Beheertools voor het apparaat gebruiken ...............................................................................71 Werkset (Windows) ...........................................................................................................71 De Werkset openen ....................................................................................................72 Tabbladen in de Werkset ............................................................................................72 HP Printerhulpprogramma (Mac OS) ................................................................................73 Het HP Printerhulpprogramma openen .......................................................................73 Deelvensters van HP Printerhulpprogramma .............................................................. 74 Het diagnostische zelftestrapport begrijpen ............................................................................74
3
Downloaded from www.vandenborre.be
Het apparaat configureren voor faxen ....................................................................................75 Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) ...................................................................75 De juiste faxinstellingen voor thuis of op kantoor kiezen ............................................77 De faxinstallatie voor uw situatie selecteren ...............................................................78 Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) .................80 Situatie B: Het apparaat installeren met DSL .............................................................. 81 Situatie C: Het apparaat installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDNlijn ...............................................................................................................................82 Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn ...................................... 83 Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn ..........................................................................84 Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail .................................................85 Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen) .........................................................................................86 Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem ........89 Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat .........................93 Situatie J: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem en een antwoordapparaat ...............................................................94 Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail ...............................................................98 Seriële faxinstallatie ........................................................................................................100 Het apparaat configureren (Windows) ..................................................................................101 De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze) ..........101 Sluit het apparaat aan voordat u de software installeert .................................................102 Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk ........................................................103 Het apparaat configureren (Mac OS) ....................................................................................103 Om de software te installeren .........................................................................................103 Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk ........................................................104 De software verwijderen en opnieuw installeren ...................................................................105 8
Onderhoud en problemen oplossen Werken met inktpatronen ......................................................................................................108 Ondersteunde inktpatronen ............................................................................................108 Omgaan met de inktpatronen .........................................................................................109 Inktpatronen vervangen ..................................................................................................109 Inktpatronen uitlijnen .......................................................................................................113 Inktpatronen reinigen ......................................................................................................115 De contactpunten van de inktpatroon reinigen ................................................................ 116 Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen ..............................................................117 Printerbenodigdheden bewaren ......................................................................................119 Het toestel reinigen ...............................................................................................................120 De glasplaat van de scanner reinigen .............................................................................121 De buitenkant reinigen ....................................................................................................121 De automatische documentinvoer reinigen .....................................................................122 Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen ..............................................124
4
Downloaded from www.vandenborre.be
Inhoudsopgave Problemen met het afdrukken oplossen ...............................................................................125 Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld ...............................................................125 Op het bedieningspaneel verschijnt een foutmelding .....................................................126 Het apparaat reageert niet (drukt niet af) ........................................................................126 Het afdrukken duurt lang ................................................................................................126 Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt ................................................127 De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten ........................................................127 Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst .................................................................128 Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit .........................................128 Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten .....................................................128 Algemene problemen met afdrukken van slechte kwaliteit .............................................129 Er worden vreemde tekens afgedrukt .............................................................................129 De inkt wordt uitgesmeerd ..............................................................................................130 De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig ...........................................................131 De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof ..........................................................................131 Kleuren worden in zwart-wit afgedrukt ............................................................................132 De verkeerde kleuren worden afgedrukt .........................................................................132 De kleuren op de afdruk lopen door elkaar .....................................................................132 De kleuren zijn niet goed uitgelijnd .................................................................................133 Lijnen of punten ontbreken in de tekst of afbeeldingen ...................................................133 Problemen met de papierinvoer oplossen ............................................................................133 Problemen met het kopiëren oplossen .................................................................................135 Er kwam geen kopie uit ..................................................................................................135 Kopieën zijn blanco .........................................................................................................136 Documenten ontbreken of zijn vervaagd ........................................................................136 Het formaat is verkleind ..................................................................................................136 De kopieerkwaliteit is slecht ............................................................................................137 Er verschijnen defecten in de kopieën ............................................................................137 Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit .........................................138 Er verschijnen foutberichten ...........................................................................................138 Papierconflict ..................................................................................................................138 Scanproblemen oplossen .....................................................................................................138 Scanner reageerde niet ..................................................................................................139 Scannen duurt te lang .....................................................................................................139 Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst ...................................139 Tekst kan niet worden bewerkt .......................................................................................140 Er verschijnen foutmeldingen .........................................................................................140 De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht ..........................................................140 Er verschijnen defecten in de scans ...............................................................................142 Faxproblemen oplossen .......................................................................................................142 De faxtest is mislukt ........................................................................................................143 Installatieproblemen oplossen ..............................................................................................156 Suggesties voor hardware-installatie ..............................................................................157 Suggesties voor software-installatie ...............................................................................158 Storingen verhelpen .............................................................................................................. 158 Papierstoringen verhelpen ..............................................................................................159 Papierstoringen voorkomen ............................................................................................160
5
Downloaded from www.vandenborre.be
A HP-benodigdheden en -accessoires Afdrukbenodigdheden online bestellen .................................................................................161 Benodigdheden ....................................................................................................................161 HP-afdrukmateriaal .........................................................................................................161 B Ondersteuning en garantie Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ................................................................163 Elektronische ondersteuning krijgen .....................................................................................164 Telefonische ondersteuning van HP krijgen .........................................................................164 Voordat u belt .................................................................................................................164 Wat te doen bij problemen ..............................................................................................165 Telefonische ondersteuning van HP ...............................................................................165 Periode voor telefonische ondersteuning ..................................................................165 Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning .................................................165 Telefonisch contact opnemen ...................................................................................165 Na de periode van telefonische ondersteuning .........................................................165 Opties voor aanvullende garantie ...................................................................................166 HP Quick Exchange Service (Japan) ..............................................................................166 Klantenondersteuning van HP Korea bellen ...................................................................167 Het apparaat klaarmaken voor verzending ...........................................................................167 De inktpatronen verwijderen voordat u het apparaat verstuurt .......................................167 Het apparaat verpakken .......................................................................................................169 C Specificaties van het apparaat Fysieke specificaties .............................................................................................................170 Productkenmerken en -mogelijkheden .................................................................................170 Specificaties processor en geheugen ...................................................................................171 Systeemvereisten .................................................................................................................171 Afdrukspecificaties ................................................................................................................172 Kopieerspecificaties ..............................................................................................................172 Faxspecificaties ....................................................................................................................172 Scanspecificaties ..................................................................................................................173 Omgevingsspecificaties ........................................................................................................173 Elektrische specificaties ........................................................................................................173 Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO 7779) ....................................................................................................................................173 D Wettelijk verplichte informatie FCC-verklaring .....................................................................................................................175 Kennisgeving voor gebruikers in Korea ................................................................................175 VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan .....................................176 Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan .........................................................176 RoHS notices (China only) ...................................................................................................176 Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland .............................................................176 Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements ....................................... 177 Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk .......................................178 Kennisgeving aan gebruikers in de Europese Unie ..............................................................179 Notice to users of the German telephone network ................................................................179 Australia wired fax statement ................................................................................................179 Wettelijk verplicht modelnummer ..........................................................................................179 Declaration of conformity ......................................................................................................180
6
Downloaded from www.vandenborre.be
Inhoudsopgave Programma voor milieubehoud .............................................................................................181 Papiergebruik .................................................................................................................181 Kunststof .........................................................................................................................181 Veiligheidsinformatiebladen ............................................................................................181 Kringloopprogramma ......................................................................................................181 Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen ............................................................. 181 Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese Unie ................................................................................................................182 Energy Star®-vermelding .........................................................................................183 Index...........................................................................................................................................184
7
Downloaded from www.vandenborre.be
1
Aan de slag In deze handleiding vindt u details over het gebruik van het apparaat en het oplossen van problemen. • •
Andere bronnen over het product zoeken De onderdelen van het apparaat kennen
Andere bronnen over het product zoeken Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in deze handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar: Bron
Beschrijving
Locatie
Installatieposter
Bevat geïllustreerde installatieaanwijzingen.
Een gedrukte versie van het document is bij het apparaat meegeleverd.
Leesmij-bestand en releaseinfo
Deze bieden de laatste informatie en tips voor het oplossen van problemen.
Staat op de Starter-cd.
Werkset (Microsoft® Windows®)
Verschaft toegang tot onderhoudsservices.
De Werkset wordt normaal als optie samen met de software van het apparaat geïnstalleerd.
Raadpleeg Werkset (Windows) voor meer informatie. HP Printerhulpprogramma (Mac OS)
Bevat hulpmiddelen voor het configureren van afdrukinstellingen, het kalibreren van het apparaat, het reinigen van de inktpatronen, het afdrukken van de configuratiepagina, het online bestellen van benodigdheden en het zoeken van hulp op de website.
Het HP Printerhulpprogramma wordt normaal samen met de software van het apparaat geïnstalleerd.
Raadpleeg HP Printerhulpprogramma (Mac OS) voor meer informatie. Bedieningspaneel van het apparaat
Geeft status-, fout- en waarschuwingsinformatie over de werking.
Raadpleeg Knoppen en lampjes op bedieningspaneel voor meer informatie.
Logs en rapporten
Biedt informatie over gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden.
Raadpleeg Het apparaat controleren voor meer informatie.
Diagnostische zelftestpagina
•
Raadpleeg Het diagnostische zelftestrapport begrijpen voor meer informatie.
Apparaatgegevens: ◦ Naam van product
◦
8
Modelnummer
Aan de slag
Downloaded from www.vandenborre.be
(vervolg) Bron
Beschrijving
◦ ◦ • • • HP-websites
Locatie
Serienummer
Versienummer van de firmware Het aantal afgedrukte pagina's uit de lades en accessoires Inktniveaus Status van inktpatroon
Biedt de meest recente printersoftware en producten ondersteuningsinformatie.
www.hp.com/support
Telefonische ondersteuning van HP
Bevat contactinformatie van HP. Gedurende de garantieperiode is deze ondersteuning vaak kosteloos.
Ga voor meer informatie naar Telefonische ondersteuning van HP krijgen.
Help bij de HPbeeldbewerkingssoftware
Biedt informatie over het gebruik van de software.
Raadpleeg De HPbeeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer informatie.
Handleiding voor bedieningspaneel
Instructies voor bedieningspaneel van het apparaat
Beschikbaar via het Solution Center en de Werkset (Windows).
www.hp.com
De onderdelen van het apparaat kennen • • • • •
Vooraanzicht Ruimte voor printerbenodigdheden Achteraanzicht Knoppen en lampjes op bedieningspaneel Informatie over verbindingen
De onderdelen van het apparaat kennen
Downloaded from www.vandenborre.be
9
Hoofdstuk 1
Vooraanzicht
1
Bedieningspaneel van het apparaat
2
Hoofdlade
3
Toegangsklep aan de voorzijde
4
Scannerglasplaat
5
Automatische documentinvoer
Ruimte voor printerbenodigdheden
10
1
Toegangsklep aan de voorzijde
2
Inktpatronen
Aan de slag
Downloaded from www.vandenborre.be
Achteraanzicht
1
USB (Universal Serial Bus)-poort achteraan
2
Stroomaansluiting
3
1-LINE (fax)
4
2-EXT (telefoon)
Knoppen en lampjes op bedieningspaneel
In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van het apparaat. Label
Naam en beschrijving
1
Toetsenblok: hiermee voert u waarden in.
2
Waarschuwingslampje: duidt op een foutconditie.
3
Knop Terug: hiermee gaat u terug naar de vorige instelling of een bovenliggend menu.
4
Knop Pijl naar links: hiermee navigeert u door instellingen in de menu's.
5
Knop OK: hiermee selecteert u het huidige menu of de huidige instelling.
6
Knop Pijl naar rechts: hiermee navigeert u terug door instellingen in de menu's.
De onderdelen van het apparaat kennen
Downloaded from www.vandenborre.be
11
Hoofdstuk 1 (vervolg) Label
Naam en beschrijving
7
Installatie: hiermee wordt het menu Instellingen weergegeven. Met dit menu kunt u rapporten genereren en andere onderhoudsinstellingen wijzigen, en het menu Help openen. Het onderwerp dat u in het menu Help selecteert, wordt geopend in een Help-venster op het scherm van de computer.
8
Start: hiermee start u een kopieer-, fax- of scantaak. Wanneer u op Start drukt, wordt de taak verwerkt volgens de geselecteerde functie.
9
Annuleren: hiermee stopt u een taak, verlaat u een menu of verlaat u de instellingen.
10
Scanfunctie, lampje
11
Kopieerfunctie, lampje
12
Functie Kopiëren Zwart/wit, lampje
13
Functie Kopiëren Kleur, lampje
14
Functie Faxen Zwart/wit, lampje
15
Aan/uit: hiermee schakelt u het apparaat in of uit. Het lampje van de knop Aan brandt als het apparaat aanstaat. Het lampje knippert wanneer een taak wordt uitgevoerd. Als het apparaat is uitgeschakeld, ontvangt het toch nog een minimale hoeveelheid stroom. Als u de stroomtoevoer naar het apparaat volledig wilt afsluiten, schakelt u het apparaat uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
16
Indicatie voor opraken van inkt
17
Indicatie voor geladen origineel
18
Indicatie voor papierstoring
Informatie over verbindingen Beschrijving
Aanbevolen aantal aangesloten computers voor de beste prestaties
Ondersteunde softwarefuncties
Instructies bij de installatie
USB-aansluiting
Eén computer die via een USB-kabel is aangesloten op de snelle USB 2.0-poort aan de achterzijde van het apparaat.
Alle functies worden ondersteund.
Zie de installatieposter voor uitgebreide instructies.
Printers delen
Maximaal vijf computers.
Alle functies die op de hostcomputer aanwezig zijn, worden ondersteund. Alleen afdrukken wordt vanaf de andere computers ondersteund.
Volg de instructies in het gedeelte Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk.
De hostcomputer moet altijd aanstaan, anders kunnen de andere computers niet op het apparaat afdrukken.
12
Aan de slag
Downloaded from www.vandenborre.be
2
Het apparaat gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • •
Menu's van het bedieningspaneel gebruiken Bedieningspaneel, berichttypen De instellingen van het apparaat wijzigen Gebruik het HP Solution Center (Windows) De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken Originelen plaatsen Afdrukmateriaal selecteren Afdrukmateriaal plaatsen Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat Afdrukken zonder randen Snelkiescodes installeren
Menu's van het bedieningspaneel gebruiken In de volgende gedeelten wordt een kort overzicht gegeven van de hoofdmenu's die op het scherm van het bedieningspaneel verschijnen. Om een menu weer te geven, drukt u op de menuknop voor de gewenste functie. • •
•
Het menu Scannen: hiermee wordt een lijst met bestemmingen weergegven. Voor sommige bestemmingen moet de HP Photosmart-software worden geladen. Het menu Kopiëren: menuopties zijn: ◦ Het aantal kopieën selecteren ◦ Verkleinen of vergroten ◦ Materiaalsoort- en formaat selecteren Het menu Faxen: hiermee kunt u een fax of snelkiesnummer invoeren of het menu Faxen weergeven. Menuopties zijn: ◦ Resolutie aanpassen ◦ Lichter of donkerder maken ◦ Faxen later verzenden ◦ Nieuwe standaardinstellingen instellen
Bedieningspaneel, berichttypen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • •
Statusberichten Waarschuwingen Foutberichten Kritieke foutberichten
Het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
13
Hoofdstuk 2
Statusberichten Statusberichten geven de actuele status van het apparaat weer. Ze stellen u op de hoogte van de normale werking en vereisen geen handeling om te worden opgelost. Ze veranderen naargelang de status van het apparaat verandert. Wanneer het apparaat klaar is en geen taken uitvoert en er nog geen af te handelen waarschuwingsberichten zijn, verschijnen de datum en tijd als de printer aanstaat.
Waarschuwingen Waarschuwingen stellen u op de hoogte van gebeurtenissen waar u aandacht aan dient te besteden, maar die de werking van het apparaat niet belemmeren. Een voorbeeld van een waarschuwing is Inkt bijna op.
Foutberichten Foutberichten melden u dat er een handeling moet worden verricht, zoals afdrukmateriaal toevoegen of een storing verhelpen. Deze berichten gaan gewoonlijk samen met een rood, knipperend waarschuwingslampje. Voer de nodige handelingen uit om verder af te drukken. Als in het foutbericht een foutcode wordt weergegeven, drukt u op de knop Aan/uit om het apparaat uit te schakelen en schakelt u het ervolgens weer in. In de meeste gevallen lost deze handeling het probleem op. Wanneer het bericht blijft verschijnen, moet uw apparaat misschien hersteld worden.
Kritieke foutberichten Kritieke foutberichten wijzen u op een defect in het apparaat. Sommige van deze berichten kunnen worden opgelost door op de knop Aan/uit te drukken, het apparaat uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen. Als een kritieke fout aanhoudt, is reparatie noodzakelijk. Raadpleeg Ondersteuning en garantie voor meer informatie.
De instellingen van het apparaat wijzigen U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen op deze plaatsen: • •
Vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. Vanaf het HP Solution Center (Windows) of HP Apparaatbeheer (Mac OS). Zie De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer informatie. Opmerking Als u de instellingen configureert in het HP Solution Center of in HP Apparaatbeheer, kunt u de instellingen die vanaf het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd (zoals de kopieerinstellingen) niet zien.
14
Het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de linker- of rechterpijltoetsen om naar de functie te gaan die u gebruikt (bijvoorbeeld Kopiëren Kleur). Druk op OK om die functie te selecteren. 2. Om bij de optie te komen die u wilt wijzigen, gebruikt u een van de volgende methoden: • Druk op een knop op het bedieningspaneel en gebruik vervolgens de pijl naar rechts of naar links om de waarde aan te passen. • Selecteer de optie uit het menu op het afleesvenster van het bedieningspaneel. 3. Selecteer de gewenste waarde en druk vervolgens op OK. Instellingen wijzigen vanuit het HP Solution Center (Windows) ▲ Zie De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken. Instellingen van de HP-beeldbewerkingssoftware (Mac OS) wijzigen 1. Klik in het Dock op het pictogram Apparaatbeheer. 2. Selecteer het apparaat in het vervolgmenu Apparaten. 3. In het menu Informatie en instellingen, klikt u op een item dat u wilt veranderen.
Gebruik het HP Solution Center (Windows) Op een computer met Windows is het HP Solution Center de plaats waar u toegang krijgt tot de HP Photosmart-software. Met het HP Solution Center kunt u de afdrukinstellingen wijzigen, benodigdheden bestellen en de help op het scherm raadplegen. Welke functies beschikbaar zijn in het HP Solution Center hangt af van de apparaten die u hebt geïnstalleerd. In het HP Solution Center worden alleen pictogrammen getoond die zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde apparaat niet is uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze functie niet in het HP Solution Center. Als het HP Solution Center op de computer geen pictogrammen bevat, is er mogelijk een probleem opgetreden tijdens de installatie van de software. U kunt dit probleem oplossen door de HP Photosmart-software via het Configuratiescherm van Windows volledig te verwijderen en de software vervolgens opnieuw te installeren. Zie de bij het apparaat geleverde Help op het scherm voor meer informatie. Zie De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer informatie over het HP Solution Center.
De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken Met de HP-beeldbewerkingssoftware krijgt u toegang tot veel functies die niet beschikbaar zijn vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. De software is tijdens de installatie op uw computer geïnstalleerd. Zie de bij het apparaat geleverde installatiedocumentatie voor meer informatie. Toegang tot de HP beeldbewerkingssoftware verschilt per besturingssysteem (OS). Als u bijvoorbeeld op een pc met Windows werkt, start u de HPDe HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
15
Hoofdstuk 2
beeldbewerkingssoftware in het venster HP Photosmart-software. Als u op een pc met Macintosh werkt, start u de HP-beeldbewerkingssoftware in het venster HP Photosmart Studio. In alle gevallen gebruikt u dit punt als startpunt voor de HPbeeldbewerkingssoftware en -services. De HP Photosmart-software openen op een computer met Windows 1. Voer een van de volgende handelingen uit: • Dubbelklik op het Windows-bureaublad op het pictogram HP Photosmartsoftware. • Dubbelklik op het pictogram van de HP Digital Imaging Monitor in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk van Windows. • Klik op de knop Start op de taakbalk, wijs Programma's of Alle programma's aan, selecteer HP en klik op HP Photosmart-software. 2. Als u meer dan één HP-apparaat hebt geïnstalleerd, selecteert u het tabblad met de naam van uw product. Opmerking Op een Windows-computer zijn de beschikbare functies in het HP Photosmart-software afhankelijk van de apparaten die zijn geïnstalleerd. In de software worden alleen pictogrammen getoond die zijn gekoppeld aan het geselecteerde apparaat. Als het geselecteerde apparaat niet is uitgerust met een bepaalde functie, verschijnt het pictogram voor deze functie niet in de software. Tip Als het HP Photosmart-software op de computer geen pictogrammen bevat, is er mogelijk een probleem opgetreden tijdens de installatie van de software. U kunt dit probleem oplossen door de HP Photosmart-software via het Configuratiescherm van Windows volledig te verwijderen en de software vervolgens opnieuw te installeren. Zie de bij het apparaat geleverde installatieposter voor meer informatie. De HP Photosmart Studio-software openen op een computer met Macintosh 1. Klik op het pictogram HP Photosmart Studio in het Dock. Het venster HP Photosmart Studio verschijnt. 2. Klik op Apparaten op de HP Photosmart Studio-taakbalk. Het venster HP Apparaatbeheer wordt weergegeven. 3. Selecteer uw apparaat in het vervolgkeuzemenu Apparaat. Hiermee kunt u scannen, documenten importeren en onderhoud uitvoeren, zoals het controleren van het inktniveau in de inktpatronen. Opmerking Welke functies beschikbaar zijn in de HP Photosmart Studiosoftware op een computer met Macintosh, hangt af van het geselecteerde apparaat. Tip Wanneer de HP Photosmart Studio-software is geopend, kunt u de snelkoppelingen in het Dock-menu openen als u de muisknop ingedrukt houdt op het pictogram van HP Photosmart Studio in het Dock.
16
Het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
Originelen plaatsen U kunt een te kopiëren of te scannen origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat van de scanner plaatsen. • •
Een origineel op de glasplaat leggen Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen
Een origineel op de glasplaat leggen U kunt originelen van maximaal A4- of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te leggen. Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon zijn. Raadpleeg Het toestel reinigen voor meer informatie. Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen 1. Til de scannerklep op. 2. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechterbenedenhoek van de glasplaat. Tip Raadpleeg de geleider langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen van originelen.
3. Sluit de klep.
Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen U kunt een enkelzijdig document met een enkele pagina of meerdere pagina's van A4of Letter-formaat kopiëren, scannen of faxen door het document in de invoerlade te plaatsen. Let op Geen foto's laden in de ADF; daarmee kunnen uw foto's beschadigd raken.
Originelen plaatsen
Downloaded from www.vandenborre.be
17
Hoofdstuk 2
Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina, werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de glasplaat leggen. De documentinvoerlade kan maximaal 50 vellen standaardpapier bevatten. Een origineel in de documentinvoerlade plaatsen 1. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar boven in de invoerlade. Plaats de pagina's zodat de bovenkant van het document eerst wordt ingevoerd. Schuif het materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon hoort of een bericht op het uitleesvenster ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's werden gedetecteerd. Tip Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het laden van originelen in de automatische documentinvoer.
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand van het medium komen. Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van het apparaat optilt.
Afdrukmateriaal selecteren Het apparaat is geschikt voor gebruik met de meeste soorten afdrukmateriaal. Wij raden u aan om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Ga naar de website van HP op www.hp.com om meer te weten over afdrukmateriaal van HP. • • •
18
Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal Minimummarges instellen
Het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden. •
• • • •
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties van het apparaat. Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Plaats slechts één papiersoort tegelijkertijd in een lade. Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden en tegen de rechter- en achterkant van de lade. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Plaats niet te veel papier. Ga voor meer informatie naar Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal. Om vastgelopen papier, een slechte afdrukkwaliteit en andere printerproblemen te voorkomen, kunt u het volgende afdrukmateriaal het beste vermijden: ◦ Formulieren die uit meerdere delen bestaan ◦ Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld ◦ Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties ◦ Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed absorbeert ◦ Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Kaarten en enveloppen • Gebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen, sluitingen of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke, onregelmatige of gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of anderszins beschadigd zijn. • Gebruik platte, strak gevouwen enveloppen. • Laad enveloppen met de flappen naar boven. Afdrukmateriaal voor foto's • Gebruik de modus Beste voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het afdrukken meer tijd in beslag omdat meer computergeheugen vereist is. • Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan. Transparanten • Plaats transparanten met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip wijzend naar de achterzijde van het apparaat. • Gebruik de modus Normaal om af te drukken op transparanten. De droogtijd in deze modus is langer. Daarom wordt de volgende pagina pas in de hoofdlade uitgevoerd wanneer de inkt helemaal droog is. • Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Afdrukmateriaal selecteren
Downloaded from www.vandenborre.be
19
Hoofdstuk 2
Speciaal papierformaat • Gebruik alleen speciaal papierformaat dat wordt ondersteund door het apparaat. • Wanneer de toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document gaat afdrukken. Anders stelt u het formaat in met de printerdriver. Mogelijk moet u de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op speciaal papierformaat.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal Met de tabellen Ondersteunde formaten kennen en Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten kunt u bepalen welke media goed zijn voor uw apparaat en welke functies bij uw papier zullen functioneren. • •
Ondersteunde formaten kennen Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten
Ondersteunde formaten kennen Papierformaat
Hoofdlade
Standaardformaten afdrukmateriaal 216 x 330 mm (8,5 x 13 inches) U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5 x 14 inches) A4 (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inches) U.S. Executive (184 x 267 mm; 7,25 x 10,5 inches) B5 (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12 inches) A5 (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inches) B7 JIS B7 JIS zonder rand A4 zonder rand (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inches) A5 zonder rand (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inches) B5 zonder rand (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12 inches) Ofuku hagaki B7 ISO zonder rand Hagaki zonder rand (100 x 148 mm) Zonder rand (10 x 15 cm, tab)
20
Het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
(vervolg) Papierformaat
Hoofdlade
Zonder rand (4 x 6 inch, tab) Zonder rand (4 x 6 inch, tab) Zonder rand (10 x 20 cm, tab) Zonder rand (4 x 8 inch, tab) HV zonder rand A6 zonder rand Kabinet zonder rand 2L zonder rand (zelfde afmetingen als 5 x 7 inch) Zonder rand (13 x 18 cm), zelfde afmetingen als 5 x 7 inch Zonder rand (8,5 x 11 inch) B7 ISO 10 x 15 cm (tab) 4 x 6 inch (tab) 10 x 20 cm (tab) 4 x 8 inch (tab) HV Kabinet 2L (zelfde afmetingen als 5 x 7 inch) 13 x 18 cm (zelfde afmetingen als 5 x 7 inch) Enveloppen Envelop U.S. #10 (105 x 241 mm; 4,12 x 9,5 inches) Monarch-envelop (98 x 191 mm; 3,88 x 7,5 inches) Card Envelope (111 x 152 mm; 4,4 x 6 inches) Envelop A2 (111 x 146 mm; 4,37 x 5,75 inches) Envelop DL (110 x 220 mm; 4,3 x 8,7 inches) Envelop C6 (114 x 162 mm; 4,5 x 6,4 inches) Japanse envelop Chou #3 (120 x 235 mm; 4,7 x 9,3 inches)
Afdrukmateriaal selecteren
Downloaded from www.vandenborre.be
21
Hoofdstuk 2 (vervolg) Papierformaat
Hoofdlade
Japanse envelop Chou #4 (90 x 205 mm; 3,5 x 8,1 inches) Kaarten Systeemkaart (76,2 x 127 mm; 3 x 5 inches) Systeemkaart (102 x 152 mm; 4 x 6 inches) Systeemkaart (127 x 203 mm; 5 x 8 inches) Kaart A6 (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83 inches) Kaart A6 zonder rand (105 x 148,5 mm; 4,13 x 5,83 inches) Hagaki** (100 x 148 mm; 3,9 x 5,8 inches) Fotoafdrukmateriaal Fotopapier (102 x 152 mm; 4 x 6 inches) Fotopapier (5 x 7 inches) Fotopapier (8 x 10 inches) Fotopapier (10 x 15 cm) Foto L (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inches) Fotopapier zonder rand (102 x 152 mm; 4 x 6 inches) Fotopapier zonder rand (5 x 7 inches) Fotopapier zonder rand (8 x 10 inches) Fotopapier zonder rand (8,5 x 11 inches) Fotopapier zonder rand (10 x 15 cm) Foto L zonder rand (89 x 127 mm; 3,5 x 5 inches) Ander afdrukmateriaal Speciaal papierformaat van 76,20 tot 210,06 mm breed en van 101,60 tot 762,00 mm lang (3 tot 8,5 inch breed en 4 tot 30 inch lang) Panorama (4 x 12 inch) Panorama zonder rand (4 x 12 inch)
** Het apparaat is alleen compatibel met gewoon en inkjet-hagaki van Japan Post. Het is niet compatibel met foto-hagaki van Japan Post.
22
Het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten Lade
Soort
Gewicht
Capaciteit
Hoofdlade
Papier
60 tot 105 g/m2
Maximaal 100 vellen gewoon papier
(16 tot 28 lb bankpost)
Transparanten
(25 mm of 1 inch gestapeld) Maximaal 70 vellen (17 mm of 0,67 inch gestapeld)
Afdrukmateriaal voor foto's
280 g/m2
Maximaal 100 vellen
(75 lb bankpost)
(17 mm of 0,67 inch gestapeld)
Etiketten
Maximaal 100 vellen (17 mm of 0,67 inch gestapeld)
Enveloppen
Kaarten
75 tot 90 g/m2
Maximaal 30 vellen
(envelop met 20 to 24 lb bankpost)
(17 mm of 0,67 inch gestapeld)
Maximaal 200 g/m2
Maximaal 80 kaarten
(steekkaart 110 lb) Hoofdlade
Alle ondersteunde afdrukmaterialen
Maximaal 100 vellen gewoon papier (tekst afdrukken)
Minimummarges instellen De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde marges in de oriëntatie Staand.
Afdrukmateriaal
(1) Linkermarge
(2) Rechtermarg e
(3) Bovenmarge
(4) Ondermarge *
U.S. Letter
3,0 mm (0,118 inch)
3,0 mm (0,118 inch)
3,0 mm (0,118 inch)
3,0 mm (0,118 inch)
Afdrukmateriaal selecteren
Downloaded from www.vandenborre.be
23
Hoofdstuk 2 (vervolg) Afdrukmateriaal
(1) Linkermarge
(2) Rechtermarg e
(3) Bovenmarge
(4) Ondermarge *
3,0 mm (0,118 inch)
3,0 mm (0,118 inch)
3,0 mm (0,118 inch)
14,3 mm (0,563 inch)
U.S. Legal A4 U.S. Executive U.S. Statement B5 A5 Kaarten Speciaal papierformaat Afdrukmateriaal voor foto's Enveloppen
* Om deze marge-instelling op een computer met Windows te verkrijgen, klikt u op het tabblad Geavanceerd in de printerdriver en selecteert u Minimaliseren van marges.
Afdrukmateriaal plaatsen Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in het apparaat. Hoofdlade vullen 1. Laad het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden langs de rechterzijde van de hoofdlade. Controleer of de stapel goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en niet over de lijnmarkering in de lade hangt. Opmerking Vul nooit papier bij als het apparaat nog aan het afdrukken is. 2. Stel de mediageleiders in de lade af op het formaat dat u in de lade hebt geplaatst.
24
Het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
3. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat (Windows) 1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. 2. Kies wanneer een document is geopend de opdracht Afdrukken in het menu Bestand en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Functies. 4. Selecteer het formaat afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Formaat.
5.
6. 7. 8.
Een speciaal papierformaat instellen: a. Klik op de knop Aangepast. b. Typ een naam voor het nieuwe aangepaste formaat. c. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en vervolgens klikt u op Opslaan. d. Klik tweemaal op OK om het dialoogvenster met eigenschappen of voorkeuren te sluiten. Open het dialoogvenster opnieuw. e. Selecteer het nieuwe aangepaste formaat. Een papiersoort selecteren: a. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Soort. b. Klik op het gewenste type afdrukmateriaal en klik dan op OK. Selecteer de bron van het afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Bron. Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK. Druk het document af.
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat (Mac OS) 1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. 2. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand. 3. Controleer of de juiste printer is geselecteerd. 4. Selecteer het papierformaat. Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
Downloaded from www.vandenborre.be
25
Hoofdstuk 2
5. Een speciaal papierformaat instellen: a. Klik op Speciale papierformaten beheren in het vervolgkeuzemenu Papierformaat. b. Klik op Nieuw en typ een naam voor het formaat in het vak Naam papierformaat. c. Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u indien nodig de marges in. d. Klik op Klaar of OK en klik vervolgens op Opslaan. 6. Klik in het menu Bestand op Pagina-instelling en selecteer dan het nieuwe aangepaste formaat. 7. Klik op OK. 8. Klik op Afdrukken in het menu Bestand. 9. Open het paneel Papierverwerking. 10. Klik in Bestemming papierformaat op de knop Aanpassen aan papierformaat en selecteer het speciale papierformaat. 11. Wijzig eventueel andere instellingen en klik dan op OK of Afdrukken.
Afdrukken zonder randen Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde afdrukmaterialen en van bepaalde formaten daarvan. Opmerking Open het bestand in een softwaretoepassing en bepaal het formaat van de afbeelding. Zorg ervoor dat dit formaat overeenstemt met het formaat van het afdrukmateriaal waarop u de afbeelding gaat afdrukken. U kunt deze functie ook openen vanuit het tabblad Snel afdrukopties instellen. Open de printerdriver, selecteer het tabblad Snel afdrukopties instellen en selecteer uit het vervolgmenu de snelkoppeling voor deze afdruktaak. Opmerking Afdrukken zonder rand wordt niet ondersteund voor gewone formaten. Een document zonder rand afdrukken (Windows) 1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. 2. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 3. Open vanuit de toepassing de printerdriver: a. Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken. b. Klik op Eigenschappen of Installatie. 4. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit . 5. Selecteer het formaat afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Formaat. 6. Vink het selectievakje Afdrukken zonder rand aan. 7. Selecteer de bron van het afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Bron. 8. Selecteer het soort afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Soort. Opmerking Afdrukken zonder rand wordt niet ondersteund voor gewone formaten.
26
Het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
9. Om foto's af te drukken, selecteert u Beste uit de vervolgkeuzelijst Printkwaliteit. U kunt ook Maximum dpi selecteren, waarmee u een optimale afdrukkwaliteit tot maximaal 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi* verkrijgt. *Maximaal 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi voor kleurenafdrukken en 1200 inputdpi. Met deze instelling is het mogelijk dat tijdelijk een grote hoeveelheid schijfruimte (400 MB of meer) wordt gebruikt en dat het afdrukken trager verloopt. 10. Wijzig eventueel andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK. 11. Druk het document af. 12. Als u hebt afgedrukt op afdrukmateriaal met een afscheurrand, verwijdert u die rand zodat het document helemaal geen rand meer heeft. Een document zonder rand afdrukken (Mac OS) 1. Plaats het juiste afdrukmateriaal. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. 2. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 3. Klik op Bestand en klik vervolgens op Pagina-instelling. 4. Controleer of de juiste printer is geselecteerd. 5. Selecteer het formaat zonder randen en klik vervolgens op OK. 6. Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken. 7. Open het paneel Papiersoort/Kwaliteit. 8. Klik op het Tabblad papier en selecteer vervolgens het soort afdrukmateriaal uit de vervolgkeuzelijst Papiersoort. Opmerking Afdrukken zonder rand wordt niet ondersteund voor gewone formaten. 9. Om foto's af te drukken, selecteert u Beste uit de vervolgkeuzelijst Kwaliteit. U kunt ook Maximum dpi selecteren, waarmee u een optimale tot maximaal 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi* verkrijgt. *Maximaal 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi voor kleurenafdrukken en 1200 inputdpi. Met deze instelling is het mogelijk dat tijdelijk een grote hoeveelheid schijfruimte (400 MB of meer) wordt gebruikt en dat het afdrukken trager verloopt. 10. Selecteer de bron van het afdrukmateriaal. Wanneer u op dikker materiaal of fotopapier afdrukt, selecteert u de handmatige invoeroptie. 11. Wijzig eventueel andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op Afdrukken. 12. Als u hebt afgedrukt op afdrukmateriaal met een afscheurrand, verwijdert u die rand zodat het document helemaal geen rand meer heeft.
Snelkiescodes installeren U kunt veelgebruikte faxnummers installeren als snelkiescodes. Hiermee kunt u snel nummers via het bedieningspaneel van het apparaat kiezen. • •
Faxnummers instellen als snelkiescodes of -groepen Een lijst van snelkiescodes afdrukken en bekijken
Snelkiescodes installeren
Downloaded from www.vandenborre.be
27
Hoofdstuk 2
Faxnummers instellen als snelkiescodes of -groepen U kunt faxnummers of groepen faxnummers instellen als snelkiescodes. Zie Een lijst van snelkiescodes afdrukken en bekijken voor informatie over het afdrukken van een lijst met geïnstalleerde snelkiescodes. • •
Snelkiescodes installeren Een groep snelkiesnummers instellen
Snelkiescodes installeren • HP Solution Center (Windows): Open HP Solution Center en volg de aanwijzingen in de help op het scherm. • HP Apparaatbeheer (Mac OS): open HP Apparaatbeheer, klik op Informatie en instellingen en kies vervolgens in het vervolgkeuzemenu Instellingen faxsnelkiescodes. • Bedieningspaneel van het apparaat: druk op Installatie, selecteerde optie Snelkiezen en druk op OK. ◦ Een code toevoegen of wijzigen: selecteer Nieuw snelkiesnummer of Groepssnelkiescode en ga met de pijlknoppen naar een ongebruikte codenummer, of typ een nummer in op het toetsenblok. Typ het nieuwe faxnummer in en druk op OK. Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen. Typ de naam in en druk op OK. ◦ Een of alle nummers verwijderen: selecteer Snelkiezen verwijderen, druk op de pijltoetsen om het snelkiesnummer te markeren dat u wilt verwijderen, en druk vervolgens op OK. Een groep snelkiesnummers instellen Als u regelmatig informatie stuurt naar dezelfde groep faxnummers kunt u dit gemakkelijker maken door een snelkiescode voor een groep te installeren. De snelkiescode voor een groep kan gekoppeld worden aan een snelkeuzeknop op het bedieningspaneel van het apparaat.
28
Het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
Een lid van een groep moet mee op de snelkieslijst staan voordat u dat lid kunt toevoegen aan een snelkiesgroep. U kunt maximaal 20 faxnummers toevoegen aan elke groep (met maximaal 50 tekens per faxnummer). • •
•
HP Solution Center (Windows): Open HP Solution Center en volg de aanwijzingen in de help op het scherm. HP Apparaatbeheer (Mac OS): open HP Apparaatbeheer, klik op Informatie en instellingen en kies vervolgens in het vervolgkeuzemenu Instellingen faxsnelkiescodes. Bedieningspaneel van het apparaat: druk op de knop Installatie, selecteer de optie Snelkiezen en druk op OK. ◦ Een groep toevoegen: selecteer Groepssnelkiezen, selecteer een niettoegewezen snelkiesnummer en druk op OK. Markeer een snelkiescode met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK om de snelkiescode te selecteren. Herhaal deze stap voor alle snelkiesnummers die u wilt toevoegen aan deze groep. Sluit het menu als u klaar bent. ◦ Nummers toevoegen aan een groep: selecteer Groepssnelkiezen, selecteer de snelkiesgroep die u wilt wijzigen en druk op OK. Markeer een snelkiescode met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK om de snelkiescode te selecteren. Herhaal deze stap voor alle snelkiesnummers die u wilt toevoegen aan deze groep. Sluit het menu als u klaar bent. ◦ Een nummer verwijderen uit een groep: selecteer Groepssnelkiezen, selecteer de snelkiesgroep die u wilt wijzigen en druk op OK. Markeer een snelkiescode met de pijlknoppen en druk vervolgens op OK om de snelkiescode te selecteren. Herhaal deze stap voor alle snelkiesnummers die u wilt verwijderen uit deze groep. Sluit het menu als u klaar bent. ◦ Een groep verwijderen: selecteer Snelkiezen verwijderen, druk op de pijltoetsen om het snelkiesnummer te markeren dat u wilt verwijderen, en druk vervolgens op OK.
Een lijst van snelkiescodes afdrukken en bekijken U kunt een lijst met alle geïnstalleerde snelkiescodes afdrukken of bekijken. Elke code in de lijst bevat de volgende informatie: • • •
Snelkiesnummer De naam die gekoppeld is aan het faxnummer of de groep faxnummers Voor de lijst met faxsnelkiescodes: het faxnummer (of alle faxnummers voor een groep)
Een lijst van snelkiescodes bekijken • HP Apparaatbeheer (Mac OS): open HP Apparaatbeheer, klik op Informatie en instellingen en kies vervolgens in het vervolgkeuzemenu Instellingen faxsnelkiescodes. • HP Solution Center (Windows): Open HP Solution Center en volg de aanwijzingen in de help op het scherm.
Snelkiescodes installeren
Downloaded from www.vandenborre.be
29
3
Afdrukken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • •
Afdrukinstellingen Een afdruktaak annuleren
Afdrukinstellingen U kunt de afdrukinstellingen (zoals papierformaat of -soort) wijzigen vanuit een toepassing of de driver van de printer. Wijzigingen in een toepassing hebben voorrang op wijzigingen in de driver van de printer. Als u toepassing hebt afgesloten, worden de standaardinstellingen van de driver echter hersteld. Opmerking Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden geselecteerd in de driver van de printer. Raadpleeg de online Help bij de printerdriver van Windows voor meer informatie over de functies van de driver. Voor meer informatie over het afdrukken vanuit een specifieke toepassing kunt u de documentatie van de betreffende toepassing raadplegen. • • •
Instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows) De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige taken (Windows) Instellingen wijzigen (Mac OS)
Instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows) De instellingen wijzigen 1. Open het document dat u wilt afdrukken. 2. Klik in het menu Bestand op Afdrukken en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren. (Specifieke opties kunnen afwijken, afhankelijk van de software die u gebruikt.) 3. Wijzig de gewenste instellingen en klik op OK, Afdrukken of een gelijkaardige taak.
De standaardinstellingen wijzigen voor alle toekomstige taken (Windows) De instellingen wijzigen 1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten. – of – Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of Voorkeursinstellingen voor afdrukken. 3. Wijzig de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
30
Afdrukken
Downloaded from www.vandenborre.be
Instellingen wijzigen (Mac OS) De instellingen wijzigen 1. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand. 2. Controleer of de juiste printer is geselecteerd. 3. Wijzig de gewenste instellingen (zoals papierformaat) en klik vervolgens op OK. 4. Klik in het menu Bestand op Afdrukken om de printerdriver te openen. 5. Wijzig de gewenste instellingen (zoals het type afdrukmateriaal) en klik vervolgens op OK of Afdrukken.
Een afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak op een van de volgende manieren annuleren. Bedieningspaneel van het apparaat: Druk op (de knop Annuleren). Hiermee verwijdert u de taak die op dat moment wordt uitgevoerd. Dit is niet van invloed op afdruktaken in de wachtrij. Windows: Dubbelklik op het printerpictogram dat rechtsonder op het beeldscherm wordt weergegeven. Selecteer de afdruktaak en druk op de knop Delete op het toetsenbord. Mac OS: Open Systeemvoorkeuren en selecteer Printer en faxen. Dubbelklik op de printer in de printerbrowser. Selecteer de afdruktaak, klik op Vasthouden en klik dan op Verwijderen.
Een afdruktaak annuleren
Downloaded from www.vandenborre.be
31
4
Kopiëren U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei papiersoorten- en formaten. Opmerking Kopiëren vanuit de HP-beeldbewerkingssoftware is alleen beschikbaar op Mac OS. Opmerking Als er een fax aankomt terwijl u een document kopieert, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van het apparaat totdat het kopiëren is voltooid. Hierdoor wordt het aantal faxpagina's in het geheugen mogelijk kleiner. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • • •
Kopiëren vanaf het bedieningspaneel van het apparaat De kopieerinstellingen wijzigen Het aantal kopieën instellen Het papierformaat voor kopiëren instellen De kopieerpapiersoort instellen De snelheid of kwaliteit van het kopiëren wijzigen Het formaat van een origineel aanpassen zodat het op papier van Letter- of A4formaat past Een document van het formaat Legal kopiëren op Letter-papier De kopie lichter of donkerder maken Wazige gedeelten van de kopie verbeteren Lichte gedeelten van de kopie verbeteren Een kopieertaak annuleren
Kopiëren vanaf het bedieningspaneel van het apparaat U kunt vanaf het bedieningspaneel van het apparaat kopieën van hoge kwaliteit maken. Een kopie maken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. Ga voor meer informatie naar Originelen plaatsen. 3. Druk op de linkerpijl of rechterpijl: om een van de volgende functies te selecteren: • Kopiëren Zwart/wit: hiermee start u een kopieertaak in zwart-wit. • Kopiëren Kleur: hiermee start u een kopieertaak in kleur. Opmerking Als u een origineel in kleur hebt, levert de opdracht Kopiëren Zwart/wit een zwart-witkopie van het origineel in kleur op terwijl de opdracht Kopiëren Kleur een kleurenkopie van het origineel oplevert. 4. Druk op OK. 5. Druk op Start.
32
Kopiëren
Downloaded from www.vandenborre.be
De kopieerinstellingen wijzigen U kunt de kopieerinstellingen aanpassen aan vrijwel elke taak. Wanneer u kopieerinstellingen wijzigt, gelden de wijzigingen alleen voor de huidige kopieertaak. U moet de standaardinstellingen wijzigen als de instellingen voor alle toekomstige kopieertaken moeten gelden. De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige taken 1. Druk op linkerpijl of rechterpijl: om tussen de verschillende kopieeropties te navigeren, verander de instellingen van de kopieerfunctie en druk vervolgens op OK om de wijzigingen te accepteren. 2. Druk op rechterpijl: tot Als standaard instellen wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Ja te selecteren en druk op OK.
Het aantal kopieën instellen U stelt het gewenste aantal kopieën in met behulp van de optie Aantal kopieën op het bedieningspaneel van het apparaat. Het aantal kopieën instellen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. 3. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Kopiëren Zwart/wit of Kopiëren Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: of gebruik het toetsenblok om het aantal kopieën in te voeren. Druk vervolgens op OK. Tip Als u een van de pijlknoppen ingedrukt houdt, wordt het aantal kopieën met stappen van vijf verhoogd, zodat u gemakkelijker een groot aantal kopieën kunt instellen. 5. Druk op Start. Opmerking U kunt de kopieerfuncties ook uitvoeren met de software HP Photosmart Studio (Mac OS). Zie de Help-informatie van de software voor meer informatie.
Het papierformaat voor kopiëren instellen U kunt het papierformaat instellen op het apparaat. Het geselecteerde papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade.
Het papierformaat voor kopiëren instellen
Downloaded from www.vandenborre.be
33
Hoofdstuk 4
Het papierformaat instellen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Kopiëren Zwart/wit of Kopiëren Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 2. Druk op rechterpijl: tot Formaat faxpapier wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: totdat het gewenste papierformaat wordt weergegeven en druk vervolgens op OK. 4. Druk op Start. Opmerking U kunt de kopieerfuncties ook uitvoeren met de software HP Photosmart Studio (Mac OS). Zie de Help-informatie van de software voor meer informatie.
De kopieerpapiersoort instellen U kunt de papiersoort instellen op het apparaat. Het papiertype voor kopieën instellen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Kopiëren Zwart/wit of Kopiëren Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 2. Druk op rechterpijl: totdat Type kopieerpapier wordt weergegeven en druk op OK. 3. Druk op rechterpijl: totdat het gewenste papiersoort wordt weergegeven en druk vervolgens op OK. 4. Druk op Start. Raadpleeg de volgende tabel om vast te stellen welke instelling van de papiersoort u moet kiezen, gebaseerd op het papier dat in de hoofdlade is geplaatst.
34
Papiersoort
Instelling op het bedieningspaneel van het apparaat
Gewoon papier
Gewoon papier
HP helderwit papier
Gewoon papier
HP Premium Presentation papier, Mat
Premium Inkjet
Ander inkjetpapier
Premium Inkjet
HP premium Plus fotopapier
Fotopapier
HP Premium fotopapiersoorten
Fotopapier
HP Advanced fotopapier
Fotopapier
HP Everyday fotopapier, matglanzend
Fotopapier
HP Everyday fotopapier, mat
Premium Inkjet
Ander fotopapier
Fotopapier
HP Premium Inkjet Transparency
Premium Inkjet
Kopiëren
Downloaded from www.vandenborre.be
(vervolg) Papiersoort
Instelling op het bedieningspaneel van het apparaat
HP Iron-on Transfer
Premium Inkjet
HP Photo Cards
Fotopapier
Andere speciale papiersoorten
Premium Inkjet
Glossy Greeting Card
Fotopapier
Matte wenskaarten
Premium Inkjet
HP brochure en flyer papier, glanzend
Fotopapier
HP brochure en flyer papier, mat
Premium Inkjet
Overig GLOSSY BROCHURE
Fotopapier
Overige Matte Brochure
Premium Inkjet
Gewoon hagaki
Gewoon papier
Inkjet hagaki
Premium Inkjet
Foto-hagaki
Fotopapier
Opmerking U kunt de kopieerfuncties ook uitvoeren met de software HP Photosmart Studio (Mac OS). Zie de Help-informatie van de software voor meer informatie.
De snelheid of kwaliteit van het kopiëren wijzigen Het apparaat heeft drie opties die de kopieersnelheid en -kwaliteit beïnvloeden. •
•
•
Beste hiermee maakt u op elke papiersoort afdrukken van de hoogste kwaliteit en voorkomt u het streepeffect dat soms in effen vlakken optreedt. Met Beste wordt trager gekopieerd dan met de andere instellingen voor afdrukkwaliteit. Normaal hiermee maakt u afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is de standaardinstelling en de aanbevolen instelling voor het meeste kopieerwerk. Met Normaal wordt sneller gekopieerd dan met Beste. Met Snel wordt sneller gekopieerd dan met Normaal. De kwaliteit van de tekst is vergelijkbaar met die van de instelling Normaal, maar afbeeldingen zijn mogelijk van een mindere kwaliteit. Met de instelling Snel wordt minder inkt verbruikt, waardoor de levensduur van de inktpatronen wordt verlengd.
De kopieerkwaliteit wijzigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. 3. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Kopiëren Zwart/wit of Kopiëren Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: tot Kopieerkwaliteit wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK.
De snelheid of kwaliteit van het kopiëren wijzigen
Downloaded from www.vandenborre.be
35
Hoofdstuk 4
5. Druk op rechterpijl: totdat de gewenste papierkwaliteit wordt weergegeven en druk vervolgens op OK. 6. Druk op Start. Opmerking U kunt de kopieerfuncties ook uitvoeren met de software HP Photosmart Studio (Mac OS). Zie de Help-informatie van de software voor meer informatie.
Het formaat van een origineel aanpassen zodat het op papier van Letter- of A4-formaat past Als de afbeelding of tekst op het origineel het hele vel papier vult zonder marges vrij te laten, gebruikt u Aanpassen aan pagina of Volledige pagina 91% om het origineel te verkleinen zodat tekst of afbeeldingen niet aan de randen van het vel papier worden afgesneden.
Tip U kunt Aanpassen aan pagina ook gebruiken om een kleine foto te vergroten tot het afdrukgebied van een volledige pagina. Om dit te kunnen doen zonder de verhoudingen van het origineel te veranderen of de randen bij te snijden zal het apparaat de witte randen rond het papier mogelijk niet overal even breed maken. Het formaat van een document aanpassen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. 3. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Kopiëren Zwart/wit of Kopiëren Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: totdat Verkleinen/Vergroten wordt weergegeven en druk op OK. 5. Druk op rechterpijl: totdat Volledige pagina 91% wordt weergegeven en druk op OK. 6. Druk op Start.
36
Kopiëren
Downloaded from www.vandenborre.be
Opmerking U kunt de kopieerfuncties ook uitvoeren met de software HP Photosmart Studio (Mac OS). Zie de Help-informatie van de software voor meer informatie.
Een document van het formaat Legal kopiëren op Letterpapier Met behulp van de instelling Legal > Ltr 72% kunt u een kopie van een document in het formaat Legal verkleinen naar een formaat dat op Letter-papier past. Opmerking Het percentage in het voorbeeld, Legal > Ltr 72% komt mogelijk niet overeen met het percentage dat op het display wordt weergegeven.
Een document van Legal-formaat kopiëren op Letter-papier 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar boven in de automatische documentinvoer. 3. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Kopiëren Zwart/wit of Kopiëren Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: totdat Verkleinen/Vergroten wordt weergegeven en druk op OK. 5. Druk op rechterpijl: totdat Legal > Ltr 72% wordt weergegeven en druk op OK. 6. Druk op Start.
De kopie lichter of donkerder maken U kunt met de optie Licht./Donkerder het contrast van de kopie aanpassen. Het contrast van de kopie wijzigen op het bedieningspaneel van het apparaat 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. 3. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Kopiëren Zwart/wit of Kopiëren Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. De kopie lichter of donkerder maken
Downloaded from www.vandenborre.be
37
Hoofdstuk 4
4. Druk op rechterpijl: totdat Licht./Donkerder wordt weergegeven en druk op OK. 5. Kies één van de volgende opties: • Druk op rechterpijl: om de kopie donkerder te maken, en druk vervolgens op OK. • Druk op linkerpijl om de kopie lichter te maken, en druk vervolgens op OK. 6. Druk op Start. Opmerking U kunt de kopieerfuncties ook uitvoeren met de software HP Photosmart Studio (Mac OS). Zie de Help-informatie van de software voor meer informatie.
Wazige gedeelten van de kopie verbeteren U kunt de functie Verbeteringen gebruiken om de kwaliteit van tekstdocumenten aan te passen door randen van zwarte tekst te verscherpen of foto's aan te passen door de lichte kleuren te verbeteren die anders wit worden weergegeven. Gemengd is de standaardoptie van de verbeteringsfunctie. Met de optie Gemengd kunt u de randen van de meeste originelen scherper maken. Een wazig document kopiëren vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. 3. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Kopiëren Zwart/wit of Kopiëren Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: totdat Verbeteringen wordt weergegeven en druk op OK. 5. Druk op rechterpijl: tot de instelling Tekst wordt weergegeven, en druk vervolgens op OK. 6. Druk op Start. Schakel de verbeteringsinstelling Tekst uit door Foto of Geen te selecteren als een van de volgende verschijnselen optreedt: • • • •
Op sommige plaatsen in de kopieën komen rond de tekst losse, gekleurde stippen voor. Grote, zwarte lettertypen zien er vlekkerig uit. Dunne, gekleurde objecten of lijnen bevatten zwarte gedeelten. Horizontale korrelstructuren of witte banden zijn zichtbaar in lichtgrijze en gemiddeld grijze gebieden.
Lichte gedeelten van de kopie verbeteren Met de instelling Foto kunt u lichte kleuren, die anders wit zouden lijken, duidelijker zichtbaar maken. U kunt de instelling Foto ook gebruiken om de volgende problemen,
38
Kopiëren
Downloaded from www.vandenborre.be
die zich kunnen voordoen als u kopieert met de instelling Tekst, geheel of gedeeltelijk te voorkomen: • • • •
Op sommige plaatsen in de kopieën komen rond de tekst losse, gekleurde stippen voor. Grote, zwarte lettertypen zien er vlekkerig uit. Dunne, gekleurde objecten of lijnen bevatten zwarte gedeelten. Horizontale korrelstructuren of witte banden zijn zichtbaar in lichtgrijze en gemiddeld grijze gebieden.
Een overbelichte foto kopiëren vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Plaats het origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. 3. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Kopiëren Zwart/wit of Kopiëren Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: totdat Verbeteringen wordt weergegeven en druk op OK. 5. Druk op rechterpijl: tot de verbeteringsinstelling Foto wordt weergegeven, en druk vervolgens op OK. 6. Druk op Start.
Een kopieertaak annuleren Druk op Annuleren op het bedieningspaneel van het apparaat om het kopiëren te onderbreken.
Een kopieertaak annuleren
Downloaded from www.vandenborre.be
39
5
Scannen U kunt originelen scannen en die naar verschillende bestemmingen sturen, zoals naar een map op het netwerk of naar een programma op een computer. U kunt het bedieningspaneel van het apparaat, de HP-beeldbewerkingssoftware en TWAINcompatibele of WIA-compatibele programma's gebruiken op een computer. Scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de software hebt geïnstalleerd. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • •
Een origineel scannen Scannen vanuit een TWAIN-compatibel of WIA-compatibel programma Een gescand origineel bewerken Scaninstellingen wijzigen Een scantaak annuleren
Een origineel scannen U kunt een scantaak starten vanaf een computer of vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. In dit gedeelte wordt alleen uitgelegd hoe u vanaf het bedieningspaneel van het apparaat kunt scannen. Opmerking Ook met HP Photosmart-software kunt u een afbeelding scannen, inclusief panoramische afbeeldingen. Met deze software kunt u een gescande afbeelding bewerken en speciale projecten maken met behulp van gescande afbeeldingen. Raadpleeg de online Help bij HP Photosmart-software die bij de software wordt geleverd voor informatie over het scannen vanaf de computer en over het aanpassen, draaien, bijsnijden, scherper maken en vergroten of verkleinen van scans. Als u de scanfuncties wilt gebruiken, moet uw apparaat op de computer zijn aangesloten en zijn ingeschakeld. Voordat u gaat scannen moet ook de printersoftware op uw computer zijn geïnstalleerd en gestart. Als u wilt controleren of de printersoftware op een Windows-pc draait, kijkt u of het pictogram voor het apparaat in het systeemvak in de rechterbenedenhoek van het scherm naast de tijd wordt weergegeven. Om dit te controleren op een computer met Mac OS, opent u het HP Apparaatbeheer en klikt u op Afbeelding scannen. Als de scanner beschikbaar is, wordt de toepassing HP ScanPro gestart. Als dat niet het geval is, verschijnt een bericht dat meldt dat geen scanner werd gedetecteerd. Opmerking Als u het pictogram van de HP Digital Imaging-monitor in het systeemvak van Windows afsluit, kan het gebeuren dat uw apparaat een aantal scanfuncties verliest en dat het foutbericht Geen verbinding wordt weergegeven. Als dit gebeurt, kunt u de volledige functionaliteit herstellen door de computer opnieuw op te starten of door HP Photosmart-software opnieuw te starten. •
40
Een origineel naar een programma op een computer scannen (rechtstreekse verbinding)
Scannen
Downloaded from www.vandenborre.be
Een origineel naar een programma op een computer scannen (rechtstreekse verbinding) Volg de onderstaande stappen als uw apparaat via een USB-kabel rechtstreeks is aangesloten op een computer. Als de scan klaar is, wordt het door u geselecteerde programma geopend en wordt hiermee het gescande document weergegeven. Vanuit de HP-beeldbewerkingssoftware een scan verzenden naar een programma op een computer 1. Open de HP-beeldbewerkingssoftware op de computer. Ga voor meer informatie naar De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken. 2. Zie de Help op het scherm voor verdere aanwijzingen. Vanaf het bedieningspaneel van het apparaat (rechtstreekse verbinding) een scan naar een programma op een computer verzenden 1. Laad het origineel op de scannerglasplaat. Ga voor meer informatie naar Originelen plaatsen. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om de functie Scannen te selecteren, en druk op OK. 3. Druk op de rechterpijl: om het programma te selecteren dat u wilt gebruiken (bijvoorbeeld de HP-beeldbewerkingssoftware), en druk op OK. 4. Druk op Start.
Scannen vanuit een TWAIN-compatibel of WIA-compatibel programma Het apparaat is TWAIN-compatibel en WIA-compatibel en werkt met programma's die TWAIN-compatibele en WIA-compatibele scanapparaten ondersteunen. Als uw TWAIN-compatibele of WIA-compatibele programma geopend is, krijgt u toegang tot de scanfunctie en kunt u een afbeelding rechtstreeks scannen in het programma. TWAIN wordt ondersteund in alle Windows- en Mac OS-besturingssystemen. Bij Windows-besturingssystemen wordt WIA alleen ondersteund bij rechtstreekse verbindingen onder Windows XP en Vista. WIA wordt niet ondersteund in Mac OS. • •
Scannen vanaf een TWAIN-compatibel programma Scannen vanaf een WIA-compatibel programma
Scannen vanaf een TWAIN-compatibel programma Meestal is een softwareprogramma TWAIN-compatibel als het commando's heeft als Ophalen, Bestand ophalen, Scannen, Nieuw object importeren, Invoegen van of Scanner. Raadpleeg de documentatie of de Help bij het softwareprogramma als u niet zeker weet of het programma compatibel is of als u niet weet hoe de commando's luiden. Start met scannen in het TWAIN-compatibele programma. Raadpleeg de Help of de documentatie van het softwareprogramma voor informatie over de te gebruiken commando's en stappen. Scannen vanuit een TWAIN-compatibel of WIA-compatibel programma
Downloaded from www.vandenborre.be
41
Hoofdstuk 5
Scannen vanaf een WIA-compatibel programma Meestal is een softwareprogramma WIA-compatibel als het commando's heeft als Afbeelding/Van scanner of camera in het menu Invoegen of Bestand. Raadpleeg de documentatie of de Help bij het softwareprogramma als u niet zeker weet of het programma compatibel is of als u niet weet hoe de commando's luiden. Start met scannen in het WIA-compatibele programma. Raadpleeg de Help of de documentatie van het softwareprogramma voor informatie over de te gebruiken commando's en stappen.
Een gescand origineel bewerken U kunt een gescande afbeelding bewerken met de HP Photosmart-software. U kunt een gescand document ook bewerken met de software voor OCR (Optical Character Recognition). Opmerking OCR-software moet op de computer zijn geïnstalleerd om een gescande afbeelding te kunnen bewerken. • •
Een gescande foto of afbeelding bewerken Een gescand document bewerken met behulp van OCR-software (Optical Character Recognition)
Een gescande foto of afbeelding bewerken U kunt een gescande foto of afbeelding bewerken met de HP Photosmart-software. Met deze software kunt u onder meer de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen. U kunt de afbeelding ook draaien met de HP Photosmartsoftware. Zie de Help bij HP Photosmart-software op het scherm voor meer informatie.
Een gescand document bewerken met behulp van OCR-software (Optical Character Recognition) Met OCR-software kunt u gescande tekst importeren voor bewerking in uw favoriet tekstverwerkingsprogramma. Hiermee kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken. U kunt bepalen met welk tekstverwerkingsprogramma u het bestand wilt bewerken. Als het tekstverwerkingspictogram ontbreekt of niet actief is, is er ofwel geen tekstverwerkingsprogramma op de computer geïnstalleerd, of heeft de scannersoftware het programma bij de installatie niet herkend. Zie de Help op het scherm bij de HP-beeldbewerkingssoftware voor informatie over hoe een koppeling kan worden gemaakt naar een tekstverwerkingsprogramma. De OCR-software ondersteunt het scannen van tekst in kleur niet. Tekst in kleur wordt altijd omgezet in zwart-wit voordat het voor OCR wordt doorgezonden. Daardoor staat alle tekst in het finale document in zwart-wit, ongeacht wat de oorspronkelijke kleur was. Door de complexiteit van bepaalde tekstverwerkingsprogramma's en van de manier waarop ze met het apparaat communiceren, is het soms beter om naar Wordpad te
42
Scannen
Downloaded from www.vandenborre.be
scannen (een bijprogramma van Windows) en de tekst vervolgens in uw favoriet tekstverwerkingsprogramma te kopiëren.
Scaninstellingen wijzigen Scaninstellingen wijzigen • HP Apparaatbeheer (Mac OS): open HP Apparaatbeheer, klik op Informatie en instellingen en kies vervolgens in het vervolgkeuzemenu Scanvoorkeuren. • Windows: open de software van het apparaat, selecteer Instellingen, selecteer Scaninstellingen- en voorkeuren en kies vervolgens de gewenste opties en voorkeuren.
Een scantaak annuleren Druk op Annuleren op het bedieningspaneel van het apparaat om een scantaak te annuleren.
Een scantaak annuleren
Downloaded from www.vandenborre.be
43
6
Fax U kunt het apparaat gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van het apparaat kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt. Als het apparaat rechtstreeks is aangesloten op een computer, kunt u met de HPbeeldbewerkingssoftware faxprocedures uitvoeren die niet beschikbaar zijn vanaf het bedieningspaneel van het apparaat. Zie De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer informatie. Opmerking Voordat u gaat faxen, moet u controleren of u het apparaat goed hebt ingesteld. Dit hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van het bedieningspaneel van het apparaat of de met de bij het apparaat geleverde software. U kunt controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest vanaf het bedieningspaneel van het apparaat uit te voeren. Om de faxtest uit te voeren, drukt u op Installeren, selecteert u Tools, Faxtest uitvoeren en drukt dan op OK. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • • •
Een fax verzenden Een fax ontvangen Faxinstellingen wijzigen Faxen via the Internet Installatie testfax Rapporten gebruiken Een fax annuleren
Een fax verzenden U kunt op verschillende manieren een fax verzenden. Via het bedieningspaneel van het apparaat kunt u met het apparaat een zwart-wit- of kleurenfax verzenden. U kunt ook handmatig een fax verzenden vanaf een aangesloten telefoon. U kunt op deze wijze eerst met de geadresseerde spreken voordat u de fax verzendt. • • • • • • • • •
44
Een gewone fax verzenden Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon Een fax verzenden met handsfree kiezen Een fax verzenden vanuit het geheugen Een later verzendtijdstip voor een fax instellen Een fax verzenden naar meerdere ontvangers Een kleurenorigineel of fotofax verzenden De faxresolutie en de instellingen voor Licht./Donkerder wijzigen Fax verzenden in foutcorrectiemodus
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
Een gewone fax verzenden Het verzenden van een fax in zwart-wit van een of meer pagina's gaat eenvoudig met het bedieningspaneel van het apparaat. Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden. Tip U kunt een fax ook handmatig verzenden via een telefoon of met behulp van handsfree kiezen. Met deze functies kunt u de kiessnelheid zelf bepalen. Deze functies zijn ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren. Opmerking De knoppen Snelkiezen en Opnieuw kiezen zijn alleen beschikbaar op de HP Officejet J4660 All-in-One. Een gewone fax verzenden vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Laad de originelen. Zie Originelen plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit of Faxen Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Voer het faxnummer in met het toetsenblok, of druk op Snelkiezen of Opnieuw kiezen om het laatst gekozen nummer opnieuw te kiezen (HP Officejet J4660). Tip Druk op Opnieuw kiezen als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer, of druk meerdere keren op de knop * tot er een streepje (-) op het display verschijnt. Opmerking Nadat u een nummer hebt ingevoerd, kunt u een faxnummer selecteren uit de lijst met snelkiesnummers. U kunt ook een nummer selecteren in de lijst met snelkiesnummers en dan een telefoonnummer invoeren achter het nummer. U kunt geen faxnummer van meer dan 50 tekens invoeren. 4. Druk op Start. Als het apparaat een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer. Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax wijzigen.
Een fax handmatig verzenden vanaf een telefoon Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax verzendt. Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax wilt toesturen voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de handset van de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart gebruiken voor het verzenden van een fax. Afhankelijk van de wijze waarop de ontvanger het faxapparaat heeft ingesteld, kan de ontvanger de telefoon opnemen of kan het faxapparaat de oproep beantwoorden. Als een persoon de telefoon beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de
Een fax verzenden
Downloaded from www.vandenborre.be
45
Hoofdstuk 6
fax verzendt. Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, kunt u de fax direct naar het apparaat verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort. Een fax handmatig via een extra telefoontoestel verzenden 1. Laad de originelen. Zie Originelen plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit of Faxen Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op het apparaat is aangesloten. Opmerking Gebruik niet het toetsenblok op het bedieningspaneel van het apparaat als u handmatig een fax wilt verzenden. Kies dan het nummer van de ontvanger met de toetsen op de telefoon. Tip U kunt schakelen tussen Faxen Zwart/wit en Faxen Kleur door op de knop Vorige te drukken. 4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u de fax verzendt. Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga verder met de volgende stap om de fax te verzenden. 5. Druk op Start als u gereed bent om de fax te verzenden. Opmerking Als u hierom wordt gevraagd, selecteert u Fax verzenden en plaatst u het origineel in de ADF. Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt u tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende faxapparaat wanneer de faxtonen hoorbaar worden. Tijdens het verzenden van de fax is geen geluid hoorbaar over de telefoonlijn. Op dat moment kunt u de telefoonverbinding verbreken. Als u verder wil gaat met uw gesprek, blijft u aan de lijn totdat de fax is verzonden.
Een fax verzenden met handsfree kiezen Met behulp van handsfree kiezen kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel van het apparaat kiezen, zoals u dat bij een gewone telefoon ook zou doen. Als u een fax verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de luidsprekers van het apparaat. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen. Tip Als u de pincode van de belkaart niet snel genoeg invoert, begint het apparaat de faxtonen misschien te vroeg te verzenden, waardoor uw PIN-code niet wordt herkend door de belkaartservice. Als dat het geval is, kunt u een snelkiesnummer maken om de PIN-code voor uw belkaart op te slaan. Opmerking Zorg dat het volume is ingeschakeld; anders hoort u geen kiestoon.
46
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van het apparaat 1. Laad de originelen. Zie Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit of Faxen Kleur te selecteren. Druk vervolgens op Start. Als het apparaat een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, hoort u een kiestoon. 3. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenblok op het bedieningspaneel van het apparaat. 4. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm. Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode als snelkiesnummer opgeslagen, drukt u op Snelkiezen als u om een pincode wordt gevraagd. U kunt dan het snelkiesnummer kiezen waaronder u uw pincode hebt opgeslagen. Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden vanuit het geheugen U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. Het apparaat scant de originelen naar het geheugen en ze worden verzonden van zodra het apparaat verbinding kan maken met het ontvangende faxapparaat. Nadat het apparaat de pagina's naar het geheugen heeft gescand, kunt u de originelen meteen uit de documentinvoerlade verwijderen. Opmerking U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden. Een fax verzenden vanuit het geheugen 1. Laad de originelen. Zie Originelen plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit of Faxen Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Voer het faxnummer in met het toetsenblok, druk op Snelkiezen om een snelkiesnummer te selecteren of druk op Opnieuw kiezen/pauze om het laatst gekozen nummer opnieuw te kiezen. 4. Druk op rechterpijl: tot Faxmethode wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 5. Druk op rechterpijl: totdat Scannen & faxen wordt weergegeven en druk op OK. 6. Druk op Start. Het apparaat scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. Het apparaat verzendt de fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
Een fax verzenden
Downloaded from www.vandenborre.be
47
Hoofdstuk 6
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de gewone wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland. Opmerking U kunt uitsluitend zwart-witfaxen verzenden vanwege de beperkte geheugenruimte. Een faxbericht plannen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Laad de originelen. Zie Originelen plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit of Faxen Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: tot Faxmethode wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: totdat Fax later verzenden wordt weergegeven en druk op OK. 5. Typ de verzendtijd met het numerieke toetsenblok en druk op OK. Als u hierom wordt gevraagd, gebruikt u de pijltoetsen om AM of PM te selecteren. 6. Voer het faxnummer in met het toetsenblok, druk op Snelkiezen om een snelkiesnummer te selecteren of druk op Opnieuw kiezen/pauze om het laatst gekozen nummer opnieuw te kiezen. 7. Druk op Start. Het apparaat scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het display weergegeven. De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden. Een geplande fax annuleren 1. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit of Faxen Kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 2. Druk op rechterpijl: tot Faxmethode wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: tot Normale fax wordt weergegeven, en druk op OK. Als er een fax is gepland, wordt de vraag Annuleren weergegeven op het display. 4. Druk op 1 om Ja te selecteren. Opmerking U kunt de geplande fax ook annuleren door op Annuleren op het bedieningspaneel van het apparaat te drukken zodra de geplande tijd op het display wordt weergegeven.
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: •
48
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden vanaf het bedieningspaneel van het apparaat
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden vanaf het bedieningspaneel van het apparaat U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers. Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een groepssnelkiescode 1. Laad de originelen. Zie Originelen plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit te selecteren, en druk op OK. 3. Druk op linkerpijl of rechterpijl: totdat de gewenste groep snelkiesnummers wordt weergegeven. Tip U kunt ook een snelkiesnummer kiezen door de code van het snelkiesnummer in te voeren met het toetsenblok op het bedieningspaneel van het apparaat of door meerdere keren op de knop Snelkiezen te drukken (alleen HP Officejet J4660). 4. Druk op Start. Als het apparaat een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt het het document naar elk nummer in de groep snelkiesnummers. Opmerking U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep snelkiesnummers vanwege de beperkte geheugenruimte. Het apparaat scant de fax naar het geheugen en kiest het eerste nummer. Zodra er verbinding is, verzendt het de fax en kiest het het volgende nummer. Als een nummer bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt het apparaat de instellingen voor Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord. Als er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt het volgende nummer gekozen en wordt er een foutrapport gegenereerd.
Een kleurenorigineel of fotofax verzenden Met het apparaat kunt u een kleurenorigineel of foto faxen. Als het ontvangende faxapparaat volgens het apparaat alleen zwart-witfaxen ondersteunt, zal het de fax in zwart-wit verzenden. Het is aan te raden om voor kleurenfaxen alleen kleurenoriginelen te gebruiken. Een kleurenorigineel of fotofax verzenden met het bedieningspaneel van het apparaat 1. Laad de originelen. Zie Originelen plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Kleur te selecteren, en druk op OK.
Een fax verzenden
Downloaded from www.vandenborre.be
49
Hoofdstuk 6
3. Voer het faxnummer in met het toetsenblok, druk op Snelkiezen om een snelkiesnummer te selecteren of druk op Opnieuw kiezen/pauze om het laatst gekozen nummer opnieuw te kiezen. 4. Druk op Start. Als het apparaat een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer. Opmerking Als het ontvangende faxapparaat alleen zwart-witfaxen ondersteunt, zal de HP All-in-One de fax automatisch in zwart-wit verzenden. Er verschijnt een bericht zodra de fax is verzonden, waarin wordt aangegeven dat de fax in zwart-wit is verzonden. Druk op OK om het bericht te verwijderen.
De faxresolutie en de instellingen voor Licht./Donkerder wijzigen U kunt de instellingen voor Resolutie en Licht./Donkerder wijzigen voor documenten die u faxt. Opmerking Deze instellingen hebben geen invloed op de kopieerinstellingen. De instellingen van kwaliteit en lichter/donkerder voor kopiëren zijn onafhankelijk van de instellingen voor faxen. Ook hebben de instellingen die u met het bedieningspaneel van het apparaat wijzigt, geen invloed op faxen die u via de computer verzendt. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • •
De faxresolutie wijzigen De Licht./Donkerder-instelling wijzigen Nieuwe standaardinstellingen instellen
De faxresolutie wijzigen De instelling voor Resolutie beïnvloedt de overdrachtssnelheid en -kwaliteit van zwartwitfaxen. Als het ontvangende faxapparaat de door u gekozen resolutie niet ondersteunt, verzendt de HP All-in-One faxen met de hoogste resolutie die door het ontvangende apparaat wordt ondersteund. Opmerking U kunt de resolutie voor faxen alleen wijzigen als u zwartwitfaxen verzendt. Het apparaat gebruikt de resolutie Fijn voor het verzenden van alle kleurenfaxen. De volgende resolutie-instellingen zijn beschikbaar voor het verzenden faxen: Fijn, Zeer fijn, Foto en Standaard. •
•
50
Fijn: biedt tekst van hoge kwaliteit en is geschikt voor het faxen van de meeste documenten. Dit is de standaardinstelling. Bij het verzenden van faxen in kleur gebruikt het apparaat altijd de instelling Fijn. Zeer fijn: biedt de beste faxkwaliteit wanneer u documenten met zeer fijne details per fax verzendt. Als u Zeer fijn kiest, moet u er rekening mee houden dat het faxproces meer tijd in beslag neemt en dat u alleen zwartwitfaxen kunt verzenden met deze resolutie. Als u een kleurenfax wilt verzenden, wordt deze verzonden met de instelling Fijn.
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
•
•
Foto: biedt de beste kwaliteit bij het verzenden van foto's in zwart-wit. De transmissie van een fax duurt langer als u Foto selecteert. Bij het faxen van foto's in zwart-wit is het aan te raden om Foto te kiezen. Standaard: biedt de snelst mogelijke faxtransmissie met de laagste kwaliteit.
Wanneer u het faxmenu afsluit, keert deze optie terug naar de standaardinstelling, tenzij u de wijzigingen als standaardinstelling opgeeft. De resolutie wijzigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Laad de originelen. Zie Originelen plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit te selecteren, en druk op OK. 3. Voer het faxnummer in met het toetsenblok, druk op Snelkiezen om een snelkiesnummer te selecteren of druk op Opnieuw kiezen/pauze om het laatst gekozen nummer opnieuw te kiezen. 4. Druk op rechterpijl: totdat Resolutie wordt weergegeven en druk op OK. 5. Druk op rechterpijl: om de gewenste resolutie te selecteren en druk op OK. 6. Druk op Start. Als het apparaat een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer. De Licht./Donkerder-instelling wijzigen U kunt het contrast van een fax lichter of donkerder maken dan het origineel. Deze functie is handig als u een vervaagd, verbleekt of handgeschreven document wilt faxen. U kunt het origineel donkerder maken door het contrast aan te passen. Opmerking De instelling Licht./Donkerder is alleen van toepassing op zwartwitfaxen, niet op kleurenfaxen. Wanneer u het faxmenu afsluit, keert deze optie terug naar de standaardinstelling, tenzij u de wijzigingen als standaardinstelling opgeeft. De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Laad de originelen. Zie Originelen plaatsen voor meer informatie. 2. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit te selecteren, en druk op OK. 3. Voer het faxnummer in met het toetsenblok, druk op Snelkiezen om een snelkiesnummer te selecteren of druk op Opnieuw kiezen/pauze om het laatst gekozen nummer opnieuw te kiezen. 4. Druk op rechterpijl: totdat Licht./Donkerder wordt weergegeven en druk op OK. 5. Druk op linkerpijl om de fax lichter te maken of op rechterpijl: om de fax donkerder te maken. Druk daarna op OK. De indicator verschuift naar links of rechts als u op een pijl drukt. 6. Druk op Start. Als het apparaat een origineel detecteert in de automatische documentinvoer, verzendt het dat document naar het ingevoerde nummer.
Een fax verzenden
Downloaded from www.vandenborre.be
51
Hoofdstuk 6
Nieuwe standaardinstellingen instellen U kunt de standaardwaarde voor de Resolutie en de instelling Licht./Donkerder wijzigen met het bedieningspaneel van het apparaat. Nieuwe standaardinstellingen instellen met het bedieningspaneel van het apparaat 1. Wijzig de faxinstellingen Resolutie en Licht./Donkerder en druk op OK. 2. Druk op rechterpijl: tot Als standaard instellen wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: totdat Ja wordt weergegeven en druk op OK.
Fax verzenden in foutcorrectiemodus De Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies als gevolg van slechte telefoonverbindingen, door transmissiefouten te detecteren en automatisch een verzoek in te dienen om het foutieve gedeelte opnieuw te verzenden. Uw telefoonkosten blijven gelijk, en kunnen bij goede verbindingen zelfs lager uitvallen. Bij slechte verbindingen brengt ECM een langere verzendtijd en hogere kosten met zich mee, maar worden de gegevens betrouwbaarder verzonden. De standaardinstelling is Aan. Schakel ECM alleen uit als met ECM uw telefoonkosten aanzienlijk hoger uitvallen en een slechtere faxkwaliteit geen probleem is. Als u ECM uitschakelt, moet u met het volgende rekening houden. Als u ECM uitschakelt • • •
De kwaliteit en transmissiesnelheid van verzonden en ontvangen faxen worden beïnvloed. De Faxsnelheid wordt automatisch ingesteld op Normaal. U kunt geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen.
De ECM-instelling wijzigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: tot Faxinstellingen wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: tot Foutcorrectiemodus wordt weergegeven, en druk op OK. 4. Druk op rechterpijl: om Aan of Off (Uitschakelen) te selecteren en druk op OK.
Een fax ontvangen U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Als u de optie Automatisch antwoorden uitschakelt, moet u de faxen handmatig ontvangen. Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt (dit is de standaardinstelling), beantwoordt het apparaat automatisch de binnenkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal belsignalen dat in de instelling Hoe vaak overgaan is opgegeven. (De standaardinstelling voor Hoe vaak overgaan is vijf belsignalen.) Als u een faxbericht op papier van Legal-formaat ontvangt, terwijl het apparaat niet is ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch verkleind zodat het op het beschikbare papier past. Als u de functie Automatische verkleining hebt uitgeschakeld, drukt het apparaat de fax op twee pagina's af. 52
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
Opmerking Als er een fax aankomt terwijl u een document kopieert, wordt de fax opgeslagen in het geheugen van het apparaat totdat het kopiëren is voltooid. Hierdoor wordt het aantal faxpagina's in het geheugen mogelijk kleiner. • • • • • • • • •
Een fax handmatig ontvangen Backup-faxontvangst instellen Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken Een fax opvragen voor ontvangst Faxen doorsturen naar een ander nummer Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen Ongewenste faxnummers blokkeren Faxen ontvangen op de computer
Een fax handmatig ontvangen Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit gedeelte om een fax handmatig te ontvangen. Opmerking U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken. U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze: • •
Rechtstreeks op het apparaat is aangesloten (op de 2-EXT-poort) Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op het apparaat is aangesloten
Een fax handmatig ontvangen 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade. 3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u de binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat het apparaat de oproep beantwoordt. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden uitschakelen zodat het apparaat binnenkomende oproepen niet automatisch beantwoordt. 4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat. 5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te werk: a. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit of Faxen Kleur te selecteren. b. Druk op Start. c. Zodra het apparaat de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Een fax ontvangen
Downloaded from www.vandenborre.be
53
Hoofdstuk 6
Backup-faxontvangst instellen Afhankelijk van uw voorkeuren en beveiligingseisen kunt u het apparaat instellen om alle ontvangen faxen op te slaan, alleen de faxen op te slaan die zijn ontvangen terwijl het apparaat door een fout niet functioneerde of om geen van de ontvangen faxen op te slaan. Voor Backup-faxontvangst zijn de volgende modi beschikbaar: Aan
Dit is de standaardinstelling. Wanneer Backup-faxontvangst is ingesteld op Aan, slaat het apparaat alle ontvangen faxen op in het geheugen. Hierdoor kunt u maximaal de acht laatst afgedrukte faxen opnieuw afdrukken, mits deze nog in het geheugen zijn opgeslagen. Opmerking Als het geheugen van het apparaat vol raakt, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt het apparaat met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Opmerking Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
Alleen bij fouten
Faxen worden alleen in het geheugen van het apparaat opgeslagen als het apparaat de faxen door een fout niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in het apparaat op is). Het apparaat blijft inkomende faxen opslaan zolang er geheugen beschikbaar is. Als het geheugen vol raakt, stopt het apparaat met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Wanneer de fout is opgelost, worden de faxen die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt en vervolgens uit het geheugen verwijderd.
Off (Uitschakelen)
Faxen worden nooit opgeslagen in het geheugen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u Backup-faxontvangst wilt uitschakelen omwille van de veiligheid. Als er een fout optreedt waardoor het apparaat niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in het apparaat op is), stopt het apparaat met het beantwoorden van inkomende faxoproepen.
Opmerking Als Backup-faxontvangst is ingeschakeld en u schakelt het apparaat uit, worden alle faxen uit het geheugen verwijderd. Dit geldt ook voor eventuele faxen die zijn ontvangen en door een fout op het apparaat niet zijn afgedrukt. In dit geval moet u contact opnemen met de verzender(s) zodat deze de niet-afgedrukte faxen opnieuw kunnen verzenden. Druk Faxlogboek af als u een lijst wilt hebben van alle faxen die u hebt ontvangen. Het Faxlogboek wordt niet verwijderd als het apparaat is uitgeschakeld. Backup-faxontvangst vanaf het bedieningspaneel instellen 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: tot Tools wordt weergegeven, en druk op OK. 3. Druk op rechterpijl: tot Backup-faxontvangst wordt weergegeven, en druk op OK. 4. Druk op rechterpijl: om Aan, Alleen bij fouten of Off (Uitschakelen) te selecteren. 5. Druk op OK.
54
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken Als u de modus voor Backup-faxontvangst instelt op Aan, worden ontvangen faxberichten altijd in het geheugen van het apparaat opgeslagen, ook als er geen fout is op het apparaat. Opmerking Als het geheugen vol raakt, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven wanneer er nieuwe faxen worden ontvangen. Als geen van de opgeslagen faxen is afgedrukt, ontvangt het apparaat geen nieuwe faxen meer totdat u de faxen in het geheugen hebt afgedrukt of eruit hebt verwijderd. Het kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het geheugen wilt verwijderen. Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatste ontvangen berichten afdrukken, voorzover nog aanwezig in het geheugen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te drukken als u de vorige afdruk kwijt bent. Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Druk op Installatie. 3. Druk op rechterpijl: tot Rapport afdrukken wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: tot Faxen opnieuw afdrukken wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz. 5. Druk op Start. 6. Druk op Annuleren als u wilt stoppen met het opnieuw afdrukken van de faxen in het geheugen. Alle faxen uit het geheugen verwijderen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat ▲ Schakel het apparaat uit door op de knop Aan/uit te drukken. Als u het apparaat uitschakelt, worden alle in het geheugen opgeslagen faxen verwijderd uit het geheugen.
Een fax opvragen voor ontvangst Dankzij de opvraagfunctie kan de HP All-in-One een ander faxapparaat vragen een fax te verzenden die in de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst gebruikt, wordt het aangewezen faxapparaat door de HP All-in-One aangeroepen en wordt het faxbericht aangevraagd. Het opgegeven faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen en er moet een fax klaar zijn voor ontvangst.
Een fax ontvangen
Downloaded from www.vandenborre.be
55
Hoofdstuk 6
Opmerking De HP All-in-One ondersteunt geen beveiligingscodes voor wachtwoorden. Met deze beveiligingsfunctie moet het ontvangende faxapparaat een beveiligingscode geven aan het opgevraagde apparaat voordat het de fax kan ontvangen. Zorg dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor het opgevraagde apparaat (of dat de standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de HP Allin-One de fax niet ontvangen. Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op de linkerpijl of de rechterpijl: om Faxen Zwart/wit of Faxen kleur te selecteren. Druk vervolgens op OK. 2. Druk op rechterpijl: tot Faxmethode wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: totdat Opvragen voor ontvangst wordt weergegeven en druk op OK. 4. Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in. 5. Druk op Start. Opmerking Als u op Faxen Kleur drukt terwijl de afzender de fax in zwart-wit heeft verzonden, zal het apparaat de fax afdrukken in zwart-wit.
Faxen doorsturen naar een ander nummer U kunt het apparaat instellen om faxen door te sturen naar een ander faxnummer. Een fax die in kleur is ontvangen wordt in zwart-wit doorgestuurd. Het verdient aanbeveling te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt een werkende faxlijn is. Stuur een testfax naar het nummer om na te gaan of het faxapparaat de faxen kan doorsturen naar dit nummer. Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: tot Faxinstellingen wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: tot Fax doorsturen wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK.
56
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
4. Druk op rechterpijl:
totdat Aan wordt weergegeven en druk op OK.
Opmerking Als het apparaat de fax niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), drukt het apparaat de fax af. Als u het apparaat instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt. 5. Als de prompt verschijnt, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op OK. Op het scherm van het bedieningspaneel van het apparaat wordt 'Fax doorsturen' weergegeven. Als de stroomvoorziening wordt onderbroken wanneer Fax doorsturen is ingesteld, worden de instelling Fax doorsturen en het telefoonnummer voor Fax doorsturen opgeslagen. Als de stroomvoorziening wordt hersteld, is de instelling voor Fax doorsturen nog steeds Aan. Opmerking U kunt het doorsturen van faxen annuleren door op Annuleren op het bedieningspaneel te drukken wanneer het bericht Fax doorsturen op het kleurenbeeldscherm te zien is. Ook kunt u Uit selecteren in het menu Fax doorsturen, Zwart.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen U kunt het papierformaat selecteren voor het ontvangen van faxen. Het geselecteerde papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade. Faxen kunnen alleen worden afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat. Opmerking Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een fax wordt ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een foutbericht op het scherm. Plaats papier van A4,-, Letter- of Legal-formaat en druk op OK om de fax af te drukken. Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: tot Faxinstellingen wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: tot Papieropties wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: tot Faxformaat wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 5. Druk op rechterpijl: om een optie te selecteren en druk op OK.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de HP All-in-One doet als er een fax binnenkomt die te groot is voor het standaardpapierformaat. Deze instelling is standaard ingeschakeld, dus de afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien mogelijk, dusdanig verkleind dat deze op een pagina past. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt alle informatie die niet op de eerste pagina past, op een tweede pagina afgedrukt. Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat ontvangt als er papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
Een fax ontvangen
Downloaded from www.vandenborre.be
57
Hoofdstuk 6
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: tot Faxinstellingen wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: tot Papieropties wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: tot Faxformaat automatisch aanpassen wordt weergegeven. Druk vervolgens op OK. 5. Druk op rechterpijl: om Off (Uitschakelen) of Aan te selecteren. 6. Druk op OK.
Ongewenste faxnummers blokkeren Als u via uw telefoonbedrijf gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning, kunt u bepaalde faxnummers blokkeren, zodat het apparaat geen faxen afdrukt die afkomstig zijn van deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt het apparaat het nummer met de door u ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het maximumaantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.) Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen/regio's ondersteund. Als de functie niet wordt ondersteund in uw land/regio, komt Faxnummerblokkering niet voor in het menu Faxinstellingen. Opmerking Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt verondersteld dat de gebruiker zich niet op deze service heeft geaboneerd bij de telefoonmaatschappij. • •
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde faxnummers toe te voegen. Handmatig een nummer invoeren dat moet worden geblokkeerd 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Faxinstellingen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Faxnummerblokkering te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: om Toevoegen te selecteren en druk op OK. 5. Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's, selecteert u Nr. selecteren. - of Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, selecteert u Nr. invoeren.
58
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
6. Voer een faxnummer in via het toetsenblok en druk op OK. Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het uitleesvenster van het bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het in het kopschrift van de ontvangen fax wordt weergegeven. Deze nummers kunnen verschillend zijn. 7. Wanneer de vraag Nog een invoeren? wordt weergegeven, doet u het volgende: • Als u nog een nummer wilt toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers drukt u op Ja en herhaalt u stap 5 voor elk nummer dat u wilt blokkeren. • Als u klaar bent, drukt u op Nee. Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit de lijst met ongewenste nummers verwijderen. Nummers uit de lijst met geblokkeerde faxnummers verwijderen 1. Druk op Installatie. 2. Druk op Faxinstellingen en daarna op OK. 3. Druk op Faxnummerblokkering en daarna op OK. 4. Druk op Verwijderen en daarna op OK. 5. Druk de pijl naar rechts om door de nummers te bladeren die u hebt geblokkeerd. Wanneer het nummer wordt weergegeven dat u wilt verwijderen, drukt u op OK om dit nummer te selecteren. 6. Wanneer de vraag Nog een wissen? wordt weergegeven, doet u het volgende: • Als u nog een nummer wilt verwijderen uit de lijst met ongewenste faxnummers, drukt u op Ja en herhaalt u stap 5 voor elk nummer dat u niet langer wilt blokkeren. • Als u klaar bent, drukt u op Nee.
Faxen ontvangen op de computer Gebruik Fax naar pc om op de computer automatisch faxen te ontvangen en faxen rechtstreeks op te slaan. Met Fax naar pc kunt u eenvoudig digitale versies van uw faxen opslaan en hebt u niet meer met grote stapels papier te maken. Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Als de fax is ontvangen, krijgt u een melding met een koppeling naar de map waarin de fax is opgeslagen. Voor de bestandsnamen wordt de volgende methode gebruikt: XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waarbij X de informatie over de afzender is, Y de datum en Z het tijdstip waarop de fax is ontvangen. Opmerking Fax naar pc is alleen beschikbaar voor het ontvangen van zwartwitfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van opgeslagen op de computer. Opmerking Fax naar pc wordt alleen ondersteund in Windows. Opmerking Faxen die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen, gaan verloren wanneer de stroom uitvalt.
Een fax ontvangen
Downloaded from www.vandenborre.be
59
Hoofdstuk 6
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • •
Fax naar pc activeren Instellingen van Fax naar pc wijzigen
Fax naar pc activeren Gebruik de wizard Fax naar pc om Fax naar pc te activeren. De wizard Fax naar pc kan worden gestart vanuit het Solution Center. Opmerking Als u Fax naar pc inschakelt, controleert u of Backup-faxontvangst in ingesteld op "Aan". Vereisten voor Fax naar pc: •
•
• •
Het beheerdersprogramma, de computer waarmee de functie Fax naar pc is geactiveerd, moet altijd aan staan. Er kan maar één computer fungeren als de beheerderscomputer voor Fax naar pc. De computer of server van de doelmap, als deze anders is dan de beheerderscomputer voor Fax naar pc, moet altijd aan staan. De doelcomputer moet ook actief zijn. Faxen worden niet opgeslagen als de computer in de slaapstand staat. De HP Digital Imaging-monitor in de taakbalk van Windows moet altijd aan staan. Er moet papier in de invoerlade zitten.
De wizard Fax naar pc starten vanuit het Solution Center 1. Open het Solution Center. Zie Gebruik het HP Solution Center (Windows) voor meer informatie. 2. Selecteer Instellingen en daarna Wizard Fax naar pc instellen. 3. Volg de aanwijzingen op het scherm om Fax naar pc in te stellen. Instellingen van Fax naar pc wijzigen U kunt de instellingen van Fax naar pc op elk gewenst moment vanaf uw computer bijwerken vanuit de pagina Faxinstellingen in het Solution Center. U kunt Fax naar pc
60
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
uitschakelen en het afdrukken van faxen uitschakelen vanuit het bedieningspaneel van het apparaat. Instellingen voor Fax naar pc wijzigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op de knop Installeren, selecteer Faxinstellingen en vervolgens Fax naar pc. 2. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. U kunt de volgende instellingen wijzigen: • View PC hostname (Hostnaam pc weergeven): De naam weergeven van de computer die is ingesteld voor het beheren van Fax naar pc. • Turn Off (Uitschakelen): Fax naar pc uitschakelen. Opmerking Het Solution Center gebruiken om Fax naar pc in te schakelen. •
Disable Fax Print (Afdrukken van faxen uitschakelen): Kies deze optie als u faxen wilt afdrukken zodra ze worden ontvangen. Als u afdrukken uitschakelt, worden kleurenfaxen nog wel afgedrukt. Opmerking Omdat kleurenfaxen niet worden opgeslagen op de computer, worden kleurenfaxen wel afgedrukt. Sommige kleurenfaxen met meerdere pagina's kunnen echter te groot zijn voor het apparaatgeheugen.
Fax naar pc-instellingen wijzigen vanuit het Solution Center 1. Open het Solution Center. Zie Gebruik het HP Solution Center (Windows) voor meer informatie. 2. Selecteer Instellingen en daarna Faxinstellingen. 3. Selecteer de tab Instellingen voor Fax naar pc. 4. Voer alle gewenste wijzigingen in de instellingen door. Druk op OK. Opmerking De oorspronkelijke instellingen worden overschreven door de wijzigingen die u aanbrengt.
Faxinstellingen wijzigen Als u de stappen hebt voltooid in de bij het apparaat geleverde Aan-de-slaggids, kunt u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren. • • • • • • • •
Het faxkopschrift instellen De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen Foutcorrectiemodus fax instellen Het kiessysteem instellen Opties opnieuw kiezen instellen De faxsnelheid instellen
Faxinstellingen wijzigen
Downloaded from www.vandenborre.be
61
Hoofdstuk 6
Het faxkopschrift instellen Het faxkopschrift is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax die u verstuurt. HP raadt aan het faxkopschrift in te stellen met de software die u met het apparaat hebt geïnstalleerd. U kunt het faxkopschrift ook instellen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat, zoals hier wordt beschreven. Opmerking In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift wettelijk vereist. Het faxkopschrift instellen of wijzigen 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Faxinstellingen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Faxkopschrift te selecteren, en druk op OK. 4. Voer met de nummertoetsen uw naam of de naam van uw bedrijf in en druk op OK. 5. Voer met behulp van het numerieke toetsenblok het faxnummer in en druk vervolgens op OK.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door het apparaat worden beantwoord. •
•
Schakel de instelling Automatisch antwoorden in als u wilt dat het apparaat faxen automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door het apparaat beantwoord. Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden, anders kan het apparaat geen faxberichten ontvangen.
De antwoordmodus via het bedieningspaneel van het apparaat instellen op handmatig of automatisch 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Faxinstellingen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Antwoordopties te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: om Automatisch antwoorden te selecteren, en druk op OK. 5. Druk op rechterpijl: om Aan of Off (Uitschakelen) te selecteren, al naargelang uw installatie, en druk vervolgens op OK. Wanneer Automatisch antwoorden is ingesteld op Aan, worden oproepen automatisch door het apparaat beantwoord. Wanneer Automatisch antwoorden is ingesteld op Uit, worden oproepen niet door het apparaat beantwoord.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord. De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is aangesloten op dezelfde telefoonlijn als het apparaat omdat het antwoordapparaat de telefoon moet beantwoorden voordat het apparaat dat doet. Het aantal beltonen dat u
62
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
instelt voordat het apparaat opneemt, moet hoger zijn dan het aantal belsignalen voordat het antwoordapparaat opneemt. Stel het antwoordapparaat bijvoorbeeld in op een klein aantal belsignalen en het apparaat op het hoogste aantal belsignalen. (Het maximale aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt het apparaat de lijn. Als het apparaat faxsignalen detecteert, zal het de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen. Aantal belsignalen voordat wordt opgenomen instellen via het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Faxinstellingen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Antwoordopties te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: om Beltonen voor opnemen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 5. Typ het toepasselijke aantal belsignalen met behulp van het toetsenpaneel of druk op linkerpijl of rechterpijl: om het weergegeven aantal belsignalen te wijzigen. 6. Druk op OK om de instelling te accepteren.
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen Veel telefoonmaatschappijen bieden een functie voor specifieke belsignalen, zodat het mogelijk is om op één telefoonlijn diverse telefoonnummers te gebruiken. Als u zich op deze service abonneert, wordt er aan elk telefoonnummer een ander belpatroon toegekend. U kunt het apparaat instellen voor het beantwoorden van binnenkomende oproepen die een bepaald belpatroon hebben. Als u het apparaat verbindt met een telefoonlijn met specifieke belsignalen, moet u de telefoonmaatschappij verzoeken om verschillende belpatronen toe te wijzen aan binnenkomende gespreksoproepen en faxoproepen. Het is raadzaam om voor een faxnummer dubbele of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als het apparaat het specifieke belpatroon detecteert, beantwoordt het de oproep en ontvangt het de fax. Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle beltonen. Opmerking De HP-fax kan geen faxen ontvangen als het hoofdtelefoonnummer van de haak is. Het belpatroon voor een specifieke beltoon wijzigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Controleer of het apparaat is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden. 2. Druk op Installatie. 3. Druk op rechterpijl: om Basisinstellingen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: om Rinkelpatroon te selecteren. Druk vervolgens op OK. Wanneer de telefoon rinkelt met het belpatroon dat is toegewezen aan de faxlijn, beantwoordt het apparaat de oproep en ontvangt de fax.
Faxinstellingen wijzigen
Downloaded from www.vandenborre.be
63
Hoofdstuk 6
Foutcorrectiemodus fax instellen Gewoonlijk controleert het apparaat de signalen op de telefoonlijn wanneer een fax wordt verzonden of ontvangen. Wanneer het een foutsignaal detecteert tijdens de transmissie en als de foutcorrectie is ingeschakeld, kan het apparaat vragen om een gedeelte van de fax opnieuw te verzenden. Schakel deze foutcorrectie alleen uit als u problemen hebt met het verzenden of ontvangen van een fax en fouten tijdens de transmissie wilt accepteren. Het uitschakelen van deze functie kan nuttig zijn wanneer u een fax wilt verzenden naar of ontvangen van een ander land of een andere regio of als u via een satellietverbinding belt. De foutcorrectiemodus instellen 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Faxinstellingen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Foutcorrectie te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: om Aan of Uit te selecteren. Druk vervolgens op OK.
Het kiessysteem instellen Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze. Opmerking De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's. Het kiessysteem instellen 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Basisinstellingen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Toon of Puls te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: om de gewenste optie te selecteren en druk op OK.
Opties opnieuw kiezen instellen Wanneer het apparaat geen fax heeft kunnen verzenden omdat de ontvangende fax niet opneemt of in gesprek was, probeert het apparaat om het nummer opnieuw te kiezen op basis van de opties Opnieuw kiezen bij in gesprek en Geen antwoord opnieuw kiezen. Schakel de opties in of uit via de volgende procedure. •
•
Opnieuw kiezen bij in gesprek: als deze optie is ingeschakeld, kiest het apparaat het nummer automatisch opnieuw als het een bezettoon krijgt. De fabrieksinstelling van deze functie is AAN. Geen antwoord opnieuw kiezen: als deze optie is ingeschakeld, kiest het apparaat het nummer automatisch opnieuw als de ontvangende fax niet antwoordt. De fabrieksinstelling van deze functie is UIT.
De opties opnieuw bellen instellen 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Faxinstellingen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 64
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
3. Druk op rechterpijl: om Opties voor opnieuw kiezen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 4. Druk op rechterpijl: om de gewenste opties voor Opnieuw kiezen bij in gesprek of Geen antwoord opnieuw kiezen te selecteren. Druk vervolgens op OK.
De faxsnelheid instellen U kunt de faxsnelheid instellen die wordt gebruikt voor de communicatie tussen het apparaat en andere faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxen. De standaard faxsnelheid is Snel. Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te verlagen: • • • •
Een Internet-telefoonservice Een PBX-systeem Fax over Internet-protocol (FoIP) Een ISDN-service
Als er tijdens het verzenden en ontvangen van faxen problemen optreden, moet u de instelling Faxsnelheid mogelijk instellen op Normaal of Langzaam. In de volgende tabel ziet u een lijst van de beschikbare faxsnelheden. Instelling faxsnelheid
Faxsnelheid
Snel
v.34 (33600 baud)
Normaal
v.17 (14400 baud)
Langzaam
v.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op Instellingen. 2. Druk op rechterpijl: om Faxinstellingen te selecteren. Druk vervolgens op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Faxsnelheid te selecteren, en druk op OK. 4. Selecteer een optie met behulp van de pijltoetsen en druk vervolgens op OK.
Faxen via the Internet U kunt zich abonneren op een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw apparaat te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Internet-protocol (FoIP) genoemd. U maakt waarschijnlijk gebruik van een FoIP-service (aangeboden door uw telefoonservice) als u: • •
samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge telefoonpoorten voor de faxlijn. Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op het apparaat. Dit houdt in dat uw internetverbinding via een converter moet lopen (die ook reguliere analoge telefoonstekkers heeft voor faxverbindingen) of via uw telefoonmaatschappij.
Faxen via the Internet
Downloaded from www.vandenborre.be
65
Hoofdstuk 6
Sommige internetfaxservices werken niet goed als het apparaat faxen verzendt en ontvangt op hoge snelheid (33600 bps). Als u bij het verzenden en ontvangen van faxen met een internetfaxservice problemen ondervindt, moet u een lagere faxsnelheid gebruiken. Dit is mogelijk door de instelling Faxsnelheid te wijzigen van Hoog (standaard) naar Normaal. Zie De faxsnelheid instellen voor informatie over het wijzigen van deze instelling. Als u vragen heeft over internetfaxen, kunt u contact opnemen met uw ondersteuningsafdeling voor internetfaxservices.
Installatie testfax U kunt uw faxinstallatie testen om de status van het apparaat te controleren en om na te gaan of het correct is geïnstalleerd om te faxen. Voer deze test uit nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd om te faxen. De test doet het volgende: • • • • • •
Test de faxhardware Controleert of het juiste type telefoonsnoer is aangesloten op het apparaat Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort is aangesloten Controleert de aanwezigheid van een kiestoon Controleert op de aanwezigheid van een actieve telefoonlijn Controleert de status van de telefoonlijnverbinding
Het apparaat drukt een verslag af met het testresultaat. Als de test mislukt, bekijkt u het verslag voor informatie over hoe u het probleem kunt oplossen en voert de test opnieuw uit. Faxinstallatie testen 1. Stel het apparaat in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op kantoor. 2. Zorg ervoor dat de inktpatronen zijn geïnstalleerd en dat volledige vellen papier in de hoofdlade zijn geplaatst voordat u begint met de test. 3. Druk vanaf het bedieningspaneel van het apparaat op Installeren. 4. Druk op rechterpijl: om Tools te selecteren en druk op OK. 5. Druk op rechterpijl: om Faxtest uitvoeren te selecteren. Druk vervolgens op OK. Het apparaat geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af. 6. Bekijk het rapport. • Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van problemen met faxen, terwijl de test is geslaagd. Een lege of onjuiste faxinstelling kan faxproblemen veroorzaken. • Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen van de aangetroffen problemen.
Rapporten gebruiken U kunt het apparaat zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. Als het
66
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
nodig is kunt u systeemrapporten ook handmatig afdrukken. Deze rapporten geven nuttige informatie over het apparaat. Standaard is het apparaat zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het verzenden van een faxbericht wordt op het bedieningspaneel even gemeld dat het faxbericht goed is verzonden. • • •
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken Foutrapporten voor faxen afdrukken Het faxlogboek afdrukken en bekijken
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken Als u een afgedrukte bevestiging nodig hebt van faxen die goed zijn verzonden, volgt u onderstaande instructies om de faxbevestiging in te schakelen voordat u faxen gaat verzenden. Selecteer Bij Fax verzenden of Verzenden & ontvangen. De standaardinstelling voor faxbevestiging is Off (Uitschakelen). Dit betekent dat er geen bevestigingsrapport wordt afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Na het verzenden van een faxbericht wordt op het bedieningspaneel even gemeld dat het faxbericht goed is verzonden. Faxbevestiging inschakelen 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Rapport afdrukken te selecteren, en druk op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Faxbevestiging te selecteren, en druk op OK. 4. Druk op rechterpijl: om een van de volgende opties te selecteren en druk op OK. Off (Uitschakelen)
Er wordt geen bevestigingsrapport afgedrukt wanneer u faxberichten verzendt en ontvangt. Dit is de standaardinstelling.
Bij Fax verzenden
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Bij Fax ontvangen
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt.
Verzenden & ontvangen
Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt.
Tip Als u Bij Fax verzenden of Verzenden & ontvangen kiest en de fax scant om deze vanuit het geheugen te verzenden, kunt u een afbeelding van de eerste pagina van de fax opnemen in het rapport Verzendrapport. Druk op Installatie, op Faxbevestiging en druk dan nogmaals op Bij verzenden fax. Selecteer Aan in het menu Afbeelding op verzendrapport.
Rapporten gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
67
Hoofdstuk 6
Foutrapporten voor faxen afdrukken U kunt het apparaat zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt. Het apparaat instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Rapport afdrukken te selecteren, en druk op OK. 3. Druk op rechterpijl: om Faxfout te selecteren, en druk op OK. 4. Druk op rechterpijl: om een van de volgende opties te selecteren en druk op OK. Verzenden & ontvangen
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen. Dit is de standaardinstelling.
Off (Uitschakelen)
Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Bij Fax verzenden
Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen.
Bij Fax ontvangen
Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Het faxlogboek afdrukken en bekijken De logs geven een lijst van alle vanaf het bedieningspaneel van het apparaat verzonden faxen en alle ontvangen faxen. U kunt een log afdrukken van faxen die door het apparaat werden ontvangen en verzonden. Elk item in het log bevat de volgende informatie: • • • • • •
Datum en tijd van verzending Type (ontvangen of verzonden) Faxnummer Duur Aantal pagina’s Resultaat (status) van de overdracht
Het faxlog vanaf de HP-beeldbewerkingssoftware bekijken 1. Open de HP-beeldbewerkingssoftware op de computer. Raadpleeg De HPbeeldbewerkingssoftware gebruiken voor meer informatie. 2. Zie de Help op het scherm voor verdere aanwijzingen over de HPbeeldbewerkingssoftware. Het log geeft een lijst van alle vanaf het bedieningspaneel van het apparaat en vanuit de HP-beeldbewerkingssoftware verzonden faxen en alle ontvangen faxen. De fax-log afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Druk op Installatie. 2. Druk op rechterpijl: om Rapport afdrukken te selecteren, en druk op OK.
68
Fax
Downloaded from www.vandenborre.be
3. Druk op rechterpijl: om Faxlog te selecteren, en druk op OK. 4. Druk opnieuw op OK om het log af te drukken.
Een fax annuleren U kunt op elk moment een fax dat u aan het verzenden of ontvangen bent, annuleren. Een fax annuleren ▲ Druk op Annuleren op het bedieningspaneel van het apparaat om een faxtaak die u aan het verzenden of ontvangen bent, te stoppen. Als het apparaat niet stopt met faxen, drukt dan nogmaals op Annuleren. Het apparaat drukt de pagina's die al aan het afdrukken waren verder af en annuleert dan de rest van het faxbericht. Dit kan even duren. Een nummer dat u aan het kiezen bent, annuleren ▲ Druk op Annuleren om het nummer dat u op dat moment aan het kiezen bent, te annuleren.
Een fax annuleren
Downloaded from www.vandenborre.be
69
7
Configureren en beheren Deze sectie is bedoeld voor de beheerder of persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van het apparaat. In dit gedeelte vindt u informatie over de volgende onderwerpen. • • • • • • •
Het apparaat beheren Beheertools voor het apparaat gebruiken Het diagnostische zelftestrapport begrijpen Het apparaat configureren voor faxen Het apparaat configureren (Windows) Het apparaat configureren (Mac OS) De software verwijderen en opnieuw installeren
Het apparaat beheren Hieronder worden de algemene tools vermeld waarmee u het apparaat kunt beheren. Zie Beheertools voor het apparaat gebruiken voor informatie over het activeren en gebruiken van deze hulpmiddelen. Opmerking Het is mogelijk dat in specifieke procedures andere methoden worden toegepast. Windows • Bedieningspaneel van het apparaat • Printerdriver • Werkset Mac OS • Bedieningspaneel van het apparaat • HP Printerprogramma • •
Het apparaat controleren Het apparaat beheren
Het apparaat controleren Dit onderdeel bevat aanwijzingen voor het controleren van het apparaat.
70
Gebruik dit hulpmiddel…
om de volgende informatie te verkrijgen....
Bedieningspaneel van het apparaat
Informatie over de status van huidige taken, de bedrijfsstatus van het apparaat en de status van inktpatronen.
Werkset (Windows)
Inktpatrooninformatie: Klik op het tabblad Geschatte inktniveaus om informatie te zien
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
(vervolg) Gebruik dit hulpmiddel…
om de volgende informatie te verkrijgen.... over het inktniveau. Blader vervolgens naar de knop Cartridgedetails. Klik op de knop Cartridgedetails om informatie te zien over vervangende inktpatronen.*
HP Printerhulpprogramma (Mac OS)
Inktpatrooninformatie: Open het deelvenster Informatie en ondersteuning en klik op Status benodigdheden.*
* De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de inktpatronen pas te vervangen als de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is.
Het apparaat beheren Dit onderdeel bevat informatie over het beheren van het apparaat en het wijzigen van instellingen. Gebruik dit hulpmiddel…
als u het volgende wilt doen...
Bedieningspaneel
• •
Taal en land/regio: Druk op Installatie, selecteer Basisinstellingen en selecteer vervolgens Taal instellen. De datum en tijd instellen: Druk op Installatie, druk op Basisinstellingen en druk vervolgens op Datum en tijd.
Werkset (Windows)
Onderhoudstaken voor het apparaat uitvoeren: Klik op het tabblad Apparaatservices.
HP Printerhulpprogramma (Mac OS)
• •
Lade-instellingen wijzigen: Klik op Papierverwerking in het deelvenster Printerinstellingen. Onderhoudstaken voor het apparaat uitvoeren: Open het deelvenster Informatie en ondersteuning en klik vervolgens op de optie voor de taak die u wilt uitvoeren.
Beheertools voor het apparaat gebruiken • •
Werkset (Windows) HP Printerhulpprogramma (Mac OS)
Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van het apparaat.
Beheertools voor het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
71
Hoofdstuk 7
Opmerking Als de computer aan de systeemvereisten voldoet, kunt u de Werkset vanaf de Starter-cd installeren door voor de volledige installatie te kiezen. • •
De Werkset openen Tabbladen in de Werkset
De Werkset openen • Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik vervolgens op Printer Werkset. • Klik met de rechtermuisknop op de HP Digital Imaging-monitor in de taakbalk, wijs Modelnaam printer aan en klik op Werkset printer weergeven. Tabbladen in de Werkset De Werkset bevat de volgende tabbladen. Tabblad
Inhoud
Geschat inktniveau
•
Informatie over het inktniveau: Toont het geschatte inktniveau voor elke patroon. Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de inktpatronen pas te vervangen als de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is.
• •
•
Printerinformatie: Toont de hardware van het apparaat. Opties op het tabblad Informatie zijn onder meer: Hardware-informatie
Informatie
72
Kopen: Geeft toegang tot een website waar u online printerbenodigdheden kunt bestellen voor het apparaat. Telefonisch bestellen: Toont telefoonnummers die u kunt opbellen om benodigdheden voor het apparaat te bestellen. Er zijn niet voor alle landen/regio's telefoonnummers beschikbaar. Cartridgedetails: Hier ziet u bestelnummers en verloopdatums van de geïnstalleerde inktpatronen.
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
(vervolg) Tabblad
Inhoud
Apparaatservices
•
•
• • • •
Diagnosepagina afdrukken: Hiermee kunt u een rapport afdrukken dat informatie over het apparaat bevat, zoals het type verbinding, fouten en firmware-informatie. Testpagina afdrukken: Hiermee kunt u het zelftestrapport van het apparaat afdrukken. Deze pagina bevat informatie over het apparaat en de inktpatronen. Zie Het diagnostische zelftestrapport begrijpen voor meer informatie. De inktpatronen uitlijnen: Hulp bij het uitlijnen van de inktpatronen. Zie Inktpatronen uitlijnen voor meer informatie. De inktpatronen reinigen: Hulp bij het reinigen van de inktpatronen. Zie Inktpatronen reinigen voor meer informatie. Vuil op achterkant van pagina reinigen: Reinigt de ribbels van het apparaat als inkt de pagina besmeurt. Papierinvoer reinigen: Reinigt de papierrollen van het apparaat.
HP Printerhulpprogramma (Mac OS) Het HP Printerhulpprogramma bevat hulpmiddelen voor het configureren van afdrukinstellingen, het kalibreren van het apparaat, het online bestellen van benodigdheden en het zoeken van helpinformatie op internet. • •
Het HP Printerhulpprogramma openen Deelvensters van HP Printerhulpprogramma
Het HP Printerhulpprogramma openen Zo opent u het HP Printerhulpprogramma vanop het bureaublad 1. Selecteer vanuit de Zoeker de optie Computer in het menu Gaan. 2. Selecteer de vaste schijf van de computer en daarna Bibliotheek, Printers. 3. Selecteer HP, Hulpprogramma's en vervolgens HP Printer Selector. 4. Selecteer het apparaat en klik op Hulpprogramma starten. Het HP Printerhulpprogramma openen vanuit HP Apparaatbeheer 1. Klik in het Dock op het pictogram Apparaatbeheer. 2. Selecteer het apparaat in het vervolgmenu Apparaten. 3. Klik in het menu Informatie en instellingen op Printer onderhouden. 4. Selecteer het apparaat en klik op Hulpprogramma starten.
Beheertools voor het apparaat gebruiken
Downloaded from www.vandenborre.be
73
Hoofdstuk 7
Deelvensters van HP Printerhulpprogramma Deelvenster Informatie en ondersteuning • Status benodigdheden: Dit venster bevat informatie over de geïnstalleerde inktpatronen. • Info over benodigdheden: Toont de opties voor het vervangen van de inktpatronen. • Apparaatgegevens: Bevat informatie over het model en serienummer. Deze pagina bevat informatie over het apparaat en de benodigdheden. • Reinigen: Hulp bij het reinigen van de inktpatronen. • Uitlijnen: Hulp bij het uitlijnen van de inktpatronen. • HP-ondersteuning: Deze pagina geeft toegang tot de HP-website waar u ondersteuning vindt voor het apparaat, het apparaat kunt registreren, benodigdheden kunt bestellen en informatie vindt over het retourneren en recyclen van gebruikte printerbenodigdheden.
Het diagnostische zelftestrapport begrijpen Gebruik het diagnostische zelftestrapport voor het volgende: • •
Informatie bekijken over uw apparaat en de status van de inktpatronen Help bij het oplossen van problemen
Het diagnostische zelftestrapport bevat ook een log met recente gebeurtenissen. Als u HP wilt bellen, is het vaak handig om eerst het zelftestrapport af te drukken.
74
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
1. Printerinformatie: Geeft informatie over het apparaat (zoals productnaam, modelnummer, serienummer en versie van de firmware) en het aantal pagina's dat vanuit de lades en accessoires wordt afgedrukt. 2. Sproeiertestpatroon: Ontbrekende lijnen geven problemen met de inktpatronen aan. Reinig of vervang de patronen. 3. Gekleurde balken en vakken: Ongelijkmatige, vervaagde of vage gekleurde balken of vakken geven aan dat de inkt bijna op is. Controleer de inktniveaus. 4. Gebeurtenissen: Toont recente gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden. Het diagnostische zelftestrapport afdrukken • Bedieningspaneel van het apparaat: Druk op Installatie, selecteer Rapport afdrukken, Zelftest en druk dan op OK. • HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Apparaatgegevens in het deelvenster Informatie en ondersteuning en klik vervolgens op Configuratiepagina afdrukken.
Het apparaat configureren voor faxen Nadat u alle stappen uit de beknopte gebruikershandleiding hebt uitgevoerd, kunt u met behulp van de instructies in dit gedeelte het installeren van de fax voltooien. Bewaar de beknopte gebruikershandleiding zorgvuldig, zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen. In dit gedeelte leest u hoe u het apparaat kunt instellen, zodat u een fax kunt verzenden zonder dat er problemen ontstaan met de reeds aanwezige apparatuur en services die van dezelfde telefoonlijn gebruikmaken als het apparaat. Tip U kunt ook de wizard Faxinstallatie (Windows) of het HP Fax Setupprogramma (Mac OS) gebruiken om snel een aantal belangrijke faxopties in te stellen, zoals de antwoordmodus en de informatie van het faxkopschrift. U kunt de wizard Faxinstallatie (Windows) of het HP Fax Setup-programma (Mac OS) openen vanuit de software die u bij het apparaat hebt geïnstalleerd. Nadat u de wizard Faxinstallatie (Windows) of het HP Fax Setup-programma (Mac OS) hebt uitgevoerd, volgt u de procedures in dit gedeelte om de installatie van de fax te voltooien. • •
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) Seriële faxinstallatie
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) Voordat u begint met het installeren van het apparaat voor het uitvoeren van faxtaken, moet u bepalen welk soort telefoonsysteem in uw land/regio wordt gebruikt. De
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
75
Hoofdstuk 7
instructies voor het instellen van de fax verschillen, afhankelijk van de vraag of u een serieel of een parallel telefoonsysteem hebt. •
Als uw land/regio niet in de onderstaande tabel voorkomt, gebruikt u waarschijnlijk een serieel telefoonsysteem. Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, kan het type connector op uw gedeelde apparatuur voor telefonie (modems, telefoon en antwoordapparaten) niet fysiek worden aangesloten op de "2-EXT"-poort op het apparaat. In dit geval moet alle apparatuur worden aangesloten op de telefoonaansluiting. Opmerking In sommige landen/regio's waar seriële telefoonsystemen worden gebruikt, is het telefoonsnoer dat bij het apparaat is meegeleverd soms voorzien van een extra stekker. Hiermee kunt u ook andere telecomapparaten op dezelfde telefoonaansluiting aansluiten waarop ook het apparaat is aangesloten.
•
Als uw land/regio in de tabel voorkomt, hebt u waarschijnlijk een parallel telefoonsysteem. In een parallel telefoonsysteem kunt u gedeelde telefoonapparatuur met de telefoonlijn verbinden via de "2-EXT"-poort op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Wij raden u in dat geval aan om het apparaat aan te sluiten op de telefoonaansluiting met het tweeaderige telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd.
Tabel 7-1 Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem Argentinië
Australië
Brazilië
Canada
Chili
China
Colombia
Griekenland
India
Indonesië
Ierland
Japan
Korea
Latijns-Amerika
Maleisië
Mexico
Filippijnen
Polen
Portugal
Rusland
Saoedi-Arabië
Singapore
Spanje
Taiwan
Thailand
V.S.
Venezuela
Vietnam
Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat navragen bij uw telefoonmaatschappij. • • • • •
76
De juiste faxinstellingen voor thuis of op kantoor kiezen De faxinstallatie voor uw situatie selecteren Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Situatie B: Het apparaat installeren met DSL Situatie C: Het apparaat installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
• • • • • • • •
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen) Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat Situatie J: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem en een antwoordapparaat Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail
De juiste faxinstellingen voor thuis of op kantoor kiezen Als u probleemloos faxberichten wilt kunnen verzenden, moet u weten welke apparaten en services de telefoonlijn delen met het apparaat. Dit is belangrijk omdat u mogelijk enkele bestaande kantoorapparaten rechtstreeks met het apparaat moet verbinden en omdat u misschien enkele faxinstellingen moet wijzigen om goed te kunnen faxen. Lees eerst de vragen in dit deel door en noteer uw antwoorden om te bepalen op welke manier u het apparaat het beste kunt instellen voor thuis of op kantoor. Zoek vervolgens op basis van de antwoorden die u hebt genoteerd, in de tabel hieronder de aanbevolen instelling op. Zorg ervoor dat u de volgende vragen leest en beantwoordt in de volgorde waarin ze hieronder voorkomen. 1. Hebt u een DSL-service (Digital Subscriber Line) bij uw telefoonmaatschappij? (DSL wordt in uw land/regio wellicht ADSL genoemd.) Als u Ja hebt geantwoord, kunt u direct doorgaan naar Situatie B: Het apparaat installeren met DSL. U hoeft de overige vragen niet te beantwoorden. Als u Nee hebt geantwoord, gaat u door naar de volgende vraag. 2. Beschikt u over een telefooncentrale (PBX) of een ISDN-aansluiting? Als u Ja hebt geantwoord, kunt u direct doorgaan naar Situatie C: Het apparaat installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn. U hoeft de overige vragen niet te beantwoorden. Als u Nee hebt geantwoord, gaat u door naar de volgende vraag.
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
77
Hoofdstuk 7
3. Bent u via uw telefoonmaatschappij geabonneerd op een service voor specifieke belsignalen die uit meerdere telefoonnummers met verschillende belsignalen bestaat? Als u Ja hebt geantwoord, kunt u direct doorgaan naar Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn. U hoeft de overige vragen niet te beantwoorden. Als u Nee hebt geantwoord, gaat u door naar de volgende vraag. Weet u niet zeker of u een specifiek belsignaal hebt? Veel telefoonmaatschappijen bieden een functie voor specifieke belsignalen, zodat het mogelijk is om op één telefoonlijn diverse telefoonnummers te gebruiken. Als u zich op deze service abonneert, heeft elk telefoonnummer een ander belsignaal. U kunt bijvoorbeeld enkele, dubbele of drievoudige belsignalen voor verschillende nummers hebben. U kunt bijvoorbeeld een telefoonnummer met een enkel belsignaal toewijzen aan uw gespreksoproepen, en een ander telefoonnummer met een dubbel belsignaal aan uw faxoproepen. Hierdoor hoort u het verschil tussen gespreks- en faxoproepen als de telefoon overgaat. 4. Ontvangt u gespreksoproepen op hetzelfde telefoonnummer dat u gaat gebruiken voor het ontvangen van faxoproepen met het apparaat? Ga door met de volgende vraag. 5. Hebt u een computermodem die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat? Weet u niet zeker of u een computermodem gebruikt? Als u een van de volgende vragen met Ja beantwoordt, maakt u gebruik van een computermodem: • Kunt u rechtstreeks vanuit computertoepassingen faxberichten verzenden en ontvangen via een inbelverbinding? • Verzendt en ontvangt u e-mailberichten op uw computer via een inbelverbinding? • Maakt u verbinding met Internet door middel van een inbelverbinding? Ga door met de volgende vraag. 6. Hebt u een antwoordapparaat dat gespreksoproepen beantwoordt op hetzelfde telefoonnummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van faxoproepen op het apparaat? Ga door met de volgende vraag. 7. Bent u geabonneerd op een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij en gebruikt u daarvoor hetzelfde nummer dat u ook gebruikt voor het ontvangen van faxoproepen op het apparaat? Nadat u de vragen hebt beantwoord, gaat u naar het volgende deel waarin u de faxinstellingen kunt selecteren die het beste bij uw situatie passen. De faxinstallatie voor uw situatie selecteren Nu u alle vragen hebt beantwoord over apparatuur en services die de telefoonlijn met het apparaat delen, kunt u de geschiktste instellingen voor thuis of kantoor kiezen. Kies in de eerste kolom van de tabel de combinatie van apparaten en services die bij u thuis of in uw kantoor wordt gebruikt. Zoek op basis van uw telefoonsysteem vervolgens de juiste instelling op in de tweede of derde kolom van de tabel. Voor elke situatie vindt u in de volgende gedeelten stapsgewijze instructies.
78
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
Als u alle vragen in het vorige gedeelte hebt beantwoord en u geen van de beschreven apparaten of services gebruikt, kiest u "Geen" in de eerste kolom van de tabel. Opmerking Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd, stelt u het apparaat in als een gewone analoge telefoon. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos aan op de telefoonaansluiting en het andere uiteinde op de poort met het label 1-LINE achter op het apparaat. Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, zult u mogelijk problemen ondervinden met het verzenden en ontvangen van faxen. Andere apparatuur/services die uw faxlijn delen
Aanbevolen faxinstellingen voor parallelle telefoonsystemen
Aanbevolen faxinstellingen voor seriële telefoonsystemen
Geen
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)
Kijk voor uw land in Seriële faxinstallatie
Situatie B: Het apparaat installeren met DSL
Kijk voor uw land in Seriële faxinstallatie
Situatie C: Het apparaat installeren met een PBXtelefoonsysteem of een ISDNlijn
Kijk voor uw land in Seriële faxinstallatie
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn
Kijk voor uw land in Seriële faxinstallatie
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn
Kijk voor uw land in Seriële faxinstallatie
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail
Kijk voor uw land in Seriële faxinstallatie
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen)
N.v.t.
Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem
N.v.t.
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat
N.v.t.
(U hebt alle vragen met Nee beantwoord.) DSL-aansluiting (U hebt alleen op vraag 1 Ja geantwoord.) PBX-systeem of ISDNaansluiting (U hebt alleen op vraag 2 Ja geantwoord.) Abonnement op specifieke belsignalen (U hebt alleen op vraag 3 Ja geantwoord.) Gespreksoproepen (U hebt alleen op vraag 4 Ja geantwoord.) Gespreksoproepen en voicemailservice (U hebt alleen de vragen 4 en 7 met Ja beantwoord.) Computermodem voor inbellen (U hebt alleen op vraag 5 Ja geantwoord.) Gespreksoproepen en computermodem voor inbellen (U hebt alleen de vragen 4 en 5 met Ja beantwoord.) Gespreksoproepen en antwoordapparaat (U hebt alleen de vragen 4 en 6 met Ja beantwoord.)
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
79
Hoofdstuk 7 (vervolg) Andere apparatuur/services die uw faxlijn delen
Aanbevolen faxinstellingen voor parallelle telefoonsystemen
Aanbevolen faxinstellingen voor seriële telefoonsystemen
Gespreksoproepen, computermodem voor inbellen en antwoordapparaat
Situatie J: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem en een antwoordapparaat
N.v.t.
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail
N.v.t.
(U hebt alleen de vragen 4, 5 en 6 met Ja beantwoord.) Gespreksoproepen, computermodem voor inbellen en voicemailservice (U hebt alleen de vragen 4, 5 en 7 met Ja beantwoord.)
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt en er geen andere apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u het apparaat in zoals in dit deel wordt beschreven. Afbeelding 7-1 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort
Het apparaat instellen met een aparte faxlijn 1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 2. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
80
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
3. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). 4. Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon gaat, neemt het apparaat automatisch op na het aantal belsignalen dat u in de instelling Hoe vaak overgaan hebt opgegeven. Vervolgens begint het apparaat faxontvangsttonen naar het verzendende faxtoestel te sturen en ontvangt het de fax. Situatie B: Het apparaat installeren met DSL Als u via uw telefoonmaatschappij gebruikmaakt van een DSL-service, en geen andere toestellen verbindt met het apparaat, kunt u aan de hand van de instructies in dit gedeelte een DSL-filter verbinden met de telefoonaansluiting en het apparaat. Het DSL-filter haalt het digitale signaal weg dat storingen veroorzaakt in de communicatie tussen het apparaat en de telefoonlijn, zodat het apparaat probleemloos via de telefoonlijn kan communiceren. (DSL wordt in uw land/regio wellicht ADSL genoemd.) Opmerking Als u over een DSL-lijn beschikt en u geen DSL-filter gebruikt, kunt u met het apparaat geen faxberichten verzenden en ontvangen. Afbeelding 7-2 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer
3
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
81
Hoofdstuk 7
Het apparaat installeren met een DSL-lijn 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de open poort op de DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de DSLfilter te verbinden met het apparaat, kunt u waarschijnlijk niet faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. Aangezien er slechts één telefoonsnoer wordt geleverd, hebt u voor deze installatie mogelijk extra snoeren nodig. 3. Maak met een extra telefoonsnoer een verbinding van de DSL-filter naar de wandcontactdoos. 4. Voer een faxtest uit. Situatie C: Het apparaat installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te doen: •
Sluit het apparaat aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat, indien mogelijk, de adapter is ingesteld op het juiste switchtype voor uw land/regio. Opmerking Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u steeds problemen ondervindt wanneer u bent verbonden met de fax-/ telefoonpoort van uw ISDN-converter, kunt u proberen om het apparaat aan te sluiten op de multifunctionele poort. Die kan gemarkeerd zijn als "multi-combi" of iets dergelijks.
•
Als u gebruik maakt van een telefooncentrale (PBX), stelt u de wisselgesprektoon in op 'uit'. Opmerking Veel digitale PBX-telefooncentrales hebben een wisselgesprektoon die standaard is ingeschakeld. De wisselgesprektoon stoort de faxtransmissie en u kunt geen faxen verzenden of ontvangen met het apparaat. Raadpleeg de documentatie die bij het PBX-telefoonsysteem is geleverd voor instructies voor het uitschakelen van de wisselgesprektoon.
• •
82
Als u een PBX-telefooncentrale hebt, draait u het nummer van een buitenlijn voordat u het faxnummer draait. Zorg dat u het meegeleverde snoer gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting aan te sluiten. Als u dat niet doet, zult u mogelijk geen faxen kunnen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. Als het meegeleverde telefoonsnoer te kort is, kunt u een verbindingsstuk kopen in een elektronicawinkel en het snoer verlengen.
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw telefoonmaatschappij) en u één telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende telefoonnummers waarvan elk een ander belpatroon heeft, stelt u het apparaat in zoals in dit deel wordt beschreven. Afbeelding 7-3 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort
Het apparaat instellen met een service voor specifieke belsignalen 1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 2. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan. 3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal, zodat deze overeenstemt met het patroon dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend. Opmerking Het apparaat staat standaard ingesteld op het beantwoorden van alle belpatronen. Als het belpatroon dat u voor Specifiek belsignaal instelt niet overeenstemt met het belpatroon dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegewezen, bestaat de kans dat het apparaat zowel gespreks- als faxoproepen beantwoordt of dat het apparaat helemaal niet reageert. 4. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). 5. Voer een faxtest uit. Het apparaat beantwoordt automatisch binnenkomende oproepen met het belpatroon dat u hebt opgegeven (met de instelling Specifiek belsignaal) na het aantal belsignalen dat u hebt geselecteerd (met de instelling Hoe vaak overgaan).
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
83
Hoofdstuk 7
Vervolgens begint het apparaat faxontvangsttonen naar het verzendende faxtoestel te sturen en ontvangt het de fax. Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn Als u zowel gespreks- als faxoproepen op hetzelfde telefoonnummer ontvangt en geen andere kantoorapparatuur (of voicemail) op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u het apparaat in zoals in dit deel wordt beschreven. Afbeelding 7-4 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort
3
Telefoon (optioneel)
Het apparaat instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn 1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat en sluit u vervolgens een telefoon aan op deze poort. • Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de telefoon direct op de apparaatkabel aansluiten met de seriestekker.
84
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
3. Nu kunt u instellen hoe u wilt dat oproepen door het apparaat worden beantwoord, automatisch of handmatig: • Als u het apparaat instelt op het automatisch beantwoorden van oproepen, verloopt het beantwoorden van alle binnenkomende oproepen en het ontvangen van faxen automatisch. Het apparaat zal in dat geval geen onderscheid kunnen maken tussen binnenkomende oproepen en faxberichten. Wanneer u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u deze beantwoorden voordat het apparaat de oproep beantwoordt. Stel het apparaat in op automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen door de instelling Automatisch antwoorden in te schakelen. • Als u het apparaat instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen op te nemen, omdat het apparaat anders geen faxen kan ontvangen. Stel het apparaat in op het handmatig beantwoorden van binnenkomende oproepen door de instelling Automatisch antwoorden uit te schakelen. 4. Voer een faxtest uit. Als u de telefoon opneemt voordat het apparaat reageert en u faxtonen hoort van een faxapparaat dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden. Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u via uw telefoonmaatschappij bent geabonneerd op een voicemailservice, stelt u het apparaat in zoals in dit deel wordt beschreven. Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen, wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen. Afbeelding 7-5 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
85
Hoofdstuk 7
Instellen van het apparaat met voicemail 1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 2. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit. 3. Voer een faxtest uit. U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan het apparaat geen faxen ontvangen. U moet de handmatige fax starten voordat de voicemail opneemt. Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen) Als u een faxlijn gebruikt waarop geen gespreksoproepen binnenkomen, maar waarop wel een computermodem is aangesloten, stelt u het apparaat in zoals in dit gedeelte is beschreven. Opmerking Als u een computermodem hebt om in te bellen, deelt deze inbelmodem de telefoonlijn met het apparaat. U kunt de modem en het apparaat dan niet tegelijk gebruiken. U kunt met het apparaat bijvoorbeeld niet faxen terwijl u met de computermodem een e-mailbericht verzendt of surft op het internet. • •
Het apparaat installeren met een computermodem voor inbellen Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem
Het apparaat installeren met een computermodem voor inbellen Als u op dezelfde telefoonlijn faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg dan deze aanwijzingen om het apparaat te installeren. Afbeelding 7-6 Achteraanzicht van het apparaat
86
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort
3
Computer met modem
Het apparaat instellen met een computermodem voor inbellen 1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is verbonden met een wandcontactdoos. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de poort met het label 2EXT aan de achterkant van het apparaat. 3. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen ontvangen. 5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan. 6. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). 7. Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon gaat, neemt het apparaat automatisch op na het aantal belsignalen dat u in de instelling Hoe vaak overgaan hebt opgegeven. Vervolgens begint het apparaat faxontvangsttonen naar het verzendende faxtoestel te sturen en ontvangt het de fax.
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
87
Hoofdstuk 7
Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem Als u een DSL-lijn hebt en die gebruikt om te faxen, volg dan deze aanwijzingen om uw fax te installeren.
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Parallelle splitter
3
DSL/ADSL-filter Verbind het ene uiteinde van de bijgeleverde telefoonaansluiting met de 1-LINE-poort op de achterzijde van het apparaat. Verbind het andere uiteinde van het snoer met de DSL/ADSL-filter.
4
Computer
5
DSL/ADSL-computermodem
Opmerking U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de DSLfilter te verbinden met de achterzijde van het apparaat, kunt u waarschijnlijk niet faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
88
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
3. 4. 5. 6.
Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon gaat, neemt het apparaat automatisch op na het aantal belsignalen dat u in de instelling Hoe vaak overgaan hebt opgegeven. Vervolgens begint het apparaat faxontvangsttonen naar het verzendende faxtoestel te sturen en ontvangt het de fax. Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem Stel het apparaat in zoals in dit gedeelte is beschreven als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en als u tevens een computermodem op deze telefoonlijn hebt aangesloten. Opmerking Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met het apparaat, kunt u de modem en het apparaat niet gelijktijdig gebruiken. U kunt met het apparaat bijvoorbeeld niet faxen terwijl u met de computermodem een emailbericht verzendt of surft op het internet. • •
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen Als u op dezelfde lijn faxt en telefoongesprekken maakt, volg dan deze aanwijzingen voor het installeren van de fax. Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren waarop u het apparaat kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee telefoonpoorten beschikt: •
Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de voorzijde en een aansluiting aan de achterzijde.) Afbeelding 7-7 Voorbeeld van een parallelle splitter
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
89
Hoofdstuk 7
•
Als de computer beschikt over een telefoonpoort, kunt u het apparaat configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven. Afbeelding 7-8 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Het bijgeleverde telefoonsnoer is aangesloten op de 1-LINE-poort op de achterzijde van het apparaat
3
Parallelle splitter
4
Computer
5
Telefoon
Het apparaat op dezelfde telefoonlijn installeren als een computer met een telefoonpoort 1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is verbonden met een wandcontactdoos. Haal het snoer uit de wandcontactdoos en sluit het aan op de parallelle splitter. 3. Verbindt een telefoonsnoer vanaf de parallelle splitter met de poort met het label 2EXT op de achterzijde van het apparaat. 4. Verbind een telefoon met de parallelle splitter. 5. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
90
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan het HP-apparaat geen faxen ontvangen. 7. Nu kunt u instellen hoe u wilt dat oproepen door het apparaat worden beantwoord, automatisch of handmatig: • Als u het apparaat instelt op het automatisch beantwoorden van oproepen, verloopt het beantwoorden van alle binnenkomende oproepen en het ontvangen van faxen automatisch. Het apparaat zal in dat geval geen onderscheid kunnen maken tussen binnenkomende oproepen en faxberichten. Wanneer u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u deze beantwoorden voordat het apparaat de oproep beantwoordt. Stel het apparaat in op automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen door de instelling Automatisch antwoorden in te schakelen. • Als u het apparaat instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen op te nemen, omdat het apparaat anders geen faxen kan ontvangen. Stel het apparaat in op het handmatig beantwoorden van binnenkomende oproepen door de instelling Automatisch antwoorden uit te schakelen. 8. Voer een faxtest uit. Opmerking Als uw computer achteraan beschikt over twee telefoonpoorten, hoeft u geen parallelle splitter te hebben. U kunt de telefoon dan aansluiten op de OUT-poort op de computermodem voor inbellen. Als u de telefoon opneemt voordat het apparaat reageert en u faxtonen hoort van een faxapparaat dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden. Als u op uw telefoonlijn gesprekken voert, faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg dan deze aanwijzingen om de fax te installeren. Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem Volg deze instructies als uw computer beschikt over een DSL/ADSL-modem
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
91
Hoofdstuk 7 1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Parallelle splitter
3
DSL/ADSL-filter
4
Bij het apparaat geleverde telefoonsnoer
5
DSL/ADSL-modem
6
Computer
7
Telefoon
Opmerking U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL-dienst, moeten met extra DSL-filters zijn verbonden, anders krijgt u ruis als u telefoongesprekken voert. 2. Met het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer verbindt u het ene uiteinde met de DSL-filter en het andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE aan de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de DSLfilter te verbinden met het apparaat, kunt u waarschijnlijk niet faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor reeds gebruikt. 3. Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat en sluit u vervolgens een telefoon aan op deze poort. 4. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter. 5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter. 6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos. 7. Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon gaat, neemt het apparaat automatisch op na het aantal belsignalen dat u in de instelling Hoe vaak overgaan hebt opgegeven. Vervolgens begint het apparaat faxontvangsttonen naar het verzendende faxtoestel te sturen en ontvangt het de fax.
92
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit telefoonnummer, stelt u het apparaat in zoals in dit deel wordt beschreven. Afbeelding 7-9 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de 1-LINE-poort aan de achterzijde van het apparaat
3
Antwoordapparaat
4
Telefoon (optioneel)
Het apparaat instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat 1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat. 2. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting en sluit het aan op de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat. Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op het apparaat aansluit, worden de faxtonen van een faxapparaat dat een faxbericht verzendt, mogelijk opgenomen door het antwoordapparaat en kunt u geen faxberichten ontvangen met het apparaat. 3. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
93
Hoofdstuk 7
4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten. Opmerking Als u de externe telefoon niet kunt verbinden met uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon met het apparaat worden verbonden. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 5. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan. 6. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen. 7. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op het apparaat in het maximale aantal dat voor uw apparaat mogelijk is. (Het maximale aantal belsignalen varieert per land/regio.) 8. Voer een faxtest uit. Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal keren overgaan. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. Het apparaat controleert ondertussen de telefoonlijn en 'luistert' of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt het apparaat faxontvangsttonen uit waarna het de fax ontvangt. Als er geen faxtonen worden waargenomen, stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt. Situatie J: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem en een antwoordapparaat Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een computermodem en een antwoordapparaat op deze telefoonlijn hebt aangesloten, stelt u het HP-apparaat in zoals in dit deel wordt beschreven. Opmerking Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met het HPapparaat, kunt u de modem en het apparaat niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet het HP-apparaat gebruiken om te faxen terwijl u de computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet. • •
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en een antwoordapparaat Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een antwoordapparaat
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en een antwoordapparaat Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren waarop u het HP-apparaat kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee telefoonpoorten beschikt: •
94
Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter aanschaffen, zoals deze hierna is afgebeeld. (Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Gebruik
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.) Afbeelding 7-10 Voorbeeld van een parallelle splitter
•
Als de computer is voorzien van een telefoonpoort, kunt u het HP-apparaat configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven. Afbeelding 7-11 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Telefoonsnoer dat is verbonden met de parallelle splitter
3
Parallelle splitter
4
Telefoon (optioneel)
5
Antwoordapparaat
6
Computer met modem
7
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort
Het apparaat op dezelfde telefoonlijn installeren als een computer met een telefoonpoort 1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het HPapparaat. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is verbonden met een wandcontactdoos. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de poort met het label 2EXT aan de achterkant van het apparaat.
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
95
Hoofdstuk 7
3. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting en sluit het aan op de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat. Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op het apparaat aansluit, worden de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk opgenomen door het antwoordapparaat en kunt u geen faxberichten verzenden met het apparaat. 4. Gebruik het meegeleverde telefoonsnoer van het HP-apparaat om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van het HP-apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 5. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten. Opmerking Als u de externe telefoon niet kunt verbinden met uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon met het apparaat worden verbonden. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen ontvangen. 7. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan. 8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen. 9. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op het HP-apparaat in het maximale aantal belsignalen dat voor uw HP-apparaat mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) 10. Voer een faxtest uit. Opmerking Als u een computer met twee telefoonpoorten gebruikt, hebt u geen parallelle splitter nodig. U kunt het antwoordapparaat aansluiten op de OUT-poort aan de achterzijde van de computer. Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal keren overgaan. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. Het apparaat controleert ondertussen de telefoonlijn en 'luistert' of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt het apparaat faxontvangsttonen uit waarna het de fax ontvangt. Als er geen faxtonen worden waargenomen, stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
96
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een antwoordapparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Parallelle splitter
3
DSL/ADSL-filter
4
Het bijgeleverde telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort aan de achterzijde van het apparaat
5
DSL/ADSL-modem
6
Computer
7
Antwoordapparaat
8
Telefoon (optioneel)
Opmerking U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
97
Hoofdstuk 7
Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider. Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL/ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSLfilters zijn verbonden, anders krijgt u ruis als u telefoongesprekken voert. 2. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSL/ADSL--filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de DSL/ ADSL--filter te verbinden met het apparaat, kunt u waarschijnlijk niet faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 3. Verbind de DSL/ADSL-filter met de splitter. 4. Koppel het antwoordapparaat los van de wandcontactdoos en sluit het aan op de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat. Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op het apparaat aansluit, worden de faxtonen van een faxapparaat dat een faxbericht verzendt, mogelijk opgenomen door het antwoordapparaat en kunt u geen faxberichten ontvangen met het apparaat. 5. 6. 7. 8.
Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op het apparaat in het maximale aantal dat voor uw apparaat mogelijk is. Opmerking Het maximale aantal belsignalen varieert per land/regio.
9. Voer een faxtest uit. Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal keren overgaan. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. Het apparaat controleert ondertussen de telefoonlijn en 'luistert' of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt het apparaat faxontvangsttonen uit waarna het de fax ontvangt. Als er geen faxtonen worden waargenomen, stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt. Als u op dezelfde telefoonlijn telefoneert, faxt en een DSL-computermodem hebt, volg dan deze aanwijzingen om de fax te installeren. Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail Stel het apparaat in volgens de instructies in dit gedeelte als u op dezelfde lijn gespreks- als faxoproepen ontvangt, terwijl u tegelijkertijd een computermodem voor inbellen hebt aangesloten en een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij hebt ingesteld.
98
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen, wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen. Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met het apparaat, kunt u de modem en het apparaat niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld het apparaat niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om een emailbericht te verzenden of te surfen op internet. Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren waarop u het apparaat kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee telefoonpoorten beschikt: •
Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de voorzijde en een aansluiting aan de achterzijde.) Afbeelding 7-12 Voorbeeld van een parallelle splitter
•
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u het apparaat configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven. Afbeelding 7-13 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort
Het apparaat configureren voor faxen
Downloaded from www.vandenborre.be
99
Hoofdstuk 7 3
Parallelle splitter
4
Computer met modem
5
Telefoon
Het apparaat op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het apparaat. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is verbonden met een wandcontactdoos. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de poort met het label 2EXT aan de achterkant van het apparaat. 3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem. 4. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. 5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen. Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen ontvangen. 6. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit. 7. Voer een faxtest uit. U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan het apparaat geen faxen ontvangen.
Seriële faxinstallatie Raadpleeg de faxconfiguratiewebsite voor uw land/regio voor informatie over hoe u het apparaat installeert om te faxen met een serieel telefoonsysteem.
100
Oostenrijk
www.hp.com/at/faxconfig
Duitsland
www.hp.com/de/faxconfig
Zwitserland (Frans)
www.hp.com/ch/fr/faxconfig
Zwitserland (Duits)
www.hp.com/ch/de/faxconfig
Verenigd Koninkrijk
www.hp.com/uk/faxconfig
Finland
www.hp.fi/faxconfig
Denemarken
www.hp.dk/faxconfig
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
(vervolg) Zweden
www.hp.se/faxconfig
Noorwegen
www.hp.no/faxconfig
Nederland
www.hp.nl/faxconfig
België (Nederlands)
www.hp.be/nl/faxconfig
België (Frans)
www.hp.be/fr/faxconfig
Portugal
www.hp.pt/faxconfig
Spanje
www.hp.es/faxconfig
Frankrijk
www.hp.com/fr/faxconfig
Ierland
www.hp.com/ie/faxconfig
Italië
www.hp.com/it/faxconfig
Het apparaat configureren (Windows) Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger moet op het computersysteem zijn geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren. Bovendien moet u beheerdersbevoegdheden hebben om een printerstuurprogramma te kunnen installeren onder Windows 2000, Windows XP of Windows Vista. Het is aanbevolen om bij het installeren van het apparaat eerst de software te installeren en daarna het apparaat aan te sluiten, omdat het installatieprogramma voorziet in de meest eenvoudige installatieprocedure. Als u de kabel eerst hebt aangesloten, raadpleegt u Sluit het apparaat aan voordat u de software installeert. Sluit het apparaat via een USB-kabel rechtstreeks aan op de computer. Opmerking Als u de apparaatsoftware installeert en het apparaat verbindt met een computer met Windows, kunt u met USB-kabels extra apparaten op dezelfde computer aansluiten zonder dat u de apparaatsoftware opnieuw moet installeren. • • •
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze) Sluit het apparaat aan voordat u de software installeert Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk
De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze) Software installeren 1. Sluit alle toepassingen af die nog open zijn. 2. Plaats de Starter CD in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het installatiepictogram op de Starter-cd.
Het apparaat configureren (Windows)
Downloaded from www.vandenborre.be
101
Hoofdstuk 7
3. Open het menu CD, klik op de gewenste installatie-optie en volg de aanwijzingen op het scherm. 4. Wanneer dit wordt gevraagd, zet u het apparaat aan en sluit u deze met een USBkabel aan op de computer. De wizard Nieuwe Hardware gevonden verschijnt op het beeldscherm van de computer en het pictogram van het apparaat wordt in de printermap aangemaakt. Opmerking U mag de USB-kabel ook op een later tijdstip aansluiten wanneer u het apparaat nodig hebt. U kunt het apparaat ook delen met andere computers door middel van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Raadpleeg Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
Sluit het apparaat aan voordat u de software installeert Als u het apparaat verbindt voordat u de apparaatsoftware installeert, verschijnt de wizard Nieuwe Hardware gevonden op het beeldscherm. Opmerking Als u het apparaat hebt ingeschakeld, mag u deze niet uitschakelen of loskoppelen terwijl het installatieprogramma actief is. Als u dat wel doet, kan de installatie niet worden voltooid. Het apparaat aansluiten 1. In het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden, waarin methodes worden weergegeven om een printerdriver te zoeken, selecteert u de optie Geavanceerd en klikt u op Volgende. Opmerking Laat de wizard Nieuwe hardware gevonden dus niet automatisch zoeken naar het printerstuurprogramma. 2. Schakel het selectievakje in van de optie waarmee u kunt aangeven dat u de locatie van het stuurprogramma zelf wilt opgeven en zorg ervoor dat de andere selectievakjes zijn uitgeschakeld. 3. Plaats de installatie-cd in het cd-romstation. Als het cd-menu verschijnt, sluit u het. 4. Blader naar de hoofdmap van de Starter-cd (bijvoorbeeld D) en klik vervolgens op OK. 5. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm. 6. Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe hardware gevonden te sluiten. Het installatieprogramma wordt automatisch gestart door de wizard (dit kan even duren). 7. Voltooi de installatie. Opmerking U kunt het apparaat ook delen met andere computers door middel van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Raadpleeg Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
102
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk In een lokaal gedeeld netwerk is het apparaat rechtstreeks aangesloten op de USBpoort van een geselecteerde computer (de server) en wordt het gedeeld door andere computers (clients). Opmerking Wanneer u een rechtstreeks aangesloten apparaat deelt, moet u de computer met de hoogste versie van het besturingssysteem als server gebruiken. Als u bijvoorbeeld een computer met Windows XP hebt en een andere computer met een lagere versie van Windows, kunt u de computer met Windows XP het beste als server gebruiken. Gebruik deze configuratie alleen in kleine groepen of wanneer de printer niet veel wordt gebruikt. De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op het apparaat afdrukken. Alleen de afdrukfunctie wordt gedeeld. De functies scannen en kopiëren worden niet gedeeld. Het apparaat delen 1. Klik op Start, kies Instellingen en klik op Printers of Printers en faxapparaten. – of – Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, klik op Eigenschappen en klik dan op het tabblad Delen. 3. Klik op de optie voor het delen van het apparaat en geef een gedeelde naam op. 4. Als u het apparaat wilt delen met clientcomputers met andere Windows-versies, klikt u op Extra drivers om voor het gemak van deze gebruikers het stuurprogramma van hun Windows-versie te installeren. De Starter-cd moet in uw cd-romstation zijn geplaatst.
Het apparaat configureren (Mac OS) U kunt het apparaat aansluiten op een enkele Macintosh met behulp van een USBkabel, maar u kunt het ook delen met andere gebruikers op een netwerk. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • •
Om de software te installeren Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk
Om de software te installeren 1. Sluit het apparaat via een USB-kabel aan op de computer. 2. Plaats de installatie-cd in het cd-romstation. Dubbelklik op het pictogram van de cd op het bureaublad en dubbelklik op het installatiepictogram. U kunt ook de map Installer op de Starter-cd zoeken. 3. Klik op Software installeren en volg de aanwijzingen op het scherm. 4. Deel het apparaat, indien nodig, met andere Macintosh-gebruikers. Zie Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk voor meer informatie.
Het apparaat configureren (Mac OS)
Downloaded from www.vandenborre.be
103
Hoofdstuk 7
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk Wanneer het apparaat rechtstreeks is aangesloten, kunt u het met andere computers delen door middel van een eenvoudig soort netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik. De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op het apparaat afdrukken. Voor het delen van het apparaat in een Macintosh-omgeving is ten minste het volgende vereist: • • •
De Macintosh-computers moeten in het netwerk communiceren via TCP/IP en moeten een IP-adres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.) Het gedeelde apparaat moet verbonden zijn met een ingebouwde USB-poort op de Macintosh-hostcomputer. Zowel op de Macintosh-hostcomputer als op de Macintosh-clientcomputers die het gedeelde apparaat gebruiken, moet printerdeling zijn ingeschakeld, evenals het printerstuurprogramma of de PPD voor het geïnstalleerde apparaat.
Voor meer informatie over het delen van een USB-apparaat raadpleegt u de ondersteuningsinformatie op de Apple-website (www.apple.com) of de Mac Help op de computer. Het apparaat delen met computers met Mac OS 1. Schakel het delen van de printer in op alle Macintosh-computers (host en clients) die zijn aangesloten op de printer. Voer, afhankelijk van uw versie van het besturingssysteem, een van de volgende handelingen uit: • Mac OS 10.3: open Systeemvoorkeuren, klik op Afdrukken & Faxen en schakel vervolgens het selectievakje naast Mijn printers met andere computers delen in. • Mac OS 10.4: open Systeemvoorkeuren, klik op Afdrukken & Faxen, klik op het tabblad Delen, schakel het selectievakje naast Deze printers met andere computers delen in en selecteer vervolgens de te delen printer. • Mac OS 10.5: open Systeemvoorkeuren, klik op Afdrukken & Faxen, klik op het tabblad Delen, schakel het selectievakje naast Deze printers met andere computers delen in en selecteer vervolgens de te delen printer. 2. Om af te drukken van de andere Macintosh-computers op het netwerk (de clients), doet u het volgende: a. Klik op Bestand en selecteer vervolgens Pagina-instellingen in het document dat u wilt afdrukken. b. In het vervolgmenu naast Formatteren voor selecteert u Gedeelde printers en vervolgens selecteert u het apparaat. c. Selecteer het Papierformaat en klik vervolgens op OK. d. Klik in het document op Bestand en selecteer vervolgens Afdrukken. e. In het vervolgmenu naast Printer selecteert u Gedeelde printers en vervolgens het apparaat. f. Bepaal eventueel nog andere instellingen en klik vervolgens op Afdrukken.
104
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
De software verwijderen en opnieuw installeren U moet de software mogelijk verwijderen en opnieuw installeren als de installatie onvolledig is of als u de USB-kabel op een Windows-computer hebt aangesloten voordat er een bericht werd weergegeven waarin u werd gevraagd om de USB-kabel op de computer aan te sluiten. Verwijder de toepassingsbestanden van het apparaat niet zomaar van de computer. Verwijder deze bestanden op de juiste manier met het hulpprogramma om de installatie te verwijderen dat bij het apparaat is meegeleverd. Er zijn drie manieren om de software te verwijderen van een Windows-computer en er is één manier om de software te verwijderen van een Macintosh-computer. De software verwijderen van een Windows-computer, methode 1 1. Koppel het apparaat los van de computer. Sluit het apparaat pas op de computer aan nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd. 2. Druk op de knop Aan/uit om het apparaat uit te schakelen. 3. Klik op de taakbalk van Windows op Start, selecteer achtereenvolgens Programma's of Alle programma's, HP, Officejet J4500 serie en klik ten slotte op Verwijderen. 4. Volg de instructies op het scherm. 5. Als u wordt gevraagd of u gedeelde bestanden wilt verwijderen, klikt u op Nee. Andere programma’s die deze bestanden gebruiken, kunnen namelijk slecht gaan functioneren als deze bestanden worden verwijderd. 6. Start de computer opnieuw op. 7. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van de computer als u de software opnieuw wilt installeren. Volg de instructies op het scherm. Zie ook De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze). 8. Nadat de software is geïnstalleerd, sluit u het apparaat aan op de computer. 9. Druk op de knop Aan/uit om het apparaat in te schakelen. Nadat u het apparaat hebt aangesloten en ingeschakeld, kan het zijn dat u enkele minuten moet wachten totdat alle Plug and Play-gebeurtenissen zijn voltooid. 10. Volg de instructies op het scherm. Als de installatie van de software is voltooid, wordt het pictogram HP Digital Imagingmonitor in het systeemvak van Windows weergegeven. De software verwijderen van een Windows-computer, methode 2 Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het menu Start van Windows.
De software verwijderen en opnieuw installeren
Downloaded from www.vandenborre.be
105
Hoofdstuk 7
1. Klik in de taakbalk van Windows op Start, selecteer Instellingen, klik op Bedieningspaneel en vervolgens op Programma's toevoegen/verwijderen. – of – Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Programma's en functies. 2. Selecteer HP Officejet Pro All-in-One serie en klik vervolgens op Wijzigen/ verwijderen of Verwijderen/Wijzigen. Volg de instructies op het scherm. 3. Koppel het apparaat los van de computer. 4. Start de computer opnieuw op. Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas op de computer aan nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd. 5. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. 6. Volg de instructies op het scherm en raadpleeg ook De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze). De software verwijderen van een Windows-computer, methode 3 Opmerking Gebruik deze methode als Verwijderen niet beschikbaar is in het menu Start van Windows. 1. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van uw computer en start vervolgens de installatie opnieuw. 2. Koppel het apparaat los van de computer. 3. Selecteer Verwijderen en volg de instructies op het scherm. 4. Start de computer opnieuw op. Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas op de computer aan nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd. 5. Start de installatie van het apparaat nogmaals. 6. Kies Installeren. 7. Volg de instructies op het scherm en raadpleeg ook De software installeren voordat u het apparaat verbindt (aanbevolen werkwijze). De software verwijderen van een Macintosh-computer 1. Start HP Apparaatbeheer. 2. Klik op Informatie en instellingen. 3. Selecteer in het vervolgmenu HP AiO-software verwijderen. Volg de instructies op het scherm. 4. Start de computer opnieuw nadat de software is verwijderd. 5. Plaats de Starter-cd van het apparaat in het cd-romstation van de computer als u de software opnieuw wilt installeren.
106
Configureren en beheren
Downloaded from www.vandenborre.be
6. Open de cd-rom op het bureaublad en dubbelklik op HP All-in-One Installer. 7. Volg de instructies op het scherm en raadpleeg ook Om de software te installeren.
De software verwijderen en opnieuw installeren
Downloaded from www.vandenborre.be
107
8
Onderhoud en problemen oplossen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • • • • • • •
Werken met inktpatronen Het toestel reinigen Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen Problemen met het afdrukken oplossen Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten Problemen met de papierinvoer oplossen Problemen met het kopiëren oplossen Scanproblemen oplossen Faxproblemen oplossen Installatieproblemen oplossen Storingen verhelpen
Werken met inktpatronen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • • • •
Ondersteunde inktpatronen Omgaan met de inktpatronen Inktpatronen vervangen Inktpatronen uitlijnen Inktpatronen reinigen De contactpunten van de inktpatroon reinigen Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen Printerbenodigdheden bewaren
Ondersteunde inktpatronen De beschikbaarheid van inktpatronen varieert per land/regio. De inktpatronen kunnen ook in verschillende formaten voorkomen. Het nummer van de inktpatroon is terug te vinden op de volgende plaatsen: • •
•
108
Op het label van de inktpatroon die u gaat vervangen. Windows: in de Werkset klikt u, als u over tweerichtingscommunicatie beschikt, op het tabblad Geschatte inktniveaus, bladert u naar de knop Cartridgedetails button en klikt u vervolgens op Cartridgedetails. Mac OS: vanaf het Hulpprogramma van de HP-printer klikt u op Info benodigdheden in het paneel Informatie en ondersteuning en vervolgens op Informatie detailhandel benodigdheden.
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
Omgaan met de inktpatronen Voordat u een inktpatroon vervangt of reinigt, moet u eerst de namen van de onderdelen kennen en weten hoe u met de inktpatronen moet omgaan.
1
Koperkleurige contactpunten
2
Plastic tape met roze treklipje (moet voorafgaande aan de installatie worden verwijderd)
3
Inktsproeiers onder tape
Houd de inktpatronen vast aan de zwarte plastic zijkant, met het etiket naar boven. Raak de koperkleurige contactpunten en de inktsproeiers niet aan.
Opmerking Hanteer de inktpatronen met zorg. Door patronen te laten vallen of er hard tegenaan te stoten kunnen tijdelijke afdrukproblemen of zelfs permanente schade ontstaan.
Inktpatronen vervangen Als de inkt bijna op is, volgt u deze instructies. Opmerking Op het display verschijnt een melding als de inkt in de inktpatroon bijna op is. U kunt de inktniveaus ook controleren vanuit de Werkset van de printer (Windows) of het HP Printerhulpprogramma (Mac OS). Opmerking Tijdens het afdrukproces wordt de inkt van de printcartridges op verschillende manieren gebruikt, onder meer voor de initialisatieprocedure die het apparaat en de printcartridges voorbereidt op het afdrukken. Na gebruik blijft er ook wat inkt in de printcartridge achter. Zie voor meer informatie www.hp.com/go/ lnkusage.
Werken met inktpatronen
Downloaded from www.vandenborre.be
109
Hoofdstuk 8
De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de inktpatronen pas te vervangen als de afdrukkwaliteit niet meer acceptabel is. Voor het bestellen van inktpatronen voor uw apparaat, gaat u naar www.hpshopping.com. Selecteer desgevraagd uw land/regio, volg de aanwijzingen om uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen op de pagina. De inktpatronen vervangen 1. Zorg dat het apparaat aanstaat. Let op Als de HP All-in-One is uitgeschakeld wanneer u de toegangsklep aan de voorzijde opent om toegang te krijgen tot de de inktpatronen, kunt u de patronen in het apparaat niet vervangen. Als de inktpatronen niet op de goede positie zitten wanneer u de patronen wilt verwijderen, kan het apparaat beschadigd raken. 2. Open de toegangsklep aan de voorzijde. De wagen met printpatronen beweegt geheel naar de rechterkant van het apparaat.
3. Wacht tot de wagen met inktpatronen stilstaat en druk voorzichtig op een inktpatroon om deze te ontgrendelen. Als u de driekleurenpatroon vervangt, verwijdert u de inktpatroon uit de sleuf aan de linkerkant.
110
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
Als u de zwarte of grijze inktpatroon of de fotopatroon vervangt, verwijdert u de inktpatroon uit de sleuf aan de rechterkant.
4. Verwijder de inktpatroon uit de sleuf door deze naar u toe te trekken. 5. Als u de zwarte inktpatroon wilt verwijderen om een foto-inktpatroon te installeren, bergt u de zwarte of grijze inktpatronen op in de patroonbeschermer of in een luchtdichte kunststof verpakking.
Werken met inktpatronen
Downloaded from www.vandenborre.be
111
Hoofdstuk 8
6. Haal de nieuwe inktpatroon uit de verpakking en verwijder voorzichtig de plastic tape door aan het roze treklipje te trekken. Zorg dat u van de patroon zelf alleen het zwarte plastic aanraakt.
1
Koperkleurige contactpunten
2
Plastic tape met roze treklipje (moet voorafgaande aan de installatie worden verwijderd)
3
Inktsproeiers onder tape
Let op Raak de koperkleurige contactpunten en de inktsproeiers niet aan. Bevestig ook geen nieuwe tape op de inktpatronen. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot verstoppingen, problemen met de inkt en slechte elektrische verbindingen.
7. Houd de inktpatroon met het HP-logo naar boven en plaats de nieuwe inktpatroon in de lege patroonsleuf. Druk de inktpatroon stevig in de sleuf totdat deze vast klikt. Als u een driekleurenpatroon installeert, schuift u deze in de linkersleuf. Als u een zwarte of grijze patroon of een fotopatroon installeert, schuift u deze in de rechtersleuf.
112
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
8. Sluit de toegangsklep aan de voorzijde. Wanneer u een nieuwe inktpatroon hebt geplaatst, drukt het apparaat een pagina voor het uitlijnproces af. 9. Zorg dat er gewoon wit papier in de invoerlade is geplaatst en druk op OK als u daarom wordt gevraagd. 10. Laad de uitlijningspagina voor de patroon met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner in de rechterbenedenhoek met de bovenkant van de pagina aan de rechterzijde, en druk op OK. Zie Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie. De HP All-in-One lijnt de inktpatronen uit. U kunt de uitlijningspagina opnieuw gebruiken of bij het oud papier doen.
Inktpatronen uitlijnen Telkens wanneer u een patroon installeert of vervangt, verschijnt op het bedieningspaneel van de HP All-in-One een bericht waarin u wordt gevraagd de inktpatronen uit te lijnen. Ook kunt u op elk gewenst moment de inktpatronen uitlijnen vanaf het bedieningspaneel van het paneel of via de software die u met het apparaat hebt geïnstalleerd. Als u de inktpatronen uitlijnt, weet u zeker dat de afdrukkwaliteit optimaal is. Opmerking Als u een inktpatroon die u eerder hebt verwijderd, opnieuw installeert, zal het apparaat geen bericht weergeven over het uitlijnen van de inktpatroon. Het apparaat onthoudt de uitlijningswaarden voor die inktpatroon, zodat u de inktpatronen niet opnieuw hoeft uit te lijnen. Inktpatronen uitlijnen via het bedieningspaneel van het apparaat als hierover een bericht wordt weergegeven 1. Zorg ervoor dat ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade is geplaatst en druk op OK. Opmerking Als er gekleurd papier in de invoerlade zit tijdens het uitlijnen van de inktpatronen, mislukt het uitlijnen. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier in de invoerlade en probeer opnieuw uit te lijnen. Als het uitlijnen weer mislukt, kan het zijn dat de sensor of de inktpatroon defect is. Neem contact op met HP-ondersteuning. Ga naar www.hp.com/ support. Kies desgevraagd uw land/regio en klik op Contact HP (Neem contact op met HP-ondersteuning) als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning. De HP All-in-One drukt een uitlijningspagina af. 2. Laad de uitlijningspagina voor de patroon met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner in de rechterbenedenhoek met de bovenkant van de pagina aan de rechterzijde, en druk op OK. Zie Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie. De HP All-in-One lijnt de inktpatronen uit. U kunt de uitlijningspagina opnieuw gebruiken of bij het oud papier doen.
Werken met inktpatronen
Downloaded from www.vandenborre.be
113
Hoofdstuk 8
Printpatronen op elk moment vanaf het bedieningspaneel van het apparaat uitlijnen 1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. Opmerking Als er gekleurd papier in de invoerlade zit tijdens het uitlijnen van de inktpatronen, mislukt het uitlijnen. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier in de invoerlade en probeer opnieuw uit te lijnen. Als het uitlijnen weer mislukt, kan het zijn dat de sensor of de inktpatroon defect is. Neem contact op met HP-ondersteuning. Ga naar www.hp.com/ support. Kies desgevraagd uw land/regio en klik op Contact HP (Neem contact op met HP-ondersteuning) als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning. 2. Druk op Installatie. 3. Selecteer Tools en daarna Cartridge uitlijnen. De HP All-in-One drukt een uitlijningspagina af. 4. Laad de uitlijningspagina voor de patroon met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner in de rechterbenedenhoek met de bovenkant van de pagina aan de rechterzijde, en druk op OK. Zie Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie. De HP All-in-One lijnt de inktpatronen uit. U kunt de uitlijningspagina opnieuw gebruiken of bij het oud papier doen. De inktpatronen uitlijnen in de HP Photosmart-software (Windows) 1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. 2. Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik vervolgens op Printer Toolbox. Opmerking U kunt Printer Werkset ook openen vanuit het dialoogvenster Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het tabblad Services en klik vervolgens op Dit apparaat heeft onderhoud nodig. De functie Printer Werkset wordt weergegeven. 3. Klik op het tabblad Apparaatservice. 4. Klik op Inktpatronen uitlijnen. De HP All-in-One drukt een uitlijningspagina af. 5. Laad de uitlijningspagina voor de patroon met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner in de rechterbenedenhoek met de bovenkant van de pagina aan de rechterzijde, en druk op OK. Zie Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie. De HP All-in-One lijnt de inktpatronen uit. U kunt de uitlijningspagina opnieuw gebruiken of bij het oud papier doen.
114
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
Inktpatronen uitlijnen vanuit de HP Photosmart Studio-software (Mac OS) 1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. 2. HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Open het HP Printerhulpprogramma. Ga voor meer informatie naar HP Printerhulpprogramma (Mac OS). Klik op Uitlijnen en volg de aanwijzingen op het scherm. De HP All-in-One drukt een uitlijningspagina af. 3. Laad de uitlijningspagina voor de patroon met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner in de rechterbenedenhoek met de bovenkant van de pagina aan de rechterzijde, en druk op OK. Zie Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie. De HP All-in-One lijnt de inktpatronen uit. U kunt de uitlijningspagina opnieuw gebruiken of bij het oud papier doen.
Inktpatronen reinigen Gebruik deze functie als er witte lijnen door een van de gekleurde lijnen lopen of als een kleur troebel is. Reinig inktpatronen niet onnodig omdat u daarmee inkt verspilt en de levensduur van de inktsproeiers verkort. De inktpatronen reinigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. 2. Druk op Installatie. 3. Selecteer Tools en daarna Cartridge reinigen. Het apparaat drukt een pagina af die u opnieuw kunt gebruiken of kunt weggooien. Als na het schoonmaken de kopieer- of afdrukkwaliteit nog steeds onvoldoende is, maakt u de contactpunten van de inktpatroon schoon voordat u de betreffende inktpatroon terugplaatst. De inktpatronen reinigen in de HP Photosmart-software 1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. 2. Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik vervolgens op Printer Werkset. Opmerking U kunt Printer Werkset ook openen vanuit het dialoogvenster Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het tabblad Services en klik vervolgens op Dit apparaat heeft onderhoud nodig. De functie Printer Werkset wordt weergegeven. 3. Klik op het tabblad Apparaatservice.
Werken met inktpatronen
Downloaded from www.vandenborre.be
115
Hoofdstuk 8
4. Klik op Inktpatronen reinigen. 5. Volg de aanwijzingen totdat u tevreden bent met de kwaliteit van de afdrukken en klik vervolgens op Gereed. Als na het schoonmaken de kopieer- of afdrukkwaliteit nog steeds onvoldoende is, maakt u de contactpunten van de inktpatroon schoon voordat u de betreffende inktpatroon terugplaatst. HP Printerhulpprogramma (Mac OS) 1. Open het HP Printerprogramma. Ga voor meer informatie naar HP Printerhulpprogramma (Mac OS). 2. Klik op Reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
De contactpunten van de inktpatroon reinigen Maak de contactpunten van een inktpatroon alleen schoon als er herhaaldelijk meldingen op het display verschijnen waarin u wordt gevraagd een patroon te controleren, terwijl u de inktpatronen al hebt gereinigd of uitgelijnd. Voordat u de contactpunten van een inktpatroon reinigt, neemt u de inktpatroon uit het apparaat en controleert u of contactpunten vrij zijn. Vervolgens plaatst u de inktpatroon opnieuw in het apparaat. Als u nog steeds meldingen krijgt dat u de inktpatronen moet controleren, reinigt u de contactpunten van de inktpatroon. Zorg dat u het volgende bij de hand hebt: •
Schuimrubberen veegstokjes, pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet loslaat of vezels achterlaat. Tip Koffiefilterzakjes zijn pluisvrij en prima geschikt voor het reinigen van inktpatronen.
•
Gedistilleerd water, gefilterd water of bronwater (water uit de kraan kan deeltjes bevatten waardoor de inktpatronen kunnen worden beschadigd). Let op Gebruik geen metaalpoetsmiddelen of alcohol om de contactpunten van inktpatronen te reinigen. Hierdoor kan de inktpatroon of de HP All-in-One beschadigd raken.
De contactpunten van de inktpatroon reinigen 1. Zet het apparaat aan en open de klep voor de inktpatroon. De wagen met printcartridges beweegt geheel naar de rechterkant van het apparaat. 2. Wacht tot de wagen met printcartridges stilstaat en koppel vervolgens de stekker los van de achterkant van het apparaat. Opmerking De datum en tijd zijn mogelijk gewist, afhankelijk van hoe lang de HP All-in-One geen stroom heeft ontvangen. Als u de stekker weer aansluit, moet u de datum en de tijd wellicht opnieuw instellen. 3. Druk voorzichtig op de inktpatroon om deze te ontgrendelen en trek de patroon naar u toe uit de houder. 4. Controleer de contactpunten van de printpatronen op aangekoekte inkt en vuil. 116
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
5. Dompel een schoon schuimrubberen veegstokje of pluisvrij doekje in het gedistilleerde water en knijp het overtollige vocht eruit. 6. Houd de inktpatroon vast aan de zijkanten. 7. Reinig alleen de koperkleurige contactpunten. Laat de inktpatronen circa tien minuten drogen.
1
Koperkleurige contactpunten
2
Inktsproeiers (niet schoonmaken)
8. Schuif de inktpatroon weer in de sleuf. Duw de inktpatroon voorzichtig naar voren totdat deze op zijn plaats klikt. 9. Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere inktpatroon. 10. Sluit voorzichtig de klep van de inktpatronen en sluit het netsnoer aan op de achterkant van het apparaat.
Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen Als het apparaat in een stoffige omgeving wordt gebruikt, kan er zich binnen in het apparaat een kleine hoeveelheid vuil ophopen. Dut vuil kan bestaan uit stof, haar en vezels van tapijten en kleren. Als er vuil op de inkpatronen komt, kan dit inktstrepen en -vlekken op afgedrukte pagina's veroorzaken. Het strepen van inkt kan worden gecorrigeerd door het gedeelte rond de inktsproeiers op de hier beschreven manier te reinigen. Opmerking Reinig het gebied rond de inktsproeiers alleen als de inkt in uw afdrukken er streperig en vlekkerig blijft uitzien terwijl u de inktpatronen al hebt gereinigd met behulp van het bedieningspaneel van het apparaat of met de software die u bij de HP All-in-One hebt geïnstalleerd.
Werken met inktpatronen
Downloaded from www.vandenborre.be
117
Hoofdstuk 8
Zorg dat u het volgende bij de hand hebt: •
Schuimrubberen veegstokjes, pluisvrije doek of ander zacht materiaal dat niet loslaat of vezels achterlaat. Tip Koffiefilterzakjes zijn pluisvrij en prima geschikt voor het reinigen van inktpatronen.
•
Gedistilleerd water, gefilterd water of bronwater (water uit de kraan kan deeltjes bevatten waardoor de inktpatronen kunnen worden beschadigd). Let op Raak de koperkleurige contactpunten en de inktsproeiers niet aan. Als u deze delen aanraakt kan dit leiden tot verstoppingen, inktfouten en slechte elektronische verbindingen.
Het gedeelte rondom de inktsproeiers reinigen 1. Zet het apparaat aan en open de klep voor de inktpatroon. De wagen met printcartridges beweegt geheel naar de rechterkant van het apparaat. 2. Wacht tot de wagen met printcartridges stilstaat en koppel vervolgens de stekker los van de achterkant van het apparaat. Opmerking De datum en tijd zijn mogelijk gewist, afhankelijk van hoe lang de HP All-in-One geen stroom heeft ontvangen. Als u de stekker weer aansluit, moet u de datum en de tijd wellicht opnieuw instellen. 3. Druk voorzichtig op de inktpatroon om deze te ontgrendelen en trek de patroon naar u toe uit de houder. Opmerking Verwijder niet beide inktpatronen tegelijk. Verwijder en reinig de inktpatronen een voor een. Laat een inktpatroon niet langer dan een half uur buiten het apparaat liggen. 4. Plaats de inktpatroon op een vel papier met de inktsproeiers naar boven. 5. Bevochtig een schuimrubberen veegstokje met gedestilleerd water.
118
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
6. Reinig de voorkant en de randen van het gedeelte rondom de inktsproeiers met het stokje, zoals hieronder wordt weergegeven.
1
Inktsproeierplaat (niet schoonmaken)
2
Voorkant en randen van gedeelte met inktsproeiers
Let op Maak de inktsproeierplaat niet schoon. 7. Schuif de inktpatroon weer in de sleuf. Duw de inktpatroon voorzichtig naar voren totdat deze op zijn plaats klikt. 8. Herhaal indien nodig deze procedure voor de andere inktpatroon. 9. Sluit voorzichtig de klep van de inktpatronen en sluit het netsnoer aan op de achterkant van het apparaat.
Printerbenodigdheden bewaren De inktpatroonbeschermer is ontworpen om een patroon veilig te bewaren en om uitdroging te voorkomen wanneer de patroon niet wordt gebruikt. Wanneer u een inktpatroon uit de printer verwijdert met de bedoeling om deze later weer te gebruiken, bewaart u de patroon in de beschermer. Bewaar de zwarte inktpatroon bijvoorbeeld in een beschermer als u deze verwijdert zodat u hoogwaardige foto’s kunt afdrukken met de foto- en driekleurenpatronen. Opmerking Als u geen patroonbeschermer heeft, kunt u er een bestellen bij HP Klantenondersteuning. Zie Ondersteuning en garantie voor meer informatie. U kunt ook een luchtdichte container, zoals een plastic bakje, gebruiken. Zorg ervoor dat de sproeiers niets raken als u de patroon bewaart.
Werken met inktpatronen
Downloaded from www.vandenborre.be
119
Hoofdstuk 8
Een patroon in de beschermer plaatsen ▲ Schuif de inktpatroon onder een kleine hoek in de beschermer en klik deze vervolgens stevig vast.
De inktpatroon uit de beschermer halen ▲ Druk de bovenkant van de beschermer naar beneden en naar achteren zodat de inktpatroon wordt ontgrendeld. Schuif vervolgens de patroon voorzichtig uit de beschermer.
Het toestel reinigen Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat het apparaat optimaal blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover dit nodig is. Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën aan een bepaald paginaformaat. • • •
120
De glasplaat van de scanner reinigen De buitenkant reinigen De automatische documentinvoer reinigen
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
De glasplaat van de scanner reinigen De glasplaat van de scanner reinigen 1. Schakel het apparaat uit. 2. Til de scannerklep op. 3. Reinig het glas met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. Droog het glas met een droge, zachte en pluisvrije doek.
Let op De glasplaat van de scanner alleen reinigen met een glasreinigingsmiddel. Vermijd het gebruik van reinigingsmiddelen met schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloorkoolstof op het glas. Die kunnen de glasplaat beschadigen. Vermijd isopropylalcohol want dat kan strepen achterlaten op de glasplaat. Let op Het glasreinigingsmiddel niet rechtstreeks aanbrengen op de glasplaat. Als teveel glasreinigingsmiddel wordt aangebracht, kan dit onder de glasplaat lekken en de scanner beschadigen. 4. Sluit de scannerklep en zet het apparaat aan.
De buitenkant reinigen Opmerking Zet het apparaat af en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u het gaat reinigen. Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof, vegen en vlekken van de behuizing te verwijderen. De buitenkant van het apparaat hoeft niet te worden gereinigd. Houd vloeistoffen uit de buurt van de binnenzijde en het bedieningspaneel van het apparaat.
Het toestel reinigen
Downloaded from www.vandenborre.be
121
Hoofdstuk 8
De automatische documentinvoer reinigen Als de automatische documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen. Til de klep van de automatische documentinvoer op om bij de papierdoorvoer te kunnen, reinig de rollen of het scheidingsmechanisme en sluit de klep. Als gescande documenten of faxen strepen of stof bevatten, reinigt u de plastic strip in de ADF. De rollers of het scheidingskussen reinigen 1. Verwijder eventuele originelen uit de documentlader. 2. Til de klep van de automatische documentinvoer op (1). Hierdoor kunt u eenvoudig bij de rollen (2) en het scheidingsmechanisme (3) komen, zoals hieronder wordt weergegeven.
1
Klep van de automatische documentinvoer
2
Rollen
3
Scheidingskussen
3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de doek. 4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen. Opmerking Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken. 5. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
122
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
De plastic strip in de automatische documentinvoer reinigen 1. Zet het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Opmerking De datum en tijd zijn mogelijk gewist, afhankelijk van hoe lang het apparaat zonder stroom heeft gezeten.Als u de stekker weer aansluit, moet u de datum en de tijd wellicht opnieuw instellen. 2. Til de klep van de automatische documentinvoer op tot deze stopt, en maak de klep voorzichtig open om deze te ontgrendelen.
3. Til de klep van de automatische documentinvoer verder op tot in verticale positie.
Het toestel reinigen
Downloaded from www.vandenborre.be
123
Hoofdstuk 8
4. Trek het mechamisme van de automatische documentinvoer omhoog.
5. Reinig de plastic strip met een zachte doek of spons, die u vochtig hebt gemaakt met een niet-schurend glasschoonmaakmiddel. Let op Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen of tetrachloormethaan op de plastic strip. Deze kan hierdoor worden beschadigd. Giet of spuit geen vloeistof rechtstreeks op de plastic strip. Deze kan onder de glasplaat lopen en het apparaat beschadigen. 6. Plaats de plastic strip en haak de openingen in de plastic strip over de tabs. Laat het mechanisme van de automatische documentinvoer voorzichtig zakken om te voorkomen dat de plastic strip losraakt, en sluit de klep van de automatische documentinvoer. 7. Steek de stekker in het stopcontact en schakel het apparaat in. Opmerking Als er nog steeds strepen of stof op scans voorkomen nadat u de plastic strip hebt schoongemaakt, moet u misschien een nieuwe plastic strip bestellen. Zie Ondersteuning en garantie voor meer informatie.
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen Probeer het volgende als u een probleem met afdrukken wilt oplossen. • • •
•
124
Zie Papierstoringen verhelpen voor papierstoringen. Zie Problemen met de papierinvoer oplossen voor informatie over papierinvoerproblemen, zoals een scheve of foutieve papierinvoer. Aan/uit-lampje brandt en knippert niet. Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 12 minuten om te initialiseren nadat de inktpatronen zijn geïnstalleerd. Zorg dat de voedingskabel en andere kabels functioneren en goed op het apparaat zijn aangesloten. Zorg dat het apparaat goed is verbonden met een werkend stopcontact en is ingeschakeld. Zie Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
• • •
• •
Afdrukmateriaal moet goed in de invoerlade zijn geplaatst en niet in het apparaat zijn vastgelopen. Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd. Het apparaat is ingesteld als de huidige printer of standaardprinter. Windowsgebruikers kunnen het apparaat als standaardprinter instellen in de map Printers. Mac-gebruikers kunnen de printer in het gedeelte Printers en Faxen van Systeemvoorkeuren instellen als standaardprinter. Raadpleeg de documentatie van uw computer voor meer informatie. Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met Windows gebruikt. Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit de programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de taak opnieuw afdrukt.
Onderwerpen over het oplossen van problemen • Problemen met het afdrukken oplossen • Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten • Problemen met de papierinvoer oplossen • Problemen met het kopiëren oplossen • Scanproblemen oplossen • Faxproblemen oplossen • Installatieproblemen oplossen
Problemen met het afdrukken oplossen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • • • •
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld Op het bedieningspaneel verschijnt een foutmelding Het apparaat reageert niet (drukt niet af) Het afdrukken duurt lang Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit
Het apparaat wordt onverwacht uitgeschakeld Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer Controleer of het apparaat goed is verbonden met een werkend stopcontact. Zie Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
Problemen met het afdrukken oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
125
Hoofdstuk 8
Op het bedieningspaneel verschijnt een foutmelding Er is een fout opgetreden die niet kan worden hersteld Koppel alle kabels los (zoals het netsnoer en de USB-kabel), wacht ongeveer 20 seconden en verbind de kabels opnieuw. Bezoek de website van HP (www.hp.com/ support) als het probleem aanhoudt. Daar vindt u de laatste informatie over het oplossen van problemen en de laatste productfixes en -updates.
Het apparaat reageert niet (drukt niet af) Er zitten printtaken vast in de afdrukwachtrij Open de afdrukwachtrij, annulleer alle documenten, en start vervolgens de computer opnieuw op. Probeer te printen nadat de computer opnieuw is opgestart. Zie het Helpsysteem voor het besturingssysteem voor meer informatie. Controleer de apparaatinstellingen Raadpleeg Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen voor meer informatie. Controleer de installatie van de software van het apparaat Als het apparaat tijdens het afdrukken wordt uitgeschakeld, moet er een waarschuwingsbericht op het scherm verschijnen. Gebeurt dit niet, dan is de software van het apparaat wellicht niet goed geïnstalleerd. Om dit op te lossen verwijdert u de software van uw computer en installeert u deze vervolgens opnieuw. Raadpleeg De software verwijderen en opnieuw installeren voor meer informatie. Controleer de kabelaansluitingen • Controleer of beide uiteinden van de netwerk-/USB-kabel goed zijn aangesloten. • Als het apparaat is aangesloten op een netwerk, doet u het volgende: ◦ Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van het apparaat brandt. ◦ Controleer of u niet een telefoonsnoer hebt gebruikt om het apparaat te verbinden. Controleer individuele firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd De persoonlijke firewall is een beveiligingsprogramma dat de computer beschermt tegen indringers. De firewall kan echter ook de communicatie tussen de computer en het apparaat blokkeren. Als u een communicatieprobleem met het apparaat hebt, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft voordoen, is de firewall niet de oorzaak van het communicatieprobleem. Schakel de firewall dan weer in.
Het afdrukken duurt lang Controleer de systeemconfiguratie en de hulpmiddelen Controleer of de computer voldoet aan de minimale systeemvereisten voor het apparaat. Raadpleeg Systeemvereisten voor meer informatie. 126
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
Controleer de instellingen van software van het apparaat De afdruksnelheid is langzamer wanneer Beste of Maximale dpi is geselecteerd als afdrukkwaliteit. Verhoog de afdruksnelheid door andere afdrukinstellingen te selecteren in de apparaatdriver. Raadpleeg Afdrukinstellingen voor meer informatie.
Er wordt een blanco of deels bedrukte pagina afgedrukt De inktpatroon reinigen Voer de reinigingsprocedure voor de inktpatronen volledig uit. Zie Inktpatronen reinigen voor meer informatie. Controleer de materiaalinstellingen • Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de lades. • Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met de breedte van het afdrukmateriaal in de lade. Er wordt meer dan een pagina genomen Zie Problemen met de papierinvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen van problemen met de papiertoevoer. Het bestand bevat een blanco pagina Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten Controleer de marge-instellingen Zorg dat de marge-instellingen van het document niet buiten het afdrukgebied van uw apparaat liggen. Raadpleeg Minimummarges instellen voor meer informatie. Controleer de kleurinstellingen Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in de printerdriver. Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen afdrukken soms licht vertekenen. Plaats het apparaat verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische velden te minimaliseren. Controleer de inktpatronen Controleer of de juiste inktpatronen zijn geplaatst en of de patronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie.
Problemen met het afdrukken oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
127
Hoofdstuk 8
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst Controleer de manier waarop het papier is geplaatst Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de raden van het afdrukmateriaal zijn geschoven en dat niet te veel afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Ga voor meer informatie naar Afdrukmateriaal plaatsen. Controleer het papierformaat • De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het document groter is dan het gebruikte papier. • Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in de printerdriver overeenkomt met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade. Controleer de marge-instellingen Als delen van tekst of afbeeldingen aan de randen van de pagina zijn weggevallen, controleer dan of de marges van het document niet buiten het afdrukgebied van het apparaat vallen. Raadpleeg Minimummarges instellen voor meer informatie. Controleer de instelling van de paginaoriëntatie Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in de printerdriver. Raadpleeg Afdrukinstellingen voor meer informatie. Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen afdrukken soms licht vertekenen. Plaats het apparaat verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische velden te minimaliseren. Als de bovenstaande oplossingen niet werken, worden de afdrukinstellingen mogelijk niet goed geïnterpreteerd door de toepassing. Lees de printerinformatie voor bekende softwareproblemen, raadpleeg de documentatie bij de toepassing of neem contact op met de softwarefabrikant.
Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit Controleer de inktpatronen Controleer of de juiste inktpatronen zijn geplaatst en of de patronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen.
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • 128
Algemene problemen met afdrukken van slechte kwaliteit Er worden vreemde tekens afgedrukt
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
• • • • • • • •
De inkt wordt uitgesmeerd De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof Kleuren worden in zwart-wit afgedrukt De verkeerde kleuren worden afgedrukt De kleuren op de afdruk lopen door elkaar De kleuren zijn niet goed uitgelijnd Lijnen of punten ontbreken in de tekst of afbeeldingen
Algemene problemen met afdrukken van slechte kwaliteit Controleer de inktpatronen Controleer of de juiste inktpatronen zijn geplaatst en of de patronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen. Controleer de papierkwaliteit Het papier is mogelijk te vochtig of te ruw. Controleer of het papier voldoet aan de HPspecificaties en probeer opnieuw af te drukken. Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Controleer de papiersoort in het apparaat Controleer of de lade geschikt is voor de geladen papiersoort. Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Controleer de locatie van het apparaat en de lengte van de USB-kabel Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen afdrukken soms licht vertekenen. Plaats het apparaat verder weg van de bron van de elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische velden te minimaliseren. De inktpatronen uitlijnen Lijn de inktpatronen uit. Zie Inktpatronen uitlijnen voor meer informatie. De inktpatroon reinigen Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd. Ga voor meer informatie naar Inktpatronen reinigen.
Er worden vreemde tekens afgedrukt Wanneer het afdrukken van een taak wordt onderbroken, herkent het apparaat mogelijk de rest van de taak niet. Annuleer de huidige afdruktaak en wacht totdat het apparaat opnieuw gereed is om af te drukken. Wanneer het apparaat niet aangeeft dat deze gereed is om af te drukken, annuleert u alle afdrukopdrachten en wacht u opnieuw. Wanneer het apparaat gereed Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
Downloaded from www.vandenborre.be
129
Hoofdstuk 8
is, verzendt u de afdruktaak opnieuw. Als op het beeldscherm een dialoogvenster verschijnt met de vraag of u nogmaals wilt afdrukken, klikt u op Annuleren. Controleer de kabelaansluitingen Als het apparaat en de computer zijn aangesloten met een USB-kabel, kan het probleem worden veroorzaakt door een slechte kabelverbinding. Controleer of beide uiteinden van de kabel goed zijn aangesloten. Als het probleem zich herhaalt, schakelt u het apparaat uit, verwijdert u de kabel van het apparaat, schakelt u het apparaat weer in zonder kabel en verwijdert u eventuele resterende taken. Wanneer het Aan/Uit-lampje brandt en niet knippert, sluit u de kabel opnieuw aan. Controleer het documentbestand Het bestand is mogelijk beschadigd. Als u wel andere documenten vanuit dezelfde toepassing kunt afdrukken, probeer dan een eventuele reservekopie van het document af te drukken. De inktpatronen uitlijnen Lijn de inktpatronen uit. Zie Inktpatronen uitlijnen voor meer informatie.
De inkt wordt uitgesmeerd Controleer de afdrukinstellingen • Laat documenten waarvoor veel inkt is gebruikt wat langer drogen dan normaal. Dit is met name van belang voor transparanten. Selecteer in het printerstuurprogramma de afdrukkwaliteit Beste. Verleng ook de droogtijd voor de inkt en verlaag de inktverzadiging met het inktvolume. U vindt deze instellingen bij de geavanceerde functies (Windows) of inktfuncties (Mac OS). Een lagere inktverzadiging kan echter leiden tot vagere afdrukken. • Bij de instelling Beste kunnen kleurendocumenten met veel verschillende kleuren gaan kreuken en de kleuren kunnen worden uitgesmeerd. Probeer een andere afdrukmodus, zoals Normaal om de hoeveelheid inkt te verminderen of gebruik HP Premium-papier voor afdrukken met levendige kleuren. Raadpleeg Afdrukinstellingen voor meer informatie. Controleer het type afdrukmateriaal Sommige papiersoorten nemen de inkt niet goed op. Bij deze soorten papier droogt de inkt langzamer en kunnen er vegen ontstaan. Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Controleer de inktpatronen Controleer of de juiste inktpatronen zijn geplaatst en of de patronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen.
130
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
De inktpatroon reinigen Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd. Ga voor meer informatie naar Inktpatronen reinigen.
De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig Controleer het type afdrukmateriaal Sommige afdrukmaterialen zijn niet geschikt voor gebruik met uw apparaat. Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Controleer de inktpatronen Controleer of de inktpatronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen. De inktpatroon reinigen Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd. Ga voor meer informatie naar Inktpatronen reinigen.
De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof Controleer de afdrukmodus Met de instellingen Concept of Snel in de printerdriver kunt u sneller afdrukken. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u kladversies wilt afdrukken. Voor betere resultaten selecteert u Normaal of Beste. Raadpleeg Afdrukinstellingen voor meer informatie. Controleer de ingestelde papiersoort Als u op transparanten of ander speciaal afdrukmateriaal afdrukt, moet het bijbehorende materiaal zijn geselecteerd in de printerdriver. Zie Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat voor meer informatie. De inktpatroon reinigen Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd. Ga voor meer informatie naar Inktpatronen reinigen. Controleer de inktpatronen Controleer of de juiste inktpatronen zijn geplaatst en of de patronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen.
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
Downloaded from www.vandenborre.be
131
Hoofdstuk 8
Kleuren worden in zwart-wit afgedrukt Controleer de afdrukinstellingen Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma. Zie Afdrukinstellingen voor informatie over het wijzigen van deze instelling.
De verkeerde kleuren worden afgedrukt Controleer de afdrukinstellingen Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma. Zie Afdrukinstellingen voor informatie over het wijzigen van deze instelling. Controleer de inktpatronen Controleer of de juiste inktpatronen zijn geplaatst en of de patronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen. De inktpatroon reinigen Misschien moeten de inktpatronen worden gereinigd. Ga voor meer informatie naar Inktpatronen reinigen.
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar Controleer de inktpatronen Controleer of de juiste inktpatronen zijn geplaatst en of de patronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen. Controleer de afdrukinstellingen Controleer dat Afdrukken in grijsschaal niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma. Zie Afdrukinstellingen voor informatie over het wijzigen van deze instelling. Controleer het type afdrukmateriaal Sommige papiersoorten nemen de inkt niet goed op. Bij deze soorten papier droogt de inkt langzamer en kunnen er vegen ontstaan. Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie.
132
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
De kleuren zijn niet goed uitgelijnd Controleer de inktpatronen Controleer of de juiste inktpatronen zijn geplaatst en of de patronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen. Controleer de positie van de afbeeldingen Controleer met de zoomfunctie of met de functie afdrukvoorbeeld van uw toepassing of zich ruimtes tussen de afbeeldingen bevinden. De inktpatronen uitlijnen Lijn de inktpatronen uit. Zie Inktpatronen uitlijnen voor meer informatie.
Lijnen of punten ontbreken in de tekst of afbeeldingen Controleer de inktpatronen Controleer of de inktpatronen niet bijna leeg zijn. Ga voor meer informatie naar Werken met inktpatronen. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen.
Problemen met de papierinvoer oplossen Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade Gebruik alleen afdrukmateriaal dat geschikt is voor het apparaat en de gebruikte lade. Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Het afdrukmateriaal wordt niet ingevoerd uit een lade • Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Raadpleeg Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst. • Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst. • Controleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier weer glad door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
Problemen met de papierinvoer oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
133
Hoofdstuk 8
•
•
Wanneer u dun speciaal afdrukmateriaal gebruikt, moet u controleren of de lade volledig is geladen. Als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat alleen verkrijgbaar is in kleine hoeveelheden, plaatst u het speciale afdrukmateriaal op ander papier van hetzelfde formaat om de lade volledig te vullen. (Sommige media worden makkelijker opgenomen als de lade vol is.) Bij gebruik van dikke speciale dragers (zoals brochurepapier) moet u de dragers zodanig laden dat de lade tussen 1/4 en 3/4 vol is. Plaats de dragers indien nodig bovenop ander papier met hetzelfde formaat, zodat de hoogte van de stapel in die grootteorde is.
Het afdrukmateriaal komt er niet correct uit • Controleer of het verlengstuk van de uitvoerlade is uitgetrokken. Als dit niet het geval is, kunnen afdrukken uit het apparaat vallen.
•
Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal vellen bevatten.
Pagina's worden scheef ingevoerd • Zorg dat het afdrukmateriaal in de lades goed tegen de papiergeleiders ligt. Indien nodig trekt u de lades uit het apparaat, plaats u het afdrukmateriaal correct terug in de lades en controleert u of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd. • Plaats alleen afdrukmateriaal in het apparaat als het niet aan het afdrukken is. Meerdere pagina's tegelijk worden ingevoerd • Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst. • Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst. • Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst. • Wanneer u dun speciaal afdrukmateriaal gebruikt, moet u controleren of de lade volledig is geladen. Als u speciaal afdrukmateriaal gebruikt dat alleen verkrijgbaar is in kleine hoeveelheden, plaatst u het speciale afdrukmateriaal op ander papier van hetzelfde formaat om de lade volledig te vullen. (Sommige media worden makkelijker opgenomen als de lade vol is.)
134
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
•
•
Bij gebruik van dikke speciale dragers (zoals brochurepapier) moet u de dragers zodanig laden dat de lade tussen 1/4 en 3/4 vol is. Plaats de dragers indien nodig bovenop ander papier met hetzelfde formaat, zodat de hoogte van de stapel in die grootteorde is. Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en efficiency.
Problemen met het kopiëren oplossen Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u Ondersteuning en garantie voor meer informatie over HP-ondersteuning. • • • • • • • • •
Er kwam geen kopie uit Kopieën zijn blanco Documenten ontbreken of zijn vervaagd Het formaat is verkleind De kopieerkwaliteit is slecht Er verschijnen defecten in de kopieën Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit Er verschijnen foutberichten Papierconflict
Er kwam geen kopie uit • •
•
Controleer de voeding Controleer of het netsnoer goed is verbonden en dat het apparaat aanstaat. Controleer de status van het apparaat ◦ Mogelijk is het toestel bezig met een andere taak. Controleer het uitleesvenster van het bedieningspaneel voor informatie over de status van taken. Wacht tot eventuele andere taken gedaan zijn. ◦ Het apparaat kan zijn vastgelopen. Controleer op papierstoringen. Zie Papierstoringen verhelpen. Controleer de lades Zorg dat er afdrukmateriaal is geplaatst. Zie Afdrukmateriaal plaatsen voor meer informatie.
Problemen met het kopiëren oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
135
Hoofdstuk 8
Kopieën zijn blanco •
•
•
Controleer het afdrukmateriaal Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van HewlettPackard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Controleer de instellingen De contrastinstelling is misschien te licht. Gebruik de knop Kopiëren op het bedieningspaneel van het apparaat om donkerdere kopieën te maken. Controleer de lades Als u kopieert van de ADF, zorg dan dat de originelen correct zijn geplaatst. Raadpleeg Een origineel in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen voor meer informatie.
Documenten ontbreken of zijn vervaagd •
•
•
Controleer het afdrukmateriaal Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van HewlettPackard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Controleer de instellingen De kwaliteitsinstelling Snel (wat kopieën van conceptkwaliteit oplevert) kan verantwoordelijk zijn voor ontbrekende of vervaagde documenten. Wijzig de instelling naar Normaal of Beste. Controleer het origineel ◦ De nauwkeurigheid van de kopie is afhankelijk van de kwaliteit en afmetingen van het origineel. Pas de helderheid van de kopie in met het menu Kopiëren. Als het origineel te licht is, kan dit mogelijk in de kopie niet worden gecompenseerd, zelfs niet als u het contrast aanpast. ◦ De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond of de achtergrond kan in een andere tint verschijnen.
Het formaat is verkleind •
•
136
De functie vergroten/verkleinen of een andere kopieerfunctie kan vanaf het bedieningspaneel van het apparaat zijn ingesteld om de gescande afbeelding te verkleinen. Controleer de instellingen voor de kopieertaak om zeker te zijn dat ze op normaal formaat staan. Mogelijk is de HP beeldbewerkingssoftware zo ingesteld dat de gescande afbeelding wordt verkleind. Wijzig desgevallend de instellingen. Zie de Help op het scherm voor meer informatie over de HP-beeldbewerkingssoftware.
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
De kopieerkwaliteit is slecht •
•
Stappen waarmee u de kopieerkwaliteit kunt verbeteren ◦ Gebruik goede originelen. ◦ Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het materiaal niet goed is geladen, kan dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk worden. Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. ◦ Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen. Controleer het apparaat ◦ Mogelijk is de scannerklep niet goed dicht. ◦ De glasplaat of de klep van de scanner dienen misschien te worden gereinigd. Zie Het toestel reinigen voor meer informatie. ◦ De ADF dient mogelijk te worden gereinigd. Zie Het toestel reinigen voor meer informatie.
Er verschijnen defecten in de kopieën •
• •
•
•
•
•
Verticale witte of vervaagde strepen Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van HewlettPackard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Te licht of te donker Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen. Ongewenste lijnen De glasplaat van de scanner, de binnenkant van de klep of het kader dienen misschien te worden gereinigd. Zie Het toestel reinigen voor meer informatie. Zwarte punten of vegen Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een ongewenste stof op de glasplaat van de scanner of de binnenkant van de klep. Probeer het probleem te verhelpen door het apparaat te reinigen. Zie Het toestel reinigen voor meer informatie. Kopie is verdraaid of scheef ◦ Zorg ervoor dat de ADF-invoerlade niet te vol zit. ◦ Zorg ervoor dat de breedteregelaars stevig tegen de randen van het papier aanzit. Onduidelijke tekst ◦ Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen. ◦ De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren. Raadpleeg De kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie. Onvolledige gevulde tekst of afbeeldingen Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
Problemen met het kopiëren oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
137
Hoofdstuk 8
•
•
Grote, zwarte lettertypes zien er vlekkering (niet egaal) uit De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren. Raadpleeg De kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie. Horizontale, korrelige of witte banden in de licht- en middelgrijze zones De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak. Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren. Raadpleeg De kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Het apparaat drukt een half blad en werpt het papier dan uit Controleer de inktpatronen Controleer of de juiste inktpatronen zijn geplaatst en of de patronen niet bijna leeg zijn. Zie Het apparaat beheren en Werken met inktpatronen voor meer informatie. HP kan de kwaliteit van inktpatronen die niet van HP zijn niet garanderen.
Er verschijnen foutberichten “Plaats document opnieuw en start taak opnieuw” Druk op de knop OK en plaats de overige documenten opnieuw (tot maximaal 20 pagina's) in de ADF. Zie Originelen plaatsen voor meer informatie.
Papierconflict De instellingen controleren Controleer of het papierformaat en -type van het geladen afdrukmateriaal overeenkomen met de instellingen op het bedieningspaneel.
Scanproblemen oplossen Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u Ondersteuning en garantie voor meer informatie over HP-ondersteuning. Opmerking Als u vanaf een computer gaat scannen, raadpleeg dan de Help van de software voor informatie over het oplossen van problemen. • • • • • • •
138
Scanner reageerde niet Scannen duurt te lang Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst Tekst kan niet worden bewerkt Er verschijnen foutmeldingen De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht Er verschijnen defecten in de scans
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
Scanner reageerde niet •
•
•
Controleer het origineel Controleer of het origineel goed op de glasplaat ligt. Zie Een origineel op de glasplaat leggen voor meer informatie. Controleer het apparaat Het apparaat komt misschien uit PowerSave-modus na een tijd van inactiviteit, waardoor verwerking wat trager kan starten. Wacht tot het apparaat op KLAAR staat. Controleer de software Controleer of de software correct is geïnstalleerd.
Scannen duurt te lang •
•
Controleer de instellingen ◦ Als de resolutie te hoog is ingesteld, duurt de scantaak langer en zijn de resulterende bestanden groter. Gebruik voor goede scan- of kopieerresultaten een resolutie die niet hoger is dan nodig. U kunt de resolutie verlagen om sneller te kunnen scannen. ◦ Als u een TWAIN-afbeelding ophaalt, kunt u de instellingen wijzigen zodat het origineel in zwart-wit wordt gescand. Zie de Help op het scherm voor het TWAIN-programma voor informatie. Controleer de status van het apparaat Als u een afdruktaak of kopieertaak hebt verzonden voordat u probeerde te scannen, start het scannen als de scanner niet bezig is. Bij de afdruk- en scanprocedures wordt het geheugen echter gedeeld, dus het scannen kan langzamer gaan.
Een deel van het document is niet gescand of er ontbreekt tekst •
•
Controleer het origineel ◦ Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Raadpleeg Originelen plaatsen voor meer informatie. ◦ De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond. Probeer de instellingen aan te passen voordat u het origineel gaat scannen of probeer de afbeelding duidelijker te maken nadat het origineel is gescand. Controleer de instellingen ◦ Zorg ervoor dat het papierformaat groot genoeg is voor het origineel dat u probeert te scannen. ◦ Als u HP-beeldbewerkingssoftware gebruikt, is het mogelijk dat de standaardinstelling van de HP-beeldbewerkingssoftware is ingesteld om automatisch een andere taak uit te voeren dan degene die u probeert uit te voeren. Zie de Help op het scherm van de HP-beeldbewerkingssoftware voor richtlijnen over het wijzigen van de eigenschappen.
Scanproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
139
Hoofdstuk 8
Tekst kan niet worden bewerkt •
•
Controleer de instellingen ◦ Zorg ervoor dat de OCR-software is ingesteld op het bewerken van tekst. ◦ Als u het origineel scant, zorg er dan voor dat u een documentsoort selecteert dat bewerkbare documenten oplevert. Als de tekst werd gecategoriseerd als afbeelding, wordt deze niet omgezet in tekst. ◦ Het is mogelijk dat het OCR-programma is gekoppeld aan een tekstverwerker die geen OCR-taken uitvoert. Raadpleeg de Help bij de productsoftware voor meer informatie over het koppelen van programma's. Controleer de originelen ◦ Controleer of het origineel goed op de glasplaat ligt. Ga voor meer informatie naar Originelen plaatsen. ◦ Het is mogelijk dat het OCR-programma tekst met dicht op elkaar staande letters niet herkent. Als, bijvoorbeeld, in de tekst die door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of zijn gecombineerd, kan rn worden weergegeven als m. ◦ De nauwkeurigheid van het OCR-programma is afhankelijk van de kwaliteit van de afbeelding, de tekstafmetingen en de structuur van het origineel en van de kwaliteit van de scan zelf. Zorg ervoor dat het origineel een kwalitatief goede afbeelding is. ◦ De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond. Probeer de instellingen aan te passen voordat u het origineel gaat scannen of probeer de afbeelding duidelijker te maken nadat het origineel is gescand. Als u een OCR wilt toepassen op een origineel, wordt gekleurde tekst op het origineel niet goed of helemaal niet gescand.
Er verschijnen foutmeldingen "De TWAIN-bron kan niet worden geactiveerd" of "Er is een fout opgetreden tijdens het ophalen van de afbeelding" ◦ Als u de afbeelding ophaalt van een ander apparaat, zoals een digitale camera of een andere scanner, moet het andere apparaat TWAIN-compatibel zijn. Apparaten die niet TWAIN-compatibel zijn werken niet met de software van het apparaat. ◦ Zorg ervoor dat de USB-kabel van het apparaat op de juiste poort op de achterkant van de computer hebt aangesloten. ◦ Controleer of de juiste TWAIN-bron is geselecteerd. Controleer de TWAIN-bron in de software door Scanner selecteren te kiezen in het menu Bestand.
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht Het origineel is een kopie van een foto of afbeelding Opnieuw afgedrukte foto's, zoals foto's in kranten of tijdschriften, worden afgedrukt met kleine inktpuntjes die een interpretatie geven van de originele foto. De kwaliteit van de foto gaat hierbij achteruit. Vaak vormen de inktpunten ongewenste patronen die kunnen worden gedetecteerd als de afbeelding wordt gescand of afgedrukt of als
140
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
de afbeelding op het scherm verschijnt. Als de volgende suggesties het probleem niet verhelpen, moet u waarschijnlijk een betere versie van het origineel gebruiken. ◦ Om deze patronen te verwijderen, kunt u proberen de afbeelding na het scannen te verkleinen. ◦ Druk de gescande afbeelding af om te zien of de kwaliteit is verbeterd. ◦ Zorg ervoor dat de instellingen voor resolutie en kleur juist zijn voor het type scantaak. Teksten of afbeeldingen aan de achterzijde van een tweezijdig bedrukt origineel verschijnen op de scan Tweezijdige originelen kunnen tekst of afbeeldingen van de achterzijde naar de scan "lekken" als de originelen op te dun of te transparant papier zijn afgedrukt. De gescande afbeelding is scheef Mogelijk is het origineel niet goed geplaatst. Gebruik de papiergeleiders als u het origineel op de glasplaat plaatst. Ga voor meer informatie naar Originelen plaatsen. Is de kwaliteit van de afbeelding beter als deze wordt afgedrukt De afbeelding die op het scherm verschijnt, is niet altijd een accurate weergave van de kwaliteit van de scan. ◦ Probeer de instellingen van uw monitor aan te passen zodat meer kleuren (of grijswaarden) worden weergegeven. Op Windows-computers, wordt deze aanpassing gewoonlijk uitgevoerd door Beeldscherm te selecteren in het configuratiescherm. ◦ Probeer de instellingen voor resolutie en kleuren aan te passen. De gescande afbeelding vertoont vegen, lijnen en verticale, witte strepen of andere defecten ◦ Als de glasplaat van de scanner vuil is, heeft de resulterende afbeelding niet de optimale helderheid. Zie Het toestel reinigen voor instructies over het reinigen. ◦ Mogelijk komen de defecten voor op het origineel en werden ze niet geproduceerd door het scannen. Afbeeldingen zien er anders uit dan het origineel De grafische instellingen zijn misschien niet geschikt voor het type scantaak dat u wilt uitvoeren. Probeer de grafische instellingen aan te passen. Stappen waarmee u de scankwaliteit kunt verbeteren ◦ Gebruik originelen van goede kwaliteit. ◦ Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het papier niet goed op de glasplaat is geplaatst, kan dit scheeftrekken, wat onduidelijke afbeeldingen oplevert. Ga voor meer informatie naar Originelen plaatsen. ◦ Pas de instellingen in de software aan op basis van de manier waarop u de gescande pagina wilt gebruiken. ◦ Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen. ◦ Reinig de glasplaat van de scanner. Zie De glasplaat van de scanner reinigen voor meer informatie.
Scanproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
141
Hoofdstuk 8
Er verschijnen defecten in de scans •
•
•
•
•
•
Blanco pagina's Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Plaats het originele document met de voorkant naar beneden op de flatbedscanner en met de linkerbovenhoek van het document in de rechterbenedenhoek van de glasplaat van de scanner. Te licht of te donker ◦ Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat u de juiste instellingen gebruikt voor resolutie en kleuren. ◦ De originele afbeelding kan zeer licht of donker zijn, of kan op gekleurd papier gedrukt zijn. Ongewenste lijnen Er zit mogelijk inkt, lijm of correctievloeistof op de glasplaat van de scanner. Probeer het probleem te verhelpen door de glasplaat van de scanner te reinigen. Zie Het toestel reinigen voor meer informatie. Zwarte punten of vegen ◦ Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een ongewenste stof op de glasplaat van de scanner, het kan vuil of gekrast zijn of de binnenkant van de klep kan vuil zijn. Probeer het probleem te verhelpen door de glasplaat van de scanner en de binnenkant van het deksel te reinigen. Zie Het toestel reinigen voor meer informatie. Als reinigen het probleem niet oplost, is het mogelijk dat de glasplaat van de scanner of de binnenkant van de klep moeten worden vervangen. ◦ Mogelijk komen de defecten voor op het origineel en werden ze niet geproduceerd door het scannen. Onduidelijke tekst Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat de instellingen voor resolutie en kleuren correct zijn. Formaat is kleiner geworden Mogelijk is de HP-software zo ingesteld dat de gescande afbeelding wordt verkleind. Raadpleeg de Help bij de productsoftware voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen.
Faxproblemen oplossen Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van installatieproblemen met de fax van het apparaat. Als het apparaat niet correct is geïnstalleerd om te faxen, ondervindt u mogelijk problemen tijdens het verzenden of ontvangen van faxen. Als er problemen met de fax optreden, kunt u een faxtestrapport afdrukken, zodat u de status van het apparaat kunt controleren. Als het apparaat niet correct is geïnstalleerd om te faxen, zal de test niet lukken. Voer deze test uit nadat u het apparaat hebt geïnstalleerd om te faxen. Raadpleeg Installatie testfax voor meer informatie. Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport voor informatie over het oplossen van de aangetroffen problemen. Raadpleeg De faxtest is mislukt voor meer informatie. • • •
142
De faxtest is mislukt Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven Het apparaat heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
• • • • • • •
Het apparaat heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax Het apparaat kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden Het apparaat kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat Het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd is niet lang genoeg Faxen in kleur worden niet afgedrukt De computer kan geen faxen ontvangen (Fax naar pc)
De faxtest is mislukt Controleer het rapport voor basisinformatie over de fout als een uitgevoerde faxtest is mislukt. Als u gedetailleerde informatie nodig hebt, controleert u eerst in het testrapport welk onderdeel van de test is mislukt en raadpleegt u vervolgens in dit gedeelte het desbetreffende onderwerp met mogelijke oplossingen. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • • • • • •
De faxhardwaretest is mislukt Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is mislukt Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax is mislukt Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax mislukt De kiestoondetectietest is mislukt De faxlijnconditietest is mislukt
De faxhardwaretest is mislukt Oplossing: • Schakel het apparaat uit met behulp van de knop Aan/uit op het bedieningspaneel van het apparaat en trek vervolgens het netsnoer uit de achterkant van het apparaat. Steek het netsnoer na enkele seconden weer in en schakel het apparaat in. Voer de test nogmaals uit. Als de test opnieuw mislukt, zoekt u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit gedeelte. • Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk niets aan de hand. • Als u de test vanuit de wizard Faxinstallatie (Windows) of HP Stel fax in (Mac OS) uitvoert, controleert u of het apparaat niet met een andere taak bezig is, zoals het ontvangen van een fax of het maken van een kopie. Controleer of op het uitleesvenster wordt gemeld dat het apparaat bezig is. Als het apparaat bezig is, wacht u totdat de taak gedaan is en voert u de test opnieuw uit.
Faxproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
143
Hoofdstuk 8
•
•
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen. (Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de telefoonaansluiting aan de wand.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de Faxhardwaretest blijft mislukken en er problemen zijn met het faxen, neemt u contact op met HP-ondersteuning. Ga naar www.hp.com/support. Kies desgevraagd uw land/regio en klik op Contact HP (Neem contact op met HPondersteuning) als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is mislukt Oplossing: • Controleer de verbinding tussen de telefoonaansluiting en het apparaat en zorg dat het telefoonsnoer goed vastzit. • Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. • Zorg ervoor dat het apparaat goed is verbonden met de telefoonaansluiting. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Zie Het apparaat configureren voor faxen voor meer informatie over het instellen van het apparaat voor faxen. • Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen. (Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de telefoonaansluiting aan de wand. • Probeer een werkende telefoon en telefoonsnoer te verbinden met de telefoonaansluiting die u gebruikt voor het apparaat en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren. • Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk niets aan de hand.
144
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen.
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax is mislukt Oplossing: Steek het telefoonsnoer in de juiste poort. 1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. Opmerking Als u de 2-EXT-poort verbindt met de wandcontactdoos, kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. U kunt de 2-EXT-poort alleen verbinden met andere apparatuur, bijvoorbeeld met een antwoordapparaat. Afbeelding 8-1 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1LINE-poort
2. Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of het apparaat klaar is om te faxen. 3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. • Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. • Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen. (Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de telefoonaansluiting aan de wand.
Faxproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
145
Hoofdstuk 8
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax mislukt Oplossing: • Controleer of u het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd hebt verbonden met de telefoonaansluiting. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden verbonden met de poort 1-LINE op de achterkant van het apparaat en het andere uiteinde met de telefoonaansluiting, zoals hieronder aangegeven.
• •
•
146
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt. Controleer de verbinding tussen de telefoonaansluiting en het apparaat en zorg dat het telefoonsnoer goed vastzit. Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen. (Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de telefoonaansluiting aan de wand.
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
De kiestoondetectietest is mislukt Oplossing: • De test mislukt mogelijk door de aanwezigheid van andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat. U kunt vaststellen of het probleem door andere apparatuur wordt veroorzaakt door alle andere apparaten los te koppelen van de telefoonlijn en de test opnieuw uit te voeren. Als de Kiestoondetectie wel slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer onderdelen van deze apparatuur. Voeg de onderdelen een voor een toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet welk onderdeel het probleem veroorzaakt. • Probeer een werkende telefoon en telefoonsnoer te verbinden met de telefoonaansluiting die u gebruikt voor het apparaat en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren. • Zorg ervoor dat het apparaat goed is verbonden met de telefoonaansluiting. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. • Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen. (Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de telefoonaansluiting aan de wand. • Als het telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals bij sommige telefooncentrales, kan dit tot gevolg hebben dat de test mislukt. Er zullen geen problemen optreden bij het verzenden of ontvangen van faxen. Probeer een testfax te verzenden of ontvangen. • Controleer of de instelling voor land/regio op de juiste wijze is ingesteld voor uw land/regio. Als de instelling voor land/regio niet of niet goed is ingesteld, kan de test mislukken en zult u mogelijk problemen hebben met het verzenden en ontvangen van faxen. • U moet het apparaat verbinden met een analoge telefoonlijn voordat u faxen kunt verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, verbindt u een gewone analoge telefoon met de lijn en luistert u of er een kiestoon te horen is. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk geïnstalleerd voor digitale telefoons. Verbind het apparaat met een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of te ontvangen. • Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de Kiestoondetectietest blijft mislukken, neemt u contact op met uw telefoonbedrijf en vraagt u hen de telefoonlijn te controleren.
Faxproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
147
Hoofdstuk 8
De faxlijnconditietest is mislukt Oplossing: • U moet het apparaat verbinden met een analoge telefoonlijn voordat u faxen kunt verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, verbindt u een gewone analoge telefoon met de lijn en luistert u of er een kiestoon te horen is. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk geïnstalleerd voor digitale telefoons. Verbind het apparaat met een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of te ontvangen. • Controleer de verbinding tussen de telefoonaansluiting en het apparaat en zorg dat het telefoonsnoer goed vastzit. • Zorg ervoor dat het apparaat goed is verbonden met de telefoonaansluiting. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. • De test mislukt mogelijk door de aanwezigheid van andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat. U kunt vaststellen of het probleem door andere apparatuur wordt veroorzaakt door alle andere apparaten los te koppelen van de telefoonlijn en de test opnieuw uit te voeren. ◦ Als de Faxllijnconditietest wel slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer onderdelen van deze apparatuur. Voeg de onderdelen een voor een toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet welk onderdeel het probleem veroorzaakt. ◦ Als de Faxllijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld, verbindt u het apparaat met een werkende telefoonlijn en zoekt u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit deel. • Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen. (Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de telefoonaansluiting aan de wand. • Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de Faxlijnconditietest blijft mislukken en er problemen blijven met faxen, neemt u contact op met uw telefoonbedrijf en vraagt u hen de telefoonlijn te controleren.
Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven Oplossing: U gebruikt het verkeerde soort telefoonsnoer. Zorg dat u het telefoonsnoer gebruikt dat bij het apparaat werd geleverd om het apparaat te verbinden met de telefoonlijn. Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is
148
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
geleverd niet lang genoeg is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt. Oplossing: Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat. Controleer of telefoontoestellen (telefoons op dezelfde telefoonlijn, maar die niet zijn verbonden met het apparaat) of andere apparatuur niet in gebruik zijn en of de telefoon niet van de haak is. U kunt het apparaat bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als een telefoon die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op internet.
Het apparaat heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen Oplossing: Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Bekijk het scherm van het apparaat. Als het scherm leeg is en het Aan/uit-lampje niet brandt, is het apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer goed met het apparaat is verbonden en in een stopcontact is gestoken. Druk op de knop Aan/uit om het apparaat in te schakelen. Nadat u het apparaat hebt aangezet, raadt HP u aan vijf minuten te wachten voordat u een fax verzendt of ontvangt. Het apparaat kan geen faxen verzenden of ontvangen tijdens het initialisatieproces dat wordt uitgevoerd wanneer het apparaat wordt aangezet. Oplossing: Als Fax naar pc is ingeschakeld, kunt u mogelijk geen faxen verzenden of ontvangen als het faxgeheugen vol is (beperking door het apparaatgeheugen).
Oplossing: • Controleer of u het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd hebt verbonden met de telefoonaansluiting. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden verbonden met de poort 1-LINE op de achterkant van het
Faxproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
149
Hoofdstuk 8
apparaat en het andere uiteinde met de telefoonaansluiting, zoals hieronder aangegeven.
•
•
•
•
•
150
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt. Probeer een werkende telefoon en telefoonsnoer te verbinden met de telefoonaansluiting die u gebruikt voor het apparaat en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij voor service. Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat. U kunt het apparaat bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als een telefoon die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op internet. Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer of op het display of op de computer een foutmelding wordt weergegeven met informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt oplossen. Als er sprake is van een fout, kan het apparaat pas faxberichten verzenden of ontvangen wanneer de fout is opgelost. Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake is van storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en probeer nogmaals te faxen. Zie de Help op het scherm voor meer informatie over het wijzigen van ECM. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij. Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een DSLfilter gebruiken om te kunnen faxen. Raadpleeg Situatie B: Het apparaat installeren met DSL voor meer informatie.
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
•
•
•
Mogelijk is het apparaat verbonden met een telefoonaansluiting voor digitale telefoons. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, verbindt u een gewone analoge telefoon met de lijn en luistert u of er een kiestoon te horen is. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk geïnstalleerd voor digitale telefoons. Als u een telefooncentrale (PBX) of ISDN gebruikt, controleert u of het apparaat is aangesloten op de juiste poort en indien mogelijk of de terminaladapter goed is afgestemd op uw land/regio. Raadpleeg Situatie C: Het apparaat installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn voor meer informatie. Als het apparaat dezelfde telefoonlijn deelt met een DSL-service, is de DSLmodem mogelijk niet correct geaard. Dit kan ruis veroorzaken op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een telefoontoestel met een telefoonaansluiting op de wand te verbinden en de lijn te controleren op storingen of ruis. Als u storingen of ruis hoort, schakelt u de DSL-modem uit en laat u de stekker gedurende minstens 15 minuten uit het stopcontact. Schakel de DSL-modem vervolgens opnieuw in en luister opnieuw naar de kiestoon. Opmerking Mogelijk zult u ook in de toekomst ruis op de telefoonlijn horen. Herhaal het proces als het apparaat geen faxen meer verzendt en ontvangt.
•
Als er nog steeds veel ruis op de lijn is, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij. Neem contact op met de DSL-aanbieder voor informatie over het uitschakelen van de DSL-modem. Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen. (Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de telefoonaansluiting aan de wand.
Het apparaat heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax Oplossing: Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met het apparaat: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia, Griekenland, India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika, Maleisië, Mexico, Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Spanje, Taiwan, Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam. •
Zorg dat de telefoon waarmee u de faxverbinding tot stand brengt rechtstreeks met het apparaat is verbonden. Als u handmatig een fax wilt verzenden, moet
Faxproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
151
Hoofdstuk 8
de telefoon rechtstreeks zijn verbonden zijn met de poort 2-EXT op het apparaat, zoals hieronder aangegeven.
•
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1LINE-poort
3
Telefoon
Als u een fax handmatig verzendt vanaf een telefoon die rechtstreeks is verbonden met het apparaat, moet u de fax verzenden via het toetsenblok op de telefoon. U kunt niet gebruikmaken van het bedieningspaneel op het apparaat. Opmerking Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de telefoon direct met de kabel op het apparaat aansluiten met de seriestekker.
Het apparaat kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden Oplossing: • Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de optie Specifiek belsignaal op het apparaat is ingesteld op Alle beltonen. Raadpleeg Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen voor meer informatie. • Als Automatisch antwoorden in ingesteld op Off (Uitschakelen), zult u faxen handmatig moeten ontvangen, ander zal het apparaat de fax niet ontvangen. Zie Een fax handmatig ontvangen voor informatie over het handmatig ontvangen van faxberichten. • Als u een voicemailservice gebruikt op het telefoonnummer waarop u ook faxberichten ontvangt, kunt u de faxberichten alleen handmatig en niet automatisch ontvangen. Dit betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Raadpleeg Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail voor informatie over het instellen van het apparaat als u een voicemailservice gebruikt. Zie Een fax handmatig ontvangen voor informatie over het handmatig ontvangen van faxberichten.
152
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
•
•
Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als het apparaat, moet u controleren of de software van de modem niet is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen. Als de modemsoftware is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen, wordt de telefoonlijn automatisch overgenomen. In dat geval worden alle faxen door de modem ontvangen, zodat het apparaat geen faxoproepen kan ontvangen. Als u naast het apparaat een antwoordapparaat gebruikt op dezelfde telefoonlijn, kan een van de volgende problemen zich voordoen: ◦ Het antwoordapparaat is mogelijk niet correct geïnstalleerd voor het apparaat. ◦ Het bericht dat is ingesproken op het antwoordapparaat, kan te lang of te luid zijn, waardoor het apparaat geen faxtonen kan detecteren en het verzendende faxapparaat de verbinding verbreekt. ◦ Mogelijk is de pauze na het ingesproken bericht te kort waardoor het apparaat geen faxtonen kan detecteren. Dit probleem komt het vaakst voor bij digitale antwoordapparaten. De volgende handelingen kunnen helpen bij het oplossen van deze problemen: ◦ Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde telefoonlijn, kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks met het apparaat te verbinden, zoals is beschreven in Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat. ◦ Zorg dat het apparaat is ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. Raadpleeg Een fax ontvangen voor meer informatie over het instellen van het apparaat voor het automatisch ontvangen van faxen. ◦ Controleer of de instelling Hoe vaak overgaan de telefoon is ingesteld op een groter aantal beltonen dan het antwoordapparaat. Raadpleeg Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen voor meer informatie. ◦ Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het antwoordapparaat. ◦ Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken bericht. Laat geen achtergrondgeluid toe tijdens het opnemen van deze stilte. Probeer opnieuw een fax te ontvangen. Opmerking Sommige digitale antwoordapparaten nemen de opgenomen stilte aan het eind van uw uitgaande bericht niet op. Speel uw uitgaande bericht af om dit te controleren.
Faxproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
153
Hoofdstuk 8
•
•
Als het apparaat de telefoonlijn deelt met andere telefoonapparatuur, zoals een antwoordapparaat, een computermodem of een schakelkast met meerdere poorten, is het faxsignaal mogelijk minder sterk. Het faxsignaal kan ook minder sterk zijn als u een splitter gebruikt of extra snoeren verbindt om het bereik van de telefoon te vergroten. Een zwakker faxsignaal kan problemen met de ontvangst van faxen veroorzaken. Koppel alles behalve het apparaat los van de telefoonlijn en voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of het probleem wordt veroorzaakt door andere apparatuur. Als het wel lukt om faxen te ontvangen zonder de andere apparatuur, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer onderdelen van die andere apparatuur. Voeg de onderdelen een voor een toe en probeer telkens een fax te ontvangen, totdat u weet welke apparatuur het probleem veroorzaakt. Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de service voor specifieke belsignalen van uw telefoonmaatschappij), moet u ervoor zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op het apparaat overeenkomt. Raadpleeg Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen voor meer informatie.
Het apparaat kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen Oplossing: • Het apparaat kiest te snel of te vroeg. Mogelijk moet u pauzes invoegen in de nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen voordat u het telefoonnummer kiest, voegt u een pauze in na het toegangsnummer. Als uw nummer 95555555 is en u met een 9 toegang krijgt tot een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen: 9-555-5555. Druk op Opnieuw kiezen/ pauze als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer, of druk meerdere keren op de toets Spatie (#) tot er een streepje (-) op het display verschijnt. U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de telefoonlijn horen terwijl u een nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf bepalen en reageren op kiestonen terwijl u een nummer kiest. Raadpleeg Een fax verzenden met handsfree kiezen voor meer informatie. • Het nummer dat u hebt ingevoerd bij het verzenden van de fax heeft niet de juiste indeling of er zijn problemen met het faxapparaat dat de fax moet ontvangen. U kunt dit controleren door het desbetreffende faxnummer te bellen met een gewone telefoon en te luisteren of u ook faxtonen hoort. Als u geen faxtonen hoort, is het ontvangende faxapparaat mogelijk niet ingeschakeld of niet aangesloten of stoort een voicemailservice de communicatie via de telefoonlijn van de ontvanger. U kunt ook de ontvanger vragen om na te gaan of er misschien problemen zijn met het ontvangende faxapparaat.
154
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat Oplossing: • Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde telefoonlijn, kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks met het apparaat te verbinden, zoals is beschreven in Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat. Als u het antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier verbindt, is het mogelijk dat het antwoordapparaat faxtonen opneemt. • Zorg ervoor dat het apparaat is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen en dat de instelling voor Hoe vaak overgaan juist is. Het aantal beltonen dat u instelt voordat het apparaat opneemt, moet hoger zijn dan het aantal belsignalen voordat het antwoordapparaat opneemt. Als het antwoordapparaat en het apparaat zijn ingesteld op hetzelfde aantal beltonen voordat wordt opgenomen, zullen beide apparaten de oproep beantwoorden en worden faxtonen opgenomen op het antwoordapparaat. • Stel het antwoordapparaat in op een klein aantal beltonen en het apparaat op het hoogste aantal beltonen dat is toegestaan. (Het maximale aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt het apparaat de lijn. Als het apparaat faxsignalen detecteert, zal het apparaat de fax ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht opnemen. Raadpleeg Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen voor meer informatie.
Het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd is niet lang genoeg Oplossing: Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt. Tip Als het apparaat is geleverd met een tweeaderige telefoonsnoeradapter, kunt u een vieraderig telefoonsnoer gebruiken als u het snoer wilt verlengen. Zie de meegeleverde documentatie voor informatie over het gebruik van de adapter voor het tweeaderige telefoonsnoer. Het telefoonsnoer verlengen 1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen het verbindingsstuk en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. 2. Verbind een ander telefoonsnoer met de open poort op het verbindingsstuk en de telefoonaansluiting, zoals hieronder wordt weergegeven.
Faxen in kleur worden niet afgedrukt Oorzaak:
De optie Inkomende faxen afdrukken is uitgeschakeld.
Faxproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
155
Hoofdstuk 8
Oplossing: Als u faxen in kleur wilt afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de optie Inkomende faxen afdrukken op het bedieningspaneel van het apparaat is ingeschakeld.
De computer kan geen faxen ontvangen (Fax naar pc) Oorzaak:
De HP Digital Imaging-monitor is uitgeschakeld.
Oplossing: Controleer op de taakbalk of de HP Digital Imaging-monitor altijd is ingeschakeld. Oorzaak: De computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, is uitgeschakeld. Oplossing: Zorg dat de computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, altijd is ingeschakeld. Oorzaak: Er zijn verschillende computers configureerd voor de installatie en het ontvangen van faxen, waarvan er een mogelijk is uitgeschakeld. Oplossing: Als de computer die faxen ontvangt niet dezelfde is als de computer voor de installatie, moeten beide computers altijd zijn ingeschakeld. Oorzaak: Fax naar pc is niet geactiveerd of de computer is niet geconfigureerd voor het ontvangen van faxen. Oplossing: Activeer Fax naar pc en zorg dat de computer is geconfigureerd voor het ontvangen van faxen. Oorzaak:
De HP Digital Imaging-monitor werkt niet goed.
Oplossing: opnieuw.
Start de HP Digital Imaging-monitor opnieuw of start de computer
Installatieproblemen oplossen Als de volgende onderwerpen niet helpen, raadpleegt u Ondersteuning en garantie voor meer informatie over HP-ondersteuning. • •
156
Suggesties voor hardware-installatie Suggesties voor software-installatie
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
Suggesties voor hardware-installatie Controleer het apparaat • Controleer of alle kleefband en materiaal aan de buiten- en binnenkant van het apparaat zijn verwijderd. • Zorg dat er papier in het apparaat is geladen. • Controleer of er buiten het statuslampje Klaar, dat zou moeten branden, geen andere lichtjes branden of flikkeren. Als het waarschuwingslampje flikkert, controleert u of er een bericht verschijnt op het bedieningspaneel van het apparaat. Controleer de hardwareverbindingen • Controleer of alle gebruikte snoeren en kabels in goede staat verkeren. • Controleer of het netsnoer stevig met het apparaat en met een werkend stopcontact is verbonden. • Zorg ervoor dat het telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort. Controleer de inktpatronen • Na installatie van een nieuwe inktpatroon lijnt het apparaat de inktpatronen automatisch uit. Als het uitlijnen mislukt, controleert u of de patronen correct zijn geïnstalleerd. Start dan de procedure voor uitlijning van de inktpatronen. Zie Inktpatronen uitlijnen voor meer informatie. • Controleer of alle kleppen en deksels goed gesloten zijn. Controleer het computersysteem • Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt. • Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten. Controleer het apparaat op het volgende • Het Aan/uit-lampje brandt zonder te knipperen. Wanneer het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld, duurt het opwarmen ongeveer 45 seconden. • Het apparaat staat in de status Klaar en er branden of flikkeren geen andere lichtjes op het bedieningspaneel van het apparaat. Als er lichtjes branden of flikkeren, lees dan het bericht op het bedieningspaneel van het apparaat. • Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op het apparaat zijn aangesloten. • Alle verpakkingstape en -materialen moeten van het apparaat zijn verwijderd. • De duplexeenheid moet stevig op zijn plaats zitten. • Afdrukmateriaal moet goed in de lade zijn geplaatst en niet in het apparaat zijn vastgelopen. • Alle vergrendelingen en kleppen zijn gesloten.
Installatieproblemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
157
Hoofdstuk 8
Suggesties voor software-installatie Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan • Zorg ervoor dat u de installatie-cd met de juiste installatiesoftware voor uw besturingssysteem gebruikt. • Zorg ervoor dat u alle andere programma's afsluit voordat u de software installeert. • Als het pad naar het cd-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste stationsaanduiding hebt opgegeven. • Als uw computer de installatie-cd in het cd-station niet herkent, controleert u of de cd is beschadigd. De driver van het apparaat kan worden gedownload van de website van HP (www.hp.com/support). Controleer of doe het volgende • Controleer of de computer voldoet aan de systeemvereisten. • Voordat u software op een computer met Windows installeert, moeten alle andere programma’s zijn afgesloten. • Als het pad naar het cd-rom-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste stationsaanduiding hebt opgegeven. • Als uw computer de cd in het cd-station niet herkent, controleert u of de cd is beschadigd. De driver van het apparaat kan worden gedownload van de website van HP (www.hp.com/support). • Zorg ervoor dat de USB-drivers niet zijn uitgeschakeld in het apparaatbeheer in Windows. • Als u een computer met Windows gebruikt en de computer het apparaat niet kan vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software uit (util\ccc \uninstall.bat op de installatie-cd). Hiermee verwijdert u de driver van het apparaat volledig. Start de computer opnieuw op en installeer de driver van het apparaat opnieuw. Controleer het computersysteem • Zorg ervoor dat de computer op een ondersteund besturingssysteem werkt. • Controleer of de computer minstens voldoet aan de minimale systeemvereisten.
Storingen verhelpen Soms loopt afdrukmateriaal vast tijdens een taak. Probeer de volgende oplossingen voordat u de storing probeert te verhelpen. • • • •
158
Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Raadpleeg Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Druk niet af op gekreukeld, gevouwen of beschadigd papier. Zorg ervoor dat de scanner schoon is. Raadpleeg Het toestel reinigen voor meer informatie. Zorg ervoor dat de lades correct geplaatst zijn en niet te vol zitten. Ga voor meer informatie naar Afdrukmateriaal plaatsen.
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: • •
Papierstoringen verhelpen Papierstoringen voorkomen
Papierstoringen verhelpen Als het papier in de hoofdlade is geplaatst, moet u het vastgelopen papier wellicht via de achterklep verwijderen. Het papier kan ook zijn vastgelopen in de automatische documentinvoer. Door verschillende veelvoorkomende handelingen kan er papier vastlopen in de automatische documentinvoer: •
• •
Er is te veel papier in de documentinvoerlade geplaatst. Zie Originelen plaatsen voor informatie over het maximale aantal vellen dat de automatische documentinvoer kan bevatten. Er is te dik of te dun papier gebruikt voor het apparaat. Er is gepoogd papier bij te vullen in de documentinvoerlade terwijl het apparaat bezig was met het invoeren van pagina's.
Een papierstoring in de achterklep verhelpen 1. Druk op het lipje aan de linkerkant van de achterklep om deze te ontgrendelen. Verwijder de klep door deze weg te trekken van het apparaat. Let op Probeer de papierstoring niet via de voorzijde van het apparaat op te lossen. Het afdrukmechanisme kan daardoor beschadigd raken. Open altijd de klep aan de achterkant om vastgelopen papier te verwijderen.
2. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan. Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, controleert u de rollen en wieltjes op gescheurde stukjes papier die in het apparaat kunnen zijn achtergebleven.Als u niet alle stukjes papier uit het apparaat verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen. 3. Plaats de achterklep terug. Duw de klep voorzichtig naar voren totdat deze op zijn plaats klikt. 4. Druk op OK om de taak verder te verwerken.
Storingen verhelpen
Downloaded from www.vandenborre.be
159
Hoofdstuk 8
Een papierstoring in de automatische documentinvoer verhelpen 1. Til de kap van de automatische documentinvoer omhoog.
2. Trek het papier voorzichtig tussen de rollen vandaan. Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, controleert u de rollen en wieltjes op gescheurde stukjes papier die in het apparaat kunnen zijn achtergebleven.Als u niet alle stukjes papier uit het apparaat verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen. 3. Sluit de kap van de automatische documentinvoer.
Papierstoringen voorkomen Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen. • • • • •
• • •
160
Verwijder afgedrukte exemplaren regelmatig uit de uitvoerlade. Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare verpakking te bewaren. Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn. Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al het papier in de invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn. Verschuif de breedtegeleider voor het papier in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat de breedtegeleiders het papier in de papierlade niet buigen. Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade. Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor het apparaat.Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie. Laat geen originelen op de glasplaat liggen. Als u een origineel in de automatische documentinvoer plaatst terwijl er al een origineel op de glasplaat ligt, kan er een papierstoring optreden in de automatische documentinvoer als gevolg van het origineel op de glasplaat.
Onderhoud en problemen oplossen
Downloaded from www.vandenborre.be
A
HP-benodigdheden en accessoires Dit hoofdstuk bevat informatie over HP-benodigdheden en accessoires voor het apparaat. De informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website van HP (www.hpshopping.com) voor de laatste updates. U kunt ook producten aankopen via de website. •
Afdrukbenodigdheden online bestellen
•
Benodigdheden
Afdrukbenodigdheden online bestellen Behalve vanaf de HP-website, kunt u met de volgende tools afdrukbenodigdheden bestellen: • Werkset (Windows): Klik op het tabblad Geschat inktniveau, klik op Kopen. •
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Status benodigdheden in het deelvenster Informatie en ondersteuning en klik in het vervolgmenu op Benodigdheden van HP kopen en kies dan Online.
Benodigdheden •
HP-afdrukmateriaal
HP-afdrukmateriaal Als u afdrukmateriaal wilt bestellen, zoals HP Premium Plus Fotopapier of HP Premium Papier, gaat u naar www.hp.com. Kies uw land/regio en selecteer Buy of Shopping.
HP-benodigdheden en -accessoires
Downloaded from www.vandenborre.be
161
B
Ondersteuning en garantie Dit hoofdstuk, Onderhoud en problemen oplossen, bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Als uw apparaat niet naar behoren werkt en de oplossingen in deze handleiding het probleem niet verhelpen, kunt u gebruikmaken van één van de onderstaande ondersteuningsdiensten. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
162
•
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
•
Elektronische ondersteuning krijgen
•
Telefonische ondersteuning van HP krijgen
•
Het apparaat klaarmaken voor verzending
•
Het apparaat verpakken
Ondersteuning en garantie
Downloaded from www.vandenborre.be
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
Downloaded from www.vandenborre.be
163
Bijlage B
Elektronische ondersteuning krijgen Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP gaan op www.hp.com/support. Kies desgevraagd uw land/regio en klik op Contact HP (Neem contact op met HP-ondersteuning) als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning. Deze website biedt ook technische ondersteuning, drivers, benodigdheden, bestelinformatie en andere opties zoals: •
Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
•
Een e-mail naar HP sturen voor antwoord op uw vragen.
•
On line met een technicus van HP spreken.
• Controleren of er software-updates zijn. U kunt ook ondersteuning krijgen vanuit de Werkset (Windows) of het HP Printerhulpprogramma (Mac OS), waarin u eenvoudige, stapsgewijze oplossingen vindt voor veelvoorkomende afdrukproblemen. Zie Werkset (Windows) of HP Printerhulpprogramma (Mac OS) voor meer informatie. De ondersteuningsopties en beschikbaarheid variëren per product, land/regio en taal.
Telefonische ondersteuning van HP krijgen Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP Klantenondersteuningscentrum. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: •
Voordat u belt
•
Wat te doen bij problemen
•
Telefonische ondersteuning van HP
•
Opties voor aanvullende garantie
•
HP Quick Exchange Service (Japan)
•
Klantenondersteuning van HP Korea bellen
Voordat u belt Bezoek de website van HP (www.hp.com/support) voor de nieuwste informatie over het oplossen van problemen of productverbeteringen en -updates. Houd de volgende informatie bij de hand zodat de medewerkers van ons Klantenondersteuningscentrum u zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn. 1.
Druk het zelftestrapport van het apparaat af. Zie Het diagnostische zelftestrapport begrijpen voor meer informatie. Als het apparaat niet afdrukt, houd dan de volgende informatie bij de hand: •
2.
164
Apparaatmodel
• Modelnummer en serienummer (aan de achterzijde van de printer) Ga na welk besturingssysteem u gebruikt, bijvoorbeeld Windows XP.
3.
Noteer hoe het apparaat met uw systeem is verbonden, bijvoorbeeld via een USB- of netwerkverbinding.
4.
Noteer het versienummer van de printersoftware. (U vindt het versienummer van de printerdriver door het dialoogvenster met printerinstellingen of -eigenschappen te openen en op het tabblad Info te klikken.)
5.
Wanneer u problemen heeft met het afdrukken vanuit een bepaalde toepassing noteer dan de naam en het versienummer van de toepassing.
Ondersteuning en garantie
Downloaded from www.vandenborre.be
Wat te doen bij problemen Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt 1. Raadpleeg de documentatie die bij het apparaat is geleverd. 2.
Ga naar de website voor online ondersteuning van HP op www.hp.com/support. Online ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. Het is de betrouwbaarste bron van actuele informatie over het apparaat en deskundige hulp, en biedt de volgende voordelen: •
Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici
•
Software en stuurprogramma-updates voor de HP All-in-One
•
Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende problemen
• 3.
Pro-actieve apparaatupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-nieuwsbrieven die beschikbaar zijn als u de HP All-in-One registreert Bel HP Ondersteuning. De ondersteuningsopties en de beschikbaarheid verschillen per apparaat, land/regio en taal.
Telefonische ondersteuning van HP Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: •
Periode voor telefonische ondersteuning
•
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
•
Telefonisch contact opnemen
•
Na de periode van telefonische ondersteuning
Periode voor telefonische ondersteuning Eén jaar telefonische ondersteuning is beschikbaar in Noord-Amerika, Azië (Stille Oceaan) en Latijns-Amerika (inclusief Mexico).
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning In veel landen biedt HP gratis telefonische ondersteuning gedurende de garantieperiode. Bij sommige van de ondersteuningsnummers moet u echter wel de normale telefoonkosten betalen. Zie www.hp.com/support voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor ondersteuning.
Telefonisch contact opnemen Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en de HP All-in-One zit. Zorg dat u de volgende informatie kunt geven: •
Modelnummer (dit vindt u op het etiket aan de voorzijde van het apparaat)
•
Serienummer (dit vindt u achter of onder op het apparaat)
•
Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
•
Antwoorden op de volgende vragen: ◦
Doet dit probleem zich vaker voor?
◦
Kunt u het probleem reproduceren?
◦
Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort voordat dit probleem zich begon voor te doen?
◦
Is er iets anders gebeurd vóór deze situatie (bijvoorbeeld een onweersbui, de HP All-inOne is verplaatst, enz.)?
Na de periode van telefonische ondersteuning Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning, kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. Help is mogelijk ook beschikbaar via de website voor online ondersteuning van HP: www.hp.com/support. Neem contact op met uw HP leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio voor meer informatie over de beschikbare ondersteuningsopties.
Telefonische ondersteuning van HP krijgen
Downloaded from www.vandenborre.be
165
Bijlage B
Opties voor aanvullende garantie Tegen extra kosten zijn aanvullende serviceplannen beschikbaar voor de HP All-in-One. Ga naar www.hp.com/support, selecteer uw land/regio en taal en bekijk het gedeelte over services en garantie voor informatie over de aanvullende serviceplannen.
HP Quick Exchange Service (Japan)
Raadpleeg Het apparaat verpakken voor instructies voor het verpakken van uw apparaat voor retournering of vervanging.
166
Ondersteuning en garantie
Downloaded from www.vandenborre.be
Klantenondersteuning van HP Korea bellen
Het apparaat klaarmaken voor verzending Als u door HP-klantenondersteuning of door de winkel waar u het apparaat hebt gekocht, wordt gevraagd het apparaat voor onderhoud op te sturen, moet u de volgende onderdelen verwijderen en bewaren voordat u het apparaat terugstuurt: •
De inktpatronen
•
Het stroomsnoer, de USB-kabel en andere kabels die aan het apparaat zijn verbonden
•
Papier in de hoofdlade
• Verwijder alle originelen die eventueel nog in het apparaat aanwezig zijn Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: •
De inktpatronen verwijderen voordat u het apparaat verstuurt
De inktpatronen verwijderen voordat u het apparaat verstuurt Voordat u het apparaat terugstuurt, moet u de inktpatronen verwijderen. Opmerking Deze informatie is niet van toepassing op klanten in Japan.
Het apparaat klaarmaken voor verzending
Downloaded from www.vandenborre.be
167
Bijlage B Inktpatronen verwijderen voor verzending 1. Zet het apparaat aan en wacht totdat de wagen met printcartridges stilstaat. Als het apparaat niet aangaat, slaat u deze stap over en gaat u naar stap 2. Opmerking Als het apparaat niet wordt ingeschakeld, kunt u het netsnoer uit het stopcontact halen en vervolgens de wagen met printpatronen handmatig geheel naar rechts schuiven om de inktpatronen te verwijderen.
168
2.
Trek de klep van de inktpatroon voorzichtig naar voren.
3.
Grijp de inktpatronen tussen uw duim en wijsvinger en trek ze stevig naar u toe om ze te verwijderen.
4.
Plaats de inktpatronen in een luchtdichte, kunststof verpakking om uitdroging te voorkomen en berg ze op. Verzend de patronen niet samen met het apparaat, tenzij de HPklantenondersteuning u daarom vraagt.
5.
Sluit de voorste toegangsklep en wacht enkele minuten tot de wagen met patronen zich weer in de normale positie bevindt (aan de linkerzijde).
6.
Als de scanner inactief is en zich weer in de vaste positie bevindt, zet u het apparaat uit door op de knop Aan/uit te drukken.
Ondersteuning en garantie
Downloaded from www.vandenborre.be
Het apparaat verpakken Voer de volgende stappen uit nadat u het apparaat hebt klaargemaakt voor verzending. Het apparaat verpakken 1. Het apparaat indien mogelijk voor verzending verpakken in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal of gebruik het verpakkingsmateriaal waarin het vervangend apparaat is verpakt.
Als u het originele verpakkingsmateriaal niet meer hebt, gebruik dan ander, degelijk verpakkingsmateriaal. Schade tijdens de verzending veroorzaakt door ongeschikte verpakking en/of ongeschikt transport wordt niet gedekt door de garantie. 2.
Plaats het etiket voor retourverzending op de buitenkant van de doos.
3.
De doos dient het volgende te bevatten: •
een volledige probleembeschrijving voor het servicepersoneel (voorbeelden van problemen met afdrukkwaliteit zijn handig).
•
een kopie van de aankoopbon of een ander aankoopbewijs om de garantieperiode te bepalen.
•
uw naam, adres en een telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent.
Het apparaat verpakken
Downloaded from www.vandenborre.be
169
C
Specificaties van het apparaat Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal voor informatie over de specificaties en de behandeling van afdrukmaterialen. •
Fysieke specificaties
•
Productkenmerken en -mogelijkheden
•
Specificaties processor en geheugen
•
Systeemvereisten
•
Afdrukspecificaties
•
Kopieerspecificaties
•
Faxspecificaties
•
Scanspecificaties
•
Omgevingsspecificaties
•
Elektrische specificaties
•
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO 7779)
Fysieke specificaties Formaat (breedte x diepte x hoogte) 433,5 x 401,5 x 216,7 mm (17,1 x 15,8 x 8,5 inches) Gewicht van het apparaat (exclusief printerbenodigdheden) 5,9 kg (13 lb)
Productkenmerken en -mogelijkheden Functie
Capaciteit
Verbindingsmogelijkheden
Snel USB 2.0-compatibel apparaat
Inktpatronen
Zwarte en driekleureninktpatroon
Levensduur benodigdheden
Bezoek www.hp.com/pageyield/ voor meer informatie over de geschatte levensduur van inktpatronen.
Besturingstalen
HP PCL 3 GUI
Werkbelasting
Maximaal 3000 pagina's per maand
Ondersteunde talen bedieningspaneel van het apparaat
Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Japans, Koreaans, Kroatisch, Nederlands, Noors, Pools, Portugees, Roemeens, Russisch, Slovaaks, Sloveens, Spaans, Traditioneel Chinees, Tsjechisch, Turks, Vereenvoudigd Chinees, Zweeds.
Beschikbare talen verschillen per land/regio.
170
Specificaties van het apparaat
Downloaded from www.vandenborre.be
Specificaties processor en geheugen Hoofdprocessor ARM9 180 MHz Hoofdgeheugen 16 MB RAM
Systeemvereisten Opmerking Voor de meest recente informatie over ondersteunde besturingssystemen en systeemvereisten gaat u naar http://www.hp.com/support/ Compatibiliteit besturingssysteem • Windows 2000, Windows XP Home, Windows XP Professional, Windows XP Professional x64, Windows Vista, Windows Vista x64 Opmerking Voor Windows 2000 en Windows XP x64 zijn alleen printerstuurprogramma's, scannerstuurprogramma's en de Werkset beschikbaar. •
Mac OS X (10.3.9, 10.4, 10.5)
•
Linux
Minimale vereisten • Windows 2000 Service Pack 4: Intel Pentium II- of Celeron-processor, 128 MB RAM, 200 MB beschikbare ruimte op de vaste schijf •
Windows XP (32-bits): Intel Pentium II- of Celeron-processor, 512 MB RAM, 410 MB beschikbare ruimte op de vaste schijf
•
Microsoft® Windows® x64: AMD Athlon 64-, AMD Opteron-, Intel Xeon-processor met Intel EM64T-ondersteuning of Intel Pentium 4-processor met Intel EM64T-ondersteuning, 128 MB RAM, 200 MB beschikbare ruimte op de harde schijf, Microsoft Internet Explorer 6.0
•
Windows Vista: 800 MHz 32-bits (x86) of 64-bits (x64) processor, 512 MB RAM, 765 MB beschikbare ruimte op de harde schijf.
•
Mac OS X (v10.3.9, v10.4.9, v10.5): PowerPC G3, G4, G5, of Intel Core Duo processor, 256 MB RAM-geheugen, 500 MB beschikbare ruimte op de vaste schijf
•
Microsoft Internet Explorer 6.0 (Windows 2000, Windows XP); Internet Explorer 7.0 (Windows Vista)
•
Quick Time 5.0 (Mac OS)
•
Adobe Acrobat Reader 5 of later
Aanbevolen vereisten • Windows 2000 Service Pack 4: Intel Pentium II processor of beter, 256 MB RAM, 300 MB beschikbare ruimte op de harde schijf •
Windows XP (32-bits): Intel Pentium II processor of beter, 512 MB RAM, 450 MB beschikbare ruimte op de harde schijf
•
Microsoft® Windows® XP x64:AMD Athlon 64-, AMD Opteron-, Intel Xeon-processor met Intel EM64T-ondersteuning of Intel Pentium 4-processor met Intel EM64T-ondersteuning, 256 MB RAM, 300 MB beschikbare ruimte op de harde schijf
•
Windows Vista: 1 GHz 32-bits (x86)- of 64-bits (x64)-processor, 1 GB RAM, 800 MB beschikbare ruimte op de vaste schijf
•
Mac OS X (v10.3.9, v10.4.9, v10.5): PowerPC G3, G4, G5, of Intel Core Duo processor, 512 MB RAM-geheugen, 500 MB beschikbare ruimte op de vaste schijf Systeemvereisten
Downloaded from www.vandenborre.be
171
Bijlage C •
Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger (Windows 2000, Windows XP); Internet Explorer 7.0 of hoger (Windows Vista)
•
Quick Time 5.0 of later (Mac OS)
•
Adobe Acrobat Reader 5 of later
Afdrukspecificaties Resolutie (zwart) Zwartweergave max. 600 dpi (bij afdrukken vanaf een computer) Resolutie (kleur) Max. 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd voor kleurenafdrukken op speciaal HP fotopapier met 1200 invoer-dpi. Verkrijgbaar fotopapier: •
HP premium plus foto
•
HP premium foto
•
HP geavanceerd foto
•
Hagaki foto
Kopieerspecificaties •
Digitale beeldverwerking
•
Max. 100 kopieën van origineel (verschilt per model)
•
Digitale zoom: van 25 tot 400% (verschilt per model)
•
Aan pagina aanpassen, voor het scannen
•
De kopieersnelheid is afhankelijk van de complexiteit van het document
Faxspecificaties
172
•
Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat.
•
Maximaal 99 snelkiesnummers (verschilt per model).
•
Geheugen van maximaal 100 pagina's (verschilt per model, volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij standaardresolutie). Complexere pagina's of hogere resoluties vragen meer tijd en geheugen. Andere functies van het product, zoals kopiëren, kunnen ook invloed hebben op het aantal pagina's dat in het geheugen kan worden opgeslagen.
•
Fax handmatig verzenden en ontvangen.
•
Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij in gesprek (verschilt per model).
•
Bevestigings- en activiteitenrapporten.
•
CCITT/ITU Group 3-fax met foutcorrectiemodus.
•
33,6 Kbps overdracht.
•
Snelheid van 3 seconden per pagina bij 33,6 Kbps (volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij standaardresolutie). Complexere pagina's of hogere resoluties vergen meer tijd en geheugen.
•
Oproepherkenning met automatisch schakelen tussen fax en antwoordapparaat. Foto (dpi)
Zeer fijn (dpi)
Fijn (dpi)
Standaard (dpi)
Zwart
196 x 203 (8-bits grijstinten)
300 x 300
196 x 203
196 x 98
Kleur
300 x 300
200 x 200
200 x 200
200 x 200
Specificaties van het apparaat
Downloaded from www.vandenborre.be
Scanspecificaties •
Beeldbewerkingssoftware inbegrepen
•
Geïntegreerde OCR-software zet gescande tekst automatisch om in bewerkbare tekst
•
De scansnelheid is afhankelijk van de complexiteit van het document
•
Twain-compatibele interface
•
Resolutie: 1200 x 2400 dpi optisch, maximaal 19200 dpi verbeterd
•
Kleur: 16-bits per RGB-kleur, 48-bits totaal (vanaf glasplaat); 8-bits per RGB-kleur, 24-bits totaal (vanaf ADI)
•
Maximaal scanformaat vanaf de glasplaat: 216 x 297 mm (8,5 x 11,7 inches)
Omgevingsspecificaties Werkomgeving Werktemperatuur: 5° tot 40°C Aanbevolen bedrijfstemperatuur: 15° tot 32°C Aanbevolen relatieve luchtvochtigheid: 20 tot 80% niet-condenserend Opslagomgeving Opslagtemperatuur: -40° tot 60°C Luchtvochtigheid bij opslag: Maximaal 90 procent niet-condenserend bij een temperatuur van 65°C
Elektrische specificaties Stroomvoorziening Universele netadapter (extern) Stroomvereisten Ingangsspanning: 100 tot 240 VAC (± 10%), 50/60 Hz (± 3Hz) Uitgangsspanning: 32 VDC, LPS (600 mA min) Stroomverbruik 17 watt bij afdrukken
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO 7779) Geluidsdruk (bij apparaat) LpAd 56 (dBA) Geluidsvermogen LwAd 7.0 (BA)
Specificaties geluidsniveau (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO 7779)
Downloaded from www.vandenborre.be
173
D
Wettelijk verplichte informatie Het apparaat voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio. Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
174
•
FCC-verklaring
•
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
•
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan
•
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan
•
RoHS notices (China only)
•
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland
•
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements
•
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk
•
Kennisgeving aan gebruikers in de Europese Unie
•
Notice to users of the German telephone network
•
Australia wired fax statement
•
Wettelijk verplicht modelnummer
•
Declaration of conformity
•
Programma voor milieubehoud
Wettelijk verplichte informatie
Downloaded from www.vandenborre.be
FCC-verklaring FCC statement The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified that the following notice be brought to the attention of users of this product. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures: • • • •
Reorient the receiving antenna. Increase the separation between the equipment and the receiver. Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
For further information, contact: Manager of Corporate Product Regulations Hewlett-Packard Company 3000 Hanover Street Palo Alto, Ca 94304 (650) 857-1501 Modifications (part 15.21) The FCC requires the user to be notified that any changes or modifications made to this device that are not expressly approved by HP may void the user's authority to operate the equipment. This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) this device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
Kennisgeving voor gebruikers in Korea
Downloaded from www.vandenborre.be
175
Bijlage D
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan
RoHS notices (China only) Tabel met giftige en gevaarlijke stoffen
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland Geräuschemission LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T. 19
176
Wettelijk verplichte informatie
Downloaded from www.vandenborre.be
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements This equipment complies with FCC rules, Part 68. On this equipment is a label that contains, among other information, the FCC Registration Number and Ringer Equivalent Number (REN) for this equipment. If requested, provide this information to your telephone company. An FCC compliant telephone cord and modular plug is provided with this equipment. This equipment is designed to be connected to the telephone network or premises wiring using a compatible modular jack which is Part 68 compliant. This equipment connects to the telephone network through the following standard network interface jack: USOC RJ-11C. The REN is useful to determine the quantity of devices you may connect to your telephone line and still have all of those devices ring when your number is called. Too many devices on one line might result in failure to ring in response to an incoming call. In most, but not all, areas the sum of the RENs of all devices should not exceed five (5). To be certain of the number of devices you may connect to your line, as determined by the REN, you should call your local telephone company to determine the maximum REN for your calling area. If this equipment causes harm to the telephone network, your telephone company might discontinue your service temporarily. If possible, they will notify you in advance. If advance notice is not practical, you will be notified as soon as possible. You will also be advised of your right to file a complaint with the FCC. Your telephone company might make changes in its facilities, equipment, operations, or procedures that could affect the proper operation of your equipment. If they do, you will be given advance notice so you will have the opportunity to maintain uninterrupted service. If you experience trouble with this equipment, please contact the manufacturer, or look elsewhere in this manual, for warranty or repair information. Your telephone company might ask you to disconnect this equipment from the network until the problem has been corrected or until you are sure that the equipment is not malfunctioning. This equipment may not be used on coin service provided by the telephone company. Connection to party lines is subject to state tariffs. Contact your state public utility commission, public service commission, or corporation commission for more information. This equipment includes automatic dialing capability. When programming and/or making test calls to emergency numbers: •
Remain on the line and explain to the dispatcher the reason for the call.
•
Perform such activities in the off-peak hours, such as early morning or late evening. Note The FCC hearing aid compatibility rules for telephones are not applicable to this equipment.
The Telephone Consumer Protection Act of 1991 makes it unlawful for any person to use a computer or other electronic device, including fax machines, to send any message unless such message clearly contains in a margin at the top or bottom of each transmitted page or on the first page of transmission, the date and time it is sent and an identification of the business, other entity, or other individual sending the message and the telephone number of the sending machine or such business, other entity, or individual. (The telephone number provided might not be a 900 number or any other number for which charges exceed local or long-distance transmission charges.) In order to program this information into your fax machine, you should complete the steps described in the software.
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements
Downloaded from www.vandenborre.be
177
Bijlage D
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk Note à l’attention des utilisateurs du réseau téléphonique canadien/Notice to users of the Canadian telephone network Cet appareil est conforme aux spécifications techniques des équipements terminaux d’Industrie Canada. Le numéro d’enregistrement atteste de la conformité de l’appareil. L’abréviation IC qui précède le numéro d’enregistrement indique que l’enregistrement a été effectué dans le cadre d’une Déclaration de conformité stipulant que les spécifications techniques d’Industrie Canada ont été respectées. Néanmoins, cette abréviation ne signifie en aucun cas que l’appareil a été validé par Industrie Canada. Pour leur propre sécurité, les utilisateurs doivent s’assurer que les prises électriques reliées à la terre de la source d’alimentation, des lignes téléphoniques et du circuit métallique d’alimentation en eau sont, le cas échéant, branchées les unes aux autres. Cette précaution est particulièrement importante dans les zones rurales. Remarque Le numéro REN (Ringer Equivalence Number) attribué à chaque appareil terminal fournit une indication sur le nombre maximal de terminaux qui peuvent être connectés à une interface téléphonique. La terminaison d’une interface peut se composer de n’importe quelle combinaison d’appareils, à condition que le total des numéros REN ne dépasse pas 5. Basé sur les résultats de tests FCC Partie 68, le numéro REN de ce produit est 0.0B. This equipment meets the applicable Industry Canada Terminal Equipment Technical Specifications. This is confirmed by the registration number. The abbreviation IC before the registration number signifies that registration was performed based on a Declaration of Conformity indicating that Industry Canada technical specifications were met. It does not imply that Industry Canada approved the equipment. Users should ensure for their own protection that the electrical ground connections of the power utility, telephone lines and internal metallic water pipe system, if present, are connected together. This precaution might be particularly important in rural areas. Note The REN (Ringer Equivalence Number) assigned to each terminal device provides an indication of the maximum number of terminals allowed to be connected to a telephone interface. The termination on an interface might consist of any combination of devices subject only to the requirement that the sum of the Ringer Equivalence Numbers of all the devices does not exceed 5. The REN for this product is 0.0B, based on FCC Part 68 test results.
178
Wettelijk verplichte informatie
Downloaded from www.vandenborre.be
Kennisgeving aan gebruikers in de Europese Unie Notice to users in the European Economic Area
This product is designed to be connected to the analog Switched Telecommunication Networks (PSTN) of the European Economic Area (EEA) countries/regions. Network compatibility depends on customer selected settings, which must be reset to use the equipment on a telephone network in a country/region other than where the product was purchased. Contact the vendor or Hewlett-Packard Company if additional product support is necessary. This equipment has been certified by the manufacturer in accordance with Directive 1999/5/EC (annex II) for Pan-European single-terminal connection to the public switched telephone network (PSTN). However, due to differences between the individual PSTNs provided in different countries, the approval does not, of itself, give an unconditional assurance of successful operation on every PSTN network termination point. In the event of problems, you should contact your equipment supplier in the first instance. This equipment is designed for DTMF tone dialing and loop disconnect dialing. In the unlikely event of problems with loop disconnect dialing, it is recommended to use this equipment only with the DTMF tone dial setting.
Notice to users of the German telephone network Hinweis für Benutzer des deutschen Telefonnetzwerks Dieses HP-Fax ist nur für den Anschluss eines analogen Public Switched Telephone Network (PSTN) gedacht. Schließen Sie den TAE N-Telefonstecker, der im Lieferumfang des HP All-in-One enthalten ist, an die Wandsteckdose (TAE 6) Code N an. Dieses HP-Fax kann als einzelnes Gerät und/oder in Verbindung (mit seriellem Anschluss) mit anderen zugelassenen Endgeräten verwendet werden.
Australia wired fax statement In Australia, the HP device must be connected to Telecommunication Network through a line cord which meets the requirements of the Technical Standard AS/ACIF S008.
Wettelijk verplicht modelnummer Voor identificatiedoeleinden is uw product voorzien van een wettelijk modelnummer. Het voorgeschreven identificatienummer van uw product is SDGOB-0831. Dit voorgeschreven
Wettelijk verplicht modelnummer
Downloaded from www.vandenborre.be
179
Bijlage D nummer is niet hetzelfde als de marketingnaam (HP Officejet J4500 All-in-One serie) of het productnummer.
Declaration of conformity DECLARATION OF CONFORMITY according to ISO/IEC 17050-1 and EN 17050-1 Supplier’s Name:
Hewlett-Packard Company
Supplier’s Address:
16399 West Bernardo Drive San Diego, CA 92127-1899, USA
DoC#: SDGOB-0831-rel.1.0
declares, that the product HP Officejet J4500 series
Product Name: Regulatory Model Number:1)
SDGOB-0831
Product Options:
All
Power Adapter:
0957-2242
conforms to the following Product Specifications and Regulations: SAFETY:
IEC 60950-1:2001 / EN60950-1:2001 EN 60825-1 1994+A1:2002+A2: 2001
EMC:
CISPR 22:2005/ EN 55022: 2006 Class B EN 55024:1998 +A1:2001 + A2:2003 EN 61000-3-2: 2000 + A2: 2005 EN 61000-3-3:1995 +A1: 2001 FCC CFR 47, Part 15 Class B / ICES-003, Issue 4 Class B
TELECOM:
TBR 21: 1998 FCC Rules and Regulations 47CFR Part 68 TIA-968-A-1 +A-2 +A-3+A-4 Telecommunications – Telephone Terminal Equipment CS-03, Part I, Issue 9, Feb 2005
3)
Supplementary Information: 1. This product is assigned a Regulatory Model Number which stays with the regulatory aspects of the design. The Regulatory Model Number is the main product identifier in the regulatory documentation and test reports, this number should not be confused with the marketing name or the product numbers. 2. This product complies with the requirements of the Low Voltage Directive 2006/95/EC, the EMC Directive 2004/108/EC & the R&TTE Directive 1999/5/EC and carries the CE-marking accordingly. In addition, it complies with the WEEE Directive 2002/96/EC and RoHS Directive 2002/95/EC. 3. This product complies with TBR21:1998, except clause 4.7.1 (DC characteristics), which complies with ES 203 021-3, clause 4.7.1. 4. This Device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two Conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation. 5.
The product was tested in a typical configuration.
San Diego, CA, USA July, 2007
Local contact for regulatory topics only: EMEA: Hewlett-Packard GmbH, HQ-TRE, Herrenberger Strasse 140, 71034 Boeblingen, Germany www.hp.com/go/certificates USA : Hewlett-Packard, 3000 Hanover St., Palo Alto 94304, U.S.A. 650-857-1501
180
Wettelijk verplichte informatie
Downloaded from www.vandenborre.be
Programma voor milieubehoud Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken en te verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat deze eenvoudig zijn te bereiken waardoor demontage en reparatie efficiënter worden. Ga voor meer informatie naar de website HP's Commitment to the Environment op: www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/index.html Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: •
Papiergebruik
•
Kunststof
•
Veiligheidsinformatiebladen
•
Kringloopprogramma
•
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
•
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese Unie
•
Energy Star®-vermelding
Papiergebruik Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en EN 12281:2002.
Kunststof Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende normen gemerkt. Deze onderdelen kunnen hierdoor eenvoudig worden herkend en aan het einde van de levensduur van het product worden gerecycled.
Veiligheidsinformatiebladen Material Safety Data Sheets (MSDS, veiligheidsbladen) kunt u verkrijgen via de website van HP: www.hp.com/go/msds
Kringloopprogramma HP biedt in veel landen en regio's een toenemend aantal productrecyclingprogramma's. Daarnaast werkt HP samen met een aantal van de grootste centra voor het recyclen van elektronische onderdelen ter wereld. HP bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen door een aantal van zijn populairste producten opnieuw te verkopen. Ga voor informatie over het recyclen van HP producten naar de volgende website: www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen HP zet zich in voor de bescherming van het milieu. Het programma voor hergebruik van HP Inkjet-benodigdheden is in een groot aantal landen/regio's beschikbaar en stelt u in staat inktpatronen kosteloos te hergebruiken. Ga voor meer informatie naar de volgende website: www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Programma voor milieubehoud
Downloaded from www.vandenborre.be
181
Bijlage D
182
English Français Deutsch Italiano Español
Eliminación de residuos de aparatos eléctricos y electrónicos por parte de usuarios domésticos en la Unión Europea Este símbolo en el producto o en el embalaje indica que no se puede desechar el producto junto con los residuos domésticos. Por el contrario, si debe eliminar este tipo de residuo, es responsabilidad del usuario entregarlo en un punto de recogida designado de reciclado de aparatos electrónicos y eléctricos. El reciclaje y la recogida por separado de estos residuos en el momento de la eliminación ayudará a preservar recursos naturales y a garantizar que el reciclaje proteja la salud y el medio ambiente. Si desea información adicional sobre los lugares donde puede dejar estos residuos para su reciclado, póngase en contacto con las autoridades locales de su ciudad, con el servicio de gestión de residuos domésticos o con la tienda donde adquirió el producto.
Česky
Likvidace vysloužilého zařízení uživateli v domácnosti v zemích EU Tato značka na produktu nebo na jeho obalu označuje, že tento produkt nesmí být likvidován prostým vyhozením do běžného domovního odpadu. Odpovídáte za to, že vysloužilé zařízení bude předáno k likvidaci do stanovených sběrných míst určených k recyklaci vysloužilých elektrických a elektronických zařízení. Likvidace vysloužilého zařízení samostatným sběrem a recyklací napomáhá zachování přírodních zdrojů a zajišťuje, že recyklace proběhne způsobem chránícím lidské zdraví a životní prostředí. Další informace o tom, kam můžete vysloužilé zařízení předat k recyklaci, můžete získat od úřadů místní samosprávy, od společnosti provádějící svoz a likvidaci domovního odpadu nebo v obchodě, kde jste produkt zakoupili.
Dansk
Bortskaffelse af affaldsudstyr for brugere i private husholdninger i EU Dette symbol på produktet eller på dets emballage indikerer, at produktet ikke må bortskaffes sammen med andet husholdningsaffald. I stedet er det dit ansvar at bortskaffe affaldsudstyr ved at aflevere det på dertil beregnede indsamlingssteder med henblik på genbrug af elektrisk og elektronisk affaldsudstyr. Den separate indsamling og genbrug af dit affaldsudstyr på tidspunktet for bortskaffelse er med til at bevare naturlige ressourcer og sikre, at genbrug finder sted på en måde, der beskytter menneskers helbred samt miljøet. Hvis du vil vide mere om, hvor du kan aflevere dit affaldsudstyr til genbrug, kan du kontakte kommunen, det lokale renovationsvæsen eller den forretning, hvor du købte produktet.
Nederlands
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese Unie Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Het is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte apparatuur af te leveren op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden inzameling en verwerking van uw afgedankte apparatuur draagt bij tot het sparen van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de volksgezondheid en het milieu beschermt. Voor meer informatie over waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of de winkel waar u het product hebt aangeschaft.
Eesti
Eramajapidamistes kasutuselt kõrvaldatavate seadmete käitlemine Euroopa Liidus Kui tootel või toote pakendil on see sümbol, ei tohi seda toodet visata olmejäätmete hulka. Teie kohus on viia tarbetuks muutunud seade selleks ettenähtud elektri- ja elektroonikaseadmete utiliseerimiskohta. Utiliseeritavate seadmete eraldi kogumine ja käitlemine aitab säästa loodusvarasid ning tagada, et käitlemine toimub inimeste tervisele ja keskkonnale ohutult. Lisateavet selle kohta, kuhu saate utiliseeritava seadme käitlemiseks viia, saate küsida kohalikust omavalitsusest, olmejäätmete utiliseerimispunktist või kauplusest, kust te seadme ostsite.
Suomi
Hävitettävien laitteiden käsittely kotitalouksissa Euroopan unionin alueella Tämä tuotteessa tai sen pakkauksessa oleva merkintä osoittaa, että tuotetta ei saa hävittää talousjätteiden mukana. Käyttäjän velvollisuus on huolehtia siitä, että hävitettävä laite toimitetaan sähkö- ja elektroniikkalaiteromun keräyspisteeseen. Hävitettävien laitteiden erillinen keräys ja kierrätys säästää luonnonvaroja. Näin toimimalla varmistetaan myös, että kierrätys tapahtuu tavalla, joka suojelee ihmisten terveyttä ja ympäristöä. Saat tarvittaessa lisätietoja jätteiden kierrätyspaikoista paikallisilta viranomaisilta, jäteyhtiöiltä tai tuotteen jälleenmyyjältä.
Ελληνικά
Απόρριψη άχρηστων συσκευών στην Ευρωπαϊκή Ένωση Το παρόν σύμβολο στον εξοπλισμό ή στη συσκευασία του υποδεικνύει ότι το προϊόν αυτό δεν πρέπει να πεταχτεί μαζί με άλλα οικιακά απορρίμματα. Αντίθετα, ευθύνη σας είναι να απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές σε μια καθορισμένη μονάδα συλλογής απορριμμάτων για την ανακύκλωση άχρηστου ηλεκτρικού και ηλεκτρονικού εξοπλισμού. Η χωριστή συλλογή και ανακύκλωση των άχρηστων συσκευών θα συμβάλει στη διατήρηση των φυσικών πόρων και στη διασφάλιση ότι θα ανακυκλωθούν με τέτοιον τρόπο, ώστε να προστατεύεται η υγεία των ανθρώπων και το περιβάλλον. Για περισσότερες πληροφορίες σχετικά με το πού μπορείτε να απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές για ανακύκλωση, επικοινωνήστε με τις κατά τόπους αρμόδιες αρχές ή με το κατάστημα από το οποίο αγοράσατε το προϊόν.
Magyar
A hulladékanyagok kezelése a magánháztartásokban az Európai Unióban Ez a szimbólum, amely a terméken vagy annak csomagolásán van feltüntetve, azt jelzi, hogy a termék nem kezelhető együtt az egyéb háztartási hulladékkal. Az Ön feladata, hogy a készülék hulladékanyagait eljuttassa olyan kijelölt gyűjtőhelyre, amely az elektromos hulladékanyagok és az elektronikus berendezések újrahasznosításával foglalkozik. A hulladékanyagok elkülönített gyűjtése és újrahasznosítása hozzájárul a természeti erőforrások megőrzéséhez, egyúttal azt is biztosítja, hogy a hulladék újrahasznosítása az egészségre és a környezetre nem ártalmas módon történik. Ha tájékoztatást szeretne kapni azokról a helyekről, ahol leadhatja újrahasznosításra a hulladékanyagokat, forduljon a helyi önkormányzathoz, a háztartási hulladék begyűjtésével foglalkozó vállalathoz vagy a termék forgalmazójához.
Latviski
Lietotāju atbrīvošanās no nederīgām ierīcēm Eiropas Savienības privātajās mājsaimniecībās Šis simbols uz ierīces vai tās iepakojuma norāda, ka šo ierīci nedrīkst izmest kopā ar pārējiem mājsaimniecības atkritumiem. Jūs esat atbildīgs par atbrīvošanos no nederīgās ierīces, to nododot norādītajā savākšanas vietā, lai tiktu veikta nederīgā elektriskā un elektroniskā aprīkojuma otrreizējā pārstrāde. Speciāla nederīgās ierīces savākšana un otrreizējā pārstrāde palīdz taupīt dabas resursus un nodrošina tādu otrreizējo pārstrādi, kas sargā cilvēku veselību un apkārtējo vidi. Lai iegūtu papildu informāciju par to, kur otrreizējai pārstrādei var nogādāt nederīgo ierīci, lūdzu, sazinieties ar vietējo pašvaldību, mājsaimniecības atkritumu savākšanas dienestu vai veikalu, kurā iegādājāties šo ierīci.
Lietuviškai
Europos Sąjungos vartotojų ir privačių namų ūkių atliekamos įrangos išmetimas Šis simbolis ant produkto arba jo pakuotės nurodo, kad produktas negali būti išmestas kartu su kitomis namų ūkio atliekomis. Jūs privalote išmesti savo atliekamą įrangą atiduodami ją į atliekamos elektronikos ir elektros įrangos perdirbimo punktus. Jei atliekama įranga bus atskirai surenkama ir perdirbama, bus išsaugomi natūralūs ištekliai ir užtikrinama, kad įranga yra perdirbta žmogaus sveikatą ir gamtą tausojančiu būdu. Dėl informacijos apie tai, kur galite išmesti atliekamą perdirbti skirtą įrangą kreipkitės į atitinkamą vietos tarnybą, namų ūkio atliekų išvežimo tarnybą arba į parduotuvę, kurioje pirkote produktą. Utylizacja zużytego sprzętu przez użytkowników domowych w Unii Europejskiej Symbol ten umieszczony na produkcie lub opakowaniu oznacza, że tego produktu nie należy wyrzucać razem z innymi odpadami domowymi. Użytkownik jest odpowiedzialny za dostarczenie zużytego sprzętu do wyznaczonego punktu gromadzenia zużytych urządzeń elektrycznych i elektronicznych. Gromadzenie osobno i recykling tego typu odpadów przyczynia się do ochrony zasobów naturalnych i jest bezpieczny dla zdrowia i środowiska naturalnego. Dalsze informacje na temat sposobu utylizacji zużytych urządzeń można uzyskać u odpowiednich władz lokalnych, w przedsiębiorstwie zajmującym się usuwaniem odpadów lub w miejscu zakupu produktu.
Português
Smaltimento di apparecchiature da rottamare da parte di privati nell'Unione Europea Questo simbolo che appare sul prodotto o sulla confezione indica che il prodotto non deve essere smaltito assieme agli altri rifiuti domestici. Gli utenti devono provvedere allo smaltimento delle apparecchiature da rottamare portandole al luogo di raccolta indicato per il riciclaggio delle apparecchiature elettriche ed elettroniche. La raccolta e il riciclaggio separati delle apparecchiature da rottamare in fase di smaltimento favoriscono la conservazione delle risorse naturali e garantiscono che tali apparecchiature vengano rottamate nel rispetto dell'ambiente e della tutela della salute. Per ulteriori informazioni sui punti di raccolta delle apparecchiature da rottamare, contattare il proprio comune di residenza, il servizio di smaltimento dei rifiuti locale o il negozio presso il quale è stato acquistato il prodotto.
Descarte de equipamentos por usuários em residências da União Européia Este símbolo no produto ou na embalagem indica que o produto não pode ser descartado junto com o lixo doméstico. No entanto, é sua responsabilidade levar os equipamentos a serem descartados a um ponto de coleta designado para a reciclagem de equipamentos eletro-eletrônicos. A coleta separada e a reciclagem dos equipamentos no momento do descarte ajudam na conservação dos recursos naturais e garantem que os equipamentos serão reciclados de forma a proteger a saúde das pessoas e o meio ambiente. Para obter mais informações sobre onde descartar equipamentos para reciclagem, entre em contato com o escritório local de sua cidade, o serviço de limpeza pública de seu bairro ou a loja em que adquiriu o produto.
Slovenčina
Entsorgung von Elektrogeräten durch Benutzer in privaten Haushalten in der EU Dieses Symbol auf dem Produkt oder dessen Verpackung gibt an, dass das Produkt nicht zusammen mit dem Restmüll entsorgt werden darf. Es obliegt daher Ihrer Verantwortung, das Gerät an einer entsprechenden Stelle für die Entsorgung oder Wiederverwertung von Elektrogeräten aller Art abzugeben (z.B. ein Wertstoffhof). Die separate Sammlung und das Recyceln Ihrer alten Elektrogeräte zum Zeitpunkt ihrer Entsorgung trägt zum Schutz der Umwelt bei und gewährleistet, dass sie auf eine Art und Weise recycelt werden, die keine Gefährdung für die Gesundheit des Menschen und der Umwelt darstellt. Weitere Informationen darüber, wo Sie alte Elektrogeräte zum Recyceln abgeben können, erhalten Sie bei den örtlichen Behörden, Wertstoffhöfen oder dort, wo Sie das Gerät erworben haben.
Postup používateľov v krajinách Európskej únie pri vyhadzovaní zariadenia v domácom používaní do odpadu Tento symbol na produkte alebo na jeho obale znamená, že nesmie by vyhodený s iným komunálnym odpadom. Namiesto toho máte povinnos odovzda toto zariadenie na zbernom mieste, kde sa zabezpečuje recyklácia elektrických a elektronických zariadení. Separovaný zber a recyklácia zariadenia určeného na odpad pomôže chráni prírodné zdroje a zabezpečí taký spôsob recyklácie, ktorý bude chráni ľudské zdravie a životné prostredie. Ďalšie informácie o separovanom zbere a recyklácii získate na miestnom obecnom úrade, vo firme zabezpečujúcej zber vášho komunálneho odpadu alebo v predajni, kde ste produkt kúpili.
Slovenščina
Évacuation des équipements usagés par les utilisateurs dans les foyers privés au sein de l'Union européenne La présence de ce symbole sur le produit ou sur son emballage indique que vous ne pouvez pas vous débarrasser de ce produit de la même façon que vos déchets courants. Au contraire, vous êtes responsable de l'évacuation de vos équipements usagés et, à cet effet, vous êtes tenu de les remettre à un point de collecte agréé pour le recyclage des équipements électriques et électroniques usagés. Le tri, l'évacuation et le recyclage séparés de vos équipements usagés permettent de préserver les ressources naturelles et de s'assurer que ces équipements sont recyclés dans le respect de la santé humaine et de l'environnement. Pour plus d'informations sur les lieux de collecte des équipements usagés, veuillez contacter votre mairie, votre service de traitement des déchets ménagers ou le magasin où vous avez acheté le produit.
Ravnanje z odpadno opremo v gospodinjstvih znotraj Evropske unije Ta znak na izdelku ali embalaži izdelka pomeni, da izdelka ne smete odlagati skupaj z drugimi gospodinjskimi odpadki. Odpadno opremo ste dolžni oddati na določenem zbirnem mestu za recikliranje odpadne električne in elektronske opreme. Z ločenim zbiranjem in recikliranjem odpadne opreme ob odlaganju boste pomagali ohraniti naravne vire in zagotovili, da bo odpadna oprema reciklirana tako, da se varuje zdravje ljudi in okolje. Več informacij o mestih, kjer lahko oddate odpadno opremo za recikliranje, lahko dobite na občini, v komunalnem podjetju ali trgovini, kjer ste izdelek kupili.
Svenska
Disposal of Waste Equipment by Users in Private Households in the European Union This symbol on the product or on its packaging indicates that this product must not be disposed of with your other household waste. Instead, it is your responsibility to dispose of your waste equipment by handing it over to a designated collection point for the recycling of waste electrical and electronic equipment. The separate collection and recycling of your waste equipment at the time of disposal will help to conserve natural resources and ensure that it is recycled in a manner that protects human health and the environment. For more information about where you can drop off your waste equipment for recycling, please contact your local city office, your household waste disposal service or the shop where you purchased the product.
Polski
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese Unie
Kassering av förbrukningsmaterial, för hem- och privatanvändare i EU Produkter eller produktförpackningar med den här symbolen får inte kasseras med vanligt hushållsavfall. I stället har du ansvar för att produkten lämnas till en behörig återvinningsstation för hantering av el- och elektronikprodukter. Genom att lämna kasserade produkter till återvinning hjälper du till att bevara våra gemensamma naturresurser. Dessutom skyddas både människor och miljön när produkter återvinns på rätt sätt. Kommunala myndigheter, sophanteringsföretag eller butiken där varan köptes kan ge mer information om var du lämnar kasserade produkter för återvinning.
Wettelijk verplichte informatie
Downloaded from www.vandenborre.be
Energy Star®-vermelding Dit product is ontworpen voor een lager energieverbruik en lager gebruik van natuurlijke bronnen zonder verlies van productprestaties. Het apparaat gebruikt minder energie, zowel in werking als wanneer het niet actief is. Dit product voldoet aan ENERGY STAR®. Dit is een programma waaraan producenten vrijwillig meedoen om de ontwikkeling van energiezuinige kantoorproducten te ondersteunen.
Energy Star is een in de VS gedeponeerd dienstmerk van de Amerikaanse EPA. Als partner in het Energy Star programma heeft Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit product voldoet aan de Energy Star richtlijnen voor efficiënt energiegebruik. Ga voor meer informatie over de ENERGY STAR-richtlijnen naar de volgende website: www.energystar.gov
Programma voor milieubehoud
Downloaded from www.vandenborre.be
183
Index Symbolen en getallen (ADF) automatische documentinvoer invoerproblemen, problemen oplossen reinigen 122
122
A aan/uit-knop 12 Aan/uit-knop 12 aan pagina aanpassen 36 aansluitingen, locatie 11 aantal kopieën 33 accessoires garantie 163 zelftestrapport 75 achterpaneel illustratie 11 ADF (automatische documentinvoer originelen plaatsen 17 ADSL, fax installeren met parallelle telefoonsystemen 81 afbeeldingen inkt vult niet volledig 131 lijnen of punten ontbreken 133 onvolledig gevulde kopieën 137 zien er anders uit dan de originele scan 141 afdrukken annuleren 31 faxen 55 faxen vanuit het geheugen 55 faxlogs 68 faxrapporten 66 instellingen 30 langzaam 126 problemen oplossen 125 snelkiescodes 29 zelftestrapport 75
afdrukken zonder rand Mac OS 27 Windows 26 afdrukkwaliteit problemen oplossen 128 afdrukmateriaal afdrukken op speciaal formaat 25 afdrukken zonder rand 26 HP, bestellen 161 invoerproblemen oplossen 133 lade vullen 24 selecteren 19 soorten en gewichten die worden ondersteund 23 specificaties 20 storingen verhelpen 158 afdrukmateriaal van speciaal formaat afdrukken 25 afdrukmateriaal voor foto's richtlijnen 19 afgesneden pagina's, problemen oplossen 128 annuleren afdruktaak 31 geplande fax 48 kopiëren 39 scannen 43 antwoordapparaat installatie met fax (parallelle telefoonsystemen) 93 installatie met fax en modem 94 opgenomen faxtonen 155 apparaat delen Mac OS 104 Windows 103 automatische documentinvoer (ADF) capaciteit 18 invoerproblemen, problemen oplossen 122
origineel plaatsen 17 reinigen 122 automatische documentinvoer (ADF). capaciteit 18 automatisch fax verkleinen 57
B backup fax 54 bedieningspaneel beheerderinstellingen 71 berichten 13 faxen verzenden 45 kopiëren van 32 locatie 10 menu's 13 scannen vanaf 40 scans naar programma's verzenden 41 wijzigen, instellingen 14 bedieningspaneel van apparaat knoppen 11 lampjes 11 beheerder instellingen 71 bekijken snelkiescodes 29 belpatroon beantwoorden parallelle telefoonsystemen 83 beltonen voor opnemen 62 beltoon beantwoorden wijzigen 63 benodigdheden levensduur 170 online bestellen 161 status 70 zelftestrapport 75 beste kopieerkwaliteit 35 bevestigingsrapporten, fax 67 bewerken gescande afbeeldingen 42 tekst in OCR-programma 42 blanco, problemen oplossen afdrukken 127
184
Downloaded from www.vandenborre.be
Index blanco pagina's, problemen oplossen kopiëren 136 scannen 142
enveloppen lade-ondersteuning 23 ondersteunde formaten 21 richtlijnen 19
C
F
capaciteit ADF 18 computermodem gedeeld met fax (parallelle telefoonsystemen) 86 gedeeld met fax en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 94 gedeeld met fax en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 98 gedeeld met lijn voor gesprekken en modem (parallelle telefoonsystemen) 89 contrast, fax 51 controlehulpprogramma's 70
fax
D Declaration of Conformity (DOC) 180 delen 12 DOC 180 documentatie 8 donkerder fax 51 donkerder maken kpieën 37 donkere afbeeldingen, problemen oplossen kopieën 137 scans 142 driver instellingen 30 versie 164 driver van de printer instellingen 30 DSL, fax installeren met parallelle telefoonsystemen 81
E ECM. zie foutcorrectiemodus elektrische specificaties 173
antwoordapparaat, problemen oplossen 155 antwoordapparaat en modem, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 94 backup-faxontvangst 54 beltonen voor opnemen 62 foto's 49 handsfree kiezen 48 instellen 75 ISDN-lijn, instellen (parallelle telefoonsystemen) 82 log, afdrukken 68 opvragen voor ontvangst 55 PBX-systeem, instellen (parallelle telefoonsystemen) 82 plannen 47 snelheid 65 snelkiesgroepen, instellen 28 soorten instellingen 77 speed-dial entries, set up 28 telefoonaansluiting testen, mislukt 144 testen soort telefoonsnoer mislukt 146 verzenden naar meerdere ontvangers 49 voicemail, installeren (parallelle telefoonsystemen) 85 faxen antwoordapparaat, installatie (parallelle telefoonsystemen) 93 aparte geïnstalleerde lijn (parallelle telefoonsystemen) 80 automatisch antwoorden 62 bevestigingsrapporten 67 contrast 51
donkerder of lichter 51 doorsturen 56 DSL, installeren (parallelle telefoonsystemen) 81 foutcorrectiemodus 52, 64 foutrapporten 68 gedeelde telefoonlijninstallatie (parallelle telefoonsystemen) 84 handmatig ontvangen 53 handsfree kiezen 46 installatie specifiek belsignaal (parallelle telefoonsystemen) 83 installatie test 66 instellingen 50 instellingen wijzigen 61 internet, via 65 kiessysteem, instellen 64 kiestoontest, mislukt 147 kopschrift 62 lichter of donkerder 51 lijnconditietest, mislukt 148 lijn voor gesprekken en modem, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 89 modem, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 86 modem and voicemail, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 98 modem en antwoordapparaat, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 94 nummers blokkeren 58 ontvangen 52 ontvangen, problemen oplossen 149, 152 opnieuw afdrukken 55 opties opnieuw kiezen 64 papierformaat 57 parallelle telefoonsystemen 75 problemen oplossen 142 rapporten 66 resolutie 50 specificaties 172 specifieke beltoon, patroon wijzigen 63
185
Downloaded from www.vandenborre.be
standaardinstellingen 52 telefoonsnoer te kort 155 test is mislukt 143 test van de verbinding van het telefoonsnoer, mislukt 145 verkleining 57 verwijderen uit het geheugen 55 verzenden 44 verzenden, problemen oplossen 149, 151, 154 faxen, testen installatie 66 faxen doorsturen 56 faxen ontvangen aantal beltonen voor opnemen 62 automatisch 52 doorsturen 56 faxnummers blokkeren 58 handmatig 53 modus automatisch antwoorden 62 problemen oplossen 149, 152 faxen rondzenden verzenden 48 faxen uit het geheugen verwijderen 55 faxen verzenden gewone fax 45 handmatig 45 handsfree kiezen 46 meerdere ontvangers 49 problemen oplossen 149, 151, 154 fax opvragen voor ontvangst 55 firewalls, problemen oplossen 126 FoIP 65 formaat kopieerproblemen oplossen 136 scans, problemen oplossen 142 foto's afdrukken zonder rand 26 fax 49 scans bewerken 42 verbeteren, exemplaren 38 fotoafdrukmateriaal ondersteunde formaten 22
fotopapier kopiëren 34 fotopapier van 10 x 15 cm kopiëren 33 fotopapier van 4 x 6 inch kopiëren 33 foutberichten bedieningspaneel 14 foutcorrectiemodus 52 foutcorrectiemodus, fax 64 foutmeldingen de TWAIN-bron kan niet worden geactiveerd 140 foutrapporten, fax 68 Functie Faxen Zwart/wit, lampje 12 Functie Kopiëren Kleur, lampje 12 Functie Kopiëren Zwart/wit, lampje 12
G garantie 163, 166 gebeurtenissen 75 geblokkeerde faxnummers installeren 58 geheugen faxberichten opslaan 54 faxen opnieuw afdrukken 55 faxen verwijderen 55 specificaties 171 gekleurde tekst, en OCR 42 geluidsdruk 173 geluidsinformatie 173 geluidsniveau 173 glas, scanner locatie 10 glasplaat van de scanner origineel laden 17 reinigen 120 groepen, snelkiezen instellen 28
H handmatig faxen ontvangen 53 verzenden 45, 46 handsfree kiezen 46, 48 hardware, faxinstallatietest 143 help 162 zie ook klantenondersteuning
Help (knop) 12 het apparaat verpakken 169 het apparaat verzenden 167 hoofdlade afdrukmaterialen laden 24 ondersteunde afdrukmaterialen 23 HP Photosmart Software 15 HP Photosmart-software scans naar programma's verzenden 41 HP Photosmart Studio scans naar programma's verzenden 41 HP Printerhulpprogramma (Mac OS) beheerderinstellingen 71 panelen 74 HP Printerhulprogramma (Mac OS) openen 73 HP Solution Center 15
I identificatiecode van de abonnee 62 inbelmodem gedeeld met fax (parallelle telefoonsystemen) 86 gedeeld met fax en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 94 gedeeld met fax en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 98 gedeeld met lijn voor fax en gesprekken (parallelle telefoonsystemen) 89 Indicatie voor geladen origineel 12 Indicatie voor opraken van inkt 12 Indicatie voor papierstoring 12 informatie is onjuist of ontbreekt, problemen oplossen 127 inktpatronen contactpunten reinigen 116 garantie 163 gebied rond inktsproeier reinigen 117 levensduur 170
186
Downloaded from www.vandenborre.be
Index omgaan met 109 onderdeelnamen 109 ondersteund 170 ondersteunde 108 online bestellen 161 plaatsen 10 reinigen 115 status 70 testen 75 uitlijnen 113 vervangen 109 verwijderen 167 inktpatronen uitlijnen 113 inktpatronen vervangen 109 inktpatronen verwijderen 167 inkt wordt uitgesmeerd, problemen oplossen 130 installatie antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 93 antwoordapparaat en modem (parallelle telefoonsystemen) 94 aparte faxlijn (parallelle telefoonsystemen) 80 computermodem (parallelle telefoonsystemen) 86 computermodem en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 94 computermodem en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 98 DSL (parallelle telefoonsystemen) 81 faxen, met parallelle telefoonsystemen 75 gedeelde telefoonlijn (parallelle telefoonsystemen) 84 ISDN-lijn (parallelle telefoonsystemen) 82 lijn voor computermodem en gesprekken (parallelle telefoonsystemen) 89 PBX-systeem (parallelle telefoonsystemen) 82 problemen oplossen 156 software voor Mac OS 103 software voor Windows 101
specifiek belsignaal (parallelle telefoonsystemen) 83 specifieke beltoon 63 testfax 66 types verbindingen 12 voicemail en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 98 Windows 101 installatieposter 8 installeren voicemail (parallelle telefoonsystemen) 85 instellen fax 75 instellen, opties opnieuw kiezen 64 instellingen bedieningspaneel van apparaat 14 beheerder 71 driver 30 faxen 50 faxscenario's 77 kopiëren 33 scannen 43 snelheid, fax 65 internet faxen, via 65 invoer van meerdere pagina's tegelijk 134 ISDN-lijn, instellen met fax parallelle telefoonsystemen 82
J juiste poort testen, fax
145
K kaarten lade-ondersteuning 23 ondersteunde formaten 22 richtlijnen 19 kennisgeving van HewlettPackard Company 3 kiessysteem, instellen 64 kiestoontest, mislukt 147 klantenondersteuning elektronisch 164 garantie 166
Korea 167 telefonische ondersteuning 164 kleur exemplaren 38 fax 49 kleuren in zwart-wit afdrukken, problemen oplossen 132 lopen door elkaar 132 problemen oplossen 133 vaag of dof 131 verkeerd 132 kleurenkopie 32 Knop Annuleren 12 Knop OK 11 knoppen, bedieningspaneel van apparaat 11 Knop Start 12 Knop Terug 11 Kopieerfunctie, lampje 12 kopiëren aantal kopieën 33 annuleren 39 foto's, verbeteren 38 instellingen 33 kwaliteit 35, 137 Legal naar Letter 37 papierformaat 33 papiersoorten, aanbevolen 34 problemen oplossen 135 snelheid 35 specificaties 172 tekst, verbeteren 38 vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 32 verbeteren, lichte gedeelten 38 verkleinen 37 kopschrift, fax 62 korrelige of witte banden op kopieën, problemen oplossen 138 kritieke foutberichten 14 kwaliteit, kopiëren 35 kwaliteit, problemen oplossen afdrukken 128 kopiëren 137 scannen 140
187
Downloaded from www.vandenborre.be
L
M
O
lade mogelijkheden 23 ondersteunde papierformaten 20 laden hoofdlade 24 ondersteunde papiersoorten en gewichten 23 storingen verhelpen 158 lades afdrukmateriaal plaatsen 24 illustratie van papiergeleiders 10 invoerproblemen oplossen 133 locatie 10 mogelijkheden 23 ondersteunde papierformaten 20 lampjes, bedieningspaneel van apparaat 11 langzaam afdrukken, problemen oplossen 126 leesmij 8 Legal-papier kopiëren 33 Letter-papier kopiëren 34 lichte afbeeldingen, problemen oplossen kopieën 137 scans 142 lichter fax 51 lichter maken kpieën 37 lijnconditietest, fax 148 lijnen kopieën, problemen oplossen 137 scans, problemen oplossen 141, 142 lijnen of punten ontbreken 133 linkernavigatieknop 11 log, fax afdrukken 68 luchtvochtigheidspecificaties 173
Mac OS afdrukinstellingen 31 afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat 25 afdrukken zonder rand 27 apparaat delen 104 HP Photosmart Studio 15 HP Printerhulpprogramma 73 software installeren 103 software verwijderen 106 systeemvereisten 171 marges instellen, specificaties 23 media ADF-capaciteit 18 menu's, bedieningspaneel 13 menu Kopiëren 13 menu Scannen 13 milieubeschermingsprogramma 181 modelnummer 75 modem gedeeld met fax (parallelle telefoonsystemen) 86 gedeeld met fax en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 94 gedeeld met fax en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 98 gedeeld met lijn voor fax en gesprekken (parallelle telefoonsystemen) 89 modemsnelheid 65 mogelijkheden lade 23
OCR gescande documenten bewerken 42 problemen oplossen 140 omgevingsspecificaties 173 onderhoud inktpatronen reinigen 115 inktpatronen uitlijnen 113 inktpatronen vervangen 109 ondersteunde besturingssystemen 171 ondersteuning. zie klantenondersteuning ongewenste-faxmodus 58 ontvangen van faxen opvragen 55 opslaan faxberichten in geheugen 54 standaardinstellingen 14 originelen scannen 40 scans bewerken 42
N na de ondersteuningsperiode 165 netaansluiting, locatie 11 netwerken delen, Windows 103 firewalls, problemen oplossen 126 illustratie van aansluiting 11 Mac OS set-up 103 normale kopieerkwaliteit 35
P pagina's per maand (werkbelasting) 170 papier aanbevolen kopieersoorten 34 formaat instellen voor fax 57 Legal naar Letter, kopiëren 37 ondersteunde formaten 20 scheve invoer 134 storingen 159, 160 papierformaat kopieerinstelling 33 papierstoringen te vermijden afdrukmateriaal 19 parallelle telefoonsystemen aparte geïnstalleerde lijn 80 DSL-installatie 81 gedeelde lijninstallatie 84 installatie antwoordapparaat 93 installatie modem en antwoordapparaat 94 installatie modem en voicemail 98
188
Downloaded from www.vandenborre.be
Index installatie specifiek belsignaal 83 landen/regio's met 75 modem gedeeld met lijninstallatie voor gesprekken 89 modeminstallatie 86 soorten instellingen 77 parallel phone systems ISDN setup 82 PBX setup 82 patroonevergrendeling, plaatsen 10 patroonklep, plaatsen 10 PBX-systeem, instellen met fax parallelle telefoonsystemen 82 PCL 3 ondersteuning 170 periode telefonische ondersteuning periode voor ondersteuning 165 Photosmart Software scans naar programma's verzenden 41 Photosmart Studio scans naar programma's verzenden 41 plannen van fax 47 poorten, specificaties 170 printerdriver instellingen 30 versie 164 printerstuurprogramma garantie 163 probleemoplossing tips 124 problemen met de papierinvoer, problemen oplossen 133 problemen oplossen afdrukken 125 afdrukkwaliteit 128 afdrukmateriaal wordt niet uit een lade ingevoerd 133 afgesneden pagina's, verkeerde plaatsing van tekst of afbeeldingen 128 antwoordapparaten 155 bedieningspaneel, berichten 13
blanco pagina's afgedrukt 127 drukt niet af 126 faxen 142 faxen ontvangen 149, 152 faxen verzenden 149, 151, 154 faxhardwaretest is mislukt 143 faxkiestoontest mislukt 147 faxlijntest is mislukt 148 faxtesten 143 firewalls 126 inkt vult tekst of afbeeldingen niet volledig 131 inkt wordt uitgesmeerd 130 installatie 156 kleuren 131, 133 kleuren lopen door elkaar 132 kopieerkwaliteit 137 kopiëren 135 langzaam afdrukken 126 lijnen of punten ontbreken 133 meerdere pagina's tegelijk opgenomen 134 ontbrekende of onjuiste informatie, problemen oplossen 127 problemen met de papierinvoer 133 scankwaliteit 140 scannen 138 scheve invoer 134 scheve kopieën 137 storingen, papier 160 telefoonaansluiting van de fax testen, mislukt 144 testen soort fax/ telefoonsnoer mislukt 146 test van de verbinding van het fax/telefoonsnoer mislukt 145 voeding 125 vreemde tekens worden afgedrukt 129 zelftestrapport 74 processorspecificaties 171 pulskeuze 64
punten, problemen oplossen scannen 142 punten of vegen, problemen oplossen kopieën 137
R rapporten bevestiging, fax 67 faxtest is mislukt 143 fout, fax 68 rechternavigatieknop 11 recycling inktpatronen 181 reinigen automatische documentinvoer 122 buitenkant 121 contactpunten van de inktpatroon 116 gebied rond inktsproeiers inktpatroon 117 glasplaat van de scanner 120 inktpatronen 115 release-info 8 resolutie, fax 50
S scan verzenden naar een programma 41 Scanfunctie, lampje 12 scannen afbeeldingen bewerken 42 annuleren 43 foutmeldingen 140 instellingen voor 43 kwaliteit 140 langzaam 139 OCR 42 problemen oplossen 138 scanspecificaties 173 vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 40 vanuit een TWAINcompatibel of WIAcompatibel programma 41 scanner, glasplaat originelen laden 17 reinigen 120
189
Downloaded from www.vandenborre.be
scannerglas locatie 10 scans verzenden naar een programma 41 problemen oplossen 138 voor OCR 42 scheef, problemen oplossen afdrukken 134 kopiëren 137 scannen 141 seriële telefoonsystemen landen/regio's met 75 soorten instellingen 77 serienummer 75 Setup (knop) 12 snelheid kopiëren 35 problemen met afdrukken oplossen 126 scannerproblemen oplossen 139 snelkiezen afdrukken en bekijken 29 fax verzenden 45 groepen, instellen 28 snelle afdrukkwaliteit 35 software garantie 163 HP Photosmart 15 installatie onder Windows 101 installatie op Mac OS 103 OCR 42 software verwijderen uit Windows 105 types verbindingen 12 verwijderen van Mac OS 106 software verwijderen Mac OS 106 Windows 105 Solution Center 15 spanningsspecificaties 173 speciaal papierformaat ondersteunde formaten 22 richtlijnen 20 specificatie processor en geheugen 171 specificaties afdrukmateriaal 20 elektrisch 173 fysieke 170
geluidsniveau 173 opslagomgeving 173 systeemvereisten 171 werkomgeving 173 specificaties opslagomgeving 173 specificaties werkomgeving 173 specifiek belsignaal parallelle telefoonsystemen 83 specifieke beltoon wijzigen 63 speed dial fax numbers, set up 28 standaardinstellingen afdrukken 30 bedieningspaneel 14 driver 30 faxen 52 kopiëren 33 status benodigdheden 70 berichten 14 zelftestrapport 75 storingen papier 159, 160 verhelpen 158 strepen op scans, problemen oplossen 141 stroom specificaties 173 stuurprogramma garantie 163 systeemvereisten 171
T taal, printer 170 Tab Apparaatservices, Werkset (Windows) 73 Tabblad Informatie, Werkset (Windows) 72 taken instellingen 14 technische gegevens faxspecificaties 172 kopieerspecificaties 172 scanspecificaties 173 tekst kan niet worden bewerkt na het scannen, problemen oplossen 140
niet volledig gevulde kopieën 137 onduidelijke kopieën, problemen oplossen 137 onduidelijke scans 142 ontbreekt van de scan, problemen oplossen 139 problemen oplossen 128, 131, 133 verbeteren op kopieën 38 vlekkerig op kopieën 138 telefonische klantenondersteuning 164 telefonische ondersteuning 165 telefoon, faxen vanaf ontvangen 53 verzenden 45 verzenden, 45 telefoonaansluiting, fax 144 telefoonaansluiting testen, fax 144 telefoonlijn, belpatroon beantwoorden 63 telefoonsnoer testen juiste soort mislukt 146 test van de verbinding met de juiste poort mislukt 145 verlengen 155 temperatuurspecificaties 173 testen, fax faxlijnconditie 148 hardware, mislukt 143 kiestoon, mislukt 147 mislukt 143 poortverbinding, mislukt 145 telefoonaansluiting 144 testen soort fax/ telefoonsnoer mislukt 146 toegangsklep wagen, plaatsen 10 toegangspaneel aan de achterkant storingen verhelpen 158 toegankelijkheid 3 toetsenblok, bedieningspaneel locatie 11 toonkeuze 64 transparanten kopiëren 34
190
Downloaded from www.vandenborre.be
Index TWAIN de bron kan niet worden geactiveerd 140 scannen vanuit 41
U uitvoerlade locatie 10 USB-aansluiting beschikbare functies 12 USB-verbinding installatie Mac OS 103 poort, locatie 10, 11 specificaties 170
V vegen, problemen oplossen kopieën 137 scannen 142 verbindingen beschikbare functies 12 vergroten/verkleinen van exemplaren aanpassen, formaat aan Letter 37 aanpassen, formaat aan Letter of A4 36 verkleinen van fax 57 verticale strepen op kopieën, problemen oplossen 137 vervaagde kopieën 136 vervaagde strepen op kopieën, problemen oplossen 137 verzenden, faxen geheugen, vanuit 47 handsfree kiezen 48 kleurenfax 49 plannen 47 voeding problemen oplossen 125 voicemail installatie met fax en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 98 installeren met fax (parallelle telefoonsystemen) 85
websites benodigdheden en accessoires bestellen 161 informatieblad levensduur benodigheden 170 klantenondersteuning 164 Websites Apple 104 informatie over toegankelijkheid 3 milieuprogramma's 181 werkbelasting 170 Werkset (Windows) Apparaatservices, tab 73 beheerderinstellingen 71 info 71 openen 72 Tabblad Geschat inktniveau 72 Tabblad Informatie 72 wettelijk verplichte informatie 174 wettelijk verplicht modelnummer 179 WIA (Windowsbeeldtoepassing), scannen vanuit 41 Windows afdrukinstellingen 30 afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat 25 afdrukken zonder rand 26 apparaat delen 103 HP Photosmart Software 15 HP Solution Center 15 software installeren 101 software verwijderen 105 systeemvereisten 171 Windows-beeldtoepassing (WIA), scannen vanuit 41 witte banden of strepen, problemen oplossen kopieën 138 scans 141 witte banen of strepen, problemen oplossen kopieën 137
Z zelftestrapport afdrukken 75 informatie over 74 zwarte punten of vegen, problemen oplossen kopieën 137 scannen 142 zwart-witpagina's kopiëren 32 zwart-wit pagina's problemen oplossen 132 zwart-wit pagina’s fax 44
W waarschuwingsberichten 14 wat te doen bij problemen 165
191
Downloaded from www.vandenborre.be
192
Downloaded from www.vandenborre.be
Downloaded from www.vandenborre.be
© 2008 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.com/support
Podręcznik użytkownika
Downloaded from www.vandenborre.be